B. WEILER
Weging van Motorrijtuigen.
Piano
Goldschmeding's
Veeteelt
Zeedijk 10 - Hilversum
Gladde Massieve Ringen.
Voor de Vrouw.
Voor de Kinderen.
Ons Kinderverhaal
HUMOR.
Het fijnste opdit gebied
HAGELSLAG.
WIJNEN en LIKEUREN
KAPOTTE EIEREN.
Wij ontvingen onderstaanden brief, dien
wij even uitvoeriger dan gewoonlijk gebrui
kelijk is te doen, willen beantwoorden, om
dat het ook voor menig ander lezer z'n
nut kan hebben.
„Ik heb 74 kippen, welke tegenwoordig
ongeveer 20 eieren per dag leggen, doch
waarvan meestal 4 5 eieren kapot zijn.
Wat kan hiervan de oorzaak zijn? En wat
is er aan te doen? Ze zijn altijd voorzien
van voldoende schelpen; ik voer ze groen,
's morgens kunstkorrel en 's avonds heele
mais en haver; voor drinken krijgen ze
karnemelk; de hokken zijn 's morgens half
zeven verlicht en ook 's avonds tot 8 uur.
Ze zijn 14 dagen geleden geënt en het lijkt
me toe, dat na het eten meer kapotte eieren
worden geraapt."
Als het allemaal jonge, d.i. eenjarige die
ren zijn, op tijd gebroed, dan is 20 eieren
van 74 kippen in Januari véél te weinig.
Laat ons eens zien, wat er aan 't bedrijf
hapert; althans voor zoover we dat kunnen
nagaan. We zullen maar veronderstellen
dat het hok in orde is.
Ie. De voedingswijze is verkeerd. Er
wordt kunstkorrel gevoerd, maar op de la
bel van den zak staat duidelijk vermeld, dat
K. K. een volledig voer is, d.w.z. er mag
niets anders bijgevoerd worden (uitgeno
men groenvoer en drinken natuurlijk).
's Avonds wordt er mais en haver ver
strekt tegen het advies van den fabrikant
GROOTE KEUZE in alle ARTIKELEN
Speciaal Adres voor
in en daardoor krijgen de dieren teveel
zetmeel en te weinig eiwit. (We zullen ons
kortheidshalve maar tot deze twee dingen
bepalen).
Te weinig eiwit beteekent: geen stof ge
noeg om véél eieren te fabriceeren; te veel
zetmeel, dat de dieren te vet worden. Met
Leghorns gelooft men dit niet zoo gauw,
omdat 'n Leghorn niet gauw zwaar wordt.
Toch kan hij te vet wezen, wat blijkt als
zoo'n dier geslacht wordt. Langs de inge
wanden ziet men dan gele lappen hangen:
vet! En dan raken de kalkklieren van
streek, zij functioneeren niet normaal meer,
alles is te stram. En het gevolg is, dat
er windeieren óf eieren met zeer dunne
schaal komen, die natuurlijk gemakkelijk
stuk vallen (onder de zitstokken) en in het
nest zeker stukgedrukt worden, 't Is niet
alleen een schadepost, die kapotte eieren,
maar ze geven bovendien nog aanleiding
tot eiervreten!
Uw kippen zijn voor 14 dagen ingeënt
tegen diphtheritus, dus einde December. Dat
is veel te laat, het had in Augustus of begin
September moeten gebeuren, dus vóór de
leg begon. Want nu wordt deze er best mo
gelijk ongunstig door beïnvloed. Maar dat
de eieren stuk zijn, ligt daar niet aan. De
enting is op zichzelf, heeft daar absoluut
geen schuld aan. Als u méér stukke eieren
raapt dan eerst, komt dat zeer waarschijn-
lenk, omdat de kalkklieren steeds verder
gestoord worden, wijl de dieren nog méér
vet krijgen.
Een andere fout is, dat U te lang met
kunstlicht voert. De dieren hebben geen
rust genoeg en daar hebben ze óók behoefte
aan. Tweemaal binnen het etmaal het kunst
licht op hebben, is ook niet noodig. Wan
neer u geregeld tot half aacht 's avonds
het licht aan hebt, is dat voldoende.
Ik zou u nu twee dingen aanraden:
le. Als u met kunstkorrel wenscht door
te gaan, uisluitend kunstkorrel te geven, dus
het advies opvolgen, dat op de label voor
komt.
2e. De kippen een nachtrust geven van
minstens 12 uur, dus minder lang verlichten.
