kei iTING orten I Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag DE MISLUKTE BANKROOF! ERKEN 3AARN ne Bekendmakingen. DE BOUWERS. Een uitstapje naar den kleinsten Staat van Europa, NO. 4 ORTINfi. Officieel. Twintigste Jaargang Woensdag 13 Januari 1932 .N DEN vun Ham» ewerkt door >n. i voorbehouden n ik het gele igen keizer van te het kan geen jhtegaal hooren t is, krijgt het pak slaag!" rneer en rende leis te doorzoe- inet hem mee, een pak slaag en nachtegaal, alles wist en hof nog ooit nden zij een ken en dat zei: de nachtegaal? zeker, hij kan nd mag ïk een neder brengen, oont en als ïk ceer en ik ben het bosch en En hij zjngt leisje", zeï de vaste betrek je krijgt de en zien„ hoe de •r den nachte- moet n.I. van- hijnen naar het bosch dijk zong. Bij- En terwijl ze >r in 'le verte /iep een jonge iderlyk praeii- ii beestje.' Ik >rd!" je loeït. Wij de plek. waar i het keuken- mgs een sloot luid te kwa- i een andere uid van kerk- zei het keu- i hem nu wel 1 te zingen, n het kleine en kijk eens, iaar een klei,' de takken zat. zeï de Ka- lacht, dat hy t hij er dood- hij prachtige op het ge- nenschen van keukenmeis- teizer wenscht zei dc nach- itig lied gor- feest in het loeren en de 1 van porce- ,ooi opgewre- ht van 1000 ad zijn Zon- ;r zat op zijn ïem had men waarop de hij voor den e nachtegaal op het gou- 3 keer een 'aarna zong lied, dat de oogen kreeg, als beloonïrig n hals mocht een groote ingi TOON 301 rken, ft ft' ft ft ft ft ft ft ft ft ft ft BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 78 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS II.- PER DRIE MAANDEN, FR ANCO PER POST. REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 TEL. 2062 - SOESTDIJK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 18 VAN DE AUTEURSWET 101Ï (STAATSBLAD NUMMER *80) Burgemeester en Wethouders van Soest brengen hierbij ter openbare kennis: dat op heden zijn afgekondigd: le. de door den Raad der gemeente op 20 November 1930 vastgestelde en bij Ko ninklijk besluit van 5 December 1931, No. 23 tot 1 Januari 1935 goedgekeurde veror dening op dc heffing van besmettelijke ziek- tengelden in de gemeente Soest; 2e. de door den Raad der gemeente op 26 November 1930 vastgestelde verordening op de invordering van besmettelijke ziek- tengelden in de gemeente Soest; 3e. het door den Raad der gemeente op 24 Juni vastgestelde besluit tot wijziging van de verordening op de heffing van be smettelijke ziektengelden in de gemeente Soest, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van December 1981 No. 28 tot 1 Januari 1935. Soest, 9 Januari 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis 'dat door hen op heden is-afgekondigd de door den Raad dezer gemeente in zijne vergadering van 23 December 1931 vastgestelde verordening betreffende het beroep, bedoeld in de arti kelen 7 en 9 der Woningwet. Soest, 7 Januari 1931. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. 495 De Burgemeester en Wethouder van doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijne vergadering van 23 Decem ber 1931 is vastgesteld de volgende verorde ning: Verordening betreffende het beroep, bedoeld in de artikelen 7 en 9 der Woningwet. Artikel 1. Van de besluiten van Burgemeester en Wethouders, bedoeld in artikel 6, zesde lid, der woningwet, kan de aanvrager der ver gunning binnen dertig dagen na den dag, waarop hem van het besluit is kennis ge geven, bij den Gemeenteraad in beroep ko men. Indien Burgemeester en Wethouders niet binnen den in den eersten zin van het vier de lid van artikel 6 der woningwet bedoel den termijn een besluit hebben genomen, kan de aanvrager der vergunning binnen dertig, dagen na het verstrijken van dien termijn bij den Gemeenteraad voorziening vragen. Artikel 2. Van de besluiten van Burgemeester en Wethouders, bedoeld in artikel 9, eerste