Op Afbetaling P MI f Wie was zij toch? Ingezonden. Naaimachines - Klokken Horloges - Goud - Zilver Adverteert in dit blad Trap-Naaimachine J. v. MANEN, Nieuwstraat 17 Jnsliluul voor Viool- en Snsemblespel Eerste Baarnsche Mode-Vakschool FEUILLETON Advertentiën, net Kosthuis, Naaimachines, Dekens enz. in huurkoop HUWELIJK. vrouwelijke hulp is uw aangewezen adres Qeovge Hindemanri' Nassaulaan ai, B^arn. Opleiding voor Examen «ra. RAADT rara Kerkstraat 33 JAN EK ROOKT Ongeëvenaard in kwaliteit in prijzen van 6 tot 12 cent. Sigarenfabr. Rozenstraat 12-14 Biit CU) elkander plant. Het lijkt eerst gek, dat ze zoover uit elkander moeten, maar 't is noodig. Een onderlinge afstand van nage noeg 2 M. of zelfs iets meer is voor roode en witte bessen noodig. Kruisbes heeft op zandgrond voldoende aan 1.25 M. h 1.50 Meter onderlingen afstand, op klei wat meer. Als soorten beveelt men tegenwoordig wat roode bes betreft vooral aan Fray's Prolific en Duitsche zure. Van de witte:' Groote Hollandsche witte. Van de kruis bes: Vroege Engelsche Witte, als gele de Ruige Gele en als roodgekleurde bes de Crown Bob of Lentsche blonde. Natuurlijk zal inen eerst een goede grondbewerking toepassen, door den grond twee steek diep los te spitten. De bo- venspit laat men boven, ook de stalmest, die mede ondergespit wordt, werkt men niet te diep naar beneden. De beste plant- tijd is die vóór den winter, October is be ter dan November en November beter dan December. Desnoods kan 't nog in het vroege voorjaar. (Alg. Ned. Landb.blad.) KUNSTMOEDERS OP DE BOERDERIJ. Waar men eenigen hoenderstapel van be- teekenis heeft, moet men wel z'n toevlucht nemen tot kunstmoeders, want met kloeken broeden is dan te bewerkelijk en biedt, wat het ergste is, nooit bedrijfszekerheid. En zonder deze zekerheid is geen enkel bedrijf op den duur rendabel te houden. De boer kan niets beter doen, dan bij tijds een aantal eendaagskuikcns te bestel len bij een vertrouwd adres en moet dan niet kijken op een enkele cent. Bij 't groot vee ondervond hij toch ook, dat de afstam ming een groote rol speelt. Men bestelle 3 X zooveel kuikens als men jonge hennen denkt te moeten fokken en neme deze in één koppel. Wie b.v. 50 hen netjes wil trekken, neme minstens 150 kui kens, 200 is nog beter. Maar niet 2 X 75 of 2 X 100. Bakkunstmoeders bieden slechts voor kleine koppeltjes eene goede huisvesting. Honderd kuikens is daarvoor feitelijk al te veel; 50, 60, 70, hoogstens 80 is toelaatbaar. Maar er is heel wat werk aan zulke kunst moeders, om ze eiken dag te reinigen en ze steeds op de gewenschte temperatuur te houden, in verband met de zoo hoog noo- dige ventilatie. Als de bakkunstmoeder niet behandeld wordt als 'n klein kind, dat de zorgen niet kan missen, krijgt men er maar zwakke kuikens mee. Voor de boerderij bevelen we daarom bij voorkeur aan: a. de caroussel-, b. de kachel-' kunstmoeder. a. De carousselkunstmoeder krijgt hare warmte door een lamp, waarin petroleum gestookt wordt. De inrichting dezer ver warmingsbron is van dien aard, dat de pe- troleumdampen nooit vlak bij de kuikens kunnen komen. De lamp is omgeven door een flink scherm, meest met afhangeden wollen rand, waaronder de kuikens zich naar behoefte kunnen warmen. Zulke kunst moeders zijn zeer eenvoudig schoon te hou den, daar ze bij het reinigen van de slaap plaats onder de kap zoolang op zij gezet kunnen worden. Het zal er dus nooit onder stinken, wat het in een bakkunstmoeder di rect doet, als men ze niet gelijk een kraam vrouw behandeld. Onder de kap dus steeds frissche lucht en wat ook zoo mooi