Deze verandering dient echter geleidelijk
te geschieden, want anders loopt u gevaar,
dat de kippen die leggen in de lichte halsrui
vallen.
Ik heb zoo het idee, dat er vaak het licht
zal branden, zonder dat alle kippen van
stok zijn. En dat is een aanwijzing, dat ze
daar geen behoefte aan hebben.
Om veel eieren te rapen is ook noodig,
dat het krabmateriaal op den bodem kurk
droog is en blijft. In 'n hok met vochtigen
bodem géén wintereieren van beteekenis.
Neem het krabsel eens in de hand, dan kunt
u merken of het droog, vochtig of nat is.
Alleen 't eerste geeft resultaat.
MOOIE EIKEN
aangeboden; moderne kast; levering
franco huis, met drie jaar schr. garan
tie! Prijs slechts 400.(Desgew.
op gemakk. cond.).
Eveneens nog enkele gebr. instr. in
diverse prijzen in voorraad, zwart,
eiken en mah.
FILIAAL;
PIANO- en 0RGELHANDEL
VAARTWEG 13 HILVERSUM
Vraagt nadere inlichtingen 4
EEN GOED ZAKENMAN5
4 weet, dat net uitgevoerd Drukwerk 4
4 cachet aan zijn zaak geeft. Komt 4
4 daarvoor bij ons. wij geven U gaarne 4
4 advies en.gij zult tevreden zijnl 4
4
4 le Soester Electr. Drukkerij 4
444444444444444444444
De waarheid, en niets dan de
waarheid.... over de lengte van
onze rokken.
„Beste Loes, ik weet er geen weg meer
uit. De een zegt, de korte rok blijft, de an
der beweert de half-lange rok is „de" mo
de, en weer een ander wil me met een
sleep op straat sturen. Wat is nu eigenlijk
precies de juiste dracht?,, Aldus schreef
een wanhopig lezeresje, die er nog bij ver
telde, dat ze met de handedn in het (nog
korte) haar zat. Nu, ondergeteekende, die
tot eiken prijs wanhopige lezeresjes wil
troosten, gaarde al haar kennis van het wis
pelturige artikel „mode" bijeen, speurde in
de beste en betrouwbaarste modebronnen,
regelrecht uit Parijs, en beet van ijver een
punt van haar penhouder af. Om vervolgens
een vurig en bij uitzondering zeer
lang mode-epistel neer te schrijven, dat alle
twijfel omtrent de waarheid aangaande on
ze rokken volmaakt den kop moet indruk
ken.
En dus mijn brave zussen, luistert! Laat
ik dadelijk op den voorgrond zeggen, dat
het dwaze „knievrije" rokje zoo dood als
een pier is, behalve dan voor wintersport-
kleeding, tennisrokjes enz., die juist de knie
bedekken. Maar voor ons dagelijksch ge
wone gebruik geldt de leuze: de rok van
costume of japon, waarmee men zich op
straat vertoont, een „wandeljapon" dus,
reikt 10 tot twaalf centimeter onder de knie,
of wel: de rok hangt 35 centimeter van den
grond. Duidelijk? We toonen dus een stuk
been van 35 c.M. Nu mag de een of andere
couturière dit naar de een of andere kant
overdrijven, maar dit is de officieele maat
staf, die de groote meerderheid van de Pa-
rijsche toonaangevende modehuizen heeft
vastgesteld. Men is tot het inzicht gekomen,
dat deze niet te lange, en niet te korte rok,
allerlei yoordeelen heeft. De rok krijgt er
betere snit door, valt beter, voller, geeft
.meer beweginigsvrijheid en maakt het zitten
ook veel gemakkelijker, dan het dwaze kor
te, nauwe rokje van voorheen toeliet. Bo
vendien is de iets langere rok ook warmer,
wat vooral in den wiinter van belang is.
De rand van deze gewone japonnen is van
onderen altijd gelijk! Geen afhangende pun
ten op zij, geen sleep van achteren, niets van
dat alles. Men moet deze gewone wandel
japonnen dus vooral niet verwisselen met
de „gekleede", feestelijke namiddag- en
avondjaponnen. Want die zijn weer heel
anders. Daarvoor heeft men de werkelijke
lange rok aanvaard, die eleganter en gra-
cieuser staat. Deze japon is ongeveer 5 tot
7% centimeter langer dan de „wandeljapon".
