STEMPELS
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
De brandende lamp
Wat ons to wachten
staat.
Bekendmakingen.
Officieel.
Plaatselijk Comité
van Actie tegen het
Wetsontwerp Terpstra.
Belgische en Nederland-
sche Defensie - uitgaven.
SOESTER BANKVEREENIGIMG - Telef. 2317 - SOEST
Open brief van kapitein
Lagerwerff aan Prof. van
Hinloopen Labberton.
No. 8
Twintigste Jaargang
Woensdag 27 Januari 1932
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK
ADVERTENTIEN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT
UITERLIJK DINSDAG- EN VRIJDAGSMORGEN8 1* UUR AAN HET BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. 0. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIEN: VAN 1 TOT 5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. GROOTE KORTING
ABONNEMENTSPRIJS II.— PER DRIE MAANDEN, FR ANCO PER POST.
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 VAN DE AUTEURSWET 1#1J (STAATSBLAD NUMMER *85)
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter algemeene kennis, dat bij von
nis van het Kantongerecht te Amersfoort,
dd. 17 December 1931, welk vonnis on
herroepelijk was op 1 Januari 1932, WIL
HELM H. DAZELAAK, van beroep melk-
slijter, wonende te Soest, Nieuwstraat
40, is veroordeeld tot f5.boete, subs.
2 dagen hechtenis, wegens het vervoeren
van melk, zonder in het bezit te zijn van
een door den Burgemeester dezer ge
meente verstrekte vergunning, als bedoeld
in artikel 29, le lïd van het Melkbesluït.
Soest, 20 Januari 1932.
Burg. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris. J. Batenburg.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat op 21
Januari 1932 bij hen is 'ingekomen een
verzoek van Hendrika Westemeijer, van
beroep zonder, wonende te Soesk om ver
lof tot den verkoop van alcoholhouden
den drank anderen dan sterken drank in
de navolgende localiteiten
beneden voorlokalen van het perceel,
kadastraal bekend alhier in sectie H. No.
4886 plaatselijk gemerkt no. 38 en gele
gen aan de Koninginnelaan aldaar.
Binnen twee weken na de dagteekening
dezer bekendmaking kan ieder tegen het
verleenen van dit verlof schriftelijk be
zwaren bjj Burgemeester en Wethouders
inbrengen.
Soest, 22 Januari 1932.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg,
„Gisteren is reeds een droom. Mor
gen is nog slechts een visioen. Het
heden goed geleefd, maakt elk
gisteren een droom van geluk, elk
morgen een visioen van hoop. Let
daarom goed op het heden".
(Uit het Sanskriet).
Wij, in onzen tijd van gas en electra,
die slechts een knopje hebben om te draai
en, om een zee van licht te ontvangen, wij
weten er dikwijls niet meer van mee te
praten, hoe vroeger de petroleumlamp of
patent-olielamp geregeld „bijgehouden"
moest worden, hoe de pit schoongehou-
den en bijgeknipt moest worden, opdat het
licht helder zou branden en njet walmen,
waardoor stank en slecht licht konden
ontstaan. En daarom spreekt het niet zoo
direct tot ons gemoed, als er wordt ge
wezen op de noodzakelijkheid om de lamp
van ons denken helder brandende te hou
den, met een goede pit en zuivere olïe.
Waarmee dan bedoeld wordt, dat we on
zen voorraad van geestelijke goederen
op peil moeten houden, ten ejnde aan el-
ken druk weerstand te kunnen bieden en
niet in duisternis te hoeven rondtasten,
wanneer de nacht der moeilijkheden komt!
Het wordt meermalen gezegd: wat de we
reld noodig heeft is minder pessimisme
en meer optimisme, minder vrees en meer
vertrouwen. "Zeker, maar niet het ongemo
tiveerde optimisme van den dwaas en de
luchthartigheid die zoo snel in diepe wan-
hoep kan overgaan. Doch het stevig ge
grondveste optimisme, afspiegeling van
innerlijke rust en harmonie, geboren uit
een begrijpen van de groote levenswaar
heden, welke het gansche hee'al ten grond
slag dienen; de alom beschikbaarheid en
almacht van Waarheid en Wqsheid en
Liefde.