is: wordt dc lamp even te heet, dan kunnen de kuikens zich daar verder vandaan schikken. In een te heete bakkunstmoeder ze kün te heet worden, zelfs bij goede verzorging dan zitten de kuikens opgesloten tusschen 4 houten wan den. Ze zoeken dan instinctmatig de minst heete plekken, (dat zijn de 4 hoeken!) en 's morgens vindt men er daar vaak gestikt liggen, ook omdat de bazigen (de haantjes!) op de meer bedeesde (de hennetjes!) krui pen. Voor een carousselkunstmoeder heeft men.een hokje noodig van 9 k 10 M2. bo- bodemoppervlakte, dus ongeveer 3 bij 3 M. Men moet echter weer niet te veel kuikens bij een carousselkunstmoeder plaatsen. Is ze opgegeven voor 200 kuikens, dan zal 150 het beste resultaat geven. Dus altijd iets Naar het Engelsch van CARL SWERDNA.. 18) „Haydon zóó moet ik je dus nog noe men, daar je niet den naam van je vader wilt dragen ik geloof, dat je je daar ver gist. Jc spreekt van je plaats, die „inge nomen" zou zijn?.... De plaats, die je in nam in het hart van je vader, zal nooit door een ander daar vervangen worden. Denk dan nog eens aan den tijd, toen je samen waart; toen die ongelukkige breuk je niet tegen hem verhard had; en dan weet je toch wel, dat hij je groote gene genheid toedroeg?" „Mylord, u spreekt van de genegenheid van mijn vader voor mij. Nu, ik geef toe, dat hij mij die betoond heeft. Maar hij heeft mijn moeder onteerd en heeft haar het hart gebroken; hij weigerde haar bede om mij te zien, toen zij stervende was en hij liet mij een bezoedelden naam na. Dit kan ik hem niet vergeven. Ik dank u intusschen voor uw vriendelijke bedoeling en voor üw vriendelijke woorden. Hij stond zeker zóó vast in zijn besluit, dat lord Southmoor maar geen poging meer waagde. Gilbert Haydon nam afscheid met eerbiedigen groet en lord Southmoor had toen een gevoel over zich of hij ook soms uit een droom was ontwaakt. Maar nog een sterker ontroering zou hem treffen. Even later kwam lady Barbara binnen en met vriendelijke zachtheid zou hij haar mee declen, wat hij wist. Daar had zij recht op, vond hij; zij, die Gilbert Haydon liefhad en zoo meesterlijk zijn geheim had weten te bewaren. Zij zag echter zóó bleek en haar oogen schitterden met zulk een koortsachtigen minder dan de fabrikant adverteert. Echter weer niet al te weinig, want dan zitten de diertjes, vooraal in 't vroege voorjaar, soms te koud. De lamp en de uitgestraalde warm te der kuikens regelt de temperatuur. b. De kachelkunstmoeder lijkt ons voor de boerderij het méést geschikt of een z.g. blauwbrander. Deze twee kan men op een lijn stellen. De kachelkunstmoeder wordt, zooals de naam reeds zegt, verwarmd door een kachel, die er bij geleverd wordt, een vul- kacheltje waarin men anthraciet en eierko len stookt. Vooral 's nacht is 'n mengsel van half anthraciet en half eierkolen o. i. het meest gewensct. Anthraciet alléén jaagt te veel, zoodat het soms erg heet kan worden en daarna weer wat koud. Voor de kachelkunstmoeder of blauw brander heeft men een grooter hokje noo dig, ook al zou men er toevallig maar wei nig kuikens onder hebben. Vier bij vier, dus 16 vk. Meter is het minimum, beter is 4 bij 5. De kuikens regelen bij deze kunstmoeders de warmte zelf en voor gebrek aan zuurstof behoeft men niet te vreezen bij de hiervoor- genoemde afmetingen. Hoe warmer het on der de kap is, hoe grooter de ring is, waar in de kuikens zich rondom de kachel be hoorlijk neervleien. Met 'n kachelkunstmoeder of blauwbran der kan men ook heel weinig kuikens grootbrengen, al zijn er b.v. maar 25. Dit kan in het koude getijde niet gezegd wor den