Crisisinvloed op
het bedrijfsleven
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
No. 6
Twintigste
Woensdag 20 Januari 1932
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. B. v. d. BOVENKAMP
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
Bekendmakingen.
Officieel.
Het andere einde.
Een uitstapje naar den
kleinsten staat van Europa.
(SAN MARINO)
Binnenland.
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK
ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAGSMORGEN8 1» UUR AAN HET BUREAU
ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. Q ROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS tl.- PER DRIE MAANDEN, FR ANCO PER POST.
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 1» VAN DE AUTEURSWET 191» (STAATSBLAD NUMMER 189)
TEVREDENHEIDSBETUIGING.
De Burgemeester van Soest;
Gehoord het rapport van den Inspecteur
van Politie;
Betuigt zijn volle tevredenheid aan den
Hoofdagent van Politie G. H. Assink al
hier, voor zijn flink en doordacht optreden,
ter gelegenheid der arrestatie door hem van
de twee Italianen Antonio Rosetti en Fe-
lice Cristofoli, die met revolvers gewapend
waren binnengedrongen in de Ned. Midden
stands Bank alhier, in den avond van 9
Januari 1932.
Door deze aanhouding, welke niet van
gevaar was ontbloot, heeft hij den goeden
naam, welke het Politiecorps van Soest
reeds geniet, hoog gehpuden.
De Burgemeester van Soest,
G. Deketh.
De dagen die ons gelukkig maken,
maken ons tevens wijs.
JOHN MASEFIELD.
Heb geduld, en het moerbeiblad
zal zijde worden.
SPAANSCH SPREEKWOORD
De mensch kan alles met zich zzelf
doen, maar hij moet niet trachten
te veel met anderen te doen.
WILLIAM HUMBOLDT.
Het is natuurlijk wel de gemakkelijkste'
manier, om al onzen tegenslag, al onze z.g,
pech, al ons ongeluk op rekening te
schrijven van een onberekenbaar nood
lot, dat het leven tot een diep-tragisch
kansspel zou maken met, net als in de lo
terij, het grootste deel nieten en een paar
prijsjes. We wentelen alle verantwoor
delijkheid er luchtigjes mee van ons af,
en het staat dikwijls zoo interessant, om
als de door het lot geslagene te poseeren,
tot anderen er tranen van in de oogen
krijgen. Het is.... laten we het eerljjk be
kennen, een tamelp algemeen verspreide
gewoonte, om de oorzaak van al de na
righeid aan den anderen kant te zoeken,
buiten ons zelve, bij „de anderen", of
dit nu personen, maatschappelijke syste
men, „slechte tijden", de „gemeente" of
„het Rijk" zijn. We gaan van het stand
punt uit, zonder ook maar een oogenblik
onze eigen jnnerlijken toestand ïn aanmer
king te nemen, dat jeder mensch „recht
op geluk" heeft, en waarom dan, te dek
sel, hebben wij dat dan niet? Wat houdt
ons van dat recht af? Natuurlijk die an
deren
Halt, waarde heer, nu moet U toch
eens even stoppen, want ge draaft maar
door. \\ant zeker, dat hebt ge goed ver-
*e?e,r mensch heeft recht op ge
luk. En ieder mensch kan het zeker vin
den ook. Maar dan moeten we aan het an
dere einde beginnen. Dat wïl zeggen: bij
ons zen. Wan de schaal moet in even
wicht zon, wil er harmonie wezen, "en
dus moeten we in de andere schaal een
portie „plicht leggen. En pvicht ïs iets,
dat bij ons zelf begint. Als we even onbe
vooroordeeld na willen denken, zullen we
gaarne Palfrey Perkins' woorden willen
onderschrijven, waar hij zegt: menschen
die van de wereld verwachten, dat rij;
hen gelukkig zal maken dje naar de re
geering, of het socjale stelsel, of hua
vrienden en buren kijken, om geluk te
b'i.jgen en die zjch beklagen of rebelleeren
als ze het niet krijgen zulke menschen
zijn, moreel gesproken, nog in hun
kindschhejd. Een groot deel van de el
lende in de wereld wordt veroorzaakt door
de menschen, die de wereld de schuld ge
ven en opstandig worden tegen God, om
dat ze niet zoo gelukkig zijn, als waarop
ze meenen recht te hebben. We zouden
allen gelukkiger zijn, alfc we alles om
trent geluk als een „recht" vergaten!
