ei II. I. van Ee
SCHADE!
:au P. MAN
La Potte Co.
kredieten
apkamer
it bekomen
igist, Tel. 2121
INMAAKAZIJN
- en Waterleiding
- en Waterleiding
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
Hei Wi&jokmd
PUROL
GEMEENTE-FILM
Piano leerares
ïn in depöt
TOG, Dalweg 4, Baarn
Inig geld een prachtig
Inboedels f0.30 per Mille.
i 15 - Telefoon 2118
ZINKWERKER
t 26, Telef. 2256, Soestdijk
PUROL
REDACTIE-ADRES: Mr. J. H. VAN DOORNE, LANGE BERGSTRAAT 5, TEL. 2048, SOESTDIJK
BANK- EN
EFFECTENZAKEN
SAFE-DEP0SIT
E. van Meurs,
WAT IS WAARHEID 7
Wat er de volgende Week
te doen is.
T verstrekt op korten termijn CRE-
1 borgstelling.
Voor 6 maanden vast 31/,
Voor 1 jaar vast .4 »/B
Directie: J. B. DE BEAUFORT
N. C. DE RUYTER
/aschkast met marmer opzet en
Nachtkastje met marmer blad,
Stoelen.
Zie Etalage
t Stof teerder ij
EST DIJK - TELEFOON 2168
>t U tegen
BIJ HET STATION SOESTDIJK
wve inmaak onze
per flesch
/ere van rozijnen gemaakte azijn
Cinkwerker
Sanitaire Werken
59 - Tel. 2198
DEN BROEK
>estdijk-Amsterdam
Wed. D. Haks, Tel. 2037
ser's Boekhandel, 2272
M, Stroomarkt 19, 43919
4 tegen zeer concurreerende prijzen
„RELIGIE EN KUNST"
Een enk'le is er, die zich zet en luistert
Naar 't eeuwig wiss'lend eeuwig
eend're lied
Van den boom, die der sterren glans
verduistert,
Luistert en weent en peinst, maar
wanhoopt niet
Helden en dichters, gij die door der
tijden
Nevel mij toestraalt, als sterren door
mist,
Helpt mij, om van het ruischend
lied te scheiden
Gelijk gij scheidet, toen ge zijn zin
wist.
Gij allen die geoogst hebt warm en
helder
Uw bronzen tros aan den wijnstok
der smart,
En deedt den gouden wijn in donk'ren
kelder
Uitgisten van uw diep gedolven hart
Helden en dichters, helderziende en
wijzen
Die in mij leeft, schraagt met Uw
kracht mijn kracht,
Dat ik wat ruischt in de wolk der
gepeizen
In mijn hart sJuite door de donkere
nacht.
Helpt mij, uw dochter, Iaat mij niet
verderven
Onder 't gebladert, waar geen ster
door straalt,
Maar rijze als gij reest en gaan tot
de erven
Der menschheid, smart gelouterd
smart gestaald.
Fragment uit
„De vrouw in het woud"
door: Henriëttc Roland Holst
Doos 30-60" 90ct
',F n - IM',
No. 35
Zestiende Jaargang
Zaterdag 1 Sept. 1928
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRAAT 7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIËN WORDEN INGEWACHT TOT VRIJDAGS VOORMIDDAGS 9 UUR
INGEZONDEN STUKKEN TOT DINSDAG AVONDS 9 UUR AAN IIET BUREAU
UITGAVE: EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v.d. BOVEN KAMP, TEL. 2062, SOESTDIJK
ADVERTENTIËN: VAN I TOT 5 REGELS 75 CENT. ELKE REGEL MEER 15 CENT
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS 50 CENT PER DRIE MAANDEN FRANCO PER POST
IIET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN. OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1013 (STA ATS Dl. AD NUMMER 308)
Geneest en Verfraait de Huid
l| lijAiatkeaQmgtjfl
OFFICIEEL
Bekendmakingen
AFSLUITING RIJKSWEG SOESTERBERG
De Hoofd-ingenieur-Directeur van den
Rijkswaterstaat in de Directie Zuid-Holland
en Utrecht maakt bekend, dat het gedeelte
van den Rijksweg Utrecht—Amersfoort, ge
legen tusschen Soesterberg en Amersfoort
van 22 Augustus af tot nadere aankondiging
gedurende meerdere uren per dag zal zijn
gesloten voor het verkeer met motorrijtuigen
op meer dan twee wielen en voertuigen.
Gedurende deze uren zal het genoemde
weggedeelte worden afgesloten en zal het
verkeer in beide richtingen over Soest worden
omgeleid, zooals door richtingsborden is
aangewezen.