lid, der woningwet, kan hij,, aan wien de eischen zijn gesteld of de vrijstelling is geweigerd, binnen dertig dagen na den dag, waarop hem van het besluit is kennis gegeven, bij den Gemeenteraad in beroep komen. Artikel 3. Het beroep, in artikel 1, eerste lid. en artikel 2 bedoeld, wordt ingesteld en de voorziening, in artikel 1, tweede lid, be doeld, wordt gevraagd bij aan den Gemeen teraad te richten verzoekschrift. Artikel 4. De Gemeenteraad neemt binnen dertig dagen na den datum van indiening van het verzöekschrift een beslissing. Vergadert de Gemeenteraad niet binnen deze dertig da gen, dan neemt hij een beslissing in dc eerstvolgende vergadering. Het nemen van de beslissing kan eenmaal voor ten hoogste dertig dagen worden verdaagd. Artikel 5. Deze verordening treedt in werking op den eersten dag na dien, waarop zij is afge kondigd. ,R'j het inwerkingtreden dezer verorde ning vervallen de artikelen 70 tot en met der bouwverordening, vastgesteld 2 No vember 1927, met dien verstande evenwel, nn k ,c. art»kelen van toepassing blijven en 2 n als bedoeld in de artikelen 1 i genomen vóór dat inwerkingtreden. PuteerH c°ze verordening door de Gede- 29 rwe '^tater» van Utrecht bij besluit van 2321 afdeeling No. 4444 pn j '^gekeurd. het bt'hoor,™!!" a'kondiKing geschied, waar Burgemees Ja"uari 1H32' ar ea Wethouders voornoemd, Dc Burgemeester, G. Deketh. c Secretaris, J. Batenburg. Burgemeester en w doen te weten, dat ]„e,h™ders van Soest meente in zijne verin,]'" 1 raa t"er her 1030 is vastgesteld"/® V'1" 26 Novem' waarvan dc h«beh„vol®?,d<! ,^ror~ ring bij Koninktl°rfnd,c heffmgs- dening, Watu v,m Ue Diibchr^-,."'i Y tY' verordening bij Koni„S0t?d,e December 1931, No 23 V- hesUm van tot 1 Januari 1935: Jn goedgekeurd .Verordening op de invordering Van be- smettelijke ziektengelden in de gemeente Soest. Artikel 1. 1. De inning van besmettelijke ziekten gelden geschiedt door den gemeente-ont vanger die voor elke aan hem gedane be taling een bewijs van ontvangst afgeeft. 2. De voldoening der besmettelijke ziek tengelden moet geschieden binnen 30 da gen nadat het verschuldigd bedrag aan den belastingschuldige is medegedeeld. Artikel 2, 1. Van henit, die nalaat de verschuldigde gelden te voldoen, worden deze ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van de ar tikelen 258 tot en met 262 der gemeente wet. 2. Verschuldigde bedragen, waarvan de invordering niet heeft kunnen geschieden, kunnen door den Gemeenteraad oninvor- derbaar worden verklaard. Artikel 3. Deze verordening treedt in werking te gelijk met de verordening op de heffing van besmettelijke ziektengelden. En is hiervan afkondiging geschiedt, waar het behoort, den 9 Januari 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris. J. Batenburg. Burgemeester en W'-thouders van Soest doen te weten, dat door den raad dier ge meente in zijne vergadering van 26 Novem ber 1930 is vastgesteld de volgende veror dening, waarvan de bijbehoorende heffings verordening bij Koninklijk besluit van 5 December 1931, No. 23 zijn goedgekeurd tot 1 Januari 1935: Artikel 1+ Er worden in deze gemeente, onder de benaming van besmettelijke ziektengelden, als bijdrage in of vergoeding van de ten laste der gemeente komende kosten van vervoer, afzondering, onderzoek, verple ging,, reiniging en ontsmetting als bedoeld in de besmettelijke ziektenwet (Staatsblad 1928 No. 265) rechten gevorderd volgens het in artikel 3 dezer Verordening opgeno men tarief. Artikel 2. De in arikel 1 dezer verordening bedoelde, belasting zal worden geheven van den hoofdbewoner, in wiens woning, voer- of vaartuig blijkens de kennisgeving volgens arikel 2 der Besmettelijke Ziektenwet (S. 1928 No. 265) den Burgemeester gedaan, het ziektegeval is vermoed of vastgesteld, tenzij de lijder niet behoort tot het gezin van den hoofdbewoner en eigen inkomsten