Op Afbetaling
P MI
f
Wie was zij toch?
Ingezonden.
Naaimachines - Klokken
Horloges - Goud - Zilver
Adverteert in dit blad
Trap-Naaimachine
J. v. MANEN,
Nieuwstraat 17
Jnsliluul voor Viool- en Snsemblespel
Eerste Baarnsche Mode-Vakschool
FEUILLETON
Advertentiën,
net Kosthuis,
Naaimachines, Dekens enz.
in huurkoop
HUWELIJK.
vrouwelijke hulp
is uw aangewezen adres
Qeovge Hindemanri'
Nassaulaan ai, B^arn.
Opleiding voor Examen
«ra. RAADT rara
Kerkstraat 33 JAN EK
ROOKT
Ongeëvenaard in kwaliteit
in prijzen van 6 tot 12 cent.
Sigarenfabr.
Rozenstraat 12-14
Biit CU)
elkander plant. Het lijkt eerst gek, dat ze
zoover uit elkander moeten, maar 't is
noodig. Een onderlinge afstand van nage
noeg 2 M. of zelfs iets meer is voor roode
en witte bessen noodig. Kruisbes heeft op
zandgrond voldoende aan 1.25 M. h 1.50
Meter onderlingen afstand, op klei wat
meer.
Als soorten beveelt men tegenwoordig
wat roode bes betreft vooral aan Fray's
Prolific en Duitsche zure. Van de witte:'
Groote Hollandsche witte. Van de kruis
bes: Vroege Engelsche Witte, als gele de
Ruige Gele en als roodgekleurde bes de
Crown Bob of Lentsche blonde.
Natuurlijk zal inen eerst een goede
grondbewerking toepassen, door den grond
twee steek diep los te spitten. De bo-
venspit laat men boven, ook de stalmest,
die mede ondergespit wordt, werkt men
niet te diep naar beneden. De beste plant-
tijd is die vóór den winter, October is be
ter dan November en November beter dan
December. Desnoods kan 't nog in het
vroege voorjaar.
(Alg. Ned. Landb.blad.)
KUNSTMOEDERS OP DE
BOERDERIJ.
Waar men eenigen hoenderstapel van be-
teekenis heeft, moet men wel z'n toevlucht
nemen tot kunstmoeders, want met kloeken
broeden is dan te bewerkelijk en biedt, wat
het ergste is, nooit bedrijfszekerheid. En
zonder deze zekerheid is geen enkel bedrijf
op den duur rendabel te houden.
De boer kan niets beter doen, dan bij
tijds een aantal eendaagskuikcns te bestel
len bij een vertrouwd adres en moet dan
niet kijken op een enkele cent. Bij 't groot
vee ondervond hij toch ook, dat de afstam
ming een groote rol speelt.
Men bestelle 3 X zooveel kuikens als men
jonge hennen denkt te moeten fokken en
neme deze in één koppel. Wie b.v. 50 hen
netjes wil trekken, neme minstens 150 kui
kens, 200 is nog beter. Maar niet 2 X 75 of
2 X 100.
Bakkunstmoeders bieden slechts voor
kleine koppeltjes eene goede huisvesting.
Honderd kuikens is daarvoor feitelijk al te
veel; 50, 60, 70, hoogstens 80 is toelaatbaar.
Maar er is heel wat werk aan zulke kunst
moeders, om ze eiken dag te reinigen en ze
steeds op de gewenschte temperatuur te
houden, in verband met de zoo hoog noo-
dige ventilatie. Als de bakkunstmoeder niet
behandeld wordt als 'n klein kind, dat de
zorgen niet kan missen, krijgt men er maar
zwakke kuikens mee.
Voor de boerderij bevelen we daarom bij
voorkeur aan: a. de caroussel-, b. de kachel-'
kunstmoeder.
a. De carousselkunstmoeder krijgt hare
warmte door een lamp, waarin petroleum
gestookt wordt. De inrichting dezer ver
warmingsbron is van dien aard, dat de pe-
troleumdampen nooit vlak bij de kuikens
kunnen komen. De lamp is omgeven door
een flink scherm, meest met afhangeden
wollen rand, waaronder de kuikens zich
naar behoefte kunnen warmen. Zulke kunst
moeders zijn zeer eenvoudig schoon te hou
den, daar ze bij het reinigen van de slaap
plaats onder de kap zoolang op zij gezet
kunnen worden. Het zal er dus nooit onder
stinken, wat het in een bakkunstmoeder di
rect doet, als men ze niet gelijk een kraam
vrouw behandeld.