Het plaatselijk verkeer kan op eigen ver
antwoordelijkheid op den Rijksweg worden
toegelaten, echter met inachtneming van
eventueel door de directie der werken nader
te geven aanwijzingen.
Burgemeester en Wethouders van Soest
vestigen de aandacht der ingezetenen op art.
70 van het Provinciaal Wegenreglement,
luidende als volgt
.De slooten, bestemd tot afwatering der
wegen, mogen niet worden gedempt dan na
bekomen toestemming van Gedeputeerde
Staten er mogen ook in dezelve geen dammen
worden gemaakt, dan voorzien van behoorlijke
kokers, waarvan de wijdte der opening, wan
neer het geldt een provincialen weg, door
Gedeputeerde Staten, ten aanzien dergecon-
cessioneerde wegen door concessionarissen
en ten aanzien der andere wegen door het
schouwvoerend bestuur zal worden bepaald".
Soest, 24 Augustus 1928.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. BATENBURG. G. DEKETH.
We moeten zachtheid nooit als
een teeken van zwakte beschou
wen, zooals we grofheid of ruw
heid nooit moeten zien als een
bewijs van moed.
W. L. WATKINSON
Niets heeft zulk een macht om
den geest te verruimen, als de
bekwaamheid om systematisch
en eerlijk te onderzoeken, al
datgene wat in het leven onder
Uw aandacht komt.
MARCUS AURELIUS
Men hoort wel eens gedachte uiten,
alsof het een blijk zou zijn van een
groote geest en van een opmerkelijke
scherpzinnigheid en bekwaamheid, wan
neer iemand vlug met een oordeel klaar
staat en dan dikwijls nog een scherp,
afkeurend oordeel. Over dingen en
menschen, over motieven van anderen,
over alles, wat maar onder zijn aandacht
komt. Doch daarbij ziet men één ding
over het hoofd. Namelijk, dat dit oordeel
meestal geen „oordeel" is, doch niets
anders dan een „voor-oordeel". En dat
is werkelijk toch heel iets anders en
niet zoo'n prijzenswaardige eigenschap,
als sommigen het vlugge oordeel wel
vinden. Menschen van rijpe ervaring,
wijsgeeren door alle tijden heen, zijn
tot het wijze inzicht gekomen, dat het
een bewijs is van ruimheid van geest,
rijp verstand en ook. van eerbied voor
de gevoelens en gedachten van anderen,
en dus van naastenliefde, wanneer men
zich niet door den schijn der dingen
of door een impuls laat verleiden tot
het uitspreken van een snel en daardoor
meestal onjuist oordeel. Dat de menschen
om ons heen, recht hebben op respect
voor hun motieven en gedachten, op
een eerlijk en onbevooroordeeld onder
zoek daarvan. En dat hierdoor de ver
houding der menschen onderling heel
wat harmonischer en aangenamer zou
zijn, dan dikwijls het geval is, juist ten
gevolge van het snelle oordeelen, het
miskennen van bedoelingen en motieven
van den ander.
Dr. Kerr Boyce Tupper ziet in de
bekwaamheid tot onbevooroordeeldheid
zeer terecht een „aristocratie van den
geest", en zegt in dit verband: „Ware
aristocratie op aarde is niet die welke
voortkomt uit voorgeslacht of uit ge
leerdheid, uit sociale verheffing of uit
weelde, maar eerder die welke voort
spruit uit de gedachten en het leven.
We moeten de aristocratie van het
denken hebben, als voorwaarde voor
aristocratisch leven: een denken, dat
gekenmerkt wordt door rechtschapen
heid zonder openheid van geest zal
er altijd een hardnekkig en hopeloos
vóór-oordeel zijn, en zonder den onder
zoekenden geest kan oppervlakkigheid
van begrijpen niet uitblijven Laat
ieder mensch zelf durven te denken.
