GAAT GIJ OP REIS?
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
.WIEHTAS
GEMEENTE-FILM
REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN D00RNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TELEF. 2048, SOESTDIJK
ALGEM. BEGRAFENIS-ONDERNEMING „SOEST"
N.V. Middenstandsbank
BIJKANTOOR: SOEST
Verhuring van
Safe-Loketten
KENNEL THE COTTAGE
GARAGE „MIDDELWIJK"
No. 26
Zostlsnde Jaargang
Zaterdag 30 Juni 1626
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE EN REDACTIE: V. WEEDESTRAAT 7. SOEST
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS O UUR
INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAGAVONDS O UUR AAN HET BUREAU
UITGEVER: G. VAN DEN BOVENKAMP, VAN WEEDESTRAAT 7, TELEFOON 2062, SOESTDIJK
ADVERTENTIËN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CENT, ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST
Kantoor: TORENSTRAAT 8, Telef. 2086
AREND WIERSMA, Torenstraat 8. Tel. 2086.
Directiej KOETS, Spoorstraat 24, Telefoon 2226
Voor R K. teraardebestellingen wende men zich tot den Heer W. SUKEL,
Koster der H.H. Petrus en Pauluskerk.
99
99
OF WEL
DE ACHTVOUDIGE LEUGENAAR.
In „de Bode" van 16 Juni 1.1. komt
een artikel voor, dat door het Soester
Nieuwsblad van 21 dezer in zijn geheel
wordt overgenomen. De schrijver ervan
noemt zich „Veritas", wat beteekent
„Waarheid". Indien echter ooiteen naam
misplaatst is geweest, dan is het wel
deze. lntegenstelling met waarheid is
het geen door hem verteld wordt puur
verdichtsel en leugen. Wij geven hier
onder zijn leugens weer en laten onzen
commentaar erop volgen.
EERSTE LEUGEN.
„De gemeenteriaren staan hier aan
een onrechtvaardige en leugenachtige
critiek bloof\
Wil meneer Veritas eens zoo vrien
delijk zijn op te noemen welke gemeen
tenaren dat zijn Indertijd heeft de
Soester er het zijne van gezegd dat een
ambtenaar die aangesteld was om de
administratie van het Wegenfonds bij
te houden, en daarvoor betaald was en
werd, geen letter en geen cijfer op papier
had staan. Eveneens hebben wij er het
onze van gezegd dat deze ambtenaar
dank zij de welwillendheid van de
meerderheid in den raad nog honderd
gulden extra kreeg voor een diploma
dat hij niet had, nadat hij zich dat geld
eerst had toegeeigend zonder toestem
ming van den Raad. Nadien heeft De
Soester de snoodheid gehad in het
openbaar den directeur van het grond
bedrijf aan te vallen, omdat hij en niemand
anders dan hij, de oorzaak ervan is dat
herhaaldelijk balansen moesten worden
gemaakt die in hun opzet al fout waren,
dat de gansche administratie ondeug
delijk was, dat de gemeente op on
kosten gejaagd is (Van Arkel, Kraaikamp)
die hadden voorkomen kunnen worden,
dat de gemeente jaren lang in de mee
ning heeft verkeerd dat het grondbedrijf
reuzen winsten maakte doordien hijzelf
dit in zijn partijblad publiceerde, dat
thans het gansche gemeentebestuur met
z'n handen in het haar zit om de zaak
weer recht te zetten enz. enz. Het is
mogelijk dat de Soester nog wel eens
meer iets over een ambtenaar heeft
geschreven, maar STEEDS WAS DIT
GEMOTIVEERD. Mijnheer Veritaskome
nu eens op om zijn bewering dat door
ons de ambtenaren aan een onrecht
vaardige en leugenachtige critiek bloot
staan waar te maken. Hij noeme nu
eens, precies als wij thans doen, NAMEN.
