la Porte Go.
Purol bij Ruwe Handen
Bel op Telefoon 2001
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
y D EIL S H E P DITIIM
VAN DEN BERG Co - Kassiers
GEMEENTE-FILM
REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN D00RNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TELEF. 2048, SOESTDIJK
N.V. MIDDENST ANDSBANK
INCASSO'S - DEPOSITO'S
BCILEDINlD^yiPEINl
UW HAAR
DE SCHOOLKWESTIE.
BANK- EN
EFFECTENZAKEN
SAFE-DEP0SIT
VENEMA
KLEERMAKERIJ
Heeren Mode-Magazijn
ALLE BANKZAKEN
MIJNHARDT's
Garage „MIDDELWIJK"
Luxe VERHUUR-AUT0's
De Wethoudersbenoeming,
voorheen en thans.
No. 44
Vijftiende «Jaargang
Zaterdag 29 Oct. 1927
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIEV. WEEDESTIiAAT 7, SOEST
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS O UUR
1NOEKONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS O UUR AAN HET BUREAU
UITGEVER: B. VAN OEN BOVENKAMP, VAN WEEDESTRAAT 7, TELEFOON 2062, SOESTDIJK
ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT .1 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER l'OST
voor AMERSFOORT en OMSTREKEN
Telefoon 2097, Van Weedestraat 37 t.o. den Heer Haremaker
Een liefhebbend hart is de
echtste wijsh^. Dickens.
AI reizen we de heele wereld
af. om het schoone te vinden,
we moeten het bij ons dragen,
anders vinden we het niet.
Emerson.
Het schiet mij op dit oogenblik niet
te binnen, van wie die eenvoudige
versregeltjes zijn „Kleine waterdruppe
len, kleine korrels zand, vormen saam
de trotsche zee en het groote strand".
(Of in ieder geval woorden, die van
deze strekking zijn). Maar er ligt een
diepe gedachte in deze eenvoudige
woorden. Er spreekt uit, dat het kleine
niet waardeloos is, omdat het klein
is, dat al die schijnbaar zoo kleine
dingen, samen de grootste en machtigste
dingen vormen.
Zoo is het ook met de ervaringen
in ons dagelijksch leven. Eigenlijk zou
men kunnen zeggen, dat ons geheele
dagelijksche leven is samengesteld uit
„kleine waterdruppels en kleine korrels
zand", uit een oneindig aantal kleine
gebeurtenissen, kleine gedachten, maar
die tezamen toch ons leven vormen.
Om het nauwkeuriger te zeggen, de
manier waarop we de schijnbaar onbe
langrijke, de „kleine" dingen doen, hoe
we oogenschijnlijk „kleine" en onbelang
rijke vraagstukken oplossen in ons leven,
dat bepaalt, hoe we inderdaad zijn, en
hoe we, als er zich naar onze meening
„groote" problemen aan ons voordoen,
deze zullen aanpakken. Er zal misschien
iemand zijn, die bij zichzelf denkt
„vraagstukken"?, „problemen"? Welke
vraagstukken dan
Maar in trouwe, doen zich niet den
heelen dag „vraagstukken" aan ons
voor? Wordt niet den ganschen dag
aan ons gevraagd, hoe we over deze
zaak denken, of hoe we die kwestie
zullen oplossen Elk oogenblik van den
dag doen zich, onder allerlei vorm,
vraagstukjes voor, wordt er van ons
een beslissing gevraagd, in groote en
kleine dingen, in ons werk, in ons
particuliere leven, overal.
Kleinigheden. Maar van kleinigheden
is ons heele leven vervuld, opgebouwd.
Dat leert ons zien, dat het van het
hoogste belang is, ook in schijnbare
kleinigheden, ons steeds op een zuiver,
eerlijk standpunt te stellen. Er is maar
één juiste manier, om groote en kleine
dingen te doen, en dat is...ze goed
te doen.