Laat niemand iets aanvaarden, omdat
het oud is, of het verwerpen omdat het
nieuw is. Laat ieder elke beproefde en
onderzochte waarheid aannemen, of die
nu oud of nieuw is
Nietwaar? Marcus Aurelius zegt het
in één van zijn vertoogenNiets heeft
zulk een macht om den geest te ver
ruimen, als de bekwaamheid om syste
matisch en eerlijk te onderzoeken, al
datgene wat in het leven onder Uwe
aandacht komt
Het zou goed zijn, indien ouders, de
waarheid hiervan inziende, er een ge
woonte van maakten, bij hun kinderen
de eigenschap aan te kweeken, om niet
te snel te oordeelen, om achter daden
en handelingen van anderen eerder een
„goed motief" te willen vermoeden, dan
een kwaad. En ze zouden dit kunnen
doen, door bij elke gelegenheid die
zich daar maar voor leent, de kinderen
attent te maken op de goede, hulpvaar
dige, vriendelijke bedoelingen, die bij
die gelegenheid door een bepaalde
persoon of groep' van personen tot
uiting werd gebracht. Dat leidt de ge
dachten der kinderen in een opbouwende
richting. J. C. Penney zei: „Indien een
kind vroeg het belang geleerd wordt
van oprechtheid, gehoorzaamheid, recht
schapenheid en wanneer het geleid
wordt tot gewoonten van spaarzaamheid,
zuinigheid en vlijt, zal het, wanneer het
zijn meerderjarigheid bereikt heeft, een
goede grondslag hebben, om op te
bouwen".
Wanneer we den langen weg van
de toekomst afzien en het goede daar
zien, dat er voor ieder van ons te doen
is, dan beseffen we ten slotte, wat een
mooi ding het is, te werken, zei Steven-
son. Dit konden we wel eens bedenken,
naar aanleiding van dit „leggen van een
grondslag" voor de kinderen.
FLORIS C.
BEHANDELEN ALLE
BAARN
KANTOREN TE!BUSSUM
I SOEST
KAMERKRONIEK
Verkenningspatrouilles In
het geaccidenteerde ter
rein der rechtsche samen
werking - Wetsontwerpen
- En wenschen.
Zooals te begrijpen was en waar
schijnlijk ook wel verwacht en gewenscht
werd, heeft de aankondiging van het
ontwerp-program van actie der R. K.
Staatspartij repliek uitgelokt van andere
rechtsche partijen. Het is een voorzichtig
terrein verkennen, een voelen en tasten,
een omzichtig peilen van elkander's
gezindheid omtrent de groote vraag:
Coalitie of geen coalitie? Want de tijd
begint op te schieten. De verkiezings
acties staan op het punt te beginnen,
want het zal geen jaar meer duren, of
de kiezers zullen ten stembus opgeroepen
worden. De wijze, waarop men van de
zijde der a.r. op het r.k. program rea
geerde, zou men zeer tegemoetkomend
kunnen noemen afgaande op wat
de Standaard er in een hoofdartikel
over zei. Men erkent, dat de woordkeus
van het r.k. program wat meer apart
staat, dan bij vorige gelegenheden, maar,
nietwaar de evenredige vertegenwoor
diging heeft ertoe geleid, dat partijen,
die eventueel samen zullen werken, niet
meer als vóór 1918 vóór de stembus
tot overeenstemming pogen te komen.
De kiezers spreken nu vrijwel niet meer
mee in de beslissing over de vraag van
samenwerking met andere partijen. Toch
werd in de Deputatenvergadering voor
de verkiezingen van 1922 en 1925 een
dergelijk verlangen geuit, en men hield
bij de besprekingen van 1922 en 1925
over de Kabinetsformatie met die wen
schen der Deputatenvergaderingen reke
ning. De a.r. kiezers hadden zich vooraf
uitgesproken over een samengaan der
rechtsche partijen en de Kamerfractie
heeft in dien geest gehandeld. Of zij
dat zijn de a.r. thans hetzelfde
kunnen doen, is nog een open vraag.
De toestand aldus het a.r. orgaan
is voor ons wel ietwat gewijzigd.
„Wij hebben alles gedaan, om die samen
werking te behouden. Dat zij verbroken
werd, is niet onze schuld. Wij zijn te
allen tijd bereid een hernieuwing ervan
ernstig onder het oog te zien, doch de
eerste stap kan bezwaarlijk door ons
gedaan worden; we kunnen ons moeilijk
opdringen aan hen, die van de verbreking
der samenwerking de oorzaak waren".
Een goed verstaander heeft maar een
half woord noodig. Hoewel het r.k.
program niets van herstel der coalitie
zegt, hebben sommigen er wel den
wensch uit gedistelleerd. Want het pro
gram wilde vasthouden aan het parle-
mentair-constitutioneele stelsel. Wat ook
insloothet hebben van parlementaire
kabinetten, die hier te lande alleen te
vormen zouden zijn op den grondslag
van samenwerking van partijen. Daar
naast wilde het r k. program handhaving
en doorvoering van de Christelijke be
ginselen in de Staatkunde. Die twee
dingen samennemende, zou men uitkomen
op een samengaan der drie rechtsche
partijen. Maar men zou van a.r. zijde
dan toch wel wat meer duidelijkheid
wenschen op dit punt.
