Doesburg's fijne SPECULAAS
JOH. METS,
Uw Haar
Soest op het hellend vlak
ONTVANGEN
per blik inhoud 3 pond f 1 25, per ons 12 cent.
AANBEVELEND,
VAN WEEDESTRAAT 46 TELEFOON 2098
GEMEENTERAAD
Vrijdagmiddag 26 Augustus j.1. kwam
de Raad om 2 uur 's middags bijeen.
Dit was de laatste vergadering van het
oude College.
De heer Besselsen en Mevr. Droste
benevens wethouder v. d. Berg ontbra
ken op het appèlde laatste zonder
kennisgeving.
Wanneer de vergadering door het
gebed geopend is, wordt door den
Voorzitter aangekondigd, dat hij in af
wijking van de agenda, met punt 14
een aanvang zal nemen tot behandeling
van belastingreclames en arresteeren
geheime notulen en dat dit in geheime
zitting zal geschieden.
Nadat publiek en pers de raadzaal
heeft verlaten, worden spoedig daarna
de deuren weder opengesteld en ver
volgens een aanvang gemaakt met het
vaststellen van de notulen der vorige ver
gadering, hetgeen zonder bemerkingen
geschiedt.
No. 2 der agenda, onderzoek van de
geloofsbrieven van het nieuw gekozen
raadslid A. J. C. Koenders is thans
aan de orde en de heer
van Eek, lid van de commissie voor
dit onderzoek, verklaart namens deze
dat deze stukken in orde zijn bevon
den; het raadslid wordt dus toegelaten.
No. 3 vaststelling van een ontwerp
besluit tot wijziging der gemeentebe-
grooting 1927, wordt na een kleine
wijziging van Mr. v. Doorne vastgesteld.
No. 4, voorstel van B. en W. tot
toekenning eener uitkeering aan de
weduwe van den overleden ambtenaar
ter secretarie (E. Lodder) komt in be
handeling en wordt zonder bemerkin
gen door den Raad aangedomen.
Ook no. 5, respectievelijk 5a, vast
stelling van een ontwerp-besluit tot
het in erfpacht geven van gronden;
5b vaststelling van een ontwerp-besluit
tot verhuur van een gemeentewoning;
5c als voren tot besluit tot intrekking
van een besluit tot verhuur van grond,
worden hierna aangenomen.
De heer van Eek heeft omtrent punt
5b bezwaren. Hij heeft vernomen, dat
de huurder van de gemeentewoning
vrijgezel is en dat ook een gehuwd
persoon een aanvrage tot huur tot de
gemeente heeft gericht. Spreker vindt
dat een gehuwde in dezen den voor
rang moet hebben en stelt alsnog voor
deze woning aan den tweeden gega
digde te verhuren.
Zijn voorstel om dit punt nog aan
te houden komt in stemming en wordt
met 73 stemmen verworpen, waarna
ook dit punt is aangenomen.
6. Vaststelling van een verordening,
houdende aanwijzing van een gedeelte
der gemeente, bestemd voor het op
richten van inrichtingen ingevolge de
Hinderwet, zulks naar aanleiding van
een ingekomen verzoek van J. Mets
alhier.
De heer de Koning zou gaarne zien
dat er een besluit werd gemaakt met
duidelijke omschrijving welk gedeelte
tot de kom behoort en waar de Hin
derwet van toepassing is.
Mr. v. Doorne vindt het onverklaar
baar dat, ofschoon de Hinderwet in
bedoeld gedeelte verschillende bedrij
ven niet toeliet, deze daar toch reeds
gevestigd zijn en zou dienaangaande
eens ingelicht willen worden.
De Voorzitter moet dit wel toegeven
en meent dat destijds aan de desbe
treffende voorschriften niet de hand is
gehouden.
De heer van Eek zou wel in over
weging willen geven, dat bij het ver-
leenen van dergelijke vergunningen
eens enkele voorwaarden werden ge
steld, b.v. het bepalen van aanvang en
eindigen van deze bedrijven. Er is bij
hem in de buurt een bedrijf dat dik-,,
wijls een helsch lawaai veroorzaakt en
soms tot 's avonds laat duurt.
Het voorstel van B. en W. wordt
daarna onveranderd goedgekeurd.
7. Vaststelling van een besluit tot
in schenking aanvaarden van grond
van Jac. van Klooster alhier, met nader
voorstel van B. en W., wordt vervol
gens goedgekeurd.
Thans is aan de orde no. 8 en wel
een voorstel van B. en W. inzake uit-
breiding, der gasleiding.
Mr. v. Doorne zegt, dat de bewoners
van de Birkstraat nog steeds verstoken
zijn van gas. Ook deze menschen be
talen de hooge belastingen en zouden
ook wel van de gemeentelijke voordee-
len willen profïteeren. Spreker stelt
daarom een adres van genoemde be
woners in handen van B. en W. waarin
op aansluiting op het buizennet wordt
aangedrongen.