En dan gaat Perkins heel terecht voort
we moeten het leven gestadig en als een
geheel zien. We moeten niet een weréld
eischen, die elk onzer wenschen en gril
len gehoorzaamt. We moeten veeleer onze
eischen, jn overeenstemming brengen met,
aanpassen bij de werkelijkheid, zelfs al
zou die werkelijkheid oogenschijnlijk al
onze zelfzuchtige hoop den bodem inslaan
en ons stoffelijke z.g. geluk vernietigen,
we moeten ons binnenwaarts keeren en
g Pruik maken van die hulpbronnen, dïe
waardig maken om mannen en vrou
wen genoemd te worden moed en
zeli-vertrouwen en die onkreukbaarheid
van gemoed die al diegenen bezitten, dïe
de dingen onder het oog zien, zooals ze
werkelijk zijn, en ze aanvaarden, voor wat
ze werkelijk zijn. We verwerven het recht
om gelukkig te zijn, als we door zelf
kennis, zelf-respect en zelfbeheersching
onze wenschen harmonieeren en leeren
ons te verlustigen jn de wetten van Waar
heid en Leven en Liefde.../
Dit alles wordt njet ïn één stap be
reikt. Onze denkwijze en onze levenshou
ding wordt geleidelijk ïn de goede rich
ting gebracht, door vasthoudend en voort
durend, met kleine en groote daden in dïe
richting te werken. Totdat het een vaste
gewoonte wordt, een deel van ons karak
ter. Aristoteles heeft het 25 eeuwen .gele
den al geleerd: het is door de voortdu
rende herhaling van daden, dat het karak
ter gevormd wordt, hetzij tot roem, hetzij
tot schande. Als een menschverkeerde
dingen denkt en lage dingen doet, maakt
hij zijn innerlijk leven een tehuis van alle
ongerechtigheden, en wordt hij onvermijde
lijk een onbetrouwbaar en ignobel indïvï-
du. Maar als hij alles wat hij doet, tracht
te doen met volledige toewijding, en
tracht ook het kleinste ding ïn de sfeer
der schoonheid te verheffen, dan zal de
schoonheid zelve komen en in zijn gemoed
wonen, en zal een licht voor zijn oogen
zijn, een noot in zijn stem, een bekoring
in zijn leven.....
FLORIS C.
(Nadruk verboden).
II.
De binnenkomst in San Marïno ïs als
op een groot tooneel. De poort van San
Francesco, leunend tegen de kerk van
dien naam, doet U een blik werpen ïn een
steil stijgende straat. Ge gaat deze op, en
komt op de kleine, karakteristieke Pïazza
di Tjtano. Aan de eene zijde gaat de smal
le straat naar beneden, naar de kleine
paleizen, waarin het Museum van San
Marino en het Italiaansch Consulaat-Ge
neraal zijn ondergebracht, maar anderzijds
zet de weg zijn stijging voort. Ge komt
aldus aan de plaats, waar Garibaldi, door
de Oostenrijksche troepen in 1899 ver
slagen en hierheen gevlucht, heeft gerust
met de zijneneen soort overeenkomst met
de Oostenrijkers werd gesloten, die Gari
baldi en zijn soldaten veilïgen aftocht
verzekerde. Maar de ervaren krijgsman
vertrouwde de Oostenrijkers niet te zeer,
wist te ontvluchten en zag zijn voorzorg
goed genomen, want bijkans al zijne sol
daten hebben jaren achtereen in de ker
kers van Riminï en Ravenna gesmacht.
Daar bij dit café, naar Garibaldi' geheeten,
komt weer een ander stukje straat lood
recht op het voorgaande te staan en zet
de stijging voort. Langs het Palazzo Mer-
curi, waarin de rechtbank zetelt, komt ge
op de Pianella, en daarachter op een
plein, Cantone geheeten, dat het meest
schitterend denkbare uitzïcht toestaat.
