kei
iTING
orten
I
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
DE MISLUKTE
BANKROOF!
ERKEN
3AARN
ne
Bekendmakingen.
DE BOUWERS.
Een uitstapje naar den
kleinsten Staat van
Europa,
NO. 4
ORTINfi.
Officieel.
Twintigste Jaargang
Woensdag 13 Januari 1932
.N DEN
vun Ham»
ewerkt door
>n.
i voorbehouden
n ik het gele
igen keizer van
te het kan geen
jhtegaal hooren
t is, krijgt het
pak slaag!"
rneer en rende
leis te doorzoe-
inet hem mee,
een pak slaag
en nachtegaal,
alles wist en
hof nog ooit
nden zij een
ken en dat zei:
de nachtegaal?
zeker, hij kan
nd mag ïk een
neder brengen,
oont en als ïk
ceer en ik ben
het bosch en
En hij zjngt
leisje", zeï de
vaste betrek
je krijgt de
en zien„ hoe de
•r den nachte-
moet n.I. van-
hijnen
naar het bosch
dijk zong. Bij-
En terwijl ze
>r in 'le verte
/iep een jonge
iderlyk praeii-
ii beestje.' Ik
>rd!"
je loeït. Wij
de plek. waar
i het keuken-
mgs een sloot
luid te kwa-
i een andere
uid van kerk-
zei het keu-
i hem nu wel
1 te zingen,
n het kleine
en kijk eens,
iaar een klei,'
de takken zat.
zeï de Ka-
lacht, dat hy
t hij er dood-
hij prachtige
op het ge-
nenschen van
keukenmeis-
teizer wenscht
zei dc nach-
itig lied gor-
feest in het
loeren en de
1 van porce-
,ooi opgewre-
ht van 1000
ad zijn Zon-
;r zat op zijn
ïem had men
waarop de
hij voor den
e nachtegaal
op het gou-
3 keer een
'aarna zong
lied, dat de
oogen kreeg,
als beloonïrig
n hals mocht
een groote
ingi
TOON 301
rken,
ft
ft'
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK
ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAGSMORGENS 10 UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 78 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS II.- PER DRIE MAANDEN, FR ANCO PER POST.
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 TEL. 2062 - SOESTDIJK
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 18 VAN DE AUTEURSWET 101Ï (STAATSBLAD NUMMER *80)
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen hierbij ter openbare kennis:
dat op heden zijn afgekondigd:
le. de door den Raad der gemeente op
20 November 1930 vastgestelde en bij Ko
ninklijk besluit van 5 December 1931, No.
23 tot 1 Januari 1935 goedgekeurde veror
dening op dc heffing van besmettelijke ziek-
tengelden in de gemeente Soest;
2e. de door den Raad der gemeente op
26 November 1930 vastgestelde verordening
op de invordering van besmettelijke ziek-
tengelden in de gemeente Soest;
3e. het door den Raad der gemeente op
24 Juni vastgestelde besluit tot wijziging
van de verordening op de heffing van be
smettelijke ziektengelden in de gemeente
Soest, goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van December 1981 No. 28 tot 1 Januari
1935.
Soest, 9 Januari 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis 'dat door hen
op heden is-afgekondigd de door den Raad
dezer gemeente in zijne vergadering van 23
December 1931 vastgestelde verordening
betreffende het beroep, bedoeld in de arti
kelen 7 en 9 der Woningwet.
Soest, 7 Januari 1931.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
495
De Burgemeester en Wethouder van
doen te weten, dat door den Raad dier ge
meente in zijne vergadering van 23 Decem
ber 1931 is vastgesteld de volgende verorde
ning:
Verordening betreffende het beroep,
bedoeld in de artikelen 7 en 9 der
Woningwet.
Artikel 1.
Van de besluiten van Burgemeester en
Wethouders, bedoeld in artikel 6, zesde lid,
der woningwet, kan de aanvrager der ver
gunning binnen dertig dagen na den dag,
waarop hem van het besluit is kennis ge
geven, bij den Gemeenteraad in beroep ko
men.