Er valt ongetwijfeld in dit opzicht in
ons land en ook overal elders een op
merkelijke groei waar te nemen. Men
onderkent die in de steeds sterker door
dringende en krachtiger leuze „Eerlijk
heid in zaken, waarheid in adverteeren"
en meer dergelijke kernwoorden, die
een blij-stemmend symbool zijn van
wat er voor goeds leeft en werkt in
het wereldgeweten. Zeer juist merkte
onlangs een confrater van overzee, J
P. Janett, op: „De menschen zien in
dat het voordeelig is, om eerlijk te zijn
Geen belegging werpt hoogere dividen
den af, dan eerlijkheid. Niets leidt sterker
naar geluk en lang leven dan een zuiver
geweten en een zuiver geweten is de
belooning van eerlijk leven. Om den
grondslag te leggen van werkelijk eerlijk
leven, moeten we beginnen met eerlijk
te zijn in kleine, onbeduidende, schijn
baar onbeteekenende dingen. Hij, die
oneerlijk is in kleine dingen, zal oneerlijk
zijn op grooter schaal in groote dingen.
Daarom wees eerlijk in alle dingen".
Niet alle „kleine" dingen in ons
dagelijksch leven hebben betrekking op
eerlijkheid. Er doen zich zoo duizenderlei
„kleine" dingen voor, „kleine" gelegen
heden om iemand beleefd te behandelen,
een vriendelijkheid te bewijzen, een
prettig woord te zeggen. O, onbeduiden-
den dingen, schijnbaar, die ons niets
kosten, maar die een ander zoo dikwijls
als een zonnestraal van achter een
donker wolkengordijn kunnen zijn.
„Kleine" dingen, maar die tezamen
vormen ons groote levensgeluk. Een
onbekend scribent in een even onbekend
blad (Evening Democrat), zei dit dezer
dagen heel treffend„In het grabbelen
naar stoffelijke winst en rijkdom, ver
geten we dikwijls de betere en fijnere
dingen van het leven. We zien de kleine
dingen die we kunnen doen over het
hoofd, en die toch, als ze inderdaad
gedaan werden, veel zouden bijdragen
tot het geluk van andere menschen. En,
of we het nu toegeven of niet, het feit
is toch, dat ons geluk bereikt wordt
niet in stoffelijk gewin en persoonlijk
succes, maar in het goede, dat we in
staat zijn voor anderen te doen. Om
gelukkig te zijn, moeten we goed doen
en goed zijn. Er is geen andere weg".
FLORIS C.
KAMERKRONIEK
De Tweede Kamer op
haar praatstoel - De steun
aan de Robaver, Finan-
cieele verslechtering voor
het verlofspersoneel der
landmacht, de Hooge Raad
van Arbeid wettelijk ge
regeld - Het Indische
vraagstuk.
De Tweede Kamer heeft alle sluizen
der welsprekendheid opengezet en door
dien golfstroom van woorden moeten
we ons met forsche slagen heen slaan.
Welaan dan, daar hadden we bijv. het
wetsontwerp voor een memoriepost
voor „Financiën", waardoor aan de
garantie voor de Nederl. Bank ten be
hoeve van de Rotterd. Bank een wette
lijke basis werd gegeven. Er was nogal
tegenkanting van s.d. zijde (het wets
ontwerp werd met 57 tegen 23 stemmen
aangenomen) en de heer Vliegen (s.d.)
haalde de Robaver historie op en sprak
harde woorden, verweet gebrek aan
openbaarheid enz. De heer Oud richtte
zich vooral tegen het feit, dat door
deze gevraagde goedkeuring van de
Kamer, drie jaar nadat de regeering de
stappen deed, werd eengetoond, dat
de term „onder voorbehoud van goed
keuring door de Kamers", een onding
was. Waarmee de minister het natuurlijk
niet eens was. En over die gevraagde
openbaarheid, merkte de minister op,
dat zulks verschrikkelijke gevolgen ge
had zou hebben, omdat een algeheele
instorting van de Robaver, de Nat. Bank-
ver. zou hebben meegesleept en daarmee
in totaal 640 fabrieken met 400.000
arbeiders. Daarom was het een nationaal
belang, de Robaver te redden.
Dan keurde de Kamer met 48 tegen
36 stemmen (s.d., 12 r.k., Arts en 1
comm.) de wetswijziging goed, waarbij
de mogelijkheid werd geschapen tot
afwijking voor het reservepersoneel van
de bezoldiging die voor het beroeps-
personeel (bij de Landmacht) geldt. De
bedoeling was natuurlijk, de vergoeding
voor het reservepersoneel te kunnen
verlagen. Op grond van de overweging
o.a., dat verlofsofficieren dikwijls tijdens
hun diensttijd hun burgerinkomen be
houden.
Voorts was er de wettelijke regeling
van den Hoogen Raad van Arbeid, die
in 1919 bij Kon. Besl. werd ingesteld.