De heer de Koning brengt den Voor
zitter dank voor den spoed die betracht
is geworden om aan het verzoek der
bewoners van Schoutenkampweg, Os-
sendamweg en Buntweg om gaslevering
te willen voldoen.
De Voorzitter merkt het als een ver
heugend feit op, dat aanvankelijk op
600 aansluitingen was gerekend, doch
dat op heden dit reeds tot 1147 is
gestegen.
De heer Scheffer zou gaarne eens
de aandacht er op willen vestigen dat
het theehuis te Soesterberg ook aan
sluiting zou willen verkrijgen, evenals
de bewoners van den Postweg. Oor
spronkelijk was dit wel het plan, doch
op heden is in deze behoefte nog niet
voorzien.
Hierna wordt vorengenoemd voorstel
conform voorstel B. en W. goedgekeurd.
No. 9 Aanbieding en behandeling van
de concessie-voorwaarden regelende
de watervoorziening der gemeente, geeft
aanleidingen tot vele bemerkingen.
De heer de Koning zou wel willen
weten of de Maatschappij, waarmede
gecontracteerd zal worden, dezelfde is
die thans het water levert of een andere.
Tevens acht hij het van gróót belang
of de Maatschappij hetzelfde soort
water zal leveren.
De Voorzitter zegt, dat het bedoelde
contract aangegaan wordt met een
nieuwe Maatschappij, doch dat Directie
en Raad van Beheer dezelfde zijn. Ook
het water zal van dezelfde soojt blijven.
Mr. van Doorne wil nog even op
merken, dat de bewoners van de Birk
straat reeds jaren lang naar waterleiding
snakken en stelt een desbetreffend adres
van die ingezetenen in handen van B.
en W.
De heer de Koning zegt, dat wellicht
Mr. van Doorne niet weet, dat ongeveer
3 jaren geleden toen spreker wethouder
was, deze vragen ook zijn gericht.
Vele bewoners wonen daar in huur
huizen en de eigenaars voelen niet
veel voor dezen, aangezien dit nogal
duur is. Zij denken: er is een goed
pompje en we doen het daar maar
mee. De eenigste manier om hier een
einde aan te maken is een strenge
keuring hierop.
De Voorzitter merkt op, dat er reeds
voorwaarden zullen worden gesteld ten
aanzien van waterleiding bij nieuw
bouw.
Mr. van Doorne haalt een geval aan
waarbij een ingezetene die slechts de
beschikking heeft over pompwater en
met deze vloeistof met het zetten van
thee een drank verkrijgt zoo zwart als
inkt. Nadat een monster van dit water
ter analyse aangeboden was aan den
gemeentelijken deskundige, apotheker
Bierhaalder te Baarn, gaf deze de ver
klaring dat zijn onderzoek niet anders
kon vaststellen dat het water deugde
lijk en niet schadelijk voor de gezond
heid was.
Een daarna ingezonden monster naar
Dr. Christina Meijer, scheikundige te
Hilversum en het centraal laboratorium
te Utrecht deed dezen in hun rapport
vast stellen dat dit water o.a. amoniak
bevatte en wel degelijk schadelijk voor
de gezondheid was en absoluut on
deugdelijk.
De Voorzitter zegt dat men heeft
kunnen vaststellen dat boringen van 10
a 15 M. geen goed drinkwater, doch
op een diepte van 30 40 M. wel
goede resultaten opleveren.
De heer van Eek heeft een paar
raadszittingen geleden de bewuste
kwestie ook naar voren gebracht en nu
blijkt dat de heer Bierhaalder weder
ten opzichte van waterkeuring in het
ongelijk is gesteld. Waar genoemde
apotheker meermalen voor de Gemeente
dergelijke onderzoekingen moest ver
richten, lijkt 't hem onverantwoordelijk
hiermede voort te gaan en hoopt hij
dat deze voortaan voor dit onderzoek
uitgeschakeld zal worden, daar het
onverantwoordelijk zou zijn dit in zijne
handen te laten.
Verschillende punten vervat in de
voorwaarden der concessie passeeren
thans de revue en door diverse be
merkingen worden de puntjes op de i
geplaatst.
De heer de Koning zou gaarne de
omschrijving in art. 1waar gesproken
wordt van straten en wegen duidelijker
te willen stellen en het woord paden
hieraan te willen toevoegen.
Tevens vraagt hij verklaring van in
art 2 voorkomende zinsnede waarin
wordt gerept van publiekrechtelijke
bepalingen en de strekking hiervan ten
aanzien van strafrechtelijke bepalingen.