Indien Burgemeester en Wethouders niet
binnen den in den eersten zin van het vier
de lid van artikel 6 der woningwet bedoel
den termijn een besluit hebben genomen,
kan de aanvrager der vergunning binnen
dertig, dagen na het verstrijken van dien
termijn bij den Gemeenteraad voorziening
vragen.
Artikel 2.
Van de besluiten van Burgemeester en
Wethouders, bedoeld in artikel 9, eerste lid,
der woningwet, kan hij,, aan wien de eischen
zijn gesteld of de vrijstelling is geweigerd,
binnen dertig dagen na den dag, waarop
hem van het besluit is kennis gegeven, bij
den Gemeenteraad in beroep komen.
Artikel 3.
Het beroep, in artikel 1, eerste lid. en
artikel 2 bedoeld, wordt ingesteld en de
voorziening, in artikel 1, tweede lid, be
doeld, wordt gevraagd bij aan den Gemeen
teraad te richten verzoekschrift.
Artikel 4.
De Gemeenteraad neemt binnen dertig
dagen na den datum van indiening van het
verzöekschrift een beslissing. Vergadert de
Gemeenteraad niet binnen deze dertig da
gen, dan neemt hij een beslissing in dc
eerstvolgende vergadering. Het nemen van
de beslissing kan eenmaal voor ten hoogste
dertig dagen worden verdaagd.
Artikel 5.
Deze verordening treedt in werking op
den eersten dag na dien, waarop zij is afge
kondigd.
,R'j het inwerkingtreden dezer verorde
ning vervallen de artikelen 70 tot en met
der bouwverordening, vastgesteld 2 No
vember 1927, met dien verstande evenwel,
nn k ,c. art»kelen van toepassing blijven
en 2 n als bedoeld in de artikelen 1
i genomen vóór dat inwerkingtreden.
PuteerH c°ze verordening door de Gede-
29 rwe '^tater» van Utrecht bij besluit van
2321 afdeeling No. 4444
pn j '^gekeurd.
het bt'hoor,™!!" a'kondiKing geschied, waar
Burgemees Ja"uari 1H32'
ar ea Wethouders voornoemd,
Dc Burgemeester, G. Deketh.
c Secretaris, J. Batenburg.
Burgemeester en w
doen te weten, dat ]„e,h™ders van Soest
meente in zijne verin,]'" 1 raa t"er
her 1030 is vastgesteld"/® V'1" 26 Novem'
waarvan dc h«beh„vol®?,d<! ,^ror~
ring bij Koninktl°rfnd,c heffmgs-
dening, Watu v,m Ue Diibchr^-,."'i Y tY'
verordening bij Koni„S0t?d,e
December 1931, No 23 V- hesUm van
tot 1 Januari 1935: Jn goedgekeurd
.Verordening op de invordering Van be-
smettelijke ziektengelden in de gemeente
Soest.
Artikel 1.
1. De inning van besmettelijke ziekten
gelden geschiedt door den gemeente-ont
vanger die voor elke aan hem gedane be
taling een bewijs van ontvangst afgeeft.
2. De voldoening der besmettelijke ziek
tengelden moet geschieden binnen 30 da
gen nadat het verschuldigd bedrag aan
den belastingschuldige is medegedeeld.
Artikel 2,
1. Van henit, die nalaat de verschuldigde
gelden te voldoen, worden deze ingevorderd
overeenkomstig de bepalingen van de ar
tikelen 258 tot en met 262 der gemeente
wet.
2. Verschuldigde bedragen, waarvan de
invordering niet heeft kunnen geschieden,
kunnen door den Gemeenteraad oninvor-
derbaar worden verklaard.
Artikel 3.
Deze verordening treedt in werking te
gelijk met de verordening op de heffing
van besmettelijke ziektengelden.
En is hiervan afkondiging geschiedt,
waar het behoort, den 9 Januari 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris. J. Batenburg.
