Wij zijn ruim gesorteerd en bovendien concurreerend
N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ
VAN WEEDESTRAAT 7 - TELEFOON 2062 - SOESTDIJK
Iets over het wonder-
leven der Cactussen.
Ingezonden.
EEW©(U)!D>II<G
Bestrijding van Planten
ziekten en Vogel
bescherming.
FEUILLETON
WEERGALOOZE
ZELFOPOFFERING
De cactus neemt wat vorm betreft wel
een geheel eigen plaats in. Wij treffen deze
plant niet in het wilde in eigen land aan en
onwillekeurig komt de vraag bij ons op:
van waar komen oorspronkelijk dan wel
deze wondere planten in de meest ver
schillende vormen?
Oorspronkelijk wordt de cactus aange
troffen in Amerika en wel de oudste soor
ten in Zuid-Amerika.
Wel worden er nog enkele soorten op
het eiland Ceylon (ten zuiden van Britsch-
Indië), Madagascar (a.d. oostkant vaü
Afrika) en in den Congo (Afrika) aange
troffen, die daar inheeinsch schijnen, maai
waarschijnlijker is, aldus merkt de heer
A. J. v. Laren op in zijn beschrijving,
waaraan wy voorts nog een en ander ont-
leenen, over dit onderwerp in het Ver-
kade's album, dat zij daar te eeniger tyd
door vogels werden overgebracht.
Alle cactussen, die overigens buiten
Amerika, hetzij gekweekt, of verwilderd
worden aangetroffen, zoowel rondom de
Middellandsche Zee, als in Zuid-Afrika,
in Australië en elders, zijn daar door men-
schenhand ingevoerd. Soms zijn zy daar
ook op groote schaal verwilderd, zooals
in Australië het geval is, waar sommige
schijfcactussen zelfs tot een ware plaag-
van den landbouw zijn geworden.
De cactussen worden zoowel aangetrof
fen in heete, droge dorre streken en
woestijnen, hooge, woeste bergen, als in
de vochtig-warme wouden en op de on
afzienbare vlakten met grassen en laag
struikgewas.
Geen wonder, dat de levenswijze en de
uiterlijke vormen bij de verschillende cac
tus-soorten, hoewel gelijk in oorsprong,
zeer uiteenloopen.
Opmerkelijk is, dat aan de cactussen,
zooals wij die algemeen kennen, de blade
ren ontbreken. Het deel, dat wij dus zien
is de stengel, die dus in zoo'n groote ver
scheidenheid van vormen voorkomt.
Ook de bekende lidcactus, die wel den
indruk geeft, als zou men daarbij nu met
bladeren te maken hebben, is uitsluitend
stengelvorm. Een uitzondering hierop vor
men echter de zoogenaamde blader-cac-
tussen (en eenige verwante soorten), die
wij hier echter niet algemeen kennen.
Deze soort heeft geheel het uiterlijk
van een gewonen struik of boom, hebben
een stevigen houten stam, gewoon ge
vormde takken en gewone groene, hoe
wel eenigszins dikke bladeren.
Ge leest hieruit, dat deze cactussen
tot een verbazende ontwikkeling kunnen
komen in de vrye natuur en gelijk
boomen kunnen zijn! Dat is nog wel iets
anders, dan de kleinere soorten, die wy
met zoo'n zorg in onze vensterbank kwee
ken!
Het geslacht der blader-cactussen wordt
beschouwd als de grondvorm van alle cac
tussen.
Doch hoe komt het nu, dat de cactus
sen, die wij nu kennen, zoo geheel anders
er uit zien dan de blader-cactussen?
Ii moet komen door veranierde le-
yensomsumuigheden, waaraan de planten
in den loop der tijden werden blootge
steld en we moeten hierbij niet rekenen
met eenige honderden jaren, doch met
duizenden jaren
Aangenomen wordt, dat de cactus in
den oudsten vorm te beschikken had over
voldoende vocht. Toen na den ijstijd (dat
was dus duizenden jaren vóór Christus)
net klimaat veranderde, de temperatuui
hooger werd, onderging daardoor ook de
bodem veranderingen. Deze werd door een
vermindering van neerslag droger. De
plantengroei onderging daarvan ook de
gevolgen.