van een caroussel. Tegenwoordig zijn de kunstmoeders goedkoop genoeg, zelfs goedkooper dan een bakkunstmoeder, waartegen wij ook nog moeten waarschuwen voor brandgevaar. Menige boerderij is reeds in vlammen op gegaan door een houten bakkunstmoeder. Als de rookgelegenheid doelmatig is aan gebracht, biedt de kachelkunstmoeder en zeker ook de metalen caroussel veel meer veiligheid. De bodem van het hok, waar de carous- el-, de kachelkunstmoeder of de blauw brander is geplaatst, worde bedekt met fijn zand, waar geleidelijk wat turfstrooisel over gebracht kan warden. Onder de kap enkel fijn zand, dan zijn de vaste opge droogde uitwerpselen des morgens heel ge makkelijk te verwijderen. Met een fijn hark je of 'n bezemtje is men zóó klaar. In den tijd van brandstoffenschaarschte (mobilisatietijd) gebruikte men ook z. g. koude kunstmoeders, die berusten op het principe, dat de kuikens elkaar verwarmen. De ruimte moet daar dan op berekend zijn. Deze kunstmoeders ontraden wij. Na de mobilisatie hebben ze, gelukkig, niet veel ingang meer gevonden. Welke kunstmoeder men echter ook ge bruikt, altijd verdient het aanbeveling, de kuikens bij goed weer buiten te laten. Men moet de eerste dagen de diertjes evenwel dicht bij de warmtebron houden. Wie een caronssel, een kachel of een blauwbrander gebruikt, moet daarom de eerste dagen een band van karton of fijn mazig gaas rond de warmtebron brengen, b.v. 20 c.M. buiten de kap. Het is niet ge- wenscht, dat ze dan ver weg kunnen: ze hebben dan hoofdzakelijk behoefte aan warmte en rust. De grootste temperatuur onder de kap, een handbreedte boven den bodem, waarop de kuikens loopen, moet dan plm. 80 graden Fahrenheit (tot 85 gra den toe) wezen. Daarna dient het geleide lijk minder te worden, want zoowel te warm als te koud opgefokte kuikens worden zwakkelingen. Aan de gedragingen der kui kens ziet men echter al heel gauw, of er in dezen iets aan hapert. Bij goed weer zal de lamp of de kachel, of de blauwbrander op den dag al gauw heel laag moeten branden, en na 3 weken misschien al heelemaal niet meer, doch des nachts moet men de kunstmatige warmte niet gauw achterwege laten. Wie een caroussel, een kachel of een weken in leeftijd verschillen bij een en de zelfde kunstmoeder wil groot brengen, zal zien, dat het mis wordt, het loopt dan vast. Daarom nog eens: tracht zooveel kuikens in ééns te krijgen, dat je niet tweemaal behoeft te fokken. De ventilatie is bij de kachels en carous- sels ook een zaak van groot gewicht, want de afgewerkte lucht (de petroleum- en an thraciet- of eierkolengassen) moeten ge regeld kunnen ontsnappen, om plaats te maken voor de frissche, versterkende bui tenlucht. Waar alle ramen vast zijn, daar gloed, dat hij zich ernstig ongerust maakte, dat er iets niet in orde was met haar. Hij durfde zelf niets vragen, maar gaf zwij gende gehoor aan het gebaar, waarmee zij hem noodde, plaats te nemen. „Oom Alan, ik moet u iets laten zien." „Mij laten zien?" „Ja.... Iets, wat u een heelen tijd niet gezien heeftZe knielde naast hem neer en vroeg: „Zal ik het u dan laten zien?" „Wat bedoel je, kind?" Lady Barbara deed haar hand open en legde die op zijn knie, waardoor hij dus het gouden hartje kreeg te zien, dat hij nu gauw naar zich toetrok. „Dat moest je niet genomen hebben, Bar bara! Waarom heb je het eigenlijk gedaan? Je hadt niet in mijn schrijftafel moeten ko men." „Maar dit is niet uit uw schrijftafel, oom Alan. Want dit is ook niet het gouden hartje, dat u mij heeft laten zien: U heeft dit zelve voor méér dan twintig jaren ge zien, toen u het gaf