DE WETHOUDERSVERKIEZING JVieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Een stap vooruit. FAMILIETROTS Bekendmakingen. Binnenland. Plaatselijk Nieuws No. 73 Negentiende Jaargang Woensdag 9 September 19S1 UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK FEUILLETON S0ESTER BANKVEREENIGING - Telef. 2317 - SOEST alle Bankzaken SC Zitdagen te Soesterberg lederen Woensdag Rademakerstraat 7 Een antl-revolutlonnair raadslid In opstand tegen een Godsgericht. Tweeslachtige houding. LOKAAS, waarin Links niet bijten wilde. Officieel. BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTAAT 7 SOESTDIJK advertentien en ingezonden stukken worden ingewacht tot UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU ADVERTENTIEN: VAN I TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER IS CT8. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS f L— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER S8») Hoe technisch en voor den leek tamelijk geleerd en daarom bijna onbegrijpelijk de verhandelingen zijn geweest, welke op het Wereld Sociaal Economisch Congres in de vorige week te Amsterdam werden gehou den door 3U0 economisten, ingenieurs, lei ders van industrie en vakvereenigingen uit alle deelen der wereld, en hoe vaag de be reikte practische resultaten voor "the man in the street" mogen schijnen, toch kan wie het congres geheel meemaakte en bij alle discussies toeluisterde zich niet aan het gevoelen onttrekken, dat door dit congres een buitengewoon belangrijk en opbouwend werk is verricht, en dat, hoe kras deze be wering ook moge schijnen, de eerste stap genomen is voor het uiteindelijk en defini tief uitbannen van den geesel der werkloos heid. Dit heeft men bereikt door helder en duidelijk de noodzakelijkheid aan te too- nen van een nieuwe sociale economische or ganisatie, welke de wereld als een eenheid zal beschouwen en de productie zoodanig heeft te besturen, dat een betere verdeeling der goederen en dus van de welvaart tot stand komt. Het doel, dat daarbij voor oogen gehouden wordt, is de verhooging van het levenspeil voor alle bewoners der aarde. Men beoogt thans een wereldcentrum voor statistisch onderzoek te stichten, dat de pogingen van economisten in verschil lende landen ten behoeve van het eigen land verricht, zal samen voegen en aldus hun gecombineerde technische wetenschap aan wenden ter oplossing van de wereldproble men van betere verdeeling der productie, om daardoor het vraagstuk der werkeloos heid definitief op te lossen. Een van de interessantste gebeurtenissen der conferentie was de aanwezigheid en het optreden van de Russische delegatie, welke voor het eerst en openlijk in het buitenland een uiteenzetting gaven van de hyper-so cialistische wijze van productie in Rusland, welke naar zij verklaarden, werkeloosheid uitsluit, omdat de arbeiders in het bezit der productie-middelen zijn gesteld en de pro ductie vooraf nauwkeurig wordt bepaald in overeenstemming met de behoeften. Dit klonk zeer fraai en maakte aanvankelijk in druk. Doch bij nadere overweging en bij bestudeering van alle verschillen tusschen de Oost-Europeesche primitieve en achter lijke samenleving en de buitengewoon inge wikkelde en op ontegenzeggelijk veel hoo- ger peil staande Westersche maatschappij, kwam duidelijk aan het licht, dat het com munisme voor het primitieve Rusland wel licht het juiste middel is geweest om zich eenigermate op te werken tot een peil, dat in de verte het gemiddelde Westersche le venspeil misschien kan benaderen. Doch in onze historisch gegroeide buitengewoon ge compliceerde z.g. nieuw-kapitalistische maatschappij geen voordeelen heeft te bren gen. Immers op het oogenblik, nu Rusland nog bezig is zich te industrialiseeren, nu het, zooals de bekende Amerikaansche eco nomist Dr. Lorwin ons in een persgesprek meedeelde, het nog wel 50 of 75 jaar zal du ren voordat ieder der 130 