Hij late het zijn lezers nu eens duidelijk
zien, zonder algemeen gescherm met
groote woorden, dat wij inderdaad
ambtenaren hebben aangevallen, die dit
niet verdienden. Het is o zoo gemakkelijk
iemand iets in de schoenen te schuiven
en verdacht te maken, en vooral in een
partijblad als „De Bode" en „Het
Soester Nieuwsblad" is het een klein
kunstje met groot vertoon op een neutraal
plaatselijk blad af te geven, en zijn
lezers voor te spiegelen dat de schrijvers
in dat neutrale blad allemaal leugenaars
en lasteraars zijn. Maar laat de redactie
van „De Bode" en „Het Soester Nieuws
blad" nu eens HAAR leugens waar
maken laten ze in het volgend nummer
nu eens komen niet met woorden die
er alleen op berekend zijn om in te
slaan bij hun lezers, maar met FEITEN
en NAMEN, precies zooals wij dat doen.
Doen zij dit niet, och het is in eigen
oogen misschien wel een fraai, maar in
de oogen van de WELDENKENDEN
een allermisselijkst gebaar, te zeggen;
wij antwoorden De Soester niet, die
zwijgen we dood dan zijn wij zoo
vrij hieruit de gevolgtrekking te maken
dat de leden dier redacties voor
alle inwoners van Soest voor leugenaar
staan.
TWEEDE LEUGEN.
„Die (onrechtvaardige en leugenach
tige) critiek wordt gesteund door de
gemeente-autoriteiten"
Dit slaat men zou blind en doof
moeten zijn om dat niet te begrijpen
op den burgemeester die het gewaagd
heeft, wat vóór hem nog nimmer iemand
waagde, in het openbaar van zijn ont
stemming blijk te geven over het beleid
van den directeur van het grondbedrijf,
den heer van Vliet. En de weldenkende
en welbegrijpende lezer weet ook wel
dat niet dit feit op zich zelf de redacties
van „De Bode" en „Het Soester Nieuws
blad" zoo boos maakt, maar het ver
schijnsel als zoodanig. Immers de heer
van Vliet behoort tot hen van wien nog
slechts enkele jaren geleden gezegd
werd dat hij tot „de burgemeesters van
Soest" behoorde. Hij was een van die
onaantastbare personen van wien men
slechts fluisterend durfde spreken, hij
was een van die machten waarin men
een gansche partij belichaamd zag. En
nu moge dit den laatsten tijd niet meer
in die mate het geval zijn als voorheen,
het aureool van vroegere macht en
onaantastbaarheid was toch nog niet
geheel vervaagd, en daarom wordt ook
door zijn aanhangers, door de redacties
van „De Bode" en „Het Soester Nieuws
blad" een aanval op hem beschouwd
als een aanval op henzelve, die het niet
kunnen verkroppen dat aan hun vroegere
medezeggenschap in het gemeentebe
stuur een eind is gekomen, die met
verbeten woede zien hoe andere partijen
woordvoerders in den Raad brachten
die wars waren van de „gemoedelijk
heid" van vroeger, die de waarheid
durven te zeggen, wien en wat deze
ook betreffen moge.
En nu waagt de burgemeester het
zich te scharen aan de zijde van hen
die niet van verdoezelen houden Hij
waagt het in het openbaar over een
van die vroegere grootheden woorden
van afkeuring te doen hoorenHij
waagl het uit het schuitje te stappen
waarin men hem zoo gaarne had zien
blijven zitten, meevarende met de oogen
dicht! Hij waagt het het mes in de
wonde te zetten, de rotte plekken uit
te snijden, hij waagt het zelfstandig
te zijn Daarmede heeft hij het ver
bruid in het kamp onzer tegenstanders
en daarom moet ook hij den volke
worden voorgespiegeld als een die
meedoet aan leugenachtige en onrecht
vaardige critiek Maar zij die het kwaad
onder de oogen durven zien, zij die
overtuigd zijn dat juist al die vroegere
„gemoedelijkheid" de pest is geweest
voor onze gemeente, en mochten
sommigen niet overtuigd zijn, dan kijken
zij hun belastingbiljetten van 1915 tot
1928 maar eens na 1 zij die openlijk
durven zeggen dat het gemakkelijker
het volk te misleiden met leugenachtige
krantenartikelen dan het te leiden door
een krachtig bewind, zij zullen niet
aarzelen hulde te brengen wien hulde
toekomt.
DERDE LEUGEN.
„De critiek is niet gegrond, maar
men becritiseert uit persoonlijke an
tipathie of haat"
Het debiteeren van een dergelijke
lafheid is wel het laatste wat wij zelfs
van onze tegenstanders verwacht hadden.
