ie
urn
et
VI
id
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
OOM'
Bekendmakingen.
FAMILIETROTS
Wijsheids Pelgrims
tocht
Binnenland.
Plaatselijk Nieuws
AAN HUIS
neer,
wor
gend
C R
tref-
GE
Officieel.
FEUILLETON
No. 83
Negentiende Jaargang
Woensdag 14 October 1931
Bloedvaten
valen, zooals
osheid, slecht
dan eens tot
i 2186
I 501
uur
jen
ide
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTAAT 1 SOE8TDIJK
ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGBN S ltf UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIENVAN 1 TOT 6 REGELS 74 CTS, ELKE REGEL KEER 14 CTSL
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM- GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS I Ir- PER DRIE MAANDEN, FRANCO PEE POET
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 SOESTDIJK
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 1» VAN DE AUTEUR8WET l»li (STAATSBLAD NUMMER 484)
Burgemeester en Wethouders van Soest;
Gelet op artikel 75 der Lager Onderwijs
wet 1920;
Brengen ter openbare kennis, dat door
den Raad dier gemeente in zijne vergade
ring van 5 October 1001 is besloten de wet
telijk voorgeschreven medewerking te ver
leunen ten aanzien van de aanvrage van
het bestuur der Stichting Engendaalschool
voor het aanschaffen van eenige leermid
delen, benoodigd wegens de invoering van
het vak handelskennis op de onder ge
noemd bestuur staande U.L.O. school.
Soest, 7 October 1031.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
Do Secretaris, J. Batenburg
DRANKWET,
Burgemester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat op zeven
October 1031 bij hen is ingekomen een ver
zoek van W. van den Heuvel, van beroep
arbeider, wonende te Soest om verlof tot
den verkoop van alcoholhoudenden drank
anderen dan sterken drank in de navolgen
de localiteit: de beneden gelagkamer van
het perceel, kadastraal bekend alhier in
sectie B No. 2 plaatselijk gemerkt No. 4
en gelegen aan den Eemweg aldaar.
Binnen twee weken na de dagteekening
dezer bekendmaking kan ieder tegen het
verleenen van dit verlof schriftelijk bezwa
ren bij Burgemeester en Wethouders in-
brengerj.
Soest, 8 October 1931.
Burgein. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat op 9 Oc
tober 1931 bij hen is ingekomen een verzoek
van de wed. J. Barzilay-van Kampen, van
beroep pensionhoudster, wonende te Soest,
om verlof tot den verkoop van alcoholhou
denden drank anderen dan sterken drank
in de navolgende localiteit en beneden
achterlokaal en beneden zijlokaal van het
perceel, kadastraal bekend alhier in sectie
H. No. 2852 plaatselijk gemerkt No. 75 en
gelegen aan de Burgemeester Grothestraat
aldaar.
Binnen twee weken na de dagteekening
dezer bekendmaking kan ieder te^en het
verleenen van dit verlof schriftelijk'bezwa
ren bij Burgemeester en Wethouders in
brengen.
Soest, 9 October 1931.
Bnrgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
HINDERWET.
Burgmeester en Wethouders der gemeen
te Soest,
Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7
der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis:
naar het Engelsch van CARL SWERDNA.
20)
„Hoor mij nog maar even aan. Dit mag
niet zoo voortgaan! Je hebt een bespotte
lijke vergissing gemaakt met dien man te
arresteeren! Het is geen inbrekerIk
ken hem1"
„Wat?" riep Fleetwood luide.
„Ik ken hem. Als je een paar minuten
eerder was teruggekomen, zou je mij met
hem gezien hebben."
HOOFDSTUK XX.
Een vuurrood blosje teekende zich af op
Felipa s bleckc wangen, maar er stond geen
spoor van vrees te lezen op haar gelaat.
1' leetwood had nog geen antwoord ge
zegd; maar, terwijl hij de deur nu weer
achter haar sloot, legde hij den stapel brie
ven op tafel terug Cn vroeg hij koud:
„Weet je wel wat je zegt?"
„Ja zeker."
„Dus je erkent, dat je, vergeef mij het
woord, een geheime bijeenkomst hield met
dien man?"