millioen Russen in het bezit van een zakdoek zal zijn (mo menteel nog een luxe-artikel) en allen een paar schoenen zullen hebben (ook al luxe op het oogenblik), is werkeloosheid daar voorloopig niet te verwachten. Maar indien nu in al deze onmiddellijke behoeften voor zien zal zijn, en de voortschrijdende tech niek steeds minder menschenarbeid zal heb ben noodig gemaakt, en de vraag naar indu- strieele producten zal verminderen, terwijl de industrie ingesteld is op de hoogst mo gelijke productie, zal er dan geen overpro ductie en werkeloosheid kunnen ontstaan? Op dit punt hebben de Russen geen klaar- naar het Engelsch van CARL SWERDNA. 10) „Ik geloof het wel. Hij was altijd heel vriendelijk voor mij." „Anders niet?" „Wat bedoel je daarmee?" „Wel ik dacht, dat je met een sentimen- teele bekentenis voor den dag zoudt komen, maar die blijft uit!" Half boos antwoordde Ethelwyn: „Dat is toch een heel dwaas idee! Ik was nog een kind, toen Tristram ging." „Je was toch achttien?" „Maar hij hield mij niet voor mécr dan een kind. Me dunkt, je hebt hem wel hooren zeggen, als nagenoeg zijn eerste begroeting, dat ik: „van kind tot vrouw" was gewor den? Doe me een genoegen Felipa en zeg niet meer zulke dwaze dingen!" Daar maak je me zoo boos mee!" Felipa zei niets meer, maar bleef er het hare van denken! Op haar eigen kamer ge komen, stond zij geruimen tijd voor den spiegel en sprak in zichzelve: „Zoo lang ik nu al hier ben, heb ik opge zien tegen den tijd dat Tristram Fleetwood zou thuiskomen; maar ik had toch niet ge dacht, dat dit zoo vreeselijk zou zijn! Die schrik voor hem vervulde mij al van het oogenblik af, dat hij den blik op mij gericht hield!Waarom zou ik toch zoo'n vrees gevoelen voor een doodgewonen man.... een man, zooals honderden anderen---, die mij in het gelaat keek, zooals hij naar een muur kon gekeken hebben en er niets an ders in zag dan dat het een „Fleetwood-ge- zicht" was!" Ze barstte in een schrillen spottenden lach uit en zei, met een buiging tot een beeld in den spiegel: „Ba, neef v.h. Sukkel Co. EFFECTEN - COUPONS - PROLONGATIËN - SAFE DEPOS1T heid kunnen geven. Wij hebben echter van de Russische dis ussies te A'dam 3 din gen geleerd: le, dat het systeem van een socialistisch georganiseerde economie een systeem is, dat inderdaad toegepast kan worden. Of het echter beter is, dan een ver beterd nieuw-kapitalistisch stelsel, valt ern stig te betwijfelen. In de 2e plaats kan men uit de Russische ervaringen wel de leering trekken, dat de kern van de oplossing van de huidige wereldcrisis gelegen is in een meer bewuste en dus internationaal georga niseerde aanpassing van de productie-capa citeit aan de behoeften van de bevolking. Een derde belangrijk ding, dat we geleerd hebben, is, dat de Russen niet gelooven (al thans voorgeven niet te gelooven) in de mo gelijkheid van de oplossing van de crisis door verbeteringen in het kapitalistische stelsel. Zij schijnen echter te hebben inge zien, dat het zeer onwaarschijnlijk is, dat de rest van de wereld in ook maar eenigszins afzienbaren tijd het voorbeeld van Rusland zal gaan volgen; reden, waarom zij de be reidheid hebben uitgesproken tot een zekere mate van samenwerking tusschen hun eco nomisch systeem en de z.g. Westersche eco nomie, teneinde 't levenspeil over de heele wereld te verhoogen. Dit laatste kan men hierdoor verklaren, dat de Russische export, welke hun de middelen moet verschaffen voor de organisatie van hun industrie, ern stig wordt aangetast door de daling der prijzen op de wereldmarkt. Om dus hun experiment en de uitvoering ervan niet in gevaar te brengen, hebben de Russen be lang bij een behoorlijk prijs-niveau op de wereldmarkt. En dat verklaart tevens, waar om in de laatste maanden de Russische communistische propaganda in het buiten land vrijwel geheel is stopgezet. FLORIS C. De wethoudersverkiezing is wel heel an ders uitgekomen