Zij weten net zeer goed, dat alle critiek
die uitgebracht is, hetzij in den raad
hetzij erbuiten, een degelijken grond
had. Maar zij weten ook dat er méér
is dan openlijk gezegd kan worden,
dat hetgeen men krachtens zijn functie
als raadslid is te weten gekomen, uit
stukken die niet openbaar gemaakt zijn,
uit officieuze en geheime besprekingen,
niet publiek gemaakt mag worden. Ware
dit niet het geval, en zouden wij ge
rechtigd zijn bijvoorbeeld het rapport
van den heer Kraaykamp, een onpar
tijdig beoordeelbaar, collega van den
heer van Vliet zelfs, te publiceeren, dan
zou terstond met eigen oogen kunnen
zien, dat dit voor ieder neutraal be
schouwer, zelfs al had men zelfs van
den heer van Vliet nooit iets gezien of
gehoord, aanleiding moet zijn tot
critiek.
VIERDE LEUGEN.
Het mooist is nog dat de ambtenaren
wien de critiek geldt zich niet in het
openbaar mogen verdedigen en zich
zonder protest of verdediging moeten
laten afmaken".
Het is buitengewoon verwonderlijk
te noemen dat de redactie van het
Soester Nieuwsblad en van De Bode
zich, alvorens dezen leugen te lanceeren
niet eens om inlichtingen gewend hebben
tot bevriende mogendheden als de
heeren Endendijk en van Klooster. Zij
hadden dan kunnen vernemen dat de
gansche raad juist unaniem van oor
deel is, dat zij die aangevallen worden
ten volle gelegenheid krijgen zich
te verdedigen, en dat ook den heer Van
Vliet alle gelegenheid gegeven is zijn
beleid te rechtvaardigen. Dat dit niet
in het openbaar is geschied, heeft voor
de hand liggende redenen, waarvan wel
de voornaamste is, dat het voor de
betrokken personen niet aangenaam
geacht werd zich in een openbare
raadsvergadering ten aanschouwe van
Jan Publiek te moeten verantwoorden,
Stelden die personen het op prijs het
wel te doen, zij hadden slechts een
kik behoeven te geven en aan hun
wensch zou voldaan zijn. Doch ook
van te voren is door den burgemeester
die alles zoo nauwkeurig mogelijk heeft
nagespeurd, en tijd noch moeite heeft
gespaard zich in deze lastige materie
volkomen in te werken, alle gelegenheid
gegeven tegen zijn beweringen aan te
voeren wat men maar wilde. En wij
zijn overtuigd dat de burgemeester die
ten dezen allerminst een bekrompen
standpunt inneemt, volle toestemming
zou verleend hebben, indien de heer
van Vliet hem verlof had gevraagd om
in de plaatselijke pers zijn houding
uiteen te zetten en zijn beleid te recht
vaardigen. Maar voor en aleer dit
gevraagd is, heeft niemand het recht
den burgemeester er een verwijt van
te maken dat hij ambtenaren die in het
openbaar worden aangevallen, verbiedt
zich te verdedigen. Zooals ook dit weer
door „De Bode" en „Het Soester
Nieuwsblad" wordt gezegd, kan het
geen andere kwalificatie erlangen dan
die van LEUGEN en LASTERLIJKE
INSINUATIE. Wij brengen bovendien
in herinnering dat de heer van Vliet
met toestemming van Wethouder van
Elten zijn verdediging van het grond
bedrijf verleden jaar in „Het Soester
Nieuwsblad" heeft gepubliceerd. Men
zal zich de langzamerhand beruchte
f51000.— winst nog wel herinneren!
VIJFDE LEUGEN.
Onder de ambtenaren heerscht een
geest van onrust en zenuwachtigheid,
die niet anders dan moordend op het
door hen te verrichten werk moet werken
en waarvan het publiek de dupe wordt
enz".
