Doesburg's fijne SPECULAAS JOH. METS, Uw Haar Soest op het hellend vlak ONTVANGEN per blik inhoud 3 pond f 1 25, per ons 12 cent. AANBEVELEND, VAN WEEDESTRAAT 46 TELEFOON 2098 GEMEENTERAAD Vrijdagmiddag 26 Augustus j.1. kwam de Raad om 2 uur 's middags bijeen. Dit was de laatste vergadering van het oude College. De heer Besselsen en Mevr. Droste benevens wethouder v. d. Berg ontbra ken op het appèlde laatste zonder kennisgeving. Wanneer de vergadering door het gebed geopend is, wordt door den Voorzitter aangekondigd, dat hij in af wijking van de agenda, met punt 14 een aanvang zal nemen tot behandeling van belastingreclames en arresteeren geheime notulen en dat dit in geheime zitting zal geschieden. Nadat publiek en pers de raadzaal heeft verlaten, worden spoedig daarna de deuren weder opengesteld en ver volgens een aanvang gemaakt met het vaststellen van de notulen der vorige ver gadering, hetgeen zonder bemerkingen geschiedt. No. 2 der agenda, onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw gekozen raadslid A. J. C. Koenders is thans aan de orde en de heer van Eek, lid van de commissie voor dit onderzoek, verklaart namens deze dat deze stukken in orde zijn bevon den; het raadslid wordt dus toegelaten. No. 3 vaststelling van een ontwerp besluit tot wijziging der gemeentebe- grooting 1927, wordt na een kleine wijziging van Mr. v. Doorne vastgesteld. No. 4, voorstel van B. en W. tot toekenning eener uitkeering aan de weduwe van den overleden ambtenaar ter secretarie (E. Lodder) komt in be handeling en wordt zonder bemerkin gen door den Raad aangedomen. Ook no. 5, respectievelijk 5a, vast stelling van een ontwerp-besluit tot het in erfpacht geven van gronden; 5b vaststelling van een ontwerp-besluit tot verhuur van een gemeentewoning; 5c als voren tot besluit tot intrekking van een besluit tot verhuur van grond, worden hierna aangenomen. De heer van Eek heeft omtrent punt 5b bezwaren. Hij heeft vernomen, dat de huurder van de gemeentewoning vrijgezel is en dat ook een gehuwd persoon een aanvrage tot huur tot de gemeente heeft gericht. Spreker vindt dat een gehuwde in dezen den voor rang moet hebben en stelt alsnog voor deze woning aan den tweeden gega digde te verhuren. Zijn voorstel om dit punt nog aan te houden komt in stemming en wordt met 73 stemmen verworpen, waarna ook dit punt is aangenomen. 6. Vaststelling van een verordening, houdende aanwijzing van een gedeelte der gemeente, bestemd voor het op richten van inrichtingen ingevolge de Hinderwet, zulks naar aanleiding van een ingekomen verzoek van J. Mets alhier. De heer de Koning zou gaarne zien dat er een besluit werd gemaakt met duidelijke omschrijving welk gedeelte tot de kom behoort en waar de Hin derwet van toepassing is. Mr. v. Doorne vindt het onverklaar baar dat, ofschoon de Hinderwet in bedoeld gedeelte verschillende bedrij ven niet toeliet, deze daar toch reeds gevestigd zijn en zou dienaangaande eens ingelicht willen worden. De Voorzitter moet dit wel toegeven en meent dat destijds aan de desbe treffende voorschriften niet de hand is gehouden. De heer van Eek zou wel in over weging willen geven, dat bij het ver- leenen van dergelijke vergunningen eens enkele voorwaarden werden ge steld, b.v. het bepalen van aanvang en eindigen van deze bedrijven. Er is bij hem in de buurt een bedrijf dat dik-,, wijls een helsch lawaai veroorzaakt en soms tot 's avonds laat duurt. Het voorstel van B. en W. wordt daarna onveranderd goedgekeurd. 