geniet, in welk geval deze zelf belasting plichtig is. Het in het eerste lid bepaalde vindt gee- ne toepassing voor wat betreft de kosten van verpleging, gemaakt ten behoeve van den lijder, die niet behoort tot het gezin van den hoofdbewoner en die niet in staat is de belasting op te brengen. Deze kosten van verpleging komen ten laste van de ge meente. Artikel 3. le. Van de kosten^ bedoeld in artikel 21 van de Besmettelijke ziektenwet (S. 1928 No. 265) is verschuldigd door belasting plichtigen wier belastbaar inkomen is vast gesteld op een bedrag van. f 1500 tot en met f 2000 20 percent; f 2000 tot en met f 2500 35 percent; f 2500 tot en met f 3000 50 percent; f 3000 tot en met f 3500 65 percent; f 3500 tot en met f 4000 80 percent; 2e. Belastingplichtigen, wier" belastbaar inkomen meer dan f 4000 bedraagt, zijn het volle bedrag der kosten verschuldigd. Artikel 4. 1. Belanghebbenden1, die tot de on- of minvermogenden behooren,, zijn van de be taling der besmettelijke ziektengelden vrij gesteld. 2. Als on- en minvermogend worden aangemerkt zij, wier belastbaar inkomen minder dan f 1500 per jaar bedraagt. 3. Als grondslag voor de bepaling van het belastbaar inkomen wordt genomen de belastbare som, bedoeld in artikel 37 der wet op de inkomstenbelasting 1914 der be langhebbenden, volgens de kohieren van de ijksinkomstenbelasting voor het loopend belastingjaar, of zoo deze som niet op deze wijze is bepaald, volgens schatting door Burgemeester en Wethouders met inachtne ming van de bepalingen van hoofdstuk II en artikel 31 der) wet op de inkomstenbe lasting 1914. Artikel 5. De invordering der besmettelijke-ziekten- gelden geschiedt overeenkomstig de veror dening van heden. Artikel 6. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1931. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 9 Januari 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretarist, J. Batenburg. BEKENDMAKING. Het Burgerlijk Aimbestuur te Soest ver zoekt allen die iets van dit bestuur te vorde ren hebben, hunne rekeningen voor het jaar 1931 ten spoedigste ten Raadhuize in te die nen. Het vestigt er voorts de aandacht van de betrokkenen op, dat bij nalatigheid, niet tot voldoening van dergelijke vorderingen zal worden overgegaan. Het Burgerlijk Armbestuur voornoemd, A. O. Dammers, Voorzitter. H. Bossert, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Soest doen te weten, dat door den raad dier ge meente in zijne vergadering van 24 Juni 1931 en bij Koninklijk besluit van 5 Decem ber 1931, No. 23 is goedgekeurd tot 1 Januari 1935 de volgende verordening: De Raad der gemeente Soest; Overwegende, dat door Gedeputeerde Staten dezer provincie bij schrijven van 7 April 1931, le afdeeli ïg No. 4055167 en 9 Juni 1931, le af deeling No. 16111005 verzocht is de verordening op de heffing van besmettelijke ziektengelden dd. 26 No vember 1930 met eenige bepalingen aan te vullen en dat het wenschelijk is aan dezen wensch gevolg te gevenj BESLUIT de in de raadsvergadering van 26 Novem ber 1930 vastgestelde verordening op de heffing van besmettelijke ziektengelden in de gemeente Soest te wijzigen als volgt: Artikel 1. Aan artikel 1 van bovengenoemde verorde ning van 26 November 1930 worden de na volgende leden toegevoegd: Onder de in het eerste lid genoemde ten laste der gemeente komende kosten van vervoer, afzondering, onderzoek, verple ging, reiniging en ontsmetting als bedoeld in de besmettelijke ziektenwet (Staatsblad 1928, No. 265) worden verstaan de kosten onverminderd die van eventueel vervoer Velke de gemeente verschuldigd is, voor zoover afzondering, onderzoek en ver pleging betreft, aan de Stichting Stads- en Academisch Ziekenhuis te Utrecht en voor zoover betreft vervoer, reiniging en ont smetting, die, welke de gemeente verschul digd is aan den ontsmettingsdienst in casu de gemeente, van