Knap, Rijk en jong
Nieuws- en Advertentieblad
Vei •schijnt Woensdag en Zaterdag
Bekendmakingen.
GIST.
Stoomwasscherij
„DE VLIJT"
Binnenland.
Plaatselijk Nieuws
No. 32
Achttiende Jaargang
Woensdag 23 April 1930
Officieel.
FEUILLETON
EET MEER BROOD
C. VAN EE
Geopend:
Handel in &uto-
Onderd eeien
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK
ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVERt ENK0MS1 IC ARTIKEL 15 VAN CE AUEIKSWLT 1912 (STAATSELAD MMVIR 380)
ADVERTENTIËNVAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS I 1.— PER DRIE MAANDEN, EK'ANCO FER POST
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEETESTR. 7 - IEL. 2C62 - SOESTDIJK
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Soest
maken hekend, dat het verzoek van 0. v.
Zijll en F. J. Gerritsen wonende te Soes-
terberg om in en op perceel Verlengde
Postweg, kadasfraal bekend in sectie E,
no. 2004 een Kuiperij t0 mogen oprichten
door hen is geweigerd.
Soest, 14 April 1930.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
Er is niets zoo koninklijk als vrien
delijkheid. En niets zoo vorstelijk
als waarheid.
ALICE CAREY.
Ook de geringste emotie van be-
langelooze vriendelijkheid die door
het gemoed gaat, verheft en ver
nieuwt dat gemoed, edelmoedige en
nobele gevoelens voortbrengend.
MITFORD.
0, zeker, het is inderdaad een prachtig
ding, vrienden te hebben. Om met hen on
ze belangen en vreugden te deelen
hun oogen te zien oplichten van belang
stellingen zelf het masker te laten
vallen, waarachter we onze goede inborst
soms willen verbergen, en niet te pro-
beeren zoo wereldwijs te schijnen, of zoo
verstandig, of zoo deksels koud en cy
nisch Wat jong voelen we ons bij el
kaar. wat kunnen we samen smakelijk
lachen. Zijn niet onze belangen evenzeer
van beteekenis voor den vriend als voor
onszelf? Hoe grenzeloos is onze dank
baarheid zegt een anoniem scribent
te weten, dat wij hier, bij onze vrien
den, begrepen worden, gewaardeerd en
M. G. VERSTEEG.
W. van Mechelenstraat 29
AMERSFOORT.
FRANCO HALEN
EN BEZORGEN
Naar het Engelsch van N. BOWLBY.
(Nadruk verboden).
13)
„Ik heb uw medelijden niet noodig."
„Maar u meende toch niet, wat u zoo
even zei?"
„Natuurlijk wel! Wat heb ik nu verder
aan het leven'. Ik zou veel liever dood
zijn dan dat ik haar uw vrouw zag!"
„Wees toch niet zoo dwaas! Ik heb nog
geen wóórd tot haar in dien geest gespro
ken!"
„Maar u heeft haar dan toch maar voor
u gewonnen! En de listige wijze waarop
dit geschiedde, ziet u. Die hindert mij
juist zóó zeer! U gaf voor, dat u haar
haatte, enik dacht dat alles nog wel
in orde zou komen tusschen ons. Maar ik
had niet verwacht, dat u mij zoudt willen
verdringen
„Geloof mij. Ik wist zelve niet eens, dat
ik had opgehouden haar te haten, tot ik
tot het besef kwam dat ik haar liefhad."
Er volgde een stilte, toen keek Teddy
weer op, met een woesten glans in zijn
oogen.
„Je bent een leugenaar en een lafaard.
Teddy
Daar stond Lorna naast hem met oogen
wijd-open van verontwaardiging.
Hij sloeg den blik neer voor den hare.