In art. 4 zou hij gaarne aanvulling
zien aangebracht dat bij het opbreken
vrn den weg daarvan minstens 24 uur
van te voren aan de Gemeente wordt
kennis gegeven.
Art. 14 geeft Mr. van Doorne aan
leiding tot de bemerking dat niet dui
delijk blijkt of de 10% bruto-winst door
de Mij. af te dragen aan de Gemeente
~ordt bepaald over het uitbreidingsnet
of naar het verbruik over de reeds be
staande geleidingeu. Een en ander zal
dus met de Directie moeten besproken
worden, vooral waar dit punt belangrijk
is.
Wij vernemen dat omtrént dit punt
thans zekerheid is gekregen in laatst
bedoelden zin.
Nadat B. en W. gemachtigd zijn
enkele andere wijzigingen alsnog met
de Mij. te bespreken en eventueel aan
te brengen, worden deze concessie
voorwaarden zonder hoofdelijke stem
men goedgekeurd.
(Slot in volgend nummer.)
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier glans
het wordt vrij van roos
het blijft beter zitten
indien gij het des morgens
inwrijft met een weinig Purol
't voldoet iedereen
Ingezonden
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Een gevolg van onkunde, bedrog en
corruptie.
Vervolg.
Zooals in het vorig artikel vermeld,
was de heer H. van Klooster in de
jaren 191819 wethouder onzer ge
meente en mocht hij als zoodanig geacht
worden bekend te zijn met de behoeften,
die zich in deze gemeente voordeden
en voorziening vereischten. Tot een dier
behoeften behoorde een gemeentelijk
uitbreidingsplan, waarvan het ontwerpen
werd opgedragen aan den bekenden
architect Cuypers te Amsterdam. Natuur
lijk houdt zoo iemand bij het ontwer
pen van het plan rekening met de bij
de opdracht gegeven details. Geefl men
hem bijvoorbeeld opdracht een plan te
ontwerpen met uitsluitend breede lanen,
bestemd voor woningbouw voor kapitaal
krachtigen, dan zal hij een plan leveren
met verkavelingen van een of meer H.
A., zonder dat hij er rekening mede zal
houden of er voor de grondeigenaren
wel uit te halen zal zijn, wat er uit te
halen is.
Nu is het een feit, dat kleine ver
kavelingen voor den grondeigenaar veel
voordeeliger zijn en bovendien beter
verkoopbaar dan groote. Men vindt toch
lichter 100 koopers van huisjes van 5
t1 7000 gulden, dan l die 100.000 gulden
voor zijn home kan uitleggen. Bovendien
kan voor den grond van kleine perceelen
relatief een hoogeren prijs woiden be
dongen.
Voor den grondeigenaar, die alleen
met zijn eigen belang behoeft te rade
te gaan, is het dus het voordeeligst een
plan met kleine verkavelingen te krijgen,
terwijl daarentegen een verkaveling tot
groote perceelen voor de Gemeente
dubbel voordeel brengt.
Dubbel, omdat de bewoners van die
groote perceelen de belastingdruk helpen
verminderen, terwijl zoo'n enkeling de
gemeente tot geen enkele extra uitgave
noopt. Om nu tot de opdracht terug te
komen, is het wel opvallend te consta-
teeren dat juist waar de familie van
Klooster haar eigendommen heeft, een
plan is ontworpen, zooals het door hun
bezit op zijn voordeeligst is.
Kocht die arme Wethouder van Klooster
en zijn familie in 1919 de terreinen
waar de straten moesten komen, ol
kwamen de straten waar de familie
toevallig hare gronden had? Ziedaar
een puzzle lezers, die wij ons niet de
moeite zullen geven op te lossen,
Laat ons verder gaan.
Den heer Van Klooster, ex-wethouder,
moet het bekend geweest zijn, dat in
de jaren 1919/20 de openbare school
te Soesterberg te klein werd en dat
B. en W overwogen daar een nieuwe
school te bouwen. Z.Ed. kocht 7 Mei
1920 van G. Stalenhoef voor f6500.
een perceel grond aan de Banningstraat.
In de raadsvergadering van 9 Februari
d.a.v. werd aan den raad voorgesteld
om voor f 12.500.dat perceel grond
aan te koopen voor scholenbouw te
Soesterberg. Hoewel gebruikelijk, stond
er ditmaal niet bij vermeld wie de ver-
kooper was; ook in het raadsverslag zal
men vergeefs daarna zoeken.
In den raad gingen stemmen op niet
zoo geheel onvoorbereid tot dezen koop
te besluiten en liever eerst eens na te
gaan ol mogelijk nog niet andere en
betere terreinen daarvoor te vinden
zouden zijn. Door den Katholieken wet
houder Mix en broeder Endendijk werd
er op gewezen, dat in deze spoed moest
worden betracht, terwijl de voorzitter
er op wees, dat in dezelfde zitting over
dezen aankoop moest worden beslist,
daar men anders de kans zou loopen,
dat de verkooper zijn aanbod niet ge
stand zou doen. Van uitstel en kalme
overweging kon onder deze omstandig
heden geen sprake zijn. Nadat de h.h.
