DE WETHOUDERSVERKIEZING
JVieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Een stap vooruit.
FAMILIETROTS
Bekendmakingen.
Binnenland.
Plaatselijk Nieuws
No. 73
Negentiende Jaargang
Woensdag 9 September 19S1
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
FEUILLETON
S0ESTER BANKVEREENIGING - Telef. 2317 - SOEST
alle Bankzaken
SC Zitdagen te Soesterberg lederen Woensdag
Rademakerstraat 7
Een antl-revolutlonnair raadslid In opstand tegen een Godsgericht.
Tweeslachtige houding.
LOKAAS, waarin Links niet bijten wilde.
Officieel.
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTAAT 7 SOESTDIJK
advertentien en ingezonden stukken worden ingewacht tot
UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
ADVERTENTIEN: VAN I TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER IS CT8.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f L— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 (STAATSBLAD NUMMER S8»)
Hoe technisch en voor den leek tamelijk
geleerd en daarom bijna onbegrijpelijk de
verhandelingen zijn geweest, welke op het
Wereld Sociaal Economisch Congres in de
vorige week te Amsterdam werden gehou
den door 3U0 economisten, ingenieurs, lei
ders van industrie en vakvereenigingen uit
alle deelen der wereld, en hoe vaag de be
reikte practische resultaten voor "the man
in the street" mogen schijnen, toch kan
wie het congres geheel meemaakte en bij
alle discussies toeluisterde zich niet aan het
gevoelen onttrekken, dat door dit congres
een buitengewoon belangrijk en opbouwend
werk is verricht, en dat, hoe kras deze be
wering ook moge schijnen, de eerste stap
genomen is voor het uiteindelijk en defini
tief uitbannen van den geesel der werkloos
heid. Dit heeft men bereikt door helder en
duidelijk de noodzakelijkheid aan te too-
nen van een nieuwe sociale economische or
ganisatie, welke de wereld als een eenheid
zal beschouwen en de productie zoodanig
heeft te besturen, dat een betere verdeeling
der goederen en dus van de welvaart tot
stand komt. Het doel, dat daarbij voor
oogen gehouden wordt, is de verhooging
van het levenspeil voor alle bewoners der
aarde. Men beoogt thans een wereldcentrum
voor statistisch onderzoek te stichten, dat
de pogingen van economisten in verschil
lende landen ten behoeve van het eigen land
verricht, zal samen voegen en aldus hun
gecombineerde technische wetenschap aan
wenden ter oplossing van de wereldproble
men van betere verdeeling der productie,
om daardoor het vraagstuk der werkeloos
heid definitief op te lossen.
Een van de interessantste gebeurtenissen
der conferentie was de aanwezigheid en het
optreden van de Russische delegatie, welke
voor het eerst en openlijk in het buitenland
een uiteenzetting gaven van de hyper-so
cialistische wijze van productie in Rusland,
welke naar zij verklaarden, werkeloosheid
uitsluit, omdat de arbeiders in het bezit der
productie-middelen zijn gesteld en de pro
ductie vooraf nauwkeurig wordt bepaald in
overeenstemming met de behoeften. Dit
klonk zeer fraai en maakte aanvankelijk in
druk. Doch bij nadere overweging en bij
bestudeering van alle verschillen tusschen
de Oost-Europeesche primitieve en achter
lijke samenleving en de buitengewoon inge
wikkelde en op ontegenzeggelijk veel hoo-
ger peil staande Westersche maatschappij,
kwam duidelijk aan het licht, dat het com
munisme voor het primitieve Rusland wel
licht het juiste middel is geweest om zich
eenigermate op te werken tot een peil, dat
in de verte het gemiddelde Westersche le
venspeil misschien kan benaderen. Doch in
onze historisch gegroeide buitengewoon ge
compliceerde z.g. nieuw-kapitalistische
maatschappij geen voordeelen heeft te bren
gen. Immers op het oogenblik, nu Rusland
nog bezig is zich te industrialiseeren, nu
het, zooals de bekende Amerikaansche eco
nomist Dr. Lorwin ons in een persgesprek
meedeelde, het nog wel 50 of 75 jaar zal du
ren voordat ieder der 130 millioen Russen
in het bezit van een zakdoek zal zijn (mo
menteel nog een luxe-artikel) en allen een
paar schoenen zullen hebben (ook al luxe
op het oogenblik), is werkeloosheid daar
voorloopig niet te verwachten. Maar indien
nu in al deze onmiddellijke behoeften voor
zien zal zijn, en de voortschrijdende tech
niek steeds minder menschenarbeid zal heb
ben noodig gemaakt, en de vraag naar indu-
strieele producten zal verminderen, terwijl
de industrie ingesteld is op de hoogst mo
gelijke productie, zal er dan geen overpro
ductie en werkeloosheid kunnen ontstaan?