Een kleine wenk
Interessant was ook de indiening van
het wetsontwerp tot goedkeuring van
het op 10 Maart 1928 te Genóve tusschen
Nederland en Frankrijk gesloten arbitrage
en verzoeningsverdrag, met bijbehoorend
protocol, waaromtrent in de toelichtende
memorie van den minister werd verklaard,
dat het arbitrage-verdrag met Frankrijk
van 6 April 1904, krachtens hetwelk
rechtsgeschillen aan arbitrage onder
worpen waren, de destijds in dergelijke
verdragen veel voorkomende uitzonde
ringen van die geschillen bevatte, welke
de levensbelangen, de onafhankelijkheid
of de eer van de verdragsluitende par
tijen aantasten. Tegen deze niet scherp
omlijnde en rekbare uitzonderingen kan
terecht de bedenking gemaakt worden,
dat zij de waarde van de verbintenis
te zeer beperken. Het voorstel, door
de NederJandsche regeering aan de
Fransche gedaan, om het oude verdrag
door een nieuw te vervangen vond
aanstonds bij de Fransche regeering een
gunstig onthaal. Het model der Locarno-
arbitrage-verdragen is zooveel mogelijk
gevolgd, n.l. arbitrage of jurisdictie voor
rechtsgeschillen, verzoening voor andere
geschillen. De inleidende bepaling van
art. I stelt vast, dat beide partijen van
alle onderlinge geschillen, die tusschen
haar mochten rijzen, slechts langs vreed-
zamen weg de oplossing zullen zoeken.
Dat beginsel vindt dan in de daarop
volgende artikelen zijn uitwerking, waar
de procedures behandeld worden, langs
welke deze vreedzame beslechting zal
worden nagestreefd. Natuurlijk blijven
partijen vrij, in concrete gevallen omtrent
andere oplossingen overeen te komen.
Daneenige wenschen. Meneer van
Rappard kwam op voor de belangen
der bonafide veefokkers, en vroeg de
ministers van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, van Justitie en van Buiten-
Iandsche zaken, of het hen wel bekend
was, dat op verschillende veemarkten in
ons land, week in, week uit, nog meer
dan andere jaren, buitenlandsch vee
werd aangevoerd, dat over de Zuidelijke
grenzen gesmokkeld wordt. Of de mi
nisters niet van meening waren, dat daar
door de kans op besmetting van onzen
veestapel door mond- en klauwzeer ver
hoogd wordt. Waren de ministers bereid
om door strengen politie-toezicht of door
andere controle-maatregelen een einde
aan deze smokkelarij te maken En von
den de ministers het niet gewenscht,
zich met België te verstaan omtrent de
wijze waarop deze frauduleuze invoer
zou kunnen worden voorkomen
Mevrouw Bakker-Nort kwam weer pro
testeeren tegen de opheffing van de vierde
postbestelling te Groningen en vroeg
daarom aan den minister van Waterstaat,
of de minister al advies had ontvangen
van den Postraad inzake de wederin
voering van de vierde postbestelling te
Groningen, nu het drie maanden geleden
was, dat die Raad de deputaties uit
Groningen over deze kwestie had ge
hoord. En of de minister het niet nood
zakelijk achtte, om onverwijld de avond
bestelling weer in te voeren in deze
excentrisch gelegen derde handelsstad
van Nederland, nu duidelijk gebleken is,
dat handel en verkeer te Groningen
groote last en schade ondervinden, door
dat na drie uur n.m. geen post meer
wordt besteld
POLITICUS.
v\ Moeders nemen voor de roode,
gesmette of ontstoken huid van
de kleine, uitsluitend
het allerbeste, en dat is
Doos 30en60 ctTube 80 cl. Bi| Apolh.cn Drogisten
LXXXII
Met buitengewoon veel genoegen heb
ik de vorige week geconstateerd dat
mijn veel geliefde Aschketel weer eens
enkele woorden aan dit dierbaar blad
en zijn medewerkers wijdt. Het was
werkelijk een stichtelijk stukje over die
schoolgeschiedenis dat de Aschketel zijn
lezers opdischte. Ik mag dat wel. Hel
spreekt van zelf dat als de overzijde
van rechts zijn mond durft open te doen
over praktijken van zoogenaamde chris
telijke voormannen, ze de volle laag
terug krijgen. Zoo krijg je dan een
aangename gedachten wisseling, die er
slechts toe kan meewerken, de lucht
zuiver te maken. En dit laatste is af en
toe erg noodig. Er is een tijd geweest
dat je geen Aschketel kon opslaan of
je vond er allerlei liefelijks in aan het
adres van dit interessante blad, van Mr.
