Reisindrukken over Italië. Verschijnt Woensdag en Zaterdag Nieuws- en Advertentieblad REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - S0ESTD1JK Bekendmakingen. Officieel. De groote stilte. Binnenland. SOESTER BANKVEREENIGING - Telef. 2317 - SOEST No. 101 Negentiende Jaargang Woensdag 16 December 1931 ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS f 1.— PER DRIE MAANDEN, FR ANCO PER POST. HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1*12 (STAATSBLAD NUMMER *80) BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAKP Burgemeester en Wethouders van Soest brengen hierbij ter openbare kennis, dat op heden zijn afgekondigd: l. De door den raad op 25 Augustus 1931 vastgestelde en bij Koninklijk Besluit van 31 October 1931 No. 23 tot 1 April 1933 goedgekeurde verordening op de hef fing van schoolgeld voor het gewoon la ger onderwijs en voor het uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Soest; If. De door den raad op 25 Augustus 1931 vastgestelde vèrordening op de invor dering van schoolgeld voor het gewoon la ger onderwijs en voor het uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Soest. Soest, 11 December 1931. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh,. De Secretaris, J. Batenburg. De waarde van een mensch is gelegen in zijn bekwaamheid tot individueel denken en collectief handelen. Elbert Hubbard. Trot» ligt aan alle groote fouten tan grondslag. Ruskin. Vertrouwen in het volmaakte bouwt den weg voor het volmaakte. Tagore. Ginds in het bergland van Zwitserland, op een van de hoogste toppen der Zwitsersche Alpen, die in de grootsche eenzaamheid der kale rotsgesteenten als een symbool zijn van onwankelbare standvastigheid, hebben een aantal sterrekundigen en astronomen ingewikkelde instrumenten opgesteld, ter voorbereiding van een diepgaande observa tie en studie der zonnestralen. En nu weet ik haast zeker, dat er iemand zal zijn, die zal zeggen. Tjonge, tjonge is dat nu niet een beetje erg overdreven? Moeten ze nu speciaal op gevaarlijke hooge rotsen klim men, om die studies te maken en de zon te bekijken? Wat geeft dat nu, of ze nu een paar duizend meter hooger gaan staan, om dichter bij de zon te zijn, terwijl de zon toch millioenen kilometers van ons verwij derd is? Kunneh ze niet even goed de zon op hun gemak beneden in de vlakte bekij ken? Stop: wacht eens even. Galoppeer niet door, mijn waarde. Zeker, de afstand tot de zon wordt er niet noemenswaard door verkort, als we op een hoogen bergtop gaan staan. Maar toch kunnen we de zon dik wijls beter daar zien, in de klare hoogten, in de zuivere lucht, die niet verduisterd is door mist en wolken en niet besmet door stof en rook. Maar te deksel, wat heeft dit alles nu te beduiden? Wat bedoelt men met dit ta melijk kinderachtige verhaaltje? Och, niets sensationeels. We kunnen er alleen een werkelijk heel aardige parabel uit trekken. Hoevele van de fijnste, schoonste dingen des levens worden niet verduisterd of ver wrongen of geheel en al uitgewischt, achter wolken en nevels verborgen op de lagere gebieden van onze menschelijke wereld! En zoo aan ons oog onttrokken, net zooals die fijnste zonnestralen, die we in het dal niet konden zien vanwege mist en stof en nevel, terwijl ze wel ongestoord te genieten wa ren, hoog in het gebergte, waar men slechts na een moeilijken tocht kon* komen? Onze verkeerde motieven voor en opvattingen van het zakendoen, mode en genoegens, de ver blindheid van den waanzinnigen strijd om geld en rijkdom alleen, het stof en het la waai en rumoer van de