Onder de kap dus steeds frissche lucht en
wat ook zoo mooi is: wordt dc lamp even
te heet, dan kunnen de kuikens zich daar
verder vandaan schikken. In een te heete
bakkunstmoeder ze kün te heet worden,
zelfs bij goede verzorging dan zitten de
kuikens opgesloten tusschen 4 houten wan
den. Ze zoeken dan instinctmatig de minst
heete plekken, (dat zijn de 4 hoeken!) en
's morgens vindt men er daar vaak gestikt
liggen, ook omdat de bazigen (de haantjes!)
op de meer bedeesde (de hennetjes!) krui
pen.
Voor een carousselkunstmoeder heeft
men.een hokje noodig van 9 k 10 M2. bo-
bodemoppervlakte, dus ongeveer 3 bij 3 M.
Men moet echter weer niet te veel kuikens
bij een carousselkunstmoeder plaatsen. Is
ze opgegeven voor 200 kuikens, dan zal 150
het beste resultaat geven. Dus altijd iets
Naar het Engelsch
van
CARL SWERDNA..
18)
„Haydon zóó moet ik je dus nog noe
men, daar je niet den naam van je vader
wilt dragen ik geloof, dat je je daar ver
gist. Jc spreekt van je plaats, die „inge
nomen" zou zijn?.... De plaats, die je in
nam in het hart van je vader, zal nooit
door een ander daar vervangen worden.
Denk dan nog eens aan den tijd, toen je
samen waart; toen die ongelukkige breuk
je niet tegen hem verhard had; en dan
weet je toch wel, dat hij je groote gene
genheid toedroeg?"
„Mylord, u spreekt van de genegenheid
van mijn vader voor mij. Nu, ik geef toe,
dat hij mij die betoond heeft. Maar hij heeft
mijn moeder onteerd en heeft haar het hart
gebroken; hij weigerde haar bede om mij
te zien, toen zij stervende was en hij liet
mij een bezoedelden naam na. Dit kan ik
hem niet vergeven. Ik dank u intusschen
voor uw vriendelijke bedoeling en voor üw
vriendelijke woorden.
Hij stond zeker zóó vast in zijn besluit,
dat lord Southmoor maar geen poging meer
waagde. Gilbert Haydon nam afscheid met
eerbiedigen groet en lord Southmoor had
toen een gevoel over zich of hij ook soms
uit een droom was ontwaakt. Maar nog een
sterker ontroering zou hem treffen.
Even later kwam lady Barbara binnen en
met vriendelijke zachtheid zou hij haar mee
declen, wat hij wist. Daar had zij recht op,
vond hij; zij, die Gilbert Haydon liefhad en
zoo meesterlijk zijn geheim had weten te
bewaren.
Zij zag echter zóó bleek en haar oogen
schitterden met zulk een koortsachtigen
minder dan de fabrikant adverteert. Echter
weer niet al te weinig, want dan zitten de
diertjes, vooraal in 't vroege voorjaar, soms
te koud. De lamp en de uitgestraalde warm
te der kuikens regelt de temperatuur.
b. De kachelkunstmoeder lijkt ons voor
de boerderij het méést geschikt of een z.g.
blauwbrander. Deze twee kan men op een
lijn stellen.
De kachelkunstmoeder wordt, zooals de
naam reeds zegt, verwarmd door een
kachel, die er bij geleverd wordt, een vul-
kacheltje waarin men anthraciet en eierko
len stookt. Vooral 's nacht is 'n mengsel van
half anthraciet en half eierkolen o. i. het
meest gewensct. Anthraciet alléén jaagt te
veel, zoodat het soms erg heet kan worden
en daarna weer wat koud.
Voor de kachelkunstmoeder of blauw
brander heeft men een grooter hokje noo
dig, ook al zou men er toevallig maar wei
nig kuikens onder hebben. Vier bij vier,
dus 16 vk. Meter is het minimum, beter is
4 bij 5.
De kuikens regelen bij deze kunstmoeders
de warmte zelf en voor gebrek aan zuurstof
behoeft men niet te vreezen bij de hiervoor-
genoemde afmetingen. Hoe warmer het on
der de kap is, hoe grooter de ring is, waar
in de kuikens zich rondom de kachel be
hoorlijk neervleien.
Met 'n kachelkunstmoeder of blauwbran
der kan men ook heel weinig kuikens
grootbrengen, al zijn er b.v. maar 25. Dit
kan in het koude getijde niet gezegd wor
den van een caroussel.