Op dit punt hebben de Russen geen klaar-
naar het Engelsch van CARL SWERDNA.
10)
„Ik geloof het wel. Hij was altijd heel
vriendelijk voor mij."
„Anders niet?"
„Wat bedoel je daarmee?"
„Wel ik dacht, dat je met een sentimen-
teele bekentenis voor den dag zoudt komen,
maar die blijft uit!"
Half boos antwoordde Ethelwyn:
„Dat is toch een heel dwaas idee! Ik was
nog een kind, toen Tristram ging."
„Je was toch achttien?"
„Maar hij hield mij niet voor mécr dan
een kind. Me dunkt, je hebt hem wel hooren
zeggen, als nagenoeg zijn eerste begroeting,
dat ik: „van kind tot vrouw" was gewor
den? Doe me een genoegen Felipa en zeg
niet meer zulke dwaze dingen!" Daar maak
je me zoo boos mee!"
Felipa zei niets meer, maar bleef er het
hare van denken! Op haar eigen kamer ge
komen, stond zij geruimen tijd voor den
spiegel en sprak in zichzelve:
„Zoo lang ik nu al hier ben, heb ik opge
zien tegen den tijd dat Tristram Fleetwood
zou thuiskomen; maar ik had toch niet ge
dacht, dat dit zoo vreeselijk zou zijn! Die
schrik voor hem vervulde mij al van het
oogenblik af, dat hij den blik op mij gericht
hield!Waarom zou ik toch zoo'n vrees
gevoelen voor een doodgewonen man....
een man, zooals honderden anderen---, die
mij in het gelaat keek, zooals hij naar een
muur kon gekeken hebben en er niets an
ders in zag dan dat het een „Fleetwood-ge-
zicht" was!" Ze barstte in een schrillen
spottenden lach uit en zei, met een buiging
tot een beeld in den spiegel: „Ba, neef
v.h. Sukkel Co.
EFFECTEN - COUPONS - PROLONGATIËN - SAFE DEPOS1T
heid kunnen geven. Wij hebben echter van
de Russische dis ussies te A'dam 3 din
gen geleerd: le, dat het systeem van een
socialistisch georganiseerde economie een
systeem is, dat inderdaad toegepast kan
worden. Of het echter beter is, dan een ver
beterd nieuw-kapitalistisch stelsel, valt ern
stig te betwijfelen. In de 2e plaats kan men
uit de Russische ervaringen wel de leering
trekken, dat de kern van de oplossing van
de huidige wereldcrisis gelegen is in een
meer bewuste en dus internationaal georga
niseerde aanpassing van de productie-capa
citeit aan de behoeften van de bevolking.