Jan, van Jhr. Busch van den Wieksloot
enz. en niet te vergeten vooral ook aan
het adres van Uw onderdanige dienaar.
Ja zelfs is het eenmaal zoover gekomen
dat wij met z'n allen door den gerefor
meerden predikant in den ban werden
gedaan. Wat ik me natuurlijk in het
bijzonder vreeselijk heb aangetrokken,
want ik meende altoos dat m'n filmpjes
eenvoudig juweeltjes waren, waar ieder
dol op was, zoodat zelfs mijne broeders
ter rechterzijde er aan smulden. Eilaci.
Na dezen banvloek, officieel gepubliceerd
in het officieele gereformeerde zondags
blad, ben ik vreeselijk braaf geworden.
Geen onvertogen woord is meer over
mijne bedeesde lippen gekomen en met
vreeze sloeg ik telkens weer de Asch
ketel op om te zien of Brandnetel's
naam daarin genoemd werd. Maar nu
de Aschketel in het nummer van de
vorige week eenige stichtelijke woorden
wijdt aan de beeren die het gewaagd
hebben hun stem te verheffen tegen
broeder van Brummelen, broeder van
der Fiier en nog zoo'n paar lieve jon
gens die toch niets anders op d'r ge
weten hadden dan dat ze handteekenin-
gen verzamelden, nu kan ik toch niet
nalaten daar ook eens wat van te zeggen.
En dan val ik de Aschketel niet aan,
maar bij. Ik vind het ook ganschelijk
niet te pas komen dat onschuldige lief
hebberijen als handteekeningen verza
melen zoo worden afgekamd. De een
verzamelt postzegels, de ander sigaren
bandjes, een derde lucifersdoosjes, wel-
nou gun dan ook broeder van der
Flier en consorten de lol om handteeke
ningen te verzamelen. Wat steekt daar
nou in 1 En dat er menschen geweest
zijn die niet zoo maar een twee drie
hun handteekening gaven en dus over
reed moesten worden dat te doen, wel
nou, dat pleit alleen maar voor de acti
viteit en volharding van de verzamelaars.
En hoe gemakkelijk is het niet zoo'n
verzameling handteekeningen te hebben.
Ze kunnen als het noodig is overal
voor dienst doen. Daarom zijn broeder
van der Flier en consorten nog niet
half goochem genoeg geweest. Ze hadden
ieder drie keer hun handteekening moeten
laten zetten, telkens op een afzonderlijk
vel papier. Dat was toch altijd goed
geweest voor later als er weer eens
een adres moest worden ingediend
dan hadden ze de menschen immers
niet telkens lastig te vallen en hadden
een voorraadje voor de toekomst. Bij
voorbeeld als het eens noodig mocht
zijn een adres bij de gemeenteraad in
te dienen om Uw onderdanige onder-
geteekende een pensioenlje toe te kennen
„wegens vele en gewichtige diensten
den lande bewezen". Reuzenidee, wat?
Ik wil me zelfs wel verbinden als me
een behoorlijk pensioentje wordt toege
kend, mijn vulpen aan de wilgen te
hangen. Ik weet dat dit mijn lezers
hoogelijk zoude bedroeven en niet het
minst mijne geliefde vrienden van rechts,
maar niemand zou kunnen zeggen dat
het niet volkomen verdiend was. Af en
toe zou ik nog eens een stichtelijke
bijdrage kunnen leveren, ik zou ook
wel stil medewerker aan de Aschketel
kunnen worden voor een artikeltje eens
per jaar bijvoorbeeld, maar mijn wel
verdiende rust na al m'n filmen die ik
al heb afgedraaid zou ik dan toch ge
nieten. Laten de broeders van rechts
dat idee nou eens overnemen en bij
de eerstvolgende handteekeningver-
zameling een extra lijst voor genoemd
edel doel voegen. Natuurlijk niet zeggen
waarvoor het is, enfin dat kan ik, gezien
de benijdenswaardige vakkennis die de
verzamelaars hebben getoond, wel aan
ze overlaten, Doet het broeders, doet
het; ik gedachten mijn brandnetelijken
zegen.
BRANDNETEL
Begeleiding
Muziek-theorie, Compositie,
Muziekgeschiedenis
Condities f6.—, f4.50, f3.per maand.
Muziek in bruikleen.
Spreekuur: 's Zaterdags van 1-2
NIEUWERHOEKSTRAAT 2.