7. Vaststelling van een besluit tot in schenking aanvaarden van grond van Jac. van Klooster alhier, met nader voorstel van B. en W., wordt vervol gens goedgekeurd. Thans is aan de orde no. 8 en wel een voorstel van B. en W. inzake uit- breiding, der gasleiding. Mr. v. Doorne zegt, dat de bewoners van de Birkstraat nog steeds verstoken zijn van gas. Ook deze menschen be talen de hooge belastingen en zouden ook wel van de gemeentelijke voordee- len willen profïteeren. Spreker stelt daarom een adres van genoemde be woners in handen van B. en W. waarin op aansluiting op het buizennet wordt aangedrongen. De heer de Koning brengt den Voor zitter dank voor den spoed die betracht is geworden om aan het verzoek der bewoners van Schoutenkampweg, Os- sendamweg en Buntweg om gaslevering te willen voldoen. De Voorzitter merkt het als een ver heugend feit op, dat aanvankelijk op 600 aansluitingen was gerekend, doch dat op heden dit reeds tot 1147 is gestegen. De heer Scheffer zou gaarne eens de aandacht er op willen vestigen dat het theehuis te Soesterberg ook aan sluiting zou willen verkrijgen, evenals de bewoners van den Postweg. Oor spronkelijk was dit wel het plan, doch op heden is in deze behoefte nog niet voorzien. Hierna wordt vorengenoemd voorstel conform voorstel B. en W. goedgekeurd. No. 9 Aanbieding en behandeling van de concessie-voorwaarden regelende de watervoorziening der gemeente, geeft aanleidingen tot vele bemerkingen. De heer de Koning zou wel willen weten of de Maatschappij, waarmede gecontracteerd zal worden, dezelfde is die thans het water levert of een andere. Tevens acht hij het van gróót belang of de Maatschappij hetzelfde soort water zal leveren. De Voorzitter zegt, dat het bedoelde contract aangegaan wordt met een nieuwe Maatschappij, doch dat Directie en Raad van Beheer dezelfde zijn. Ook het water zal van dezelfde soojt blijven. Mr. van Doorne wil nog even op merken, dat de bewoners van de Birk straat reeds jaren lang naar waterleiding snakken en stelt een desbetreffend adres van die ingezetenen in handen van B. en W. De heer de Koning zegt, dat wellicht Mr. van Doorne niet weet, dat ongeveer 3 jaren geleden toen spreker wethouder was, deze vragen ook zijn gericht. Vele bewoners wonen daar in huur huizen en de eigenaars voelen niet veel voor dezen, aangezien dit nogal duur is. Zij denken: er is een goed pompje en we doen het daar maar mee. De eenigste manier om hier een einde aan te maken is een strenge keuring hierop. De Voorzitter merkt op, dat er reeds voorwaarden zullen worden gesteld ten aanzien van waterleiding bij nieuw bouw. Mr. van Doorne haalt een geval aan waarbij een ingezetene die slechts de beschikking heeft over pompwater en met deze vloeistof met het zetten van thee een drank verkrijgt zoo zwart als inkt. Nadat een monster van dit water ter analyse aangeboden was aan den gemeentelijken deskundige, apotheker Bierhaalder te Baarn, gaf deze de ver klaring dat zijn onderzoek niet anders kon vaststellen dat het water deugde lijk en niet schadelijk voor de gezond heid was. Een daarna ingezonden monster naar Dr. Christina Meijer, scheikundige te Hilversum en het centraal laboratorium te Utrecht deed dezen in hun rapport vast stellen dat dit water o.a. amoniak bevatte en wel degelijk schadelijk voor de gezondheid was en absoluut on deugdelijk. De Voorzitter zegt dat men heeft kunnen vaststellen dat boringen van 10 a 15 M. geen goed drinkwater, doch op een diepte van 30 40 M. wel goede resultaten opleveren. De heer van Eek heeft een paar raadszittingen geleden de bewuste kwestie ook naar voren gebracht en nu blijkt dat de heer Bierhaalder weder ten opzichte van waterkeuring in het ongelijk is gesteld. Waar genoemde apotheker meermalen voor de Gemeente dergelijke onderzoekingen moest ver richten, lijkt 't hem onverantwoordelijk hiermede voort te gaan en hoopt hij dat deze voortaan voor dit onderzoek uitgeschakeld zal worden, daar het onverantwoordelijk zou zijn dit in zijne handen te laten. Verschillende punten vervat in de voorwaarden der concessie passeeren thans de revue en door diverse be merkingen worden de puntjes op de i geplaatst. De heer de Koning zou gaarne de omschrijving in art. 1waar gesproken wordt van straten en wegen duidelijker te willen stellen en het woord paden hieraan te willen toevoegen. Tevens vraagt hij verklaring van in art 2 voorkomende zinsnede waarin wordt gerept van publiekrechtelijke bepalingen en de strekking hiervan ten aanzien van strafrechtelijke bepalingen. In art. 4 zou hij gaarne aanvulling zien aangebracht dat bij het opbreken vrn den weg daarvan minstens 24 uur van te