T. VAN VLIET
Modelslagerij
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
S T A D I M A"
Het belangrijkste ter
Wereld.
Stoomwasscherij
„DE VLIJT"
No. 54
Achttiende Jaargang
Woensdag 9 Juli 1930
rrn
FEUILLETON
„Liefhebben zult gij mij"
Binnenland.
BOSCHSTRAAT 9 - BAARN
ALLLEN EERSTE KWALITEITEN!
MEER BROOD
C. VAN EE
99
IC ROOKT n
in prifzen van 6 TOT 12 CENT
Sigarenfabr. „DE STER"
Rozenstraat 12-14. - Bilt CU)
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK
ADVERTENT1ËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTESOESTEREIECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIÈNVAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
REDACTIE- EN ADM.-ADRESVAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVERIENKOMST1G ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSELAD NLNMER 380)
„Wij prijzen daden, maar daden
zijn slechts de dienaren der ge
dachte."
GROVE PATTERSON.
Stel u eens voor, dat iemand U de
oogenschijnlijk dwaze vraag deed, wat
nu wel het belangrijkste in de menschen-
maatschappij was, het belangrijkste ter we
reld. Dan zoudt ge vermoedelijk zwaar
aan het piekeren slaan en alle mogelijke
nuttige instellingen de revue laten passee-
ren, en waarschijnlijk zouden Volkenbond,
Vrede, Electriciteit, Radio en nog een on
noemelijk aantal hoogst belangrijke vin
dingen, instellingen en organisaties voor
Uw geestesoog opdoemen. Maar wat nu
het allerbelangrijkste isEn toch hoefde
het antwoord niet zoo moeilijk te geven te
zijn. Want al deze nuttige instituten en vin
dingen en krachten en de ontdekking en toe
passing ervan, zijn toch niets ander* dan
de uiterlijke vormenvan gedachten.
Al deze dingen zijn door rusteloos denken
de geesten tot stand gebracht, ze hebben in
hun gedachten eerst vaag, daarna scher
per vormen aangenomen, om eindelijk in
den vorm van daden aan de wereld ge
bracht te worden. Maar ligt het dan niet
voor de hand, dat het denken, de gedachte
het allerbelangrijkste voor de heele we
reld is? Gaat niet de gedachte altijd aan de
daad vooraf, al is het ook nog zoo kort
en nog zoo fnel soms?
Nu is dit geen spiksplinternieuwe ont
dekking: denkers van alle tijden hebben
er op gewezen, en de menschen getracht
te doordringen van de waarheid: „zooals
de mensch in zijn hart denkt, zoo is hij
Langzamerhand dringt dit besef tot de
menschheid door. O, het gaat niet snel,
dit vatten van levenswaarheden door de
massa. Met Professor Whitehead kan men
zeggen, dat de groote intuïties, die in hare
gebieden alle dingen recht zetten, slechts
langzaam in de menschelijke geschiedenis
dagen. Maar toch is er een opmerkelijke
vooruitgang in de laatste jaren merkbaar,
wanneer men zich ertoe zet, de gebeurte
nissen te analyseeren. Er heeft een zuive
ring van het werelddenken plaats, er is
meer waarheid, meer oprechtheid, omdat
men de groote, de alles overtreffende waar
de is gaan inzien van de gedachte, en dus
van de belangrijkheid van de goede ge
dachte doordrongen wordt. Vóór den we
reldoorlog, was er weinig waarachtigheid
in de betrekkingen tusschen de landen, en
de diplomaat gold als een zeer glad heer,
vriendelijk van buiten, maar die van binnen
de weerzinwekkendste plannen kon koeste
ren jegens zijn collega's en derzelver lan
den. Verdragen werden gesloten, vriend
schappelijke besprekingen werden gevoerd,
beleefdheden gewisseld, maar de gedachten
die bij de diplomaten heerschten, en dik
wijls ook die, welke onder de volken leef
den, waren dikwijls in flagranten strijd
met dc uiterlijke vriendschapsbetuigingen.