dan de rechtsche partijen hadden verwacht. Gedreven door een soort machtswellust had rechts besloten om niettegenstaande de tegen den heer Endendijk gepubliceerde fei ten betreffende zijn aandeel in het Heide- bloesemschandaal, deze door de linksche partijen daarom niet gewenschten candidaat toch bij de verkiezing der wethouders naar voren te brengen. De heer van Klooster kon op grond van de bekende feiten niet voor een wethouders zetel in aanmerking komen. Dat de conse quentie medebracht, dat op grond daarvan van een herbenoeming van den mede ver antwoordelijken heer Endendijk al evenmin sprake mocht zijn, schijnt tot de heeren van rechts niet te zijn doorgedrongen. Met de wetenschap, dat de linkerpartijen den heer Endendijk niet konden aanvaarden, doch diep overtuigd van hun stemmenmeer- derheid, gaf rechts aan de linkerpartijen kennis, dat door hen de heeren van Duren en Endendijk als toekomstige wethouders werden aangewezen en dat zij in hun verre gaande goedheid ook de linkerpartijen gena diglijk 'n derden zetel aanboden, 'n zetel, die wel is waar nog geheel en al in de lucht hing, omdat daarvoor de voorafgaande goedkeuring van Gedeputeerde Staten ver- eischt is, doch die zij inmiddels als middel meenden te mogen gebruiken om de linker partijen in een benoeming van den heer En dendijk als wethouder te doen berusten. De leider van de rechtsche fractie, de heer van Duren, wil het wel laten voorkomen of Tristram! Je kunt nu gaan of blijven, maar je kunt me niet afbrengen van hetgeen ik voor heb!" De familie Scudamore had gediend bij de Fleetwoods; maar, ofschoon lady, Algy en de dames Scudamore haar best hadden ge daan, om opgewekt en veel te spreken, was het geen geanimeerde partij geweest, zoodat Ethelwyn het als een ware verlichting had beschouwd, toen de generaal met zijn vrouw en dochter afscheid hadden genomen en lady Algy even later gevolgd was, daar zij de katten-kinderen nog voor dien nacht moest verzorgen. Tristram kwam naast Ethelwyn op de bank zitten en zei:, „Wil je wel gelooven, dat ik er van schrikte, sir Peregrine zoo te zien?" „Wist je het dan niet?" vroeg zij. „Dat hij een beroerte had gehad? Neen; op zoo n heel enkelen brief van Kendrick na, heb ik niets gehoord van hetgeen hier voorviel. Oom zelve schijnt er in het geheel niet van te spreken; maar aan jou wilde ik nu wel eens vragen: bestaat er kans op een aanval?" „O, dat gevaar bestaat altijd. Ik heb er dokter Lewis uitdrukkelijk naar gevraagd en die heeft mij eerlijk gezegd, dat een twee den aanval veel noodlottiger zou zijn, want dat het hart zoo geleden heeft onder dien eersten." „Weet oom dat zelf ook?" „Het is hem niet gezegd, maar hij kan wel zoo iets vermoeden, omdat hem zoo streng den raad gegeven werd, dat hij zich heel kalm zou houden. Daarom was ik zoo bang voor hem, op dien dag, dat hij Felipa zag! Maar, wonder boven wonder, is alles goed afgeloopen." ,Die „pony-stoel" is een uitvinding van Felipa; he? Hij schijnt dan wel zeer op haar gesteld, dat hij dien voorslag volgde." „O, hij is dol op haar!" Tristram antwoordde hier niets op, maar ging zitten, met de eene hand op de knie en met gefronste wenkbrauwen een hou- hij qualitate qua links de helpende hand heeft toegestoken, doch verzuimt daarbij te vermelden, dat in denzelfden tijd, dat hij aan Algemeen Gemeentebelang een nog in de lucht hangende derden zetel in uitzicht stel de, de antirevolutionnaire heer Endendijk een bezoek bracht aan den sociaal-democra- tischen heer Bleeker om ook dezen dienzelf den nietbestaanden zetel aan te bieden. Dat dit zonder medeweten van den heer van Duren zou zijn geschied, wil ons niet aannemelijk voorkomen. Wij voor ons zien in het aanbieden dier derden zetel slechts een poging om twee dracht bij Linksch te zaaien. Het resultaat was evenwel tegenovergesteld aan de hoog gespannen verwachtingen. Intusschen is bij de stemming