Tegenwoordig zijn de kunstmoeders
goedkoop genoeg, zelfs goedkooper dan een
bakkunstmoeder, waartegen wij ook nog
moeten waarschuwen voor brandgevaar.
Menige boerderij is reeds in vlammen op
gegaan door een houten bakkunstmoeder.
Als de rookgelegenheid doelmatig is aan
gebracht, biedt de kachelkunstmoeder en
zeker ook de metalen caroussel veel meer
veiligheid.
De bodem van het hok, waar de carous-
el-, de kachelkunstmoeder of de blauw
brander is geplaatst, worde bedekt met fijn
zand, waar geleidelijk wat turfstrooisel
over gebracht kan warden. Onder de kap
enkel fijn zand, dan zijn de vaste opge
droogde uitwerpselen des morgens heel ge
makkelijk te verwijderen. Met een fijn hark
je of 'n bezemtje is men zóó klaar.
In den tijd van brandstoffenschaarschte
(mobilisatietijd) gebruikte men ook z. g.
koude kunstmoeders, die berusten op het
principe, dat de kuikens elkaar verwarmen.
De ruimte moet daar dan op berekend zijn.
Deze kunstmoeders ontraden wij. Na de
mobilisatie hebben ze, gelukkig, niet veel
ingang meer gevonden.
Welke kunstmoeder men echter ook ge
bruikt, altijd verdient het aanbeveling, de
kuikens bij goed weer buiten te laten. Men
moet de eerste dagen de diertjes evenwel
dicht bij de warmtebron houden.
Wie een caronssel, een kachel of een
blauwbrander gebruikt, moet daarom de
eerste dagen een band van karton of fijn
mazig gaas rond de warmtebron brengen,
b.v. 20 c.M. buiten de kap. Het is niet ge-
wenscht, dat ze dan ver weg kunnen: ze
hebben dan hoofdzakelijk behoefte aan
warmte en rust. De grootste temperatuur
onder de kap, een handbreedte boven den
bodem, waarop de kuikens loopen, moet
dan plm. 80 graden Fahrenheit (tot 85 gra
den toe) wezen. Daarna dient het geleide
lijk minder te worden, want zoowel te warm
als te koud opgefokte kuikens worden
zwakkelingen. Aan de gedragingen der kui
kens ziet men echter al heel gauw, of er in
dezen iets aan hapert.
Bij goed weer zal de lamp of de kachel,
of de blauwbrander op den dag al gauw
heel laag moeten branden, en na 3 weken
misschien al heelemaal niet meer, doch des
nachts moet men de kunstmatige warmte
niet gauw achterwege laten.
Wie een caroussel, een kachel of een
weken in leeftijd verschillen bij een en de
zelfde kunstmoeder wil groot brengen, zal
zien, dat het mis wordt, het loopt dan vast.
Daarom nog eens: tracht zooveel kuikens
in ééns te krijgen, dat je niet tweemaal
behoeft te fokken.
De ventilatie is bij de kachels en carous-
sels ook een zaak van groot gewicht, want
de afgewerkte lucht (de petroleum- en an
thraciet- of eierkolengassen) moeten ge
regeld kunnen ontsnappen, om plaats te
maken voor de frissche, versterkende bui
tenlucht. Waar alle ramen vast zijn, daar
gloed, dat hij zich ernstig ongerust maakte,
dat er iets niet in orde was met haar. Hij
durfde zelf niets vragen, maar gaf zwij
gende gehoor aan het gebaar, waarmee zij
hem noodde, plaats te nemen.
„Oom Alan, ik moet u iets laten zien."
„Mij laten zien?"
„Ja.... Iets, wat u een heelen tijd niet
gezien heeftZe knielde naast hem neer
en vroeg: „Zal ik het u dan laten zien?"
„Wat bedoel je, kind?"
Lady Barbara deed haar hand open en
legde die op zijn knie, waardoor hij dus het
gouden hartje kreeg te zien, dat hij nu
gauw naar zich toetrok.
„Dat moest je niet genomen hebben, Bar
bara! Waarom heb je het eigenlijk gedaan?
Je hadt niet in mijn schrijftafel moeten ko
men."
„Maar dit is niet uit uw schrijftafel, oom
Alan. Want dit is ook niet het gouden
hartje, dat u mij heeft laten zien: U heeft
dit zelve voor méér dan twintig jaren ge
zien, toen u het gaf aan uw vrouw!"