«Je kunt het geheim" noemen, niemand
wist er van."
„Je zei, dat ik een vergissing had ge
maakt, met hem te arrestccren; zou je dit
nu ook nader willen toelichten?"
„Neen," zei ze nadrukkelijk, »,het moet je
voldoende zijn, dat ik hem ken, en dat ik jc
verzeker, dat hij geen oneerlijke bedoelin
gen had met hier te zijn. Hij ging het huis
binnen met mij en verliet het, zooals ik het
hem gezegd had en toen jij hem juist zag.
Meer heb ik niet te zeggen en je hebt het
recht ook niet meer te vragen."
„Vergeef mij, maar in den toestand waar
in sir Peregrinc zich op het oogenblik be-
dat op de secretarie der gemeente ter vi
sie is gelegd een verzoek met bijlagen van
de N,V. Bataafsche Import Mij. te 's-Gra-
venhage om vergunning tot het oprichten
van een petroleumbewaarplaats, bestaande
uit een ondergrondsch reservoir van 2000
L. inhoud en een aftapinrichting in/op het
perceel Dorresteinweg No. 50. kad. ge
meente Soest, sectie G. No. 2402;
dat op den 23 October 1931, des voormid
dags te 11 uren gelegenheid is om ten ge
meentehuize bezwaren tegen het oprichten
dier inrichting in te brengen;
en dat gedurende DRIE dagen vóór dien
dag op de secretarie der gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan wor
den kennis genomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de
aangewezen plaats en het aangegeven uur
in de vorengenoemde ingevolge art
der Hinderwet te houden zitting zijn
verschenen, ten einde hunne bezwaren
mondeling toe tc lichten.
Soest, 9 October 1931.
Burgam. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
Da Secretaris, J. Batenburg.
Diep bewogen ging Wijsheid verder, en
weer fluisterde zij in zich zeiven: „zal
de mensch dan nooit zijne kluisters af
schudden, zal hij zich nooit van eigen „ik"
kunnen ontdoen? Zal hij altijd slaaf zijn?
O „Liefde", mijne liefste zuster, zullen wij
dan nooit overwinnen? Toen was het haar
alsof Liefde naast haar stond en tot haar
zeide: „Zie de duisternis wijkt, de dage
raad breekt aan, éénmaal zal het licht, als
wij op onze post blijven, doorbreken en de
mensch, waarachtig Mensch zijn. Geduld
mijn lieve zuster."
Wijsheid, getroost en gesterkt, zag hoe
de hemel zich kleurde, zag als in een bran
dend braambosch. Welgemoed trok zij ver
der, doch bleef op eens staan. Een sombere
figuur kwam op haar af. Dreigend hield
hij zijn knoestigen stok in de hand, als tot
slaan gereed. Onverschrokken, met kalmen
blik, zag Wijsheid hem aan. Zij dacht aan de
woorden harer zuster, en een diep gevoel
van weemoed sprak uit haar stem, toen zij
vroeg: „Wie zijt gij en wat wilt gij? „Wie
ik ben", bulderde hij haar tegen; „ik ben
Egoïsme en gij zijt mijn grootste vijandin.
Gij kruist met uwe zuster Liefde overal
mijn weg. Gij ontneemt mij mijn geheele
oogst. Ik wil U niet in mijn gebied dulden.
Mijne zonen, Oorlog, Drank, Wellust, Ver
raad en nog eenigen van mijn groot aantal
kinderen, zond ik uit, om voor mij voedsel
te halen en zaad voor mijne akkers. Maar
gij. gij zijt bezig mij het mij toebehoorende
te ontnemen. Sedert gij en uwe zuster hier
ronddolen liggen vele van mijne akkers
braak en komen mijne kinderen vaak met
ledige handen thuis."
,Arme ongelukkige", zei Wijsheid. „Weet
gij dan nietj, dat gij met Uwe kinderen niets
anders, dan onheil op aarde brengt, dat gij
de menschen ten verderve voert?"
