Crisisinvloed op het bedrijfsleven Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag No. 6 Twintigste Woensdag 20 Januari 1932 UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. B. v. d. BOVENKAMP REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK Bekendmakingen. Officieel. Het andere einde. Een uitstapje naar den kleinsten staat van Europa. (SAN MARINO) Binnenland. BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAGSMORGEN8 1» UUR AAN HET BUREAU ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. Q ROOTE KORTING ABONNEMENTSPRIJS tl.- PER DRIE MAANDEN, FR ANCO PER POST. HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 1» VAN DE AUTEURSWET 191» (STAATSBLAD NUMMER 189) TEVREDENHEIDSBETUIGING. De Burgemeester van Soest; Gehoord het rapport van den Inspecteur van Politie; Betuigt zijn volle tevredenheid aan den Hoofdagent van Politie G. H. Assink al hier, voor zijn flink en doordacht optreden, ter gelegenheid der arrestatie door hem van de twee Italianen Antonio Rosetti en Fe- lice Cristofoli, die met revolvers gewapend waren binnengedrongen in de Ned. Midden stands Bank alhier, in den avond van 9 Januari 1932. Door deze aanhouding, welke niet van gevaar was ontbloot, heeft hij den goeden naam, welke het Politiecorps van Soest reeds geniet, hoog gehpuden. De Burgemeester van Soest, G. Deketh. De dagen die ons gelukkig maken, maken ons tevens wijs. JOHN MASEFIELD. Heb geduld, en het moerbeiblad zal zijde worden. SPAANSCH SPREEKWOORD De mensch kan alles met zich zzelf doen, maar hij moet niet trachten te veel met anderen te doen. WILLIAM HUMBOLDT. Het is natuurlijk wel de gemakkelijkste' manier, om al onzen tegenslag, al onze z.g, pech, al ons ongeluk op rekening te schrijven van een onberekenbaar nood lot, dat het leven tot een diep-tragisch kansspel zou maken met, net als in de lo terij, het grootste deel nieten en een paar prijsjes. We wentelen alle verantwoor delijkheid er luchtigjes mee van ons af, en het staat dikwijls zoo interessant, om als de door het lot geslagene te poseeren, tot anderen er tranen van in de oogen krijgen. Het is.... laten we het eerljjk be kennen, een tamelp algemeen verspreide gewoonte, om de oorzaak van al de na righeid aan den anderen kant te zoeken, buiten ons zelve, bij „de anderen", of dit nu personen, maatschappelijke syste men, „slechte tijden", de „gemeente" of „het Rijk" zijn. We gaan van het stand punt uit, zonder ook maar een oogenblik onze eigen jnnerlijken toestand ïn aanmer king te nemen, dat jeder mensch „recht op geluk" heeft, en waarom dan, te dek sel, hebben wij dat dan niet? Wat houdt ons van dat recht af? Natuurlijk die an deren Halt, waarde heer, nu moet U toch eens even stoppen, want ge draaft maar door. \\ant zeker, dat hebt ge goed ver- *e?e,r mensch heeft recht op ge luk. En ieder mensch kan het zeker vin den ook. Maar dan moeten we aan het an dere einde beginnen. Dat wïl zeggen: bij ons zen. Wan de schaal moet in even wicht zon, wil er harmonie wezen, "en dus moeten we in de andere schaal een portie „plicht leggen. En pvicht ïs iets, dat bij ons zelf begint. Als we even onbe vooroordeeld na willen denken, zullen we gaarne Palfrey Perkins' woorden willen onderschrijven, waar hij zegt: menschen die van de wereld verwachten, dat rij; hen gelukkig zal maken dje naar de re geering, of het socjale stelsel, of hua vrienden en buren kijken, om geluk te b'i.jgen en die zjch beklagen of rebelleeren als ze het niet krijgen zulke menschen zijn, moreel gesproken, nog in hun kindschhejd. Een groot deel van de el lende in de wereld wordt veroorzaakt door de menschen, die de wereld de schuld ge ven en opstandig worden tegen God, om dat ze niet zoo gelukkig zijn, als waarop ze meenen recht