wel geble ken, dat rechts zijn macht wel wat heeft overschat. Ware het niet, dat links meen de, dat aan de R.K. als grootste partij stel lig een zetel toekwam en daaryoor in de eerste plaats de heer van Duren in aan merking diende te komen, dan uden ree<b bij de eerste stemming ook bij dezen candi daat de stemmen hebben gestaakt en zou ook hier het lot hebben moeten beslissen, waardoor de benoeming van den heer van Duren voor 50 in de lucht zou hebben gehangen. Door de door links aangenomen houding is de heer v. Duien derhalve voor 50 bij de gratie van de linker partijen als wethouder gekozen. Dit mag deze wel eens bedenken, als hem mogelijk eens een aanval van machtswellust mocht overkomen. Waar bij wij nog aanteekenen, dat wij het vol strekt niet met den leider van de rechtsche ding, die Ethelwyn nog zoo goed van hem kende. Over het geheel was hij niet veran derd, vond zij, hij was enkel wat ouder ge worden. Hij was niet knap en niet leelijk; had een regelmatig gezicht en de koude, blauwe Fleetwood-oogen, terwijl zijn haar en knevel van een neutrale tint waren noch blond, noch donker! Georgie Scudamore had in het naar huis rijden verklaard, dat mr. Fleetwood nu in het geheel niet in haar smaak viel! In waarheid had hij niet genoeg notitie van haar genomen; haar eenige troost was dan nog, dat hij Felipa ook haast geen blik had geschonken. Gilbert Scudamore had anders des te meer werk van haar gemaakt. Hij was nog achter gebleven en fluisterde haar iets in, wat sir Peregrine ontging; maar Tris tam, fluisterde op zijn beurt Ethlewyn in: „Wat wil die jonge idioot toch?" „Ja, het is misschien wel dwaas; maar och, zij is toch ook zoo mooi!" „Nu misschien versmaadt zij zijn hof makerij ook niet. Het is alleen de vraag, of sir Peregrine er ook mee ingenomen is; dat betwijfel ik zelfs wel!" „Ik denk anders, dat Felipa haar eigen zin zou volgen, zonder er sir Peregrine bij te raadplegen," zei Ethelwyn. „Dat is wel zoo, maar ik zie er niet in, dat zij ook zoo gunstig over hem denkt. Kan jij het nog al goed met haar vinden?" „Meestal wel." „En mag je haar graag?" „Ja-a-a. „Dat is dan toch zeker maar zoo zoo!" De „Cherubijn" nam nu afscheid en niet zoodra was hij weg, of sir Peregrine wend de zich om in zijn stoel en keek naar zijn nicht, die nu bleek en moe op de bank zat. „Waarom heb je dien goeden jongen niet eerder weggestuurd, kind?" „Dat kon ik toch niet, oom. Maar ik ben ook blij, dat hij ging. En ik wensch u dus wel goedennacht, oom!" „Wacht even, Felipa. Heb ik je al verteld, dat ik Kendrick verwachtte?" fractie eens zijn, dat de huidige Raad een uitgesproken rechtsch karakter draagt. Al leen in beslist principieele gevallen zal rechts op een meerderheid in den Raad kun nen rekenen. Bij de stemming voor den tweeden wet houderszetel staakten de stemmen tot 3 maal toe, met het gevolg, dat de bij de Wet voor geschreven loting plaats had en ten gunste van den heer Lodeesen uitviel. Geen der niet ingewijden had blijkbaar deze mogelijkheid berekend, noch veel min der dezen uitslag verwacht. De heer Endendijk memoreerde aan het einde der zitting dan ook deze niet ver wachte benoeming en gaf als zijn meening te kennen, dat hij persoonlijk de nu eenmaal genomen beslissing in kalmte aanvaardde, overtuigd als hij was, dat alle zaken op aar de geleid worden door God, den Vader. Welk een deemoedigheid en onderwor penheid, niet waar? Intusschen wil het ons voorkomen, dat het met die deemoedigheid en onderworpen heid wel een beetje anders gesteld is dan de gesproken woorden zouden mogen doen verwachten. Lezen wij toch het artikel van den heer A. E(ndendijk) in Smitjes courant (met den kop Christelijk Nieuwsblad) dan zien wij, dat de heer Endendijk zich wel heel slecht met die beslissing van den Al lerhoogste kan vereenigen. Hij uit zich toch ijl dit artikel op een wijze, die in flagranten tegenstrijd is met de houding, die