„Ha, ha!" lachte de oude schor, „dat is
juist wat ik wil. Ik, versta mij wel, ik, ik
wil alles voor mijzelf. Mij zullen zij dienen
als een god, mij zullen zij aanbidden,"
„Ik beklaag U", zei Wijsheid. „Beklaag
hen, niet mij", zei de ou.de. Zij verliezen al
les, ik win alles." Zij denken dat zij re-
geeren en weten niet dat ik regeer en dat
zij mijne slaven zijn. En nu wensch ik, dat
noch gij, noch Uwe zuster ooit weer één
voet op mijn terrein zet. Ik, de god der
vindt, dat hij met niets lastig gevallen mag
worden, heb ik, als zijn plaatsvervanger,
wel dit recht."
Waar verdenk je mij dan van? riep zij,
innig-verontwaardigd.
„Ik verdenk je nergens van, maar ik be
schouw je als een vrouw, die niet in staat
is, zichzelf te beschermen, als je volhardt
in die dwaasheid, om niet te willen ant
woorden op deze toch zoo redelijke vraag.
Ik begrijp zeer goed, dat je in het verleden
kennissen moet hebben gehad, die niet pas
send en je ook niet welkom waren. Maar
het zou een onvergeeflijke dwaasheid zijn,
om die geheim te houden voor je beste
vrienden en ik zou immers te kort schieten
in mijn plicht tegenover jou, als ik je niet
beschermde tegenover deze mogelijke in
dringers!"
„Wie is die man?"
Hij wist niet, hoe goed die aanraking haar
deed, toen hij haar vriendelijk bij de hand
nam en naar een stoel geleidde. Terwijl de
kleur weerkeerde op haar gelaat, zuchtte
zij mat: „Ik zal het je vertellen. Als je
denkt dat hij eenigszins een minderwaardi
ge is, dan vergis je je toch. Ik heb hem
jarenlang gekend. Mijn vader kende hem
ook, zijn naam is Paul Chavasse."
„Zeker geen Engelsman?"
»,Nict geheel: Zijn vader was wel een
Engelschman en hij is creboren in Engeland,
maar zijn moeder was deels van Engelsche,
deels van Italiaansche afkomst. Hij heeft
meest buitenslands gewoond; althans, zoo
lang ik hem ken. Ik had niets meer van
hem gehoord, sedert ik Altorf verliet. Er
was niets ter wereld, dat ik minder ver
wacht had, dan hem gisterenavond te zien!"
AI had men haar ook vol achterdocht ga
degeslagen, dan zou men nog niet ontdekt
hebben, hoe zij ieder woord wikte en de
uitwerking daarvan trachtte waar te nemen
op Tristam's gelaat,.
„Hoe kwam 't, dat je hem zag?vroeg hij.
„Ik had gisterenavond verschrikkelijke
hoofdpijn cn om die wat tot bedaren tc
brengen, ging ik naar buiten. En daar ont-
menschheid, ik, Egoïsme, zal den strijd
aanbinden met U en Uwe Zuster „Liefde"
Mij alles, lichaam en ziel, gij niets."
„Ik beklaag U," zei Wijsheid. „Keer U
om, ziet gij al dat Licht? Daar is de zon.
Onwillekeurig keerde de oude zich om,
Het licht verblindde hem. Plotseling stie
hij een afschuwelijken schreeuw uit ei
stortte van een rotsblok in de diepte.
Maar zijne kinderen leven nog en Wijs
beid weet: dat hun aantal groot is, en dat
zij allen den naam huns vaders dragen.
Toch kan niets haar weerhouden haar
Pelgrimstocht tot in het Oneindige te ver
volgen, evenals hare zuster Lieide dit doet
October 1931. C. M. BERG.
DE BOTERPRIJS OP 'T LAAGSTE
PUNT»
Thans is de boterprijs zoo laag als hij
nog maar éénmaal dit jaar is geweest, n.1.
f 1.2U per K.G. of f O.bU per pond. Dit is
de officieele prijs in den groothandel te
Leeuwarden voor 1ste kwaliteit; mindere
kwaliteiten gaan natuurlijk nog lager,
Verleden jaar 3 October stond de boter
op f 1.55 per K.G. Een groot verschil met
den hitidigen prijs van f 1.29.
EEMN.ES.
BEVOLKING.
