LAVIOLJ BESTEL ZE BIJ ONS Wij hebben groote keuze. Wij zijn bovendien goedkoop. Van Weedestraat 7 - Telef. 2062 - Soestdijk i i 4 HET VENDUHUiS LIJDT U B. J. BUXTÜRFF Jr. In hel Bloemenmagazijn S. van de Stadf J.Jut Grafsteenhouwerij J. H. DE BRUIJN I INSTITUUT „AETHERSTROOM" Reclame Samos Callipoli Zoete Spaansche Wijn f I.IO p. flesch. Zaadhandel W. S. Veltman BESTRIJDING VAN DEN WOEKER! „ONDERLINGE VOORZORG J. Geijtenbeek, Bloemisterij FEUILLETON WEERGALOOZE ZELFOPOFFERING Bartllottllaan 23 ZELFBEH ANDELING DESGEWENSCHT OOK AAN HUIS Voor de a.s. Feestdagen van 9—25 DECEMBER a.s. Bij aankoop van één flesch een pot BOERENJONGENS CADEAU t ZUIVELPRODUCTEN van NEERLANDIA WEESP Van Weedestraat 9c SOESTDIJK Telefoon 2282 Gezonde kippen véél eieren. Gezonde kippen krijgt en houdt Ge, als U de gezondheids-drank AVIOL gebruikt I Dagelijks eenige druppels in bet drink water voorkomt besmetting. AVIOL bevor dert eetlust en spijsvertering en is een krachtdadig in- en uitwendig geneesmiddel bij de meeste ziekten. Prijs: f I.-; f190; f6.- V»»0 jwlli PWam-llMiftocJt W N.V. Verkoop kantoor Pftporatoa Dtai.no Doafcaal Rottardaa. Beukenlaan 31a SOEST Voorschotten op pensioenen en op salaris sen van Rijks- en Gemeenteambtenaren worden verstrekt door de N.V. Spaarbank UTRECHTSCHEWEG 13 TE AFOOR'1 Geen Borgen Geen kosten vooruit. 66 90 sijn prachtige St. Nicolaas cadeaux. Ver schillende begonia's, ciclamen, capcicums, azalia's, vazen bakjes,, koperen kannen, cacteeën, vetplanten, losse bloemen, Pokon, enz. Bloemwerken voor alle gelegenheden. Aanleg en onderhoud van tuinen. Vrije be zichtiging der kweekerij. Beleefd aanbevelend KORTE BRINKWEG - SOESTDIJK is dagelijks geopend voor het ontvangen van goederen voor de eerstvolgende verkooplng. Tevens uit de hand te koop diverse Meubelen, Kachels, Fornuizen, Heeren- en Oamesrijwielen enz De Venduhouders, Naar het Engelsch van M. E. E. POWERS. i) Een groote menigte stond ongeduldig te wachten op een werf in het Koning Albert Dok. op de aankomst van een groote Australische boot, die vol waardigheid na derbij gestoomd kwam. Onder die allen bevond zich ook een breed-geschouderd man van een jaar of negen-en-twintig, met een streng, glad-ge- schoren gelaat en donkere oogen. Ofschoon hij niet knap was, had hij toch een indruk wekkend gezicht; en merkwaardig was de kalmte, die over zijn persoon lag verspreid. En toch: William Challoner, of „Willem de Zwijger", zooals, wegens geringe spraakzaamheid, zijn bijnaam luidde, stelde levendig belang in het dek van het schip. Hij nam zulk een positie in, dat geen enkele eerste-klas pasagier onopgemerkt hem kon voorbijgaan. Nadat hij vijf minu ten al had uitgekeken, sprak hij een van de officieren van het schip aan: „Pardon, zoudt u mij ook kunnen zeggen, wie miss Crushley is? Kent u haar?" „,Of ik haar ken! Zij is een groote vriendin van ondergeteekende", antwoordde de jonge officier, die in een bijzonder opge ruimde stemming verkeerde bij zijn aan wal stappen. „Die jonge dame in het blauw is het", zei hij over zijn schouder kijkend, „die daar nu juist aankomt, met die oude dame met den pince-nez op, de beruchte „booze tante." Met gullen groet zette de jonge man daar op zijn weg voort. „Willem de Zwijger zag nu een knap, frisch jong meisje, maar typisch uit de ko- Nu is het de tijd voor het hestellen van ISITEKAART N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij ACACIALAAN BAARN OPGERICHT 1909 Speciale levering van alle voorkomende GRAFVERSIERINGEN in Hardsteen, Zandsteen, Marmer of Graniet. Het oudste en voordaellqste adres voor Baarn en