Voor de zooveelste maal moet deze
vraag in dit blad gesteld worden. Thans
is de aanleiding ertoe het meer dan
brutale stukje dat het Soester Nieuwsblad
verleden week durfde lanceeren naar
aanleiding van de beslissing van de
Kroon inzake de oprichting van de
nieuwe school met den bijbel. In de
eerste plaats durft dit blad het te wagen
degenen die geageerd hebben tegen die
oprichting voor testellen als uitgesproken
tegenstanders van het christelijk onder
wijs in het algemeen. En waar dit blad
over „bewijzen" durft spreken vragen
wij thans: Kom op met Uw bewijzen 1
Wanneer en waaruit is gebleken dal
degenen die tegen de oprichting van
de nieuwe christelijke school hebben
geageerd, dit als tegenstanders van chris
telijk onderwijs in het algemeen deden.
Neen, zij hebben getoond tegenstanders
te zijn van leugen, bedrog en knoeierij,
terwijl degenen die zich zelve voorstellen
als de christelijken bij uitnemendheid,
zich niet schamen onder het mom van
christelijk vertoon, den knoeiers en
bedriegers de hand boven het hoofd te
houden. Er is geen sprake van „toe
dichten van allerlei schandelijke prak
tijken"; deze praktijken zijn gebleken.
En als dit niet zoo ware dan ware het
de plicht van den heer Endendijk ge
weest de beschuldigingen te weerleggen,
doch tegen vaststaande feiten kon
hij bezwaarlijk spreken. Bewijzen 1 vraagt
het Soester Nieuwsblad. Lees dan de
officieele notulen van de raadsvergade
ring van 29 Sept. 1927; hier volgen ze
„De heer Van Doorne 'merkt op dat
door den Voorzitter gezegd is dat
omtrent de betrouwbaarheid der beide
verklaringen een beslissing genomen
moest worden. Spreker gelooft dat de
Voorzitter zich heeft laten leiden door
den persoonlijk verkregen indruk van
den heer Van Brummelen, waardoor de
Voorzitter min of meer gesuggereerd is.
De Man heeft toch duidelijk te kennen
gegeven dat hij maar eindelijk geteekend
heeft om van het gezeur af te zijn.
Spreker schenkt veel meer waarde aan
het door den hoofdagent van politie Van
Leeuwen opgemaakt ambtseedig proces
verbaal, dan aan de verklaring van Van
Brummelen. Het gaat nu niet aan dat
de Raad vertrouwt dat de zaak in orde
is. Burgemeester en Wethouders hebben
volgens hun voorstel uitgemaakt dat de
verklaring van Van Brummelen de juiste
was, doch de eindbeslissing is toch aan
den Raaddeze zal immers in laatste
instantie moeten uitmaken of de hand
teekeningen geldig zijn. Spreker vindt
het een moeilijke keuze. Indien de zaak
zuiver was voorgesteld, dan zou hij
oogenblikkelijk voorstemmen. Spreker
kan niet begrijpen hoe het bestuur der
Christelijke School een adres kan
inzenden dat begint met een onwaarheid.
Hij vraagt zich af waarom het Bestuur
niet met een betere lijst is gekomen.
Spreker leest daarna den indruk van
de verklaringen der ouders voor volgens
het opgemaakte proces-verbaal. Spreker
veronderstelt dat de menschen beïnvloed
zijn door de colporteurs-eigenschappen
van de personen, die hen bezocht
hebben. Volgens het proces-verbaal van
den hoofdagent blijkt dat Mej. Duinkerken
alleen heeft geteekend omdat gezegd
was dat een nieuwe school vóór den
spoorwegoverweg gebouwd zou worden.
Waar zulks niet het geval is, trekt zij
die handteekening in. Van den Breul
heeft geteekend om van het gezeur af
te zijn, en zal zijn kinderen niet naar
de Christelijke school zenden. Pothoven
en Nijborg hebben spijt van de geplaatste
handteekening en verklaren overrompeld
te zijn. De laatste zegt dat hem door
den heer Van der Flier toegezegd was
dat hij bij teekening op de lijst ook
kon inschrijven voor den bouw. Volgens
mededeeling van Van der Flier is dat
door hem gezegd n&dat Nijborg geteekend
had volgens verklaring van Van Brum
melen tèrwijl Nijborg teekende. De
Wed. Krijt heeft geteekend uit bangheid
en uit vrees dat zij uit haar huis gezet
zou worden. Van den Duine weet niet
waarom hij geteekend heeft. Deze,
evenals Smit, De Man en de Wed.