En de avondjapon valt dus tot ongeveer
halverwege het been (dat wil zeggen, tus-
schen knie en enkel), en' de rand is onge
veer 25 c.M. van den grond. Vooral de
avondjaponnen hebben dukwijls een onge
lijke rand, doch van voren zijn ze toch
nooit meer dan 30 c.M. van den grond.
De komst van het ceintuurtje op de juis
te hoogte van de taille heeft sommigen doen
vreezen, dat we weer de wespentailles van
vór den oorlog zouden gaan vertoonen! I
Nies daarvan, hoor, evenmin als de staande
boord er weer in komt. Het smalle cein
tuurtje is er wel, maar het wordt vrijwel
in het geheel niet aangehaald en de taille
wordt dus niet ingesnoerd. Het duidt al
leen de taille aan, anders niets. En het is
speciaal een „jeugdige" dracht.
Ziezoo, nu heeft het wanhopige lezeresje
niet meer wanhopiig te zijn. Ze is nu haar
fijn ingelicht. Groetjes
LOES.
P.S. Het plaatje laat een tweetal wandel
japonnen zien. Wat zal ik er verder over
zeggen? Fantaseer er deze keer maar zelf
eens de kleuren en stoffen bij. Het gaat in
hoofdzaak om het model.
drukt wordt. Het beste is nog, er dan een
zwaar voorwerp op te zetten, of er een
touwtje stevig om te binden, om de zaak
flink opeen te drukken, tot de lijm ge
droogd is.
Knoop dit eens stevig in Uw oor, het
dient straks altijd ergens voor!
Teervlekken moet men met reuzel (ver-
sche) inwrijven en dat een paar uur laten
zitten. Dan met heet zeepwater wasschen.
Thee- en koffievlekken bevochtigt men
met melk, bedekt ze met borax en weekt
ze dan uit in heet water.
Beste meisje en jongens!
Hebben jelui de vorige raadsels kunnen
oplossen? Ja, ze mogen niet te gemakkelijk
zijn, dan is de aardigheid er af. De antwoor
den luiden:
1. Een beddelakcn of tafellaken.
2. Wie een kuil graaft voor een ander
valt er zelf in.
3. Suikeren muisjes, die je wel op een
beschuit krijgt, als er ergens een kindje
geboren is; of de muizen (aardappelen) of
de muis van de hand.
4. Stoel.
Voor deze week is de gelukkige prijs-
winster Jongej. I. Stam, Burg. Grothestr. 73,
die haar prijsje aan ons bureau, v. Weede-
straat 7, in ontvangst kan komen nemen.
De nieuwe raadsels zijn:
1. Met p ben ik een kruipend beestje,
met b ben ik een drank, met k een nauwe
opening, met d een beest, met g een vogel,
met m een insect, met v een getal en met
w een waterplant. Rara wat is dat?
2. Wie heeft altijd van iedereen het laat
ste woord?
3. Welk hout kan men.... eten?
4. Welke hond loopt nooit met zijn baas
op straat, woont nooit in een hondenhok,
eet nooit hondenbrood?
OOM KAREL.
DE ZANDMAN
Vrij bemerkt naar een sprookje van
Andersen, door Louise Vertoren
(Nadruk verboden)
WE GAAN AAN HET LIJMEN!
Ja, nu met de lange avonden, hebben we
daar prachtig den tijd voor, om alle moge
lijke opknap-werkjes te verrichten. Dus alle
gebroken houten en andere voorwerpen
gaan we lijmen? Waarmee? Met lijm na
tuurlijk! Voor de houten voorwerpen ne
men we heel gewone kastemakerslijm, die
nu wel niet lekker ruikt, maar uitstekend
„houdt", als we het werkje maar zoigvul-
dig, met geduld en toewijding doen. Men
legt de stukken gebroken plakken lijm in
een bakje water gedurende een dag te wee
ken. Vervolgens doet men de lijm in een
speciaal daarvoor bestemd lijmpatje, dat
men in een pannetje water '.et. Men ver
warmt daarna de lijm dus au bai.i marie.
Want de lijm mag vooral niet gaan koken,
alleen maar oplossen en verwarmen. Als
de lijm kookt, plakt ze namelijk niet zoo
goed. De opgeloste lijm moet dik vloeibaar
zijn en voor men ervan gaat gebruiken
steeds met wat warm water worden aange
mengd, indien men wil voorkomen, dat de
lijm, bij bewaring gedurende geruimen tijd,
gaat schimmelen, voegt men wat nagelolie
toe. Voordat men gaat lijmen, moet men het
te lijmen oppervlak afkrabben, zoodat er
geen oude lijm meer op zit. Is het te lijmen
oppervlak erg glad, dan is het goed, er
was krassen in te maken opdat het beter
zal houden. H,et lijmwerkje moet in een
warme kamer gebeuren, opdat de lijm niet
zoo gauw stolt. Slechts één van de twee
vlakken, die op elkaar gelijmd moeten wor
den, moet met lijm bestreken worden, waar
na het andere er snel en krachtig op ge-
ZATERDAG.