De gedachten het voornaamste element
dus waren onzuiver en huichelachtig. En
de uitkomsten van dit weinig fraaie spel
Naar het Engelsch
van
DOLF WYLLABDE.
14)
De woorden kwamen in korte afgebeten
zinnetjes, van haar en haar stem klonk
hard en stroef. Eindelijk ging ze, met het
hoofd op de handen zitten denken.
In eens deed de gedachte aan Prins Said
haar weer opkijken:
„Wat kan hy toch eigenlijk bedoeld
hebben?" sprak ze, in zichzelve. „Zou -er
nog eenige hoop zrjn?.... Hij kon mij ver
tollen hetgeen ik het liefste van allfs
wenschte te hooren? Iets, wat ik liever
had moeten weten: zoowel voor mijn vei
ligheid, als voor mijn gemoedsrust"?....
Al lijkt het mij ook grootspraak, ik ge
loof niet, dat ik eenige kans onbeproefd
mag laten".
Haastig nam ze haar casette en schreef
het volgende:
„Er hebben zich omstandigheden voor
gedaan, die mij jegens u van houding doen
veranderen. Als hut geen grootspraak'van
li was, als u het doel van mijn verblijf hier
kende en u kon mij helpen, dan zal ik u
beloven, wat u wilt. Als u nog van dezelfde
opvatting is, komt u mij dan dadelijk opzoe
ken. Er valt geen tijd te verliezen. Ik ver
laat Cairo onmiddellijk; met de eerstvol
gende boot naar Engeland."
Ze teekende met haar initialen en belde,
waarop ze den bediende orders gaf, om het
briefje, onvermijld, bij Prins Said aan huis
te laten brengen.
Met haar gewone doortastendheid bracht
ze den tijd door, die er nog verloopen
der gedachten is geweest de tragedie van
19141918. De les heeft haar uitwerking
niet gemist. De roep om meer vertrouwen,
eerlijkheid, openhartigheid onder de volken
werd wakker, omdat men had geleerd in
te zien, dat de uiterlijke fraaiheden geen
bcteekenis en doel hadden, als die gedachte
die er achter stond, niet goed was. En niet
alleen op het geoied der volkenverhou-
dingen, ook op het terrein der individueele
betrekkingen der menschen is deze waar
heid doorgedrongen, zoo zelfs, dat een con
frère van overzee opmerkt, dat wellicht
op geen ander gebied van ons moderne le
ven grooter vooruitgang wordt gemaakt,
dan in ons groeiend besef van de macht
van goed denken en de uitwerking van een
correcte gedachtelijke houding op de ge-
heele persoonlijkheid van den mensch, en
op zijn physieken, mentalen en geestelij
ken toestand en welstand. Besluit weg *e
leven van een gevoelen van onbekwaam
heid, van wantrouwen en cynisme, en te
leven in vertrouwen, geloof en hoop....
Een goede gedachte kan veel, zeer veel
doen. De erkenning hiervan wordt ster
ker. Maar het gaat zoo langzaamklaagt
iemand. Dat kan wel. Maar laten we niet
temin verheugd zijn over den vooruitgang.
Want die kleine goede gedachte kan on
eindig veel grootsch voortbrengen. Heel
aardig zegt iemand dat in de Marathon Ti
mes: Uit het verguisde Nazareth kwam
een timmermanszoon. Hij wandelde aan het
meer van Galilea en riep een paar eenvou
dige visschers tot zich, om hem te volgen.
Drie korte jaren ging hij onder het gewo
ne volk in dat verre land, in een tijd, dat
de aarde zelf dun bewolkt was. Waarom
zouden we ontmoedigd zijn, omdat wat
de timmermanszoon leerde de wereld van
vandaag nog niet alom omvat heeft? Is
het niet wonderbaarlijk, dat het met dit
onaanzienlijke begin, de machtige kracht
geworden is, die het is? Het heeft de we
reld beïnvloed. Het is de grootste macht
ten goede in de wereld
FLORIS C.
ONRECHTMATIGE O VERHEIDS
DAAD.
Met modder spuitende brandweer.
