iinppMening
i Beerputten
(refff
Boekhandel
SOEST
HERLEIDING
ÜISVROÜW
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT ELKEJV ZATERDAG
IHIllMPIILiCIRiPDEirilM
Piano leerares
GEMEENTE-FILM
La Porte Co.
W. D. BOS Jr., Brandstoffen - Grint
tiën en Abonnementen
1ERGER" worden aange-
DRIE, Banningstraat 19
KSIVJA, Schoolweg 29
"NS?
VNGVERESNV
VOORJAAR 1927
HEMISCHE WASSCHER1J
EREN Co TE ALMELO
rdeel beseft,
PPARATEN
J. VAN HERWAARDEN
Soest-Baarn-Amsterdam
-1
Burg. Grothestraat 28
afenis-Onderneming
D. HAKS
Regeling voor crematie
UITGEVER: G. VAN DEN BOVEN KAMP
VAN WEEDESTRAAT 7 - TEL. 2062 - SOEST
N.V. MIDDENSTANDSBOND
INCASSO'S - DEPOSITO'S
OCHTENDGLOREN
E. van Meups,
UITVOERING VAN
EFFECTEN0R0ERS
Incasso - Coupons
Prolongatie - Deposito
Safe-Deposit
Leekedichtjes van Jan Joris
VENEMA's
KLEEDING NAAR MAAT
4 - TELEFOON No. 15
No. 17
Vijftiende «Jaargang
Zaterdag 23 April 1927
Begrafenis-Onderneming „SOEST"
Soesietherg, dat zij hebben aange-
nend Directeur,
i Aanspreker.
>men bij den Heer W. F. DE RADDER
Postweg 34.
J. VAN MAURIK
if Donateur(trice) wenschen toe te
nmeiden bij een der Leden of des
in Gebouw „RELIGIE EN KUNST"
oten Tankauto, gehee! reukloos-
Putten van I's tot 3 MJ. f. 6.
den aangenomen
renstraat 20, Telefoon 171, en
feedestraat 7, Telefoon 62
dat Uw kleeding en meubelstoffen
en billijk kunnen worden gestoomd
aarKleurstalenboeken ter inzage
V. Weedesiraat 40a, Soestdijk
loesterbergschestraat 6, Soest
l van
iSTRAAT 59
OEST TELEFOON 138
BROEK
ïl. 2037, Nieuwstr. 37 en Torenstr. 10
rt 19, Telef. 43919.
ingen en Transporten t. z. conc. prijzen
DEK, NJEUWSTRAAT 37, SOEST
Efc-VOOa IEDEREEN®
ENDENDIJK
ERWAARDEN
■v. Kerk)
D. HOOLWERF, Dir.
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE V. WEEDESTRAAT 7. SOEST
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS O UUR
INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS O UUR AAN HET BUREAU
ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST
voor AMERSFOORT en OMSTREKEN
Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker
Er heeft zich in de laatste tientallen
jaren over de geheele wereld een hoogst
opmerkelijke beweging voltrokken. Er is
eerst schuchter, onder veel tegenwerking,
later sterker en sterker een nieuw ele
ment in de nationale politiek opgetreden.
Vooral in de allerlaatste jaren is dit
element hoe langer hoe sterker gewor
den en heeft ons de belofte gegeven
van een nieuwe schoone dageraad. De
vrouw heeft haar plaats ingenomen in
het wereldbestuur en steeds talrijker
wordt het aantal vrouwenhanden, dat
meestuwt aan het rad van den tijd
Een klein symptoom. Onlangs werd
aan gene zijde van de Noordzee, ginds
aan de Theems, een wetsvoorstel van
regeeringszijde gelanceerd, om ook aan
de vrouwen van 21 jaar, net als aan de
mannen, het kiesrecht te geven. Het
resultaat hiervan was, dat het aantal
vrouwelijke kiezers in Engeland dat der
mannelijke gaat overtreffen. Het gevolg
kan dus zijn, dat de vrouwelijke invloed
zich in het landsbestuur en alles wat
daarmee verband houdt, nog sterker zal
doen gevoelen. Een zelfde verschijnsel
als zich in Engeland voordoet, valt over
vrijwel de geheele wereld, in meerdere
of mindere mate waar te nemen. De
macht der vrouwen neemt meer en meer
toe, is reeds tot een wereldmacht ge
worden, in luttele jaren tijds. En onwil
lekeurig vraagt men zich af, wat doet
de vrouw, met deze nieuw-verworven
macht
In de eerste plaats kan men onmid
dellijk zeggen, dat met het vrouwelijk
element een groot, verheven idealisme
naar voren is gekomen. Hoe kort gele
den het ook maar is, dat de vrouw haar
aandeel in de wereldmacht opeischte,
hoe Jong" zij ook in de internationale
politiek is, dit moet onmiddellijk verklaard
worden, dat zij overal tracht de zaken
ie leiden en te vormen naar een wer
kelijk democratisch ideaal, in den meest
verheven zin des woords. De resultaten
van haar werkzaamheid zijn overal
waarneembaar, zoowel in de „groote"
als in de „kleine" politiek. En zelfs de
meest verstokte tegenstander van de
„rechten der vrouw", zal moeten toe
geven, dat die resultaten inderdaad
„goede" zijn.
