T. VAN VLIET Nic. «J. Egtberts Rl 7 Modelslagerij I Permanent Wave BOSCHSTRAAT 9 - BAARN bedragen, echter onder bepaling dat Uw besluit in werking zal treden, wanneer door alle onderteekenaren van het adres niet de P.U.E.M. een overeenkomst zal zijn aangegaan tot stroomverbruik. 2. tot hetdoen aanbrengen van twee straatlampen op de onder sub 1 bedoelde uitbreiding. 3. tot vaststelling van het bij de raads stukken ter inzage nedergelegd ontwerp besluit tot wijziging van de gemeentebe- grooting voor het dienstjaar 1931. Punt 9 der Agenda: Eigendommen. B. en W. schrijven hieromtrent: Bij adres dd. 10 Juni 1929 hebben de heeren G. I^angeraar e.a., bewoners van de omgeving Birktstraat en Ferdinand Huycklaan zich tot Uwe vergadering ge wend, met het verzoek om het aan de .ge meente toebehoorende terrein, geleg n aan de Birktstraat tusschen de Ferdinand. Huycklaan en de Henriëtte Blaekweg in te richten tot park. Onder overlegging van de adviezen van den Directeur Openbare Werken deelen wij U mede, dat liet maken van een,plant- soen op bedoeld terrein zeer groote fi- nancieele offers van de gemeente zal vergen. Ons College kan op dien grond geen vrijheid vinden voorstellen tot ge noemden plantsoen-aanleg te doen. In verband hiermede stellen wij U vojr op bovenbedoeld verzoek afwijzend te be schikken. Punt 11 der Agenda: Verbreeding brug over de Pijnenburger Grift. B. en W. schrijven hieromtrent: In uwe vergadering van 8 December 1930 werd besloten ons voorstel dd. 4 December 1930, le afd. no. 1644, inzake verbreeding van de brug over de Pijnen burger Grift, in handen te stellen van de Commissie Openbare Werken om advies. Deze Commissie deelde ons bij schrijven dd. 20 December d.a.v. mede, dat in hare vergadering de wenschelrjkheid werd geuit om in verband met de beveiliging van het voetgangersverkeer, aan beide zijdea der rijbreedte een verhoogd voetpad, ter breedte van plm. 75 c.M., aan te brengen, waardoor de totale breedte der brug 6.5 Meter zou worden. In verband hiermede ontvingen wij van den Directeur van Openbare Werken on der dagteekening van 13 Januari j.1. Doss. 23-1-6 een nieuw plan inzake verbreedirg van bovenbedoelde brug. waarbij rekening gehouden is met den bovengenoemden wensch der Commissie. Zooals U uit de desbetreffende beschrijving moge blijken, worden de kosten dezer verbreeding ge raamd op f 2222. Wij kunnen ons met het advies der Commissie Openbare Werken dd. 15 Jan. j.1. nr. 44 om tot laatstbedoelde verbree ding over te gaan, vereenigen. Mitsdien stellen wij U voor te besluiten: 1. tot verbreeding van de brug over de Pijnenburger Grift op de wijze, omschre ven in hel rapport van den Directeur van Openbare Werken dd. 13 Januari 1931. Doss. 233-1-6 met de daarbij beh >orendt teekening. en voor de uitvoering van hel werk, dat in het openbaar zal worden fianbesteed, een bedrag toe te staan groot f 2222. 2. tot vaststelling van het desbetreffend besluit tot wijziging der gemeentebegroo- ting voor het dienstjaar 1931. Punt 12 der Agenda: Wegen. B. en W. schrijven hieromtrent: Bij adres dd. 24 October j.1. heeft de heer C. van Logtenstein, wonende Zwar- teweg 1 alhier, zich tot uw College ge wend, verzoekende medewerking te verlee- 11 en tot omlegging van het pad, loopend over zijn land tot vlak bij de spoorbaan circa 80 h 100 Meter verder. Wij hebben te dezer zake het advies ingewonnen van den Directeur van Open bare Werken, welk advies hierbij voor uwe vergadering wordt overgelegd. Naar aanleiding van dit advies stellen wij U voor te besluiten, waar de gemeente zelve geen enkel belang heeft bij de aanlegging van den openbaren weg" Sprj- kerweg, aan adressant te berichten dat zijn verzoek