Ten einde zeker ervan te wezen of
i in hoeverre dit waarheid bevatte
hebben wij bij de bron zelve geïnfor
meerd, en de zekerheid verkregen dat
ook dit alles niets meer en minder is
dan leugen. Van onrust of zenuwach
tigheid is geen spoor te ontdekken de
ambtenaren zijn welwillend tegenover
het publiek als altijd. Dat het publiek
de ambtenaren betitelt met „akelige
kerels, stugge en onbeleefde lui, die het
afsnauwen" is een leugen. En de re
dactie van „De Bode" en „Het Soester
Nieuwsblad" moeten maar weer eens
op de proppen komen met feiten en
namen om aan te toonen dat wat wij
hiervoor gezegd hebben onjuist is.
ZESDE LEUGEN.
Geen wonder dat de ambtenaren
zoo gauw mogelijk van hier zien weg
te komen en men kan wel begrijpen
dat goede krachten zich wel zullen
wachten te solliciteeren naar een be
trekking ter secretarie eener gemeente
waar zulke toestanden heerschen".
Het is ons bekend dat er verschil
lende ambtenaren druk solliciteeren om
hier weg te komen. Deze ambtenaren
zijn te splitsen in twee groepen, ten
eersteambtenaren die hier graag weg
willen omdat de grond hen te warm
onder de voeten wordt, ten tweede:
ambtenaren die solliciteeren omdat het
werk hier hen niet bevalt. Dat er ambte
naren zijn die trachten elders een plaats
te krijgen omdat ze hier zenuwachtig
en onrustig zijn gemaakt door het kran
tengeschrijf, is misschien waar ten
aanzien van de eerstbedoelde groep,
maar pure fantasie wat de andere be
treft. Wat de eersten betreft, zij deden
wèl zoo spoedig mogelijk heen te gaan
de gemeente zou er slechts bij gebaat
zijn. Helaas zijn de tractementen hier
echter zoo hoog, dat het hen zeer moeilijk
zal vallen elders een belooning naai
hunne capiciteiten te krijgen die ook maar
eenigszins benadert die welke zij hier
genieten. Wat de tweede categorie be
treft, daaronder is, naar onze inlichtingen
luiden, allereerst de heer Monsma te
brengen. Deze uitstekende ambtenaar,
op wiens persoon of op wiens werk
niemand iets aan te merken heeft,
integendeel heeft zich van alle critiek
die is uitgeoefend, niets, maar dan ook
heelemaal niets aan te trekken, en doet
dit dan ook niet. Dat hij desondanks
solliciteert is dan ook alleen te wijten
aan den ellendigen toestand waarin zijn
voorgangers, waarmede in de eerste
plaats bedoeld worden de heeren Ben
schop en Van der Woudezijn afdeeling
hebben achtergelaten. Het is überhaupt
niet aangenaam de vuile boel van een
voorganger te mogen beredderen, maar
wanneer daar dan nog bijkomt dat
bescheiden eenvoudig spoorloos ver
dwenen zijn, dat in menig opzicht de
taak waarvoor hij gesteld is hopeloos
schijnt, wanneer daar dan nog verder
bij komt gedwongen samenwerking met
een ambtenaar die voor zijn taak niet
berekend is, ja dan kunnen wij ons
levendig indenken dat iemand met de
capaciteiten van den heer Monsma sol
liciteert naar een plaats waar hij zonder
al die onaangenaamheden zijn werk kan
verrichten. Dit, meneer Veritas, dit
alleen, redacties van „De Bode" en
„Het Soester Nieuwsblad" is de waar
heid, en wat gij als reden voor zijn
sollicitatie noemt want ook gij be
doelt den heer Monsma is niet meer
en niet minder dan puur verdichtsel,
ZEVENDE LEUGEN.
„Men klaag! erover dat de vestiging van
vreemdelingen niet meer zoo goed gaat als
vroegere jaren. Kan dit verwondering baren
waar de gemeente in zulk een kwaden reuk
gebracht wordt".