markten der wereld, de zelfzucht en de strijd der eerzucht, de cultus der zinnelijkheid, al deze dingen ver duisteren, verwringen en verbergen de din gen van den geest zoo, dat men ze niet eer der helder kan zien, dan wanneer we de hoogten der stille meditatie en overpein zing beklimmen, en daar trachten ons te verfrisschen aan de nimmer drogende bron, van alle Waarheid en Leven en Liefde. Dit rustig overdenken van onze daden en gedachten, dit rustig beschouwen der ge beurtenissen aan het einde van den dag, dit telkens opnieuw, na rijp contempleeren, be palen van onze houding en ons standpunt in overeenstemming met onze hoogste be grippen van goed en van rechtvaardigheid, is indertijd heel noodzakelijk. Het is, zoo als de bekende journalist, die J. S. Braith- waite te Londen is, eens in een conferentie van Europeesche j umalisten opmerkte: Geen mensch kan zijn beste werk geven, totdat hij geleerd heeft hoe te mediteeren. Mediteeren, dat is (volgens dictionaires) ab stract denken, zich bezig houden met gees telijke bespiegelingen. Welnu, dit meditee ren, dit „4 tête reposée" nadenken kan men meestal niet zoo gemakkelijk doen te mid den van de drukte van het jachtende leven, als het ware in de hitte van het gevecht. Doch juht in die spannende oogenblikken. kunnen we de vruchten plukken van ons mediteeren, van ons weloverwogen stand punt, zoodat we niet behoeven te weifelen, noch uit ons evenwicht geworpen hoeven te worden, doch rustig en zeker onzen koers houden. Terwijl anderen opgewonden wor den en zich bij elke onverwachte gebeurtenis door schrik bevangen zien worden en aldus verleid worden tot overhaaste, onberede neerde en meestal onjuiste stappen. Omdat ze door gebrek aan ervaring, omdat ze geen lust en geen neiging gevoelden om de hoog ten te beklimmen, niet weten welke prach tige, kracht en licht schenkende stralen de zon immer voortgaat ons te schenken, en omdat ze dus niet weten, dat deze stralen werkzaam zijn, zelfs wanneer we ze niet zien, door de mist en de stof beneden. Of om het nog anders, met Browning, te zeggen, Het is het opgeheven gelaat, dat het schijnen van de zon voelt FLORIS C. (Nadruk verboden). FEITEN EN C'JFERS OVER SCHOOL EN ONDERWIJS. VII. Wij vervolgen onze opmerkingen over het interne schoolbedrijf met eenige mededee- lingen over de leerstof. Voor een belangrijk gedeelte staat deze vast. In alle scholen voor gewoon lager onderwijs worden de vakken lezen, schrij ven, rekenen, Nederlandsche taal, vader- landsche geschiedenis, aardrijkskunde, ken nis der natuur, zingen, teekenen en nuttige handwerken voor meisjes onderwezen. Het is echter van belang even op een paar an dere vakken te letten. Vooreerst op het vak lichamelijke oefening. Eerst over eeni ge jaren zal, volgens de Lageronderwijs- wet 1920, dit vak aan alle scholen inge voerd moeten zijn. Thans geldt dienaan gaande een overgangsbepaling. De Stati- tistiek van het Gewoon en Uitgebreid La ger Onderwijs 1) vermeldt, dat er aan 65% van de scholen voor gewoon lager Onder wijs reeds onderwijs in lichamelijke oefe ning wordt gegeven. Handenarbeid vindt men slechts in een gering aantal scholen n l. 5 van het totaal. Zwemonderwijs ge nieten de kinderen van 3% der scholen. Fransche/, Duitsche en Engelsche taal raag, gelijk bekend, in de eerste zes leer jaren eener school voor gewoon lager on derwijs niet onderwezen worden. Vele ouders laten daarom hun kinderen een cur sus in een vreemde taal volgen buiten de gewone schooluren. Vooral Fransche cur sussen verheugen zich in groote belangstel ling. Voorzoover