in nadere overweging zal worden genomen wanneer hij door over- legging van verklaringen afdoende kan aantoonen dat alle belanghebbenden er ir. bewilligen, dat de weg wordt omgelegd volgens hoogte, ligging, breedte enzaan gegeven in het advies van den Direcleui van Openbare Werken. Punt 13 der Agenda: Verkoop van goederen van geringe waarde. B. en W. schrijven hieromtrent: Wij hebben de eer U hierbij ter vast stelling aan te bieden een ontwerp-be- sluit, zooals dat het vorig jaar door Uwe vergadering is genomen, betreffende het onderhands of in het openbaar verkoopen van verschillende aan de gemeente toebe hoorende goederen, als: afbraak, boom stammen. snoeisel, oud ijzer, afval van de verschillende bedrijven, buiten dienst gestelde voorwerpen en dergelyke zaken voorzooveel noodig deze in het jaar 1931 mochten beschikbaar komen. Punt 14 der Agenda: Gemeente eigendommen. B. en W. schrijven hieromtrent: Door G. v. Rouwendaal is verzocht hem een vermindering van den erfpachtscanor toe te kennen op grond van het feit. dat voor de omlegging van den Eikenhorstweg en de Koninginnelaan een gedeelte van .den hem in erfpacht gegeven grond door de gemeente in gebruik is genomen. Uit het bepaalde van voorwaarde 7 van he desbetreffend raadsbesluit van 26 Juni 1923 zal U evenwel blijken, dat een ver mindering, als gevraagd, niet kan worden verleend, zoodat het verzoek derhalve dient te worden afgewezen. Wij verzoeken U daartoe te besluiten. Hierbij brengen wij nog onder uwe aandacht, dat een ves- stiging van een nieuw erfpachtsrecht aan adressant geen uitkomst zal brengen, daar de alsdan op te maken nieuwe erfpachts akte aan adressant nagenoeg evenveel zal kosten als een naar evenredigheid van het door de gemeente in gebruik geno men gedeelte berekende gevraagde ver mindering. .Punt 15 der Agenda: Verhuring Gemeentegronden. B. en W. schryven hieromtrent: De Raad der gemeente Soest; Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wethouders en dat der betrokken Com missie om de op bijgaande lijst vermelde gemeentegronden onderhands te verhu ren; Overwegende, dat deze onderhandsche verhuring is in het belang der gemeente, terwijl bij openbare verhuring geen hoo- gere prijs zou worden verkregen; Gelet op de artikelen 138 en 194e der Gemeentewet Besluit: I. Ten bate van den algemeenen dienst dezer gemeente onderhands voor den lijd van twee jaren en wel van 1 November 1930 tot 1 November 1932 te verhuren aan de personen, genoemd op de bij dit besluit behoorende lijst de gronden dezer gemeente, kadastraal bekend als gemeente Soest, onder de nummers, ter grootte van- en tegen de prijzen, aangegeven ach ter ieders naam en tot een gezamenlijk bedrag van: zeven gulden een en zeven tig cents. Als voren tot een gezamenlijk bedrag van zevenhonderd drie en zestig gulden en twee en zestig cent., zulks on- ler de navolgende voorwaarden: a. Wanneer de gemeente in den loop van den huurtermijn grond van het ver huurde perceel of de verhuurde perceelen noodig heeft voor verbreeding van wegen of andere publieke doeleinden, is de huur der verplicht dien grond aan de gemeente af te staan, tegen vergoeding van de waar- Ie der daarop staande veldgewassen, wel ke nog niet geoogst kunnen worden. De ze vergoeding zal voor elk geval worden vastgesteld door de Commissie van bij stand voor het Grondbedrijf, aan welke beslissing de huurder zich moet onder werpen. Het is den huurder verboden, zonder .oestemming van Burgemeester en Wet houders, den grond geheel of ten deek aan derden te verhuren; bij overtreding van dit verbod zal de huurovereenkomst, zonder dat eenige verdere sommatie ol ingebrekestelling noodig zal zijn. geacht .vorden