Burgemeester en W'-thouders van Soest
doen te weten, dat door den raad dier ge
meente in zijne vergadering van 26 Novem
ber 1930 is vastgesteld de volgende veror
dening, waarvan de bijbehoorende heffings
verordening bij Koninklijk besluit van 5
December 1931, No. 23 zijn goedgekeurd
tot 1 Januari 1935:
Artikel 1+
Er worden in deze gemeente, onder de
benaming van besmettelijke ziektengelden,
als bijdrage in of vergoeding van de ten
laste der gemeente komende kosten van
vervoer, afzondering, onderzoek, verple
ging,, reiniging en ontsmetting als bedoeld
in de besmettelijke ziektenwet (Staatsblad
1928 No. 265) rechten gevorderd volgens
het in artikel 3 dezer Verordening opgeno
men tarief.
Artikel 2.
De in arikel 1 dezer verordening bedoelde,
belasting zal worden geheven van den
hoofdbewoner, in wiens woning, voer- of
vaartuig blijkens de kennisgeving volgens
arikel 2 der Besmettelijke Ziektenwet (S.
1928 No. 265) den Burgemeester gedaan,
het ziektegeval is vermoed of vastgesteld,
tenzij de lijder niet behoort tot het gezin
van den hoofdbewoner en eigen inkomsten
geniet, in welk geval deze zelf belasting
plichtig is.
Het in het eerste lid bepaalde vindt gee-
ne toepassing voor wat betreft de kosten
van verpleging, gemaakt ten behoeve van
den lijder, die niet behoort tot het gezin
van den hoofdbewoner en die niet in staat
is de belasting op te brengen. Deze kosten
van verpleging komen ten laste van de ge
meente.
Artikel 3.
le. Van de kosten^ bedoeld in artikel
21 van de Besmettelijke ziektenwet (S. 1928
No. 265) is verschuldigd door belasting
plichtigen wier belastbaar inkomen is vast
gesteld op een bedrag van.
f 1500 tot en met f 2000 20 percent;
f 2000 tot en met f 2500 35 percent;
f 2500 tot en met f 3000 50 percent;
f 3000 tot en met f 3500 65 percent;
f 3500 tot en met f 4000 80 percent;
2e. Belastingplichtigen, wier" belastbaar
inkomen meer dan f 4000 bedraagt, zijn het
volle bedrag der kosten verschuldigd.
Artikel 4.
1. Belanghebbenden1, die tot de on- of
minvermogenden behooren,, zijn van de be
taling der besmettelijke ziektengelden vrij
gesteld.
2. Als on- en minvermogend worden
aangemerkt zij, wier belastbaar inkomen
minder dan f 1500 per jaar bedraagt.
3. Als grondslag voor de bepaling van
het belastbaar inkomen wordt genomen de
belastbare som, bedoeld in artikel 37 der
wet op de inkomstenbelasting 1914 der be
langhebbenden, volgens de kohieren van de
ijksinkomstenbelasting voor het loopend
belastingjaar, of zoo deze som niet op deze
wijze is bepaald, volgens schatting door
Burgemeester en Wethouders met inachtne
ming van de bepalingen van hoofdstuk II
en artikel 31 der) wet op de inkomstenbe
lasting 1914.
Artikel 5.
De invordering der besmettelijke-ziekten-
gelden geschiedt overeenkomstig de veror
dening van heden.
Artikel 6.
Deze verordening treedt in werking op
1 Januari 1931.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 9 Januari 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretarist, J. Batenburg.
BEKENDMAKING.
Het Burgerlijk Aimbestuur te Soest ver
zoekt allen die iets van dit bestuur te vorde
ren hebben, hunne rekeningen voor het jaar
1931 ten spoedigste ten Raadhuize in te die
nen.
Het vestigt er voorts de aandacht van
de betrokkenen op, dat bij nalatigheid, niet
tot voldoening van dergelijke vorderingen
zal worden overgegaan.