Zij drukte op de veer en het hartje vloog
open. Huiverend en met een gelaat, dat nog
bleeker zag dan het hare, boog lord Sout-
moor zich voorover en las de woorden, die
hij in het hartje zag gegraveerd: „Alan aan
Isabel. Trouw tot in den dood."
Het gleed uit zijn hand en bleef aan het
kettinkje haken.
Geleid dpor een plotselinge ingeving,
sloeg lady Barbara de armen om zijn hals
en barstte in snikken uit.
„O, oom, ik ben op „de Berg" geweest
en daar zag ik, dat zij het om den hals
droeg en ik heb het onmiddellijk herkend
Ze vertelde mij, dat haar moeder het haar
had omgehangen, toen het schip ten onder
ging en dat zij het sindsdien altijd gedra
gen heeft. Maar zij wist niet dat het open
ging. Dat weet zij nu nog niet. Dat moet
u haar vertellen. O. denkt toch eens aan!
Ze heeft steeds vlak bij u* gewoond en daar
heeft u niets van geweten; uw eigen
dochter, het eenig kind van uw vrouw
HOOFDSTUK XVI.
De sneeuw, die heel den dag al gedreigd
had, was gaan vallen, zoodra het avond
werd; om acht uur viel ze dik en velden
zal men z'n doel moeilijk bereiken.
Frissche lncht speelt een hoogst belang
rijke rol in den groei der kuikens. Tocht
(en vocht) moeten echter vermeden worden.
(Alg. Ned. Landb.blad.)
Slachting Abattoir.
De kwestie betreft het slachten op het
abattoir van de N.V. Centrale Slachtplaats
te Soest waarvan de heer H. Th. van de
Berg Directeur is. Als Directeur van de
gemeentelijke keuringsdienst van Vee en
Vleesch te Soest protesteer ik er tegen,
dat in uw bericht mededeeling gedaan
wordt dat aldaar geen voldoende toezicht
is bij het bedwelmen der dieren. Door een
conferentie op het gemeentehuis kon ik
de bewuste vergadering van de afd. Baarn
van de Ned. Vereen, t. b. v'. dieren, waar
van ik lid ben, niet bijwonen, wat achteraf
jammer bleek, anders zou ik degeen, die
zonder op de hoogte te zijn van dezcj
kwestie, dit in het midden gebracht heeft,
direct van advies geweest kunnen zijn. Al
le dieren worden bedwelmd en daarna ge
dood en bij iedere keuring wordt hier door
de dienstdoende ambtenaar opgelet. Trou
wens persoonlijk zit ik reeds jaren in ver
schillende besturen van vereen, op het
gebied van dierenbescherming en is deze
week juist een voorstel van mij uitgegaan
naar aanleiding van de moordpartij van
honden bij Amsterdam, om het dooden van
alle dieren behalve slachtdieren wettig te
regelen. Waar ik met deze principes, chef
van de keuringsdienst ben, geloof ik, dat
er voldoende waarborg zal zijn, dat de
hand gehouden wordt aan de wettigé voor
schriften. Serieuse dierenbeschermers en
speciaal van de afd. Baarn, zal ik gaarne
de gang van zaken laten zien en uitleggen.
Bovendien kan ik nog mededeelen, dat bij
de opening van de N.V. door mij een
schrijven is opgesteld, dat aangeplakt is
in het slachthuis, waarin ik bekend maak
cn eisch, dat niet alleen de wettige
voorschriften worden nageleefd, doch ook,
dat met de te slachten dieren de noodige
zachtheid wordt betracht. Intusschen hoop
ik dat degeen, die meende dat er geen toe
zicht was, (natuurlijk een warm dierenbe
schermer) zich met mij >n verbinding zal
stellen.
Met vriendelijk dank voor plaatsing,
A. WINTER, Dierenarts,
Dir. Gem. Keuringsdienst, Soest
Wij merken den heer Winter op dat wij
ons hebben bepaald tot het publiceeren
van 't. besluit der Algem. Verg. van Ned.
Ver. tot Dierenbescherming te Baarn. Wat
de daar werkelijke oorzaak van dit besluit
was, kunnen wij nog niet beoordeelen.
REDACTIE.
Winkeljuffrouw, leeflijd 18 jaar, zoekt
omtrek Station. Brieven met prijs
opgaaf onder letter L 16 Bureau van
dit Blad.
Geheimhouding verzekerd.
Brieven onder No. 88 bureau
dezer Courant.
en wegen waren overdekt mét een wit
kleed.