Een derde belangrijk ding, dat we geleerd
hebben, is, dat de Russen niet gelooven (al
thans voorgeven niet te gelooven) in de mo
gelijkheid van de oplossing van de crisis
door verbeteringen in het kapitalistische
stelsel. Zij schijnen echter te hebben inge
zien, dat het zeer onwaarschijnlijk is, dat de
rest van de wereld in ook maar eenigszins
afzienbaren tijd het voorbeeld van Rusland
zal gaan volgen; reden, waarom zij de be
reidheid hebben uitgesproken tot een zekere
mate van samenwerking tusschen hun eco
nomisch systeem en de z.g. Westersche eco
nomie, teneinde 't levenspeil over de heele
wereld te verhoogen. Dit laatste kan men
hierdoor verklaren, dat de Russische export,
welke hun de middelen moet verschaffen
voor de organisatie van hun industrie, ern
stig wordt aangetast door de daling der
prijzen op de wereldmarkt. Om dus hun
experiment en de uitvoering ervan niet in
gevaar te brengen, hebben de Russen be
lang bij een behoorlijk prijs-niveau op de
wereldmarkt. En dat verklaart tevens, waar
om in de laatste maanden de Russische
communistische propaganda in het buiten
land vrijwel geheel is stopgezet.
FLORIS C.
De wethoudersverkiezing is wel heel an
ders uitgekomen dan de rechtsche partijen
hadden verwacht.
Gedreven door een soort machtswellust
had rechts besloten om niettegenstaande de
tegen den heer Endendijk gepubliceerde fei
ten betreffende zijn aandeel in het Heide-
bloesemschandaal, deze door de linksche
partijen daarom niet gewenschten candidaat
toch bij de verkiezing der wethouders naar
voren te brengen.
De heer van Klooster kon op grond van
de bekende feiten niet voor een wethouders
zetel in aanmerking komen. Dat de conse
quentie medebracht, dat op grond daarvan
van een herbenoeming van den mede ver
antwoordelijken heer Endendijk al evenmin
sprake mocht zijn, schijnt tot de heeren van
rechts niet te zijn doorgedrongen.
Met de wetenschap, dat de linkerpartijen
den heer Endendijk niet konden aanvaarden,
doch diep overtuigd van hun stemmenmeer-
derheid, gaf rechts aan de linkerpartijen
kennis, dat door hen de heeren van Duren
en Endendijk als toekomstige wethouders
werden aangewezen en dat zij in hun verre
gaande goedheid ook de linkerpartijen gena
diglijk 'n derden zetel aanboden, 'n zetel, die
wel is waar nog geheel en al in de lucht
hing, omdat daarvoor de voorafgaande
goedkeuring van Gedeputeerde Staten ver-
eischt is, doch die zij inmiddels als middel
meenden te mogen gebruiken om de linker
partijen in een benoeming van den heer En
dendijk als wethouder te doen berusten.
De leider van de rechtsche fractie, de heer
van Duren, wil het wel laten voorkomen of
Tristram! Je kunt nu gaan of blijven,
maar je kunt me niet afbrengen van hetgeen
ik voor heb!"
De familie Scudamore had gediend bij de
Fleetwoods; maar, ofschoon lady, Algy en
de dames Scudamore haar best hadden ge
daan, om opgewekt en veel te spreken, was
het geen geanimeerde partij geweest, zoodat
Ethelwyn het als een ware verlichting had
beschouwd, toen de generaal met zijn vrouw
en dochter afscheid hadden genomen en
lady Algy even later gevolgd was, daar zij
de katten-kinderen nog voor dien nacht
moest verzorgen.
Tristram kwam naast Ethelwyn op de
bank zitten en zei:,
„Wil je wel gelooven, dat ik er van
schrikte, sir Peregrine zoo te zien?"
„Wist je het dan niet?" vroeg zij.
„Dat hij een beroerte had gehad? Neen;
op zoo n heel enkelen brief van Kendrick
na, heb ik niets gehoord van hetgeen hier
voorviel. Oom zelve schijnt er in het geheel
niet van te spreken; maar aan jou wilde ik
nu wel eens vragen: bestaat er kans op een
aanval?"
„O, dat gevaar bestaat altijd. Ik heb er
dokter Lewis uitdrukkelijk naar gevraagd
en die heeft mij eerlijk gezegd, dat een twee
den aanval veel noodlottiger zou zijn, want
dat het hart zoo geleden heeft onder dien
eersten."