„Het spijt mij, dat ik u storen kom. Maar
ik wilde je even waarschuwen, dat er een
plaats voor je is om naar huis te rijden,
Teddy," sprak zij zoo gewoon mogelijk
en zich maar houdend of zij niet gehoord
had, van wat hij zei.
aangemoedigd. We hoeven ons niet te
vermoeien met tact of diplomatie. Unze
vriendschappen mogen vele of weinige zijn,
doch zelfs al bezaten we maar één goede
vriend, dan kunnen we onszelf geluk-
wenschen
Ja, zeker, een werkelijk vriend, zoo een,
die niet gezocht worden kan, maar ge
vonden, als een openbaring van gelijkge
stemdheid der zielen, is een machtig,
mooi ding. Het is een kostelijk goed,
zulke vrienden te bezitten, hun belang
stellende blik, hun hartelijk medeleven
verwarmt ons het hart; ze brengen het
beste dat in ons is naar boven
En wij, wij zelf? Zijn wij voor onze
vrienden eenzelfde inspiratie, als zij voor
ons zijn? Deelen wij iets goeds, iets ver
heffends, iets opbeurends, iets onzegbaar
bemoedigends aan onze omgeving mee?
Doet onze nabijheid het beste in anderen
naar boven komen, werken en streven
zij beter, omdat wij bij hen zijn? Sporen
wij hen, zonder woorden of wat ook, maar
door een stille invloed, die zij niet pro-
beeren te begrijpen, alleen maar gehoor
zamen, tot goede gedachten en goede da
den aan? Is onze invloed zoo, dat de an
deren in onze aanwezigheid zich op hun
best willen toonen? Ja, dan zijn wij in
derdaad ook goede vrienden voor ande
ren, zijn wij als het levenmakend gist,
dat hoe klein het klontje ook maar is,
toch een heele deegklomp doet rijzen, die
anders inert en zwaar zou blijven liggen,
zonder dat klontje
Er zijn mannen en vrouwen in ons le
ven, zooals John Bevan zegt, die de mo-
reele atmosfeer om zich heen frisch en
zuiver houden, en alle die in hun on-
middelijke nabijheid verkeeren, worden
er beter van, door een atmosfeer in te
ademen, die vrij van besmetting is. In
troep of ploeg, in kantoor of werkplaats,
vindt men meestal een man4 voor wien
alle slechte taal stilzwijgt. Hij preekt niet;
hij zegt weinig of niets. Hij is alleen
maar zichzelf De menschen on
derkennen dadelijk degenen, die dezen in
vloed hebben en reageeren instinctmatig
op den roep ervan.
Wel, waarom zouden wij niet zulk een
zijn, waarvan de stille goede invloed in
stinctmatig gevoeld wordt, in wiens om
geving het licht wordtvoor velen, door
wiens "tegenwoordigheid anderen tot goed
heid worden geprikkeld? Waarom zouden
wij niet het gist willen zijn, door on,ze
goede gedachten, onze vriendelijke houding
tot de menschen om ons heen, echter niet
gedemonstreerd in holle, uitbundige, vrien
delijkheidsbetuigingen, die zoo gauw over
kunnen gaan in een valsch, gehuicheld
gevoel, ondiep en waardeloos? Waarom
zouden wij niet vriendelijker over onze
mede-loopers in den levensbaan denken?
Is het niet, zooals onlangs W. G. Sibley,
een overzeesch publicist opmerkte, net zoo
makkelijk om goed over zijn naaste te
denken, in plaats van kwaad, en is dat
niet veel liefdevoller? Immers eenmensch,
die vermijdt kwaad te spreken van ande
ren, wordt zelden door anderen aange
vallen. In ons allen schuilt goed. Zelfs
een laag sujet wordt er beter van, wan
neer iemand goed spreekt van een of
andere goede eigenschap die hij heeft.
„Neen, dank je, ik ga loopen."
Ijlings trad Lorna terug; haar aanwe
zigheid zou slechts de moeilijkheden tus
schen beide heeren verergeren.
„Als u weer wat bekoeld is, zal ik van
u vergen, dat u excuus vraagt voor deze
woorden, zei Godfrey.
Teddy ijlde langs den spreker heen en
liep naar huis.
Aan het hek van zijn eigen oprijlaan
werd hij teruggehouden door Lorna.