Het Burgerlijk Armbestuur voornoemd,
A. O. Dammers, Voorzitter.
H. Bossert, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van Soest
doen te weten, dat door den raad dier ge
meente in zijne vergadering van 24 Juni
1931 en bij Koninklijk besluit van 5 Decem
ber 1931, No. 23 is goedgekeurd tot 1
Januari 1935 de volgende verordening:
De Raad der gemeente Soest;
Overwegende, dat door Gedeputeerde
Staten dezer provincie bij schrijven van 7
April 1931, le afdeeli ïg No. 4055167 en
9 Juni 1931, le af deeling No. 16111005
verzocht is de verordening op de heffing
van besmettelijke ziektengelden dd. 26 No
vember 1930 met eenige bepalingen aan te
vullen en dat het wenschelijk is aan dezen
wensch gevolg te gevenj
BESLUIT
de in de raadsvergadering van 26 Novem
ber 1930 vastgestelde verordening op de
heffing van besmettelijke ziektengelden in
de gemeente Soest te wijzigen als volgt:
Artikel 1.
Aan artikel 1 van bovengenoemde verorde
ning van 26 November 1930 worden de na
volgende leden toegevoegd:
Onder de in het eerste lid genoemde ten
laste der gemeente komende kosten van
vervoer, afzondering, onderzoek, verple
ging, reiniging en ontsmetting als bedoeld
in de besmettelijke ziektenwet (Staatsblad
1928, No. 265) worden verstaan de kosten
onverminderd die van eventueel vervoer
Velke de gemeente verschuldigd is,
voor zoover afzondering, onderzoek en ver
pleging betreft, aan de Stichting Stads- en
Academisch Ziekenhuis te Utrecht en voor
zoover betreft vervoer, reiniging en ont
smetting, die, welke de gemeente verschul
digd is aan den ontsmettingsdienst in casu
de gemeente, van welker dienst gebruik
wordt gemaakt, overeenkomstig de daar
voor geldende regeling.
Voor het geval, dat met gebruikmaking
van lid 2 van artikel 2 van het door de ge
meente met de Stichting „Stads- en Aca
demisch Ziekenhuis" te Utrecht gesloten
contract een lijder in een andere dan de
3e klasse wordt verpleegd, komen de daar
uit voortvloeiende hoogere kosten geheel
ten laste van belanghebbende.
Artikel 2.
In artikel 3 van de verordening van 26
November 1930 word'-n in regel 5, 6, 7 en
8 resp. voor de getallen f 2000, f 2500,
f 3000 en f 3500 de woorden ^meer dan" in
gevoegd.
Artikel 3.
In artikel 4 lid 3 van de verordening van
26 November 1930 worden de woorden „van
hoofdstuk II en artikel 31" geschrapt.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 9 Januari 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
Het is niemand minder dan de bekende
en alom vereerde Amerikaansche dichter
Henry, Wadsworth Longfellow, die in een
van zijn eenvoudige verzen zegt: wij allen
zijn bouwers van het Lot, werkend aan de
muren van den tijd... voor 't bouwwerk
dat we oprichten, is de tijd met grondstof
fen gevuld; onze „hedens" en „gisterens"
zijn de blokken waarmee we bouwen....
Dit zijn zoo van die diepzinnige gedach
ten, die velen van ons gaarne willen onder
schrijven, die ze mooi vinden.... maar,
beseffen ze er ook de groote, machtige be-
teekenis van? En leven ze ernaar? Worden
hun gedachten en daden door dit groote
richtsnoer geleid, in het levendige besef,
dat onze gedachten en daden van gisteren
en heden, den kiem van onze wederwaar
digheden van morgen bevatten? Een le
venswijsheid, die men terugvindt in een tot
populaire spreekwijs geworden vermaning-
wie wind zaait, zal storm oogsten?
