T. VAN VLIET
Nic. «J. Egtberts
Rl
7
Modelslagerij I
Permanent Wave
BOSCHSTRAAT 9 - BAARN
bedragen, echter onder bepaling dat Uw
besluit in werking zal treden, wanneer
door alle onderteekenaren van het adres
niet de P.U.E.M. een overeenkomst zal
zijn aangegaan tot stroomverbruik.
2. tot hetdoen aanbrengen van twee
straatlampen op de onder sub 1 bedoelde
uitbreiding.
3. tot vaststelling van het bij de raads
stukken ter inzage nedergelegd ontwerp
besluit tot wijziging van de gemeentebe-
grooting voor het dienstjaar 1931.
Punt 9 der Agenda:
Eigendommen.
B. en W. schrijven hieromtrent:
Bij adres dd. 10 Juni 1929 hebben de
heeren G. I^angeraar e.a., bewoners van
de omgeving Birktstraat en Ferdinand
Huycklaan zich tot Uwe vergadering ge
wend, met het verzoek om het aan de .ge
meente toebehoorende terrein, geleg n aan
de Birktstraat tusschen de Ferdinand.
Huycklaan en de Henriëtte Blaekweg in
te richten tot park.
Onder overlegging van de adviezen van
den Directeur Openbare Werken deelen
wij U mede, dat liet maken van een,plant-
soen op bedoeld terrein zeer groote fi-
nancieele offers van de gemeente zal
vergen. Ons College kan op dien grond
geen vrijheid vinden voorstellen tot ge
noemden plantsoen-aanleg te doen. In
verband hiermede stellen wij U vojr op
bovenbedoeld verzoek afwijzend te be
schikken.
Punt 11 der Agenda:
Verbreeding brug over de Pijnenburger
Grift.
B. en W. schrijven hieromtrent:
In uwe vergadering van 8 December
1930 werd besloten ons voorstel dd. 4
December 1930, le afd. no. 1644, inzake
verbreeding van de brug over de Pijnen
burger Grift, in handen te stellen van de
Commissie Openbare Werken om advies.
Deze Commissie deelde ons bij schrijven
dd. 20 December d.a.v. mede, dat in hare
vergadering de wenschelrjkheid werd geuit
om in verband met de beveiliging van het
voetgangersverkeer, aan beide zijdea der
rijbreedte een verhoogd voetpad, ter
breedte van plm. 75 c.M., aan te brengen,
waardoor de totale breedte der brug 6.5
Meter zou worden.
In verband hiermede ontvingen wij van
den Directeur van Openbare Werken on
der dagteekening van 13 Januari j.1. Doss.
23-1-6 een nieuw plan inzake verbreedirg
van bovenbedoelde brug. waarbij rekening
gehouden is met den bovengenoemden
wensch der Commissie. Zooals U uit de
desbetreffende beschrijving moge blijken,
worden de kosten dezer verbreeding ge
raamd op f 2222.
Wij kunnen ons met het advies der
Commissie Openbare Werken dd. 15 Jan.
j.1. nr. 44 om tot laatstbedoelde verbree
ding over te gaan, vereenigen. Mitsdien
stellen wij U voor te besluiten:
1. tot verbreeding van de brug over de
Pijnenburger Grift op de wijze, omschre
ven in hel rapport van den Directeur van
Openbare Werken dd. 13 Januari 1931.
Doss. 233-1-6 met de daarbij beh >orendt
teekening. en voor de uitvoering van hel
werk, dat in het openbaar zal worden
fianbesteed, een bedrag toe te staan groot
f 2222.
2. tot vaststelling van het desbetreffend
besluit tot wijziging der gemeentebegroo-
ting voor het dienstjaar 1931.
Punt 12 der Agenda:
Wegen.
B. en W. schrijven hieromtrent:
Bij adres dd. 24 October j.1. heeft de
heer C. van Logtenstein, wonende Zwar-
teweg 1 alhier, zich tot uw College ge
wend, verzoekende medewerking te verlee-
11 en tot omlegging van het pad, loopend
over zijn land tot vlak bij de spoorbaan
circa 80 h 100 Meter verder.
Wij hebben te dezer zake het advies
ingewonnen van den Directeur van Open
bare Werken, welk advies hierbij voor
uwe vergadering wordt overgelegd.