Als ge deze ruimte betreedt, ziet ge
eerst recht hoe typisch een bergstadje
San Marino is, en hoe hoog ge zijt ge
stegen. Ge kijkt neer op de daken van de
huizen, dje onmiddellijk door de wallen
worden omsloten, en tegelijkertijd ziet ge
hoog boven U andere huizen, die langs de
steeds stijgende straten zijn gebouwd. En
daar beneden U strekt zich het prachtige
landschap uit. Uw blik gaat naar Rïmïnï
en Ravenna en de Adriatische zee, en dïe
blik draagt U, indien het weer maar vol
doende helder is, tot aan de Dalmatische
kust. Uw blik gaat daarna landwaarts
in, langs de wegen, die als linten ïn een
speelgoeddoos, het gebergte en de laag
vlakte doorsnijden. Geheel den kronke
lenden weg, dien ge gegaan zijt vanaf Ri-
minj, kimt ge terugvinden, en Borgo Mag-
giore, Valdragone en hoe deze San Mari
neesche dorpjes meer mogen heeten, lig-
pn aan uw voeten. Maar aan den anderen
kant gaat uw blik naar de aangrenzende
provinciën van Toscane en Perugïa en
Lmilja; ge ontwaart Urbïno, waar eens
de graven van dien naam zetelden, en
waarheen een weg voert, die tot de mooi
ste van dit gedeelte van Italië behoort.
°og. b°venop een rots zijt ge gezeten, en
ge ziet daar beneden het leven in de
vlakte zich voor U afspelen. Wat moet
met menigmaal de bevolking van San
Marino in bange verwachting een grooter
of kleiner leger van een grooter of klei
ner potentaat hebben zien voorbijgaan.
En toch, wat moet niet menigmaal bij de
bevolking van San Marino hebben vastge
staan, dat, welk kwaad men ook wilde,
men toch eigenlijk tegen deze natuurlijke
bergvesting weinïg vermocht. De weg
nu gemakkelijk begaanbaar, is waarlijk
niet altijd zoo geplaveid geweest, en dïe
weg gaf voldoende gelegenheid tot ver
sperringen en verschansingen, tot overval
en list. Maar de toerist dïe daarboven
staat, denkt niet aan deze roerige tijden;
hij bemerkt, dat hij, op bijkans 800 M.
boven den zeespiegel zijnde, een prachtig
uitzicht heeft naar alle kanten en hij ge
niet, geniet tenvolle van dït heerlijke uit
zicht.
Op de Pianella verheft zich ïn het
midden het beeld der vrijheid en aan de
eene zijde het geheel vrijstaande Regeë-
ringsgebouw. Daartegenover zal binnen
kort het Gerechtsgebouw verrezen zijn,
waardoor het nabijgelegen Palazzo Mercu-
ri wordt ontlast. Het Regeerjngsgebouw
is modern, kwam in 1894 gereed en werd
door niemand minder dan den grooten
dichter Corduccé ingewijd. Beneden be
vinden zich de vertrekken, naar ouden
trant betimmerd, van de Kapiteïns-Re-
genten en van de twee Staatssecretaris
sen, de een voor buitenlandsche, de an
der voor binnenlandsche aangelegenheden.
Een breede trap voert naar boven, aan uw
rechterhand is de zaal voor den kleinen
Raad, aan uw linkerhand is de groote
Raadzaal. Zestig gebeeldhouwde stoelen
staan in het rond voor de zestig leden van
den Raad. Aan de eene zijde is de fresco,
voorstellende den Heiligen Marïnus, dïe
zoowel het wereldlijk als het geestelijk ge
zag de overheersching van het grondge
bied verbiedt. Daaronder ïs de troon van
de beide Kapiteïns-Regenten. Achter de
zaal is het balcon, waar op eiken feest
dag de vlag van San Marino, blauw-witte
kleuren bevattend, wordt uitgestoken, en
waar den nieuw benoemde Kapiteïns-Re
genten zich aan het volk vertoonen. Wilt
ge nog hooger stijgen, dan komt ge op het
platte dak, waar het uitzicht nog mooïer
is dan beneden, en waar ge geheel het San
Marineesche gebied ïn de rondte kunt zïen.
Het is 70 K.M.2 groot; het telt 13.000
inwoners, dat wil zeggen een verdubbeling
in ongeveer een halve eeuw tijds.
Bijkans weer rechthoekig op de straat,
die tot de Pianella toegang geeft, staat
de straat, die naar de Kathedraal voert.