„Wel", vroeg Halmar dien avond, toen
hij wat later dan gewoonlijk in bed lag en
al spoedig in droomenland was aangeko
men, „Wel Olie Loek, krijgen we vanavond
nog meer verhalen?"
„Neen", zei de zandman, „Vanavond heb
ik geen tijd". Terwijl hij zoo sprak, opende
hij zijn Chineesche parasol.
„Kijk eens naar die Chineesjes!", riep hij
uit. De parasol zag er precies uit als een
groote Chineesche vaas, met allemaal blau
we boomen er op geschilderd en ronde
bruggetjes, waarop kleine Chineesche pop
petjes met hun hoofden stonden te knikken.
„Ja, zie je, Halmar", ging Olie Loek
voort, „ik heb nu geen tijd om verhaaltjes
te vertellen, want moreen is het Zondag en
dan is het feestdag, en ik moet nu zorgen
dat de heele wereld mooi opgepoetst wordt
voor morgen. Ik moet naar den kerktoren,
om te zien, of de kleine torenkaboutertjes
de klokken wel mooi gepoetst hebben, zoo
dat ze mooi helder en vroolijk klinken. En
dan moet ik naar de velden, om te zien of
de wind wel alle stof van het gras en de
bloemen heeft afgeblazen, en of de kabou
ters van het bosch wel alle beuken- een
eikenblaadjes hebben afgestoft en opgewre
ven met wrijfwas! En dan komt het groot
ste werk nog! Dan moet ik namelijk alle
sterren afnemen, om ze mooi blinkend te
poetsen en ze een echt goede beurt te ge
ven. Ik doe ze dan allemaal in mijn schort.
Maar eerst moet ik ze allemaal een nummer
geven. En ik moet ook een nummer schrij
ven op de plaats, waar ik ze vandaan haal.
Want anders zou ik ze misschien in de
verkeerde gaatjes ophangen en dan zouden
ze niet blijven hangen, want dan pasten
ze niet, en dan vielen ze naar beneden en
zou je een heeleboel vallende sterren zien.
Nu, dat mag natuurlijk niet. En als ik de
sterren allemaal heb gepoetst en weer net
jes allemaal op hun plaats heb gehangen,
komt de maan aan de beurt. Vanavond
poets ik alleen maar de helft, want het is
vannacht halve maan, zie je. Maar de zon
moet een extra goede beurt hebben, omdat
het morgen Zondag is en de menschen dan
graag een helder zonnetje zien. Bovendien
heeft het vandaag geregend en zijn er alle
maal spatten op de zon gekomen, en die
zijn heel moeilijk weg te krijgen en...."
„Zeg eens, meneer Olie Loek", zei plot
seling een stem, die kwam van het portret
van den overgrootvader van Halmar, „Ik
ben de overgrootvader van Halmar. Ik vind
het erg aardig van je, dat je hem allemaal
leuke verhaaltjes vertelt. Maar je moet het
niet te bont maken. Want dan raakt hij
van de wijs. Je weet immers heel goed,
meneer Olie Loek, dat je de sterren niet
van den hemel kunt pakken om ze op te
poetsen! De sterren zijn planeten net zoo
als onze aarde er een is!"
„Wat je zegt!" lachte Olie Loek. „Wat
je zegt, ouwe grootpa, wel bedankt hoor.
Je bent nu wel Halmar's overgrootvader
en het hoofd van de familie, omdat je zoo
oud bent. Maar ik ben nog veel ouder dan
jij. Ik ben een oude heer, die al zoolang
als de wereld bestaat. De oude Grieken en
Romeinen noemden mij Droomgod. Ik kom
in alle huizen, groot en klein. En als jij,
grootpa, het zoo goed weet, wel, vertel
jij dan de verhaaltjes, dan doe ik het niet
meer."
Toen ging Olie Loek heen, en nam zijn
parasol mee.
„Het is wat moois", zei het portret, „een
mensch mag niet eens meer zeggen, wat hij
óp z'n hart heeft."
En toen werd Halmar wakker.