Ieder die het oprecht goed met de
ontwikkeling van de internationale vre-
desgedachte en andere groote idealen
der menschheid meent, zal het toejui
chen, dat de invloed der vrouw in het
wereldbestel van zoo predomineerenden
invloed staat te worden. Want wij allen
weten, dat de vrouw de personificatie
van alles wat liefdevol, onzelfzuchtig,
nobel en opofferend is haar macht
alleen in dienst zal stellen van een hoog
ideaal. En wij weten ook, dat zij daarvoor
strijden zal, met al die vasthoudendheid,
die taaie energie en blijde hoop, welke
ook tot de typeerende eigenschappen
behooren van die sexe, welke men ou
dergewoonte met „de zwakke" aanduidt.
Dit belooft heel -veel.
Men is wel eens geneigd, het oor te
leenen aan de oppervlakkige bewering,
dat er na den oorlog feitelijk niets ver
anderd is, dat de wereld er niet op
verbeterd is, ondanks volkenbond, arbi
trage-verdragen, enz. Behalve op tallooze
andere gronden, is deze bewering al
dadelijk te bestrijden, door te wijzen op
den grooten invloed, welke de vrouw
zich, juist tijdens en na den oorlog, heeft
verworven. Er is inderdaad de laatste
jaren zeer veel veranderd. In de gedach
ten, die de mannen der wereldpolitiek
beheerschen, mag dan nog niet zooveel
veranderd zijn, als men wel zou wen
schen, dit staat echter als een paal boven
water, dat men voortaan zal hebben te
rekenen met den nog steeds wassenden
wereldinvloed der vrouw. En wanneer
rnen dit goed doordenkt, dan zal men
tot het inzicht komen, dat er inderdaad
ontzaglijk veel veranderd is. Enten
goede.
De jeugd vindt vooral in de vrouw
een dapper pleitbezorgster. Alom wordt
zegenrijken arbeid voor het kind verricht.
In de eerste plaats door de vrouw
want zij is het symbool van de moeder.
En er is geen, die met meer vuur en
volharding voor den vrede werkt, dan
de vrouw. Want zij is het symbool
van liefde, die niet om belooning vraagt,
die geeft, zonder te verwachten, die
lankmoedig is en vergevensgezind.
Er daagt een nieuwen dag
En alles wijst er op, dat het een
schoone dag zal zijn.
FLORIS C.
Begeleiding
Muziek-theorie, Compositie,
Muziekgeschiedenis
Londities f6.—, f 4.50, f3.— per maand.
Muziek In bruikleen.
Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2
NIEUWERHOEKSTRAAT 2.
KAMERKRONIEK
0e Eerste Kamer in voor
jaarstemming - Steden in
dwangbuis - Annexatie
tot heil van heel Kennemer-
land - Bij de Staatsbegrooting
Terwijl de Tweede Kamer-leden ergens
in een malsche wei in het zonnetje
liggen te braden of optimistisch in een
strandstoel naar de zee liggen te kijken,
ging de Eerste Kamer onvervaard, on
middellijk na de Paasch weer aan den
slag. Er hing een prettige atmosfeer in
onze deftige senaat. Het fijne voorjaars
zonnetje deed zelfs de ernstigste critieken
hoe gewichtig ook bedoeld wat
minder fel schijnen, en de Kamer lachte
er meermalen heel gemoedelijk bij.