Een stemmig gebouw, met een gevel, ge
dragen door groote zuilen. Geen bijzonder
rijke versiering onderscheidt het, maar er
gaat rust uit van dez-o Kathedraal, waar
men U bij den ingang, ter rechterzijde,
wijst op het graf van Onofri, die Kapï-,
tein-Regent was ten tijde, dat Bonaparte
vergrooting van het grondgebied aan de
republiek aanbood. Aan de achterzijde van
de Kathedraal ziet ge neer op het terras,
Cantone geheeten, waar zich een klein
standbeeld ter eere van den geleerde»
Borghese verheft. Deze Borghese heeft aan
San Marino zijne belangrijke numismatï-
ïsche verzamelingen geschonken. Napoleon
III zond hierheen een wetenschappelijke
commissie, dïe verblijf moet hebben ge
houden in het slot van Borghese, waarop
ge van hier neerziet.. Boven U strekt zïch
de verdere stad uit, bergstad bij uitne
mendheid, die steeds hooger boven uwe
blikken uitgaat. Sedert Belluzzï, Kapï-
tein-Regent jn den loop der achttiende
eeuw, een eerste school stichtte, heeft het
onderwijs de bijzondere zorg van San Ma
rino gehad. Scholen vindt ge er genoeg,
en ondanks het feit, dat daaraan uitgaven
verbonden moeten zijn, zijn, als gezegd,
de belastingen er laag. Ambtenaren telt
San Marino weinïg, en het meerendeel der
ambten wordt con amore of tegen zeer ge
ringe vergoeding waargenomen. Het ïs
niet slechts een eer tot Kapiteïn-Regent
te worden benoemd, het is een plicht de
functie te aanvaarden op gevaar af een
groote boete te betalen.
De drie hoogste punten van San Marino
worden gevormd door de drie reeds ge
noemde kasteelen of forten. Zij zijn van
ouden datum, maar zij zijn in den laatsten
tijd hersteld, en ge kunt U, ook al zijn
ze gelegen op de uiterste punt van de
rotsen, er gerust op wagen. Het metsel
werk is er nog stevig als ruïm 1000 jaren
tevoren. La Cesta is bestemd als gevan
genis; daar worden ook de klokken ge
luid als er een vonnis ïs uitgesproken
of de Raad moet bijeenkomen. La Rocca is
onbewoond, maar voorzien van een tweetal
mortieren, op de Oostenrijkers veroverd,
die de Italianen aan San Marïno hebben
geschonken. Niet om daarmede oorlog te
voeren, maar om saluutschoten te geven
bij plechtige gelegenheden. De derde ech
ter bestaan uit niet meer dan een ouden
toren, die men nauwelijks, althans zeer
moeilijk kan benaderen. Wanneer de zon
schijnt, is het warm daarboven in San
Marino, maar de winter kan er zïch doen
gelden, en de sneeuw kan er met een
prachtig \vjt kleed geheel de republiek
bedekken. Nog altijd is San Marino wat
moeilijk toegankelijk, want de spoorweg
is nog niet klaar. Gelijk de rijweg, gaat
deze in groote bochten rond de rots; klei
ne tunnels worden doorsneden, langs steile
hellingen en diepe afgronden gaat de weg.
San Marino had reeds vroeger een spoor
weg kunnen hebben, wanneer het was in
gegaan op een voorstel van avonturiers,
die het een spoorweg ten geschenke wil
den geven, als maar concessie werd ver
leend voor de oprichting van een speel
huis. Maar de Regeering van San Mar
rino is een wijze en waakzame en zij aan
vaardde geen geschenk op zoo zware en
bedenkelijke voorwaarden.
Wanneer ge als vreemdeling uw intrede
in San Marino doet, zoudt ge wellicht mee
nen, dat de blikken van geheel het plaats
je op U gericht zouden zijn. Niets ïs
minder waar. Eensdeels is men ïn San
Marino gewoon bezoek van vreemdelingen
te ontvangen, en anderdeels heeft men er
de goede Italiaansche gewoonte, dat men
vreemdelingen rustig hun gang laat gaan.
Wilt ge souvenirs, van welken aard ook,
van San Marino medenemen, wel, de klei
ne winkels geven ze U jn overdaad. Er
zijn briefkaarten, waarop ge de typische
uniformen van San Marino kunt zïen, en
ge kunt er de veel gevraagde postzegels
op het postkantoor verkrijgen of het San
Marineesche geld, dat njet meer ïn om
loop is, tegen hooge prijzen koopen. Maar
voor ieder dje een dag of korter of
langer in dit zoo karakteristieke berg
stadje heeft doorgebracht, en die daarna
is gegaan door de verschillende dorpen
van de republiek, blijft de herinnering aan
aan dit bezoek zoo sterk, dat souvenirs
niet noodig zijn om dïe te bewaren. Wat
Monaco noch Lichtenstejn, noch Andora
vermogen, vindt ge in San Marïno; de
uiting van een eïgen bestaan, op de tra
dities van eeuwen gegrondvest. Het leven
daarbuiten is aan San Marïno nïet onop
gemerkt voorbijgegaan, maar dit heeft ei
gen wetten en gebruiken weten te hand
haven, omdat het zich gelukkig voelt met
wat het heeft en niet wenscht te hebben
wat anderen bezitten. Ge vpidt ïn San Ma
rino een klein maar goed Museum, waar
oude Italiaansche schilders met prach
tige doeken worden aangetroffen; ge
vindt er in de beïde kerken kunst, dïe van
eeuwen her is. Dat wordt met piëteit be
waard, maar voor het overige streeft San
Marino er njet naar, zïch voor den vreem
deling aantrekkelijk of belangwekkend
te maken. Wie er komt, is welkom, maar
wie er niet komen wïl, wordt door geen
vereeniging ter bevordering van het
vreemdelingenverkeer daarheen gelokt.