EINDE.
(Volgende week begint weer een aller
aardigst kinderverhaal 1).
LEEUWENGEVECHT
STRASSBURGER CIRCUS.
Geachte Redactie,
Uit Uw verslag blijkt, dat 't een on
verantwoordelijke daad geweest is om
mannelijke dieren met leeuwinnen op
ongewenschten tijd samen te brengen.
Mevr. Petersen moest revolverscho
ten lossen; de leeuw Lux wierp zich
op den temmer en verwondde zijn
hand; met een ijzeren stang moest hij
zich verdedigen.
Een gevaarlijk experiment en onver
antwoordelijk.
Een stap verder en we hadden een
paniek gehad, waarvan de gevolgen
niet te overzien waren.
Waar waren we? In Sevilla of in het
beschaafde Den Haag?
En nu de ethische kant.
Een circusvoorstelling is als ver
maak den inensch onwaardig. In de
kern is het vergulde wreedheid.
Dieren uit de wildernis worden uit
hun hokken aanschouwd kunsten te
vertoonen in een schel verlichte ruimte
met muziek!
Wat een gruwelijke dressuur gaat
zulk een voorstelling vooraf en hoe
minderwaardig is het eigenlijk van den
mensch om van zulk een voorstelling
te kunnen „genieten".
Minderwaardig is het misschien van
velen niet.
Zij geven zich geen rekenschap van
het intrensieke van de zaak. Zij die
beter weten zijn moreel verplicht hun
de oogen te openen.
De beste wijze van protest is er niet
heen te gaan. Laten ze andere volken
met hun komst verblijden, maar laten
wij eendrachtig toonen, dat wij te veel
innerlijke beschaving hebben van zoo
iets beestachtigs (in den slechtere»
zin) te smullen.
En ouders mogen wel eens beden
ken, dat het voorgevallene van Zate
dagavond ook tijdens een matinée kan
plaats hebben.
Laten ze hun kinderen edeler genoe
gens gunnen.
Het ontvankelijke kindergemoed
moet niet opgevoed worden in wreed
heid.
En de overheid.... die zoo nauw
lettend de films keurt. Vindt deze de
circusvoorstellingen voor de jeugd ge
schikt? Met bevreemding las ik dezer
dagen, dat de kinderen van de Louisa-
stichting zoo genoten hadden van de
voorstelling.
Het bestuur had beter gedaan hun
pupillen dit onsmakelijk genot te ont
houden en bij ze aan te kweeken de
liefde in Gods schepping, ook ten op
zichte van het dier.
Hoogachtend,
Eduard Reens.
(„Het Vaderland").
„O", ?ei de moeder, „ik kan haar er niet
toe brengen, om die bril overdag te dragen.
Maar als ze nu 's avonds in bed ligt te sla
pen, sluip ik zachtjes de kamer binnen en
zet haar die bril op, zonder dat ze er iets
van merkt!"
Onderwijzeres (het huiswerk van Jantje
hoe één mensch zooveel fouten kan maken!
naziend): Het is me gewoon een raadsel,
hoe één mensch zooveel fouten kan maken!
Jantje: „Maar juf, het is niet één mensch!
M'n vader heeft me geholpen!"
Vrouw (die haar man betrapt, dat hij een
dubbeltje in de waarzegautomaat verkwist):
„Zoo, Herman, dus jij krijgt een schoone,
beminnelijke vrouw, hè?! Zoo, maar niet
zoolang ik leef, Herman, niet zoolang ik
leef!!"
„O, mam" riep Keesje, toen hij de kamer
binnen kwam stormen, „moet u eens hoo-
ren, wat er gebeurd ts! De kruidenier van
den hoek had al de heele week een briefje
aan het raam, waarop stond „Een jongen
gevraagd. „En nu heeft zijn vrouw een
meisje gekregen!,,
Een dame, die uit het buitenland kwam,
wilde een fraaie zilvervosbont niet voor
de douane aangeven, en verborg deze bont
onder haar jurk.
„Heeft u iets aan te geven?", vroeg de
douane-beambte.
„Niets", zei de dame onschuldig
„Zoo", zei de man leukjes, „dan moet ik
zeker aannemen, dat die staart die vanach-
tcren onder Uw japon uitkomt van uzelf
Voddenkoopman: „Heeft u ook soms lee-
ge wijnflesschen, juf?
Juffrouw (nijdig) „Zie ik er uit, alsof ik
wijn drink?"
Voddenkoopman: Neen, leege azijnfles-
schen bedoel ik.