Het is nog maar kort geleden dat
wethouder Koenders ons vertelde dat
het aantal bouwvergunningen dat van
vorige jaren zeer verre overtreft. Als
men meneer Veritas moet gelooven dan
komt dat omdatde vestiging zoo
buitengewoon slecht gaatDe oorzaak
van dit laatste is natuurlijk te zoeken
in het geschrijf van De SoesterDat
spreekt van zelf. Niet het uitermate
slechte rechtsche bewind van voorheen,
waarvan thans de wrange vruchten
geplukt worden, niet het werk en het
beleid van ambtenaren waarvan het
resultaat thans blijkt, niet de vriendjes
politiek van voorheen, niet het omsprin
gen met de gemeentelinancien alsof de
millioenen maar voor 't grijpen lagen
zoodat om maar één staaltje te noemen
in andere, VEEL RIJKERE gemeenten
ambtenaren salarisverhooging vroegen
en kregen naar het voorbeeld van het
VEEL ARMERE SoestWanneer Soest
in een kwaden reuk staat, dan is dat na
tuurlijk niet te wijten aan ai die vroegere
rotte toestanden, omdatnu ja, het
ligt toch voor de hand „De Bode" en
„Het Soester Nieuwsblad" kunnen toch
kwalijk hun voormannen van voorheen
disqualificeeren IDaarom, en daarom
alleen wordt thans de schuld geschoven
op „De Soester", iets waarom elk die
dit leest en die beschikt over normale
hersenen, eenvoudig lachtHet is dan
ook èl te bespottelijk. En de heeren
van rechts moeten toch wel in zeer
sterke mate wat men noemt „nattigheid
voelen" dat zij het wagen te trachten
op een dergelijke wijze degoe-gemeente
zand in de oogen te strooien.
Met verbazing mag men zich afvra
gen hebben de heeren nu nog niets
geleerd Heeft de stem van het volk
bij de verkiezingen verleden jaar nog
niet duidelijk genoeg gesproken Heb
ben zij niet alles in het werk gesteld
om, evenals nu gedaan wordt, het volk
te misleiden, en hen, die hun stem
durfden verheffen tegen wantoestanden,
af te schilderen als schreeuwers en
oproerkraaiers Een zeer bittere pil
die voor hen uit de stembus kwam!
Want de inwoners van Soest toonden
niet doof en blind te zijn, en ondanks
alle verdachtmakingen, ondanks alle
gescheld en geschreeuw, kregen de
heeren van rechts een moreele neder
laag te slikken waarvan zij niet hadden
kunnen droomen. De Soester durft
waarheid spreken, houdt niet van ver
doezelen eri goedpraten, en dat is het
wat hen het meest dwars zit, omdat
het regelrecht tegen hun dompers-po
litiek ingaat. En daarom werd De
Soester verleden jaar in den ban gedaan
door Ds. van der Meulen, met het ge
volg dat het aantal abonnementen iedere
week steeg En thans wordt De Soester
in de ban gedaan door meneer Veritas
en de vereeniging „Roomsch Leven'*
wat andersdenkenden, die voorheen lauw
tegenover de gebeurtenissen in onze
gemeente stonden, gereede aanleiding
zal zijn om onze actie te steunen.
ACHTSTE LEUGEN.
„De Vereeniging Roomsch Leven
heeft een motie aangenomen waarin
o.m. gezegd wordt dat De Soester een
aanmerkelijk gedeelte de bevolking in
hare meest teere gevoelens op gebied
van geloof en zeden krenkt, tal van
personen beleedigt en het openbaar
gezag afbreuk doet".
Wij gelooven niet dat het noodig is
veel aan dit stelletje brutale leugens
toe te voegen. Wij tarten genoemde
vereeniging, wij tarten de redacties van
„de Bode" en „Het Soester Nieuwsblad"
hun beweringen waar te maken met
het noemen van feiten en namen. Het
is o zoo gemakkelijk een algemeene,
in eigen oogen fraai-lijkende formule
op te stellen, waarmede getracht wordt
eenvoudige menschen te overdonderen.