„Teddy, ik kon niet naar huis gaan eer
ik je gesproken had. Vertel mij eens even:
wat bedoelde je daarmee?"
„Lorna, laat mij gaan!"
„Niet vóór je eerst hebt gezegd, wat
je bedoelde met dat: „leugenaar" en „laf
aard?"
„Wel, hij is een leugenaar en een laf
aard!"
„Neen, dat is hij niet! Wat scheelt er
vanavond aan, Teddy?"
„Dat vréég je mij nog?"
;,Ja, want ik wil het weten."
„Ik kén het niet hebben! O, Lorna, je
hebt hem lief en dat breekt mij 't hard!
Ik zou hem willen dooden!"
„Maar je moet wel gek zijn!"
„Niet gek; maar diep ellendig!"
„In ieder geval moet je zulke dingen
niet zeggen. Ook niet in scherts!"
„Maar het is mij diepe ernst: Ik wilde
wel dat ik hem dood zag liggen vóór mij."
„O. Teddy! Houd toch op. Houd toch
op! En kijk niet zoo. Ik word bang voor
je
„Ga dan naar huis, Lorna! Dan is het
ook beter dat je verder niet naar mij kijkt."
Het hek viel achter haar dicht en Lor
na ging haars weegs.
In een ommezien was hij weer naast
haar. „Neem mij niet kwalijk, Lorna. Mag
ik je naar huis geleiden?"
„Neen; dank je," antwoordde zij op ijs-
kouden toon. Hij had immers onvergeef
lijke dingen gezegd!
Den volgenden dag haalde Lorna Molly
over om naar de races te gaan, en in de
Eerste Soester Electrische Brood- en
Banketbakkerij
Kerkstraat 7 SOEST Tekf. 2145
Soester bergschi straatweg 15, T elef2244
(Hoek Gallenkamppebweg)
De manier om goed gedrag aan te moedi-
den is liet in praktijk te brengen en het
te loven. De gewoonte om goed over an
deren te denken verhoogt de goedheid
van den denker, en is dat niet iets, dat
altjjd eerlijk gewenscht mag worden? Maar
het is ook het beste schild tegen de slech
te gedachten van anderen
Wel, het zou geen kwaad plan zijn. als
we eens probeerden, ieder voor zich, in
zijn omgeving de functie van het gist te
vervullen.
FLORIS C.
DE VERSCHEIDENHEID DER
GEM. VER KEERS VOORSCHRIFTEN.
Meer bekendheid gewenscht.
Vanwege den Bond van Bedrijfsautohou-
desr in Nederland wordt gemeld;
De zeer uiteenloopende verkeersveror-
deningen in de gemeenten van ons land
maken het rijden met auto's zeer moeilijk
en hachelijk. Het is voor een ieder, die
door het land kruist, bijkans onmogelijk
onmiddellijk te weten, wat hij in een ge
meente, die hij bezoekt, mag doen, moet
doen, of moet nalaten. Het zal onvermij
delijk blijven, dat plaatselijke verordenin
gen onderling zeer verschillen, maar het
is daarom dringend noodig, dat de publi
catie der gemeentelijke verordeningen op
breeder schaal geschiedt. Het is aller
minst voldoende, dat deze publicatie alleen
in plaatselijke bladen en aan den stoep
van het raadhuis plaats heeft. Alee auto
mobilisten hebben er het grootste belang
bij, dat zij op de hoogte blijven. Onwe
tendheid omtrent plaatselijke bepalingen
wordt niet als afdoende verontschuldiging
voor een begane overtreding beschouwd.
Het onbekend zijn met de verkeersver-
ordeningen werkt de rechtsonzekerheid
in de hand; de eerbied voor de wet in
het algemeen verzwakt als het onmogelijk
blijkt, zelfs met goeden wil, de wetten' en
verordeningen na te leven.
In verband met al deze moeilijkheden
heeft de B. B. N. zich tot alle gemeente
besturen in Nederland gewend om hen te
verzoeken alle wijzigingen in plaatselijke
verkeersverordeningen onmiddeellijk te zij
ner kennis te brengen.