aan het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend, volgen ongeveer 19% van de leerlingen van het 5e en 12% van de leerlingen van het 6e leerjaar zulk een cursus. In de groote steden is het per centage veel hooger dan op het platteland. Het is bekend, dat in het wetsontyyerp tot wijziging der Lageronderwijswet wordt voorgesteld het onderwijs in een der drie moderne talen in de genoemde leerjaren weer mogelijk te maken. Ten hoogst 3 uren per week zouden dan aan dit onderwijs mo gen worden besteed. In vrijwel alle confessioneele bijzondere scholen worden vakken onderwezen, ver band houdende met de richting der school zooals bijbelsche geschiedenis, kerkge schiedenis, enz. In de openbare scholen vyordt geen godsdienstonderwijs gegeven Althans niet binnen het gewone leerplan! Het geven van godsdienstonderwijs blijft" zoo bepaalt de wet „aan de godsdienstlee raren overgelaten." Bij de regeling van de schooltijden der openbare scholen moet evenwel door het vrij geven van uitdruk kelijk in die regeling genoemde uren wor- den gezorgd, dat de schoolgaande kinderen in de schoollokalen die daarvoor koste loos beschikbaar worden gesteld of el ders godsdienstonderwijs van die gods dienstleeraren kunnen genieten. Van deze gelegenheid wordt nu aan 60% van de openbare scholen voor g.I.o. en aan 37% van de openbare u.l.ó, scholen gebruik ge maakt. De Statistiek, waaruit wij deze ge gevens putten, vermeldt, dat 17% van de leerlingen der openbare scholen voor g.I.o. en 12% van die van de openbare u.l.o. scholen op deze wijze godsdienstonderwijs genieten. Wanneer men de uitgave zelf raadpleegt waartoe wij alle lezers van harte opwekken vindt men deze gege vens afzonderlijk voor de .provinciën, de grootste gemeenten en enkele groepen van kleinere gemeenten terwijl daarin bovendien nog is vermeld, welke kerken en organisa ties op dit gebied werkzaam zijn en hoe veel scholen en leerlingen zij bereiken. 1) Uitgegeven ter Alg. Landsdrukkerij, 's-Gravenhage. GOUDEN JUBILEUM DER UTRECHT- SCHE WATERLEIDING MIJ. De Utrechtsche Waterleiding Maatschap pij, die ook in onze gemeente de drinkwa tervoorziening exploiteert, bestaat 20 De cember a.s. vijftig jaar. In Juli 1881 ver leende de Utrechtsche gemeenteraad con cessie voor den aanleg en exploitatie eener drinkwaterleiding in de gemeente Utrecht aan de heeren C. P. Metelerkamp en F. A. R. Schwiep, die, omdat destijds in Neder land geen geld voor eene zoo risquante on derneming te verkrijgen was, de concessie overdroegen aan de Compagnie Généra le des Conduites d'eau te Luik, welke op haar beurt op 20 December 1881 de Com pagnie des Eaux d'Utrecht, de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij stichtte. Binnen twee jaar tijds moesten de plannen uitge voerd zijn en op 1 April 1883 had reeds de opening der waterleiding te Utrecht plaats. Als eerste directeur der Utrechtsche Wa teleiding Maatschappij trad op de heer C. P. Metelerkamp, na wiens overlijden in 1895 de directie in handen kwam van den heer P. E. Rijk, die tot zijne overlijden in 1911 deze functie bleef bekleeden en in dat jaar opgevolgd werd door zijn zoon, den hui- digen directeur der Utrechtsche Waterlei ding Maatschappij, den heer J. C- Rijk. Sinds 1930 is de heer J. H. Mulder als on der-directeur aan dit bedrijf verbonden. Be halve te Utrecht exploiteert de jubileeren- de maatschappij drinkwaterleidingen in de Bilt (1881), Baarn (1883), Hilversum (1886), Tiel (1889), Amersfoort (1890), Zeist (1894) en Driebergen (1896); zij is voorts nauw geintresseerd bij de