In deze gewone wereld, in de duizender
lei gewone plichten welke het leyen op ons
aller ziel leg(, hebben wij de bezige wer
kers te zijn, die dag aan dag bezig zijn een
karakter te kneeden, dat blijvend zal zijn,
aldus zegt Basil Binyon in Great Thoughts
(London). Dit is weer een andere manier
om ons duidelijk te maken, dat het doel
van deze gansche aardsche leerschool is:
karakter te kweeken. Dat wil zeggen: goed
karakter. En Binyon gaat dan voort: wij
zijn de fijne beeldhouwers van een beeld,
dat eeuwig zal blijven.
Er zijn vele dingen die aan het huidige
leven een verheven beteekenis verleenen en
het een belangrijkheid schenken, die geen
mensch kan overdrijven. Maar er is geen
ding dat een grooter beteekenis heeft dan
dit, dat we in alle dingen en overal bezig
zijn den mensch op te bouwen, dien we
voor immer zullen zijn. Dat is onvermijde
lijk en onontkoombaar.
Er zijn sommige dingen die we niet be
hoeven te doen, maar er zijn cr ook eenige,
die even onafwendbaar zijn als eb en vloed.
In elk uur en door iedere daad bouwen
we onvermijdelijk op het gebouw van ons-
zelfj, ons innerlijk wezen, ons karakter op.
We hebben zelf te kiezen wat betreft de
soort van bouwsel, dat we willen bouwen,
en wat betreft de soort van materiaal dat
we ervoor zullen gebruiken; maar we heb
ben geen keus aangaande het feit van het
bouwen zelf. En wat de schaal aangaat
waarop we zullen bouwen, in dat opzicht
hebben we de grootste ruimte
Het gebouw kan gewrocht worden van
die strenge en soliede eigenschappen die de
basis van alle grootheid zijn oprecht
heid, ernst, waarheid, onkreukbaarheid; en
het geheel gedrenkt in die onvergankelijke
dingen die alle bederf tarten....
Er is een diepzinnig gezegde dat luidt:
„Het is niet wat een mensch denkt dat goed
is, maar wat hij denkt dat het beste is, dat
beslissend is voor het karakter." Karakter
wordt gevormd van binnenuit. Het zijn die
stille genegenheden en getrouwheden, die
met hun buigzame vingers de substantie
des levens in den vorm kneeden, die het
voor goed zal behouden....
Maar 's menschen diepste vereering, de
oprechtheid van zijn innerlijk gemoed,
komt altijd tot uitdrukking in zijn levens
methoden en levenswijs. Zijn gedragen is
altijd als' het ware de vertolking van zijn
innerlijk gemoed. Er bestaat een diep ver
band tusschen het innerlijke en het uiter
lijke. Onze innerlijke gevoelens spreken uit
onze oogen, en dikwijls onbewust uit den
toon van onze stem. We mogen er ons niet
bewust van zijn, zegt Binyon, maar elk
oogenblik geven we onbewust een onthul
ling van onszclve. Onze houding, onze ma
nier van spreken, onze manier van leven,
de manier waarop we de dingen bekijken
in al die dingen geven we ons zelf bloot.
De slechte vrucht spreekt van den slechten
boom; de schoonheid van het fruit spreekt
van den goeden boom....
Hetgeen niet zoozeer een vermaning moet
zijn, om op onze tellen te passen, opdat we
„onszelf niet verraden", doch eerder een
aansporing, om te zorgen,, dat „de boom"
goed is, dat wil zeggen, dat onze gedachten,
motieven, beweegredenen en daden, goed,
eerlijk, oprecht, liefdevol en vergevensge
zind zijn. Opdat we ons niet voor onze
vruchten behoeven te schamen.
(Nadruk verboden).
FLORIS C.
(SAN MARINO).
I.
De Adriatische zee is minder bekend dan
zij verdient. Zelfs degenen, die niet moede
worden de schoonheid te prijzen van" de
Dalmatische kust en het romantische, daar
achter gelegen binnenland, kennen de over
zijde van de Adria slechts zeer ten deele.