te hebben. We zouden allen gelukkiger zijn, alfc we alles om trent geluk als een „recht" vergaten! En dan gaat Perkins heel terecht voort we moeten het leven gestadig en als een geheel zien. We moeten niet een weréld eischen, die elk onzer wenschen en gril len gehoorzaamt. We moeten veeleer onze eischen, jn overeenstemming brengen met, aanpassen bij de werkelijkheid, zelfs al zou die werkelijkheid oogenschijnlijk al onze zelfzuchtige hoop den bodem inslaan en ons stoffelijke z.g. geluk vernietigen, we moeten ons binnenwaarts keeren en g Pruik maken van die hulpbronnen, dïe waardig maken om mannen en vrou wen genoemd te worden moed en zeli-vertrouwen en die onkreukbaarheid van gemoed die al diegenen bezitten, dïe de dingen onder het oog zien, zooals ze werkelijk zijn, en ze aanvaarden, voor wat ze werkelijk zijn. We verwerven het recht om gelukkig te zijn, als we door zelf kennis, zelf-respect en zelfbeheersching onze wenschen harmonieeren en leeren ons te verlustigen jn de wetten van Waar heid en Leven en Liefde.../ Dit alles wordt njet ïn één stap be reikt. Onze denkwijze en onze levenshou ding wordt geleidelijk ïn de goede rich ting gebracht, door vasthoudend en voort durend, met kleine en groote daden in dïe richting te werken. Totdat het een vaste gewoonte wordt, een deel van ons karak ter. Aristoteles heeft het 25 eeuwen .gele den al geleerd: het is door de voortdu rende herhaling van daden, dat het karak ter gevormd wordt, hetzij tot roem, hetzij tot schande. Als een menschverkeerde dingen denkt en lage dingen doet, maakt hij zijn innerlijk leven een tehuis van alle ongerechtigheden, en wordt hij onvermijde lijk een onbetrouwbaar en ignobel indïvï- du. Maar als hij alles wat hij doet, tracht te doen met volledige toewijding, en tracht ook het kleinste ding ïn de sfeer der schoonheid te verheffen, dan zal de schoonheid zelve komen en in zijn gemoed wonen, en zal een licht voor zijn oogen zijn, een noot in zijn stem, een bekoring in zijn leven..... FLORIS C. (Nadruk verboden). II. De binnenkomst in San Marïno ïs als op een groot tooneel. De poort van San Francesco, leunend tegen de kerk van dien naam, doet U een blik werpen ïn een steil stijgende straat. Ge gaat deze op, en komt op de kleine, karakteristieke Pïazza di Tjtano. Aan de eene zijde gaat de smal le straat naar beneden, naar de kleine paleizen, waarin het Museum van San Marino en het Italiaansch Consulaat-Ge neraal zijn ondergebracht, maar anderzijds zet de weg zijn stijging voort. Ge komt aldus aan de plaats, waar Garibaldi, door de Oostenrijksche troepen in 1899 ver slagen en hierheen gevlucht, heeft gerust met de zijneneen soort overeenkomst met de Oostenrijkers werd gesloten, die Gari baldi en zijn soldaten veilïgen aftocht verzekerde. Maar de ervaren krijgsman vertrouwde de Oostenrijkers niet te zeer, wist te ontvluchten en zag zijn voorzorg goed genomen, want bijkans al zijne sol daten hebben jaren achtereen in de ker kers van Riminï en Ravenna gesmacht. Daar bij dit café, naar Garibaldi' geheeten, komt weer een ander stukje straat lood recht op het voorgaande te staan en zet de stijging voort. Langs het Palazzo Mer- curi, waarin de rechtbank zetelt, komt ge op de Pianella, en daarachter op een plein, Cantone geheeten, dat het meest schitterend denkbare uitzïcht toestaat. Als ge deze ruimte betreedt, ziet ge eerst recht hoe typisch een bergstadje San Marino is, en hoe hoog ge zijt ge stegen. Ge kijkt neer op de daken van de huizen, dje onmiddellijk door de wallen worden omsloten, en tegelijkertijd ziet ge hoog boven U andere huizen, die langs de steeds stijgende straten zijn gebouwd. En daar beneden U strekt zich het prachtige landschap uit. Uw blik gaat naar Rïmïnï en Ravenna en