aan uw vrouw!" Zij drukte op de veer en het hartje vloog open. Huiverend en met een gelaat, dat nog bleeker zag dan het hare, boog lord Sout- moor zich voorover en las de woorden, die hij in het hartje zag gegraveerd: „Alan aan Isabel. Trouw tot in den dood." Het gleed uit zijn hand en bleef aan het kettinkje haken. Geleid dpor een plotselinge ingeving, sloeg lady Barbara de armen om zijn hals en barstte in snikken uit. „O, oom, ik ben op „de Berg" geweest en daar zag ik, dat zij het om den hals droeg en ik heb het onmiddellijk herkend Ze vertelde mij, dat haar moeder het haar had omgehangen, toen het schip ten onder ging en dat zij het sindsdien altijd gedra gen heeft. Maar zij wist niet dat het open ging. Dat weet zij nu nog niet. Dat moet u haar vertellen. O. denkt toch eens aan! Ze heeft steeds vlak bij u* gewoond en daar heeft u niets van geweten; uw eigen dochter, het eenig kind van uw vrouw HOOFDSTUK XVI. De sneeuw, die heel den dag al gedreigd had, was gaan vallen, zoodra het avond werd; om acht uur viel ze dik en velden zal men z'n doel moeilijk bereiken. Frissche lncht speelt een hoogst belang rijke rol in den groei der kuikens. Tocht (en vocht) moeten echter vermeden worden. (Alg. Ned. Landb.blad.) Slachting Abattoir. De kwestie betreft het slachten op het abattoir van de N.V. Centrale Slachtplaats te Soest waarvan de heer H. Th. van de Berg Directeur is. Als Directeur van de gemeentelijke keuringsdienst van Vee en Vleesch te Soest protesteer ik er tegen, dat in uw bericht mededeeling gedaan wordt dat aldaar geen voldoende toezicht is bij het bedwelmen der dieren. Door een conferentie op het gemeentehuis kon ik de bewuste vergadering van de afd. Baarn van de Ned. Vereen, t. b. v'. dieren, waar van ik lid ben, niet bijwonen, wat achteraf jammer bleek, anders zou ik degeen, die zonder op de hoogte te zijn van dezcj kwestie, dit in het midden gebracht heeft, direct van advies geweest kunnen zijn. Al le dieren worden bedwelmd en daarna ge dood en bij iedere keuring wordt hier door de dienstdoende ambtenaar opgelet. Trou wens persoonlijk zit ik reeds jaren in ver schillende besturen van vereen, op het gebied van dierenbescherming en is deze week juist een voorstel van mij uitgegaan naar aanleiding van de moordpartij van honden bij Amsterdam, om het dooden van alle dieren behalve slachtdieren wettig te regelen. Waar ik met deze principes, chef van de keuringsdienst ben, geloof ik, dat er voldoende waarborg zal zijn, dat de hand gehouden wordt aan de wettigé voor schriften. Serieuse dierenbeschermers en speciaal van de afd. Baarn, zal ik gaarne de gang van zaken laten zien en uitleggen. Bovendien kan ik nog mededeelen, dat bij de opening van de N.V. door mij een schrijven is opgesteld, dat aangeplakt is in het slachthuis, waarin ik bekend maak cn eisch, dat niet alleen de wettige voorschriften worden nageleefd, doch ook, dat met de te slachten dieren de noodige zachtheid wordt betracht. Intusschen hoop ik dat degeen, die meende dat er geen toe zicht was, (natuurlijk een warm dierenbe schermer) zich met mij >n verbinding zal stellen. Met vriendelijk dank voor plaatsing, A. WINTER, Dierenarts, Dir. Gem. Keuringsdienst, Soest Wij merken den heer Winter op dat wij ons hebben bepaald tot het publiceeren van 't. besluit der Algem. Verg. van Ned. Ver. tot Dierenbescherming te Baarn. Wat de daar werkelijke oorzaak van dit besluit was, kunnen wij nog niet beoordeelen. REDACTIE. Winkeljuffrouw, leeflijd 18 jaar, zoekt omtrek Station. Brieven met prijs opgaaf onder letter L 16 Bureau van dit