We kunnen ons een zekere mate van be
grijpen van deze dingen des geestes heb
ben eigen gemaakt, maar waar geen voor
uitgang is, daar is achteruitgang, en we
hebben te zorgen, dat we onze lamp bran
dende houden, en onzen voorraad olie met
nieuwe ideeën van waarheid en wjjsheïd
en liefde en vreugde aanvullen. Lezen,
zegt bijvoorbeeld F. C. Hoggarth in Great
fhoughts (Londen), moet een voortdurende
n zijn van al die dingen, die lieflijk en
j"em zijn een positieve hulp voor ons
°m ze in onze gedachten te houden. Het
pest. een algemeen streven der jongeren
ïyQ om kleine, persoonlijke boekerij
Wij bevelen ons beleefd
aan, voor de levering
van ALLE MOGELIJKE
tegen zeer lage prijzen.
Aanbevelend,
N.V.EersteSoester Elecir. Drukkerij
v. Weedesfraat 7, Soestdijk. Tel. 2062
bijeen te brengen, die kan dienen om op
die manier het idealisme te verstevigen,
en te inspireeren met nobele en stralende
gedachten. Alles wat lage of laag-bij-de-
grondsche gedachten omtrent het leven
wekt, kan men beter mijden. Want hoe
wel we misschien oogenschijnlijk niets
slechter zullen zijn door het zien of le
zen van sommige dingen, kan er toch,
zonder dat we het beseffen, de een of an
dere minderwaardige gedachte binnenge
slopen zijn, die op een critïek oogenblïk
zich een verrader betoont.
Het is een goed ding om eiken dag te
beginnen en te besluiten met de een of
andere goede gedachte, een motto, een
versregel, een gezang, iets, dat behoort
tot de wereld- van het schoone. Evenzeer
is het verstandig toe te zien, dat de eer
ste dag van de week als 't ware den toon
aangeeft voor de andere dagen, als het
ware gewijd aan het streven naar die zelf
de ware en goede en schoone dingen. Er
zit een merkwaardige wijsheid, in dit ver
band beschouwd, in die woorden uit het
oude Sanskriet hierboven aangehaaldGis
teren is reeds een droom, Morgen is
slechts een visioen..v het heden, goed
geleefd, maakt elk gisteren een drooon
van geluk, elk morgen een visioen van
hoop: let daarom goed op het heden....
„Bouwt dan heden sterk en stevig
Op een ruime, vaste voet
Dan vindt morgen, zooals eeuwig.
Weer een hoog're, veil'ge plaats....
Voor het bouwwerk dat we maken
Wordt de stof door tijd bereid
Onze hedens en de gistrens
Zijn de steenen van den tijd"....
Zoo zou men, een beetje vrij, een beetje
onbeholpen wellicht, de veel aangehaalde
woorden van Longfellow kunnen weerge
ven.. Woorden van den dichter, die voor
wie ooren heeft om te hooren, een klank
van diepe waarheid en kostelijken raad be
vatten.
FLORIS C.
(Nadruk verboden).
III.
Het ontwerp van de nieuwe L.O. Wet,
waarvan wij reeds eenige in 't oog val
lende bepalingen vermeldden (men her-
leze onze artikelen in „De Soester" van
16 en 23 Januari j.1.) bevat tal- van an-
R. van Gaasbeek.
dere punten, die onze aandacht vragen,
't Zou echter te veel van de plaatsruimte
in deze courant vergen, wanneer zjj alle
vermeld zouden worden. Trouwens, dit
is ook njet noodïg. Liever wekken wei
onze lezers op, de protestvergadering bij
te wonen, die het Comité van Actie a.s.
Vrijdagavond in „Religie en Kunst" heeft
belegd. Eén der Hoofdbestuursleden van
Volksonderwijs, de Heer R. van Gaas
beek, (wiens portret wij hierboven af
drukken), zal dan het wetsontwerp uitvoe
rig behandelen, waarbij al de bezwaren,
die er aan kleven, duidelijk zullen uitko
men. Evenwel, niet alleen zullen de
fouten van 't ontwero naar voren wor
den gebracht, de Heer van Gaasbeek zal
ook middelen aangeven, waardoor men
de L.O. Wet zou kunnen herzien, zonder
de belangen van het onderwijs aan te ran
den. Het Comité van Actie mag zich ge-
lifkkig achten, dat de Heer van Gaasbeek,
dit onderwijskundig onderwerp zal
behandelen, omdat deze spreker, als In
specteur van het L.O. een zoo bij uitstek-
deskundige is. Wanneer we daaraan toe
voegen, dat de Heer van Gaasbeek een
uitstekend redenaar is, die zijn gehoor met
het onderwerp; „Wat ons te wachten
staat", van het begin tot het einde zal
weten te boeien, dan kunnen onze lezers
er van verzekerd zijn, dat zij hun gang
naar „Religie en Kunst" niet zullen be
treuren. Het zal, vooral voor degenen, die
niet direct bij het onderwijs betrokken
zijn, een ernstigen, maar belangwekkenden
avond worden.