welker dienst gebruik wordt gemaakt, overeenkomstig de daar voor geldende regeling. Voor het geval, dat met gebruikmaking van lid 2 van artikel 2 van het door de ge meente met de Stichting „Stads- en Aca demisch Ziekenhuis" te Utrecht gesloten contract een lijder in een andere dan de 3e klasse wordt verpleegd, komen de daar uit voortvloeiende hoogere kosten geheel ten laste van belanghebbende. Artikel 2. In artikel 3 van de verordening van 26 November 1930 word'-n in regel 5, 6, 7 en 8 resp. voor de getallen f 2000, f 2500, f 3000 en f 3500 de woorden ^meer dan" in gevoegd. Artikel 3. In artikel 4 lid 3 van de verordening van 26 November 1930 worden de woorden „van hoofdstuk II en artikel 31" geschrapt. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 9 Januari 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Het is niemand minder dan de bekende en alom vereerde Amerikaansche dichter Henry, Wadsworth Longfellow, die in een van zijn eenvoudige verzen zegt: wij allen zijn bouwers van het Lot, werkend aan de muren van den tijd... voor 't bouwwerk dat we oprichten, is de tijd met grondstof fen gevuld; onze „hedens" en „gisterens" zijn de blokken waarmee we bouwen.... Dit zijn zoo van die diepzinnige gedach ten, die velen van ons gaarne willen onder schrijven, die ze mooi vinden.... maar, beseffen ze er ook de groote, machtige be- teekenis van? En leven ze ernaar? Worden hun gedachten en daden door dit groote richtsnoer geleid, in het levendige besef, dat onze gedachten en daden van gisteren en heden, den kiem van onze wederwaar digheden van morgen bevatten? Een le venswijsheid, die men terugvindt in een tot populaire spreekwijs geworden vermaning- wie wind zaait, zal storm oogsten? In deze gewone wereld, in de duizender lei gewone plichten welke het leyen op ons aller ziel leg(, hebben wij de bezige wer kers te zijn, die dag aan dag bezig zijn een karakter te kneeden, dat blijvend zal zijn, aldus zegt Basil Binyon in Great Thoughts (London). Dit is weer een andere manier om ons duidelijk te maken, dat het doel van deze gansche aardsche leerschool is: karakter te kweeken. Dat wil zeggen: goed karakter. En Binyon gaat dan voort: wij zijn de fijne beeldhouwers van een beeld, dat eeuwig zal blijven. Er zijn vele dingen die aan het huidige leven een verheven beteekenis verleenen en het een belangrijkheid schenken, die geen mensch kan overdrijven. Maar er is geen ding dat een grooter beteekenis heeft dan dit, dat we in alle dingen en overal bezig zijn den mensch op te bouwen, dien we voor immer zullen zijn. Dat is onvermijde lijk en onontkoombaar. Er zijn sommige dingen die we niet be hoeven te doen, maar er zijn cr ook eenige, die even onafwendbaar zijn als eb en vloed. In elk uur en door iedere daad bouwen we onvermijdelijk op het gebouw van ons- zelfj, ons innerlijk wezen, ons karakter op. We hebben zelf te kiezen wat betreft de soort van bouwsel, dat we willen bouwen, en wat betreft de soort van materiaal dat we ervoor zullen gebruiken; maar we heb ben geen keus aangaande het feit van het bouwen zelf. En wat de schaal aangaat waarop we zullen bouwen, in dat opzicht hebben we de grootste ruimte Het gebouw kan gewrocht worden van die strenge en soliede eigenschappen die de basis van alle grootheid zijn oprecht heid, ernst, waarheid, onkreukbaarheid; en het geheel gedrenkt in die onvergankelijke dingen die alle bederf tarten.... Er is een diepzinnig gezegde dat luidt: „Het is niet wat een mensch denkt dat goed is, maar wat hij denkt dat het beste is, dat beslissend is voor het karakter." Karakter wordt gevormd van binnenuit. Het zijn die stille genegenheden en getrouwheden, die met hun buigzame vingers de substantie des levens in den vorm kneeden, die het voor goed zal behouden.... Maar 's menschen diepste vereering, de oprechtheid van zijn innerlijk gemoed, komt