Maar het Js minder gemakkelijk een
lasterlijke insinuatie, die slechts ten
doel heeft strijd op het gebied van
gemeentebeleid en gemeentebeheer om
te zetten in strijd tusschen Roomsch
en Protestantsch geloof, waar te maken
Nimmer is in De Soester één krenkend
woord ten aanzien van het Roomsch
geloof voorgekomen. Nimmer is door
ons in strijd met de goede zeden ge
handeld. Nimmer zijn door ons perso
nen beleedigd,noch ishetopenbaargezag
afbreuk gedaan. Integendeel, wij hebben
het openbaar gezag gesteund waar bleek
dat dit den goeden weg bewandelde
namelijk Soest vrij maken van de kwade
invloeden voortspruitend uit rotte toe
standen van voorheen. Doch wij be
houden ons het recht voor critiek uit
te oefenen op allen die eenige functie
in het openbaar gezag bekleeden, indien
naar onze meening verkeerd gehandeld
Wat de „beleediging van personen'*
betreft, och dat slaat natuurlijk op onzen
„Brandnetel" voor wiens „Gemeente
filmen" nog steeds de redactie de volle
verantwoordelijkheid draagt. Brandnetel
heeft nu eenmaal methode van schrijven,
waarin hij op schertsende wijze zijn
indrukken weergeeft, en daarbij heel
vaak den draak steekt met personen
die daartoe zelve deaanleiding
waren. Vinden deze dit beleedigend,
welnu het staat hen vrij een klacht
wegens beleediging in te dienen, zooals
door ons reeds tweemaal gedaan is
tegen den heer Smit. Maar dat is het
niet, wat onze tegenstanders ergertzij
weten zelf maar al te goed dat het met
die „beleediging" nog wel los loopt,
Het is heel wat anders wat hen dwars
zit en wel dit, dat Brandnetel de gave
bezit op geestige wijze die personen,
zich er naar gedragen hebben, belache
lijk te maken. Veritas noemt Brandnetel
„doodend", en inderdaad c'est le ridicule
que tue I Wij kunnen het ons levendig
voorstellen dat het niet zeer aangenaam
aandoet, wanneer men getracht heeft
zich een air van waardigheid te geven,
wanneer men geprobeerd heeft een
meening ingang te doen vinden bij zijn
volgelingen, te ervaren dat Brandnetel
met één pennestreek het gehoopte succes
vernietigt en de lachers op zijn hand
heeft. Wij geven de redactie van De
Bode en Het Soester Nieuwsblad dan
ook den raad zorg voor een gelijk-
waardigen tegenstander het is de eenige
manier om de lachers op Uw hand te
krijgen, iets wat gij door het aannemen
van moties toch nooit gedaan krijgt.
Met het bovenstaande hebben wij
Veritas, die zich voordeed in de kleedy
der waarheid, hiervan stuk voor stuk
ontdaan, zoodat hij thans voor ons staat
niet als de naakte waarheid, maar als
één brok leugen.
Wij tarten hem nogmaals met zijn
weerlegging te komen, en waar te maken
datgene wat wij hebben aangetoond
leugen te zijn. Wij zijn ten allen tijdi
bereid het tegen hem op te nemen
waar en op welke wijze het zulks mocht
wenschen. Want WIJ VREEZEN DE
WAARHEID NIET!
„REDACTIE".
voor Amersfoort en Omstreken
VAN WEEDESTRAAT 37
TELEF. 2097
Deskundige voorlichting hij
den aan- en verkoop
van Effecten.
Verzilveren van Coupons
Handelscredieten
incasseeringen
SPAAR-DEPOSITO'S rente 4%
LXXiV
Men zegt wel eens van iemand die
het met de waarheid niet zoo nauw
neemt: „Die is aan zijn eerste leugen
niet gebarsten". Maar als je De Soester
vandaag leest dan moet je toch respect
hebben voor VERITAS, die van acht
leugens tegelijk nog niet barst. En 't is
toch maar zoon'n klein mieserig ventje
die Veritas. Ik ken hem best. Hij is
altijd vol ijver om allerlei nieuwtjes uit
te visschen, en het schijnt dat hij nu
ook visscher op het gemeentehuis is
geweest. Tenminste als je dat zoo leest
van die ambtenaren, dan moet je toch
zeggen dat-ie dat keurig heelt bij elkaar
gevischt. Sjonge, sjonge, wat ben ik
begaan met die arme stakkers van ge
meente-ambtenaren. Ja dat is toch niet
mis, dat al die stumpers zoo onrustig
en zenuwachtig zijn geworden dat ze
niet behoorlijk meer kunnen werken.
En dat is geen overdrijving hoor! Ik
ben persoonlijk poolshoogte gaan nemen.