onmiddellijk te zijn ontbonden. c. De huursom moet jaarlijks vóór 1 Juli ten kantore van den gemeente-ont vanger worden voldaan. II. Aan het College van Burgemeester ?n Wethouders dezer gemeente op te dragen het aangaan der overeenkomsten er uitvoering van dit besluit en het ver richten van alle verdere handelingen ter litvoering der aangegane overeenkomsten, illes met inachtneming der artikelen 113- 114bis der Gemeentewet. De Raad der gemeente Soest; Gehoord het voorstel van Burgemeester 3n Wethouders en dat der betrokken Com missie om de hieronder vermelde percee len grasland der gemeente wederom on derhands te verhuren aan H. Hagën, wo- oende te Soest, Birktstraat 52, en wel voor f35.per jaar; Overwegende, dat deze onderhandsche verhuring is in het belang der gemeente, ;envrjl bij openbare verhuring geen hoo- geren prijs zou worden verkregen; Gelet op de artikelen 138 en 194 der Gemeentewet BESLUIT: I. Ten bate van het grondbedrijf dezer gemeente (complex XVonderhands vooi len tijd van twee jaren en wel van 1 November 1930 tot 1 November 1932 te verhuren aan H. Hagen, arbeider wonende .e Soest. Birktstraat No. 52, de percee len grasland gelegen aan de Birktstraat. kadastraal bekend gemeente Soest in sec- .ie C. Nos. 45, 1115 en 182. ter lgeia- melijke grootte van 75 A. 70 c.A. voor den prijs van vijf en tachtig gulden, zulks onder de navolgende voorwaarden: a. Wanneer de gemeente in den loop van den huurtermijn grond van het ver- kuurde perceel of de verhuurde perceelen ïoodig heeft voor verbreeding van wegen >f andere publieke doeleinden, is de huur- ler verplicht dien grond aan de gemeente tf te staan, tegen vergoeding van de waarde der daarop staande veldgewassen, welke nog niet geoogst kunnen worden Deze vergoeding zal voor elk .geval wor- ien vastgesteld door de Commissie van bijstand voor het Grondbedrijf, aan wel ke beslissing de huurder zich moet on derwerpen. b. Het is den huurder verboden, zonder toestemming van Burgemeester en Wet houders den grond geheel of ten kleele aan derden te verhurenbij overtreding van dit gebod zal de huurovereenkomst, zonder (lat eenige verdere sommatie of ingebrekestelling noodig zal zijn, geacht worden onmiddellijk te zijn ontbonden. c. De huursom moet jaarlijks vóór 1 Juli ten kantore van den Gemeente-Ont vanger worden voldaan. d. De kosten van afrastering van ge noemde perceelen komen voor rekening van den huurder. II. Aan het College van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente op te dra gen het aangaan der overeenkomst ter uit- voring van dit besluit en het verrichten van alle verdere handelingen ter uitvoering der aangegane overeenkomsten, alles met in achtneming der artikelen 113-114bis der Ge meentewet. Punt 16 der Agenda: Gemeente gronden. B. en W. schryven hieromtrent: De Raad der gemeente Soest; Overwegende, dat door den makelaar P. Man, wonende te Soest, voor zyn na der te noemen lastgever in koop is ge vraagd van het aan de Beukenlaan gele gen perceel sectie G no. 1853 een gedeel te ter grootte van ongeveer 990 M2; dat bij betaling van een koopprijs van f2. per M?2. tegen onderhandschen ver koop van bedoeld gedeelte van genoemd perceel geen bezwaren bestaan, terwijl bij openbaren verkoop geen hoogere prijs zou worden verkregen; Gezien het advies van de Commissie van Bijstand voor het Grondbedrijf dd. 13 November 1930; Gelet op de artikelen 137 en 194c der Gemeentewet Besluit: I. aan den nader te noemen lastgever van den makelaar P. Man onderhands te verkoopen van het aan de Beukenlaan gelegen perceel sectie G no. 1853 /een 'gedeelte ter grootte van ongeveer 990 M2. zooals dit gedeelte op de bijbehoorend schetskaart in groen is aangegeven en nader ter plaatse door of vanwege het ge meentebestuur zal worden uitgezet, voor den prijs van twee gulden (zegge f 2.