Arnhemsche Wa terleiding Maatschappij. De Utrechtsche Waterleiding Maatschappij beschikt over zeven waterwinplaatsen in de verschillende gemeenten; de prise d'eau voor Utrecht is te Soesterberg gelegen. Het 50-jarig bestaan zal op 19 December a.s. op eenigszins feestelijke wijze worden herdacht. Naar wij vernemen zal o.a. door het personeel aan het bestuur der Maat schappij een herinneringsplaquette worden aangeboden en zal het bestuur 's avonds aan het personeel een soirée aanbieden. Za terdagmiddag van 3.304.30 uur houdt het bestuur der Utrechtsche Waterleiding Mij. receptie in de groote zaal van het Jaarbeurs restaurant te Utrecht; wij twijfelen niet of velen zullen van deze gelegenheid gebruik willen maken om het bestuur en de directie hulde en dank te brengen voor hetgeen de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij in haar halve-eeuwsche bestaan voor onze ge meente hééft gedaan. NAZORG. Te Baarn is op initiatief van Mevrouw de Jonge van Zwijnsberge een comité ge vormd. dat zich wil belasten met de pro paganda en leiding eener Bazar ten bate van de Nazorginrichtingen te Gennep, die zal gehouden worden in Hotel Zeiler te Baarn op 16 December a.s. 's avonds van 20—21.30 uur en op 17 December van 10 18 uur. Nog te weinig is bekend het doel van Na zorg, het steunen van T.B.C. patiënten, die, na een voor hun herstel berekenden norma len kuurtijd, nog niet in staat zijn hun werk in de Maatschappij weder op te vatten. Deze patiënten blijven dus nog een tijd in de Nazorginrichtingen om te werken on der leiding en bescherming, opdat zij hun door ziekte lichamelijk en geestelijk verlo ren geestkracht, hun vertrouwen in eigen kunnen, terug winnen;. De bron waaruit de verplecgkosten van deze laatste groep worden bestreden, raakt ondertusschen maar al te vaak uitgeput. Daarom wordt als arbeid een zoodanige gekozen, die profijt oplevert. In de Gen- nepsche Nazorginrichtingen werd Kunstnij verheid gekozen, die beter rendeert dan de productie van massa-artikelen. Deze Kunstnijverheidsvoorwerpen zullen tijdens de Bazar worden tentoongesteld, ze zijn keurig, nuttig en laag in prijs. De op brengst dezer voorwerpen wordt gebruikt ter bestrijding der verpleegkosten van de herstellenden. Patiënten van alle richtingen en uit alle kringen worden opgenomen. Het comité van aanbeveling verzoekt met grooten nadruk op veler sympathie en me dewerking te mogen rekenen ten einde deze Tentoonstelling te doen slagen en zoo het prachtig sociaal werk, dat door nazorg wordt verricht, te steunen. Mevrouw Deketh Lothen van Doelen Grothe Hooft Graafland Insinger Landweer van Lennep Meijer Fockema Pierson Mejuffr. Poelman Mevrouw Quarles van Ufford van Reenen Rutgers van Rozenburg Rentmeester Tegelberg den Tex Willeumier Mejuffr. Zwier. II. De fascistische grondtoon van geheel de samenleving wordt zeker niet onder stoel.en of banken gestoken. Zoodra ge Italië bin nenkomt, ziet ge het .fascisme. De zwart- hemden van allerlei aard zijn er talrijker nog dan de militairen, die men overigens in Italië niet minder ontmoet dan in het Prui sen van voor den oorlog het geval was. Ge ziet de jonge fascist en oefenen, en ge vindt, zoodra ge in kleinere plaatsen komt, de oudere fascisten samen praten en over leggen. In Rome trof het ons. dat er zelfs fascistische auto-rondritten worden georga niseerd, d.w.z. rondritten voor de vreem delingen, die niet een bepaald deel van Ro me tot onderwerp hebben, maar het fascis tisch werk willen doen zien. Die rondritten gaan over een afstand van 40 K.M.; zij be treffen niet