Voor verdere bijzonderheden verwijzen
we naar de in dit blad voorkomende ad
vertentie.
Op! Gij, Soesters en Soestdijkers
Vrijdag naar de Rembrandtlaan,
Waar van Gaasbeek zal bespreken:
„Wat zal ons te wachten staan?"
Waar de spreker U zal toonen,
Dat de nieuwe Terpstra-wet
'n Voorbeeld is van prulwetgeving.
Die goed onderwijs belet.
Op! Gij, Soesters en Soestdijkers!
Weest het U toch wel bewust.
Dat de toekomst van ons landje
In der schooljeugd handen rust.
„Beter onderwijs, meer welvaart"
Is een altijd geldend woord.
Zorgt, dat men tot Hollands schade
Niet ons onderwijs vermoordt.
Op! Gij, Soesters en Soestdijkers!
Stelt het U tot duren plicht,
Dat ge Vrijdag naar „Religie"
Als één man uw schreden richt.
Laat uw stem er luid weerklinken,
Krachtig en door ernst bezield:
,,'t Wetsontwerp is onaanneembaar.
Daar 't ons onderwijs vernielt!"
V. O.
Uit de Vrijheid:
Een communiqué, dat de aandacht ver
dient, verscheen dezer dagen in de bladen.
De Belgische regeering had een statistiek
laten samenstellen omtrent de militaire uit
gaven in verschillende landen. In deze „sfa-
tistiek" was Nederland nummer 2 van de
5 mogendheden van middelbaren rang, wier
ligging in Europa min of meer is blootge
steld. En België was nummer 5! Daaruit
bleek reeds aanstonds, dat men in België
de kunst van het groepeeren der cijfers
verstaat.
Van bevoegde Nederlandsche zijde werd
nu de aandacht er op gevestigd, dat waar
reeds 30 Staten opgave van hun defensie
uitgaven verstrekten (in verband met de a.s.
Ontwapeningsconferentie), de Belgische cij
fers tot dusver onbekend bleven. De cijfers,
welke België thans, met het verbluffende
commentaar, verstrekte, stelden de „verge
lijking" wel op zéér merkwaardige wijze
samen.
In het Nederlandsche communiqué wordt
daarover het volgende gezegd:
„De gezamenlijke uitgaven van Nederland
en van de overzeesche gewesten, zijnde 171
millioen gulden, te weten de uitgaven voor
twee afzonderlijke legers en een vloot, waar
van pl.m. 80 pCt. in de overzeesche ge
westen aanwezig moet blijven, worden in
het Belgische overzicht gebezigd n.b. ter
vergelijking met de uitgaven van landen,
die öf in het geheel geen overzeesche ge
bieden bezitten óf wier overzeesch gebied,
wat ligging, uitgestrektheid en belangrijk
heid betreft, zelfs voor een vergelijking
met het Nederlandsche niet in aanmerking
komt.
Een juiste en eerlijke beoordeeling van
deze totale Nederlandsche verdedigingsuit-
gavc van 171 millioen gulden (2448 millioen
Belg. francs) had moeten vermelden, dat
deze betreffen een Rijk in Europa, Azië enz.
van 70 millioen inwoners.
Voor de landmacht en luchtmacht van Ne
derland in Europa werd in 1029 (het jaar
van vergelijking) echter 52 millioen gulden
besteed. Dit totaal is duidelijk af te leiden
uit de aan den Volkenbond verstrekte ge
gevens en derhalve aan de verschillende
statistische rekenaars niet onbekend geble
ven.
v.h. Sukkel Co.
EFFECTEN - COUPONS - PROLONGAT1ËN - SAFE DEPOS1T
alle Bankzaken
Neemt men nu voor België het in het
bedoelde statistische bericht aangegeven
bedrag van 1458 millioen frs. als basis en
trekt men hiervan nog af 200 millioen fres.
(is vermoedelijk twee maal te veel) voor
het onderhoud van de weermacht in den
Congo en mandaatgebied, dan zou België
aan de land- en luchtmacht in Europa be
steden ongeveer 88 millioen gulden of 11
gulden per hoofd der bevolking. Hiertegen
over staat voor hetzelfde doel in Nederland
52 millioen of f 6.50 per hoofd. Met belang
stelling kan men intusschen de desbetref
fende Volkenbondsopgave nopens de Bel
gische defensie-uitgaven tegemoet zien.