In het orgaan van dezen Bond, de „Be
drijfsauto", zal een speciale rubriek wor-
dden opgenomen, waarin in het belang der
automobilisten publicatie van alle verorde
ningen zal plaats hebben.
grootste spanning wachtten de meisjes op
het afrijden van de paarden.
Ze moesten een heuvel over en renden
hier op aan met een vaart, die Molly tril
len deed van het hoofd tot de voeten.
Chesney was er vol over. Nu Godfrey
en Teddy nog. En toeneen kraken
een dof plonzen
Molly uitte een kreet Lorna sloot de
oogen en het was of alles voor haar op
en neergingToen ze zich ten slotte
dwong om de oogen te openen zag ze Ted
dy Farquhar, die al zijn best deed om zijn
paard te helpen. Er was genoeg hulp bij
de hand, maar het leek haar eeuwen eer
het dier opgeheschen was en paard en rui
ter daaronder bevrijd konden worden.
Een snik van ontzetting deed zich hoo-
ren van Lorna. Wat was die verwarde
massa?
Het paard kwam óók nog op met
veel moeite; maar zijn meester lag stil en
roerloos. Teddy boog zich over hem heen
in onbeschrijflijken angst.
Lorna wendde zich tot een jongeman
naast zich.
„Ga eens kijken en kom mij dan eens
vertellen, welk letsel hij wel heeft!" riep
zij gebiedend.
ijlings liep hij naar den ouden dokter,
die reeds over de roerlooze gedaante ge
bogen stond en keerde terug tot de jonge
meisjes, met de boodschap:
„Ja; hij heeft ernstig letsel gekregen.
Ze zeggen dat het de schuld is van Far
quhar. Die zelve is er goed afgekomen.
„Vertel het ons nu maar", drong Molly,
„is hij dood?"
„Ze beweren van wel."
Molly viel flauw, Lorna hield zich goed.
De rest van dien dag verliep als in een
nachtmerrie. Ze droegen Godfrey behoed
zaam naar huis en telegrafeerden om een
Londenschen dokter. Chesney liep stil door
naar huis, met pijnlijk-samengetrokken
mond en de oogen vol droefheid.
Lorna was naar Fenleigh teruggekeerd,
zoo oogenschijnlijk om voor Molly te zor-
HET KAPITALISME DE KURK, WAAR
OP HET COMMUNISME DRIJFT.
Het communistisch orgaan „De Tribune"
meldt in haar nummer van Dinsdagavond,
dat haar plotseling een aantal advertenties
zijn onttrokken; naar aanleiding daarvan
deelt het blad o.m. het volgende mede:
„Door het plotselinge van deze manoeu
vre van onze klasse-vijanden was de Di
rectie van ons bedrijf genoodzaakt onmid
dellijk en diep-ingrijpende maatregelen te
treffen. Een deel van het personeel, dat
jarenlang zijn beste krachten aan het be
drijf gegeven heeft, moest worden ontsla
gen en de omvang van onze krant moest
onmiddellijk vanaf heden tot op vier pa
gina's worden teruggebracht."
AFSCHAFFING VAN BELOONINGEN.
Geei premies op bakaurlngen.
Het Algemeen Politieblad bevat een cir
culaire van den minister van justitie aan
de procureurs-generaal, fungeerende direc
teuren van politie, waarin wordt medege
deeld dat de minister van binnenlandsche
zaken en landbouw zijn tusschenkomst
heeft ingeroepen om, voor zooveel nood'g
te bevorderen, dat ook voor de buitenge
wone gemeenteveldwachters (uiteraard ook
de bezoldigde gemeenteveldwachters) de in
uitzicht gestelde belooningen, onder welke
benaming ook (premie of anderszins), wel
ke in uitzicht wordt gesteld voor het doen
van eenige bekeuring wegens een bepaald
feit, uitdrukkelijk worden afgeschaft.
De minister verzoekt ook het boven
staande in overweging te nemen en voor
zooveel noodig. ter zake het- noodige te
verrichten.
CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE.
De Chr.-Hist. Unie houdt een algemeenc
vergadering op Woensdag 23 dezer te Am
sterdam. Op de agenda staat o.m. de volgen
de motie, voorgesteld door de afdeeling
Leiden:
„De Chr.-Hist. Unie, in algemeene ver
gadering bijeen, constateerende, dat het vev-
leenen van onderscheidingen en ridderor
den door dc regeering, op groote schaal, de
onwaarachtigheid in de hand werkt, spreekt
als haar overtuiging uit, dat tot het ver-
leenen van onderscheidingen door de regee
ring alleen dan behoort te worden over
gegaan, wanneer het verrichten van een
zeer bijzondere daad daartoe aanleiding
geeft."
's-Gravenzande stelt voor, dat de alge
meene vergadering zich uitspreke voor ge-
pasten aandrang op de regeering, ten einde
het goedkoope passagiersvervoer op den
Zondag tegen te gaan.
CONGRES VAN VREEMDELINGEN
VERKEER.
Voorbereiding door Baarn's Bloei.
B a a r n. Het bestuur van de Vereeni-
ging „Baarns Bloei" heeft tot de Prov.
Utr. Electriciteits-Maatschappij het verzoek
gericht den tuin van Hotel Groeneveld gra
tis te willen verlichten zulks in verband
met het concert, dat den deelnemers aan
het Congres van de Algemeene Nederland-
sche Vereeniging voor Vreemdelingenver-
gen, die dood-ongelukkig was over God
frey. Tóch zag Lorna daar geen liefde in
van het vriendinnetje voor den man, die
héér boven alles ging. Zij vond het niet
meer dan natuurlijk, dat heel de wereld
treuren zou om hetgeen Loraine overkomen
was
Nadat Lorna zich dus overtuigd had dat
het 't vriendinnetje aan geenerlei zorgen
meer ontbrak, sleepte zij zich naar huis
met een gevoel zóó bezwaard of ze lood
aan de schoenen droeg.
Op den weg ontmoette ze Teddy Far
quhar.
„Hoe is het met hem?" vroeg Teddy
heesch.
Het zien van hem verwekte in Lorna
toomelooze drift.
„Het zal je wel aan het hart gaan, als
je hooren moet dat hij leeft!" riep zij
hartstochtelijk. „Tenminste ze zeggen
dat hij leeft ook al geloof ik het nu
niet zoo zeer! En als hij dood is dan
heb jij dit gedaan! Iedereen zegt dat het
jouw schuld isJij hebt hem vermoord...!
Een lage, laffe moordenaar ben je! Je hebt
immers zelve gezegd, dat je hem wilde
dooden! En je hebt je best gedaan! En dan
te denken hoe dikwijls ik je wel niet dc
hand heb gegeven!Ja, als hij nog niet
dood is, dan is hij toch stervende. En dat is
jouw schuld.
Haar stem trilde van droefheid en zij
wilde wegijlen, maar hij hield haar bij den
arm terug en zei:
„Neen; nu zal je even luisteren, of
je nu wilt of niet! Ik kan mijn oogen nfet
gelooven. Durf je beweren, dat ik opzet
telijk tegen hem aanbotste?"
„Ja", antwoordde zij boud.
Teddy staarde haar aan en zei enkel:
„Dan heb ik ook niets meer te zeggen",
en reed heen.
„Ze gelooft het vast!" kreunde hij haast
en zag nergens uitkomst of troost.
Lorna draalde om haar huis binnen te
gaanZe trad den stal binnen en aan
DE RIJWIEL-CENTRALE.
Wij leveren U voor den prijs van
f 38.50 een goed rijwiel; extra zware
Dienslrijwielen vanaf I 50.
Vraagt en berijdt steeds MYAR-rijwielen
daar deze nog nimmer tegenvielen
Een MYAR-iijwiel is van grootbelang,
want ge hebt het voor Uw leven lang.
Laat U niet bepraten, dat dit minder
waardige kwaliteits-. rtiki I: n zijn.