-) per M2. en voorts onder de navolgende bepalingen; a. buiten den verkoop zal blijven een strook, welke benoodigü zal zijn om de Beukenlaan ter plaatse op een breedte te orengen van 12 nieter, of 6 meter van uil het hart van den weg; b. De betaling van den koopprijs zal geschieden bij de passeering der akte, welke binnen drie maanden na den datum van het besluit van goedkeuring van dit raadsbesluit moet plaats vinden; c. Voor rekening van den kooper zullen zijn alle rechten en kosten op den ver koop en koop vallende tot en met de le vering inbegrepen, alsmede alle rechten en kosten, welke eventueel zullen vallen op de opmeting van den grond, welke op meting zal geschieden door den landme ter van het kadaster op aanwijzing en in tegenwoordigheid van een lid van het gemeentebestuur of van een door dat be stuur aan te wijzen persoon; d. Blijkt bij opmeting, dat meer of min der grond is verkocht dan de hierboven vermelde grootte, dan zal bij- of, terug betaling van den koopprijs plaats vinden; e. Het verkochte zal op den kooper overgaan met uitsluiting van alle garan ties, behalve voor die van den eigendom, terwijl voorts het verkochte door den kooper zal worden aanvaard, met alle lasten en lusten, vrij- en onvrijheden, heerschende en lijdende erfdienstbaarhe den, rechten en gerechtigheden, zicht bare en verborgen gebreken, welke het heeft of welke daarop gevestigd zijn, zot» en in dier voege als het bij de .gemeente in eigendom is bezeten gewelSt en zonder dat de gemeente, behoudens het bepaal de bij artikel 1539 van het Burgerlijk Wetboek, tot eenige vrijwaring verplicht zal zijn. II. toe te staan, dat voor het totstand- brengen van dezen koop, aan den make laar F. Man wegens makelaarsloon een provisie van 2 pCt. van de koopsom wordt .oegekend. III. Aan het College van Burgemeester 3n Wethouders dezer gemeente op te dra gen het aangaan der overeenkomsten ter uitvoering van dit besluit en het verrich ten van alle verdere handelingen ter uit voering van dit besluit, alles met inacht neming der artikelen 113-114bis der Ge meentewet. Gemeente-eigendommei. B. en W. schrijven hieromtrent: Naar aanleiding van een bij ons Col lege ingekomen aanvrage van den make laar P. Man om prijsopgave van een ter rein, grenzende aan de Villa Klein Zwit serland, en gelegen aan de Soesterberg- schestraat, stellen wij U voor den prijs van het op de bijbehoorende teekening in geel aangegeven gedeelte, groot on geveer 5000 M2., overeenkomstig het ad vies van de Commissie van bijstand voor het Grondbedrijf, vast te stellen op f 2.50 per M2. Voorts stellen wij U voor te be palen, dat dit aanbod geldig zal zijn voor 2 maanden. Het komt ons minder gewenscht voor en gedeelte te verkoopen, zooals dit op de teekening in bruin of zwart is aange geven, aangezien eveneens een aanvrage tot aankoop van het geheele achter Klein Zwitserland gelegen terrein is ingekomen. Punt 17 der Agenda: De Raad der gemeente Soest; Overwegende, dat de Wed. A. Stalen hoef, wonende Ferdinand Huycklaan 2 te Soest, bereid is aan de gemeente Soest om niet aan den Olijkeweg gelegen strook grond in eigendom af te staan ten behoeve van de verbreeding van dien weg; dat het voor de gemeente van belang is den eigendom van bedoelde strook te ver krijgen, teneinde genoemden weg ter plaat se op een breedte van 10 Meter te kunnen doen brengen; Gelet op de artikelen 137 en 194 der Ge meentewet; Besluit: I. van de Wed A. Stalenhoef voornoemd kosteloos in eigendom over te nemen, vrij van hypotheek, een strook ter grootte van ongeveer 32 M2. van