Zijn zij wellicht van Bari of Brindisi met
Wat? Ook HIER een Bank berooven?
Trachten HIER „een slag" te slaan?
Bij de dapp're, wakkTe Soesters?
't Za(, bandieten, heusch niet gaan!
HIER toch zijn Bank-Directeuren
DAG EN NACHT op hun „qui-vive";
Want zij hebben EN de centjes
EN de klantjes, VEEL TE LIEF!
VOOR gij 't slot nog uitgeboord hebt,
Of de steekvlam doet haar werk,
Is Politie onderweg reeds;
Mannen: DAPPER, MOEDIG, STERK!
Of gij trachten wilt te vluchten,
U met wapens stelt te weer,
NIMMER zult gij haar ontkomen;
Denkt aan Soest's Politie-eer!
Gij, bandieten, moest toch weten:
Soest heeft ALLES „voor mekaar";
D'ALLERNIEUWSTE dieven-vangers
Staan, voor het gebruik, steeds klaar.
Tracht te vluchten OVER DAKEN,
Reeds gonst daar de vlieg-machien,
Waaruit, grimmig U bedreigend,
Loop van mitrailleur komt zien!
Of gij wilt PER AUTO vluchten,
DADELIJK heeft men U weer beet;
Want, aan race-vervolgings-auto
Zit een DIEVEN-VANGMAGNEET!
Uwe wagen MOET dan stoppen,
Staat PLOTS, ONVERBIDD'LlJK, stil;
Politie heeft U slechts te vragen:
^,Of gij haar maar volgen wil."
Neen, geloof mij, waarlijk, heeren:
Uwe kans is hier NIHIL;
Met onz' „speurder-vliegmachine",
En magneet-automobiel!
Ook de juffrouw aan 't loketje
Dreigend, maakt gij BANG NOCH BOOS;
Want zij schiet, op VIJFTIEN METER,
ALLE treïfers <,in de roos"!
Aan ceintuur, om slanke taille,
Hangt de ^browning" IMMER KLAAR;
En zij weet haar te gebruiken
Tot Uwe schade, reken maar!
Neen bandieten, 't lukt IN SOEST NIET;
Waagt maar ELDERS Uwen kans;
Gij hebt het dus GOED begrepen:
HIER ontspringt gij NOOIT den dans!
AD-REM.
S0ESTER BANKVEREENIGING - Telef. 2317 - SOEST
v.h. Sukkel Co.
EFFECTEN - COUPONS - PROLONGATIËN - SAFE DEPOSIT
alle Bankzaken
een der snel varende booten vertrokken,
of hebben zij vanuit Venetië of Triest een
zeereis ondernomen, dan hebben zij iets
van deze zeekust gezien, maar weinig. Om
slechts een paar punten te noemen: wat
mooi ligt niet Ancona, havenstad van be-
teekénis. Hoezeer is Ravenna, dat bijkans
aan de Adriatische zee is gelegen, niet te
roemen als een schat van oude kunst! En
vooral, welk een aantrekkelijke badplaats
vormt niet Rimini. O, ongetwijfeld. Rimini
zelf is een vrij onbelangrijk stadje, waar
een paar architectonische overblijfselen nog
herinneren aan de grootheid van den Ro-
meinschen tijd, en de Kathedraal het bezoek
meer dan loont. Maar het nieuwe Rimini,
door een breede Avenue van het oude ge
scheiden, is een en al luxe en comfort, en
des zomers een en al zonnige glimlach, die
den badgast tegemoet komt. En als men
nu, op een helderen dag staande aan het
strand van Rimini, den blik landwaarts in
doet gaan, ziet men zich van den keten der
Appenijnen wat losgemaakt, 'n 3-kruinigen
berg, door zijn omvang niet ten onrechte
Titaangebergte geheeten. Die drie kruinen
worden bekroond door even zoovele oude
kasteelen, ons voerende in den vroegeren
tijd, behoorende tot het onafhankelijk
grondgebied van San Marino. Want een der
kleinste landen wat bevolkingsaantal be
treft, verheft zich daar op de hellingen en
op de toppen van dit gebergte. En toch is
het merkwaardig, dat er vele badgasten
jaarlijks in Rimini doprbrengen, vele toe
risten op de reis van Ravenna naar Ancona
hier uitrusten, zonder dat zij zich de moei
te geven deze eeuwenoude republiek, door
den grooten Napoleon modelrepubliek ge
heeten, te bezoeken. Dat bezoek heeft in
derdaad eenige bezwaren, want tot dusverre
is dc vrijwel geheel gereed zijnde spoorweg
nog niet in exploitatie. Maar de weg er
heen is goed en brengt er U per auto in
een groote drie kwartier, per rijtuig in
ruim het dubbele van dien tijd. En vanaf
het oogenblik, dat ge de brug zijt overge
gaan, in welks muur een steen herinnert
aan het feit, dat ge het grondgebied van
San Marino hebt betreden, laat het gezicht
op het Titaangebergte U niet meer los.