Hieronder volge mijn verslag
Beneden links zaten er twee plus een
juffrouw. Die twee hadden een thermo
meter in den mond, waarop ze iedere
minuut angstvallig mekaar's temperatuur
aflazen. De dokter had nadrukkelijk
voorgeschreven als de temperatuur boven
de 37 kwam, dan terstond met koude
omslagen naar bed. De juffrouw lag
juist in katzwijm boven d'r schrijfmachine
was bezig zich zeil bij te brengen
met een rumboon in allerijl door Beu
zel eigenhandig aangedragen. In de
verte ontdekte ik ten slotte nummer
vier, die vrijwel onzichtbaar was van
de vele rookwolken die hem omhulden
volgens doktersvoorschrift veertien pij
pen portorico daags. Op mijn belang
stellende vraag hoe ze zich voelden
kwam slechts een zenuwachtig gefluister
ten antwoord, waaruit ik meende te
verstaan: „we worden nog stapelgek
als 't zoo doorgaat".
In de afdeeling ernaast was de toe
stand nog treuriger.
Daar ontdekte ik een grijzend en grijn
zend man plus een jongeling, beiden
welhaast wezenloos voor zich uitstarend,
en beiden voorzien van een pijpdoch
men kon het hen aanzien dat de kracht
om er aan te lurken hen ontbrak. Mijn
vraag: „hoe gaat het?" deed hen op
schrikken. Een langgerekt: „beroerd"
door beide in dezelfde seconde en met
dezelfde vertwijfeling uitgezucht, was
het antwoord. De volgende lokaliteit werd
bewaakt. Althans dat meende ik op te
maken uit het feit dat een politieman
die net een gezicht trok als een bereden
agent zonder paard, zich voor het loket
had geposteerd. Dat de man zwaar
zenuwziek was bleek terstond doordat hij
op het aanbieden van een sigaar niet
reageerde. Binnen gekomen zag ik twee
gedaanten weggedoken in een kast, zoo
dat slechts hunne achter-einden zicht
baar waren. Toen ik m'n keei schraapte
om hen attent te maken op mijn aan
wezigheid, sprongen ze op alsof
door een vloo ter grootte van een mei
kever waren aangevallen. Dat ze beiden
niet ver af waren van een transport
naar Den Dolder, zag ik terstond aan
hun verwilderde uitdrukking. Op m'n
vragen antwoordden ze niet eens, zoo
dat ik me maar weer naar een andere
afdeeling begaf. Daar moesten twee
ambtenaren zitten, doch eerst na lang
zoeken ontdekte ik de tweede, die voor
negen tiende begraven lag onder boeken
en papieren. „Zoekt U iets?" vroeg ik
beleefd. „Ik zoek al een halfjaar", ant
woorde hij met een grafstem, „maar
met dat beroerde grondbedrijf zou je
jezelf onder den grond werken,". „U
schijnt nog erg frisch", aldus wendde
ik mij tot den ander. „Nooit frisch ge
weest", bromde de eerste ten antwoord.
Ik vervolgde mijn tocht en kwam bij
den gemeentesecretaris. Ik merkte dade
lijk dat het daar ook al mis was; hij
rookte niet. Zijn anders glimmend
schedelvlak staarde mij dol aan. Zijn
welwillende trekken waren overgoten
met een waas van onzegbare droefheid.
De man leed zwaar, zonder eenigen
twijfel. „Ook al last van zenuwen secre
taris?" vroeg ik. „Zenuwen, meneer,
zenuwen?" kreet hij uit, „als de
toestand nog een weck zoo duurt kun
nen ze mij wel in het dwangbuis zetten,
Hebt U daar in de gang die agent zien
staan Nou, een van die afdeeling heeft
gister al een bevlieging gehad; die
kwam na het koffiedrinken met een
met geweld in de burgemeesterskamer
omkieperen; allemaal de koorts op d'r
lijf door dat vervloekte grondbedrijf. Ik
voor mij wou dat Soest voor 98
uit water bestond. De helft van de stuk
ken is zoek en de andere helft is in
de war. Alle menschen hier helpen de
laatste weken uit alle macht mee om
voor 1 Juli de balans klaar te krijgen.
De eene helft spoort stukken op, de
andere sorteert ze en probeert er uit
wijs te worden". „En Uzelf meneer de
secretaris?" „Ik houd toezicht, en
daarom ben ik ook de minst abnormale
op 't moment". „En kan ik den burge
meester ook even spreken?" Een
snik welde uit 's mans keel op toen hij
antwoordde: „Daarnet per brancard
weggebracht".