Al zou er werkelijk genoeg aantrekke
lijks aan te bevelen zjjn.
Anti-Oorlogsspel „Wij willen nïet".
Jongeren groepen uit de heele jeugd
beweging jn het Gooï, hebben het plan
opgevat, het nieuwe lekespel van Mevr.
Roland Holst „Wij will'en niet" te gaan
instudeeren en opvoeren.
Dit Anti-Oorlogsspel ïs door zijn strek
king en zijn eenvoudig readïkalïsme van
groote waarde voor den vredestijd. Daarom,
dat jongeren uit velerlei groepen hïer sa
menwerken, om straks met een goede en
eenvoudige opvoering onder de menschen
te gaan.
Onder leiding van den heer Dr. A.
Saalborn uit Bussum is ïnmïddels de
instudeering begonnen en zal de eerste
opvoering naar aller waarschijnlijkheid
in Maart plaats vinden.
Tot het geven van inlichtingen zijn
steeds gaarne bereid:
voor Hilversum: J.. J. Krop, Neuweg
94;
voor Bussum: B. Tobias, Brediusweg3;
voor Baarn: Dr. J. de Voogd, Canton-
park 13
voor Soest: L. Robber, Bosstraat 4;
voor Utrecht: A. Wevers, Laan van
Soestbergen 9.
TEGEN PLANTENZIEKTEN.
Mededeeling No. 19 herzien.
Om aan bezitters van tuinen (sïeri,
zoowel als fruit- en moestuinen) de noo-
dige aanwijzingen te verschaffen voor
de bestrijding van plantenziekten en scha
delijke dieren, is door den Plantenzïek-
tenkundigen Dienst te Wagenïngen uitge
geven Mededeeling no. 19: Bestrijding van
plantenziekten in kleïne tuinen..
Van dit boekje is thans een derde her
ziene druk verschenen, waarin de tuïnbe-
zitter alle gegevens vindt, dïe hij noodïg
heeft voor een doelmatige ziektebestrijding
voor zqn beplanting in den winter.
Aan hen, die verdere inlichtingen wen
schen over plantenziektenbestrijding wor
den deze gaarne verstrekt door den Plan-
tenziektekundjgen Dienst te Wagenïngen
en door op verschillende plaatsen werk
zaam gestelde ambtenaren van dezen
dienst.
Heinrich Schlusnus.
De vermaarde zanger Heinrich Schlus
nus, welke na een succesvol optreden in
Amsterdam en Den Haag in October van
het vorig jaar dezer dagen onder auspi
ciën van de N.V. Internationale Concert-
directie Ernst Krauss weer een tournee
door ons land maakt, zal op zijn concert
in de groote zaal van Jiet Concertgebouw
te Amsterdam op Woensdag 20 dezer, o.a.
de volgende liederen en opera-arja's ten
gehoore brengen: Liederen van Frans
Schubert (Der Atlas; Dem Unendlichen;
Du bist die Ruh); Carissimi (Vittoria,
Vittorja); Francesco Durante (Vergïn tut-
to amor); Caccini (Amarilla); Aria uit
„Hérodiade" van Massenet; aria uït
„Eugen Onegin" van TschaikowskyCa-
vatine van Figaro uït „Barbier van Se-
villa" van Rossinï; Arïa uït „Pïque Dame"
van Tschaikowsky; enz.
De zanger zal aan den vleugel worden
begeleid door Franz Rupp.
BAARN..
Concours d'élégance.
Het Bestuur der Vereeniging Baarns
Bloei heeft in beginsel besloten ïn den
komenden zomer een concours d'élégan
ce voor auto's te houden.
Dit concours, waaraan eenige attracties
worden verbonden, zal waarschijnlijk op
de terreinen der gemeentelijke sportvel-
den worden gehouden.