Sommige soorten konden zich op dien
drogeren grond niet staande houden en
moesten noodzakelijk uitsterven, andere
soorten daarentegen hebben zich door al
lerlei in. en uitwendige veranderingen we-
1 ten aan te passen en hebben zich zoodoen
de kunnen handhaven.
Dit is het geval geweest met de cac
tussen. Niet alleen wisten zy zich aan tc
passen, doch hebben zich ook kunnen ver-
oreiden. Dit aanpassen hield in, dat di
bladergroei tot een minimum werd be
perkt, of geheel verdween, want juist
door de bladeren verdampt vocht. Kar.
er nu vanuit den bodem door de wortels
en stengels onvoldoende vocht worder
toegevoegd, dan verschrompelen de bla
deren en de plant sterft ten slotte.
„By de cactussen nu werden de levens
verrichtingen overgedragen aan stam, tak
ken of stengels, die daartoe ook een groe
ne kleur aannamen en zich tevens opval
lend hebben verdikt of verbreed. Vooi
die verdikking is het mogelijk, dat d<
planten veel vocht kunnen opnemen en...
oewaren. Om dit laatste mogelijk te ma
ken, werd de opperhuid steviger en dik
ker en is van slechts zeer weinig huid
mondjes voorzien, waardoor de verdam
ping tot een minimum beperkt kan wor
den. Zoo heeft men berekend, dat een
egelcactus ongeveer 6000 maal mindei
water verdampt dan een gewone plant
van hetzelfde gewicht. Om de verdam
ping nog meer te beperken, is vaak dt
opperhuid nog overdekt met een waslaag
of met fijne haren. Ook het weefsel in
het plantenlichaam is er op ingesteld om
slechtst uiterst langzaam water af te
staan."
Merkwaardig is wel, dat er in de na-
uur zelfs soorten voorkomen, die zie.
gedurende het droge seizoen zoo goed als
geheel in den bouem verbergen. Anden
soorten weer hebben knolvormige wor
tels, waarin zij ook nog vocht kunnen be
waren, waardoor hun uithoudingsvermo
gen in droge tijden nog vergroot wordt
Verscheidene cactussen zijn voorzier
van stekels, waardoor zij in de natuur een
erweermiddel hebben tegen de planten
etende dieren.
Ook zijn er soorten op een natuurlijke
wijze beveiligd tegen verschillende die
ren, doordat zy niet op den bodem leven,
doch in de kruinen der boomen. Anderen
weer komen in uiterlijk zooveel overeen
met den bodem, dat zy onzichtbaar zijn
en niet het uiterlijk hebben van levende
planten, smakelijk om te eten.
Zoo is er velerlei in het leven van do-
ze wondere planten, dat onze belangstel-
lnig heeft en ons uitermate boeit en dat
ons den grooten rijkdom, die er in de na
tuur is, doet gevoelen.
(Alg. Holl. Landb.blad.)
Ruiten verantwoordelijkheid der Redactie.
SPROKKELVROUWTJE.
'k Zie haar gaan langs de wegen,
3ud moedertje gaat zoo vermoeid
De last rust op haar schouders
Ia, lijkt wel aan haar vastgegroeid.
'k Zie haar gaan langs de wegen,
Ze lijkt al zoo oud en zoo zwak
Vlaar draagt toch op de schouders
3en grooten zwaren zak.
Gevuld dee'z is met sprokkelhout
3n dat is zeker zwaar,
Want moedertje niet jong meer is
Maar oud en grijs van haar.
Zoo rimp'lig is haar aangezicht.
Gebogen is haar gang
t Was al moest zij loopen nog,
Nog loopen uren lang.
Zn toen ik haar zoo tegenkwam,
Toen sprong daar in mij op terstond,
Zeg moedertje, hoe was jouw leven wel
ieek j' eens ook vrij en frank in 't rond,
ling je eens ook blij met fermen moed.