alleen Rome. maar ook de naastbijgelegen omgeving, die door Musso- lini kort geleden werd geïnspecteerd. Dat moet erkend, wie dezen rondrit maakt, ont dekt heel wat verbeteringen, in korten tijd aangebracht. Wie Rome in een tiental ja ren niet bezocht heeft, waardeert het weg breken op ruime schaal, dat om en nabij v.h. Sukkel Co. EFFECTEN - COUPONS - PROLONCATIËN - SAFE DEPOSIT alle Bankzaken het Kapitool is geschied, waardoor dit rui mer is komen te staan en meer in oude grootschheid valt te waardeeren. Trouwens, in geheel Rome is gebroken en zijn nieuwe verkeerswegen aangelegd. Het facisme kan het niet helpen, dat het nationaal gedenktee- ken, dat geheel Rome overschaduwt, nu niet tot de mooiste kunstvoortbrengselen van Italië behoort; het is daartoe te groot, te veel van goud voorzien. Het fascisme in- tusschen heeft er wel zorg voor gedragen, dat het oude Rome, achter dit gloednieuwe monument gelegen, wat ruimer is kunnen gaan ademhalen, en dat de bezoeker, die Ro me voor het eerst bewondert, een bijkans vrijen blik kan werpen op dat ^mmer im posante Forum. Spoorwegongelu i hoor de ik eens deze diverse forums nq n door een aardig jong meisje, die slech. ^og had voor het inderdaad ruïneus uitziende sa menstel van versplinterde steenen. Maar spoorwegongelukken van toch wel zeer groote historische en cultureele waarde, die alleen Rome in zoo grooten omvang binnen zich bergt. Het fascisme heeft Italië in elk geval ge maakt tot een land, waar orde op de straten heerscht. Ordelijkheid naar buiten en naar binnen was nooit een op den voorgrond tredende Italiaansche karaktertrek, schoon de Romerascfcie heerschappij juist daardoor groot is è^v.-ortfëii "Nog altijd leeft de ge middelde Italfkan een groot deel van zijn dagelijksch leven op straat. Wij vertoefden enkele dagen achtereen in het zeer aantrek kelijk, middeneeuwsch uitziend stadje Pe- rugia, de oude hoofdstad van het oude Um- brië. Klein, vestingachtig stadje, met een bevolking van enkele tienduizenden, waar door zelfs dit kleine stadje 't aanzien krijgt als ware het een zeer bevolkte plaats. Maar bracht dat leven op straat vroeger met zich mede een voortdurend krakeelen, schreeu wen, lawaaimaken om niets thans is het toch wel wat anders. De vroolijkheid, den Italiaan van nature eigen, is niet verdwe nen; de zonnige zuidelijke glimlach komt spoedig om den hoek kijken. De hoffelijk heid tegenover den vreemdeling is evenmin verloren gegaan, maar gaat niet meer ge paard met de aan Nederland herinnerende overbodige belangstelling, die vroeger in al wat vreemd was, overmatig werd getoond. De vreemdeling kan er zich bovendien in groote of kleine steden bewegen zonder elk oogenblik gevaar te loopen zijn beenen te breken over minder of meer echte bede laars. die zich in allerlei ongelukkig gewaad hullen. Het zou te veel gezegd zijn, indien men beweerde, dat Italië geheel geen be delaars meer kent, maar toch, het type is van de straten verdwenen, en de bedelaar, die ge er ontmoet, wordt uitzondering. Het verkeer gaat er geleidelijk en snel, wellicht in groote steden wat te snel naar onze meer voorzichtige West-Europeesche opvattin gen, Teneinde verbinding tusschen twee stadsdeelen van Rome tot stand te brengen, heeft men het koninklijk Quirinaalpaleis on dergraven door een tunnel van enkele hon derden meters lengte. Daardoor gaat nu tijdens den dag een stroom van verkeer van allerlei aard, en op het asphalt van dezen tunnelweg trachten de stoutmoedige Itali aansche chauffeurs elkander in snelheid den loef af te steken. Dat gaat