Hilhorst zeggen overreed te zijn hunne
handteekeningen te plaatsen. Van de
Kuit heeft men ook overgehaald, aan
gezien hij dan, wanneer hij zonder
verdiensten was, wel eens een broodje
bij Van Brummelen kon halen. Meerding
heeft geteekend, nadat hij en zijn vrouw
door Van Brummelen en Van der Flier
murw gemaakt waren door bijbelteksten
en Christelijke gesprekken. Door over
een overleden dochter te spreken, zijn
de menschen door Van Brummelen aan
het huilen gemaakt en daarna heeft men
ze laten teekenen. De Man heeft schrif
telijk aan den Burgemeester verklaard
dat hij alleen geteekend heeft om aan
handteekeningen te helpen, doch uit
drukkelijk gezegd dat hij zijn kinderen
niet van de school van den heer Veenstra
wegnam. Als deze verklaringen nuchter
bekeken worden, dan is toch door het
bestuur der Christelijke school gehandeld
tegen gebod en waarheid. Spreker vindt
een dergelijke handelwijze meer dan
ergerlijk en zegt dat deze handteekenin
gen voor hem geen bewijs zijn dat
hiermede uitdrukkelijk Christelijk onder
wijs wordt verlangd. Wanneer blijkt dat
alles in orde is, zal Spreker wel zijn
medewerking willen verleenen, doch op
een dergelijke manier zal hij geen be
slissing kunnen nemen.
Wethouder Endendijk zegt, dat hij,
hoewel hij de portefeuille van onderwijs
heeft, in deze zaak geen werkzaam
aandeel heeft gehad. De aanvrage van
het schoolbestuur, welke 3 maanden
geleden binnengekomen is, werd in het
vorig college grootendeels behandeld,
en wel hoofdzakelijk door den Burge
meester, die tijdelijk belast was met de
afdeeling onderwijs. Spreker heeft daarom
de verdediging van het voorstel aan
den Voorzitter overgelaten. Spreker, die
aanwezig is geweest bij de besprekingen
tusschen de verschillende menschen en
den Burgemeester, wil echter een enkel
woord zeggen ten opzichte van het
verkrijgen der handleekeningen. Dat de
linkerzijde een anderen kijk op het
verkrijgen der handteekeningen heeft,
neemt Spreker niet kwalijk. Het gaat
om de vraag of men de kinderen in
het licht van de Eeuwigheid beschouwt
of niet. De opvoeding van de kinderen
in het gezin en in de school moet één
zijn. Spreker heeft zeer veel waardeering
voor den heer Veenstra en zal niets
zeggen ten nadeele van het openbaar
onderwijs, doch het gaat hier om een
principe. Het is de plicht van elk wel
denkend Christen om de kinderen op
te voeden in de vreeze des Heeren, en
de ouders er op te wijzen dat de doop
belofte hen verplicht de kinderen een
christelijke opvoeding te geven. Het
schoolbestuur dient dus in de allereerste
plaats om de ouders op dien plicht te
wijzen en er op aan te dringen hunne
kinderen naar die school te zenden.
Spreker noemt het dan ook zielkundig
verklaarbaar dat er bij de ouders wordt
aangedrongen om te teekenen. Indien
de samenstelling van de lijst op die
wijze wordt bezien, dan komt de zaak
toch in een ander licht te staan. Voorts
wijst Spreker er op dat De Man zijne
kinderen steeds naar een Christelijke
school in Amersfoort heeft gezonden.
Spreker vindt de uitdrukkingen van dien
persoon zeer vaag. Aan het optreden
van Van Leeuwen is een min of meer
bedenkelijke kant te verbinden. Verder
betoogt Spreker dat de school werkelijk
noodig is. Volgens de Wet worden 40
leerlingen vereischt, doch deze school
zal wel zeer zeker door 70 80 leer
lingen bezocht worden. Er zijn vele
ouders, die hunne kinderen van de
school in de Spoorslraat laten over
plaatsen naar de nieuwe school. Spreker
wijst voorts nog op de royale houding
van een liberaal wethouder te 's Graven-
hage, in welke gemeente een crediet
werd toegestaan voor een school, welke
ZATERDAG 1 EN ZONDAG 2 SEPT.
'savonds half 8, opvoering van „De
Bullebak", blijspel in 3 bedrijven, in
den tuin van Hotel „De Gouden
Ploeg", bij slecht weer in de Zaal.
MAANDAG 3 SEPT. Concert van de
Soester Harmonie, in den tuin van
Hotel „Huis ten Halve" te Soester
berg.
noodig bleek te zijn, hoewel echter
slechts 60 kinderen aanwezig waren
van de vereischte 100. Spreker dringt
er op aan in Soest geen schoolstrijd te
voeren. De uitspraak van de Kroon zal
ten slotte ten gunste van het school
bestuur zijn.