Scheffer en Hilhorst nog hun ontevre
denheid hadden betuigd over de over
rompeling met dit voorstel, werd met
6 stemmen voor (ook van Kooster's
vriend, broeder Endendijk, stemde na
tuurlijk voor) besloten tot aankoop tot
den prijs van f 12.500.Waarom die
haast? Kort daarop bleek, dat zoowel
van Katholieke als van Protestantsche
zijde een eigen school gebouwd zou
worden, waardoor de behoefte aan grond
voor een openbare school verviel. Men
zal thans begrijpen waarom geen uitstel
kon worden verleend en waar die haast
toe diende. En zoo geschiedde het dat
de ex-Wethouder, Directeur van Open
bare Werken van het liefelijk dorpje
Soest, de gemeente een strop van
f 12.500.bezorgde en zelf in enkele
maanden tijds met een zoet winstje van
f 6Q0Q.naar huis toe ging.
/Weer wat anders.
De terreinen waar zich de Oranjelaan
ren de Nassaulaan bevinden, waren eigen
dom van een familielid van den heer
van Klooster, de Gereformeerde Kerk
fri de_heeren Vervat.
Van het gedeelte behoorende tot het
eigendom van bedoeld familielid en van
de Gereformeerde kerk, werden blijkens
raadsbesluit van 17 Februari 1922 reeds
het gedeelte van drié terreinen, bestemd
voor straat, aan de Gemeente afgestaan.
Van eenige betaling voor straataanleg
wordt in dat besluit niet gesproken.
30 Juni beklaagt het raadslid Heijnings
er zich in den raad over dat die straten
zijn aangelegd zonder dat het familielid
van den heer v- Klooster en de Gerefor
meerde kerk de kosten van straataanleg
hebben voldaan. ZFd. vraagt of hier
mede particuliere belangen worden ge
diend en of het niet wenschelijk was
den betrokken ambtenaarte ontslaan. Ook
de heer Foeken wijst er op dat door
enkele ambtenaren dingen worden ge
daan waarvoor zij ter verantwoording
dienen te worden geroepen.
De heer de Koning Wethouder van
Openbare werken legt er den nadruk
op, dat het aanleggen van die straat
geheel buiten hem was omgegaan en
hij er derhalve niets van wist.
En zoo geschiedde het dat op het
land van het fam. lid van dc heer van
Klooster en van de Gereformeerne kerk,
waar eenmaal Soester knollen groeiden,
door een ex-Wethouder Direkteur van
Openbare werken straten werden aan
gelegd. Zonder dat de raad noch dc
betrokken wethouder er hun goedkeuring
aan hadden gehecht.
B. en W. stelden een onderzoek in
met het gevolg dat de kosten op f 500.- -
na als nog werden voldaan en werd
deze zaak verder met de mantel der
christelijk Gereformeerde liefde bedekt
en aan het oog onttrokken.
Wat er van die betaling zou zijn terecht
gekomen als de heer Heynings er nu
eens niet was achter gekomen kan een
kind begrijpen.
Opvallend in deze geschiedenis is
het dat in het raadsbesluit van 6 Mei
24 met betrekking tot de kosten van
verharding alleen gesproken wordt van
de eigenaren van het 2e gedeelte van
de Oranjestraat namelijk de heer Vervat
c.s. terwijl met geen enkel woord wordt
gerept van de Gereformeerde Kerk noch
van den heer Kuyer het familielid van
den heer v. Klooster.
Eigenaardig is het ook dat in het
rapport van de Direkteur van Openbare
werken en van de Gemeentearchitect
verwezen wordt naar de op het schets
kaartje met rood aangewezen wegen,
Beziet men dat schetskaartje dun con
stateert men dat die eenmaal roode
lijnen zoodanig met zwart zijn bewerkt,
dat niet met juistheid meer is aan te
geven op welk gedeelte de verwijzing
slaat. Bijzonder viel het mij op dat noch
de Gemeentearchitect noch de Direkteur
van Openbare werken het rapport ge
teekend hebben.
Het geheel wijst er op dat ook degene
die dat gedeelte van het raadsverslag
in elkaar wrocht meer van deze zaak
afwist en meehielp om deze zaak aan
de aandacht van B. en W. en den raad
te doen ontsnappen.