Ongeveer een half jaar geleden is er
brand uitgebroken in een perceel aan de
Oegstgeesterlaaan te Leiden. De brand
weer had daar met verschillende moeilijk
heden te kampen, o.a. moesten de slangen
van de brandweer over een grooten afstand
worden uitgelegd, omdat in de nabijheid
geen water was enz.
De wijze, waarop ook overigens' de Leid-
sche brandweer zich van haar taak heeft
gekweten, was voor een der bewoners Vajj
de perceclen, die door den brand, en als
gevolg daarvan door het blusschingswerk
schade hebben geleden, namelijk de heer
van der V.V., aanleiding, bij het kantonge
recht te Leiden een rechtsvordering aan
hangig te maken tegen de gemeente Lei
den, wegens het door haar plegen van een
onrechtmatige daad, hierin bestaande, dal
de brandweer onnoodig ontactisch is te
werk gegaan, door verschillende maatrege-
moest, eer de Prins gevolg kon geven aan
haar oproep, met toebereidselen te maken
voor de reis; en toen de bediende kort
daarop haar het bezoek van den Prins aan
kondigde, was zij ook, dadelijk, bereid 'bij
hem te gaan.
Ze vond hem, het vertrefc op en neer
stappen, met iets gereserveerds in de hou
ding. Met haar eigen briefje in de hand,
trad hij op haar toe.
„Wat beteekent dit?" vroeg hij. „Is dit
een nieuwe strik?"
„Vindt u dit zelfs niet eenigszins beleedi-
gend, Prins?" vroeg Madame, en zette zich
aan tafel.
„Ik hield u enkel aan uw woord en u
vraagt mij, of dit een strik is? Zoo ja, dan
zou dit toch uw eigen werk zijn. Heeft u
dan een strik gespannen, toen u zei, dat u
mij helpen kon?"
Zijn sombere blik verhelderde nu ineens;
en, half-juichende, riep hij:
„Hd, dus u heeft mijn hulp noodig! Ein
delijk?"
Ze boog bevallig.
„Als u mij waarlijk hulp bieden kunt.
U weet of vermoedt iets van het doel
waarmee ik hier in Cairo ben."
„Ik weet dat het in verband staat met
dit," zei hij; zich wat voorover buigend
en het sieraad dat zij om den hals droeg,
even aanrakend.
„Is dat Mies?"
Hij begreep dat hij voorzichtig moest
zijn; want het was bedroevend, zoo weinig
als hij in waarheid wist.
Het is al wat ik wensch te zeggen;
tot ik uw vertrouwen heb!"
„Dus u weet méér," peinsde zij over
luid; ofschoon ze niets Jas op zijn listig
sluw gelaat.
„Ik verlang de ware eigenaars hiervan
te vinden en het hun dan terug te geven
sprak ze, nam het kleinood af en legde het
hem op de hand. „Dat klinkt eenvoudig;
maar het is even moeilijk en even gewich
tig, als een geheime zending voor het
gouvernement. Kunt u mij waarlijk helpen?
Weet u wie de eigenaars zijn?"
OPGERICHT 1899
TELEFOON No. 33C
POSTGIRO No. 146487
len in practijk te brengen, die absoluut over
bodig waren en die in de dagvaarding wo~-
den genoemd, waartoe ook behoorde het
spuiten met modder. Ter zake van deze on
rechtmatige daden had de heer Van der
V.V. schade geleden tot een door hem bij
dagvaarding genoemd bedrag, welke scha
de hij echter beperkte tot 200.
De kantonrechter, mr. F. Ligtenberg,
heeft thans in deze zaak vonnis gewezen.
Hij verklaarde op verschillende gronden
eischer in zijn vordering niet ontvankelijk,
met uitzondering voor wat betreft het bij
dagvaarding gestelde, dat de brandweer on
noodig met modder zou hebben gespoten.
Ten aanzien van dit laatste legde echter de
kantonrechter aan eischer op het bewijs
daarvan te leveren en tevens, dat de hier
door ontstane schade 200 heeft bedragen.
M. G. VERSTEEG.
W. van Mechelerstraat 29
AMERSFOORT.