Maar hoe gezellig en warm het daar ook
was de vrouw en de heer des huizes
op „de Berg" stonden onder de portiek
naar buiten te staren ontsteld erf be
zorgd.
Er was iets niet in orde op de hoeve.
Een paar maar was Mr. Garland tot aan
het open hek getreden en was dan terug
gekeerd met een dikke laag donzige sneeuw
op hoofd en schouders.
Hij was nu bezig de witte vlokken af te
schudden, terwijl hij vroeg:
„Wanneer zei je ook weer dat je haar
voor het laatst gezien hebt, vrouw?"
„Zoowat om een uur of zes; even nadat
lady Barbara weg was. Ik was boven ge
weest en toen ik naar beneden ging, ont
moette ik haar bij haar kamer. Ik zei zoo
iets van dat mr. Haydon zoo lang weg
bleef, maar zij gaf geen antwoord, sloeg
enkel de armen om mijn hals en kuste mij;
liep haar kamer weer binnen en schoof
den grendel op de deur. Ik vond het
vreemd van haar, want het was niets voor
Klok om je op die manier te kussen; ik
riep haar toe of er ook iets aan scheelde;
of zij misschien ziek was of hoofdpijn had;
en zij riep terug dat zij wel wat pijn in het
hoofd had; maar dat zij heel gauw zou be
neden komen. En ik dacht niet meer over
haar, tot mr. Haydon nu een half uur
geleden thuis kwam en zij weg was...."
„Maar waar kan zij dan toch heen zijn
gegaan?" vroeg mr. Garland, andermaal in
de duisternis turend. „Wat zou ze buiten
hebben te doen?"
„Dat mag de hemel weten! Maar daar
kan ze een goede koude mee vatten! Hoor
jc nog niets, vader?"
„Zijn mr. Haydon en Tom samen ge
gaan?" vroeg Garland.
„Neen, mr. Haydon is naar het Huis en
Tom naar het dorp gegaan. Maar laten wij
binnen gaan, vader. Ik ben half bevroren
en met al ons uitkuiken krijgen wij ze toch
niet eerder terug."
Nauwelijks waren de oude lui binnen of
er werd weer luide op de deur geklopt.
Tom trad binnen en sprak opgewekt:
't Is alles in orde, hoor!"
Door betrouwbare Firma wor
den alleen PRIMA MERKEN
gegeven. Geheimh. verzekerd.
Br. onder No. 44 Bur. v. dit Blad
Een Heer, wedn., wenscht in kennis
Ie komen met een jonge dochter of
wed. van nette familie, G. G. of P. G.
Brieven franco onder letter H, Boek
handel, Van Weedestraat 7.
In een gezin R K. Ie SOESTDIJK,
man en vrouw op leeftijd, wordt flinke
gezocht (niet te jong) voor huish. en
keuken. Aanb. onder letier W H bureau
van dit blad.
TE HUUR GEVRAAGD
een VILLATJE of LANDHUIS, huurprijs
pl.m. 500 gld. per jaar. Brieven met
opgaaf ligging, enz., onder No. 376,
aan het Bureau van dit Blad.
TE KOOP zoo goed als nieuwe
merk PHAFF en KIN0ER-L00PREK
J. HOEK, Klaarwaferweg 33
ELECTRISCHE
Wel beter in kwaliteit maar
niet duurder
Beleefd aanbevelend
Koekkoekslraal 51 Hilversum
(Afdeeling van de in 1911 Koninklijk goedgekeurde vereeniging
van Mode-Vakscholen in Nederland).
Jonge meisjes, die de school hebben verlaten, kunnen ingeschre
ven worden op het spreekuur: 's Woensdags van 3 tot 4 uur
en van 7 tot 8 uur.
Dag- en Avond-, Club- en Privaatlessen.
Ook voor oudere dames bestaal gelegenheid voor eigen gebruik
alle voorkomende kleeding, geheel zelfstandig Ie leeren vervaardigen.
Prcspectussen verstrekt de Directrice, Mej. W. BEKKER.
van onze „SPIEGEL" WR1JFWAS-ARTIKELEN die het juiste aantal knikkers
dat zich in een verzegelde tlesch in onze Etalage bevindt, geven wij een
Origineel Schilderstuk in Gouden Lijst
rara CADEAU rara
welke eveneens in onze Etalage te bezichtigen is
I
„Heb je haar gevonden? Waar is ze?
Heb je haar bij je?" riepen vader en moe
der door elkaar.
