mWo ee®st ELECTR» VAN WEED 0ESTDUK TEIL 2< F. A. SCHMIDT VARTA ACCUMULATOREN Kunsthandel „De Papaver" PIANO- EN ORGELHANDEL Prettig lezen! Met een Togbril 9 Grafsteenhouwerij J. H. DE BRUIJN Alle soorten Materiaal Artistieke Geschenken Wij leveren U in den kortst moge- lijken tijd; Enveloppen, Briefpapier, Memorandums, Rekeningen, Kwitan- tiën, enz. enz. Visite-, Verlovings-, Ondertrouw-, Geboorte- en Rouwkaarten - Rouw- circulaires. Speciaal ingericht voor het vervaar digen van Bestekken, Brochures en Reglementen. VRAAGT PRIJSOPGAVE! WIJ ZIJN UITERST BILLIJK! PAL1 Uwe Uw rijkst ijn zit. D. F. VOIGT - Gedipl. Opticien Burgemeester Grothestraat 28 GRAFVERSIERINGEN Boekhouden in Eigen Zaak N. V. Accountantskantoor „Nationaal Bureau voor Adviezen". DirectieP. SIEBESMA R. DE VRIES, gevestigd te Leeuwarden, Nieuwestad 83. ELECTRO TECHNISCHE FABRIEK Reparatie- en Winkelinrichting van Electromotoren, Dynamo's, enz. enz. Kerkstraat 6 Hilversum E. C. WEIJER8 FEUILLETON „Liefhebben zult gij mij" Bé PlaE is het Elk verkeerd gesteld glas brengt ze verder achteruil. Laat ze vakkundig beschermen door ACACIALAAN BAARN OPGERICHT 1909 Speciale levering van alle voorkomende in Hardsteen, Zandsteen, Marmer ol Graniet. Het oudsta en voordeeligstB adres voor Baarn en Omstreken. Leert dit door middel van onze schriftelijke cursussen in eenvoudig practisch boek houden voor eigen zaak. Duur van een cursus een half jaar. Iedere veertien dagen een les over de post. Lesgeld slechts f 6.60 voor den gehee- len cursus. Meer dan 18.000 reeds een cursus. personen volgden Vraagt toezending van een gratis-proefles. HEERENSTRAAT 28a HILVERSUM TELEFOON 1041 ALLEEN-VERTEGENWOORDIGER VAN HET GOOI van de ZEEDIJK 24 TELEFOON 234 PIANO'S - ORGELS 'VLEUGELS le klas Reparatie-Inrichting STEMMEN per keer en abonnement Het beste adres voor Reparatiën aan STRIJK-INSTRUMENTEN Weklelijks bezoek aan Soest en Omstreken. HILVERSUM Naar het Engelsch van DOLF WYLLAKDE. 17) „Hij zegt, dat hij nog wil thuis zijn, zoo dat hij nog wat heeft aan de jacht. Hij spreekt van den twaalfden of dit het hoofd doel is van zijn komst. Heel complimen teus voor mij!" lachte Winnie. „Hoor eens!" viel Norberry uit, zich niet meer kunnende bedwingen, „hoe lang heb ben wc elkaar nu al gekend?" „Wij?.... O, sinds we zoo iets van acht en elf waren!" „Neen; ik bedoel nu van het jaar, sinds ik terug kwam! uit Norway en je nu vol wassen zag." „Ik weet niet; het lijkt al lang; van Mei of Juni af, is het niet?" „Nu dan: sinds Mei of Juni heb ik dat cllendig-verradcrlijk gevoel al niet van mij kunnen afzetten, telkens als ik dien ring zag aan je vinger, en ik geloof, dat het maar het beste is, om dat Majoor Agin- court ook te zeggen, zoodra hij hier is. Ze wenkte hem zijn bedreiging toch niet verder uit te spreken, want het kostte haar eenige moeite eer ze haar stem weer in haar macht had. Toen zei ze, met groo- tcn nadruk: „Dat moet je niet doen. Dat zou ont- eerend zijn! Ik kan mijn woord niet terug nemen." „Dit zou eerlijker zijn." „Neen, dat zou het niet. Wij zullen ons dit alles van stonde af uit het hoofd zetten en dan valt hem ook niets meer tc zeggen." „Natuurlijk zal hij zelf dan tot de ont dekking komen; al liegen we nu ook voor ons zeiven en voor hem, en zweren dat wij enkel slechts kennissen zijn," zei Nor berry practisch. „Dacht je, dat éénige man, die voor je voelde, 'niet onmiddellijk aan je zou merken, dat je veranderd was?" „Ik