FRANCO HALEN
EN BEZORGEN
LOOP DOOR BAARN.
Evenals verleden jaar organiseert de U.
P. A. B. ook dit jaar op verzoek van de
vereeniging voor vreefdelingen-verkeer
„Baarns Bloei" een loop door Baarn, welke
zal plaats hebben op Zaterdag 26 Juli 19d0
en waaraan kunnen deelnemen leden van
de K. N. A. U., U. P. A. B. en inwoners
van Baarn.
Het af te leggtd parcours, dat een lengte
heeft van 5 K.M. loopt van de manege aan
de Torenlaan, alwaar de start plaats heeft
over de Boschstraat, Brink, Laanstraat,
Nieuw Baarnstraat, Sophialaan, Botha-
laan, Nassaulaan, Wilhelminalaan, Eemnes-
serweg, Nieuw Baarnstraat, Prins Hendrik
laan, Vondellaan naar de Torenlaan. waar
de finish is. Het begin der Torenlaan 500
Meter van de finish wordt met een bel
aangegeven.
Een minuut lang hield hij de adem in.
Hij begreep zeer goed, hoe veel er aan
het juist zijn van zijn antwoord gelegen
was:
„De eigenaars zijn de kinderen van de
Zon," sprak hij.
Aan de uitdrukking van haar oogen zag
hij, dat hij toevallig, goed geraden had,
en de hand, waarmee zij het kleinood om
den hals bevestigde, trilde.
Reeds stouter in zijn optreden, sprak hij:
„Ik kan dit sieraad weer op zijn plaats
brengen; zij hier dan ook eenig gevaar
aan verbonden. Maar ik zal het doen
mits u mij een belooning belooft?"
„U kunt het hun veilig weer in handen
spelen? En u kunt mij de verzekering daar
van overleggen, dat zij het ontvangen
hebben?"
„Dit kan ik en ik zal het doen."
„U kunt van mij vragen, wat u wilt, als
u dit volbracht heeft, zei ze. Maar let wel,
u moet er mij ook het bewijs van geven-
Ik moet hooren van de kinderen van de zon
zèlven, dat zij dit" ze wees op het
kleinood, „weer in handen hebben en
dat het verleden vergeten is. En vraag dan
de belooning, die U maar begeert."
„Zelfs al was dit uw eigen heerlijke per
soonlijkheid!"
Ze scheen over hem heen te kijken, naar
iets, wat haar eigen gelaat deed stralen
van een bijzondere zachte schoonheid.
„Ja. Dat beloof ik u. Als ik bericht krijg,
dat dit volbracht is, dan ben ik tot uw
beschikking."
Er volgde een oogenblik pauze. Toen
wierp de Egyptenaar zich aan haar voeten
en kuste, onstuimig, haar kleed.
Ze liet hem een oogenblik begaan, hem
daardoor in de gelegenheid stellend, zijn
zelfbeheersching te herwinnen, maar haar
gelaat droeg nu een uitdrukking van ver
achting het oude rassenvooroordeel van
den blanke voor den zwarte.
Ze trad terug en sprak op doodgewo-
nen toon:
„Ik heb immers gezegd, dat ik Egypte
zoo gauw mogelijk verlaat? Dus mag ik
De loop vangt aan te half zes, de kleed
gelegenheid is ondergebracht in de manege
aan de Torenlaan, waar ook het wedstrijd
secretariaat is ondergebracht. De prijsuit
reiking vindt te ongeveer 7 uur plaats in
Hotel „Central" op den Brink.
Er zijn tal van medailles en kunstvoor
werpen beschikbaar gesteld. Bovendien
wordt uitgeloofd de „Miss Blanche" wissel-
beker, die het vorige jaar door de A.V.A.C
gewonnen werd, welke ten deel valt aan
die vereeniging, die met vijf loopen de
beste prestatie behaald. Deze beker moet
drie maal achtereen of vijfmaal in totaal ge
wonnen worden, voor hij eigendom der
vereeniging wordt. Tevens zijn er nog wis
selbekers voor den eerst aankomenden in
woner van Baarn en voor het eerst aan
komenden U.P.A.B. lid. Bovendien ont
vangt iedere deelnemer, die den loop vol
brengt een herinneringsspeldje.