„Weet oom dat zelf ook?"
„Het is hem niet gezegd, maar hij kan wel
zoo iets vermoeden, omdat hem zoo streng
den raad gegeven werd, dat hij zich heel
kalm zou houden. Daarom was ik zoo bang
voor hem, op dien dag, dat hij Felipa zag!
Maar, wonder boven wonder, is alles goed
afgeloopen."
,Die „pony-stoel" is een uitvinding van
Felipa; he? Hij schijnt dan wel zeer op haar
gesteld, dat hij dien voorslag volgde."
„O, hij is dol op haar!"
Tristram antwoordde hier niets op, maar
ging zitten, met de eene hand op de knie en
met gefronste wenkbrauwen een hou-
hij qualitate qua links de helpende hand
heeft toegestoken, doch verzuimt daarbij te
vermelden, dat in denzelfden tijd, dat hij aan
Algemeen Gemeentebelang een nog in de
lucht hangende derden zetel in uitzicht stel
de, de antirevolutionnaire heer Endendijk
een bezoek bracht aan den sociaal-democra-
tischen heer Bleeker om ook dezen dienzelf
den nietbestaanden zetel aan te bieden.
Dat dit zonder medeweten van den heer
van Duren zou zijn geschied, wil ons niet
aannemelijk voorkomen.
Wij voor ons zien in het aanbieden dier
derden zetel slechts een poging om twee
dracht bij Linksch te zaaien. Het resultaat
was evenwel tegenovergesteld aan de hoog
gespannen verwachtingen.
Intusschen is bij de stemming wel geble
ken, dat rechts zijn macht wel wat heeft
overschat. Ware het niet, dat links meen
de, dat aan de R.K. als grootste partij stel
lig een zetel toekwam en daaryoor in de
eerste plaats de heer van Duren in aan
merking diende te komen, dan uden ree<b
bij de eerste stemming ook bij dezen candi
daat de stemmen hebben gestaakt en zou
ook hier het lot hebben moeten beslissen,
waardoor de benoeming van den heer van
Duren voor 50 in de lucht zou hebben
gehangen. Door de door links aangenomen
houding is de heer v. Duien derhalve voor
50 bij de gratie van de linker partijen als
wethouder gekozen. Dit mag deze wel eens
bedenken, als hem mogelijk eens een aanval
van machtswellust mocht overkomen. Waar
bij wij nog aanteekenen, dat wij het vol
strekt niet met den leider van de rechtsche
ding, die Ethelwyn nog zoo goed van hem
kende. Over het geheel was hij niet veran
derd, vond zij, hij was enkel wat ouder ge
worden. Hij was niet knap en niet leelijk;
had een regelmatig gezicht en de koude,
blauwe Fleetwood-oogen, terwijl zijn haar
en knevel van een neutrale tint waren
noch blond, noch donker!
Georgie Scudamore had in het naar huis
rijden verklaard, dat mr. Fleetwood nu in
het geheel niet in haar smaak viel! In
waarheid had hij niet genoeg notitie van
haar genomen; haar eenige troost was dan
nog, dat hij Felipa ook haast geen blik had
geschonken. Gilbert Scudamore had anders
des te meer werk van haar gemaakt. Hij was
nog achter gebleven en fluisterde haar iets
in, wat sir Peregrine ontging; maar Tris
tam, fluisterde op zijn beurt Ethlewyn in:
„Wat wil die jonge idioot toch?"
„Ja, het is misschien wel dwaas; maar
och, zij is toch ook zoo mooi!"
„Nu misschien versmaadt zij zijn hof
makerij ook niet. Het is alleen de vraag, of
sir Peregrine er ook mee ingenomen is; dat
betwijfel ik zelfs wel!"
„Ik denk anders, dat Felipa haar eigen zin
zou volgen, zonder er sir Peregrine bij te
raadplegen," zei Ethelwyn.