voren aan de Gemeente wordt kennis gegeven. Art. 14 geeft Mr. van Doorne aan leiding tot de bemerking dat niet dui delijk blijkt of de 10% bruto-winst door de Mij. af te dragen aan de Gemeente ~ordt bepaald over het uitbreidingsnet of naar het verbruik over de reeds be staande geleidingeu. Een en ander zal dus met de Directie moeten besproken worden, vooral waar dit punt belangrijk is. Wij vernemen dat omtrént dit punt thans zekerheid is gekregen in laatst bedoelden zin. Nadat B. en W. gemachtigd zijn enkele andere wijzigingen alsnog met de Mij. te bespreken en eventueel aan te brengen, worden deze concessie voorwaarden zonder hoofdelijke stem men goedgekeurd. (Slot in volgend nummer.) wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijft beter zitten indien gij het des morgens inwrijft met een weinig Purol 't voldoet iedereen Ingezonden Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Een gevolg van onkunde, bedrog en corruptie. Vervolg. Zooals in het vorig artikel vermeld, was de heer H. van Klooster in de jaren 191819 wethouder onzer ge meente en mocht hij als zoodanig geacht worden bekend te zijn met de behoeften, die zich in deze gemeente voordeden en voorziening vereischten. Tot een dier behoeften behoorde een gemeentelijk uitbreidingsplan, waarvan het ontwerpen werd opgedragen aan den bekenden architect Cuypers te Amsterdam. Natuur lijk houdt zoo iemand bij het ontwer pen van het plan rekening met de bij de opdracht gegeven details. Geefl men hem bijvoorbeeld opdracht een plan te ontwerpen met uitsluitend breede lanen, bestemd voor woningbouw voor kapitaal krachtigen, dan zal hij een plan leveren met verkavelingen van een of meer H. A., zonder dat hij er rekening mede zal houden of er voor de grondeigenaren wel uit te halen zal zijn, wat er uit te halen is. Nu is het een feit, dat kleine ver kavelingen voor den grondeigenaar veel voordeeliger zijn en bovendien beter verkoopbaar dan groote. Men vindt toch lichter 100 koopers van huisjes van 5 t1 7000 gulden, dan l die 100.000 gulden voor zijn home kan uitleggen. Bovendien kan voor den grond van kleine perceelen relatief een hoogeren prijs woiden be dongen. Voor den grondeigenaar, die alleen met zijn eigen belang behoeft te rade te gaan, is het dus het voordeeligst een plan met kleine verkavelingen te krijgen, terwijl daarentegen een verkaveling tot groote perceelen voor de Gemeente dubbel voordeel brengt. Dubbel, omdat de bewoners van die groote perceelen de belastingdruk helpen verminderen, terwijl zoo'n enkeling de gemeente tot geen enkele extra uitgave noopt. Om nu tot de opdracht terug te komen, is het wel opvallend te consta- teeren dat juist waar de familie van Klooster haar eigendommen heeft, een plan is ontworpen, zooals het door hun bezit op zijn voordeeligst is. Kocht die arme Wethouder van Klooster en zijn familie in 1919 de terreinen waar de straten moesten komen, ol kwamen de straten waar de familie toevallig hare gronden had? Ziedaar een puzzle lezers, die wij ons niet de moeite zullen geven op te lossen, Laat ons verder gaan. Den heer Van Klooster, ex-wethouder, moet het bekend geweest zijn, dat in de jaren 1919/20 de openbare school te Soesterberg te klein werd en dat B. en W overwogen daar een nieuwe school te bouwen. Z.Ed. kocht 7 Mei 1920 van G. Stalenhoef voor f6500. een perceel grond aan de Banningstraat. In de raadsvergadering van 9 Februari d.a.v. werd aan den raad voorgesteld om voor f 12.500.dat perceel grond aan te koopen voor scholenbouw te Soesterberg. Hoewel gebruikelijk, stond er ditmaal niet bij vermeld wie de ver- kooper was; ook in het raadsverslag zal men vergeefs daarna zoeken. In den raad gingen stemmen op niet zoo geheel onvoorbereid tot dezen koop te besluiten en liever eerst eens na te gaan ol mogelijk nog niet andere en betere terreinen daarvoor te vinden zouden zijn. Door den Katholieken wet houder Mix en broeder Endendijk werd er op gewezen, dat in deze spoed moest worden betracht, terwijl de voorzitter er op wees, dat in dezelfde zitting over dezen aankoop moest