ben niet veranderd ik voel nog precies hetzelfde voor hem." „Nu goed. Dan is er niets te vreezen of te betreuren. Het spijt mij enkel, dat ik mij dan zoo dwaas heb aangesteld." Winnie liet het hoofdje in de handen val len en begon te schreien, niet luid en hartstochtelijk; maar heel stil, en zoo droef, dat Dunston haar den arm om de schouders sloeg en haar teedere troostwoorden in fluisterde, voor ze hem had afgeweerd. „Goed. Ik zal geen woord spreken tot hèm of tot jou dat ik niet had moeten spre ken," zei hij, edelmoedig tenzij je te eeniger tijd van opvatting veranderen zoudt cn er mij verlof toe gaf. Maar huil niet Winnie, toe, huil niet. Dan krijg ik zoo'n gevoel over me of ik een bruut was. Jij kon 't niet helpen, 't Was alles mijn schuld. Ik had al lang weg moeten gaan, en me liever een kopje kleiner moeten ge maakt hebben, toen jk zag ,,'t Is mijn schuld net zoo goed," viel zij in." „We hebben beiden dwaas gedaan. We hadden toch moeten weten, dat we niet ongestraft met vuur konden spelen. Nu zal ik je de waarheid vertellen maar dan moe ten we er nooit weer op terugkomen. Ik ben niet veranderd in mijn gevoelens je gens Roy, zooals ik reeds zei, maar ik zie nu, dat ik nooit zóój veel om Them ge geven heb. Ik bewonder hem oprecht en ik voelde mij vereerd, dat hij om, mij'gaf; maar.... 't is toch heel iets anders, dan... het juiste gevoelen". Ze was hoe langer hoe meer fluiste rend gaan spreken en had hem hoe langer hoe meer haar rug toegekeerdzoodat hij ten slotte niets meer 'zag dan een rood oor en een massa bruin haar. Hij keek naar haar met hulpeloozen blik. Het leek hem dan al uiterst dwaas en onlogisch om vast te houden aan iets waar men zich in den geest niet mee ver- eepigen kan. Maar, daar zij het eenmaal zoo wilde, aanvaardde hij die beslissing, met een ridderlijkheid die hem alle eer aandeed. Na een minuut keerde Winnie zich weer om, met een gezichtje nu even wit, als het rood was geweest en met peinzenden blik in de oogen. „Ik heb vergeten", zeide ze, een minia tuur zakboek te voorschijn halend, „dat ik ook een pand verloren heb. Je zei „Pax" tegen mij en met reden, want ik was zeer onaangenaam. Waar bestaat mijn boete in? „Nu, die schenk ik je dan wel, sprak' hij wat verward. „Het was niets, nonsens maar! In ieder geval, zou je het niet doen!" „Zeg het maar gerust", sprak ze luste loos. „Zijn 't handschoenen of sigaren of overhemdsknoopjes of zoo iets?" „Niets van dat alles.... Maar als je het dan absoluut weten zult.... ik wilde je een kus vragen". „0!" zei Winnie, ontzet. Tusschen hen, op het pad, lag de brief van Roger Agincourt. Tegelijkertijd viel hun beider blik er op en, m.et een wanhopig gebaar, bukte Nor berry zich en raapte 'm op. „Dien moet je liever niet verliezen", zei hij, bitter. „Je zult 'm noodig hebben, om er je aan te herinneren, welken dag hij komt". „Dat zal ik niet licht vergeten", zei Winnie, het hoofd schuddend. Ze wendde zich nu langzaam af en sloot den brief weer in de enveloppe. Toen ze bij een bocht van het kronkelpad kwam, keek ze nog eens om en zag hem daar pre cies op dezelfde plek staan. Ze wuifde hem een vaarwel toe, en dit niet alleen aan zijn persoon maar aan al de jeugdige uitgelatenheid van de afgeloopen week. Zij nam alleen de schuld op zich en had ze Norberry's leed er bij kunnen dra gen, dan zou ze dit, zeker, gedaan hebben. Moedig plooide zij maar de lippen tot een glimlach en zoo trad ze haar tante tegemoet