onder grossiers-
koopers van alle
I
Wie was zij toch?
SAMENWONING.
LANDHUISJES
Voor de Vrouw.
Voor de Huisvrouw
Tabak
Sigaren
Leeuwenstraat 16
Hilversum
Sigaretten
FEUILLETON
TE KOOP of TE HUUR
De eerste voorjaarsmodellen.
Den vorigen keer heb ik mijn hart ge
lucht en daarmee het gemoed van een le
zeresje verlicht, door een schoon verhaal
en diepzinnige beschouwing over de heu-
sche en waarachtige lengte onzer jurken
en wat dies meer zij. En dit nu niet om
mij zelf te roemen als men om zich
heen ziet, en in de nieuwe collecties van
de groote modehuizen neust, dan zal men
tot de ontdekking komen, dat de aangege
ven maatstaf inderdaad de juiste is. Ons
van wintersche kou bevangen hart al is
het niet koud, winter is het toch leeft
weer op en springt op van vreugde, bn
het aanschouwen der veelbelovende voor
jaarscollecties, die beloften inhouden van
stralend voorjaar, van zon en bloemen en
jong, teer groen. En in de bollen van de
heele jonge lezeresjes, van onder de twin
tig en misschien nog wel daarbover;
ook daar gaat nog wel iets anders om
ook. Menige zoete droomerij vindt haar
oorsprong in het aanschouwen van een
snoezig voorjaarscostuumpje, enwat
,,hjj" daarvan wel zou zeggen. Het plaatje
geeft een tweetal modellen weer uit de
bekende Jenny-collectie. Links hebben we
allereerst een mantel van beige tweed met
bruine moesjes, gegarneerd met een cos-
tor-kraag, die. van voren doorloopt langs
het heele voorpand. Een strook van het
zelfde bont is even onder den elleboog
gezet. Deze mantel vormt eigenlijk een
ensemble met de japon rechts op het tee-
keningetje. Deze japon is van bruine crê
pe de Chine. Het lijfje geeft het idee van
een kruiselings gesloten vestje. Al weer
dus zoo'n bijzondere manier om de taille-
lrjn aan te geven, zonder ceintuur, die de
jurk inhaalt. De rok heeft verder van
voren een stolpplooi. De sjaalkraag is ge
garneerd met ingezette motieven van oran
je, geel en rood. Frissche, levendige kleu
ren dus, in overeenstemm-ng met het voor
jaar, dat komen gaat.
LOES.
MET NAALD EN DRAAD OP HET
OORLOGSPAD.
Menige huisvrouw jonge, zoowel als
minder jonge heeft een groote vaardig
heid in het gebruik van naald en draad en
durft zelfs het maken van heele japonnen
en mantelcostumes enz. aan. Om nog niet
eens te spreken van het maken van allerlei
kinderkleeding. Sommige hebben daarin
zulk een groote vaardigheid, dat haar werk
bijna niet van beroeps-naaisterswerk is te
onderscheiden. Bij anderen kan men altijd
zien, dat het „zelf-gemaakt" is. Eén van
die kenmerken is dikwijls.... de zoom. En
daarom volgen hier een paar goede wenken
voor dit onderdeel van het jurkenmaken,
afkomstig van een beroepsnaaister, die het
dus weten kan. En de eerste raad is. maak
de zoom niet eerder dan het allerlaatste.
Zelfs als men een ceintuurtje op de jurk
gaat dragen, koop dat dan eerst en doe het
om, voordat gij de zoom gaat afteekencn.
Want men moet wel bedenken, dat het ger
wicht van den ceintuur, den rok van onde
ren weer heeelmaal ongelijk kan doen val
len. Meestal is de rok dan van achteren te
kort. Verder moet men de japon of rok
eerst eens een halfuurtje gewoon aantrek
ken en dragen, voordat men den zoom gaat
afzetten, ook al zitten er plooien ingeregen.
Eerst daarna, terwijl men in een natuurlijke
houding staat, en zonder de japon weer hee-
lemaal recht en af te trekken, neemt men
de rok van voren in het midden op en spelt
op die plaats de stof af, om aan te geven, baar is gemaakt.
Naar het Engelsch
van
CARL SWERDNA..