worden beslist, daar men anders de kans zou loopen, dat de verkooper zijn aanbod niet ge stand zou doen. Van uitstel en kalme overweging kon onder deze omstandig heden geen sprake zijn. Nadat de h.h. Scheffer en Hilhorst nog hun ontevre denheid hadden betuigd over de over rompeling met dit voorstel, werd met 6 stemmen voor (ook van Kooster's vriend, broeder Endendijk, stemde na tuurlijk voor) besloten tot aankoop tot den prijs van f 12.500.Waarom die haast? Kort daarop bleek, dat zoowel van Katholieke als van Protestantsche zijde een eigen school gebouwd zou worden, waardoor de behoefte aan grond voor een openbare school verviel. Men zal thans begrijpen waarom geen uitstel kon worden verleend en waar die haast toe diende. En zoo geschiedde het dat de ex-Wethouder, Directeur van Open bare Werken van het liefelijk dorpje Soest, de gemeente een strop van f 12.500.bezorgde en zelf in enkele maanden tijds met een zoet winstje van f 6Q0Q.naar huis toe ging. /Weer wat anders. De terreinen waar zich de Oranjelaan ren de Nassaulaan bevinden, waren eigen dom van een familielid van den heer van Klooster, de Gereformeerde Kerk fri de_heeren Vervat. Van het gedeelte behoorende tot het eigendom van bedoeld familielid en van de Gereformeerde kerk, werden blijkens raadsbesluit van 17 Februari 1922 reeds het gedeelte van drié terreinen, bestemd voor straat, aan de Gemeente afgestaan. Van eenige betaling voor straataanleg wordt in dat besluit niet gesproken. 30 Juni beklaagt het raadslid Heijnings er zich in den raad over dat die straten zijn aangelegd zonder dat het familielid van den heer v- Klooster en de Gerefor meerde kerk de kosten van straataanleg hebben voldaan. ZFd. vraagt of hier mede particuliere belangen worden ge diend en of het niet wenschelijk was den betrokken ambtenaarte ontslaan. Ook de heer Foeken wijst er op dat door enkele ambtenaren dingen worden ge daan waarvoor zij ter verantwoording dienen te worden geroepen. De heer de Koning Wethouder van Openbare werken legt er den nadruk op, dat het aanleggen van die straat geheel buiten hem was omgegaan en hij er derhalve niets van wist. En zoo geschiedde het dat op het land van het fam. lid van dc heer van Klooster en van de Gereformeerne kerk, waar eenmaal Soester knollen groeiden, door een ex-Wethouder Direkteur van Openbare werken straten werden aan gelegd. Zonder dat de raad noch dc betrokken wethouder er hun goedkeuring aan hadden gehecht. B. en W. stelden een onderzoek in met het gevolg dat de kosten op f 500.- - na als nog werden voldaan en werd deze zaak verder met de mantel der christelijk Gereformeerde liefde bedekt en aan het oog onttrokken. Wat er van die betaling zou zijn terecht gekomen als de heer Heynings er nu eens niet was achter gekomen kan een kind begrijpen. Opvallend in deze geschiedenis is het dat in het raadsbesluit van 6 Mei 24 met betrekking tot de kosten van verharding alleen gesproken wordt van de eigenaren van het 2e gedeelte van de Oranjestraat namelijk de heer Vervat c.s. terwijl met geen enkel woord wordt gerept van de Gereformeerde Kerk noch van den heer Kuyer het familielid van den heer v. Klooster. Eigenaardig is het ook dat in het rapport van de Direkteur van Openbare werken en van de Gemeentearchitect verwezen wordt naar de op het schets kaartje met rood aangewezen wegen, Beziet men dat schetskaartje dun con stateert men dat die eenmaal roode lijnen zoodanig met zwart zijn bewerkt, dat niet met juistheid meer is aan te geven op welk gedeelte de verwijzing slaat. Bijzonder viel het mij op dat noch de Gemeentearchitect noch de Direkteur van Openbare werken het rapport ge teekend hebben. Het geheel wijst er op dat ook degene die dat gedeelte van het raadsverslag in elkaar wrocht meer van deze zaak afwist en meehielp om deze zaak aan de aandacht van B. en W. en den raad te doen ontsnappen. In dezelfde vergadering beklaagde de heer Heinings er zich over dat de ex- wethouder direkteur van openbare wer ken twee paarden van de tram ver beneden de waarde in handen van derden had gespeeld. Hij wees er op, dat eenige weken te voren die paarden op f 500.