„Dat is wel zoo, maar ik zie er niet in,
dat zij ook zoo gunstig over hem denkt.
Kan jij het nog al goed met haar vinden?"
„Meestal wel."
„En mag je haar graag?"
„Ja-a-a.
„Dat is dan toch zeker maar zoo zoo!"
De „Cherubijn" nam nu afscheid en niet
zoodra was hij weg, of sir Peregrine wend
de zich om in zijn stoel en keek naar zijn
nicht, die nu bleek en moe op de bank zat.
„Waarom heb je dien goeden jongen niet
eerder weggestuurd, kind?"
„Dat kon ik toch niet, oom. Maar ik ben
ook blij, dat hij ging. En ik wensch u dus
wel goedennacht, oom!"
„Wacht even, Felipa. Heb ik je al verteld,
dat ik Kendrick verwachtte?"
fractie eens zijn, dat de huidige Raad een
uitgesproken rechtsch karakter draagt. Al
leen in beslist principieele gevallen zal
rechts op een meerderheid in den Raad kun
nen rekenen.
Bij de stemming voor den tweeden wet
houderszetel staakten de stemmen tot 3 maal
toe, met het gevolg, dat de bij de Wet voor
geschreven loting plaats had en ten gunste
van den heer Lodeesen uitviel.
Geen der niet ingewijden had blijkbaar
deze mogelijkheid berekend, noch veel min
der dezen uitslag verwacht.
De heer Endendijk memoreerde aan het
einde der zitting dan ook deze niet ver
wachte benoeming en gaf als zijn meening
te kennen, dat hij persoonlijk de nu eenmaal
genomen beslissing in kalmte aanvaardde,
overtuigd als hij was, dat alle zaken op aar
de geleid worden door God, den Vader.
Welk een deemoedigheid en onderwor
penheid, niet waar?
Intusschen wil het ons voorkomen, dat
het met die deemoedigheid en onderworpen
heid wel een beetje anders gesteld is dan
de gesproken woorden zouden mogen doen
verwachten. Lezen wij toch het artikel van
den heer A. E(ndendijk) in Smitjes courant
(met den kop Christelijk Nieuwsblad) dan
zien wij, dat de heer Endendijk zich wel
heel slecht met die beslissing van den Al
lerhoogste kan vereenigen. Hij uit zich toch
ijl dit artikel op een wijze, die in flagranten
tegenstrijd is met de houding, die hij voor
deze gelegenheid in den Raad heeft aange
nomen en de woorden, die hij daar als ant
woord op de afscheidsrede van den burge
meester heeft gesproken. Hij maakt in zijn
artikel op niet bepaald christelijke wijze
bezwaar tegen de houding van de heeren
J^Iineur en Lodeesen, doch vergeet, dat
Gods wegen ondoorgrondelijk zijn en dat
die heeren derhalve volgens zijn eigen uit
gesproken meening slechts de middelen wa
ren in Gods hand om in deze zaak Zijn wil
te doen kennen. Onder die omstandigheden
past het een godvruchtig man, als de heer
Endendijk gaarne wil schijnen stellig niet
hen daarover lastig te vallen.
Bovendien heeft de heer Lodeesen den
heer Endendijk persoonlijk medegedeeld,
dat zijn kiezers niet konden goedkeuren,
dat hij de candidatuur Endendijk zou steu
nen, en had hij vóór de vergadering van den
Gemeenteraad reeds als lid van de rechtsche
fractie bedankt.
De heer Lodeesen is dus correct gebleven.
Dat hij zich tegenover zijn antirevolution
naire kiezers zou hebben te rechtvaardigen,
is wel wat veel gevergd, omdat goed uitge
teld er hoogstens 20 Anti-revolutionnairen
zijn, die hun stem op hem hebben uitge
bracht. Zijn lidmaatschap van den Raad
heeft hij te danken aan kiezers van de meest
uiteenloopende richtingen als daar zijn
S.D.A.P.'ers, Vrijzinnig Democraten, Vrij-
heidsbonders, Christen-Democraten en Chr.-
Historischen. Voor het meerendeel dus
kiezers, die niet tot rechts behooren en van
meening waren en zijn, dat wantoestanden,
als hier sinds jaren bestaan, het beste kon
den worden bestreden door een man als
Lodeesen.