In September vertrokken uit deze ge
meente 28 personen, waarvan 15 mannelij
ke en 13 vrouwelijke, terwijl 2 vrouwelijke
personen overleden,.
Er vestigden zich 18 personen, waarvan 8
mannelijke en 19 vrouwelijke, terwijl het
aantal geborenen in totaal bedroeg 9 per
sonen. waarvan 3 mannelijke en 3 vrouwe
lijke.
Totaal werd dus de bevolking dezer ge
meente met 9 personen verminderd.
Het aantal gesloten huwelijken bedroeg
twee.
ARBEIDSINSPECTIE.
Aan het overzicht van het gehouden toe
zicht op de naleving der -Arbeids- cn Vei
ligheidswet gedurende het 3e kwartaal door
de Gemeentepolitie gemaakte inspecties
ontleenen wij het navolgende:
In totaal werden 3 inspecties gemaakt,
waarvan 2 aan broodbakkerijen en één aan
een schoenmakerij, het aantal personen dat
in de werkplaatsen pleegde te verblijven
bedroeg 4 (boven de 18 ja^-).
De gemaakte inspecties hebben tot geen
op- of aanmerkingen aanleiding gegeven.
Processen-verbaal werden niet opgemaakt.
AMSTERDAM.
De nieuwe president van de Nederl, Bank.
De nieuw te benoemen president van de
Nederlandsche Bank, Mr. Trip, werd 20
November 1876 te Utrecht geboren. Hij ge
noot zijn opleiding aan 't Utrechtsch en het
Haagsch gymnasium en studeerde in de
rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht. Van 1919 tot 1923 was hij the
saurier-generaal aan het dep. van financiën.
In 1923 werd hij benoemd tot directeur en
het volgende jaar tot president van de Ja-
vasche bank.
Sedert Mei 1931 is Mr. Trip voorzitter
van den lndischen Onderneinersraad.
DEVENTER.
Loonsverlaging.
De loonen van de arbeiders, werkzaam
bij de Burger's rijwielfabrieken te Deven-
moette ik hem. Het zou natuurlijk beter zijn
geweest, hem mee binnen te brengen, maar
in mijn verrassing dacht ik daar niet aan.
Het was dicht bij de leerkamer en ik nam
hem mee naar binnen, terwijl we praatten^
Dit duurde maar enkele minuten. Ik kan
net even weg zijn geweest, toen je hem er
uit zag komen. Het verwondert mij nog,
dat ik je niet gehoord heb; dan zou ik te
ruggegaan zijn. Had ik maar gewacht, tot
hij de deuren gesloten had; dan zou dit
alles niet gebeurd zijn. Maar ik was koud
en verlangde naar binnen."
Al dien tijd zat zij in doodsangst, dat hij
het zwakke punt in haar verhaal zou ont
dekken en vragen zou, hoe het kwam, dat
de leerkamer niet gegrendeld was. Maar
dit scheen hem niet te treffen.
,Hoe kwam hij nier? Hij was je zeker op
het spoor gekomen en van Altorf achterna
gegaan?"
t,Ja,. Toen wij gistermiddag langs de
Welkome Rustplaats" reden, was hij daar
en had mij gezien. Hij heeft mij toen ge
volgd."
Jc gevolgd? En heeft hij al die uren hier
rondgedwaald?"
„,Ik denk van wel. Dat zou 'n En
gelschman niet gedaan hebben, hè, maar
hij is misschien wat romantisch aange-
'egd!"
Ja; dat zal dan wel! Maar waarom is hij
niet hier aan huis gekomen en heeft om jc
gevraagd?"
„Dat lijkt mij geen redem Heeft hij je
soms bcleedigd, dat hij bang was, hoe jc
hem niet zou willen ontvangen?"
„Neen, neen. Het verheugde mij niet dat
k hem zag; ik had gehoopt, dat wij elkaar
niet weer ontmoeten zouden. Daarom had
ik dan ook, naar ik meende, geen spoor
achter gelaten, toen ik Altorf verliet. Hij
behoort tot het verleden en dit verleden
wekt pijnlijke herinneringen bij mij, zoo
als je weet. Maar ik heb geen reden, om
mij over hem tc beklagen; daarmee zou ik
hem onrecht aan doen."