13)
„Dat was toch niet heel waarschijnlijk,
Klok!" En daar hij zich door het hartelijke
van haar toon innig-ontroerd voelde, hield
hij nog even haar handjes in de zijne ge
sloten. „Ben je blij, dat je mij weerziet?"
„Heel blij, natuurlijk! Het was zoo
vreemd in huis zonder u! En vader en moe
der zijn ook blij."
„Dat zeiden ze."
„Is u dan al thuis geweest?"
„Ja; maar heel even. Mrs. Garland heeft
mij gezegd, waar je heen was en toen ben
ik je tegemoet gegaan."
„Verbeeld u om nu dadelijk die moeite
te doen, om mij op te halen, terwijl u toch
nog zoo moe moet zijn van de reis. Maar
heeft u het aardig gehad en was u óók blij
dat u weer terug was?"
„Ik heb een vrij aardigen tijd gehad; maar
toch was ik blij, dat ik weer terugkwam.
Want ik ben meer gehecht aan „de Berg"
dan je dit van mij schijnt te denken!"
Zijn toon klonk eenigszins verwijtend en
zij haastte zich dus met haar verontschul
diging.
„Dat meende ik niet, mr. Haydon; maar
ik dacht, dat u eigenlijk wel genoeg had van
ons en van onze eenvoudige omgeving.
Moeder zegt soms, dat ze haast iedere weck
verwacht, hoe u het hier voor de volgende
maand zult opzeggen."
„Hoe komt mrs. Garland daarbij?"
„Och, ik geloof dat het is omdat ik een
paar maal heb gezegd, dat u zeker gewoon
was, heel iets anders te zijn dan opzichter;
gegeven van dit vermogen. De sterke
stofwisseling en de hooge temperatuur
van het bloed bij de vogels staan in
nauw verband met het groote lucht-
verbruik dezer dieren, wier lichaam
veel meer met lucht gevuld is, dan dat
van de zoogdieren. Niet alleen de lon
gen bevatten lucht, maar ook vele
beenderen en ruimten in onderscheide
ne lichaamsdeelen. Het is daaraan toe
te schrijven dat de atmosferische druk
door den vogel spoediger en in hooger
mate wordt gevoeld, dan door eenig
ander dier, waarmede het vermogen
der vogels om vooraf op de verande
ring van weer te reageeren, verklaar-
hoe laag de rok moet vallen. Een handig
hulpmiddeltje is ook, aan een uitstekenden
rand of hoek van een kastje of tafelpoot,
krijt te smeren, en daartegenaan te staan,
terwijl men voorzichtig in het rond draait.
Op die manier wordt de japon met krijt
in het rond gemerkt, op gelijken afstand
van den grond. Voordat men de japon uit
trekt, kan men op de vage krijtlijn hier en
daar spelden steken. Als men dan precies
in het rond overal een gelijken afstand be
waart tusschen krijtlijn en onderkant van
den rok, krijgt men een absoluut gelijk val
lende rand van onderen. Voor alle zeker
heid echter de stof niet direct afknippen,
maar eerst omslaan en den zoom inspel-
den en nog eens aantrekken, om te zien of
alles inderdaad gelijk hangt. Na eventueele
kleine wijzigingen, de jurk uittrekken en
plat op tafel leggen, met de middellijn van
rug en voorkant links en rechts op tafel.
Spelden versteken, zoodat de rand van on
deren aan beide kanten gelijk is, alle onge
lijkheden afknippen, door de twee dikten
tegelijk. Vallen er naden in den zoom, dan
vooral die naad aan den binnenkant open
persen. Wordt de zoom van binnen afge
werkt met boorband, dan moet de zoom
bij het persen met den verkeerden kant op
een dubbelgevouwen badhanddoek gelegd
worden, en bovenop den goeden kant van
de stof een schoone lap. En dan op den
goeden kant met een heet ijzer persen. Op
die manier zal het boorband niet door de
stof geperst worden en zich dus niet ver
raden.
NUTTIGE WENKEN OM GOED TE
BEDENKEN.
Wanneer men plooien in een rok perst,
pers dan altijd van onder naar boven, over
de heel oppervlakte van de plooi, om uitzak
ken van de plooien te voorkomen.