altijd tot uitdrukking in zijn levens methoden en levenswijs. Zijn gedragen is altijd als' het ware de vertolking van zijn innerlijk gemoed. Er bestaat een diep ver band tusschen het innerlijke en het uiter lijke. Onze innerlijke gevoelens spreken uit onze oogen, en dikwijls onbewust uit den toon van onze stem. We mogen er ons niet bewust van zijn, zegt Binyon, maar elk oogenblik geven we onbewust een onthul ling van onszclve. Onze houding, onze ma nier van spreken, onze manier van leven, de manier waarop we de dingen bekijken in al die dingen geven we ons zelf bloot. De slechte vrucht spreekt van den slechten boom; de schoonheid van het fruit spreekt van den goeden boom.... Hetgeen niet zoozeer een vermaning moet zijn, om op onze tellen te passen, opdat we „onszelf niet verraden", doch eerder een aansporing, om te zorgen,, dat „de boom" goed is, dat wil zeggen, dat onze gedachten, motieven, beweegredenen en daden, goed, eerlijk, oprecht, liefdevol en vergevensge zind zijn. Opdat we ons niet voor onze vruchten behoeven te schamen. (Nadruk verboden). FLORIS C. (SAN MARINO). I. De Adriatische zee is minder bekend dan zij verdient. Zelfs degenen, die niet moede worden de schoonheid te prijzen van" de Dalmatische kust en het romantische, daar achter gelegen binnenland, kennen de over zijde van de Adria slechts zeer ten deele. Zijn zij wellicht van Bari of Brindisi met Wat? Ook HIER een Bank berooven? Trachten HIER „een slag" te slaan? Bij de dapp're, wakkTe Soesters? 't Za(, bandieten, heusch niet gaan! HIER toch zijn Bank-Directeuren DAG EN NACHT op hun „qui-vive"; Want zij hebben EN de centjes EN de klantjes, VEEL TE LIEF! VOOR gij 't slot nog uitgeboord hebt, Of de steekvlam doet haar werk, Is Politie onderweg reeds; Mannen: DAPPER, MOEDIG, STERK! Of gij trachten wilt te vluchten, U met wapens stelt te weer, NIMMER zult gij haar ontkomen; Denkt aan Soest's Politie-eer! Gij, bandieten, moest toch weten: Soest heeft ALLES „voor mekaar"; D'ALLERNIEUWSTE dieven-vangers Staan, voor het gebruik, steeds klaar. Tracht te vluchten OVER DAKEN, Reeds gonst daar de vlieg-machien, Waaruit, grimmig U bedreigend, Loop van mitrailleur komt zien! Of gij wilt PER AUTO vluchten, DADELIJK heeft men U weer beet; Want, aan race-vervolgings-auto Zit een DIEVEN-VANGMAGNEET! Uwe wagen MOET dan stoppen, Staat PLOTS, ONVERBIDD'LlJK, stil; Politie heeft U slechts te vragen: ^,Of gij haar maar volgen wil." Neen, geloof mij, waarlijk, heeren: Uwe kans is hier NIHIL; Met onz' „speurder-vliegmachine", En magneet-automobiel! Ook de juffrouw aan 't loketje Dreigend, maakt gij BANG NOCH BOOS; Want zij schiet, op VIJFTIEN METER, ALLE treïfers <,in de roos"! Aan ceintuur, om slanke taille, Hangt de ^browning" IMMER KLAAR; En zij weet haar te gebruiken Tot Uwe schade, reken maar! Neen bandieten, 't lukt IN SOEST NIET; Waagt maar ELDERS Uwen kans; Gij hebt het dus GOED begrepen: HIER ontspringt gij NOOIT den dans! AD-REM. S0ESTER BANKVEREENIGING - Telef. 2317 - SOEST v.h. Sukkel Co. EFFECTEN - COUPONS - PROLONGATIËN - SAFE DEPOSIT alle Bankzaken een der snel varende booten vertrokken, of hebben zij vanuit Venetië of Triest een zeereis ondernomen, dan hebben zij iets van deze zeekust gezien, maar weinig. Om slechts een paar punten te noemen: wat mooi ligt niet Ancona, havenstad van be- teekénis. Hoezeer is Ravenna, dat bijkans aan de Adriatische zee is gelegen, niet te roemen als een schat van oude kunst! En vooral, welk een aantrekkelijke badplaats vormt niet Rimini. O, ongetwijfeld. Rimini zelf is een vrij onbelangrijk stadje, waar een paar architectonische overblijfselen nog herinneren aan de grootheid van den Ro- meinschen tijd, en de Kathedraal het bezoek meer dan loont. Maar het nieuwe Rimini, door een breede Avenue van het oude ge scheiden, is een en al luxe en comfort, en des zomers een