Maar waarom bleef hij gisterenavond
ter, zijn met ingang van 9 dezer met 5%
verlaagd.
DEN HAAG.
De crisis in de industrie.
De minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft aan den inspecteur-generaal
van den arbeid opgedragen een onderzoek
op korten termijn in te stellen naar de be-
drijfstoestanden in de verschillende in
dustrieën, zulks in verband met den crisis.
SOESTER WINKELIERS VEREEN.
Dat het deze vereeniging ernst is, de
zaak flink aan te pakken, zal menigeen met
schrijver dezes hebben opgemerkt wanneer
zij in de avonduren van b19 zich op straat
hebben vertoond; want ofschoon de offi
cieele sluiting was bepaald op 8 uur, bleven
de étalage-lichten branden bij die winke
liers die aangesloten zijn bij de Centrale
Vereeniging. Daarmede willen zij trachten,
die huismoeders die op den middag aan huis
en hof gebonden zijn, door verschillenden
arbeid, de gelegenheid te bieden, 's avonds
geheel op haar gemak de étalage's te gaan
bezichtigen, keuze te maken en den volgen
den dag groote zus of broer het verlangde
te laten halen. Wanneer dus deze eerste po
ging van de winkeliers wordt gewaar
deerd, zullen de andere middelen die be
proefd zullen worden om de kooplustigen
te leeren winkelen, gemakkelijker ingang
vinden1.
R.K. MIDDENSTANDSVEREENiuING
Genoemde vereeniging hield een druk be
zc chte samenkomst onder praesidium van
den heer H. v. d. Berg, welke met de Chr.
groet werd geopend. Daarop zet de voor
zitter het doel der vereeniging uiteen en
wijst er op dat de Kath. Middenstander zich
moet organiseeren in een Kath. Middenst.
Ver,. Daarop verkreeg de heer de Braban
der, directeur van het Hanzebureau uit
Utrecht het woord en zet in een betoog uit
een het nut van een Kath. organisatie; daar
een neutrale vereeniging onzin zou zijn, en
belicht vooral het matcrieele deel van het
betoog. Nadat hierop de geestelijke advi
seur het principieele deel had belicht en
met voorbeelden verduidelijkt, wees Z.Ew.
er op dat de Kath. organisatie door den
Bisschoppen is bevolen. Nadat de Voorzit
ter der Soester YVinkeliersvereeniging en
kele vragen had gesteld, welke naar genoe
gen werden beantwoord, werd de vergade
ring op de gebruikelijke wijze gesloten.
VERWOND.
Mej,. K. aan de Schrikslaan heeft zich
zelf in een vlaag van overspanning vreese-
lijk verwond aan den hals en pols. Dr. Don
ker legde het eerste verband, waarna zij
per auto naar Hilversum werd vervoerd.
R.K. TOONEELCLUB D.E.K.O.
Ofschoon de club pas een jaar bestaat,
gaf zij Zondagavond voor leden en genoo-
digden eene uitvoering in het St. Jozefge
bouw waarvoor veel belangstelling be
stond. Het strijkje van den heer J. Stalen
hoef en Mej, Goes, zorgde voor de aller
nieuwste Schlagers die insloegen. Opge
voerd werd „Excellentie", blijspel in 3 be
drijven. waarin de hr. Bigmans, grossier in
aardappelen, lijdend is aan hoogmoeds
waanzin, door zijn personeel daarin ge
sterkt, zoodat het zoover komt dat hij zich
candidaat had gesteld voor de aardappelen
partij. Er is volop genoten, vooral om Kees
dan zwijgen en liet hij zich arresteeren? Een
woord van jou zou voldoende geweest zijn.
Dat moet- hij toch wel geweten hebben?"
„Ja. Maar hij wilde mijn naam niet noe
men zonder mijn toestemming."
„Dus als jij niet gesproken had, zou hij
zich kalm in hechtenis hebben laten nemen?
Een daad van overgroote ridderlijkheid,
naar het mij voorkomt, Felipa! Maar heb
'e mij wel alles verteld?"
,Neen. Ik denk anders, dat je het wel
geraden zult hebben. Hij heeft mij verschei
dene malen ten huwelijk gevraagd. Ik heb
steeds neen gezegd."