gepaard met een gebruik van claxons, dat ons minst geno men overbodig voorkomt; geluid, dat te gen het lage gewelf weerkaatst en zoodoen de over dezen korten afstand hooren en zien doet vergaan. Overal trouwens in de groote en kleine steden rijden auto's met een snelheid, die ons in straten, heel wat verlatener dan de Italiaansche in den regel zijn, onvoorzichtig toeschijnt. En toch gebeuren er weinig on gelukken, omdat de Italianen geboren chauffeurs zijn, maar ook omdat de Italiaan sche voetganger wel onvriendelijke woorden snauwt aan het adres van den voorbijvlie genden automobilist, maar op eigen veilig heid voor alles bedacht is. De treinen, och het is al zoo dikwijls gezegd, vertrekken nog altijd op tijd. in tegenstelling met het vroegere Italië, dat men langzamerhand is gaan vergeten. Van de Italiaansche sta tions spant het nieuwe te Milaan, waarme de dat te Rome in geen opzicht meer kan worden vergeleken, de kroon. Groot en grootsch is het gebouw; men heeft bij dien bouw het oog op de toekomst gericht. En daar te Milaan, gelijk overal elders, waken fascistische commissarissen, die zoo nu en dan een eind in den trein meerijden. Maar, wanneer ge mij vraagt of ze een hinderlijke controle uitoefenen, dan moet ontkennend geantwoord worden. Het heeft er den schijn van alsof hun controle meer gericht is op ambtenaren en beambten dan op het reizend publiek. Wie zich herinnert welk een uit zondering op tijd rijdende treinen in Italië vroeger vormden, kan in dat opzicht den fascistischen invloed slechts loven, En wie zich herinnert hoe men vroeger niet slechts in de kleine zuidelijke, maar ook in de groo te noordelijke steden in Italië het lanterfan ten als een noodzakelijke tijdpasseering be schouwde. kan met waardeering zien, dat er gewerkt wordt, hard en met naar buiten in elk geval opgewekte gezindheid. Alweer, ,de vreemdeling neemt slechts oppervlakkig j waar, maar dat oppervlakkige kan toch niet over geheel den bodem van een zoo groot j land voo volledig in strijd zijn met het in- nerlijk. I Italië is en blijft als land om te reizen on overtroffen. Het heeft een prachtige na tuur; het beschikt over een kunst, die on vergelijkelijk is, omdat van haar de cultuur van tal van andere landen stamt. En waar ge gaat of staat, drukt Uw voet historischen bodem. Het werd zoo aardig door een voor aanstaand Nederlander gezegd toen hij de zer dagen een internationaal congres in Italië opende: Wanneer men een land, dat men tot dusverre niet heeft bezocht, be treedt, is het immer een gevoel van nieuws gierigheid, dat over u komt. Maar betreedt ge Italië voor den eersten keer, er is iets van wijding, dat ge voelt, omdat namen en dingen in Italië zijn samengeweven met dat gene wat ge als kind en als jongeling hebt geleerd. De Tiber is voor ieder, die deze rivier voor het eerst ziet iets meer dan een rivier; Italaansche provinciën zijn vets meer dan landschappen met mooie natuur, om van Rome, het eeuwige Rome in het geheel niet te spreken. De verschillende deelen van Italië worden door de spoorwegen vrij goed verbonden, en voor zooverre dit niet volledig het geval is, is ook hier de autobus te hulp gekomen. Een moeilijkheid blijft de taal, en waar de Italianen hun taal als een vierde algemeene beschouwen, naast Fransch, Duitsch en Engelsch, geven zij zich minder dan tevoren moeite om iets van u te begrijpen, wanneer ge u in een dezer drie talen tracht verstaanbaar te maken. Daartegenover staat echter de aangeboren hoffelijkheid en welwillendheid, die naar het Zuiden wat afneemt, maar toch voor