met het opwekkend nieuws van Agincourt's komst. „Roy heeft verlof gekregen, tante! Den negenden zal hij in Engeland zijn. U wilt hem hier zeker ook wel vragen". HOOFDSTUK XII. Agincourt ontving zijn uitnoodiging op the Park en nam ze dankbaar aan. Hij meldde Winnie het uur van zijn komst en gaf haar te kennen, hoe hij wel ver wachtte, dat zij hem halen zou. Het was een vriendelijke half schert sende brief en dit zoo argelooze in den toon maakte haar dubbel ellendig. Ze bleef trouw aan haar voornemen om alle gedachten aan Norberry uit 't hoofd te zetten; maar de strijd dien haar dit kostte, deed haar bleek en betrokken zijn en dit was zoo iets ongewoons voor de vroolijke opgewekte Winnie dat mrs. Wal- lace het toeschreef aan de hitte en haar met kinine trachtte te genezen, waar Win nie echter, in stilte, de rozen mee begoot in plaats van ze te gebruiken. Norberry had zijn dagftlijksche bezoe ken aan the Park niet gestaakt, dit kon hij niet gedaan hebben, zonder dat het de aandacht had getrokken - zoowel van zijn eigen familie, als van Mr. en mrs. Wallace, na zijn voortdurende tegenwoor- dgiheid in hun huis gedurende den zomer. Maar die voortzetting was een ware be proeving voor beide jongelui. Misschien dat Norberry nog altijd hoopte op een soort crisis, die een gelukkiger toestand voor hem zou wekken; maar Winnie bleef gewoon vriendelijk tegen hem tot den dag, dat Agincourt werd verwacht. De trein zou aankomen, omtrent thee tijd en ze zou naar station Dunstone rijden en hem gaan afhalen, maar de gedachte, wat ze nu nog al dien tijd zou doen, maak te haar rusteloos. Toen Norberry dus, te gen een uur of elf, binnenkwam, was hij zeer blij, met de afleiding, die hem dit be zorgen zou. „Ik kwam eens even kijken, of je ook lust hebt in een ritje!" vroeg hij. Of vindt je het te warm?" „0 neen. Dan heb ik, tenminste, iets te doen". „Goed. Ga jij je dan even kleeden dan zal ik je paard laten zadelen. Je wilt ze ker den Cheschire rijden?" „Ja. Ik zal dadelijk klaar zijn; dat weet je wel." Onder het kleeden neuriede ze \veer: Gij zult mij toch liefhebben".... „Gek; maar ik moet altjjd aan Madame Miéville denken, als ik dat lied zing. Waar zou die nu wezen? Wat had Roy het land aan haar". Ze vermeed zorgvuldig een blik naar de schrijftafel waarop een groot portret van majoor Agincourt stond, in zilveren lijst. Hij was in uniform en het was net of zjjn ernstig gelaat haar soms verwij tend aankeek; zoo zelfs dat ze wel aan vechtingen had om het maar veilig en wel in de lade te sluiten maar daar toch geen enkelen keer gevolg aan had ge geven. (Wordt vervolgd.) behooi van 2 Burg< nieente Gelet der Hir Brent dat op is gelc^ de firm Soest, en wijz inrichtii daslraal C. No. tromotc maalsto dat o dags te nieentel en wijz en da dag op ter zake kennis i De aa er op g roep va beslissii de aant uur in ti kei 7 ziin ver mondeli Soest, Burge meente Gelet der Hin Breng dat op c 's Keleg J. v. d. tot het inrichtin een elee aandrijv1 karn en 3 P.K. melkpon tel en e< de ter a het perc gemeen t dat oj dags te me en teh dier inri en dal dag op ter zake kennis g De aai er Op g< roep var beslissin de aang uur in d tikel 7 d zijn vers mondelir Soest, Bi 01 voor W De Ge: van drie f '180.000 che Mid. VIEF De fee dagavond den 50en te vieren Het feesl Klokkenlu eenige Za over het een ochte een optoc rijtuigen den. Des schoonrijd

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1930 | | pagina 4