De heer Endendijk vond het noodig er
in zijn artikel nog eens even de aandacht
op te vestigen, dat de heer Lodeesen bij
de wethoudersbenoeming ook zijn eigen
stem op zich zelf had uitgebracht, doch
releveert niet, dat de heer Endendijk zelf
en ook de heer van Duren eveneens op zich
zelf hebben gestemd. Daar op zich zelf stem
men bij wethoudersverkiezingen te doen ge
bruikelijk is en ook wel niet anders kan,
zullen wij er ons wel voor wachten die hee
ren daar een verwijt van te maken. Te meer
waar de wet, behoudens enkele bepaald om
schreven gevallen, het uitbrengen van een
Stem op zichzelf niet verbiedt.
„Ja, oom."
„Nu hij kan niet komen. Hij kreeg ver
hindering door een geval, dat hem een week
of twee, drie in de stad houdt; dus die be
wuste zaak wordt nog even verschoven.
Nu, goeden nacht Felipa, en jullie beiden
ook!"
De meisjes verlieten het vertrek en Tris
tam trad op den stoel van zijn oom toe, met
de vraag: „Wilt u mijn arm nemen, oom, of
zal ik Hudson bellen?"
„Ja; maar wacht nog een oogenblik. Je
wist niet, dat je zoo'n wrak zoudt vinden,
hè....?"
„Ik had niet gehoord van uw attaque,
oom."
„Ook niet van Kendrick?"
„Van niemand."
„Dus je bent dan toch niet thuisgekomen,
omdat je soms dacht, dat ik het niet lang
meer maken zou?"
„Geen kwestie van, oom."
„Maar waarom ben je dan eigenlijk ge
komen?"
„Om heel wat redenen, oom. Wilt u ze
hooren?"
„Neen; daar ben ik niet nieuwsgierig
naar. Zooals ik reeds zei: je bent al lang
genoeg weg geweest! Maar kijk eens hier,
Tristam, het was toch beter, dat we het nog
eens even over het verleden hadden, want
ik vind toch wel, dat je mij leelijk behandeld
hebt."
Hier hield de oude heer op en keek, of
Tristam ook soms blijk van eenig gevoelen
gaf. Dit was niet zoo; dus ging hij na een
korte pauze voort:
,Maar misschien is het ook beter, zulke
oude dingen niet op te rakelen. Jij hebt in
ieder geval den eersten stap gedaan, door je
weer hier te vertoonen. En dan wil ik je ook
wel tegemoet komen. Ik ben misschien wat
te hard geweest, of te zeer geneigd om een
verkeerden uitleg te geven aan je optreden.
Maar het spijt mij; meer kan ik nu niet
zeggen; en ik ben blij, je weer hier te zien,
op de plaats, die je toebehoort."
ATTENTIE.
In verband met het feit dat in deze ge
meente nog herhaaldelijk gevallen van
schennis- of feitelijke aanranding der eer
baarheid voorkomen, waarbij door de perso
nen ten aanzien van wien de bovenstaande
feiten worden gepleegd in de meeste geval
len geen signalement van de(n) dader(s)
kan worden opgegeven, terwijl het zelfs
meermalen voorkomt dat de Politie eerst
na geruimen tijd met het voorgevallene in
kennis wordt gesteld, vestigt de Inspecteur
van Politie er nogmaals de aandacht van
de ingezetenen op, dat men, onverminderd
de bevoegdheid van iederen burger om ie
mand die een dergelijk feit pleegt, aan te
houden en aan een politieambtenaar over
te geven, in dergelijke gevallen ten spoedig
ste er van kennis dient te geven aan het
Bureau van Poitie, Steenhofstraat No. 2
ahier, zoo mogelijk telefonisch (Tel. 2125),
terwijl mede wordt verzocht vooral het sig
nalement van den dader zoo juist mogelijk
op te nemen, opdat deze feiten met kracht
kunnen worden bestreden.