In dezelfde vergadering beklaagde de
heer Heinings er zich over dat de ex-
wethouder direkteur van openbare wer
ken twee paarden van de tram ver
beneden de waarde in handen van
derden had gespeeld. Hij wees er op,
dat eenige weken te voren die paarden
op f 500.— per stuk waren geschat,
terwijl zij door den directeur op eigen
gezag voor f 300.en f 325.van de
hand werden gedaan. De fungeerende
wethouder van openbare werken, de
heer de Koning kon niet anders zeggen
dan dat ook de paarden buiten B. en
W. om door die directeur.beneden den
prijs werden verkocht. Na eenig gescher-
mutsel verdween ook deze zaak in de
groote doofpot van het liefelijk landelijk
dorpje Soest.
De heeren Beekman en Bosboom
kochten in 1923 van dien zelfden mijnheer
van Klooster een bouwterrein aan de
Talmalaan welke laan destijds nog niet
verhard was, met het gevolg, dat voor
verharding aan' het wegenfonds f 600.
moest worden bijgedragen. Van deze
f 600.kwamen f 450.voor rekening
van de heeren Beekman en Bosboom,
terwijl f150.door den heer van
Klooster betaald moest worden. De
heeren Beekman en Bosboom offerden
den 19 Februari '24 het verschuldigde,
doch de betaling van de f 150.van
den grondeigenaar, den ex-wethouder,
directeur van openbare werken Iaat tot
heden nog steeds op zich wachten.
Toen de heer van Klooster bezig was
met de uitvoering van het plan Kraaijen-
brink aan de Mendelssohnlaan en Beet-
hovenlaan bleek hem, bij het aanleggen
der straten, dat er grond moest worden
weggegraven en verwijderd. Waar zou
hij dien grond beter hebben kunnen
bergen dan op het terrein naast zijn
woning, welk terrein veel te laag lag
en ook zijn eigendom is. Toen wethouder
van Elten er de lucht van kreeg, had
het spelletje zich reeds zoo goed als
afgespeeld. Ter verantwoording geroepen
voerde de heer van Klooster aan, dat
hij toch heusch geen andere en betere
gelegenheid tot berging van dien grond
had kunnen vinden.
Nu, dat geloof ik gaarne. Wat hem
zelve betreft, voordeeliger zeker niet.
Wat hij blijkbaar niet vermelde is het
feit, dat volgens de overeenkomst, die
dc gemeente (volgens raadsbesluit van
6 October 1925) met de heeren Kraaijen-
brink en Man had gesloten, het vrijko
mende overtollige zand kosteloos op het,
aan weerszijden van de aan te leggen
wegen, gelegen terreinen kon worden
geworpen.
En zoo geschiedde, dat de heer v. Klooster,
ex-wethouder en directeur van openbare
werken, met gemeentemateriaal en ge
meentearbeidskrachten het terrein van
de familie van Klooster aan de Steen
hofstraat deed ophoogen, waardoor dit
terrein pl.m. f 1200,in waarde steeg.
Nu ik het toch over het plan Man-
Kraaijenbrink spreek, wil ik er nog
op wijzen, dat die heeren het terrein
hebben gekocht van den heer H. van
Klooster, ex-Wethouder, directeur van
openbare werken. Ziet men, dat in andere
gevallen van straataanleg de daaraan
verbonden kosten worden berekend
naar een vasten maatstaf en betaald
moeten worden zonder dat verdere ver
rekening plaats heeft, hier treft het, dat
de slotbepaling der gesloten overeen
komst zoodanig is gesteld, dat die hee
ren slechts de kostende prijs behoeven
te betalen, terwijl de plantsoenaanleg,
die anders van gemeentewege geschied
en in den prijs begrepen is, in dit geval
door de grondexploitanten zal geschie
den en door de gemeente zal worden
vergoed. Degene, die opgeeft welk deel
van de arbeidsloonen en welk deel der
rekeningen ten laste komen van dien
aanleg, is de directeur van openbare
werken, die in dit geval tevens de ver
kooper van den grond was. Ik maak
mij sterk, dat ZEd. als verkooper en
eigenaar van nog meerdere in het stra
tenplan liggende bouwterreinen (die hij
eveneens gaarne aan de heeren Man
en Kraaijenbrink slijten wil) de aanleg-
kosten van het plan Man-Kraaijenbrink
stellig niet te hoog zal hebben opgege
ven. Neen, heusch niet.
Op den bij dat plan behoorende
schetskaart, vastgesteld door den Raad
op 6 October 1925, treft men op de
Mendelssohnlaan 2 zijwegen aan. Geeft
men zich de moeite daar eens een
kijkje te gaan nemen, dan ziet men,
dat met negeering van het door den
Raad genomen besluit slechts één zijweg
is ontworpen en dan nog een andere
plaats dan op de schetskaart is aange
geven.
De terreinen waar de andeie zijwegen
hadden moeten komen zijn bebouwd
en hebben hun geld als bouwterrein
opgebracht.