Natuurlijk, principieele politieke begin
selen moeten natuurlijk gehandhaafd
worden, maar toch, vóór- en tegenstan
ders wenschten elkaar niets dan goeds.
We hadden het over de annexatie-voor
stellen betreffende de uitbreiding van
Haarlem en Breda. Jhr. de Gijselaar
(c.h.) keurde annexatie in het algemeen
niet af, wanneer het maar in het algemeen
belang geschiedde. En tuist uit dit oog
punt nu, kon hij het Haarlemsche voorstel
niet aanvaarden. Vooral tegen annexatie
van stukken van Bloemendaal en Heem
stede was deze afgevaardigde. Dat was
geen annexatie van grondgebied, neen,
dat was annexatie van welgestelde be
lastingplichtigen. Zeker, Haarlem had
uitbreiding noodig, maar dat mocht niet
geschieden ten koste van beide genoemde
gemeenten, die daardoor ten zeerste
geschaad zouden worden.
De heer Smeenge (v.b.) moest ook
al niets van het ontwerp hebben. Het
was om tal van redenen niet rechtvaardig
stukken van Bloemendaal en Heemstede
bij Haarlem te voegen. En hij rekende
ons even voor, dat van de f 19.000.000
belastbaar "inkomen van Heemstede, er
f 8 millioen door annexatie aan onttrokken
worden. De heer Nagel van Ampsen
(v.b.) was er ook nog niet zoo zeker
van, dal het onderhavige ontwerp wel
in het algemeen belang was, maar de
heer Wibaut (s.d.) liet een ander geluid
hooren. Enthousiast was hij over het
ontwerp wel niet, want hij meende, dat
het nog lang niet ver genoeg ging en
Haarlem nog niet gaf, wat het noodig
had. Maar werd het ontwerp verworpen,
dan vreesde hij, dat een goede grens
wijziging van Haarlem nog jaren zou
uitblijven.
Op minister Kan rustte de taak, de
verschillende bezwaren te weerleggen
en dit wetsontwerp, geërfd van zijn
voorganger Jhr. Ruys de Beerenbrouck,
die het in 1925 indiende, te verdedigen.
Men moest het zien uit een oogpunt
van „groot-Haarlem" en niet van het
standpuntwat wint de eene en wat
verliest de andere gemeente, een breed
standpunt moest worden ingenomen.
Haarlem was buiten de adnvnistratieve
grenzen gegroeid en zat in een dwang
buis gevangen. Expansie was nu niet
mogelijk. Geen enkele gemeente werd
slachtoffer van de annexatie. Bloemendaal
bleef een der rijkste gemeenten des
lands en Heemstede had ook niet te
klagen, want van de toe te kennen
schadeloosstelling van f 2 millioen zou
deze gemeente het leeuwendeel krijgen.
Een andere oplossing van Haarlem's
vraagstuk door annexatie, was er een
voudig niet. Neen, neen, wat de Kamer
er ook van zei, dit ontwerp was wel
goed. Zeide minister Kan niet, dat het
zou strekken tot heil van heel Kenne-
merland
Bij de kwestie van Bredawasjhr.de
Gijselaar zoowaar weer de eerste die
het woord voerde. En zie, nu was hij
een heele slag omgedraaid, vond, dat
er veel te weinig geannexeerd werd
Natuurlijk was daarover groote vroolijk-
heid in de toch zoo montere Kamer.
Hij wilde nog een veel grooter stuk
van Ginneken bij Breda voegen. Ho, zei
de minister, laten we het niet te bont
maken. Want als wc dat deden, dan
kwam er een veel te groot landelijk
gebied bij Breda. De Kamer was het
blijkbaar voor het meerendeel met den
minister eens, want met 30 tegen 13
stemmen werd het uitbreidingsvoorstel
van Haarlem enz. aangenomen (tegen 5
c.h., 4 r.k., 2 a.r. en 2 v.b.), en met 37
tegen 6 stemmen (2 c.h., 1 r.k., 2 a.r.
en 1 v.b.) de uitbreiding van Breda.