Het verschil zou dan zijn, dat de minister
niet beslist voorzitter zou hoeven zijn
van den Raad, omdat de raad zijn eigen
voorzitter zou kiezen, verder dat de
Raad voortaan ook eigener beweging
de hoofden van departementen van
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier glans
het wordt vrij van roos
het blijft beter zitten
het valt niet meer uit
Indien gij des morgens een weinig PUROL
tusschen de handen wrijft en dit door de
haren uitstrijkt, 't Voldoet iedereen.
algemeen bestuur zou kunnen adviseeren
terwijl het maximum der leden op 60
(vroeger 48) zou worden gebracht. Er
werd zwaar over het nut van den Raad
gepraat. De heer Bierema was radicaal,
wilde hem maar heelemaal opheffen.
Anderen toonden zich ook niet erg
gecharmeerd van den Raad. Maar de
minister verklaarde toch, dat hij de
beide laatste jaren zeer waardevolle
adviezen van dit college had ontvangen.
En was het met den heer Kortenhorst
eens, dat het in de practijk moest uit
groeien. De heer Veraart (r.k.) stelde
bij amendement voor achter het woord
„Arbeid" telkens te lezen „Handel en
Nijverheid". Maar dat zou het heele
karakter van den Raad veranderen en
daarom stelde de voorzitter voor, dit
amendement ontoelaatbaar te verklaren,
hetgeen de kamer deed, met 42 tegen
29 stemmen. De heer Kortenhorst wilde
den ambtenaren in den Raad alleen
raadgevende stem geven en dus het
stemrecht ontnemen. Maar daarvan wilde
de minister niet hooren (en de Kamer,
met 54 tegen 14 stemmen ook niet),
een eenmaal gegeven recht kon men
lastig weer afnemen. Zoodat er van alle
amendementen niets overbleef.
Door de lang aangekondigde inter
pellatie-De Visser (comm.) over de
vervolging en massa-interneering van
communisten in Indië, kwam het Indische
probleem weer op het tapijt. Eerst even
kibbelen over den spreektijd. De voor
zitter bood één uur. Meneer de Visser
wilde „onbeperkt". Ben je van Lotje,
kon men den voorzitter hooren denken,
en hij bleef op zijn stuk staan, één uur.
Doe er nog een uur bij, dong meneer
de Visser. Maar de voorzitter was
„steenhard" en het bleef op één uur.
Maar niet, dan nadat de Kamer zich
aldus met 42 tegen 19 stemmen had
uitgesproken. De interpellatie zelf: één
lange aanklacht tegen het Nederlandsch
gezag in Indië. POLITICUS.
Door de Vereeniging „School met den
Bijbel" alhier, werd de volgende ver
klaring aan den Raad der Gemeente
gezonden.
Aan den Raad der Gemeente Soest.
Geven met verschuldigde eerbied te
kennen, ondergeteekenden, B. Alkema
en J. v. d. Flier, respectievelijk Voor
zitter en Secretaris der Vereeniging voor
Christelijk Nationaal Schoolonderwijs
'De School met den Bijbel" te Soest,
dat de vereeniging bovengenoemd in
algemeene vergadering bijeen op Don
derdag 13 October 1.1., hun heeftopge
dragen zich tot uw Raad te wenden met
de volgende verklaring:
Dat zij met groote verbazing heeft
gelezen in de gemeenteraadsverslagen,
dat in de vergadering van uw Raad,
gehouden op Donderdag 29 September
1.1., de volgende motie is ingediend
De Raad enz., kennis genomen heb
bende van de aanvrage van het Bestuur
tot stichting van een „School met den
Bijbel"
gelezen en gehoord hebbende de wijze
waarop de noodige bescheiden zijn ver
kregen, betreurt dit en keurt dit af, als
zijnde van immoraliteit ontbloot en gaat
over tot de orde van den dag
dat zij met nog grooter verbazing heeft
gelezen, dat een dergelijke motie in
behandeling is genomen door uw Raad
dat wat de Raad „gelezen" heeft, toch
klaarblijkelijk in de officieele stukken
moet hebben gestaan
dat er dus in die stukken beschuldi
gingen aan het adres van het Bestuur
der Vereeniging voornoemd schijnen
voor te komen
dat deze beschuldigingen echter niet
gebracht zijn ter kennis van het Bestuur
dat de bedoelde motie ook aan den
Raad is voorgesteld op grond van 't
geen hij gehoordheeft;
dat dit nog minder ter kennis kon
komen van het Bestuur voornoemd
dat adressant dus daaruit moet con-
cludeeren, dat de Raad der Gemeente
Soest een motie van afkeuring ten aan
zien van personen en zaken in behan
deling neemt op groud van wat hij hoort"
dat de Vereeniging wie de motie geldt,
haar als lasterlijk van zich afwijst en
dat zij dit ook doet ten aanzien van
beschuldigingen, die t.a. van haar in de
officieele stukken schijnen voor te komen
dat zij aan den Raad de volle ver
antwoordelijkheid laat van het, zonder
zweem van bewijs, smetten werpen op
personen en instellingen in het midden
der Gemeente.