het aan den Olijke weg gelegen perceel, kadastraal bekend als sectie C no. 1518 ged., een en ander zooals bedoelde strook op de bijbehoorende schetskaart in blauwe kleur is aangegeven en nader ter plaatse door of vanwege Bur gemeester en Wethouders zal worden uit gezet en aangewezen en voorts onder de bepaling, dat de kosten van opmeting en overdracht van de stróok voor rekening der gemeente komen. II. Aan het College van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente op te dragen 't aangaan der overeenkomsten ter uitvoering van dit besluit en het verrichten van alle verdere handelingen ter uitvoering van dit besluit alles met inachtneming der artike len 133-114 bis der Gemeentewet. Punt 19 der Agenda: Aanlegbelastirg B. en W. schrijven hieromtrent. Bij besluit van 30 Juni 1924 heeft Uwe ONDUIATION pCAMANtMTL euGèNe Laanstraat 20 BAARN Telefoon 491 Wasschen - Onduleeren Knippen - Watergolven Systeem Eugenie Diplomie d' Operateur Raad eene verordening va^gesteld, rege lende de u- telling en het beheer van h-t wegenfonds der gemeente Dit fonds heeft de bestemming om de vo >r aanleg en ou derhond van wegen door pat ticuliercn ge storte gelden afzon b*ili|ic te houden en le beheeren, ten einde daaruit aan de buiten gewone en gewone middelen der gemeen te de gemaakte kosten van aanleg en onder houd, voor zoover het fonds daartoe in staat is, terug te betalen (art. 2). Dit fonds wordt gevormd door geldelijke bijdragen. a. van degene, aan wien de ontheffing als .bedoeld in artikel 8, le lid sub. 2e dr ge meentelijke bouwverordening wordt ver leend en b. van dengene, ten wiens behoefte van gemeentewege een weg wordt aange legd of die aan de gemeente een weg in eigendom of beheer overdraagt (artikel 3). Deze geldelijke bijdragen zijn gesplitst in: le. eene bijdrage voor den aanleg van den weg, 2e. eene bijdrage voor het onderhoud van den aangelegden oi aan te leggen weg. Deze beide soorten bijdragen worden gesplitst, beheerd door het fonds (artt. 4, 5, 6 en 9). Het is Uwen Raad bekend dat een rechts- strijd is ontstaan over de vraag of het toe laatbaar is eene geldelijke bijdrage te vor deren van dengene, aan wien de ontheffing als bedoeld in artikel 8, 2e lid der gemeen telijke bouwverordening wordt verleend. Deze rechtsstrijd is nog niet ten einde. De toepassing van de bepalingen van ar tikel 8, alinea 1, sub 2e en alinea 2 der bouw verordening juncto artikel 3a der verorde ning op het wegenfonds, hebben tot eigen aardige toestanden geleid. Artikel 8 alinea 1 sub 2e der bouwverordening verbiedt het bouwen aan niet verharde wegen, van welk verbod blijkens het 2e lid van hetzelfde artikel Burgemeesti r en Wethouders ont heffing kunnen verleenen, welke ontheffing zelfs met eischen gepaard kan gaan. Aan het college wordt derhalve de vrij heid gelaten om al of niet ontheffing te ver kenen en daarbij n! of niet en welke eischen te strilen. Edoch, de bewoordingen van ar tikel 3 sub a der verordening op het we genfonds, hierboven nader omschreven, doen veronderstellen, dat het College ver plicht is bij eene te verleenen ontheffing van de verbodsbepaling van artikel 8, le lid sub 2e der bouwverordening, de eisch OPGERICHT 1899 ALLEEN EERSTE KWALITEITEN I TELEFOON No. 330 POSTGIRO No. 146487 van de vordering van eene geldelijke bijdra ge te stellen. Betwijfeld mag worden of dit inderdaad wel ooit de bedoeling is geweest bij het doen ontstaan van deze bepaling. Intusschen gemelde eisch werd gesteld en de juridische toelaatbaarheid daarvan is een rechtsstrijd geworden tusschen een ingeze tene en de gemeente. Het spreekt van zelf dat de gemeente bij zulk een groot bezit aan onverharde wegen als zij heeft er