Zonder handlangers ten gemeente
huize zou dit onmogelijk zijn geweest.
Ik zeg maar zoo, ik zeg maar niks.
Thans een appetitelijk zaakje, waarbij de
gemeentesecretaris, de loco-burgemees
ter, de directeur van openbare werken en
de gemeente-architect zich lang niet van
hun gunstigste zijde laten bekijken. Den
26sten Maart 1920 werd blijkens raads
verslag aan den heer G. Nollen te
Schevcningcn een perceel grond verkocht
aan dc Schapendrift. Verder vermeldt
het officieel raadsverslag daaromtrent
niets. Om cr iets meer van te weten
moet men inzage nemen van het offi-
cieele raadsbesluit, waarin vermeld
wordt, dat aan den heer G. Nollen te
Scheveningen het kadastrale perceel
sectie D. No. 1459, groot 25 H.A. ver
kocht wordt, tegen zeven cent per vier
kanten Meter. Onthoudt goed, geachte
lezer, dat het hier den verkoop betreft
van één perceel en dat de kooper is
de heer G. Nollen te Scheveningen.
Deze belachelijke prijs en de overdreven
gemakkelijke voorwaarden, werden eerst
door den Raad aanvaard, nadat de ex-
Wethouder directeur van openbare wer
ken, een onderhoud had gehad met den
kooper, (dat moet dus zijn met den heer
G. Nollen) en naar aanleiding van welk
onderhoud hij een schriftelijk rapport
inleverde, waarin hij voorstelde de reeds
belachelijke voorwaarden nog aanneme
lijker te maken. Ik spreek hier met opzet
van belachelijken prijs en belachelijke
voorwaarden, omdat in diezelfde periode
in dezelfde omgeving bij verkoop van
grond door de gemeente het 2, 3, 4
en meervoudige van dien prijs werd
bedongen. Wie stelt zich mijne verbazing,
toen ik de notarieele acte opvroeg en
constateerde dat voor den notaris als
kooper compareerde „schrik niet lezers"
de heer H. v. Kloosterex-
wethouder, directeur der publieke wer-
hen te Soest, als lasthebber van zijn
neef A. A. Kuyer te Laren en van zijn
vriend J. W. Thuring te Baarn. Nog
grooter werd mijn verbazing toen mij
bleek dat in plaats van dat eene perceel
D 1459 (latere nummers 1512 en 1513)
nog zeventien andere perceelen werden
verkocht welke andere perceelen even
eens werden berekend iegen 7 cent per
M2. Tot dien, noch door den Raad, noch
doorGedeputeerdeStatengoedgekeurden
verkoop, behoorden bosschen met hout
en al er op: voor 7 cent per M2. Kleine
smalle strookjes langs dc wegen, die
goud waard zijn, omdat zij den sleutel
vormen voor de achterliggende terreinen
om aan den weg te komen voor: zeven
centjes 111 700 M2. aan den toen reeds
bestaande Oude Utrechtscheweg: voor
zeven koperen centen.
Ja zelfs smalle strookjes aan het begin
van de Heideweg die het achterliggende
gemeente terrein den uitweg naar den
weg benemen: voor 7 centen.
Dat het achterliggende gemeenteterrein
daardoor sterk gedeprecieerd wordt be
hoeft geen betoog. Ik meen er nog even
op te moeten wijzen en er met klem
den nadruk op te moeten leggen, dat
de verkoop, waartoe door den Raad was
besloten en die door Gedep. Staten was
goedgekeurd, betrof een verkoop aan
den heer G. Nollen te Scheveningen
en aan niemand anders en dat die ver
koop betrof niet zeventien perceelen,
doch één perceel. Uit de notarieele acte
blijkt niet en kan ook niet blijken, dat de
heer H. van Klooster door genoemde
heer Nollen gemachtigd was namens
hem op te treden en dien koop te aan
vaarden. De heer Nollen, met wien ik
persoonlijk onderhoud daaromtrent had,
verklaarde mij uitdrukkelijk, dat hij nooit
en aan niemand, noch mondeling noch
schriftelijk opdracht had gegeven om
voor hem die grond te koopen en te
aanvaarden. Evenmin had de heer Nollen
een onderhoud gehad met den heer
H. van Klooster over bezwaren die hij
tegen de voorwaarden gehad zou hebben.
Hij wees er met verontwaardiging op dat
hier blijkbaar door ambtenaren van de
gemeente misbruik van zijn naam was
gemaakt. Bij de officieele stukken, die
door mij stuk voor stuk werden nage
gaan, werd dan ook niets gevonden,
dat er op zou wijzen, dat in deze de
naam van den heer G. Nollen mocht
worden gebruikt.