Naar aanleiding van dit advies stellen
wij U voor te besluiten, waar de gemeente
zelve geen enkel belang heeft bij de
aanlegging van den openbaren weg" Sprj-
kerweg, aan adressant te berichten dat
zijn verzoek in nadere overweging zal
worden genomen wanneer hij door over-
legging van verklaringen afdoende kan
aantoonen dat alle belanghebbenden er ir.
bewilligen, dat de weg wordt omgelegd
volgens hoogte, ligging, breedte enzaan
gegeven in het advies van den Direcleui
van Openbare Werken.
Punt 13 der Agenda:
Verkoop van goederen van geringe
waarde.
B. en W. schrijven hieromtrent:
Wij hebben de eer U hierbij ter vast
stelling aan te bieden een ontwerp-be-
sluit, zooals dat het vorig jaar door Uwe
vergadering is genomen, betreffende het
onderhands of in het openbaar verkoopen
van verschillende aan de gemeente toebe
hoorende goederen, als: afbraak, boom
stammen. snoeisel, oud ijzer, afval van
de verschillende bedrijven, buiten dienst
gestelde voorwerpen en dergelyke zaken
voorzooveel noodig deze in het jaar 1931
mochten beschikbaar komen.
Punt 14 der Agenda:
Gemeente eigendommen.
B. en W. schrijven hieromtrent:
Door G. v. Rouwendaal is verzocht hem
een vermindering van den erfpachtscanor
toe te kennen op grond van het feit. dat
voor de omlegging van den Eikenhorstweg
en de Koninginnelaan een gedeelte van
.den hem in erfpacht gegeven grond door
de gemeente in gebruik is genomen. Uit
het bepaalde van voorwaarde 7 van he
desbetreffend raadsbesluit van 26 Juni
1923 zal U evenwel blijken, dat een ver
mindering, als gevraagd, niet kan worden
verleend, zoodat het verzoek derhalve
dient te worden afgewezen. Wij verzoeken
U daartoe te besluiten. Hierbij brengen
wij nog onder uwe aandacht, dat een ves-
stiging van een nieuw erfpachtsrecht aan
adressant geen uitkomst zal brengen, daar
de alsdan op te maken nieuwe erfpachts
akte aan adressant nagenoeg evenveel
zal kosten als een naar evenredigheid van
het door de gemeente in gebruik geno
men gedeelte berekende gevraagde ver
mindering.
.Punt 15 der Agenda:
Verhuring Gemeentegronden.
B. en W. schryven hieromtrent:
De Raad der gemeente Soest;
Gehoord het voorstel van Burgemeester
en Wethouders en dat der betrokken Com
missie om de op bijgaande lijst vermelde
gemeentegronden onderhands te verhu
ren;
Overwegende, dat deze onderhandsche
verhuring is in het belang der gemeente,
terwijl bij openbare verhuring geen hoo-
gere prijs zou worden verkregen;
Gelet op de artikelen 138 en 194e der
Gemeentewet
Besluit:
I. Ten bate van den algemeenen dienst
dezer gemeente onderhands voor den lijd
van twee jaren en wel van 1 November
1930 tot 1 November 1932 te verhuren
aan de personen, genoemd op de bij dit
besluit behoorende lijst de gronden dezer
gemeente, kadastraal bekend als gemeente
Soest, onder de nummers, ter grootte
van- en tegen de prijzen, aangegeven ach
ter ieders naam en tot een gezamenlijk
bedrag van: zeven gulden een en zeven
tig cents. Als voren tot een gezamenlijk
bedrag van zevenhonderd drie en zestig
gulden en twee en zestig cent., zulks on-
ler de navolgende voorwaarden:
a. Wanneer de gemeente in den loop
van den huurtermijn grond van het ver
huurde perceel of de verhuurde perceelen
noodig heeft voor verbreeding van wegen
of andere publieke doeleinden, is de huur
der verplicht dien grond aan de gemeente
af te staan, tegen vergoeding van de waar-
Ie der daarop staande veldgewassen, wel
ke nog niet geoogst kunnen worden. De
ze vergoeding zal voor elk geval worden
vastgesteld door de Commissie van bij
stand voor het Grondbedrijf, aan welke
beslissing de huurder zich moet onder
werpen.