De vergelijking van alle, wél officieel
bekende gegevens, geeft aanleiding tot een
nog duidelijker conclusie nopens den graad
van bewapening der beide landen.
1. De totale vredessterkte van land- en
luchtmacht van Nederland toch bedroeg
gemiddeld voor 1929 (zonder de'maréchaus
see) 17.102 man; van België bedraagt de
opgegeven gemiddelde vredessterkte voor
land- en luchtmacht (zonder de gendarme
rie) 71.760 man.
Op 10 man voor de land- en luchtmacht
in Nederland zijn dus onder de wapenen in
België, dat een nagenoeg even sterke be
volking heeft, 42 man.
2. Het gemiddelde verblijf in werkelijken
dienst der gewone dienstplichtigen bedraagt
in Nederland zeven maanden en in België
twaalf maanden.
3. In België zijn 50 pCt. meer militai
re vliegtuigen aanwezig dan in Nederland.
Een vergelijking van de bewapening van
Nederland met die der overige rijken zou
hier te ver voeren. Zij zou evenwel tot de
slotsom leiden, dat Nederland in Europa,
zoowel als in zijn overzeesche gewesten,
onder aan de lijst der bewapening staat."
Tot zoover het Nederlandsche communi
qué, dat den verkeerden indruk, alsof Bel
gië zooveel minder bewapend zou zijn dan
Nederland, gedocumenteerd weerlegt.
Het gewekte misverstand blijft er niet
minder betreurenswaard om. Ons land heeft
zijn militaire cijfers open op tafel gelegd.
België daarentegen geeft een commentaar
ten beste, dat op ons land een militaristisch
odium legt, terwijl een kind weet, dat de
cijfers omtrent lichting, diensttijd, lucht
macht eniz. in België die in ons land verre
overtreffen. Dit lijkt ons niet te getuigen
van den juisten geest, die op de Ontwape
ningsconferentie tot goede resultaten kan
leiden en dergelijke voorstellingen, schijnen
ons, ook afgezien van de Ontwapenings
conferentie, niet geschikt om het weder-
zijdsch vertrouwen in de buurlanden, dat
gelukkig toeneemt, te versterken.
Geen halve waarheden a.u.b.
G. P. D.
De lieer T. J.. Lagerwerff, kapitein der
Jagers te Den Haag, richtte een Open!
Brief aan Prof. Dr. D. van Hinloopen
Labberton, voorzitter van het Nederland
sche Vredesparlement, waarin de schrij-
„Mrj schijnt de regeling van regerings
zijde zeer juist en gewenscht, na hetgeen
ik omtrent uwe opvattingen daaromtrent
heb geleerd. Voorts is uwe opmerking, dat
de regeering geen „pacifist" Tn de delega
tie naar Genève wenschte, n.m.m. al zeer
enjuist, immers alle Nederlanders mag
men gerust als pacifisten aanduiden, de
eerste uitzondering moet ik nog ontmoe
ten. Wel heeft men hier te lande verschil
lende groepen, die zich aanmatigen, de bij
haar niet aangeslotenen van tegengestelde
gevoelens te beschuldigen. Stond echter
ons geheele Nederlandsche volk eendrach
tig p\ deze kwestie achter de regeering,
,het buitenland zou daardoor ons land ze
ker niet minder het land van den vrede
noemen. Onze regeering heeft voor wie
hooren en zien wil de meest doorslaande
bewijzen van vredesgezindheid gegeven.
Mogelijk bedoelt U, dat die .^anderen" geen
pacifisten zijn, omdat het geen défaïtïsten
zijn, inderdaad vindt men die alleen in de
door mij genoemde groepen. Mocht dit
echter niet het geval zijn, wil dan ver
standiger zijn, dan door de Nederlandsche
delegatie uit naam van het Nederlandsche
pacifisme wllen wraken (Punt 7 van
den Beschrijvingsbrief, zïe de noot hier
onder).
U tracht daardoor haar actie, die, daar
ben ik absoluut zeker van, geheel in de
richtjng gaat door U voorgestaan, reeds
bij voorbaat te ondermijnen! Beter ware
het haar met al uw gezag te ondersteunen
tot heil van het door U zoo vurig ge-
wenschte doel. Is U zoo weinig au fait,
dat U niet weet, dat we innig verheugd
en dankbaar mogen zijn, als men tot een
eenigszins belangrijke wapenbeperkïng kan
komen? Wat U in punt 6 van den Bschrij-
vingsbrjef (ze noot hieronder) vraagt, is
het einddoel, waarvan we nog heel ver
verwijderd zijn. Niet alleen wat er in het
Hollandsche volk leeft, is U vreemd, doch
evenzeer hoever „de wereld" is gevor
derd op het wel zeer moeilijke pad der
wapenbeperking en permanente vrede.