Uit het bovenstaande blijkt glashelder,
dat de naam Nollen slechts de vlag
was, die de lading moest dekken. Hoe
het mogelijk is, dat een gemeentesecretaris
een dergelijke acte van transport durfde
te onderteekenen en hoe het mogelijk
is dat een notaris zonder eenige schrif
telijke volmacht een acte ten name van
iemand verlijdt, die geen kooper is, is
mij een raadsel en zal dat blijven.
Ik heb over dit onwelriekende zaakje
nog meer te vertellen, veel meer zelfs
dan de plaatsruimte in de courant van
deze week toelaat. Enkele dingen meen
ik echter thans nog te moeten releveeren.
Volgens het raadsbesluit als boven
bedoeld, moest de stratenaanleg door
de gemeente voor rekening van den
kooper geschieden. Beziet men dat
raadsbesluit, dan blijkt dat het is ge-
teekend door den vriend van den heer
van Klooster, broeder Endendijk, die
destijds als loco-burgemeester fungeerde.
Bekijkt men het met aandacht, dan ziet
men nog meer en blijkt, dat in dat
raadsbesluit staat vermeld, dat de straat
aanleg van gemeentewege zal geschieden.
Men lette er wel op, dat hierin de
woorden „voor rekening van den koo
per" zijn weggelaten.
Gelukkig voor Soest werd dit door
den burgemeester Mr. Dr. J. A. A. H.
de Beaufort bemerkt, die als nog de
woorden „voor rekening van de kooper"
inlaschte en die bijvoeging persoonlijk
onderteekende. Ware dit niet geschied,
dan zouden Gedep. Staten er hun goed
keuring aan hebben gehecht, dat ook
de kosten van straataanleg in deze mooie
affaire voor rekening van de gemeente
zou hebben plaats gehad.
De andere voorwaarden in de acte
van transport vermeld, komen in het
kort neer op het volgendeDe kosten
van aanleg van den hoofdweg, dat is
de weg vanaf de Soesterbergschestraat
tot aan den Oude Utrechtschenweg, welke
op f 19.347.50 worden begroot, moeten
voor de helft worden betaald bij het
passeeren dezer acte, terwijl de andere
helft binnen een jaar moet worden vol
daan. De andere over de verkochte
terreinen loopende wegen, die daartoe
door B. en W. in overleg met de kooper
zullen worden aangewezen, alsmede
wegen die alsnog zullen worden aan
gelegd, zuilen naar gelang dezer aanleg
in nader door B. en W. met de koopers
overeen te komen gedeelten worden
betaald, met dien verstande, dat jaarlijks
minstens '/io m°et worden voldaan. Dit
bedrag, begroot op f 40.000. moet
voor den 3dcn Mei 1930 in zijn geheel
zijn voldaan, op welk tijdstip ook dc
andere wegen verhard zullen moeten
zijn. De gronden moeten worden opge
meten op aanwijzing en in tegenwoor
digheid van den directeur van Plaatselijke
Werken.
Dit bedrag begroot op f 40000. zal
stijgen of dalen naar gelang de arbeids
loonen zullen stijgen ol dalen.
De hoofdweg moet voor 8 October
1921 verhard zijn, de overige wegen
voor den 3 Mei 1930.
De Heideweg tot aan den Spoorbaan
de Plasweg en de Schoutenkampweg
lot aan de Utrechtscheweg zijn verhard
en met boomen beplant.
De lengte der verharde wegen is
ongeveer 1420 M.
Volgens opgaaf van den ex-wethouder
Directeur van Openbare Werken be
dragen de kosten dier aanleg met inbe
grip van beplanting slechts f21587.
De kosten van aanleg van het complex
de Beaufortlaan ongeveer even lang en
in dezelfde periode aangelegd, bedragen
volgens opgaaf van denzelfden ex-wet
houder maar liefstI43513.62'J
Hoe is dat nu mogelijk zal men zich
afvragen. Wat zal ik U zeggen lezer?
Men kan zich vergissen niet waar? Zoo
zijn de kosten van het breken der ge-
meentewals welk bij den aanleg van
de Heideweg plaats had geheel ter
goeder trouw en geheel per ongeluk
zooals gij wel zult willen begrijpen op
een ander werk geboekt. Zoo het ging
met de kosten van de wals is het ook
met verschillende andere onkosten ge
gaan.
Als B. en W. zich dc moeite eens
wilde getroosten uit te zoeken, maar
dan goed uit te zoeken, wat wel en wat
niet op den aanleg van Soesterbergsche
straat en het complex de Beaufortlaan
geboekt had mogen worden dan zouden
zij to zeer eigenaardigen resultaten
komen en met schrik bemerken dat
zelfs een zeer gewiekste ex-wethouder
Directeur van Openbare werken ver
gissingen kan maken.