Het is den huurder verboden, zonder
.oestemming van Burgemeester en Wet
houders, den grond geheel of ten deek
aan derden te verhuren; bij overtreding
van dit verbod zal de huurovereenkomst,
zonder dat eenige verdere sommatie ol
ingebrekestelling noodig zal zijn. geacht
.vorden onmiddellijk te zijn ontbonden.
c. De huursom moet jaarlijks vóór 1
Juli ten kantore van den gemeente-ont
vanger worden voldaan.
II. Aan het College van Burgemeester
?n Wethouders dezer gemeente op te
dragen het aangaan der overeenkomsten
er uitvoering van dit besluit en het ver
richten van alle verdere handelingen ter
litvoering der aangegane overeenkomsten,
illes met inachtneming der artikelen 113-
114bis der Gemeentewet.
De Raad der gemeente Soest;
Gehoord het voorstel van Burgemeester
3n Wethouders en dat der betrokken Com
missie om de hieronder vermelde percee
len grasland der gemeente wederom on
derhands te verhuren aan H. Hagën, wo-
oende te Soest, Birktstraat 52, en wel
voor f35.per jaar;
Overwegende, dat deze onderhandsche
verhuring is in het belang der gemeente,
;envrjl bij openbare verhuring geen hoo-
geren prijs zou worden verkregen;
Gelet op de artikelen 138 en 194 der
Gemeentewet
BESLUIT:
I. Ten bate van het grondbedrijf dezer
gemeente (complex XVonderhands vooi
len tijd van twee jaren en wel van 1
November 1930 tot 1 November 1932 te
verhuren aan H. Hagen, arbeider wonende
.e Soest. Birktstraat No. 52, de percee
len grasland gelegen aan de Birktstraat.
kadastraal bekend gemeente Soest in sec-
.ie C. Nos. 45, 1115 en 182. ter lgeia-
melijke grootte van 75 A. 70 c.A. voor
den prijs van vijf en tachtig gulden, zulks
onder de navolgende voorwaarden:
a. Wanneer de gemeente in den loop
van den huurtermijn grond van het ver-
kuurde perceel of de verhuurde perceelen
ïoodig heeft voor verbreeding van wegen
>f andere publieke doeleinden, is de huur-
ler verplicht dien grond aan de gemeente
tf te staan, tegen vergoeding van de
waarde der daarop staande veldgewassen,
welke nog niet geoogst kunnen worden
Deze vergoeding zal voor elk .geval wor-
ien vastgesteld door de Commissie van
bijstand voor het Grondbedrijf, aan wel
ke beslissing de huurder zich moet on
derwerpen.
b. Het is den huurder verboden, zonder
toestemming van Burgemeester en Wet
houders den grond geheel of ten kleele
aan derden te verhurenbij overtreding
van dit gebod zal de huurovereenkomst,
zonder (lat eenige verdere sommatie of
ingebrekestelling noodig zal zijn, geacht
worden onmiddellijk te zijn ontbonden.
c. De huursom moet jaarlijks vóór 1
Juli ten kantore van den Gemeente-Ont
vanger worden voldaan.
d. De kosten van afrastering van ge
noemde perceelen komen voor rekening
van den huurder.
II. Aan het College van Burgemeester
en Wethouders dezer gemeente op te dra
gen het aangaan der overeenkomst ter uit-
voring van dit besluit en het verrichten van
alle verdere handelingen ter uitvoering der
aangegane overeenkomsten, alles met in
achtneming der artikelen 113-114bis der Ge
meentewet.
Punt 16 der Agenda:
Gemeente gronden.
B. en W. schryven hieromtrent:
De Raad der gemeente Soest;
Overwegende, dat door den makelaar
P. Man, wonende te Soest, voor zyn na
der te noemen lastgever in koop is ge
vraagd van het aan de Beukenlaan gele
gen perceel sectie G no. 1853 een gedeel
te ter grootte van ongeveer 990 M2;
dat bij betaling van een koopprijs van
f2. per M?2. tegen onderhandschen ver
koop van bedoeld gedeelte van genoemd
perceel geen bezwaren bestaan, terwijl
bij openbaren verkoop geen hoogere prijs
zou worden verkregen;
Gezien het advies van de Commissie
van Bijstand voor het Grondbedrijf dd.