„De Rijwiel Centrale", WILH.v.d.BELT
v.h. I.cger des Heils.
Telefoon 1370 - AMERSFOORT.
keer op den lOden Juni a.s. na hun ont
vangst ten Gemeentehuize aldaar zal wor
den aangeboden.
Aan de Kon. Ned. Luchtvaart-Maatschap
pij heeft het bestuur voorts verzocht op 12
Juni a.s., des voormiddags van 1012 uur,
de gelegenheid open te stellen tot het ma
ken van vliegtochtjes door de congressis
ten, die na hun ontvangst in huize Coutu
rier te Soest aan de bezichtiging van het
vliegkamp Soesterberg zullen deelnemen.
Ten slotte is met de N.V. Polygoon te
Haarlem in overleg getreden omtrent de
vervaardiging van een film der Gemeente
Baarn, ten einde die aan de congressisten
te kunnen vertoonen.
DE EMMABLOEMCOLLECTE.
Van wege de Nederlandsche Centrale
Vereeniging tot bestrijding der Tubercu
lose zal le Soest dit jaar Zaterdag 26
April worden gehouden, waarbij aan alle
geefsters en gevers een bloempje zal
worden aangeboden.
Tooit U dien dag allen met een bloem-
je, liefst met een lieel tuiltje!
Helpt ons op die wijze mede de tuber
culose te bestrijden, de ziekte, die zooveel
volks geluk aanrandt, dikwijls geheel ver
nietigt!
De Vereeniging tot bestrijding
der Tuberculose te Soest.
ONBESTELBARE STUKKEN WAAR
VAN DE AFZENDERS ONBEKEND
ZIJN TERUGONTVANGEN TE SOEST.
Brieven Binnenland.
1. Kraaijenhage Het Loo.
2. No. 902 Bureau Telegraaf, Haarlem.
3. De Courant B 974, Amsterdam,
Briefkaarten Buitenland.
1. B. Imerzum, Weimar.
2. Briefkaart zonder adres.
Aanbevelend, JOH. KOSTER.
Heerenstraat 20 - Telef. 2706
HILVERSUM
den hals van Sterling snikte ze haar leed
uit.
HOOFDSTUK XII.
Lady Vercker zat in haar schitterende
salon, met een brief in de hand. Ze staarde
naar het dicht-beschreven velletje en keek
toen op naar haar logé.
„Ik ben blij, dat je mij toestond dezen
brief te openen, Carline. Die is van Laddy
Charteris, een oude vriendin van mij, die
op het oogenblik te Greyham schijnt te
wezen. Ze vertelt mij daar, dat mijn neef
een ongeluk heeft gekregen. Zijn paard
moet tegen een ander zijn aangebotst en
toen op hem gevallen zijn. Ik moet er da
delijk heen gaan."
„O. wat spijt mij dat!" riep lady Car
line. „Hij is toch niet ernstig gewond, is
het wel?"
„Lady Charteris zegt, dat hij de een of
andere inwendige kwetsuur heeft en dat
zij vreest hoe hij in groot gevaar verkeert.
Dus moet ik dadelijk gaan, Carline."
Lady Carline Conyers legde de hand op
den schouder van Lady Verekker en zei
vriendelijk sussend:
„Je zult nog wel van allerlei te doen heb
ben eer je gaat; dus wil ik je niet ophou
den. Als je je kamenier misschien voor mij
wil laten pakken, dan zal ik de treinen na
zien.'
Lady Vereker streek zich met de hand
over de oogen en zei:
„Ik heb zoo'n voorgevoel, dat ik hem
niet levend meer zie!"
„Kom," troostte lady Carline. „Je bent
er anders niet voor om zoo gauw de hoop
op te geven."
Toen ze nu op het station te Greyham
uitstapte en zich omkeerde om naar haar
bagage te kijken, trad een lange, slanke
jongeman naderbij, die zijn hoed afnam
met de vraag: „Zeker lady Vereker?"
„Ja, die "ben ik."
(Wordt vervolgd).