Ook voor de andere werken zou een
dergelijk onderzoek meer dan gewenscht
zijn.
Doch laat ik niet afdwalen. Toen de
heer De Koning in '25 Wethouder van
Openbare werken was wandelde hij eens
de Heideweg op en zag tot zijn niet
geringe verbazing dat de ex-Wethouder
Directeur van Openbare werken daar
geheel buiten zijn voorkennis bezig was
straten aan te leggen. De heer de Koning
maakte hier bemerking op met het gevolg
dat de heer van Klooster dat werk
onmiddelijk liet stop zetten.
Voor den heer de Koning was het
een aanleiding dit zaakje eens te onder
zoeken waarbij bleek dat de koopers
van het complex Heideweg sinds 1921
kans hadden gezien f 2547.625 aan de
Gemeente schuldig te blijven zijnde
f 1336.97 voor aanlegkosten en f 1210.65
wegens te weinig betaalde kooppenningen
Tevens bleek dat nog steeds geen uit
meting had plaats gehad.
Het onderzoek in deze zaak werd
opgedragen aan den gemeentearchitect
den heer van Vliet. Vergelijkt men het
door deze in 1925 uitgebrachte rapport
met de in dit artikel vermelde gegevens
dan zal men ook daarin op verschillen
stuiten.
Die beroerde vergissingen ook
Volgens de overeenkomst moest alzoo
in tegenwoordigheid van den ex-Wet
houder, Directeur van Klooster, de
aanwijzing en uitmeting plaats hebben.
Bij de op den verkoop betrekking heb
bende stukken treft men een schrijven
van den heer van Klooster aan waarin
hij verzoekt een ander met die aan
wijzing te belasten op grond van het
feit dat hij in zeer nauwe familierelatie
tot de koopers stond.
Was het de bedoeling van den heer
v. Klooster zich stipt aan het raadsbe
sluit en aan het schetskaartje te houden
en er geen ongeoorloofde uitbreiding
aan te geven, dan had hij gerust die
aanwijzingen zelf kunnen doen.
Nu hij met het oog op die zeer nauwe
familierelaties niet tevens heeft verzocht
een ander met den aanleg te belasten,
heeft het den schijn of hij de verant
woording voor wat ging gebeuren maar
liever van zich af wilde schuiven.
Intusschen gingen B. en W. op zijn
verzoek in, en had aanwijzing en uit
meting plaats in tegenwoordigheid van
den heer v. Vliet die daartoe door hen
was aangewezen. Voor de koopers trad
opden heer H. v. Klooster. Waar
om de heeren Kuyer en Thurink zelf
niet kwamen kan ik niet beoordeelen.
Wat ik wel weet dat is dat de heer
v. Klooster steeds voor hen optreedt.
Hij koopt en verkoopt, onderhandelt,
sluit overeenkomsten compareert bij de
notaris, enfin ex-Wethouder, Directeur
v. Klooster is de man.
Zoo is het, een ieder is vrij er van
te denken wat hij wil.
Alzoo gingen de heeren v. Vliet en
Klooster broederlijk de vereischte
aanwijzingen doen.
Dat de heeren een zeer ruime opvat
ting van hun taak hebben gehad kan
blijken uit volgende cijfers.
In plaats van 3060 M. lengte straat
werd er 4226 M. uitgezet, waarbij zelfs
een straat van 560 M. lengte die men
te vergeefs op het schetskaartje zal
vinden. In plaats van 1200 M2 plant
soen maar eventjes 8500 M2, met
als gevolg dat -± 24000 M2 meer straat
en plantsoen ontstond dan op het schets
kaartje was aangegeven.
Hoewel daaromtrent niets in het
raadsbesluit is te vinden werd in de
acte van transport bedongen dat de
voor wegen en plantsoenen bestemde
gronden niet in den koop begrepen
zouden zijn, en derhalve niet betaald
behoefden te worden.
Tengevolge van de zeer ruime op
vatting van de heeren van Vliet en v.
Klooster kon de familie van van Klooster
den koopprijs van die 24000 M2 in de zak
houden en had dit voor haar nog het
groote voordeel dat de gevelbreedte
met 2300 M. toenam. Een derde
voordeel was dat die meerdere gevel
breedte voor een groot deel aan ruime
plantsoenen is komen te liggen en als
bouwgrond daardoor aanmerkelijk in
waarde is gestegen.
Sneed voor de familie van Klooster,
dank zij hel broederlijk samengaan van
de heeren v. Vliet en v. Klooster het
mes aan drie kanten, voor de Gemeente
was en blijft die ruime opvatting een
strop zij toch zit met het eeuwigdurend
onderhoud van die wegen en plantsoenen
Het is de gewoonte bij de gemeente
bij aanleg van straten voor derden ook
een bedrag voor eeuwigdurend onder-