13 November 1930;
Gelet op de artikelen 137 en 194c
der Gemeentewet
Besluit:
I. aan den nader te noemen lastgever
van den makelaar P. Man onderhands te
verkoopen van het aan de Beukenlaan
gelegen perceel sectie G no. 1853 /een
'gedeelte ter grootte van ongeveer 990
M2. zooals dit gedeelte op de bijbehoorend
schetskaart in groen is aangegeven en
nader ter plaatse door of vanwege het ge
meentebestuur zal worden uitgezet, voor
den prijs van twee gulden (zegge f 2.-)
per M2. en voorts onder de navolgende
bepalingen;
a. buiten den verkoop zal blijven een
strook, welke benoodigü zal zijn om de
Beukenlaan ter plaatse op een breedte te
orengen van 12 nieter, of 6 meter van uil
het hart van den weg;
b. De betaling van den koopprijs zal
geschieden bij de passeering der akte,
welke binnen drie maanden na den datum
van het besluit van goedkeuring van dit
raadsbesluit moet plaats vinden;
c. Voor rekening van den kooper zullen
zijn alle rechten en kosten op den ver
koop en koop vallende tot en met de le
vering inbegrepen, alsmede alle rechten
en kosten, welke eventueel zullen vallen
op de opmeting van den grond, welke op
meting zal geschieden door den landme
ter van het kadaster op aanwijzing en
in tegenwoordigheid van een lid van het
gemeentebestuur of van een door dat be
stuur aan te wijzen persoon;
d. Blijkt bij opmeting, dat meer of min
der grond is verkocht dan de hierboven
vermelde grootte, dan zal bij- of, terug
betaling van den koopprijs plaats vinden;
e. Het verkochte zal op den kooper
overgaan met uitsluiting van alle garan
ties, behalve voor die van den eigendom,
terwijl voorts het verkochte door den
kooper zal worden aanvaard, met alle
lasten en lusten, vrij- en onvrijheden,
heerschende en lijdende erfdienstbaarhe
den, rechten en gerechtigheden, zicht
bare en verborgen gebreken, welke het
heeft of welke daarop gevestigd zijn, zot»
en in dier voege als het bij de .gemeente
in eigendom is bezeten gewelSt en zonder
dat de gemeente, behoudens het bepaal
de bij artikel 1539 van het Burgerlijk
Wetboek, tot eenige vrijwaring verplicht
zal zijn.
II. toe te staan, dat voor het totstand-
brengen van dezen koop, aan den make
laar F. Man wegens makelaarsloon een
provisie van 2 pCt. van de koopsom wordt
.oegekend.
III. Aan het College van Burgemeester
3n Wethouders dezer gemeente op te dra
gen het aangaan der overeenkomsten ter
uitvoering van dit besluit en het verrich
ten van alle verdere handelingen ter uit
voering van dit besluit, alles met inacht
neming der artikelen 113-114bis der Ge
meentewet.
Gemeente-eigendommei.
B. en W. schrijven hieromtrent:
Naar aanleiding van een bij ons Col
lege ingekomen aanvrage van den make
laar P. Man om prijsopgave van een ter
rein, grenzende aan de Villa Klein Zwit
serland, en gelegen aan de Soesterberg-
schestraat, stellen wij U voor den prijs
van het op de bijbehoorende teekening
in geel aangegeven gedeelte, groot on
geveer 5000 M2., overeenkomstig het ad
vies van de Commissie van bijstand voor
het Grondbedrijf, vast te stellen op f 2.50
per M2. Voorts stellen wij U voor te be
palen, dat dit aanbod geldig zal zijn voor
2 maanden.
Het komt ons minder gewenscht voor
en gedeelte te verkoopen, zooals dit op
de teekening in bruin of zwart is aange
geven, aangezien eveneens een aanvrage
tot aankoop van het geheele achter Klein
Zwitserland gelegen terrein is ingekomen.
Punt 17 der Agenda:
De Raad der gemeente Soest;
Overwegende, dat de Wed. A. Stalen
hoef, wonende Ferdinand Huycklaan 2 te
Soest, bereid is aan de gemeente Soest om
niet aan den Olijkeweg gelegen strook
grond in eigendom af te staan ten behoeve
van de verbreeding van dien weg;
dat het voor de gemeente van belang is
den eigendom van bedoelde strook te ver
krijgen, teneinde genoemden weg ter plaat
se op een breedte van 10 Meter te kunnen
doen brengen;
Gelet op de artikelen 137 en 194 der Ge
meentewet;
Besluit:
I. van de Wed A. Stalenhoef voornoemd
kosteloos in eigendom over te nemen, vrij
van hypotheek, een strook ter grootte van
ongeveer 32 M2. van het aan den Olijke
weg gelegen perceel, kadastraal bekend als
sectie C no. 1518 ged., een en ander zooals
bedoelde strook op de bijbehoorende
schetskaart in blauwe kleur is aangegeven
en nader ter plaatse door of vanwege Bur
gemeester en Wethouders zal worden uit
gezet en aangewezen en voorts onder de
bepaling, dat de kosten van opmeting en
overdracht van de stróok voor rekening der
gemeente komen.