De inschrijving voor dezen loop is open
gesteld tot en met 15 Juli a.s.
OVERGANG NAAR DE AANVUL
LINGSRESERVE.
Een circulaire aan de burgemeesters.
Eerste Soester Electrische Brood- en
Banketbakkerij
Kerkstraat 7 SOEST Telef. 2144
Soesterbergschestraatweg 15, T elef2245
(Hoek Gallenkamppelsweg)
De tot de aanvullingsreserve behoorende
dienstplichtigen zijn bestemd om in geval
van mobilisatie eerst na de algemeene op
roeping in werkelijken dienst te worden
geroepen en om dan op te komen bij de
depots.
De aan de naar de aanvulling6resewe
overgaande dienstplichtigen verstrekte rijks-
goederen zullen met uitzondering van het
zakboekje in October moeten worden in
geleverd.
Nader zal worden bekend gemaakt, wan
neer en waar de inlevering moet plaats
hebben.
De minister van Defensie heeft inzake
den overgang naar de aanvullingsreserve
een circulaire aan de burgemeesters ge
richt.
Daarin wordt o.m. medegedeeld, dat be
houdens onvoorziene omstandigheden, op
1 October a.s. naar de aanvullingsreserve
zullen overgaan: a. de gewone dienstplich
tigen der landmacht, behoorende tot de
lichting 1915, met uitzondering van hen, die
de eerste oefening met een andere lichting
hebben beëindigd: b. de gewone dienst
plichtigen der landmacht van andere lich
tingen, die met de lichting 1915 de eerste
oefening hebben beëindigd, met uitzon
dering van hen, die reeds eerder naar dc
aanvullingsreserve zijn overgegaan.
Van den overgang van deze categoriën
zijn niet uitgezonderd de volgende dienst
plichtigen van de lichting 1915: a. zij, die
reeds in 1914 zijn ingelijfd en ook in dat
jaar de eerste oefening hebben aangevan
gen; b. zij die eerst in 1916 zijn ingelijfd en
tevens in dat jaar de eerste oefening heb
ben aangevangen, tenzij zij als nalatigen
zijn ingelijfd. Op laatstgenoemden is van
toepassing de in den aanvang onder a ge
maakte uitzondering.
Deze uitzondering geldt eveneens voor
de onder bovengenoemde bepalingen val
lende dienstplichtigen, wanneer zij de eei-
ste oefening niet onafgebroken hebben vol
bracht en dientengevolge deze oefening
hebben beëindigd met een andere lichting
dan die van 1915.
HET ADRES VAN „DE VRIJE
LUISTERVINK."
De 100.000 bereikt.
Gisteravond heeft Dr. Max Juda, na
mens de vereeniging „De Vrije Luister
vink" voor de A.V.R.O.-microfoon het
woord gevoerd over het adres, dat door de
vereeniging aan H.M. de Koningin is ge
richt, en mededeeling gedaan, dat thans
100.000 bijvalsbetuigingen zijn ingekomen
terwijl men deze week er eveneens nog een
groot aantal verwacht.
Later op den avond heeft de heer Vogt
het woord gevoerd over het programma
van Maandag, dat hoewel vol A.V.R.O.-
geest niet onder dien naam ten gehoore
mag worden gebracht.
BRANDWEEROEFENING MET
DOODELIJKE AFLOOP.
Op 4 Juli j.1. werd door eenige slangen
wagens van de Rotterdamsche vrijwillige
brandweer een natte oefening gehouden
op de Admiraliteitskade. Bij deze oefening
schoot plotseling een straalpijp los, waar
door de daarbij behoorende steunstok den
44-jarigen brandweerman G. D. in het on
derlijf drong. Het slachtoffer is naar het
ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd,
waar het in den afgeloopen nacht is over
leden.
Ongeëvenaard in kwaliteit
u wel verzoeken, mij nu verder alleen te
laten; ik moet nog tal van schikkingen ma
ken en enkele brieven schrijven."