Omstreken. B. loniën afkomstig, dat opgewekt sprak tot de dame, die dus haar tante moest zijn en niet op een innemend uiterlijk kon bogen. „Ja, tante,, het zal mij heel aangenaam zijn een paar maanden bij u mijn intrek te nemen; dat wil zeggen: er mijn hoofdkwar tier op te slaan; want ik ben van plan, heel wat rond te zwerven, maar nu Octo- ber breng ik den winter vast in Traven- na door; het kan ook zijn, dat ik er voor goed blijf. Wie zal het zeggen! En ze lachte en kreeg een kleur. Maar éér zij nog bemerkt had dat zij zoo nauwkeurig gadegeslagen werd, had Wil liam zich al teruggetrokken, een eind ver der op de landingsplaats en ging nu naar het perron, waar de trein uit Liverpool street Station zijn aandeel Australische pas sagiers opnam. Nadat hij zich eerst had laten inlichten, dat de trein pas over goed twintig minuten vertrok, zocht William een beschut plekje op het station, stak een sigaar op en sloeg de menschen gade, die zich een plaats zoch ten in de verschillende coupé's. Er was eenigen tijd verloopen, eer hij be merkte, dat, op een bankje daar heel dicht bij, twee jonge meisjes in den rouw zaten; maar hij wierp slechts een vluchtigen blik op haar, tot hij een gedeelte van hetgeen zij samen spraken, te hooren kreeg: „Zouden wij niet vast moeten gaan zitten, Maisle?" vroeg een lieflijke stem. „Nog niet! De conducteur heeft ons im mers beloofd dat hij voor plaatsen voor ons zou zorgen?" antwoordde een zoo mo gelijk nog zachter en sympathieker stem. „Willem de Zwijger", die zelfs voor een vrouwenhater doorging, was toch altijd zeer gevoelig voor het timbre van de vrouwelijke stem; vandaar dat hij nu eens wat nauw keuriger keek. Ja, ze zagen er heel lieftallig uit; de jong ste had blauwe oogen en blond haar; de oud ste was donker en had grijze oogen. Ze le ken zoo eenzaam en hulpeloos, dat hij op het punt was„ zijn diensten aan te bieden, toen hij toch ook weer een blik van hoog hartigheid gewaar werd in het grijze oogen- paar en hij zich dus zeiven maar naar zijn rook-coupé begaf. Toen hij even later uit het portier-raampje keek, zag hij de twee nóg op het bankje zitten. „Op die manier zullen zij den trein nog missen; dan heeft de conducteur haar dus tóch vergeten!" dacht hij. Hij trad op den man toe en zei gebiedend: „Conducteur, het wordt tijd, dat je die beide dames eens aan een plaats helpt." „Hé, ja! Ze waren mij geheel ontschoten. Maar we hebben nog drie minuten. Haal jij de bagage van die dames eens", zei de con ducteur tegen een voorbijkomende witkiel. „Och ja,ging hij toen voort tot den zwij ger, „ze zijn met een goederenboot van Os- tende gekomen en die boot had een aan varing, de maatschappij heeft haar nu, bij wijze van vergoeding, toegestaan om met den trein te reizen, die uitsluitend voor de passagiers van de Australische boot is. Nu, ik zal ze gauw helpen! Dank u, dat u er mij aan herinnerd heeft." „Daar, dit is voor je moeite", zei de Zwij ger en stopte den man een halven sovereign in de hand; zorg dan, dat ze in Liverpool- street een rijtuig krijgen, hè?" „Dat beloof ik u! En dank u nog wel, mijnheer". Die heele dag door en nog vele da gen daarna werd Willem de Zwijger ge kweld door de droevige gezichtjes van het tweetal daar op het binkje, aan het per ron. en onwillekeurig kwam de gedachte bij hem op: „Waai om ter wereld kon die Australische erfgename toch niet lijken op de kleine met de grijze oogen en de engelachtige stem: HOOFDSTUK II. De volgende week was William Challoner op weg naar zijn huis. Hij was de neef en erfgenaam van sir John Challonner een ouden, tn wenig populairon baronet