II. Aan het College van Burgemeester en
Wethouders dezer gemeente op te dragen 't
aangaan der overeenkomsten ter uitvoering
van dit besluit en het verrichten van alle
verdere handelingen ter uitvoering van dit
besluit alles met inachtneming der artike
len 133-114 bis der Gemeentewet.
Punt 19 der Agenda:
Aanlegbelastirg
B. en W. schrijven hieromtrent.
Bij besluit van 30 Juni 1924 heeft Uwe
ONDUIATION
pCAMANtMTL
euGèNe
Laanstraat 20
BAARN
Telefoon 491
Wasschen - Onduleeren
Knippen - Watergolven
Systeem Eugenie
Diplomie d' Operateur
Raad eene verordening va^gesteld, rege
lende de u- telling en het beheer van h-t
wegenfonds der gemeente Dit fonds heeft
de bestemming om de vo >r aanleg en ou
derhond van wegen door pat ticuliercn ge
storte gelden afzon b*ili|ic te houden en le
beheeren, ten einde daaruit aan de buiten
gewone en gewone middelen der gemeen
te de gemaakte kosten van aanleg en onder
houd, voor zoover het fonds daartoe in
staat is, terug te betalen (art. 2). Dit fonds
wordt gevormd door geldelijke bijdragen.
a. van degene, aan wien de ontheffing als
.bedoeld in artikel 8, le lid sub. 2e dr ge
meentelijke bouwverordening wordt ver
leend en b. van dengene, ten wiens behoefte
van gemeentewege een weg wordt aange
legd of die aan de gemeente een weg in
eigendom of beheer overdraagt (artikel 3).
Deze geldelijke bijdragen zijn gesplitst in:
le. eene bijdrage voor den aanleg van den
weg,
2e. eene bijdrage voor het onderhoud van
den aangelegden oi aan te leggen weg. Deze
beide soorten bijdragen worden gesplitst,
beheerd door het fonds (artt. 4, 5, 6 en 9).
Het is Uwen Raad bekend dat een rechts-
strijd is ontstaan over de vraag of het toe
laatbaar is eene geldelijke bijdrage te vor
deren van dengene, aan wien de ontheffing
als bedoeld in artikel 8, 2e lid der gemeen
telijke bouwverordening wordt verleend.
Deze rechtsstrijd is nog niet ten einde.
De toepassing van de bepalingen van ar
tikel 8, alinea 1, sub 2e en alinea 2 der bouw
verordening juncto artikel 3a der verorde
ning op het wegenfonds, hebben tot eigen
aardige toestanden geleid. Artikel 8 alinea
1 sub 2e der bouwverordening verbiedt het
bouwen aan niet verharde wegen, van welk
verbod blijkens het 2e lid van hetzelfde
artikel Burgemeesti r en Wethouders ont
heffing kunnen verleenen, welke ontheffing
zelfs met eischen gepaard kan gaan.
Aan het college wordt derhalve de vrij
heid gelaten om al of niet ontheffing te ver
kenen en daarbij n! of niet en welke eischen
te strilen. Edoch, de bewoordingen van ar
tikel 3 sub a der verordening op het we
genfonds, hierboven nader omschreven,
doen veronderstellen, dat het College ver
plicht is bij eene te verleenen ontheffing
van de verbodsbepaling van artikel 8, le
lid sub 2e der bouwverordening, de eisch
OPGERICHT 1899
ALLEEN EERSTE KWALITEITEN I
TELEFOON No. 330
POSTGIRO No. 146487
van de vordering van eene geldelijke bijdra
ge te stellen. Betwijfeld mag worden of dit
inderdaad wel ooit de bedoeling is geweest
bij het doen ontstaan van deze bepaling.