Met eenige verwondering vraagt ge hoe
wij daarboven zullen komen, en wat daar
achter de rotsachtige kammen van het ge
bergte verscholen ligt. Vanaf het oogenblik,
dat ge de bezitting van Graaf Mazzoni
Borghese, door groote wijngaarden omge
ven, zijt voorbijgegaan, stijgt de weg. Bij
het kerkhof van Mont alba, plaats waar
de stichter van San Marino het eerst woon
de^ zijt ge halverwege de hoogte gekomen
en bij het welvarend dorpje Borgo Mag-
giore kijkt ge reeds tegen de versterkingen
daarboven op. De auto beëindigt haar tocht,
wanneer zij voor de Porto.£an Francesco
is gekomen; autoverkeer in San Marino, de
eenige stad van de bergrepubliek, is niet
toegestaan. Zij wacht buiten, terwijl ge de
steile straten der stad gaat beklimmen.
Wanneer ge San Marino betreedt, zet ge
Uw voet op een grondgebied, dat in ouder
dom met de oudste Staten van Europa kan
wedijveren. Want ruim 15 eeuwen bestaat
San Marino, bijkans in den tegenwoordigen
omvang, en steeds is het onafhankelijk ge
bleven, ook al ziet ge aan alle zijden het
omringende Italiaansche gebied. De Heilige
Marinus, steenhouwer van beroep, uit Dal-
matië om geloofswille naar hier gekomen,
vond er de medewerking van de rijke ma
trone Felicita, die wat in die oude tijden
gemakkelijk gebeuren kon het geheele
Titaangebergte in eigendom bezat. Hij
stichtte er een kerk, later een parochie, die
hij van den naburigen wereldlijken en gees
telijken invloed wist vrij te houden, en
waaruit de republiek San Marino is ont
staan. Hoog daarboven op den berg leefden
in die oude tijden de herders, de houtves
ters, de steenhouwers, die slechts bij tijd en
wijle, en wanneer de omstandigheden dit
noodig maakten, naar de nabijgelegen ste
den kwamen. De felle strijd der Midden
eeuwen, die Italië verwoestte, is bijkans
immer langs het Titaangebergte getrokken.
Zeker, aan pogingen om het kleine land in
te lijven, heeft het niet ontbroken. Maar
wie hierboven is aangekomen, beseft, dat
het met de middelen van dien tijd een bij
kans onmogelijk ondernemen was, al achtte
San Marino het terecht verstandig zich
door vestingwallen te beschermen. Soms
werd het geprobeerd uit naijver, soms uit
wraakzucht, maar altijd mislukte het. Een
verwoed edelman uit het nabijgelegen Bo-
logna verzamelde een leger, dat echter in
het nachtelijk duister verdwaalde en bij
het aanbreken van den dag nog aan den
voet van het Titaangebergte opgesteld
stond. |En Kardinaal Alberoni, die in den