— per stuk waren geschat, terwijl zij door den directeur op eigen gezag voor f 300.en f 325.van de hand werden gedaan. De fungeerende wethouder van openbare werken, de heer de Koning kon niet anders zeggen dan dat ook de paarden buiten B. en W. om door die directeur.beneden den prijs werden verkocht. Na eenig gescher- mutsel verdween ook deze zaak in de groote doofpot van het liefelijk landelijk dorpje Soest. De heeren Beekman en Bosboom kochten in 1923 van dien zelfden mijnheer van Klooster een bouwterrein aan de Talmalaan welke laan destijds nog niet verhard was, met het gevolg, dat voor verharding aan' het wegenfonds f 600. moest worden bijgedragen. Van deze f 600.kwamen f 450.voor rekening van de heeren Beekman en Bosboom, terwijl f150.door den heer van Klooster betaald moest worden. De heeren Beekman en Bosboom offerden den 19 Februari '24 het verschuldigde, doch de betaling van de f 150.van den grondeigenaar, den ex-wethouder, directeur van openbare werken Iaat tot heden nog steeds op zich wachten. Toen de heer van Klooster bezig was met de uitvoering van het plan Kraaijen- brink aan de Mendelssohnlaan en Beet- hovenlaan bleek hem, bij het aanleggen der straten, dat er grond moest worden weggegraven en verwijderd. Waar zou hij dien grond beter hebben kunnen bergen dan op het terrein naast zijn woning, welk terrein veel te laag lag en ook zijn eigendom is. Toen wethouder van Elten er de lucht van kreeg, had het spelletje zich reeds zoo goed als afgespeeld. Ter verantwoording geroepen voerde de heer van Klooster aan, dat hij toch heusch geen andere en betere gelegenheid tot berging van dien grond had kunnen vinden. Nu, dat geloof ik gaarne. Wat hem zelve betreft, voordeeliger zeker niet. Wat hij blijkbaar niet vermelde is het feit, dat volgens de overeenkomst, die dc gemeente (volgens raadsbesluit van 6 October 1925) met de heeren Kraaijen- brink en Man had gesloten, het vrijko mende overtollige zand kosteloos op het, aan weerszijden van de aan te leggen wegen, gelegen terreinen kon worden geworpen. En zoo geschiedde, dat de heer v. Klooster, ex-wethouder en directeur van openbare werken, met gemeentemateriaal en ge meentearbeidskrachten het terrein van de familie van Klooster aan de Steen hofstraat deed ophoogen, waardoor dit terrein pl.m. f 1200,in waarde steeg. Nu ik het toch over het plan Man- Kraaijenbrink spreek, wil ik er nog op wijzen, dat die heeren het terrein hebben gekocht van den heer H. van Klooster, ex-Wethouder, directeur van openbare werken. Ziet men, dat in andere gevallen van straataanleg de daaraan verbonden kosten worden berekend naar een vasten maatstaf en betaald moeten worden zonder dat verdere ver rekening plaats heeft, hier treft het, dat de slotbepaling der gesloten overeen komst zoodanig is gesteld, dat die hee ren slechts de kostende prijs behoeven te betalen, terwijl de plantsoenaanleg, die anders van gemeentewege geschied en in den prijs begrepen is, in dit geval door de grondexploitanten zal geschie den en door de gemeente zal worden vergoed. Degene, die opgeeft welk deel van de arbeidsloonen en welk deel der rekeningen ten laste komen van dien aanleg, is de directeur van openbare werken, die in dit geval tevens de ver kooper van den grond was. Ik maak mij sterk, dat ZEd. als verkooper en eigenaar van nog meerdere in het stra tenplan liggende bouwterreinen (die hij eveneens gaarne aan de heeren Man en Kraaijenbrink slijten wil) de aanleg- kosten van het plan Man-Kraaijenbrink stellig niet te hoog zal hebben opgege ven. Neen, heusch niet. Op den bij dat plan behoorende schetskaart, vastgesteld door den Raad op 6 October 1925, treft men op de Mendelssohnlaan 2 zijwegen aan. Geeft men zich de moeite daar eens een kijkje te gaan nemen, dan ziet men, dat met negeering van het door den Raad genomen besluit slechts één zijweg is ontworpen en dan nog een andere plaats dan op de schetskaart is aange geven. De terreinen waar de andeie zijwegen hadden moeten komen zijn bebouwd en