Natuurlijk kloof de Kamer ook weer
verder aan het tamelijk kalebeentje,dat
Staatsbegrooting heet. De heer Janssen
(r.k.) gaf bij „arbeid" den n inister weer
een pluim op zijn hoed voor zijn be
langstelling in den toestand van de in
dustrie de minister heeft de laatste
dagen verschillende besprekingen in
Maastricht gehouden maar klaagde
over het euvel der waterverontreiniging,
waartegen wettelijke maatregelen noodig
waren. De heer Hermans (s.d.) prote
steerde tegen opheffing der huurwetten.
De heer Rugge (s.d.) was ontevreden
over de volkshuisvesting, over den mi
nister, die steeds diegenen teleur stelt,
die wat voor de volkshuisvesting willen.
Op het gebeid der arbeiderswoningen
moest veel meer worden gedaan, anders
raakten we achterop. Het was niet juist,
dat particulieren in dit opzicht voldoen
de deden. Mevr. Posthuis-Smit bepleitte
nieuwe voorschriften in de Warenwet
voor textielgoederen en huisbrandstoffen,
om bedriegelijke namen tegen te gaan.
De heer Franssen (r.k.) viel zijn partij
genoot Jansen bij in zake de waterver
ontreiniging, waarover ook de heer
Westerdijk (v.d.) een woordje zeide. De
heer Wibaut (s.d.) drong aan op toe
passing van de woningwet „zonder
ministerieele circulaires" en de heer
Blomjous (r.k.) wenschte een welvaarts-
politiek gevoerd te zien ten behoeve der
Nederlandsche bevolking. Een goede
handelspolitiek en een differentiaal tarief
tegen de landen, die onzen exporthandel
bemoeilijken. De minister Slotemaker de
Bruine verdedigde en deed toezeggingen
en ten slotte werd. zooals te doen ge
bruikelijk is, ook deze begrooting z.h.s.
aangenomen. POLITICUS.
Vrijhandel,
Democratisch regeerbeleid,
Behoud der particuliere
bedrijfsvrijheid,
daarvoor o.a. strijdt de Vrijz.-Dem. Bond
XVI.
VERKIEZINGSDAG.
Verkiezingen zijn nuttige dingen. Al
is het alleen maar om wat van te Ieeren.
De laatste stemming voor de Prov. Staten
in ons geliefd dorpje gehouden, gaf ook
weer veel leerrijks op te merken. In de
eerste plaats de onverschilligheid der
menschen. Daar duiden de vele blanco
stemmen op, wat niks anders wil zeggen
dan,,'t kan me niks bommen, of ik
nou van de kat of van den kater gebeten
wordt".
't Is een standpunt. Maar men zou
ook nog een ietsje verder kunnen denken.
Bijvoorbeeld Zou er nog eens een tijd
kunnen komen dat we heelemaal niet
meer gebeten worden Of tenminste zoo
dat het geen pijn meer doet? En zoo
ja, zou ik er dan misschien aan mee
kunnen helpen door niet mijn biljet maar
onverschillig in de bus te ploffen, maar
een naar mijn idee goeden candidaat
uit te kiezen. Ik geloof dat dat toch
verstandiger zou zijn. Vervolgens treft
het groote aantal van onwaarde. Daar is
nou eenmaal weinig aan te doen. Vooral
in een achterlijk landje als hier mochten
wel jaarlijks cursussen in 't stemmen
gehouden worden. En dan waren er na
4 jaar nog genoeg, die het niet wisten.
Vervolgens is een beetje rondkijken op
zoo'n stembureau de moeite waard. Je
doet een hoop menschenkennis op. En
als je dan nog eens links en rechts
informeert naar voorvalletjes die plaats
vonden dan zou je daar alleen een
filmje van kunnen afdraaien. Ik zal er
een paar vertellen.
Komt binnen een Mijnheer Een klaar
blijkelijk vrijgevochtene. Blootshoofds.
Pèllerien om. Alleen de bloote voeten
en sandalen ontbreken tot completeering
van den „vrijen" man. Zijn wezen straalt
zelfbewustzijn uit. „Ik ben Het Type
Mensch". Zijn oogen spreken louter min
achting over den gewonen mensch en
het gewone menschengedoe. Het gebaar
waarmee hij zijn stembiljet in ontvangst
neemt is als dat van een koning die
zich verwaardigd een blijk van hulde
van een slaafschen onderdaan te aan
vaarden. De pose van verachting waar
mee hij zich terstond daarna tot den
stembus richt is een uitbeelding door
een Raemaekers waard. En beslist tref
fend tot in 't diepst van 't gemoed is
de walging waarmee hij het stembiljet,
bij een punt aangevat, in den stembus
sleuf doet vallen. Zijn gang bij 't heen
gaan zonder iemand een blik waardig
te keuren is als die van den souvereinen
mensch die weet zich te moeten buigen
voor de wet, doch dit dan ook alleen
wensctit te doen met souvereine min
achting.