Ontroerd sloop ik heen.
Nog één afdeeling moest ik hebben,
die van den chef van het grondbedrijf.
Aldaar binnengekomen zag ik terstond
aan 's mans fijnbesneden trekken en aan
de rustige wijze waarop hij zijn sigaar
bezoog, dat hij volkomen kairn was.
„En meneer, vertel U me eens, lijdt U
ook zoo under?" „Ik meneer, kun
je begrijpen. Ja, ik zal me daar te sappel
maken voor zoo'n grondbedrijfie! Ik
begrijp niet wat ze allemaal in d'r hoofd
halen. De oplossing is toch zoo een
voudig mogelijk. Ze nemen eenvoudig
mijn balansies aan en klaar zijn ze".
„En dat krantengeschrijf, maakt dat niet
vreeselijk nerveus?" „Kun ie begrij
pen M'n vrouw en ik zitten iederen
avond als er een krant uit komt ons
een stuip te lachen om al de herrie die
er om geschopt wordt. Nee hoor, zoo
lang de gemeente nog iedere maand
vierhonderd poppies neertelt is er heele-
gaar geen reden om zenuwachtig te
worden. Saluut meneer, U neemt me
niet kwalijk, maar het is op slag van
vijven en ik ben een man van de klok".
De Aschketel had ditmaal gelijk. De
toestand is werkelijk onhoudbaar. Naar
verluidt zullen ook de beide wethouders
eerdaags met vier weken verlof naar
Zwitserland gaan. Er loopen geruchten
dat Jhr. Busch van den Heezerlaan tot
den Wiecksloot gedurende dien tijd
dictator wordt. Maar ik vrees, dat na
afloop daarvan de marechaussee weer
opgeroepen moet worden.
BRANDNETEL.
Geeft Uw honden ter verzorging in
DRIFTJE 6
Burgerlijke Stand
GEBORENPieternella, d. v. G. Meer-
veld en K. v. Zijst Theodorus
Wilhelmus, z. v. P. W Langendam
en H. J. Franken Elfriede Anna,
d. v. H. v. d. Brink en A. E.
Fischer Johanna Francisca, d.
v. F. P. Verweij en P. Kramer.
ONDERTROUWD: C. G. v. de Bell,
27 jr. en J. Plekkepoel, 25 jr.
A. v. Velzen, 26 jr. en R. Webber
22 jr.
GEHUWDP. v. Asch en D. Elschot.
OVERLEDEN: Jan v. Hees, 79 jr., wedr.
v. Plekkepoel Hendrik Koele-
wijn, 66 jr., ongehuwd Wilhelmus
Butzelaar, 56 jr., geh. m. M. Luif.
Voor Uw AUTOREPARATIËN is het
blllijkste adres
TELEFOON 2001 - TORENSTRAAT 7
LUXE VERHUUR-INRICHTING
Plaatsell fk Nieuws.
ZEDENDELICT
De politie alhier hield de reeds be
jaarde zwerver L. J. aan, ter zake het
plegen van zedendelict met nog zeer
jeugdige meisjes uit onze gemeente.
De heer Inspecteur heeft de man
aan een streng verhoor onderworpen,
met als resultaat dat de gepleegde
leiten aan het daglicht kwamen.
De man zal voor den Officier van
Justitie te Utrecht worden voorgeleid.
RIJKSTELEFOONDIENST
BAARN—SOEST
Nieuwe aansluitingen
2056 Fotohandel F. A. Voskuyl, Van
Weedestr. 53 Soestdijk. Na 8 uur
n.m. Telef. 396.
2246 Kochheim R. A., Spec. Rep. Inr.
voor Automobielen en Motoren,
Beetzlaan 32 Soest.
Nieuwe extra vermeldingen in den gids
575 Kroon Dr. A. A. v. d., Arts, „Vij
verhof", Eemnesserweg 46.
BAL-CHAMPÈTRE
Blijkens een advertentie in dit blad,
wordt Maandag 2 Juli a.s. in Hotel
„Huis ten Halve" te Soesterberg een
groot Bal-Champétre gehouden ter ge
legenheid van de feestelijke opening
der zonter-dancing in de schitterende
kruiwagen grond aanrijden en wilde die verlichte tuin. Aanvang 8 uur.