Pas op uw sponzen! Sponzen worden
hard en krimpen als men ze in te heet wa-
te doet. Als ze nieuw zijn, moeten ze vóór
het gebruik een paar dagen in regenwater
te weeken staan en herhaaldelijk uitgekne
pen worden.
Een uitstekend reinigingsmiddel voor
vuile sponzen is, ze in een oplossing van
y<t ons koolzure soda in 2 liter water (warm,
doch niet heet) gedurende een dag te la
ten weeken. Naspoelen in koud, schoon
water.
WEERVOORSPELLING VOOR
DIEREN.
Raadpleegt de stedeling dagelijks
zijn barometer of de berichten, uitge
zonden door de meteorologische sta
tions, de buitenman, plantenkweekers
en minnaars van dieren maken veelal
gebruik van heel andere objecten, uit
wier gedragen zij met groote mate van
juistheid dikwijls de op komst zijnde
verandering van weer kunnen opma
ken.
Met hun scherp instinct ontdekken
de dieren in de drukking der lucht en
in wellicht duizenden kleinigheden, de
op handen zijnde weers^randeringen
en geven daar, voor dengene die zulks
'weet op te merken duidelijk blijken
van.
Vooral vogels gelden op het land
voor betrouwbare barometers. De we
tenschap heeft ons eenige verklaring
Als meest vertrouwde onder alle
weerprofeten geldt de zwaluw. Zoo zij
hoog in de lucht haar kringen be
schrijft en haar lichaam als niet veel
meer dan een zwart streepje tegen het
hemelblauw afsteekt, zal de zon blij
ven stralen.
Doch wanneer zij in snelle vlucht
neerdaalt, dicht langs grond of water
strijkt, en onrustig heen en weer vliegt,
komt er regen.
De stormzwaluw zegt reeds door
haar naam, dat zij een bode van ruw
weer is. Scheert zij over de brandende
golven, dan vertelt de visscher zijn
maats dat deze onheilspellende vogel
op haar vleugelen den storm draagt,
die weldra de golven over zijn schuit
zal doen slaan.
„Als de haan in den vroegen mor
gen druk kraait" zoo zegt men hier
en daar op het land dan is er goed
weer te verwachten; maar laat hij zijn
stem in den namiddag onophoudelijk
hooren, dan voorspelt dit regen. Baden
de hennetjes zich druk in het zand, dan
wijst dit eveneens op spocdigen regen
val.
Vele landbouwers leiden ook de
weervoorspelling af van de zandkraai.
Wanneer deze vogels, inplaats van in
den vroegen morgen in rechte lijn over
de velden te vliegen, onrustig en ang-
stTb om de hoogste toppen der boomen
fladderen en een luid gekras onder el
kander doen hooren, weet de boer, dat
er zware buien in aantocht zijn. Vlie
gen deze vogels in den winter om
voedsel te zoeken uit, voordat de zon
is opgegaan, en keeren zij eerst na
zonsondergang terug zonder gedruisch
met loome vlucht daarbij laag over het
land scherend, dan staat strenge vorst
te wachten.
Eenden en ganzen zijn gevoelig voor
naderenden regen. Immers:
„Duikt en snatert een eend en gans;
Dan is er op regen kans".
Slechts zelden besluit de tamme
gans er toe, haar waggelenden gang
te staken en met log vleugelgeklap
zich in de lucht te verheffen. Doet zij
dit echter, zonder eenige begrijpelijke
reden, dan is een stortbui nabij.
Als de eenden in plaats van zich in
het natte element te vermaken, over
dag in het gras rondwandelen en op
de slakkenjacht gaan, zijn de heldere
hemel en de stralende zon niet te ver
trouwen.
Van oudsher wordt ook het ge
schreeuw van de pauw als een aankon
diging van slecht weer beschouwd.
Wanneer hij zonder reden zijn krij-
schenden, ver van muzikalen toon laat
hooren, is er regen op til.
De boschhoenders gedragen zich op
eigenaardige wijze wanneer zij den
dreigenden regen in de lucht gewaar
worden. Zij loopen dan snel, met echte
zcnuwachtigen haast, den kop ver uit
gestrekt.
Wanneer de zeemeeuwen zich land
waarts naar den vasten bodem bege
ven, krijgen wij slecht weer. Hiervan
getuigt ook het oude rijmpje:
„Meeuwen op het land,
Storm achter de hand".