Het Slachtoffer treedt binnen. Slacht
offer van den wettelijken stemplicht,
slachtoffer van denkerkelijken stemdwang
Zijn leeftijd schat ik om-en-bij de tachtig.
Strompelend, steunend op zijn stokje
schuifelt hij naar binnen. Naar den ver
keerden tafel toe, waar eenige stemcon-
troleurs voor hun partij notceren welke
partijgenooten aan hun plicht voldoen.
„Hierheen ouwe baas" roept een van
het stembureau. De oude schuifelt
moeizaam naderbij. Kijkt als verdwaasd
om zich heen. Zijn geheele doen zegt
„Zat ik toch maar thuis in mijn stoel".
„Je oproepingskaart" vraagt de voorzitter.
„Walief Ik, èh, ik wou kommejstemme".
„Maar je hebt je oproepingsbrief toch
meegebracht". „OproepIk, èh, ik
heb gin brief, ik kom stemme" beeft de
oude stem. „Je hebt toch zoo'n lijstje
met namen er op over de post gehad"
helpt de voorzitter hem uit den droom,
„heb je dat niet meegebracht". „O, be
doel U dat, ja dat hêk ingevuld". En
met zet ie z'n pet af en haalt daaruit
het oproepingsbiljet te voorschijn. Z'n
bevende oude handen vouwen het open,
en met beslistheid wijst z'n rimpelige
vinger een met potlood doorgehaalden
naam aan „Die mok stemme". Het kost
moeite hem aan 't verstand te brengen,
dat hij op een ander biljet moet stemmen,
en de uitdrukking van wanhoop waarmee
hij op z'n vraag „hoe dat moet" aanhoort
dat er niet geholpen mag worden, geeft
.ekerheid dat zijn biljet wel tot de on-
,'eldigen zal kunnen gerekend worden,
t Iet kwartier door hem doorgebracht in
het stemlokaal is voor hem één pijniging
geweest. Maar aan de Wet is voldaan,
Resoluut stappend treedt een Soester
boerinneke aan. Op d'r Zondags. Het
goud kruiske aan een kettinkje op het
zwarte zijden jak bengelend vraagt geen
Sherlock Holmes om te deduceeren dat
zij niet rood zal stemmen. De knip van
den reticule, waarin plaats genoeg is
voor drie kerkboeken, een flesch Eau
de Cologne, een half dozijn zakdoeken
en een pond of wat „klein goed", doet
den oproepingsbrief aan het daglicht
1. omen, die met voortvarendheid voor den
oorzitter op tafel wordt geworpen. Naam
cii nummer worden afgeroepen en het
stembiljet uitgereikt. „Is dit een katteliek
biljet" vraagt de resolute Soestersche
argwanend. „Nee hoor, daar kun je op
stemmen wie je wilt". „Mar da wik heel
r>ie hebbe, ik mot een katteliek biljet".
Die zijn hier niet, als je katholiek wilt
stemmen dan zoek je je candidaat er
maar uit". „Doar hek gin verstaand van
as 'k gin katteliek biljet krijg, dan vort
er mee" en mèt verdwijnt het biljet in
cien houten slokop. En met een zelfvol
daan gezicht, waarop te lezen staat
„mij neem je niet te grazen" verdwijnt
het boerinneke, onbewust dat ze het
stembureau een vroolijke vijf minuten
heeft bezorgd, een welkome afleiding in
den drogen dagtaak.