Zoo ergens dat is hier van toepassing
het spreekwoord, dat wien de schoen
paste, dezen heeft aangetrokken. Immers
de voorsteller van de motie noch een
dor andere raadsleden kon uit de stukken
te weten zijn gekomen, in hoeverre het
bestuur der Christelijke school al of niet
debet was aan, of verantwoording droeg
voor de wijze waarop de handtee-
keningen waren verzameld. Uit de stikken
welke de raadsleden hebben gezien bleek
alleen een contradictie eenerzijds
worden daar aangetroffen handteekenin-
gen van ouders die verklaren dat zij
christelijk onderwijs voor hun kinderen
wenschen, anderzijds verklaringen van
diezelfde ouders, dat zij hun handteeke-
ning hebben gezet om geheel andere
beweegredenen. Ziehier de contradictie
geboren, die op zich zelf een beschul
diging inhoudt aan het adres van hen,
die de handteekeningen hebben verza
meld. Het was tegen hen, dat de motie
gericht washet was tegen hen, dat in
den raad werd gefulmineerd, gezien de
wijze waarop die handteekeningen waren
verkregen, namelijk, zooals Mr. van
Doorne in den raad uit de stukken aan
toonde door leugen, bedrog, en om-
kooping. Ieder die deze vergadering heeft
bijgewoond, ieder die De Soester heeft
gelezen, kan tot geen andere conclusie
gekomen zijn dan deze, dat de scherpe
critiek gold uitsluitend de wijze waarop
het benoodigd aantal handteekeningen
was verkregen. Deze critiek gold absoluut
niet het Christelijk schoolbestuur, aange
zien op het moment dat de motie werd
ingediend nog niet bekend was welke
rol dat bestuur bij het verkrijgen van
die handteekeningen had gespeeld.
Dit bestuur kan zich inmiddels de
motie gerust aantrekken. Want het heeft
getoond aan de, laten wij het op zijn
zachtst uitdrukken, onware, chicaneuze
wijze, waarop de handteekeningen zijn
BEHANDELEN
i BAARN
KANTOREN TE BUSSUM
f SOEST
verkregen, ZIJN SANCTIE TE HECH
TEN. Laat dit bestuur nu niet met ge
maakte verontwaardiging schrijven dat
het niet van de „beschuldigingen" heeft
afgeweten. Als het bestuur dat durft
staande te houden, dan willen wij het
even eraan herinneren, dat ten eerste de
heer Van Brummelen door den Burge
meester is gehoord nopens de waarde
der door zijn toedoen verkregen hand
teekeningen ten tweede dat de heer
Endendijk wethouder van Onderwijs is,
en dus de geheele historie van az
kendeten derde dat het chr. school
bestuur zelve is uitgenoodigd geworden
door den burgemeester die handteeke-
ningenlijst terug te nemen, en te zorgen
voor een nieuwe, waarop geene zooda
nige aanmerkingen konden gemaakt
worden, wat echter geweigerd weid. Met
de grootste verbazing vraag ieder, dit
wetende, zich af, waar dit bestuur de
brutaliteit vandaan haalt te durven be
weren dat het onkundig is gehouden van
de bedenkingen tegen de wijze waarop
de handteekeningen waren verkregen I
Het kan dan ook geen verwondering
wekken dat dit bestuur er alles bij de
haren bijsleept om zich in de oogen van
het publiek voor te stellen als de och-
toch - zoo - verschrikkelijk - verongelijkte.