hebben hun geld als bouwterrein opgebracht. Zonder handlangers ten gemeente huize zou dit onmogelijk zijn geweest. Ik zeg maar zoo, ik zeg maar niks. Thans een appetitelijk zaakje, waarbij de gemeentesecretaris, de loco-burgemees ter, de directeur van openbare werken en de gemeente-architect zich lang niet van hun gunstigste zijde laten bekijken. Den 26sten Maart 1920 werd blijkens raads verslag aan den heer G. Nollen te Schevcningcn een perceel grond verkocht aan dc Schapendrift. Verder vermeldt het officieel raadsverslag daaromtrent niets. Om cr iets meer van te weten moet men inzage nemen van het offi- cieele raadsbesluit, waarin vermeld wordt, dat aan den heer G. Nollen te Scheveningen het kadastrale perceel sectie D. No. 1459, groot 25 H.A. ver kocht wordt, tegen zeven cent per vier kanten Meter. Onthoudt goed, geachte lezer, dat het hier den verkoop betreft van één perceel en dat de kooper is de heer G. Nollen te Scheveningen. Deze belachelijke prijs en de overdreven gemakkelijke voorwaarden, werden eerst door den Raad aanvaard, nadat de ex- Wethouder directeur van openbare wer ken, een onderhoud had gehad met den kooper, (dat moet dus zijn met den heer G. Nollen) en naar aanleiding van welk onderhoud hij een schriftelijk rapport inleverde, waarin hij voorstelde de reeds belachelijke voorwaarden nog aanneme lijker te maken. Ik spreek hier met opzet van belachelijken prijs en belachelijke voorwaarden, omdat in diezelfde periode in dezelfde omgeving bij verkoop van grond door de gemeente het 2, 3, 4 en meervoudige van dien prijs werd bedongen. Wie stelt zich mijne verbazing, toen ik de notarieele acte opvroeg en constateerde dat voor den notaris als kooper compareerde „schrik niet lezers" de heer H. v. Kloosterex- wethouder, directeur der publieke wer- hen te Soest, als lasthebber van zijn neef A. A. Kuyer te Laren en van zijn vriend J. W. Thuring te Baarn. Nog grooter werd mijn verbazing toen mij bleek dat in plaats van dat eene perceel D 1459 (latere nummers 1512 en 1513) nog zeventien andere perceelen werden verkocht welke andere perceelen even eens werden berekend iegen 7 cent per M2. Tot dien, noch door den Raad, noch doorGedeputeerdeStatengoedgekeurden verkoop, behoorden bosschen met hout en al er op: voor 7 cent per M2. Kleine smalle strookjes langs dc wegen, die goud waard zijn, omdat zij den sleutel vormen voor de achterliggende terreinen om aan den weg te komen voor: zeven centjes 111 700 M2. aan den toen reeds bestaande Oude Utrechtscheweg: voor zeven koperen centen. Ja zelfs smalle strookjes aan het begin van de Heideweg die het achterliggende gemeente terrein den uitweg naar den weg benemen: voor 7 centen. Dat het achterliggende gemeenteterrein daardoor sterk gedeprecieerd wordt be hoeft geen betoog. Ik meen er nog even op te moeten wijzen en er met klem den nadruk op te moeten leggen, dat de verkoop, waartoe door den Raad was besloten en die door Gedep. Staten was goedgekeurd, betrof een verkoop aan den heer G. Nollen te Scheveningen en aan niemand anders en dat die ver koop betrof niet zeventien perceelen, doch één perceel. Uit de notarieele acte blijkt niet en kan ook niet blijken, dat de heer H. van Klooster door genoemde heer Nollen gemachtigd was namens hem op te treden en dien koop te aan vaarden. De heer Nollen, met wien ik persoonlijk onderhoud daaromtrent had, verklaarde mij uitdrukkelijk, dat hij nooit en aan niemand, noch mondeling noch schriftelijk opdracht had gegeven om voor hem die grond te koopen en te aanvaarden. Evenmin had de heer Nollen een onderhoud gehad met den heer H. van Klooster over bezwaren die hij tegen de voorwaarden gehad zou hebben. Hij wees er met verontwaardiging op dat hier blijkbaar door ambtenaren van de gemeente misbruik van zijn naam was gemaakt. Bij de officieele stukken, die door mij stuk voor stuk werden nage gaan, werd dan ook niets gevonden, dat er op zou wijzen, dat in deze de naam van den heer G. Nollen mocht worden gebruikt. Uit het bovenstaande blijkt glashelder, dat de naam Nollen slechts de vlag