Intusschen gemelde eisch werd gesteld en
de juridische toelaatbaarheid daarvan is een
rechtsstrijd geworden tusschen een ingeze
tene en de gemeente. Het spreekt van zelf
dat de gemeente bij zulk een groot bezit
aan onverharde wegen als zij heeft er niet
aan kan denken de vrije hand voor bouwen
aan die wegen te laten zonder daartegen
over offers van de belanghebbenden te vra
gen. Deze offers bestaan in den regel in:
le. Grondafstand teneinde den weg op vol
doende breedte te verkrijgen dan wel te
kunnen brengen, en
2e. In een geldelijke bijdrage voor de
toekomstige verharding en het onderhoud
van dien weg.
Deze geldelijke bijdrage kan aan de ge
meente verstrekt worden op tweeërlei wij
ze: vrijwillig door eene storting krachtens
overeenkomst, onvrijwillig in den vorm van
op te leggen belastingen.
Tot heden heeft het gemeentebestuur de
voorkeur gegeven aan de eerste wijze en
had daartoe de gelegenheid geopend door
de bepaling van artikel 3 sub a der veror
dening op het wegenfonds in het leven te
roepen, doch indien aan deze voorkeur ju
ridische bezwaren zijn verbonden, zal de
gemeente deze voorkeur moeten laten va
ren en haar oog moeten gaan richten op
de tweede wijze van vorderen eener bij
drage, n.1. door belasting.
Intusschen heeft de toepassing van de be
paling van artikel 8 lid 1 sub 2e jo. lid 2
der bouwverordening en die van artikel 3
sub a der verordening op het wegenfonds
door de meening dat volgens deze laatste
bepaling het gemeentebestuur verplicht zou
de zijn om eene vrijwillige geldelijke bij
drage van den belanghebbende te vragen,
indien de ontheffing van artikel 8 der bouw
verordening werd verleend, wel tot eigen
aardige toestanden in de gemeente geleid
Er waren geldelijke bijdragen gevraagd en
gestort o.a. voor wegen, waarbij in de vet
ste toekomst nog niet aan eene verjiarli.tg
daarvan voor de gemeente kan worden cc-
dacht, doch bovendien geschiedde zulks
met altijd voor aaiisiuitende deelen van een
weg, maar ook en zelfs voor zeer vc -
spreid liggende, zoodat op de landkaart van
de gemeente te zien zijn wegen met brok
stukken van bewoning en niet bewoning, al
naar gelang deze wegen in handen van dc
gemeente op de juiste bteedtc zijn geko
men cn geldelijke offers voor eene toekom
stige verharding zijn gebracht. Ons collego
heeft dan ook de meening, dat dc bepaling
van artikel 3 sub a der verordening op het
wegenfonds, het gemeentebestuur zoude
verplichten bij de overweging eener onthef
fing volgens artikel 8 der bouwverordening
eene geldelijke bijdrage te vragen, verlaten
en vraagt thans slechts geldelijke bijdragen
in die gevallen, waarin redelijkerwijs ka:t
pi dacht werden aan een niet al te ver ver
wijderd tijdstip van eene verharding van den
vv eg.
In den boezem van l wen Raad zijn r.u
stemmen opgegaan om het bovengenoemde
vrijwillige pad te verlaten en dien van
dwang door Cene belasting te gaan bewan
delen. Als kompas voor dezen nieuwen
koers hebben wij een verordening op de
heffing eener aanleg-belasting ontworpen,
welk ontwerp de goedkeuring van de groot
ste meerderheid der belasting-commissie
verwierf en wij hierbij Uwen Raad aanbie
den. De vraag rijst of bij het inslaan van
dezen nieuwen weg de oude weg dient af
gesloten te worden, voorgoed, zelfs vooi
de bestaande kaarthouders, m.a.w. of hij
aanname van het aangeboden ontwerp dc
bepalingen van het daarmede concurree-
rende artikel 3 sub a en aanverwante artike
len van de verordening op het wegenfonds
door Uwen Raad moeten worden ingetrok
ken en moet worden overgegaan to: de
finitieve liquidatie van dit deel van liet
fonds, daarbij in het oog houdende dat dc
voor dit doel gestorte geldelijke bijdrage
Het Valutahuis
UTRECHT, Potterstr. 22, Vreeburg
36, Steenweg 62.
HILVERSUM - Leeuwenstraat 28.
AMERSFOORT - Krommegracht 4.