de Adriatische zee, en dïe blik draagt U, indien het weer maar vol doende helder is, tot aan de Dalmatische kust. Uw blik gaat daarna landwaarts in, langs de wegen, die als linten ïn een speelgoeddoos, het gebergte en de laag vlakte doorsnijden. Geheel den kronke lenden weg, dien ge gegaan zijt vanaf Ri- minj, kimt ge terugvinden, en Borgo Mag- giore, Valdragone en hoe deze San Mari neesche dorpjes meer mogen heeten, lig- pn aan uw voeten. Maar aan den anderen kant gaat uw blik naar de aangrenzende provinciën van Toscane en Perugïa en Lmilja; ge ontwaart Urbïno, waar eens de graven van dien naam zetelden, en waarheen een weg voert, die tot de mooi ste van dit gedeelte van Italië behoort. °og. b°venop een rots zijt ge gezeten, en ge ziet daar beneden het leven in de vlakte zich voor U afspelen. Wat moet met menigmaal de bevolking van San Marino in bange verwachting een grooter of kleiner leger van een grooter of klei ner potentaat hebben zien voorbijgaan. En toch, wat moet niet menigmaal bij de bevolking van San Marino hebben vastge staan, dat, welk kwaad men ook wilde, men toch eigenlijk tegen deze natuurlijke bergvesting weinïg vermocht. De weg nu gemakkelijk begaanbaar, is waarlijk niet altijd zoo geplaveid geweest, en dïe weg gaf voldoende gelegenheid tot ver sperringen en verschansingen, tot overval en list. Maar de toerist dïe daarboven staat, denkt niet aan deze roerige tijden; hij bemerkt, dat hij, op bijkans 800 M. boven den zeespiegel zijnde, een prachtig uitzicht heeft naar alle kanten en hij ge niet, geniet tenvolle van dït heerlijke uit zicht. Op de Pianella verheft zich ïn het midden het beeld der vrijheid en aan de eene zijde het geheel vrijstaande Regeë- ringsgebouw. Daartegenover zal binnen kort het Gerechtsgebouw verrezen zijn, waardoor het nabijgelegen Palazzo Mercu- ri wordt ontlast. Het Regeerjngsgebouw is modern, kwam in 1894 gereed en werd door niemand minder dan den grooten dichter Corduccé ingewijd. Beneden be vinden zich de vertrekken, naar ouden trant betimmerd, van de Kapiteïns-Re- genten en van de twee Staatssecretaris sen, de een voor buitenlandsche, de an der voor binnenlandsche aangelegenheden. Een breede trap voert naar boven, aan uw rechterhand is de zaal voor den kleinen Raad, aan uw linkerhand is de groote Raadzaal. Zestig gebeeldhouwde stoelen staan in het rond voor de zestig leden van den Raad. Aan de eene zijde is de fresco, voorstellende den Heiligen Marïnus, dïe zoowel het wereldlijk als het geestelijk ge zag de overheersching van het grondge bied verbiedt. Daaronder ïs de troon van de beide Kapiteïns-Regenten. Achter de zaal is het balcon, waar op eiken feest dag de vlag van San Marino, blauw-witte kleuren bevattend, wordt uitgestoken, en waar den nieuw benoemde Kapiteïns-Re genten zich aan het volk vertoonen. Wilt ge nog hooger stijgen, dan komt ge op het platte dak, waar het uitzicht nog mooïer is dan beneden, en waar ge geheel het San Marineesche gebied ïn de rondte kunt zïen. Het is 70 K.M.2 groot; het telt 13.000 inwoners, dat wil zeggen een verdubbeling in ongeveer een halve eeuw tijds. Bijkans weer rechthoekig op de straat, die tot de Pianella toegang geeft, staat de straat, die naar de Kathedraal voert. Een stemmig gebouw, met een gevel, ge dragen door groote zuilen. Geen bijzonder rijke versiering onderscheidt het, maar er gaat rust uit van dez-o Kathedraal, waar men U bij den ingang, ter rechterzijde, wijst op het graf van Onofri, die Kapï-, tein-Regent was ten tijde, dat Bonaparte vergrooting van het grondgebied aan de republiek aanbood. Aan de achterzijde van de Kathedraal ziet ge neer op het terras, Cantone geheeten, waar zich een klein standbeeld ter eere van den geleerde» Borghese verheft. Deze