Dan de werkman. Zoo van z'n kalk-
tobbe, of z'n spade vandaan. Het op
roepingsbiljet vertoont duidelijke sporen
van in een huis met kinderen geweest
te zijn. Ook kan moeder er wel bij
vergissing een lekkende koffiekan en
een schaal met een vet randje op gezet
hebben. Onderwijl zijn naam wordt ge
lezen en gecontroleerd, duwt ie een
versch klonkje achter z'n kiezen. En
presenteert met welwillend gebaar en
een knipoogje naar een makker, zijn
zakje B.Z.K. aan het hooggeboord, en
misschien wel hoog-geboren, lid van
stembureau dat „streepjes zet". Die het
grapje goed opvat en antwoord „dat ie
nog niet mag van thuis". Het stembiljet
wordt open gevouwen nog voor hij in
zijn hokje is, en als een krant voor zich
uitgespreid gehouden. „Waar staat nou
„Geen overleg of inlichtingen" roept de
voorzitter. „Ga nou maar in dat hokje
en zoek het zelf maar uit". Bedaar man
g ;ef dan een duidelijker pampier, je wor
temet duizelig van". En mopperend
verdwijnt ie in z'n hokje waar ie volle
drie minuten den strijdt aanbindt tegen
het rooje potlood en het duizelig-ma-
kende-stembiljet, om het daarna met een
diepen zucht in elkaar te frommelen als
een ouwe krant, zoodat het de grootste
moeite en een hartige verwensching kost
het door den niet al te wijden houten
spaarpot-sleurf te doen verdwijnen.
's Avonds vroeg ik Grootje op wie
zij wel gestemd had. Ze bloosde. Ik zeg
„Nou ja, je denkt wel dat ik zeggen
zal, dat je niet wil dat ik aan politiek
doe en het zelf nou toch doet, maar
daar zal 'k je niet mee plagen. „Och,
wat doet het er toe" zei ze. Kom ouwe
laat me ook eens nieuwsgierig zijn, zeg
nou es eerlijk. „Op, op,èh, De
Ridder". „He, wat zeg je me nou, op
wie? vioeg ik in de grootste verbazing
„Ja heusch, op Leccius de Ridder"
„Goeie genade hoe kom je daar nou
zoo ineens toe Een ouwe vlam van
je" 1 „Hè, doe nou niet zoo flauw"
„Maar hoe kies je dien nou net uit,
ken je hem dan? „Ik niet, al viel
ik over 'm, maar ik vond, èh, dat ie
zoo akelig zielig alleen op dat groote
biljet stond" Zoo is Grootje. Ik gaf
'r geen uitbrander, maar een zoen, en
zei dat ze maar gauw een lekker bakkie
thee moest inschenken en m'n gouwenaar
aangeven. Zij stemde tenminste met een
overtuiging en een doel.
BRANDNETEL.
I3ANIUERS
BAARN - SOEST - BUSSUM
Burgerlijke Stand
GEBOREN Pieter, z. v. F. P. Verweij
en P. Kramer Willem, z. v. A.
Pothoven en W. J. Laseur Dirk,
z. v. H. v. d. Broek en S. Buitenhuis
Wilhelmina Elisabeth Maria, d.
v. W. v. Doorn en C. A. M. van
Egmond Hendrika, d. v. G. J.
v. Lent en M. v. Sloten Antje,
d. v. M. Wendt en T. Kenes.
ONDERTROUWDA. W. Hilhorst en
M. v. 't Klooster. A. v. der Bij en
IJ Kats.
GEFIUWD Johannes v. Rouwendaal en
Maria Jacoba Vermeulen Casper
VOORHEEN FA. STRIJKER
KERKSTRAAT 20 TELEFOON 2084 JULIANASTRAAT 7
Hendrik Schneider en Maria Lisette
Wohlfahrt.
OVERLEDENPeter Wantenaar 87 jr,
v. Th. Hilhorst Lambertus Bos
boom, 56 jr, ongehuwd Rijkje
Angonis Verkerk, 70 jr, echtgen v.
N. v. Slegtenhorst Anna Hen
drika Gesina Thijssen, 15 jr.
XI
HOLBEWONER.
Soest streeft steeds naar vervolmaking,
Soest is ook nog niet compleet!
Soest houdt thans een expositie
Als '1 hiervóór nog nimmer deed.
In den grond woont ingegraven
In een vuil en slijkrig hol,
'n Oude, half versleten kerel,
Als een menschelijke mol.
Met 'n paar matten als bedekking
Van zijn onderaardsche kluis,
Woont hij daar belasting vrij, maar
't Is er wèl wat nat in „huis"!
Onder welt het vuile water,
Zachtjes sieplend uit den grond,
En het dak lekt als een gieter,
Maar wat nood 1 Dat is gezond 1
Schrijven soms niet de doktoren
Vaak koudwaterkuren voorl
Neen, z'n ondergrondsche woning
Is daar vast niet minder door!