was, die de lading moest dekken. Hoe het mogelijk is, dat een gemeentesecretaris een dergelijke acte van transport durfde te onderteekenen en hoe het mogelijk is dat een notaris zonder eenige schrif telijke volmacht een acte ten name van iemand verlijdt, die geen kooper is, is mij een raadsel en zal dat blijven. Ik heb over dit onwelriekende zaakje nog meer te vertellen, veel meer zelfs dan de plaatsruimte in de courant van deze week toelaat. Enkele dingen meen ik echter thans nog te moeten releveeren. Volgens het raadsbesluit als boven bedoeld, moest de stratenaanleg door de gemeente voor rekening van den kooper geschieden. Beziet men dat raadsbesluit, dan blijkt dat het is ge- teekend door den vriend van den heer van Klooster, broeder Endendijk, die destijds als loco-burgemeester fungeerde. Bekijkt men het met aandacht, dan ziet men nog meer en blijkt, dat in dat raadsbesluit staat vermeld, dat de straat aanleg van gemeentewege zal geschieden. Men lette er wel op, dat hierin de woorden „voor rekening van den koo per" zijn weggelaten. Gelukkig voor Soest werd dit door den burgemeester Mr. Dr. J. A. A. H. de Beaufort bemerkt, die als nog de woorden „voor rekening van de kooper" inlaschte en die bijvoeging persoonlijk onderteekende. Ware dit niet geschied, dan zouden Gedep. Staten er hun goed keuring aan hebben gehecht, dat ook de kosten van straataanleg in deze mooie affaire voor rekening van de gemeente zou hebben plaats gehad. De andere voorwaarden in de acte van transport vermeld, komen in het kort neer op het volgendeDe kosten van aanleg van den hoofdweg, dat is de weg vanaf de Soesterbergschestraat tot aan den Oude Utrechtschenweg, welke op f 19.347.50 worden begroot, moeten voor de helft worden betaald bij het passeeren dezer acte, terwijl de andere helft binnen een jaar moet worden vol daan. De andere over de verkochte terreinen loopende wegen, die daartoe door B. en W. in overleg met de kooper zullen worden aangewezen, alsmede wegen die alsnog zullen worden aan gelegd, zuilen naar gelang dezer aanleg in nader door B. en W. met de koopers overeen te komen gedeelten worden betaald, met dien verstande, dat jaarlijks minstens '/io m°et worden voldaan. Dit bedrag, begroot op f 40.000. moet voor den 3dcn Mei 1930 in zijn geheel zijn voldaan, op welk tijdstip ook dc andere wegen verhard zullen moeten zijn. De gronden moeten worden opge meten op aanwijzing en in tegenwoor digheid van den directeur van Plaatselijke Werken. Dit bedrag begroot op f 40000. zal stijgen of dalen naar gelang de arbeids loonen zullen stijgen ol dalen. De hoofdweg moet voor 8 October 1921 verhard zijn, de overige wegen voor den 3 Mei 1930. De Heideweg tot aan den Spoorbaan de Plasweg en de Schoutenkampweg lot aan de Utrechtscheweg zijn verhard en met boomen beplant. De lengte der verharde wegen is ongeveer 1420 M. Volgens opgaaf van den ex-wethouder Directeur van Openbare Werken be dragen de kosten dier aanleg met inbe grip van beplanting slechts f21587. De kosten van aanleg van het complex de Beaufortlaan ongeveer even lang en in dezelfde periode aangelegd, bedragen volgens opgaaf van denzelfden ex-wet houder maar liefstI43513.62'J Hoe is dat nu mogelijk zal men zich afvragen. Wat zal ik U zeggen lezer? Men kan zich vergissen niet waar? Zoo zijn de kosten van het breken der ge- meentewals welk bij den aanleg van de Heideweg plaats had geheel ter goeder trouw en geheel per ongeluk zooals gij wel zult willen begrijpen op een ander werk geboekt. Zoo het ging met de kosten van de wals is het ook met verschillende andere onkosten ge gaan. Als B. en W. zich dc moeite eens wilde getroosten uit te zoeken, maar dan goed uit te zoeken, wat wel en wat niet op den aanleg van Soesterbergsche straat en het complex de Beaufortlaan geboekt had mogen worden dan zouden zij to zeer eigenaardigen resultaten komen en met schrik bemerken dat zelfs een zeer gewiekste ex-wethouder Directeur van Openbare werken ver gissingen kan maken. Ook voor de andere werken zou een dergelijk onderzoek meer dan gewenscht zijn. Doch