met een aan Aderverkalking, Rheumatiek enz. wendt U dan eens tot uitgestrekt grondbezit maar zeer beperkte geldmiddelen. William handelde als zaak waarnemer voor zijn oom, en hij en zijn broer Dick hadden in Travenna in het huis van sir John gewoond, sinds ze jongens wa ren van acht en tien jaar. Sir John was in die dagen weduwnaar en had zijn neefjes bij zich genomen, van het jaar af, dat zijn doch ter en eenig kind er van door was gegaan en in stilte was getrouwd met een jongen ca- valerie-officier, een echten deugniet. Sir John Challonner was een man met een streng, hard gelaat; het scheen als had hij geen zacht plekje in zijn hart voor iemand' Toch werd er beweerd, dat hij zijn vrouw wel had liefgehad, maar zij was overleden, drie jaar voor dat haar dochter met den officier was weggeloopen en, daar hij toch al nooit van een aangenaam humeur was geweest, hadden deze beide teleurstellingen hem verbitterd tot in het diepst van zijn hart, zoo-als heel zijn omgeving getuigen kon! Nu anderhalf jaar geleden was de baro net in het huwelijk getreden met een al wat oudere weduwe, wie dit onaangenaam humeur geen beletsel scheen te zijn en wier inkomen een ruime bijdrage had geleverd in het tekort aan opbrengst van het land goed. Dit lag zóó, dat het gedeeltelijk tot Cornwallis, gedeeltelijk tot Devonshire hoorde. Aan het huis was telkens ver bouwd, door verschillende eigenaars, en het bezat meer gechiedkundige waarde dan schoonheid; hoewel de hall beroemd was door de prachtige gekleurde ruiten, net als in een kerk; de sierlijk-gebceldhouwde staatsietrap, die er op uitkwam, en de in drukwekkende ruimte en hoogte er van. Willem de Zwijger had het goed lief. met alle innigheid, waar zoo'n diep-voelend ka rakter toe in staat is. Hij hield zijn plichten van landheer hoog en het was de schoonste droom van zijn leven, om Travenna ge restaureerd te zien; de zware hypotheek op het goed afgelost te weten en de pachters- woningen naar behoorti. verzorgd. William Challoner ging maar heel zelde* een dag uit en na zijn week afwezigheid in Londen, was hij heel blij, dat hij weer in Travenna terug was en genoot hij van ien rit naar huis in het oude wagentje, dat hem afgehaald had aan het stationnetje te Carwithan. Bijna had hij de portierswoning bereikt, toen, tot zijn groote verbazing een dogcart uit het hek schoot en hem voorbij reed, in vollen draf. Er .zaten twee heeren in en degeen die niet reed, scheen len ander te bezweren, om toch kalmer te rijden! „Majoor Dare, sir". zei de groom naast William, uit eigen beweging. „Hij en mr. Jones zijn vanmiddag op Travenna ge weest." „Mr. Jones!" riep William ongeloovig. Maar de groom hield die opmerking meer voor een vraag en voegde er de toelichting bij: ,,De nieuwe millionair, die op het groote huis te Carwithan is gekomen. Hij moet een stal vol paarden hebben; maar hij durft ze geen van alle te rijden en "71e majoor rijdt zóó woest, dat hij hun altijd schrik aanjaagt. Majoor Dare is verbazend wild, sir." Tot eenig antwoord haalde William de schouders op, zijn manier om te kennen te geven, dat hij niet veel belang stelde in een zaak. De oude vrouw aan de portiersloge, die het hek voor hem openhield, groette be leefd, toen het wagentje voorbijreed. „Hoe gaat het met de rheumatiek, Bethy?, vroeg William. „,Het gaat nog al, sir. Dank u!" ant woordde de oude. het vriendelijk gerimpeld gezichtje, opheffend. „Is je zoon thuis", vroeg William. „Ja, sir. Stephen is thuis". Wilt u hern vanavond nog spreken?" „Nu; morgen is ook goed, hoor!" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 4