Steun aan het crisis-comïté..
De N.V. A. Kreymborg Co. alhier
hebben een toezegging gedaan gratis aan
het comité af te staan alle soorten van
mans-, jongens- en kinderkleedjng, tot een
totale waarde van f 10.000.
Verschenen is het rapport over de resul
taten van een onderzoek naar de bedrijvig
heid op 1 October 1931 in de fabrieks- en
scheepsbouwnijverheid, het mijnwezen, de
koopvaardij en in het havenbedrijf, welk
onderzoek is ingesteld met medewerking
van de Arbeidsinspectie, van de inspectie
van den havenarbeid, het ,mijntoezicht en
de scheepvaartinspectie, en door den direc
teur-generaal van den Arbeid ingevolge op
dracht van den minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid is gedaan, om op korten ter
mijn een onderzoek in te stellen naar de
bedrijfstoestanden in de verschillende in
dustrieën, teneinde na te gaan, in hoeverre
de crisisinvloed zich in het bedrijfsleven
deed gelden.
Blijkens het rapport werden 8764 vragen
lijsten verzonden aan de hoofden der indu-
striëele bedrijven, die normaal 10 of meer
fabrieks- of werkplaatsarbeiders werkzaam
hebben en van deze circulaires werden 7382
terugontvangen.
Onder de bijna 1400 ondernemers, die de
vragenlijst niet terugzonden, bevinden zich
slechts zeer weinig vooraanstaande indus-
trieelen.
Verschillende ondernemers gaven niet on
duidelijk te kennen, dat zij het nut van der
gelijke onderzoekingen niet inzagen. Over
het geheel kon niet worden ontkomen aan
den indruk, dat de industrie voor een be
langrijk deel slechts traag aan dit onder
zoek heeft willen medewerken. De antwoor
den waren erg onvolledig ingevuld, zoo
dat herhaaldelijk navragen noodig was; het
aantal ondernemers, dat naast de verstrek
king der enkele cijfergegevens de waarde
hunner inzending verhoogden door uitvoe
rige zakelijke opmerkingen, was gering.
Het beeld, dat bij het onderzoek per 1 Oc
tober j.1. werd verkregen, kan in het kort
als volgt worden weergegeven:
Groep I (steen-, glas-, aardewerk).
De toestand in de aardewerk- en glas
industrie is zeer slecht; in de baksteenin
dustrie en kalkzandsteenindustrie treedt
verslapping in. In de geheele groep is de
personeelsbezetting ongeveer 15 pCt. ach
teruitgegaan in vergelijking met 2 jaar ge
leden.
Groep II (diamantbewerking).
Toestand critiek. Op dit oogenblik werkt
slechts 1/5 der bezetting van 2 jaar geleden
en niet meer dan 1/10 der bezetting van
vóór den wereldoorlog.
Groep III (typografie).
Toestand normaal op 1 October 1931,
zelfs geringe personeelstoename, die echter
thans voor teruggang dreigt plagts te ma
ken, daar het arbeidsaanbod toenemend is.
Groep IV (bouwbedrijven).
De toestand is aanmerkelijk slapper dan
1 jaar geleden, ofschoon niet zoo onrust
barend als oppervlakkig wordt aangenomen.
Bepaalde cijfers omtrent de personeelsbe
zetting staan niet ter beschikking. Het feit,
dat over de verloopen 9 maanden van 1931
25 millioen gulden minder is aanbesteed
dan in 1930, maakt het aannemelijk, dat de
toestand op dit oogenblik in het bouwbe
drijf niet bepaald rooskleurig is.
Groep V (chemische nijverheid).
Niettegenstaande de oprichting van 2
groote stikstoffabrieken (die, behoorende bij
de Staatsmijnen, bleef buiten het onder
zoek), is deze industrie over het geheel in
personeelsbezetting achteruitgegaan.
Groep VI (houtbewerking).
Toestand niet gunstig. Personeelsbezet
ting 17 pCt. achteruitgeloopen in 2 jaar
tijds. Deze groep hangt af van de drukte in
het bouwbedrijf, van onzen export (b.v. kis
ten-, manden- en hoepelfabricage^en van
de koopkracht van het publiek (meubelin
dustrie). Deze 3 factoren oefenen eeh zeer
ongunstigen invloed uit op den huidigen
stand van zaken in de houtbewerking.
Groep VII (kleedingindustrie). Bedrijvig
heid normaal, de personeelsbezetting 3
pCt. toegenomen; vooruitzichten niet bevre
digend.