Uilen voorspellen mooi weer, als zij
bij regen hun geschreeuw laten hoo
ren. De ekster is buitengewoon leven
dig als er goed weer op handen is. Ook
de duiven zijn dan opgewekt en zitten
rustig te kirren.
Het volksgeloof zoekt zelfs verband
tusschen de vogels en de weersgesteld
heid gedurende een lange periode.
„Zoolang de leeuwerik vóór Lichtmis
zingt, zoolang daarna zal hij zwijgen
heet het, en:
Als de ganzen met Sint Maarten op
het ijs gaan,
Moeten zij des winters door het slijk
gaan.
Doch niet alleen onder de vogels
ook onder de andere dieren zijn er, die
voor weerprofeten dienst doen.
Groote gevoeligheid voor weersver
andering hebben b.v. de visschen. Wie
deze bewoners van het vochtige ele
ment in hun gewoonten gadeslaat,
weet door verschillende teekenen in
het snelle onrustige heen en weer be
wegen in de manier waarop zij het
voedsel tot zich nemen, alle wisselin
gen in temperatuur en weder te onder
scheiden.
Wanneer wij in den tuin de spinnen
bezig zien met het weven van haar
Advertentiën.
Weduwe, 53 jaar, zoekt samenwoning
met dame van zelfde leeftijd. Stelster
dezes bewoont ruime woning op goede
stand, doch is desverlangt bereid in te
gaan wonen.
Brieven onder letters P. J. aan het
Bureau van dit Blad.
web en daarbij waarnemen, dat de dier
tjes draden van kleine afmetingen
spinnen, kunnen wij gerust uitgaan
met de parapluie.
De imker doet bij zijn bijenvolkje
ook dikwijls waanemingen, die zeer
betrouwbaar blijken. Verlaten de bijen
haar korven niet, dan is er storm op
komst. Soms hoort men wel beweren
dat de bijen de gaven bezitten reeds
in den herfst te voorzien of de winter
zacht of streng zal worden. In het
laatste geval sluiten zij de deur van
haar korf met was, er slechts een nauw
merkbare opening in latend. Zal de
winter daarentegen zacht zijn, dan
blijft de poort wijd open. Schaapher
ders beweren, dat de wol op den rug
der schapen een heel goede barometer
is. Hoe meer ze krult, hoe mooier het
weer wordt. Schapen hebben met de
koeien dit gemeen, dat zij zich voor
dat regen, of storm of onweer opko
men bijeen scharen en aan den boom
gezamelijk de bui afwachten. In het
bijzonder schijnt wel de mol geacht te
worden als een dier, dat verstand van
het toekomstige weer heeft. Mollen-
vangers beweren, dat men uit het ge
tal der mollen gegraven gangen en uit
het rijk voorzien zijn daarvan met
voedsel, af kan leiden, dat wij een
strengen winter krijgen.
Wormen en slakken houden van nat
tigheid; zij komen te voorschijn zoo
dra de barometer daalt.
DE DIERENVRIEND.
te SOESTERBERG eenige nieuw ge
bouwde, alleen slaande
voorzien van Gas- en Wa'erRidirg,
Elrctr. licht en vaste WaschtafeL,
Koopprijs f 5600, huurprijs f 500 p. jaar
Bij aankoop event hypotheek be
schikbaar.
Te bevr. Soesterb.-straatw. 120, Soest
en dat ik niet geloofde, dat u zich gelukkig
voelde in die betrekking."
„Daar vergis je je toch in, Klok! Ik ben
veel gelukkiger dan toen ik pas op „de
Berg" kwam. Toen volde ik er mij nog niet
thuis. Neen, mrs. Garland zal haar kost
ganger nog niet zoo gauw kwijt zijn!"
„Daar ben ik blij om!"
„Zou het je dus gespeten hebben, als ik
niet teruggekomen was?"
„Heel erg!"
„En zou je mij missen, als ik wegging
voor goed?"
„Natuurlijk zou ik u missen! U is altijd
zoo goed voor mij geweest, mr. Haydon en
van u heb ik meer geleerd dan ooit te vo
ren. Soms denk ik wel eens, dat er niemand
is dien ik zoo zeer zou missen als u!"