laat ik niet afdwalen. Toen de heer De Koning in '25 Wethouder van Openbare werken was wandelde hij eens de Heideweg op en zag tot zijn niet geringe verbazing dat de ex-Wethouder Directeur van Openbare werken daar geheel buiten zijn voorkennis bezig was straten aan te leggen. De heer de Koning maakte hier bemerking op met het gevolg dat de heer van Klooster dat werk onmiddelijk liet stop zetten. Voor den heer de Koning was het een aanleiding dit zaakje eens te onder zoeken waarbij bleek dat de koopers van het complex Heideweg sinds 1921 kans hadden gezien f 2547.625 aan de Gemeente schuldig te blijven zijnde f 1336.97 voor aanlegkosten en f 1210.65 wegens te weinig betaalde kooppenningen Tevens bleek dat nog steeds geen uit meting had plaats gehad. Het onderzoek in deze zaak werd opgedragen aan den gemeentearchitect den heer van Vliet. Vergelijkt men het door deze in 1925 uitgebrachte rapport met de in dit artikel vermelde gegevens dan zal men ook daarin op verschillen stuiten. Die beroerde vergissingen ook Volgens de overeenkomst moest alzoo in tegenwoordigheid van den ex-Wet houder, Directeur van Klooster, de aanwijzing en uitmeting plaats hebben. Bij de op den verkoop betrekking heb bende stukken treft men een schrijven van den heer van Klooster aan waarin hij verzoekt een ander met die aan wijzing te belasten op grond van het feit dat hij in zeer nauwe familierelatie tot de koopers stond. Was het de bedoeling van den heer v. Klooster zich stipt aan het raadsbe sluit en aan het schetskaartje te houden en er geen ongeoorloofde uitbreiding aan te geven, dan had hij gerust die aanwijzingen zelf kunnen doen. Nu hij met het oog op die zeer nauwe familierelaties niet tevens heeft verzocht een ander met den aanleg te belasten, heeft het den schijn of hij de verant woording voor wat ging gebeuren maar liever van zich af wilde schuiven. Intusschen gingen B. en W. op zijn verzoek in, en had aanwijzing en uit meting plaats in tegenwoordigheid van den heer v. Vliet die daartoe door hen was aangewezen. Voor de koopers trad opden heer H. v. Klooster. Waar om de heeren Kuyer en Thurink zelf niet kwamen kan ik niet beoordeelen. Wat ik wel weet dat is dat de heer v. Klooster steeds voor hen optreedt. Hij koopt en verkoopt, onderhandelt, sluit overeenkomsten compareert bij de notaris, enfin ex-Wethouder, Directeur v. Klooster is de man. Zoo is het, een ieder is vrij er van te denken wat hij wil. Alzoo gingen de heeren v. Vliet en Klooster broederlijk de vereischte aanwijzingen doen. Dat de heeren een zeer ruime opvat ting van hun taak hebben gehad kan blijken uit volgende cijfers. In plaats van 3060 M. lengte straat werd er 4226 M. uitgezet, waarbij zelfs een straat van 560 M. lengte die men te vergeefs op het schetskaartje zal vinden. In plaats van 1200 M2 plant soen maar eventjes 8500 M2, met als gevolg dat -± 24000 M2 meer straat en plantsoen ontstond dan op het schets kaartje was aangegeven. Hoewel daaromtrent niets in het raadsbesluit is te vinden werd in de acte van transport bedongen dat de voor wegen en plantsoenen bestemde gronden niet in den koop begrepen zouden zijn, en derhalve niet betaald behoefden te worden. Tengevolge van de zeer ruime op vatting van de heeren van Vliet en v. Klooster kon de familie van van Klooster den koopprijs van die 24000 M2 in de zak houden en had dit voor haar nog het groote voordeel dat de gevelbreedte met 2300 M. toenam. Een derde voordeel was dat die meerdere gevel breedte voor een groot deel aan ruime plantsoenen is komen te liggen en als bouwgrond daardoor aanmerkelijk in waarde is gestegen. Sneed voor de familie van Klooster, dank zij hel broederlijk samengaan van de heeren v. Vliet en v. Klooster het mes aan drie kanten, voor de Gemeente was en blijft die ruime opvatting een strop zij toch zit met het eeuwigdurend onderhoud van die wegen en plantsoenen Het is de gewoonte bij de gemeente bij aanleg van straten voor derden ook een bedrag voor eeuwigdurend onder-

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1927 | | pagina 2