hij voor deze gelegenheid in den Raad heeft aange nomen en de woorden, die hij daar als ant woord op de afscheidsrede van den burge meester heeft gesproken. Hij maakt in zijn artikel op niet bepaald christelijke wijze bezwaar tegen de houding van de heeren J^Iineur en Lodeesen, doch vergeet, dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn en dat die heeren derhalve volgens zijn eigen uit gesproken meening slechts de middelen wa ren in Gods hand om in deze zaak Zijn wil te doen kennen. Onder die omstandigheden past het een godvruchtig man, als de heer Endendijk gaarne wil schijnen stellig niet hen daarover lastig te vallen. Bovendien heeft de heer Lodeesen den heer Endendijk persoonlijk medegedeeld, dat zijn kiezers niet konden goedkeuren, dat hij de candidatuur Endendijk zou steu nen, en had hij vóór de vergadering van den Gemeenteraad reeds als lid van de rechtsche fractie bedankt. De heer Lodeesen is dus correct gebleven. Dat hij zich tegenover zijn antirevolution naire kiezers zou hebben te rechtvaardigen, is wel wat veel gevergd, omdat goed uitge teld er hoogstens 20 Anti-revolutionnairen zijn, die hun stem op hem hebben uitge bracht. Zijn lidmaatschap van den Raad heeft hij te danken aan kiezers van de meest uiteenloopende richtingen als daar zijn S.D.A.P.'ers, Vrijzinnig Democraten, Vrij- heidsbonders, Christen-Democraten en Chr.- Historischen. Voor het meerendeel dus kiezers, die niet tot rechts behooren en van meening waren en zijn, dat wantoestanden, als hier sinds jaren bestaan, het beste kon den worden bestreden door een man als Lodeesen. De heer Endendijk vond het noodig er in zijn artikel nog eens even de aandacht op te vestigen, dat de heer Lodeesen bij de wethoudersbenoeming ook zijn eigen stem op zich zelf had uitgebracht, doch releveert niet, dat de heer Endendijk zelf en ook de heer van Duren eveneens op zich zelf hebben gestemd. Daar op zich zelf stem men bij wethoudersverkiezingen te doen ge bruikelijk is en ook wel niet anders kan, zullen wij er ons wel voor wachten die hee ren daar een verwijt van te maken. Te meer waar de wet, behoudens enkele bepaald om schreven gevallen, het uitbrengen van een Stem op zichzelf niet verbiedt. „Ja, oom." „Nu hij kan niet komen. Hij kreeg ver hindering door een geval, dat hem een week of twee, drie in de stad houdt; dus die be wuste zaak wordt nog even verschoven. Nu, goeden nacht Felipa, en jullie beiden ook!" De meisjes verlieten het vertrek en Tris tam trad op den stoel van zijn oom toe, met de vraag: „Wilt u mijn arm nemen, oom, of zal ik Hudson bellen?" „Ja; maar wacht nog een oogenblik. Je wist niet, dat je zoo'n wrak zoudt vinden, hè....?" „Ik had niet gehoord van uw attaque, oom." „Ook niet van Kendrick?" „Van niemand." „Dus je bent dan toch niet thuisgekomen, omdat je soms dacht, dat ik het niet lang meer maken zou?" „Geen kwestie van, oom." „Maar waarom ben je dan eigenlijk ge komen?" „Om heel wat redenen, oom. Wilt u ze hooren?" „Neen; daar ben ik niet nieuwsgierig naar. Zooals ik reeds zei: je bent al lang genoeg weg geweest! Maar kijk eens hier, Tristam, het was toch beter, dat we het nog eens even over het verleden hadden, want ik vind toch wel, dat je mij leelijk behandeld hebt." Hier hield de oude heer op en keek, of Tristam ook soms blijk van eenig gevoelen gaf. Dit was niet zoo; dus ging hij na een korte pauze voort: ,Maar misschien is het ook beter, zulke oude dingen niet op te rakelen. Jij hebt in ieder geval den eersten stap gedaan, door je weer hier te vertoonen. En dan wil ik je ook wel tegemoet komen. Ik ben misschien wat te hard geweest, of te zeer geneigd om een verkeerden uitleg te geven aan je optreden. Maar het spijt mij; meer kan ik nu niet zeggen; en ik ben blij, je weer hier te zien, op de plaats, die je toebehoort." ATTENTIE. In verband met het feit dat in deze ge meente nog herhaaldelijk gevallen