„Liefste! Daar zou je een maand voor
willen weg zijn, om je dat te hooren zeg
gen."
Gilbert Haydon had zich die woorden la
ten ontvallen, eer hij het zelve goed wist.
Hij had dikwijls heel innig en hartelijk met
haar gesproken; zooals een broer dit zou
doen tegen zijn lievelingszusje; maar
toch nooit met zóó véél innigheid als nu.
Beiden zwegen ze toen een oogenblik,
waarop hij weer spjrak:
„Klok, het was niet mijn bedoeling ge
weest om je dit te zeggen. Maar ik heb je
lief gehad van den eersten dag af dat ik op
„de Berg" kwam. Heb je dit geweten?"
„Neen dat wist ik niet!"
„Nu, ik dacht van wel. En ik heb enkel
gewacht op een gelegenheid, dat ik zekerdër
zou zijn van mijn succes, als ik je vroeg
om de mijne te worden."
Hij vroeg haar dus om de zijne te wor
den.
Dit had Guy Luttrell nooit gedaan! Die
had slechts met haar gespeeld en was zon
der waarschuwing weggegaan en toen hij
genoeg had van het spelletje! En misschien
kwam hij wel terug op Schorne want zijn
oom was er nog en zou hij dan weer het
spelletje willen beginnen. Maar daar dacht
zij niet aan! En hij zou ook nooit weten, hoe
De Ster
Wij leveren
Sigaretten
U alle bekende merken Sigaren en
prijzen.
Het
Wij zijn
SPECIALE ADRES voor WEDERVERK00PERSI
Sigaretten-bonnen tegen zeer hooge p ijzen.
Vraagt offerte en bezoekt
onze magazijnen!
het haar bijna het hart gebroken had, dat
hij zóó maar weggegaan was! Neen, ze zou
de vrouw van Gilbert Haydon werden, dan
kon hij zich tenminstet niet vroolijk maken
over haar!
Met bliksemsnelheid schoten deze ge
dachten haar door het hoofd en dedên haar
dan ook zoo hoogst-ernstig en nadrukkelijk
vragen: „Ben je zeker dat je genoeg voor
mij voelt? Het lijkt mij nog zoo vreemd!"
„Moet ik het eerst nog bewijzen, Klok?"
Maar reeds stak zij hem de hand toe, die
hij gretig vatte. En voor het eerst kuste hij
toen Goudklok!
HOOFDSTUK XII.
„Ik zeg en herhaal, dat er geen tweede is
als jij, Klok!" mopperde Tom Garland op
zeer goedmoedigen toon anders. „Daar heb
ik nu een half uur lang niets gedaan dan je
maar verteld van de nieuwe veulens en ik
geloof niet dat je er een letter van gehoord
heb!"
„Wel?" vroeg zij loom.
Ze zat bij het vuur in de groote huiska
mer, want het was half December en al ge
weldig koud. Tom, die naar Yule Ketton
was geweest om daar nieuw band voor zijn
schaatsen te koopen, had haar met een boek
op den schoot gevonden.
„Nu, als het je niet interesseert, had je het
wel een beetje eerder kunnen zeggen. Maar
ik geloof zoowaar dat ze een pistool naast
je konden afschieten, zoo zeer ben je altijd
verdiept in die boeken. Is dat nu weer iets
van mr. Haydon?"
„Ja het is Gilbert's laatste novelle."
„Je zult toch anders niet hard opschieten
met lezen, want je hebt het boek anders
om!
Klok kreeg een kleur en bleef het ant
woord schuldig.
Nog een tijdje bleef Tom ook bij het vuur
staan, toen ging hij naar de keuken, waar
hij zijn moeder aan het appel-schillen vond.
„Waar is Klok?" vroeg zij. „Ze maakt er
zich tegenwoordig maar gemakkelijk af!
Heb je haar ook gezien, Tom?"
Ze zit binnen bij het vuur te lezen. Maar
roept u haar maar niet, moeder! Haydon
kwam daar juist en ik hoor ze samen pra
ten. Vindt u haar niet vreemd, moeder?"