Blad. Geheimhouding verzekerd. Brieven onder No. 88 bureau dezer Courant. en wegen waren overdekt mét een wit kleed. Maar hoe gezellig en warm het daar ook was de vrouw en de heer des huizes op „de Berg" stonden onder de portiek naar buiten te staren ontsteld erf be zorgd. Er was iets niet in orde op de hoeve. Een paar maar was Mr. Garland tot aan het open hek getreden en was dan terug gekeerd met een dikke laag donzige sneeuw op hoofd en schouders. Hij was nu bezig de witte vlokken af te schudden, terwijl hij vroeg: „Wanneer zei je ook weer dat je haar voor het laatst gezien hebt, vrouw?" „Zoowat om een uur of zes; even nadat lady Barbara weg was. Ik was boven ge weest en toen ik naar beneden ging, ont moette ik haar bij haar kamer. Ik zei zoo iets van dat mr. Haydon zoo lang weg bleef, maar zij gaf geen antwoord, sloeg enkel de armen om mijn hals en kuste mij; liep haar kamer weer binnen en schoof den grendel op de deur. Ik vond het vreemd van haar, want het was niets voor Klok om je op die manier te kussen; ik riep haar toe of er ook iets aan scheelde; of zij misschien ziek was of hoofdpijn had; en zij riep terug dat zij wel wat pijn in het hoofd had; maar dat zij heel gauw zou be neden komen. En ik dacht niet meer over haar, tot mr. Haydon nu een half uur geleden thuis kwam en zij weg was...." „Maar waar kan zij dan toch heen zijn gegaan?" vroeg mr. Garland, andermaal in de duisternis turend. „Wat zou ze buiten hebben te doen?" „Dat mag de hemel weten! Maar daar kan ze een goede koude mee vatten! Hoor jc nog niets, vader?" „Zijn mr. Haydon en Tom samen ge gaan?" vroeg Garland. „Neen, mr. Haydon is naar het Huis en Tom naar het dorp gegaan. Maar laten wij binnen gaan, vader. Ik ben half bevroren en met al ons uitkuiken krijgen wij ze toch niet eerder terug." Nauwelijks waren de oude lui binnen of er werd weer luide op de deur geklopt. Tom trad binnen en sprak opgewekt: 't Is alles in orde, hoor!" Door betrouwbare Firma wor den alleen PRIMA MERKEN gegeven. Geheimh. verzekerd. Br. onder No. 44 Bur. v. dit Blad Een Heer, wedn., wenscht in kennis Ie komen met een jonge dochter of wed. van nette familie, G. G. of P. G. Brieven franco onder letter H, Boek handel, Van Weedestraat 7. In een gezin R K. Ie SOESTDIJK, man en vrouw op leeftijd, wordt flinke gezocht (niet te jong) voor huish. en keuken. Aanb. onder letier W H bureau van dit blad. TE HUUR GEVRAAGD een VILLATJE of LANDHUIS, huurprijs pl.m. 500 gld. per jaar. Brieven met opgaaf ligging, enz., onder No. 376, aan het Bureau van dit Blad. TE KOOP zoo goed als nieuwe merk PHAFF en KIN0ER-L00PREK J. HOEK, Klaarwaferweg 33 ELECTRISCHE Wel beter in kwaliteit maar niet duurder Beleefd aanbevelend Koekkoekslraal 51 Hilversum (Afdeeling van de in 1911 Koninklijk goedgekeurde vereeniging van Mode-Vakscholen in Nederland). Jonge meisjes, die de school hebben verlaten, kunnen ingeschre ven worden op het spreekuur: 's Woensdags van 3 tot 4 uur en van 7 tot 8 uur. Dag- en Avond-, Club- en Privaatlessen. Ook voor oudere dames bestaal gelegenheid voor eigen gebruik alle voorkomende kleeding, geheel zelfstandig Ie leeren vervaardigen. Prcspectussen verstrekt de Directrice, Mej. W. BEKKER. van onze „SPIEGEL" WR1JFWAS-ARTIKELEN die het juiste aantal knikkers dat zich in een verzegelde tlesch in onze Etalage bevindt, geven wij een Origineel Schilderstuk in Gouden Lijst rara CADEAU rara welke eveneens in onze Etalage te bezichtigen is I „Heb je haar gevonden? Waar is ze? Heb je haar bij je?" riepen vader en moe der door elkaar. „Neen. Maar ze zal hier dadelijk