De heer Busch verklaart nogmaals
dat hij direct voor het voorstel zou
zijn, indien de zaak safe was. Men moet
de zaak van de moreele zijde bekijken,
en deze is van invloed op den jurldischen
kant. Hier moet erkend worden dat er
niet gehandeld is zoo het moet zijn.
Dat de Christelijken gebruik maken van
de doopbelofte, keurt Spreker niet af,
maar het werken op het gemoed van
een persoon vindt hij onzedelijk. Spreker
hecht meer waarde aan de verklaringen
van de politie, welke ambtseedig opge
maakt zijn, dan aan die van den Wet
houder van Onderwijs. In deze zaken
treedt telkens brood vrees en geloofsvrees
naar voren. Zelfs de grootste Godlooche
naar zou de immoreele wijze, die te
baat genomen is om de handteekeningen
te verkrijgen, afkeuren. Dit is de vlag
die de lading dekt, of het doel dat de
middelen heiligt. Spreker wil de moreele
zijde sterk bezien om de zaak te be
handelen. Spreker is het eens met den
heer De Bruijn voorzoover betreft het
pressen der politie. Indien Van Leeuwen
een uitgesproken voorstander der open
bare school is, dan wil Spreker verklaren,
dat hij ook liever had gezien dat een
ander met het onderzoek was belast
geweest, teneinde een zuiver oordeel
te verkrijgen. Spreker hecht thans echter
waarde aan het ambtseedig opgemaakt
rapport. Daar spreker nog niet overtuigd
is door de rechterzijde, kan hij niet
voorstemmenSpreker dringt er op
aan eenparig tegen het voorstel van
Burgem. en Weth. te stemmen".
De lezer oordeeleheeft de heer Enden
dijk ook maar één beschuldiging, die
geschiedde met het noemen van namen
en feiten weerlegd Men moet werkelijk
verbaasd staan van de brutaliteit van het
Soester Nieuwsblad dat na al hetgeen
gepasseerd is nog durft schrijvenHet
staat er met het openbaar onderwijs treu
rig voor als het moet leven met zulke
verdedigers.
Brutaal in de eerste plaats omdat de
redactie van het Soester Nieuwsblad het
haar lezers doet voorkomen alsof de actie
gericht was tegen het bijzonder onder
wijs, alsof degenen die protesteerden te
gen de vieze manier waarop de hand-
teekeningcolporteurszich van hun christe
lijke plicht hebben gemeend te moeten
kwijten, dit deden als voorstanders van
het openbaar onderwijs, en daarom alléén I
Zij weet dan ook zeer wel alle actie
alleen gericht is geweest tegen het ge
knoei, maar natuurlijk, het is van hare
waarheids-liefde niet te verwachten dat
vermeld zal worden dat de agitatoren
tegen dat geknoei gezegd hebben: „Ware
er niet geknoeid dan zouden wij vóór
stemmen".
Blijkt hieruit een tegenkanting tegen
het christelijk onderwijs Brutaal ver
volgens, omdat de redactie, die volko
men van het geknoei op de hoogte is,
en door dit te dekken het treurigste figuur
slaat dat men als Christelijk college kan
slaan, met een diplomatiek gebaar wil
trachten haar eigen fouten te verdoezelen
door anderen te beschuldigen. Waarlijk
dit stukje schoolstrijd heeft weer eens
het juiste licht doen vallen op hen, die
in hun zelfverheerlijking meenen dat het
„Wee U gij geveinsden", voor het niet
geschreven is.
Schoolstrijd of strijd om Waarheid?
De lezer kan thans oordeelen. Als de
Christelijken in deze onverkwikkelijke
historie schoolstrijd hebben gezien, dan
mogen zij zich gelukkig prijzen dezen
gewonnen te hebben. Maar niet in den
strijd om Waarheid zijn zij de over
winnaars want het stempel der onge
rechtigheid staat nog immer op hun
voorhoofd gedrukt, door de feiten, die
zij trachten weg te praten, maar niette
min onweerlegbaar en onultwischbaar
zijn en blijven.
Religie en Kunst"
HEMEL
Ik vroegWaar woont Gij, God
„In mijnen hemel"
Ik vroegWaar vinde ik dien
Toen sprak zijn mond
„Mijn troon is boven zon en stergewemel
In eeuwigheid gevestigd en de schemel
Voor mijne voeten is dit aardsche rond"
fk sprak: Voorzeker, Heer,
maar ach, mij blinde,
Zijn deze woorden vreemd en leeg
van zin.
Waar kan mijn liefde Uwe
liefde vinden
En God sprak„In uw hart,
mijn welbeminde,
Zoek mij aldaar, ook daar, daar
woon ik in".
Jacquellne E. van der Waals