Daartoe beroepen zij zich zelfs op het
woord „gehoord" in de motie voorko
mend, en vragen, kwasi verontwaardigd
„Hoe durft een raad af te gaan op het
geen men van hooren zeggen is te weten
gekomen I" Aardig verzonnen, maar wel
wat al te doorzichtig I „Gehoord heb
bende de wijze waarop de noodige
bewijzen zijn verkregen" luidt de motie.
Natuurlijk 1 De Raad heeft toch de be
sprekingen daarover „gehoord", en door
middel van het zintuig genaamd „gehoor"
kunnen vernemen dat ook weer blijkens
dit optreden van een paar Gereformeerde
voormannen, tusschen theorie en praktijk
op godsdienstig gebied bij dezen een
hemelsbreed verschil ligt. De Vereeniging
„School met den Bijbel" heeft haar
goedkeuring gehecht aan dit optreden,
heeft dat onchristelijk gedoe met haar
naam gesanctioneerd, en heeft dus alle
redenen zich de motie, welke bestemd
was voor de handteekening-colporteurs,
hare dienaren en mede-broeders-in-den-
Heere, aan te trekken. Hoe zij, nu is
komen vast te staan dat aan de wijze
van handteekening-verzamelen een heel
vies luchtje was, zich nog als de ver
moorde onschuld durft aan te dienen,
en durft spreken van „laster", daarvoor
is het beslist noodzakelijk dezelfde
DAMES- EN HEEREN-
F. C. KUIJPERSTRAAT10 - TEL. 2169
mentaliteit te bezitten, om dat te kunnen
begrijpen. En daarom achten wij ons
gelukkig te kunnen zeggen Wij begrijpen
het niet I
In een ander artikel in hetzelfde num-
mer van het Soester Nieuwsblad wordt
nog eens van leer getrokken over het
zelfde onderwerp. Daarin wordt gewezen
op een raadsvergadering in Leiden,
waarin eveneens handteekeningen waren
teruggenomen, maar waar geen motie
werd ingediend „waarin de eer en goede
naam van personen en instellingen werd
belasterd". Maar de redactie van het
Soester Nieuwsblad ziet een kleinigheidje
over het hoofd. In Leiden waren alleen
maar handteekeningen teruggenomen,
maar geen van de raadsleden daar kon
bewijzen dat de handteekeningen ver
kregen waren op chicaneuze wijze. En
dit laatste kan hier in Soest nu juist
wel en daartegen is dan ook alle actie
gericht, en daartegen alleen. Zouden
enkele ouders hun handteekeningen heb
ben teruggenomen enkel op grond van
veranderd inzicht dan was er geen enkele
reden voor eenige motie geweest.
Voorts wordt in dat artikel het ge
meentebestuur nogmaals verweten dat het
schoolbestuur niet op de hoogte is
gebracht van de bezwaren tegen de
handteekeningen. Dus het is NIET waar
dat de burgemeester heeft gevraagd een
andere lijst in te dienen met handtee
keningen waarop geen aanmerking kon
gemaakt worden Wij hebben echter niet
de minste reden de woorden van den
Burgemeester in twijfel te trekken, en
noemen het een sterk stukje dat het
Schoolbestuur deze blijkbaar eenvoudig
ontkent.
Het slot van bedoeld artikel bevat een
aanval op den Voorzitter van den raad,
die naar meening van de redactie van
het Soester Nieuwsblad zijn taak niet
kent, wat hij getoond heeft door toe te
laten dat op dergelijke „krenkende wijze
werd gesproken over personen en in
stellingen". Wij willen alleen maar even
den nadruk er op leggen dat tot het
spreken op dergelijke wijze, de bewuste
personen en de bewuste instelling alle
aanleiding hebben gegeven, zij alleen en
niemann anders. Hadden zij ervoor ge
zorgd dat geen aanmerking had kunnen
gemaakt worden op de wijze waarop de
handteekeningen verkregen zijn, dan had
hierover niet het woord kunnen gevoerd
worden noch op krenkende noch op
eenige andere wijze. De schuld ligt
uitsluitend bij hen, doch allerminst bij
den voorzitter, die gelegenheid heeft
gegeven critiek uit te oefenen op feiten,
die uit de den Raadsleden voorgelegde
JULIANAPLEIN 5 - SOEST TELEFOON 2163
ONDERGHON'DHCIIE BRAND - IN BKA.VKVRIJI! KLUIS
bescheiden bleken, iets wat hij als neu
traal voorzitter behoort toe te staan, en
waarmede hij getoond heeft de juiste
opvatting van zijn taak te hebben.