Soest, 7 September 1931.
De Inspecteur van Politie,
A. F. SCHREUDER.
Intusschen hopen wij, dat in het college
van B. en W. de zoo hoognoodige eensge
zindheid zal heerschen en dat het nieuwe
college zonder partijbelang er naar zal stre
ven het nog dobberend en in nood verkee-
rend scheepje in veilige haven te brengen.
Wij zijn overtuigd dat als zal blijken,
dat dit hun streven is, het hun niet aan
medewerking ook van links zal ontbreken.
BAARN.
ERNSTIG VERKEERSONGEVAL.
Vrijdagavond reed de heer G. van Buuren,
vrachtrijder te Baarn, met zijn auto van
Eemnes naar huis. Nabij hotel „Groeneveld"
wilde hij den nieuwen Rijksstraatweg over
steken om den rechterkant te bereiken. Juist
kwam er van de andere zijde in volle vaart
een motor met duorijder aan. De voertuigen
kwamen in botsing, waardoor de bestuurder
van den motor ernstig gewond werd. Hij
brak o.a. een zijner armen op drie plaatsen.
In bewusteloozen toestand werd hij naar
het ziekenhuis te Baarn vervoerd, evenals
de duorijdster, die een been brak. De motor
werd geheel vernield. De bestuurder en de
duorijdster zijn woonachtig te Hilversum.
MEJ. E. M. C. VAN LAER t
Vrijdagmorgen om 12 uur werd onder
klokgelui op de begraafplaats der Ned.
Herv. Gem. het stoffelijk overschot van wij-
Dit was wel zoo verzoenend mogelijk ge
sproken, als het maar immer mogelijk was
voor iemand van het trotsche karakter van
sir Peregrine; toch was deze karaktertrek
bij den jongen Fleetwood nog sterker-spre-
kend. Met kalmen nadruk antwoordde hij:
„Ik zal niet zeggen, dat ik spijt heb van
hetgeen ik deed; integendeel, als ik nog eens
in die omstandigheden kwam, geloof ik, dat
ik het weer deed. Maar wel zou ik er dan op
aandringen, dat u luisterde naar hetgeen ik
te zeggen had, om mij van schuld vrij te
pleiten. Het spijt mij, dat ik hier vijf jaar
geleden ook niet op aangedrongen heb. Ove
rigens ben ik blij, dat ik weer op^ie plaat9
terug ben!"
„Nu, zoo lang zal het ook niet meer du
ren, jongen, dat je in mijn schoenen staptl
Maar nu moet ik je toch ook gelijk eens
vragen: die verdeeldheid tusschen ons on
derling was niet het eenige, wat je vijf jaar
geleden uit Engeland zond!.... Wij Fleet-
wood's schijnen die soort dingen nog al heel
ernstig ter harte te nemen, maar is dat nu
voorbij?"
„Geheel voorbij, oom."
„Dus er volkomen mee afgehandeld? Dat
mag ik hooren. En nu begrijp je zeker wel,
waar ik op doel? Ik had broer9 en hoefde
dus niet te trouwen. Maar jij hebt er geen
en je bent tegenover de familie wel ver
plicht, hiertoe over te gaan."
Toch heb ik er vooreerst nog geen plan
op...."
De oude heer was opgestaan met behulp
van zijn stok en gaf zijn neef een wenk om
te bellen.
„Je moet altijd wel bedenken, dat ik graag
nog eens getuige wilde zijn van je huwelijk
en zoo mogelijk je kinderen nog wel een9
wilde zien, eer ik er uitstapte. En bedenk
ook nog wel, dat je niet litht een knapper
meisje zult ontmoeten, dan je nichtje Fe
lipa!"
(Wordt vervolgd).