zijn. Mr. Haydon heeft haar gevonden. Hij zag ze juist en zou het u gaan vertellen. Daar zijn ze zeker....4... Net als katten!" Er werd andermaal aan de deur geklopt; Tom deed open en stond versteld.... want daar traden de beide gedaanten binnen van lord Southmoor en lady Barbara. Toch nog goed kenbaar hoe zeer ook over- sneeuwd door dat eindje loopen van het hek naar het huis. Ze zagen er beiden bleek en ontdaan uit. Lord Southmoor was zelfs zoo opgewon den, dat het hem niet eens trof, hoe ontsteld de luidjes op „de Berg" leken. Onverwijld vertelde hij de geschiedenis van het gou den hartje in zoo weinig mogelijke woor den. Het was het souvenirtje, dat hij aan zijn vrouw had gegeven - zijn jonge vrouw, waar ze misschien niet eens van gehoord hadden, die dit wist hij zeker tot hem was gekomen, toen hij vrij was, maar bij een schipbreuk was vergaan. Het droeg dan ook haar naam en den zijne. Hij zou hun het pendant er van laten zien. Dit hield hij hun voor, met trillende hand en terwijl zijn oog vochtig was van ont roering En liet meisje, wier leven zij had gered, en die dat kleinood nu al twintig jaar had gedragen was zeker zijn dochter. Hij had geen bewijs noodig; hij behoefde geen ander dan hetgeen al reeds in zijn bezit was. Zij was zijn dochter, lady Isabel Dashwood; en als haar vader kwam hij haar opeischen. „Niet", zei hij cn vatte met groote harte lijkheid de hand van mr. Garland „dat ik verwacht, hoe ik nog in langen tijd aan spraak kan maken op zóó veel tcederheid als u en uw vrouw bezitten; en ik zal ook nooit trachten haar van u af te halen. Daarvoor is mijn dankbaarheid te groot; zóó groot zelfs dat ze niet kan denken aan vergelding! Maar mijn erkentelijk heid is diepgaandeWaar is mijn doch ter nu? Dat ik haar aan het hart kan drukken!" „Ze is laat op den middag uitgegaan, mylord, en ze is nog niet teruggekeerd. Maar mr. Haydon is haar gaan zoeken en ieder oogenblik verwachten wö haar terug." Nog nauwelijks had mr. Garland deze woorden gesproken, of er werd haastig op de deur geklopt en Gilbert Haydon trad binnen, overdekt met sneeuw; en al léén. Hij boog werktuigelijk voor den graaf, maar keek steeds naar Tom. „Waar is zij? Heb je haar gevonden?" „Ik haar gevonden? Natuurlijk niet! Ik heb haar met u gezien!" „Met mijIk heb haar in het geheel niet gezien. Wat bedoel je? Maar ik heb u gezien!" betuigde Tom met grooten na druk, „aan dien kant van hut laantje, waar de weg ombuigt naar de Roode Klip." „Ik ben die richting niet uit geweest; ik ben naar Schorne gegaan. Maar heb je Klok gezien?" „Ja; ik zou zweren, dat het Klok was. O!" riep Tom, „hoe kwam ik toch ook zoo dwaas. Maar er was een rijtuig dat zag ik! En u zegt' dat u het niet was, dien gij gelijk met haar zag? Dan moet het Guy Luttrell zijn geweest!" Naderhand herinnerde niemand zich heel best meer, wat er op „de Berg had plaats gehad. Maar Tom'.- woorden hadden als een soort openbaring gewerkt en ieder be greep, dat het nu slechts er op aan kwam, de vluchtelinge te vervolgen en te achter halen. Lord Southmoor herinnerde zich ook niet meer, hoe, of in welke termen hij Gilbert Haydon vertelde dat het vermiste meisje in waarheid zijn dochter was, Isa bel Dashwood, cn niet de onbekende, on benoemde Goudklok. Hij herinnerde zich enkel nog den stevigen handdruk, waarmee de jonge man deze mededeeling had aan gehoord en de vastheid van overtuiging, waarmee hij van zijn kant vertelde dat zij zijn verloofde was en dat het slecht ver gaan zou den man, waarmee zij gevlucht was. (Slot volgt).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 4