Burgerlijke Stand
GEBORENTeunis, z. v. A. Plooij en
M. Schouten Jeanette, d. v. J.
Olijslager en J. E. Slot.
ONDERTROUWD J. Rijke en N. Heuvel.
GEHUWDH. J. M. v. Uggelen en M.
W. Lensink Th. P. v. Fulpen
en A. M. v. Hamersveld.
OVERLEDEN Maria Catharina Antonia
van Rooijen, 85 jr., wed. v. A. N.
C. v. Hees.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Kiespijn-Tabletten 30 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Zenuw-Tabletten 65 ct.
Maag-Tabletten 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
XL1I.
De Christelijke Broeders hadden de
vorige week weer een heeleboel vuil in
de Aschketel gedaan. Aan dat adres aan
den Raad zit een luchtje dat je al op
een uur afstand ruikt. De Broeders Van
der Flier en Van Brummelen hebben op
hun baatje gehad in den Raad, maar het
Bestuur van den School met den Bijbel,
trekt het zich aan. Nog al gek hè Dan
schrijven ze nog een artikeltje waarin
de Burgerpa op z'n Edelachtbare vingers
wordt getikt. Die had niet mogen toe
laten dat genoemde Broeders werden
afgekamd in den Raad, vinden ze, en
nou-ie het toch gedaan heeft is dat een
bewijs dat-ie z'n taak niet kent. Ook
daarvan straalt een kwalijk-riekend
geurtje af. De Broeders zouden dus willen
dat als het er op aan zou komen dat
zij aan de beurt zouden komen om eens
onder de loupe genomen te worden, de
burgerpa zei.^Stop 1 Jullie willen aan
de Broeders komen, dat laat ik niet toe 1"
Leuk idee hebben die lui toch van on
partijdigheid. Jk heb dat al eens meer
opgemerkt. Ook op het gebied der
consequentie zijn ze hun tijd ver vooruit.
En daarom sta ik altijd stom verbaasd
dat in de Gereformeerde Aschketel,
geredigeerd door drie Gereformeerde
Broeders, voetbaluitslagen voorkomen,
en aankondigingen van voetbalwedstrij
den die op Zondag gespeeld worden.
Stel je voor, op Zondag 1 Op den dag
dat de meest echte onder de echte
Broeders den haan plegen af te zonderen
van zijn kippenharem I Hoe hebben ze
niet tekeer gegaan tegen Mr. Jan omdat-ie
op Zondag in z'n bloote kuiten op het
voetbalveld liep te draven En als je de
advertentie-rubriek doorleest val je heele
maal om 1 Advertenties voor dansen nemen
ze opDenkt het U in lezers, denkt het
U in. Op den preekstoel wordt tekeer
gegaan tegen dat zedelooze dansen, tegen
de knievrije rokjes (wat nou juistement
voor mijn oude oogen een lust is om
naar te kijken), tegen de laag-uitgesneden
halsjes, (waarvoor ik, ouwe zondaar, een
kwasi boodschap in een winkel verzin
als ik zulk een extra aandoenlijk lichaams
deel aanwezig weet), tegen het scharrel-
tonnen en blikkebokkemme, (waar ik den
kriebel van in m'n beenen krijg als ik
het aanschouw en bijkans neiging gevoel
om mee te doen), tegen de wijze waarop
de jongelingen van tegenwoordig de
jöngedochteren plegen aan te kijken onder
al dat beenen-gewirwar, (men hoort
daarbij dan ook niets te zeggen en de
oogleden zediglijk neergeslagen te hou
den), dat alles wordt van den kansel
afgekondigd als zijnde uit den booze,
en tochnemen de Gereformeerde
Broeders dans-advertenties in hun Ge
reformeerden Aschketel op. Maar wat
het toppunt is, is dat ze een advertentie
van een magnetiseur opnemen, zoo'n
moderne kwalzalver die door „natuur
krachten" en dergelijke kunstemakerijen
de zieken wil beter maken. In de eerste
plaats is dat concurrentie tegen den
gemeentearts, dus daarom vindt ik het
niet netjes zoo'n advertentie op te nemen.