Vreemd? Och, ze is wat kalmer dan
vroeger: ze loopt niet meer zoo veel uit en
zingt niet meer zoo veel; maar ze heeft
toch anders alle reden om tevreden en ge
lukkig te zijn! Gilbert Haydon zal wel zor
gen, dat zij een leven heeft als een prinses!"
Mrs. Garland was wel zeer ingenomen
met de verloving van haar aangenomen
dochter, maar toch kon ze erg te doen heb
ben met Steve Warton. Die was niet meer
in Yule Ketton. Hij was er weggegaan, kort
na de laatste weigering van Goudklok. Hij
had het beheer over de boerderij aan zijn
jongeren broer overgelaten en naar het
gerucht liep zou hij zelve in Australië
een schapenfokkerij beginnen.
„O ja, hij is dol op haar!" zei Tom.
„Maar zij toch ook op hem! Denkt u niet,
moeder?"
„Natuurlijk! Anders had ze Steve Warton
niet voor hem bedankt! Toe, roep haar eens
even, Tom, dat zij mij wat komt helpen."
Maar Tom vergat die boodschap geheel
en ging kalm de nieuwe banden aan zijn
schaatsen maken. Toen hij terugging
denzelfden weg andermaal door de zit
kamer, riep Haydon hem.
Goudklok lag achterover geleund in haar
stoel en Gilbert stond tegen den schoor
steenmantel geleund. Beider gelaat stond
opgewekt, naar hij meende; en daar Tom
zoozeer vervuld was van het schaatsenrij
den, riep hij: „Wat denkt u van het ijs, mr.
Haydon? Zou het al houden?"
„De vijver nog niet; dat zal nog wel een
week duren; tenminstte als het zoo blijft
vriezen!"
„Dat denk ik wel. Het is aardig van lord
Southinoor om ons daar te laten rijden."
„Lord Southinoor is altijd even vriende
lijk," viel Klok in.
„Maar ik kan je vertellen van een plaats,
waar het ijs wel dragen zal, Tom," zei Gil
bert. „Dat heb ik nu zoowat een half uur
geleden geprobeerd."
„Waar? In het Park?" vroeg Tom.
„Je weet wel: dicht bij die open plek, als
je het hekje doorgaat naar de laan. Daar
heb je een plas, die niet al te diep zal zijn
en waar het ijs zoo glad is als een spiegel."
Goudklok luisterde met kloppend hart. Ze
kende die plek heel goed. Hoe dikwijls had
ze daar niet geloopen met Guy Luttrell!
Onbewust had Gilbert haar gedachten weer
teruggevoerd naar die dagen in haar leven,
die zij daar uitgeschakeld zou hebben ge-
wcnscht. Maar toen zij weer toeluisterde,
was het niet meer over het schaatsenrijden,
maar hoorde zij Gilbert tot Tom zeggen:
„Ja; ik moet nu weer uit. Maar het is
nog niet laat. Het is pas drie uur. Ik moet
Bulteel even spreken. Ga je mee, Klok? Je
ziet er net uit of je hoofdpijn hebt?"
„Neen, het is zoo koud en ik wilde graag
die boek uitlezen."
Hij kuste haar dus en Tom deed hem uit
geleide tot aan het hek, waarna hij weer
naar de zitkamer terugkeerde.
„Hoe dom van je, Klok, om niet mee te
gaan! Het is juist zoo n prachtige dag en
volstrekt niet kouder dan gisteren."
„Ik had geen lust om uit te gaan."
„Je bent tegenwoordig met geen stok
meer uit huis te krijgen en vroeger was je
juist niet binnen te houden! Denk eens
aan, wien ik in het dorp heb gezien?"
„Ik weet nietSteve Warton mis
schien
„Wel neen; hoe kan dit nu! Dien heb je
wel voor goed weggestuurd." Dit laatste
niet zonder bitterheid, daar Tom erg te
doen had met zijn kameraad. „Neen, dien
man, die hier kwam met zijn lordschap en
met lady Barbara en dien wij algemeen
voor haar verloofde hielden. Ik denk dat
hij weer op Schorne is."
Met de handen in de zakken slenterde
Tom weg. Mogelijk had Klok niet eens ge
luisterd, dacht hij, want zij schonk zoo wei
nig aandacht meer aan haar omgeving.
(Wordt vervolgd).