en al zonnige glimlach, die den badgast tegemoet komt. En als men nu, op een helderen dag staande aan het strand van Rimini, den blik landwaarts in doet gaan, ziet men zich van den keten der Appenijnen wat losgemaakt, 'n 3-kruinigen berg, door zijn omvang niet ten onrechte Titaangebergte geheeten. Die drie kruinen worden bekroond door even zoovele oude kasteelen, ons voerende in den vroegeren tijd, behoorende tot het onafhankelijk grondgebied van San Marino. Want een der kleinste landen wat bevolkingsaantal be treft, verheft zich daar op de hellingen en op de toppen van dit gebergte. En toch is het merkwaardig, dat er vele badgasten jaarlijks in Rimini doprbrengen, vele toe risten op de reis van Ravenna naar Ancona hier uitrusten, zonder dat zij zich de moei te geven deze eeuwenoude republiek, door den grooten Napoleon modelrepubliek ge heeten, te bezoeken. Dat bezoek heeft in derdaad eenige bezwaren, want tot dusverre is dc vrijwel geheel gereed zijnde spoorweg nog niet in exploitatie. Maar de weg er heen is goed en brengt er U per auto in een groote drie kwartier, per rijtuig in ruim het dubbele van dien tijd. En vanaf het oogenblik, dat ge de brug zijt overge gaan, in welks muur een steen herinnert aan het feit, dat ge het grondgebied van San Marino hebt betreden, laat het gezicht op het Titaangebergte U niet meer los. Met eenige verwondering vraagt ge hoe wij daarboven zullen komen, en wat daar achter de rotsachtige kammen van het ge bergte verscholen ligt. Vanaf het oogenblik, dat ge de bezitting van Graaf Mazzoni Borghese, door groote wijngaarden omge ven, zijt voorbijgegaan, stijgt de weg. Bij het kerkhof van Mont alba, plaats waar de stichter van San Marino het eerst woon de^ zijt ge halverwege de hoogte gekomen en bij het welvarend dorpje Borgo Mag- giore kijkt ge reeds tegen de versterkingen daarboven op. De auto beëindigt haar tocht, wanneer zij voor de Porto.£an Francesco is gekomen; autoverkeer in San Marino, de eenige stad van de bergrepubliek, is niet toegestaan. Zij wacht buiten, terwijl ge de steile straten der stad gaat beklimmen. Wanneer ge San Marino betreedt, zet ge Uw voet op een grondgebied, dat in ouder dom met de oudste Staten van Europa kan wedijveren. Want ruim 15 eeuwen bestaat San Marino, bijkans in den tegenwoordigen omvang, en steeds is het onafhankelijk ge bleven, ook al ziet ge aan alle zijden het omringende Italiaansche gebied. De Heilige Marinus, steenhouwer van beroep, uit Dal- matië om geloofswille naar hier gekomen, vond er de medewerking van de rijke ma trone Felicita, die wat in die oude tijden gemakkelijk gebeuren kon het geheele Titaangebergte in eigendom bezat. Hij stichtte er een kerk, later een parochie, die hij van den naburigen wereldlijken en gees telijken invloed wist vrij te houden, en waaruit de republiek San Marino is ont staan. Hoog daarboven op den berg leefden in die oude tijden de herders, de houtves ters, de steenhouwers, die slechts bij tijd en wijle, en wanneer de omstandigheden dit noodig maakten, naar de nabijgelegen ste den kwamen. De felle strijd der Midden eeuwen, die Italië verwoestte, is bijkans immer langs het Titaangebergte getrokken. Zeker, aan pogingen om het kleine land in te lijven, heeft het niet ontbroken. Maar wie hierboven is aangekomen, beseft, dat het met de middelen van dien tijd een bij kans onmogelijk ondernemen was, al achtte San Marino het terecht verstandig zich door vestingwallen te beschermen. Soms werd het geprobeerd uit naijver, soms uit wraakzucht, maar altijd mislukte het. Een verwoed edelman uit het nabijgelegen Bo- logna verzamelde een leger, dat echter in het nachtelijk duister verdwaalde en bij het aanbreken van den dag nog aan den voet van het Titaangebergte opgesteld stond. |En Kardinaal Alberoni, die in den

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 1