van schennis- of feitelijke aanranding der eer baarheid voorkomen, waarbij door de perso nen ten aanzien van wien de bovenstaande feiten worden gepleegd in de meeste geval len geen signalement van de(n) dader(s) kan worden opgegeven, terwijl het zelfs meermalen voorkomt dat de Politie eerst na geruimen tijd met het voorgevallene in kennis wordt gesteld, vestigt de Inspecteur van Politie er nogmaals de aandacht van de ingezetenen op, dat men, onverminderd de bevoegdheid van iederen burger om ie mand die een dergelijk feit pleegt, aan te houden en aan een politieambtenaar over te geven, in dergelijke gevallen ten spoedig ste er van kennis dient te geven aan het Bureau van Poitie, Steenhofstraat No. 2 ahier, zoo mogelijk telefonisch (Tel. 2125), terwijl mede wordt verzocht vooral het sig nalement van den dader zoo juist mogelijk op te nemen, opdat deze feiten met kracht kunnen worden bestreden. Soest, 7 September 1931. De Inspecteur van Politie, A. F. SCHREUDER. Intusschen hopen wij, dat in het college van B. en W. de zoo hoognoodige eensge zindheid zal heerschen en dat het nieuwe college zonder partijbelang er naar zal stre ven het nog dobberend en in nood verkee- rend scheepje in veilige haven te brengen. Wij zijn overtuigd dat als zal blijken, dat dit hun streven is, het hun niet aan medewerking ook van links zal ontbreken. BAARN. ERNSTIG VERKEERSONGEVAL. Vrijdagavond reed de heer G. van Buuren, vrachtrijder te Baarn, met zijn auto van Eemnes naar huis. Nabij hotel „Groeneveld" wilde hij den nieuwen Rijksstraatweg over steken om den rechterkant te bereiken. Juist kwam er van de andere zijde in volle vaart een motor met duorijder aan. De voertuigen kwamen in botsing, waardoor de bestuurder van den motor ernstig gewond werd. Hij brak o.a. een zijner armen op drie plaatsen. In bewusteloozen toestand werd hij naar het ziekenhuis te Baarn vervoerd, evenals de duorijdster, die een been brak. De motor werd geheel vernield. De bestuurder en de duorijdster zijn woonachtig te Hilversum. MEJ. E. M. C. VAN LAER t Vrijdagmorgen om 12 uur werd onder klokgelui op de begraafplaats der Ned. Herv. Gem. het stoffelijk overschot van wij- Dit was wel zoo verzoenend mogelijk ge sproken, als het maar immer mogelijk was voor iemand van het trotsche karakter van sir Peregrine; toch was deze karaktertrek bij den jongen Fleetwood nog sterker-spre- kend. Met kalmen nadruk antwoordde hij: „Ik zal niet zeggen, dat ik spijt heb van hetgeen ik deed; integendeel, als ik nog eens in die omstandigheden kwam, geloof ik, dat ik het weer deed. Maar wel zou ik er dan op aandringen, dat u luisterde naar hetgeen ik te zeggen had, om mij van schuld vrij te pleiten. Het spijt mij, dat ik hier vijf jaar geleden ook niet op aangedrongen heb. Ove rigens ben ik blij, dat ik weer op^ie plaat9 terug ben!" „Nu, zoo lang zal het ook niet meer du ren, jongen, dat je in mijn schoenen staptl Maar nu moet ik je toch ook gelijk eens vragen: die verdeeldheid tusschen ons on derling was niet het eenige, wat je vijf jaar geleden uit Engeland zond!.... Wij Fleet- wood's schijnen die soort dingen nog al heel ernstig ter harte te nemen, maar is dat nu voorbij?" „Geheel voorbij, oom." „Dus er volkomen mee afgehandeld? Dat mag ik hooren. En nu begrijp je zeker wel, waar ik op doel? Ik had broer9 en hoefde dus niet te trouwen. Maar jij hebt er geen en je bent tegenover de familie wel ver plicht, hiertoe over te gaan." Toch heb ik er vooreerst nog geen plan op...." De oude heer was opgestaan met behulp van zijn stok en gaf zijn neef een wenk om te bellen. „Je moet altijd wel bedenken, dat ik graag nog eens getuige wilde zijn van je huwelijk en zoo mogelijk je kinderen nog wel een9 wilde zien, eer ik er uitstapte. En bedenk ook nog wel, dat je niet litht een knapper meisje zult ontmoeten, dan je nichtje Fe lipa!" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 1