Sofietje kon blijkbaar niet goed zien, en
dus nam haar moeder haar mee naar een
oogarts, die zei, dat ze een poosje een bril
moest dragen.
Na een paar weken vroeg de dokter hoe
het met Sofietje ging.
De spreker aan den maaltijd werd na een
eindelooze speech van efn kwartier nog
welsprekender: „Na zulk een uitstekenden
maaltijd", ging hij voort, „voel ik, dat in
dien ik nog meer gegeten zou hebben, ik
niet in staat zou zijn te spreken."
„Breng hem snel een sandwich", fluister
de iemand aan het einde van de tafel tot den
kelner.
Wat doet u?
Ik doe het huishouden, schrob, dweil,
schuur, veeg, wasch de vaat, kook, doe de
wasch, strijk, naai en verstel.
„Huisvrouw zonder beroep" aldus
Lastige dame, na zeer langdurige bespre
kingen bij den slager: „Maar ik geloof niet
dat dit lainsvleesch is, liet ziet er meer naar
schapenvleesch uit!"
Slager (wanhopig): "Het was lamsvleesch
toen ik het u voor de eerste keer liet zien,
mevrouw!"
Wimpie: „Is er iets dat ik voor u kan
doen, moeder? Een boodschap of zoo?"
Moeder (terzijde): „Tjonge, jonge, ben je
alweer zóó gauw jarig?"
EEN GEDACHTE: Ondervinding is
zoo ongeveer het eeriigste ding ter wereld
dat men niet volgens het systeem der ge
makkelijke betalingen kan koopen.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het u bekend:
dat de man, die voor het eerst tabak rookte
in Europa, gevangen genomen werd en ja
renlang opgesloten?
dat de naam van dezen man was Rodrigo
de Heretz, die Columbus vergezelde, toen
hij Amerika ontdekte?
dat hij van die reis gedroogde boomblade
deren meebracht die hij rookte?
dat zijn vrouw, een goed Katholiek, hem
aan de Inquisitie overleverde als een man
die „vuur slikt, rook uitblaast, en voorzeker
van den duivel bezeten moet zijn"?
dat Prince, een Engelsche hond uit Middle-
boro (Mass.), onlangs een medaille kreeg
van goud, vanwege de Massachutts' Ver-
eehiging tot bescherming van dieren?
dat hij die verdiende, door zijn tweejarig
meesteresje, Eileen Depson, die van huis
was weggeloopen en op de spoorbaan
zat uit te rusten, van vóór een aansnellen
den trein weg te rukken?
dat de gevolgen van roesten van staal en
ijzer de wereld jaarlijks 6 milliard gulden
kost?
VANAF HEDEN
verkrijgbaar
HOMBURG's CUSTARDPOEDER S
a 30 cents per pikje. 3
w Als reclame geeft ondergetee-
kende bij aanko' p van 1 pak
een proefpakje a 7 cents gratis.
2 Beleefd aanbevelend, 2
2 J. C. VAN HAARLFM 2
Van WeedeMraat 45 - Telef. 159
SOESTDIJK
5 Uw AANGEWhZEN adres voor
Kruideniers- en GrutL rswaren.
2 SPECIAAL ADRES voor Biscuits, 2
Chocolade en Suikerwerk.
WITTE- en CHOCOLADE
Wordt elke dag gehoord en bezorgd, met
het oog op de telephoon-kosten.
VRIJWILLIGE WEGING ONDER AMBTELIJK TOEZICHT TER
VERMIJDING VAN VERPLICHTE AMBTELIJKE WEGING.
Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht, dat voor de boven
bedoelde weging is aangewezen de weegbrug te Soest, toebehoorende aan de
Coöperatieve Boerenbond aldaar en geplaatst aan de Torenstraat No. 16.
Aanvragen om weging moeten geschieden aan den Inspecteur der directe
belastingen te Baarn.
Voor deze wegingen is verschuldigd weegloon volgens tarief, benevens
kosten van ambtelijk toezicht.
Laatstgenoemde kosten zullen niet worden gevorderd, indien de weging
plaats heeft Woensdags, namiddags tusschen twee en drie uur, en hiervoor
een schriftelijke aanvraag, minstens 24 uren vóór het tijdstip, waarop men
de weging verlangt, bij den betrokken Inspecteur is ingekomen.
De Directeur der Directe Belastingen,
Invoerrechten en Accijnzen te Utrecht,
VAN EBBENHORST TENGBERGEN