„Neen. Maar ze zal hier dadelijk zijn.
Mr. Haydon heeft haar gevonden. Hij zag
ze juist en zou het u gaan vertellen. Daar
zijn ze zeker....4... Net als katten!"
Er werd andermaal aan de deur geklopt;
Tom deed open en stond versteld.... want
daar traden de beide gedaanten binnen van
lord Southmoor en lady Barbara. Toch
nog goed kenbaar hoe zeer ook over-
sneeuwd door dat eindje loopen van het
hek naar het huis.
Ze zagen er beiden bleek en ontdaan uit.
Lord Southmoor was zelfs zoo opgewon
den, dat het hem niet eens trof, hoe ontsteld
de luidjes op „de Berg" leken. Onverwijld
vertelde hij de geschiedenis van het gou
den hartje in zoo weinig mogelijke woor
den. Het was het souvenirtje, dat hij aan
zijn vrouw had gegeven - zijn jonge
vrouw, waar ze misschien niet eens van
gehoord hadden, die dit wist hij zeker
tot hem was gekomen, toen hij vrij was,
maar bij een schipbreuk was vergaan.
Het droeg dan ook haar naam en den zijne.
Hij zou hun het pendant er van laten zien.
Dit hield hij hun voor, met trillende hand
en terwijl zijn oog vochtig was van ont
roering
En liet meisje, wier leven zij had gered,
en die dat kleinood nu al twintig jaar had
gedragen was zeker zijn dochter. Hij
had geen bewijs noodig; hij behoefde geen
ander dan hetgeen al reeds in zijn bezit
was. Zij was zijn dochter, lady Isabel
Dashwood; en als haar vader kwam hij
haar opeischen.
„Niet", zei hij cn vatte met groote harte
lijkheid de hand van mr. Garland „dat ik
verwacht, hoe ik nog in langen tijd aan
spraak kan maken op zóó veel tcederheid
als u en uw vrouw bezitten; en ik zal ook
nooit trachten haar van u af te halen.
Daarvoor is mijn dankbaarheid te groot;
zóó groot zelfs dat ze niet kan denken
aan vergelding! Maar mijn erkentelijk
heid is diepgaandeWaar is mijn doch
ter nu? Dat ik haar aan het hart kan
drukken!"
„Ze is laat op den middag uitgegaan,
mylord, en ze is nog niet teruggekeerd.
Maar mr. Haydon is haar gaan zoeken en
ieder oogenblik verwachten wö haar terug."
Nog nauwelijks had mr. Garland deze
woorden gesproken, of er werd haastig op
de deur geklopt en Gilbert Haydon trad
binnen, overdekt met sneeuw; en al
léén.
Hij boog werktuigelijk voor den graaf,
maar keek steeds naar Tom.
„Waar is zij? Heb je haar gevonden?"
„Ik haar gevonden? Natuurlijk niet! Ik
heb haar met u gezien!"
„Met mijIk heb haar in het geheel
niet gezien. Wat bedoel je? Maar ik heb u
gezien!" betuigde Tom met grooten na
druk, „aan dien kant van hut laantje, waar
de weg ombuigt naar de Roode Klip."
„Ik ben die richting niet uit geweest; ik
ben naar Schorne gegaan. Maar heb je
Klok gezien?"
„Ja; ik zou zweren, dat het Klok was.
O!" riep Tom, „hoe kwam ik toch ook zoo
dwaas. Maar er was een rijtuig dat zag
ik! En u zegt' dat u het niet was, dien gij
gelijk met haar zag? Dan moet het Guy
Luttrell zijn geweest!"
Naderhand herinnerde niemand zich heel
best meer, wat er op „de Berg had plaats
gehad. Maar Tom'.- woorden hadden als
een soort openbaring gewerkt en ieder be
greep, dat het nu slechts er op aan kwam,
de vluchtelinge te vervolgen en te achter
halen.
Lord Southmoor herinnerde zich ook
niet meer, hoe, of in welke termen hij
Gilbert Haydon vertelde dat het vermiste
meisje in waarheid zijn dochter was, Isa
bel Dashwood, cn niet de onbekende, on
benoemde Goudklok. Hij herinnerde zich
enkel nog den stevigen handdruk, waarmee
de jonge man deze mededeeling had aan
gehoord en de vastheid van overtuiging,
waarmee hij van zijn kant vertelde dat zij
zijn verloofde was en dat het slecht ver
gaan zou den man, waarmee zij gevlucht
was.
(Slot volgt).