Hij kon zich niet zoo gauw herstellen
als dit haar was mogelijk geweest; en, met
een stem die vreemd heesch klonk, vroeg
hÜ:
„Schrijft u hèm dan ook?"
„Bedoelt u, Majoor Agincourt?
„Neen, ik ken hem maar zeer weinig
Hij zal wel hooren van mijn vertrek, door
de Smits; maar u heeft zich wat dit be
treft, altijd noodeloos gekweld. Ik geloof
enkel, dat Major Agincourt meer weet van
de bijzonderheden van dat kleinood; van de
feiten, die daarmee in verband staan, en
van de eigenaars, dan hij zeggen wil. Dèt
is alles. A propos: Zijn de „Kinderen van
de Zon" in Caïro? Ik ben tot Egypte hun
spoor gevolgd en hoopte wel, ze hier te
vinden."
„Misschien zijn ze hier dan ook," ant
woordde hij, voorzichtig.
„Maar kunt u dit nu niet verder aan mij
overlaten? Ik weet, waar zij zijn."
„Als zij hier verblijven, hoe vreemd dat
zij mij dan nooit eens het sieraad hebben
zien dragen! Ik heb het open en bloot aan
gehad dag en nacht In de hoop dat
het herkend zou worden. Eens, bij de Py-
rainiden dacht ik zelfs, dat ik het eigen
aardige L-merk op het zand zag getrok
ken, of zij nabij waren."
De gedachte viel hem in, dat zij mis
schien nooit ver genoeg in de bazaars was
doorgedrongen. Slechts eens had hij Kale
ontmoet, in de Europeesche wijk; maar
waarschijnlijk was het toeval geweest, dat
Madame uit de oogen had gehouden van
de mannen, die zij zocht. Dit zei hij natuur
lijk niet, daar hij de macht in handen wilde
houden.
„Nu ga ik," zei hij, onderdanig.
„Geef mij enkel een vriendelijk vaarwel,
daar ik u niet zal zien, eer alles is vol
bracht."
Hij sloot haar handen in de zijne en
kuste ze vurig. Maar, zeker zichzelven niet
vertrouwende, ijlde hij toen weg, na het
kleinood zorgvuldig bij zich gesloten te
hebben.
Madame Miéville verliet Caïro een paar
dagen later. Ze bezocht nog maar enkeie
van haar kenissen en Winnie Falkner
hoorde niet onder die weinigen; maar ze
had den meesten een enkel woord van af
scheid geschreven en was verder totaal
onverschillig voor de tallooze harten, die
zij gebroken had. De menschen, waar zij
in Caïro mee in aanraking was gekomen,
hadden geen wezenlijk deel uitgemaakt van
haar bestaan, doel van haar bezoek in de
hoofdstad was het opsporen van de Kinde
ren van de Zon en nu wan zij haast blij,
dat ze Caïro verlaten kon.
Onwillekeurig voelde ze nog eens naar
het kleinood om den hals; dat er nü im
mers niet meer hing!
„Heb ik er goed aangedaan?" vroeg ze
zich af. „Ik moet ook maar altijd héél
alleen beslissen. Voor ééns in mijn leven
zou ik nu toch wel graag eens zwak willen
zijn; ééns willen steunen op een sterker
natuur."
En Ms in antwoord daarop trok
het gelaat van Agincourt haar geestesoog
voorbij; een gelaat, dat immers zoo zeer
getuigde van kracht en moed en onverzet
telijkheid. Hij zou weten te denken en te
handelen voor de vrouw, die de rechte
plaats bij hem innam.
Een cynische glimlach speelde Madame
om de lippen.
Van hèm trokken haar gedachten naar
Winnie en zóó begon ze, onwillekeurig, te
neuriën, op het rhytmus van den voortrol
lenden trein:
„Gij zult mij tóch liefhebben. Tóch lief
hebben!"
En deze Woorden verlieten haar niet
meer, vóór de trein Alexandrië binnen-
stoomde.
(Wordt vervolgd).