Borghese heeft aan San Marino zijne belangrijke numismatï- ïsche verzamelingen geschonken. Napoleon III zond hierheen een wetenschappelijke commissie, dïe verblijf moet hebben ge houden in het slot van Borghese, waarop ge van hier neerziet.. Boven U strekt zïch de verdere stad uit, bergstad bij uitne mendheid, die steeds hooger boven uwe blikken uitgaat. Sedert Belluzzï, Kapï- tein-Regent jn den loop der achttiende eeuw, een eerste school stichtte, heeft het onderwijs de bijzondere zorg van San Ma rino gehad. Scholen vindt ge er genoeg, en ondanks het feit, dat daaraan uitgaven verbonden moeten zijn, zijn, als gezegd, de belastingen er laag. Ambtenaren telt San Marino weinïg, en het meerendeel der ambten wordt con amore of tegen zeer ge ringe vergoeding waargenomen. Het ïs niet slechts een eer tot Kapiteïn-Regent te worden benoemd, het is een plicht de functie te aanvaarden op gevaar af een groote boete te betalen. De drie hoogste punten van San Marino worden gevormd door de drie reeds ge noemde kasteelen of forten. Zij zijn van ouden datum, maar zij zijn in den laatsten tijd hersteld, en ge kunt U, ook al zijn ze gelegen op de uiterste punt van de rotsen, er gerust op wagen. Het metsel werk is er nog stevig als ruïm 1000 jaren tevoren. La Cesta is bestemd als gevan genis; daar worden ook de klokken ge luid als er een vonnis ïs uitgesproken of de Raad moet bijeenkomen. La Rocca is onbewoond, maar voorzien van een tweetal mortieren, op de Oostenrijkers veroverd, die de Italianen aan San Marïno hebben geschonken. Niet om daarmede oorlog te voeren, maar om saluutschoten te geven bij plechtige gelegenheden. De derde ech ter bestaan uit niet meer dan een ouden toren, die men nauwelijks, althans zeer moeilijk kan benaderen. Wanneer de zon schijnt, is het warm daarboven in San Marino, maar de winter kan er zïch doen gelden, en de sneeuw kan er met een prachtig \vjt kleed geheel de republiek bedekken. Nog altijd is San Marino wat moeilijk toegankelijk, want de spoorweg is nog niet klaar. Gelijk de rijweg, gaat deze in groote bochten rond de rots; klei ne tunnels worden doorsneden, langs steile hellingen en diepe afgronden gaat de weg. San Marino had reeds vroeger een spoor weg kunnen hebben, wanneer het was in gegaan op een voorstel van avonturiers, die het een spoorweg ten geschenke wil den geven, als maar concessie werd ver leend voor de oprichting van een speel huis. Maar de Regeering van San Mar rino is een wijze en waakzame en zij aan vaardde geen geschenk op zoo zware en bedenkelijke voorwaarden. Wanneer ge als vreemdeling uw intrede in San Marino doet, zoudt ge wellicht mee nen, dat de blikken van geheel het plaats je op U gericht zouden zijn. Niets ïs minder waar. Eensdeels is men ïn San Marino gewoon bezoek van vreemdelingen te ontvangen, en anderdeels heeft men er de goede Italiaansche gewoonte, dat men vreemdelingen rustig hun gang laat gaan. Wilt ge souvenirs, van welken aard ook, van San Marino medenemen, wel, de klei ne winkels geven ze U jn overdaad. Er zijn briefkaarten, waarop ge de typische uniformen van San Marino kunt zïen, en ge kunt er de veel gevraagde postzegels op het postkantoor verkrijgen of het San Marineesche geld, dat njet meer ïn om loop is, tegen hooge prijzen koopen. Maar voor ieder dje een dag of korter of langer in dit zoo karakteristieke berg stadje heeft doorgebracht, en die daarna is gegaan door de verschillende dorpen van de republiek, blijft de herinnering aan aan dit bezoek zoo sterk, dat souvenirs niet noodig zijn om dïe te bewaren. Wat Monaco noch Lichtenstejn, noch Andora vermogen, vindt ge in San Marïno; de uiting van een eïgen bestaan, op de tra dities van eeuwen gegrondvest. Het leven daarbuiten is aan San