den gemiddelden reiziger groot genoeg blijft. Met enkele woorden, en desnoods met tee- kens komt ge zelfs in Italië een heel eind. De Italiaansche ambtenaar is een gids voor den reiziger, en staat hem gaarne ten dien ste, mits hij maar van zijn betrouwbaarheid overtuigd is. Men merkt zulke veranderin gen met vroeger gemakkelijk op; moeilijker is het te bepalen welk aandeel het fascisme daaraan heeft. Onlangs werd een uitspraak gegeven in dezen zin. dat men het fascis me niet kan aanvaarden zonder datgene wat de tegenstanders noemen zijne uitspattin gen, want juist op die uitspattingen, zoo zeggen zij. is het gegrond. Die opvatting latende voor wat zij is. dient toch wel ge constateerd, dat het Italië van voor of van direct na den oorlog zeker een heel wat minder ordelijk werkend, en opgewekt Ita lië was dan het Italië van thans. Dat niet zooveel tijd nutteloos aan de politiek wordt verdaan gelijk tevoren in Italië evenals in Spanje het geval was, kan zeker geen kwaad. Maar dat er over de gemiddelde Italiaansche stad en het land iets van een rust is gekomen, die men vroeger miste, treft zelfs den oppervlakkigen reiziger. Dat het fascisme zich naar buiten toont, kan niet worden ontkend. Ook dan, wanneer men niet toevalligerwijze in Rome vertoeft op een dag voorafgaande aan Mussolini's wa penschouw over de 40.000 jongere fascisten, valt dit op. Maar toch dient hier gezegd, dat deze jonge fascisten, allen gemakkelijk her kenbaar, zich ongedwongen, opgewekt be wogen; eenerzijds niet den indruk maakten van aan een overmatige discipline te zijn onderworpen, anderzijds zeker niet het uit dagend vertoon gaven, dat aan de natio- naal-socialisten in Duitschland en zelfs «aan sommige jongeren groepen in ons rustige vaderland niet altijd vreemd is! Het Forum Romanum met al wat daar onmiddellijk bij behoort, is als van ouds het middenpunt van Rome gebleven. On middellijk achter het Forum is het Kapi tool, en terzijde daarvan is de facade van het nationaal gedenkteeken der Italiaansche eenheid, gericht naar de smalle, trechter vormige lange straat, die Corso Umberto I heet. Voor het Corso is een soort plein, aan den eenen kant het Palazzo Colonna. wat teruggedrongen, en aan den anderen kant het al even vestingachtig uitziend Palaz zo Venetia. Dit heeft een rol gespeeld, een belangrijke rol in de middeneeuwsche twis ten. die Rome gescheiden hielden: het heelt daarna de ambassadeurs van Venetie ge herbergd en later de Oostenrijksche gezan ten. De Staat heeft het na den oorlog ge confisqueerd, gelijk het prachtige oude pa leis, dat de Duitsche legatie nabij het Ka pitool herbergde, gedeeltelijk is neerge haald, gedeeltelijk hij het Kapitool-musenm is gevoegd. Gelijk ook het paleis der Span jaarden. zoo schilderachtig gelegen aan de schilderachtige trap van het Spaansche Plein, na de laatste gebeurtenissen 111 Span- je iets van zijn oude waardigheid heeft ver- loren. In het Patezo Venczia woont de Du- ce cn wie het niet zou weten, ziet het aan de beide fascistische schildwachten die er dag en nacht dienst doen. Wie een blik naar binnen werpt, ziet in de groote, schijnbaar oneindige ruimte van het voorplein van de ze paleizen met ontzaggelijke afmeting. Zoo nu en dan staat er een auto van Mussolini DE EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKER II is het meest betrouwbare adres voor Uw drukwerk. Met onze mo derne machines zijn wij in staat U bet baste van het beste te leveren tegen zeer concurreerende prijzen

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1931 | | pagina 1