niet aan kan denken de vrije hand voor bouwen aan die wegen te laten zonder daartegen over offers van de belanghebbenden te vra gen. Deze offers bestaan in den regel in: le. Grondafstand teneinde den weg op vol doende breedte te verkrijgen dan wel te kunnen brengen, en 2e. In een geldelijke bijdrage voor de toekomstige verharding en het onderhoud van dien weg. Deze geldelijke bijdrage kan aan de ge meente verstrekt worden op tweeërlei wij ze: vrijwillig door eene storting krachtens overeenkomst, onvrijwillig in den vorm van op te leggen belastingen. Tot heden heeft het gemeentebestuur de voorkeur gegeven aan de eerste wijze en had daartoe de gelegenheid geopend door de bepaling van artikel 3 sub a der veror dening op het wegenfonds in het leven te roepen, doch indien aan deze voorkeur ju ridische bezwaren zijn verbonden, zal de gemeente deze voorkeur moeten laten va ren en haar oog moeten gaan richten op de tweede wijze van vorderen eener bij drage, n.1. door belasting. Intusschen heeft de toepassing van de be paling van artikel 8 lid 1 sub 2e jo. lid 2 der bouwverordening en die van artikel 3 sub a der verordening op het wegenfonds door de meening dat volgens deze laatste bepaling het gemeentebestuur verplicht zou de zijn om eene vrijwillige geldelijke bij drage van den belanghebbende te vragen, indien de ontheffing van artikel 8 der bouw verordening werd verleend, wel tot eigen aardige toestanden in de gemeente geleid Er waren geldelijke bijdragen gevraagd en gestort o.a. voor wegen, waarbij in de vet ste toekomst nog niet aan eene verjiarli.tg daarvan voor de gemeente kan worden cc- dacht, doch bovendien geschiedde zulks met altijd voor aaiisiuitende deelen van een weg, maar ook en zelfs voor zeer vc - spreid liggende, zoodat op de landkaart van de gemeente te zien zijn wegen met brok stukken van bewoning en niet bewoning, al naar gelang deze wegen in handen van dc gemeente op de juiste bteedtc zijn geko men cn geldelijke offers voor eene toekom stige verharding zijn gebracht. Ons collego heeft dan ook de meening, dat dc bepaling van artikel 3 sub a der verordening op het wegenfonds, het gemeentebestuur zoude verplichten bij de overweging eener onthef fing volgens artikel 8 der bouwverordening eene geldelijke bijdrage te vragen, verlaten en vraagt thans slechts geldelijke bijdragen in die gevallen, waarin redelijkerwijs ka:t pi dacht werden aan een niet al te ver ver wijderd tijdstip van eene verharding van den vv eg. In den boezem van l wen Raad zijn r.u stemmen opgegaan om het bovengenoemde vrijwillige pad te verlaten en dien van dwang door Cene belasting te gaan bewan delen. Als kompas voor dezen nieuwen koers hebben wij een verordening op de heffing eener aanleg-belasting ontworpen, welk ontwerp de goedkeuring van de groot ste meerderheid der belasting-commissie verwierf en wij hierbij Uwen Raad aanbie den. De vraag rijst of bij het inslaan van dezen nieuwen weg de oude weg dient af gesloten te worden, voorgoed, zelfs vooi de bestaande kaarthouders, m.a.w. of hij aanname van het aangeboden ontwerp dc bepalingen van het daarmede concurree- rende artikel 3 sub a en aanverwante artike len van de verordening op het wegenfonds door Uwen Raad moeten worden ingetrok ken en moet worden overgegaan to: de finitieve liquidatie van dit deel van liet fonds, daarbij in het oog houdende dat dc voor dit doel gestorte geldelijke bijdrage Het Valutahuis UTRECHT, Potterstr. 