Marïno nïet onop gemerkt voorbijgegaan, maar dit heeft ei gen wetten en gebruiken weten te hand haven, omdat het zich gelukkig voelt met wat het heeft en niet wenscht te hebben wat anderen bezitten. Ge vpidt ïn San Ma rino een klein maar goed Museum, waar oude Italiaansche schilders met prach tige doeken worden aangetroffen; ge vindt er in de beïde kerken kunst, dïe van eeuwen her is. Dat wordt met piëteit be waard, maar voor het overige streeft San Marino er njet naar, zïch voor den vreem deling aantrekkelijk of belangwekkend te maken. Wie er komt, is welkom, maar wie er niet komen wïl, wordt door geen vereeniging ter bevordering van het vreemdelingenverkeer daarheen gelokt. Al zou er werkelijk genoeg aantrekke lijks aan te bevelen zjjn. Anti-Oorlogsspel „Wij willen nïet". Jongeren groepen uit de heele jeugd beweging jn het Gooï, hebben het plan opgevat, het nieuwe lekespel van Mevr. Roland Holst „Wij will'en niet" te gaan instudeeren en opvoeren. Dit Anti-Oorlogsspel ïs door zijn strek king en zijn eenvoudig readïkalïsme van groote waarde voor den vredestijd. Daarom, dat jongeren uit velerlei groepen hïer sa menwerken, om straks met een goede en eenvoudige opvoering onder de menschen te gaan. Onder leiding van den heer Dr. A. Saalborn uit Bussum is ïnmïddels de instudeering begonnen en zal de eerste opvoering naar aller waarschijnlijkheid in Maart plaats vinden. Tot het geven van inlichtingen zijn steeds gaarne bereid: voor Hilversum: J.. J. Krop, Neuweg 94; voor Bussum: B. Tobias, Brediusweg3; voor Baarn: Dr. J. de Voogd, Canton- park 13 voor Soest: L. Robber, Bosstraat 4; voor Utrecht: A. Wevers, Laan van Soestbergen 9. TEGEN PLANTENZIEKTEN. Mededeeling No. 19 herzien. Om aan bezitters van tuinen (sïeri, zoowel als fruit- en moestuinen) de noo- dige aanwijzingen te verschaffen voor de bestrijding van plantenziekten en scha delijke dieren, is door den Plantenzïek- tenkundigen Dienst te Wagenïngen uitge geven Mededeeling no. 19: Bestrijding van plantenziekten in kleïne tuinen.. Van dit boekje is thans een derde her ziene druk verschenen, waarin de tuïnbe- zitter alle gegevens vindt, dïe hij noodïg heeft voor een doelmatige ziektebestrijding voor zqn beplanting in den winter. Aan hen, die verdere inlichtingen wen schen over plantenziektenbestrijding wor den deze gaarne verstrekt door den Plan- tenziektekundjgen Dienst te Wagenïngen en door op verschillende plaatsen werk zaam gestelde ambtenaren van dezen dienst. Heinrich Schlusnus. De vermaarde zanger Heinrich Schlus nus, welke na een succesvol optreden in Amsterdam en Den Haag in October van het vorig jaar dezer dagen onder auspi ciën van de N.V. Internationale Concert- directie Ernst Krauss weer een tournee door ons land maakt, zal op zijn concert in de groote zaal van Jiet Concertgebouw te Amsterdam op Woensdag 20 dezer, o.a. de volgende liederen en opera-arja's ten gehoore brengen: Liederen van Frans Schubert (Der Atlas; Dem Unendlichen; Du bist die Ruh); Carissimi (Vittoria, Vittorja); Francesco Durante (Vergïn tut- to amor); Caccini (Amarilla); Aria uit „Hérodiade" van Massenet; aria uït „Eugen Onegin" van TschaikowskyCa- vatine van Figaro uït „Barbier van Se- villa" van Rossinï; Arïa uït „Pïque Dame" van Tschaikowsky; enz. De zanger zal aan den vleugel worden begeleid door Franz Rupp. BAARN.. Concours d'élégance. Het Bestuur der Vereeniging Baarns Bloei heeft in beginsel besloten ïn den komenden zomer een concours d'élégan ce voor auto's te houden. Dit concours, waaraan eenige attracties worden verbonden, zal waarschijnlijk op de terreinen der gemeentelijke sportvel- den worden gehouden. Steun aan het crisis-comïté.. De N.V. A. Kreymborg Co. alhier hebben een toezegging gedaan gratis aan het