't Is misschien er wèl wat tochtig,
Frissche lucht ontbeert hij niet
Wat bij 'n huis een deur moet wezen,
Is bij hem een bosje riet.
Maar och kom, 't is nu toch lente,
Enkel 's nachts is het wat koud,
Maar van een paar oude zakken,
Is een deken gauw gevouwd 1
Op den grond een bosje stroo nog,
Wat zacht ligt, en warmte geeft,
En dan zijn er nóg die zeggen,
Dat een beest het beter heeft
Hij is onbekommerd wie voor
Zijn begraaf'nis zorgen zal,
Hij hoeft enkel maar te sterven,
Want z'n graf dat heeft-ie al
Ja, Soest streeft naar vervolmaking,
Soest is lang nog niet compleet 1
Soest houdt-Menschen, gaat dat zien
|toch
Tentóónstelling van Menschenleed I
het om het welzijn van Soesterberg en
de Soesterbergers ging, nu kunnen, nu
mogen ze elkander niet los laten, waar
thans de gelegenheid daar is om aan
vriend en vijand te laten zien, wat die
samenwerking waard was niet alleen,
maar ook hoe echt, hoe spontaan ze is.
Soesterbergers gezamenlijk zijn we
in zee gegaan, laten we gezamenlijk
zee houwen, laten we met elkander
„huis toe" varen. Waarom zullen we
niet meer volgens dat vaste beginsel
werken en handelen Omdat politieke
en sociale factoren zwaarder wegen
Och kom al te maal gezwam in de
ruimte, al te maal leuter gedoe, waarbij
het misschien gaat om de grootheid
van de partij, om de macht van een
enkelen partijman, maar zeker niet om
het welzijn van Soesterberg. En wat
het zwaarst is, moet voor ons het
zwaarste wegen. En het zwaarste van
al moet voor ons op het moment toch
zeker blijven de bloei, de groei van
ons kleine Soesterberg. Is dat bereikt,
welnu ga dan „grasduinen" in allerlei
politiek gezwam, val dan uit een in
partijen en partijtjes die elkaar onchris
telijk of christelijk bekijven. Nu kunnen
we ons die weelde niet veroorloven.
We moeten het niet willen ookNu
demonstreeren we onze éénheid tegen
over SoestOnze stem op Grootewal
zij er het middel toe.
BERGENAAR.
EN HEEREN-MODE-MAGAZIJN
F. C. KUIJPERSTRAAT 10 - TEL. 169
KIEZERS VAN DE GEMEENTE SOEST
De eene verkiezing is nog niet achter
den rug of de andere staat alweer voor
de deur.
Is de verkiezing voor de Provinciale
Staten belangrijk, de verkiezing voor
de Gemeenteraad, althans in onze ge
meente Soest is zeker niet minder be
langrijk.
Wanneer wij onpartijdig dé toestand
ontstaan in onze Gemeente, gadeslaan
wanneer wij onze gedachten laten gaan
over het geschrijf in de plaatselijke
bladen, zoowel van medewerkers als
Geen geleuter In den Raad,
Maar wel mannen van den daadl
Ingezonden
Bulten verantwoordelijkheid der Redactie.
WAAROM LIJST GROOTEWAL
„En 't is juist voor den goeden gang
van zaken gewenscht, dat men volgens
een vast beginsel werkt en handelt".
Aldus het Soester Nieuwsblad van
Vrijdag 15 April 1.1. in het artikeltje
„De Wilden".
Precies, dat heeft de vriendelijke
redacteur nu eens terecht van pas
gezegd voor de Soesterbergers wel
te verstaan, voor de Soestenaren zou
ik me niet gaarne een oordeel durven
aanmatigen betreffende hun meer of
minder handelen volgens vast beginsel.