22, Vreeburg 36, Steenweg 62. HILVERSUM - Leeuwenstraat 28. AMERSFOORT - Krommegracht 4. Het meest gesorteerde en goedkoopste adres voor SIGAREN. SIGARETTEN, TABAK /oor een deel bestemd was voor den aa.ileg *n voor een ander deel voor het onderhoud van den weg. Dan wel: is het mogehjk dat de -inde weg mede opengesteld blijft en derhalve de bepalingen van de artikelen 3 sub^a rn 4 van de verordening op het we gemunts van kracht blijven. In afwachting van de beslissing in hoven- vermelden rechtsstrijd, wil het ons v».ko men, dat het niet onmogelijk is om beide wegen naast elkaar te bewandelen, waar hij wij voor den ouden weg de beperkirg zouden willen stellen, dat deze weg alleen open blijft voor, en even genoemde bepa lingen van het wegenfonds slechts van toe passing blijven rp de thans in het wegen fonds opgenomen wegen, zoodat die oepa lingen buiten toepassing worden gesteld voor nieuwe andere wegen. Het spreekt van zelve dat deze bepalingen geene toe passing meer vinden en tot verrekening der in het wegenfonds gestorte bedragen zal worden overgegaan, zoodra door Uwen raad bepaald wordt, dat een weg, welke thans onder beheer van het wegenfonds is opgenomen onder de werking van de nieu we aanlegbelasting-verordening zal komen. Als gevolg van het bovenstaande bic'den wij Uwen Raad hierbij drie ontwerp-be- sluiten aan: I. een aanvullingsbeseluit v in de verorde ning op het wegenfonds met eene bepaling dat de bepalingen van de artikelen 3 sub a en 4 slechts van toepassing blijven voor de op 1 Januari 1931 onder het beheer van het wegenfonds gebrachte wegen, zoomede eene kleine wijziging van artikel 7 dierzelf- de verordening. II. een besluit tot aanvulling van de be paling van artikel 5 der verordening op de heffing van een straatbelasting met een 2e en 3e lid. Deze aanvulling is het gevolg van het betrachten der billijkheid. Indien door het gemeentebestuur overeenkomstig het 2e lid van aTtikel 8 der bouwverordening onthef fing werd verleend van de verbodsbepa ling van het ondei 2 genoemde in het eer ste lid van hetzelfde artikel 8, of indien door het gemeentebestuur ten behoeve van een derde een weg werd aangelegd of van een derde een weg in eigendom of beheer werd overgenomen, werd van den belanghebben de een zeker bedrag voor onderhoud ge vraagd. Zoodra de weg is aangelegd en-of bij de gemeente in onderhoud is gekomen en aaft dienjveg verrijzen gebouwde eigen dommen, vindt de verordening op de hef fing van een straatbelasting toepassing, en wordt van deze eigendommen de straatbc- lasting geheven, zoodat van de genotheb benden dier eigendommen in tweeërlei vorm de bijdrage in de zorg voor het on derhoud van den weg, waaraan dat eigen dom grenst, wordt gevraagd, le de belas ting, 2e de rente van het gestorte bedrag. Dit komt ons niet billijk voor. Er dient in elk geval verrekening plaats te hebben. III. Eene verordening op de heffing van een aanlegbelasting in de gemeente Soest. Deze belastingverordening is ontworpen aan de hand van de bepaling van artikel 242d van de gemeentewet. Deze bepaling geeft immers de bevoegdheid om wegens gebouwde of ongebouwde eigendommen en hunne aanhoorigheden, gelegen in bepaal de gedeelten der gemeente, gedurende eene periode van ten hoogste 30 jaren eene jaarlijksche belasting te heffen naar grond slagen volgens welke eene billijke bijdrage wordt gevorderd in de kosten van, door of met medewerking van het gemeentebestuur, tot stand gebrachte werken, waardoor deze eigendommen zijn gebaat. Het wil ons voorkomen, dat de gedachte gelegen in dc bepaling van artikel 242d der gemeentewet volkomen hare uitdrukking heeft gevonden in het aangeboden ontwerp. De vraag in hoeverre en in welke mate de in dat artikel bedoelde eigendommen zijn gebaat door het tot stand gebrachte werk, wordt bij elke totstandkoming van een werk door den Raad zorgvuldig overwogen. Ook

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 2