„En hij is je van Altorf gevolgd?"
„Ja; om mij andermaal te vragen.
Soms denk ik, dat hij 't nooit zal opgeven.
Maar hij heeft mij dan ook echt lief. Hij is
de eenige, die dit gevoelen voor mij heeft
gekoesterd en die het waarschijnlijk ooit
voor mij zal koesteren!" voegde zij er bij,
met nitteren glimlach. „Och, en als ik niet
de advertentie van sir Peregrine had gezien,
dan zou ik hem uit armoe toch nog wel ge
trouwd hebben!"
„Dat had ik toch niet graag gehad,"
„W aarom niet? Er was wel geen sprake
van liefde van mijn kant, maar hij wilde mij
best zonder dat nemen en al is hij nu ook
niet rijk hij is toch rijk genoeg!" Zij
lachte weer bitter. „Ik heb eens geld van
hem geleend."
,Van hem geleend....?"
,J-J. Het was zeker in„het geheel niet,
zooals het behoorde. Maar gebrek drijft de
menschen soms tot vreemde dingen. En
het was niet alleen uit eigen gebrek!"
De strenge uitdrukking op het gelaat van
•"leetwood werd zachter.
„Was het dan, omdat je vriendin gebrek
eed.
Ja. Zij was stervende."
^Dan deed je goed! Wil jc mij ook zeg
gen, welk bedrag het was?"
„Waarom?"
„Omdat ik liet hem wilde terug geven."
„Daar zou jc hem diep mee grieven. Hij
zou ook weigeren het aan te nemen."
en Eriis is hartelijk gelachen. Tot slot een
dolle klucht, „de Doodenrit" waartoe Jaap
het zijne bijdroeg. De regie was goed ver
zorgd. Alles bijeen een geslaagden avond.
UITSLAG VOETBALWEDSTRIJDEN
op Zondag 11-10-'31.
Esvac Z—Rood-Wit II 65
Esvac adsp.'t Gooi adsp. 81
Esvac jun.Hilversum jun. 02
Esvac I—St. Boys I 2—2
Voor rust 10,
Esvac IIHilversum 5 25.
Ter gelegenheid van de ingebruikname
der nieuwe tribune op het Esvac-terrein
was de belangstelling zeer groot. O.m. was
aanwezig de consul v. d. ANWB, de wet
houder van financiën, de raadsleden Buscli
en Bleeker, bestuursleden der V.V, Soest-
dijk, de voorzitter der UPVB, de heer van
Kuyck, en het bestuurslid de heer Visser.
Om 1.39 uur ving eerst de veteranen-wed
strijd aan tusschen 2 elftallen, oud Esvac-
cers, de zwarte en groen-witte partij, waar
van de uitslag was 21. Er is hartelijk ge
lachen om dit partijtje voetbal. Daarop nam
te 2.39 uur de wedstrijd Esvac I—St. Boys
1 een aanvang waarbij mooi open spel, dat
zich snel verplaatste, werd getoond. Met
rust was de stand 19. In de rustpauze
nam allereerst de voorzitter van Esvac het
woord en riep allen het welkom toe bij de
ingebruikname der nieuwe tribune. Spr.
memoreerde het vele door Esvac in haar
8-jarig bestaan gepresteerd; de club was
flink uitgegroeid en hoewel zij een harde
dobber heeft om boven water te blijven,
had zij toch om de belangstelling voor de
sport te verhoogen een overdekte tribune
laten zetten. Spr. hoopt dat de groei van
Esvac zal bestendigd blijven.
Daarop verkreeg de wethouder het
woord, welke allereerst het bestuur feli
citeerde met de tribune en laat in zijn
speech uitkomen dat de sport de mensch
in het bloed zit. Reeds vroeg vermaakte
zich het jonge meisje met de bal en het
springtouw, de jongen met hoepel en sprin
gen, alles om door krachtinspanning tot
ontwikkeling te komen. Groeit de knaap op,
dan formeert hij met zijn makkers een club,
en van alles en nog wat maakt bij een doel.