Maar wij Soesterbergers, zeker wij
onderschrijven gaarne den aangehaalde»
volzin en zullen handelen volgens een
vast beginsel.}„Koers zullen we houden
Zeker redacteur. Alleen maar, het resul
taat wordt bij ons anders. De princi
pieele redacteur van het Soester Nieuws
blad wekt de degelijke menschen" op
Endendijk te stemmen. Wij Soesterber
gers verwijzen naar de Soesterbergsche
candidaten en verzoeken degelijke men
schen hun stem uit te brengen op lijst
Grootewal en mochten er onder de
Soesterbergers ondegelijken zijn, welnu
ook hun stem versmaden wij niet. Wij
Soesterbergers kunnen, ja ik meen zelfs,
mogen niet anders stemmen dan op
lijst Grootewal. En wel, omdat wij
moeten werken en handelen volgens
het vast beginsel, Soesterberg vooruit
te helpen. Hoe lang hebben de Soester
bergers nu al niet gekampt, geworsteld
om gelijke rechten Wat hebben ze
niet een pogingen aangewend om niet
alleen als belastingbetalers, maar ook
als burgers op gelijken voet behandeld
te worden als de ge meen te naren te
Soest—Soestdijk. En wat bleef meest
het resultaat In raadszaal en bij ge
meenteambtenarij werd er om Soester
berg gelachen. De malcontenten werden
bespot of gesmaald. Soesterberg bleef
goed voor de belastingen, de verbete
ringen waren voor Soest. Ja zoo erg
werd het ten leste, dat de Soesterbergers
onder het bestuur van den loco-burge
meester, den heer van den Berg, ten
einde raad, geen andere uitkomst meer
zagen, dan afscheiding van Soest. En
er mogen onder het bestuur van den
nieuwen burgemeester eenige verande
ring en verbetering zijn ingetreden,
daarmee is de zaak nog niet in het
reine ten opzichte van onze vertegen
woordiging.
Schouder aan schouder stonden de
Soesterbergers naast elkander wanneer
van inzenders en wanneer wij de raads-
verslagen gevolgd hehben, dan zullen
wij alle tot de conclusie komen, dat
het er niet zoo heel erg rooskleurig
voor ons uitziet.
En nu zult U zich ongetwijfeld wel
eens afgevraagd hebben, wat is toch
de oorzaak dat we hier in Soest in
dergelijke omstandigheden verkeeren
en dat er zoo'n algeheele malaiseheerscht
Nu is deze vraag niet zoo heel ge
makkelijk te beantwoorden. Ons Ge
meentebestuur heeft in veler oog niet
voldaan, en de verschillende besluiten,
die in den laatsten tijd genomen zijn
en datgene wat door den Raad tot
stand is gebracht, is aanleiding geweest
tot critiek van verschillende kanten.
De Gemeenteraad bestaat uit ver
schillende politieke partijen en het
gevolg is dus dat alle partijen, de eene
meer en de andere minder hebben
medegewerkt tot het ontstaan van deze
situatie. En juist het feit dat er ver
schillende partijen zijn, heeft m.i. dit
nog meer in de hand gewerkt, omdat
de partijstrijd ook in Soest zijn fnui
kende uitwerking heeft gehad, daar veel
dikwijls partijbelang en dientengevolge
soms ook nog persoonlijk belang op
den voorgrond stonden in plaats van
algemeen belang. Dit is zeker een van
de hoofdoorzaken, en wanneer wij dit
aannemen dan volgt daaruitde conclusie
gebrek bij verschillende partijen aan
goede vertegenwoordigers en zoo die
er wel zijn, dan is het Uw schuld leden
van verschillende kiesvereenigingen, dat
U ze niet naar voren brengt.
Wanneer wij vele jaren teruggaan tot
den tijd, dat onze Gemeenteraad nog
niet zoo sterk verdeeld was en bestond
uit echte Soester Boeren met een Grothe
aan het hoofd, menschen, met een
gezond verstand en een oprecht geweten,
dan zien wij dat er was eensgezindheid
en een trachten om door zuinig beheer
de Gemeentebelangen te behartigen
waardoor Soest er finantieel goed voor
stond en de inwoners lage belastingen
hadden te betalen.
En nu wil ik hier niet meezeggen,
dat wij heden ten dagen met eenzelfde
gemeentebestuur ook tevreden zouden
zijn, integendeel, het menschdom is in
den loop der jaren heel wat hoogere
eischen gaan stellen en het is dienten
gevolge heel wat moeilijker om een
Gemeente te besturen maar toch wil
het mij voorkomen, dat wanneer er in
onze Gemeenteraad meer menschen
waren, onverschillig van welke poli
tieke richting, die elkanders meeningen
waardeeren, al ware het danook dat