Zeer betreurde ik het, dat mijn over
komst naar Amsterdam mij zoo weinig
bevredigd heeft. Reeds de samenstelling
van het Vredesparlement was teleurstel
lend. In stede van eene vergadering, die
door haar aanblik eerbied afdwong, een
gezelschap, dat deed denken aan een Nuts-
avondje. En dit gezelschap matjgt zich aan
onze gedelegeerden naar Genève eerst
eene Prüfung te willen doen ondergaan.
Deze vergadering wil een internationale
conferentie voorleggen!
Beseft U niet de grootte van de door U
geleide beweging tot die welke de wereld
conferentie vertegenwoordigt en voelt U
Koopt Uw Radiobode bij de
N.V. EERSTE SOESTER
ELECTR. DRUKKER!)
v. Weedestraat 7, Soestdijk
dan niet, dat men zich belachelijk maakt
met te willen eischen? Bovendien Is uwe
vergadering incompetent om het vraagstuk
der ontwapening te beoordeelen en zou
ik wel gaarne dien mïnïmuineïsch willen
bestudeeren! Er zitten aan dit vraagstuk
nog wel eenige bezwaren vast. Intusschen
zou de internationale wereldconferentie
zeer dankbaar zijn, als U haar de oplos
sing van het probleem in de schoot werpt!
Wat de vergadering zelf betreft, die
ik heb mogen bijwonen, trof mij de totale
afwezigheid van overeenstemming tus-
schen U en den griffier, tevens thesau
rier-géneraal. Het was pijnlijk en hiervan
had ter vergadering njet mogen blijken.
Dit gebrek aan goede voorbereiding, als
mede, dat in deze 3e zitting zelfs de doel
stelling van het Vredesparlement nog niet
in begjnsel was vastgelegd, moesten tot
eene mislukking leiden, waarbij het geheel
dan ook geen hoog idee vermocht te ge
ven van het „Nederlandsche Vredesparle
ment", het was zielig.
Dat ik U zoo open mijn meening doe
kennen heeft, als eenige bedoeling U de
oogen te openen, dat, wat U zoo goed
meent, een parodie dreigt te worden.
Er zal veel moeten veranderen.
Hoe U bij dezen toestand, zich reeds met
eenige autoriteit tot de regeerïng heeft
durven wenden, is mij eeu raadsel. Wat
meer vertrouwen in onze regeering en
wat minder vertrouwen in de volmaakt
heid der inzichten van bovenbedoelde groe
pen zou de Nederlandsche vredesbewe
ging zeker geen kwaad doen.
U de verzekering gevende uw initia
tief te bewonderen tot het oprichten van
een centrum, waar de verschillende dik
wijls zeer uiteenloopende vredeskringen
kunnen samenvloeien en oordeelkundig ge
leid zouden kunnen worden en met mijne
gevoelens van hoogachting,
gaarne uw dwy
T. J.. LAGERWERFF,
Kapitein der Jagers.
Wij merken hierbij op. dat het Vredes
parlement is ontstaan uit de Vredesstroo-
mingen van alle kleur en richting, en zich
ten doel stelt als orgaan van de openbare
meening jn Nederland de zaak van den
Vrede en de Harmonie onder de volken
te dienen. Tot zijn zittingen noodïgt het
zoowel de afgevaardigden van alle vredes-
vereenigingen. vakbonden, kerken en po
litieke groepen als ïndïvïdueele paci
fisten uit, die tot samenwerking in het
belang van den Vrede bereid zijn.
Noot 1. Punt 6 van den Beschrgvings-
brief luidt: Bespreking van een aan Ge
nève voor te leggen minimum ontwape-
ningseisch bestaande uit de volgende le
den: a. afschaffing van de staande legers
en oorlogsvloten ter zee en in de lucht;
b. instelling van een internationaal Vre
deswacht.
Noot 2. Punt 7. Bericht aan den Voor
zitter van de Ontwapenings-conferentïe
Henderson nopens de eenstemmige wra
king van de Nederlandsche Iiegeeringsde-
legatie naar Genève als staande buiteja
het Nederlandsche pacifisme".