comité af te staan alle soorten van mans-, jongens- en kinderkleedjng, tot een totale waarde van f 10.000. Verschenen is het rapport over de resul taten van een onderzoek naar de bedrijvig heid op 1 October 1931 in de fabrieks- en scheepsbouwnijverheid, het mijnwezen, de koopvaardij en in het havenbedrijf, welk onderzoek is ingesteld met medewerking van de Arbeidsinspectie, van de inspectie van den havenarbeid, het ,mijntoezicht en de scheepvaartinspectie, en door den direc teur-generaal van den Arbeid ingevolge op dracht van den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid is gedaan, om op korten ter mijn een onderzoek in te stellen naar de bedrijfstoestanden in de verschillende in dustrieën, teneinde na te gaan, in hoeverre de crisisinvloed zich in het bedrijfsleven deed gelden. Blijkens het rapport werden 8764 vragen lijsten verzonden aan de hoofden der indu- striëele bedrijven, die normaal 10 of meer fabrieks- of werkplaatsarbeiders werkzaam hebben en van deze circulaires werden 7382 terugontvangen. Onder de bijna 1400 ondernemers, die de vragenlijst niet terugzonden, bevinden zich slechts zeer weinig vooraanstaande indus- trieelen. Verschillende ondernemers gaven niet on duidelijk te kennen, dat zij het nut van der gelijke onderzoekingen niet inzagen. Over het geheel kon niet worden ontkomen aan den indruk, dat de industrie voor een be langrijk deel slechts traag aan dit onder zoek heeft willen medewerken. De antwoor den waren erg onvolledig ingevuld, zoo dat herhaaldelijk navragen noodig was; het aantal ondernemers, dat naast de verstrek king der enkele cijfergegevens de waarde hunner inzending verhoogden door uitvoe rige zakelijke opmerkingen, was gering. Het beeld, dat bij het onderzoek per 1 Oc tober j.1. werd verkregen, kan in het kort als volgt worden weergegeven: Groep I (steen-, glas-, aardewerk). De toestand in de aardewerk- en glas industrie is zeer slecht; in de baksteenin dustrie en kalkzandsteenindustrie treedt verslapping in. In de geheele groep is de personeelsbezetting ongeveer 15 pCt. ach teruitgegaan in vergelijking met 2 jaar ge leden. Groep II (diamantbewerking). Toestand critiek. Op dit oogenblik werkt slechts 1/5 der bezetting van 2 jaar geleden en niet meer dan 1/10 der bezetting van vóór den wereldoorlog. Groep III (typografie). Toestand normaal op 1 October 1931, zelfs geringe personeelstoename, die echter thans voor teruggang dreigt plagts te ma ken, daar het arbeidsaanbod toenemend is. Groep IV (bouwbedrijven). De toestand is aanmerkelijk slapper dan 1 jaar geleden, ofschoon niet zoo onrust barend als oppervlakkig wordt aangenomen. Bepaalde cijfers omtrent de personeelsbe zetting staan niet ter beschikking. Het feit, dat over de verloopen 9 maanden van 1931 25 millioen gulden minder is aanbesteed dan in 1930, maakt het aannemelijk, dat de toestand op dit oogenblik in het bouwbe drijf niet bepaald rooskleurig is. Groep V (chemische nijverheid). Niettegenstaande de oprichting van 2 groote stikstoffabrieken (die, behoorende bij de Staatsmijnen, bleef buiten het onder zoek), is deze industrie over het geheel in personeelsbezetting achteruitgegaan. Groep VI (houtbewerking). Toestand niet gunstig. Personeelsbezet ting 17 pCt. achteruitgeloopen in 2 jaar tijds. Deze groep hangt af van de drukte in het bouwbedrijf, van onzen export (b.v. kis ten-, manden- en hoepelfabricage^en van de koopkracht van het publiek (meubelin dustrie). Deze 3 factoren oefenen eeh zeer ongunstigen invloed uit op den huidigen stand van zaken in de houtbewerking. Groep VII (kleedingindustrie). Bedrijvig heid normaal, de personeelsbezetting 3 pCt. toegenomen; vooruitzichten niet bevre digend.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 1