Het meest gesorteerde en goedkoopste
adres voor
SIGAREN. SIGARETTEN, TABAK
/oor een deel bestemd was voor den aa.ileg
*n voor een ander deel voor het onderhoud
van den weg. Dan wel: is het mogehjk dat
de -inde weg mede opengesteld blijft en
derhalve de bepalingen van de artikelen 3
sub^a rn 4 van de verordening op het we
gemunts van kracht blijven.
In afwachting van de beslissing in hoven-
vermelden rechtsstrijd, wil het ons v».ko
men, dat het niet onmogelijk is om beide
wegen naast elkaar te bewandelen, waar
hij wij voor den ouden weg de beperkirg
zouden willen stellen, dat deze weg alleen
open blijft voor, en even genoemde bepa
lingen van het wegenfonds slechts van toe
passing blijven rp de thans in het wegen
fonds opgenomen wegen, zoodat die oepa
lingen buiten toepassing worden gesteld
voor nieuwe andere wegen. Het spreekt
van zelve dat deze bepalingen geene toe
passing meer vinden en tot verrekening der
in het wegenfonds gestorte bedragen zal
worden overgegaan, zoodra door Uwen
raad bepaald wordt, dat een weg, welke
thans onder beheer van het wegenfonds is
opgenomen onder de werking van de nieu
we aanlegbelasting-verordening zal komen.
Als gevolg van het bovenstaande bic'den
wij Uwen Raad hierbij drie ontwerp-be-
sluiten aan:
I. een aanvullingsbeseluit v in de verorde
ning op het wegenfonds met eene bepaling
dat de bepalingen van de artikelen 3 sub a
en 4 slechts van toepassing blijven voor de
op 1 Januari 1931 onder het beheer van
het wegenfonds gebrachte wegen, zoomede
eene kleine wijziging van artikel 7 dierzelf-
de verordening.
II. een besluit tot aanvulling van de be
paling van artikel 5 der verordening op de
heffing van een straatbelasting met een 2e
en 3e lid.
Deze aanvulling is het gevolg van het
betrachten der billijkheid. Indien door het
gemeentebestuur overeenkomstig het 2e lid
van aTtikel 8 der bouwverordening onthef
fing werd verleend van de verbodsbepa
ling van het ondei 2 genoemde in het eer
ste lid van hetzelfde artikel 8, of indien door
het gemeentebestuur ten behoeve van een
derde een weg werd aangelegd of van een
derde een weg in eigendom of beheer werd
overgenomen, werd van den belanghebben
de een zeker bedrag voor onderhoud ge
vraagd. Zoodra de weg is aangelegd en-of
bij de gemeente in onderhoud is gekomen
en aaft dienjveg verrijzen gebouwde eigen
dommen, vindt de verordening op de hef
fing van een straatbelasting toepassing, en
wordt van deze eigendommen de straatbc-
lasting geheven, zoodat van de genotheb
benden dier eigendommen in tweeërlei
vorm de bijdrage in de zorg voor het on
derhoud van den weg, waaraan dat eigen
dom grenst, wordt gevraagd, le de belas
ting, 2e de rente van het gestorte bedrag.
Dit komt ons niet billijk voor. Er dient
in elk geval verrekening plaats te hebben.
III. Eene verordening op de heffing van
een aanlegbelasting in de gemeente Soest.
Deze belastingverordening is ontworpen
aan de hand van de bepaling van artikel
242d van de gemeentewet. Deze bepaling
geeft immers de bevoegdheid om wegens
gebouwde of ongebouwde eigendommen en
hunne aanhoorigheden, gelegen in bepaal
de gedeelten der gemeente, gedurende
eene periode van ten hoogste 30 jaren eene
jaarlijksche belasting te heffen naar grond
slagen volgens welke eene billijke bijdrage
wordt gevorderd in de kosten van, door of
met medewerking van het gemeentebestuur,
tot stand gebrachte werken, waardoor deze
eigendommen zijn gebaat.
Het wil ons voorkomen, dat de gedachte
gelegen in dc bepaling van artikel 242d der
gemeentewet volkomen hare uitdrukking
heeft gevonden in het aangeboden ontwerp.
De vraag in hoeverre en in welke mate de
in dat artikel bedoelde eigendommen zijn
gebaat door het tot stand gebrachte werk,
wordt bij elke totstandkoming van een werk
door den Raad zorgvuldig overwogen. Ook