Hij wenscht echter fair en eerl k spel, al
valt dat niet altijd mede. Spoedig komt hij
terecht bij een goede club, waar de spelre
gels het voetbalspel niet tot een janboel
maken, en de sport wordt opgevoerd door
de spelleiders. De populairiteit wordt er
door bevordert, en nu tracht men door fair
en eerlijk spel er opvoedende krachten van
te laten uitgaan,. Spr. hoopt dat elk op eigen
terrein die eigenschappen zal doorvoeren.
Hij feliciteert Esvac met zijn tribune, en
hoopt dat, waar dit de officieele opening
is, de vereeniging er sportief en finantieel
voordeel uit zal halen. Na applaus ver
krijgt MiV van Doorne als oudste speler
het woord, en feliciteert het bestuur en de
club dat zij zulk een voorzitter hebben, een
man van het woord en daad, daar hij alles
voor Esvac over heeft. Spr. heeft hem zien
kwasten en heeft daar een snapschot van
gemaakt dat hij hem aanbiedt. Hij compli
menteert club en bestuur en hoopt dat
de voorzitter op de jaarvergadering met
verpletterende meerderheid zal herkozen
worden, want Esvac kan hem niet missen.
Daarop verkrijgt de heer Busch het woord,
en feliciteert Esvac namens de kijklustigen
met den aanwinst der tribune. Er spreekt
saamhoorigheid uit en dit wijst er op dat
Esvac op den goeden weg is. Vervolgens
spreekt de voorzitter der UPVB de heer
van Kuyk, welke zich aansluit bij het ge
sprokene; hij feliciteert bestuur en leden
van Esvac met de tribune. Esvac beeft
steeds een goed figuur gemaakt in den
Bond,. De eerste maal nam hij niet zulke
aangename herinneringen mede. Esvac i9
de eerste vereeniging der UPVB die een tri-
Nonsens!" Hoe vriendelijk Tristam ook
sprak, zijn toon was vastberaden. „Geen
man heeft het recht, een vrouw onder eeni
ge geldelijke verplichting te houden. Ik zal
hem het bedrag terugbetalen uit jou naam
en met je dank. Hoeveel was het?
Toen hij de cijfers had opgeteekend in
zijn zakboek en opstond* vroeg zij:
„Ga je nu naar Thorgan bij Magna?"
„Ja. Het is al te laat geworden om den
generaal nog thuis te treffen."
„Zal je het hem.... vertellen1?"
„Natuurlijk. Dat zal het beste zijn. Er is
niets dwazer dan onnoodig geheimzinnig te
zijn, geloof mij! Je kunt er van op aan, dat
ik niet meer zal zeggen, dan noodig is en
zooveel mogelijk de schuld op mij zal ne
men ofschoon ik onder de gegeven
omstandigheden, niet zou weten, wat ik an
ders had kunnen doen. Dat wil ik je eerlijk
zeggen, dat ik een hooger idee heb van de
ridderlijkheid van mr. Chavasse, dan van
zijn gezond verstand. Maar ik ben ook niet
romantisch aangelegd
„Neen; waarschijnlijk niet!"
Ze stond op en trad wat nader op hem
toe. „Ik heb je heel wat last bezorgd, Tris
tam, en ik zal maar net als een klein kind
vragen: Je bent toch niet boos op mij?"
Hoewel hem het geval zeer ergerde, acht
te hij dien Chavasse toch altijd nog meer te
laken; en heel edelmoedig antwoordde hij:
„Boos Volstrekt niet! Je hebt het
immers verklaard. Nu zal ik het op mijn
beurt aan den generaal toelichten met dit
gevolg dan, dat mr- Chavasse onmiddellijk
vrijgelaten wordt. Het zal dan nog wel wat
gepraat verwekken, maar de zaak zal gauw
genoeg doodbloeden. En daar ik een paar
maal nog al heel ronduit gesproken heb,
mag ik wel vragen of jij niet boos bent op
mij?"
O neen; dat weet je beter!" zei ze op
zachtcn toon; waarna hij haar nog eens
raadde, dat zij toch wat rust zou nemen cn
zich onmiddellijk op weg begaf naar Thor
gan bij Magna.
(Wordt vervolgd).