Heeft Dr. Rupert jullie ooit een strocthalm
in den weg gelegd In de tweede plaats
staat er in den Bijbel nadrukkelijk ge
waarschuwd tegen toovenaars, en dui
velbezweerders en zulk soort tuig. Maar
De Broeders maken er reclame voor 1
En dan genezing door „natuurkrachten",
leder mensch die iets van de wereld in
z'n tegenwoordigen vorm gezien heeft
weet wat dat beteekent. Alles wat gods
dienst betreft, alles wat geestelijk is,
wordt uitgeschakeld enkel met de natuur
willen die heeren duivelbezweerders te
maken hebben Nou vraag ik je 1En
daar maakt de Aschketel propaganda
voor. En nou denk ik nog niet eens
aan wat achter dat woord „natuurkrach
ten" kan verscholen liggen en ook mo
gelijk hier wel achter verscholen ligt.
Ik bedoel dat dat woord wel eens een
aanlokking kan zijn voor iets héél anders,
zooals een ouwe vrind van me eens
ondervond,dieopzoo'nnatuurkrachtelijke
advertentie afging en allerliefst werd
ontvangen door een magnetiseuze die
'm z'n portemonnaie ontfutselde, en
waarna hij door een sterke natuurkracht
.He trappen af en de deur uitgesmeten
werd. Men denke zich eens in de ons
Ghristelijk blad daaraan z'n medewerking
verleende 1 Werkelijk het is beslist noodig
dat de redactie van dat blad voortaan
eerst grondig onderzoekt wat er bij die
advertenties eventueel kan achter zitten,
zulks tot lichamelijk en geestelijk heil
van hunne lezers. Het is hun christenplicht
dat op zich te nemen, en daarbij alle
natuurkrachten te trotseeren, zelfs al
werden dezé door de aanminnigste mag-
neüseuses ter wereld opgewekt. Breng
het in de eerste volgende redactiever
gadering in stemming. Ik wed dat
Broeder Aandendijk de eerste is die zich
wenscht op te offeren tot heil van de
gemeenschap. BRANDNETEL.
het aller goedkoopste adres voor
en overtuigd U
Ingezonden
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Soest, October '27.
Den Heer Redacteur van
„de Soester, Soest.
M. de R.
Naar aanleiding van mijn per 4 Oc
tober '27, ingezonden stuk over de
Gastoonkamer verkoopen en de daarop
gegeven inlichtingen aan de Redactie
v.h. Soester Nieuwsblad, dat onderge-
teekende niet op de hoogte zou zijn,
verzoeken onderstaande Installateurs en
Winkeliers hiermede te verklaren, nim
mer één order via de Toonkamer te
hebben uitgevoerd.
Onderstaande personen hebben dit
alle schriftelijk verklaard, waarvan on-
dergeteekende inzage kan verleenen.
P. Ekel, Torenstraat.
Gebrs. Gielen, v. Weedestraat.
Th. van Kalleveen, v. Weedestraat.
C. J. van Hengstum, Middelwijkstraat.
Fa. Kerkhof Co., Steenhofstraat.
C. Radstok, Beukenlaan 21 dd.
Jac. Waal, Veenhuizerstr. 9b.
G. Reijerse, L. Brinkweg 46.
H. v. Herwaarden, Heuvelweg 6.
U dankzeggend voor de verleende
plaatsruimte.
Hoogachtend,
U Ed. Dw.
A. W. P. VISSER
Bosstraat 21e.
Aan de Redactie van
„de Soester".
Mijne heeren.
Bij de voorlaatste benoeming, vier
jaren geleden, heb ik mijn stem verheft
tegen het in het bezit nemen van een
zetel door Broeder van den Bergechter
zonder gevolg hij bleek te zeer op dat
baantje gesteld te zijn en de daaraan
verbonden inkomsten kon hij ook best
gebruiken.
De tijd heeft me aardig in het gelijk
gesteld, zelden zag ik een grooter fi
asco, en de retraite zoowel uit het
College, als uit den Raad —nogvóór
het verstrijken van zijn tijd, was lang
niet eervol.
Bij laatste benoeming heeft zich on
geveer hetzelfde voorgedaan, toen
Broeder Endendijk ziel geroepen ge
voelde een zetel in te nemen, niette-
gende de firma van Klooster, Endendijk
en Batenburg nog niet is geliquideerd
en die Heeren ook niet zijn gerehabi
liteerd. Ook hier zullen de verdiensten
wel een woordje meespreken 100n/„
weekloon meer of minder is heel wat,
maar mag het Gemeentebelang daaraan
opgeofferd worden?
Temeer had deze Broeder dit niet
mogen doen, waar hij bij voorbaat al