Met frisschen geest het leven in
)f, had je zorgen soms al vroeg,
Geeds kommer aan 't begin.
Zeg was jouw jeugd één blij geluk
Jf, viel het vroeg in gruis en stuk,
Hoe was je leven, was het hard en zwaar
Of had je soms heel weinig zorgen maar.
Hoe is jouw gang, zoo krom, zóó zwak
-Komt dat alleen, alléén maar
Door dien grooten zwaren zak
Dien zwaren zak met sprokkelhout?
Neen, Grootje, neen, ik weet het wel
Jij draagt zeker ook gewis
Een grooten zak veel zwaarder nog
Dan die met sprokkelhout is.
Het is den zak die niemand ziet of kent,
Maar die jij meedraagt tot het end:
Die zak, die zak, dat is er één
Die weet en ziet en kent er geen.
Die zak eischt veel nog van je kracht.
Die draag je, tot de reis zal zrjn volbracht
G. v. M..
Bij den Plantenziektenkundigen Dienst te
Wageningen zijn verschenen: Mededeeling
No. 21, Bestrijding van plantenziekten in
kleine Tuinen II, 2e druk; Mededeeling No.
17, Vogelculuur door middel van nestkas
ten, 5e druk.
Eerstgenoemde brochure is bestemd voor
hen, die plantenziekten en insecten gedu
rende den groeitijd (voorjaar en zomer)
willen bestrijden in hunne tuinen (siertui-
jen en parken, zoowel als vruchten en moes
tuinen). Zij sluit geheel aan bij den onlangs
verschenen nieuwen druk van Mededeeling
No. 19, bestrijding van planten in kleine
tuinen I, waarin de bestrijding van planten
ziekten en insecten in tuinen behandeld
wordt gedurende dén winter.
Het geschrift over Vogelcultuur bevat
aanwijzingen over de vervaardiging, het ge
bruik en het onderhoud van nestkasten
voor vogels en bevat ook mededeeling over
de resultaten, die men daarmede bereiken
kan.
De inhoud is voor bezitters van tuinen en
parken, maar vooral ook voor bezitters van
bosschen van belang.
Beide brochures zijn verkrijgbaar bij den
Plantenziektenkundigen Dienst te Wagenin
gen.
De prijs bedraagt f 0.25 per stuk franco
per post.
In tijden als wij thans beleven, is boekhouden meer dan ooit eisch; eisch voor
iederen middenstander.
Wie zich thans nog verzet tegen invoering van een boekhouding, toont weinig besef
te hebben van hetgeen zijn belang, vooral in onzen tijd, eischt.
Een boekhouding is eenvoudig onmisbaar.
MAG IK UITVOERIGE INLICHTINGEN OVER INRICHTING VAN MIJN
BOEKHOUDING?
NAAM
BEROEP
WOONPLAATS
Mogen wij U eens vertellen, hoe U, met zoo weing mogelijk kosten, een een
voudige dus weinig tijdroovende en toch overzichtelijke boekhouding kunt in
richten?
U neemt geenerlei verplichtingen tegenover ons op U, wanneer U ons vraagt IJ
dit eens te vertellen.
Ook zullen wij U gaarne mededeelen, welke de kosten zijn, wanneer wij Uw boek
houding inrichten.
U behoeft niet anders te doen dan bovenstaand formulier uk te knippen, Uw
naam en adres op de daarvoor aangegeven plaats te schrijven en U ontvangt uitvoerige
inlichtingen.
Accountantskantoor „Nederlandsch Bureau voor Adviezen"
Gevestigd te HAARLEM, Houtplein 17r.
Onder leiding van R. DE VRIES.
Koopt bij
Lederwaren, Vulpennen, Luxe doozen Post
Naar het Engelsch van
M. E. POWER8.
22)
„Hoorden wy maar wat van miss Crush-
ley! Ik denk, dat zij wel eenig licht zou
kunnen verspreiden over het geval. Ik
begrijp niet, dat ze mij nog niet eens ge
schreven heeft, sinds ze hier weg is".
„Ja, 't is vreemd", gaf Dick toe. „Maar
je weet toch wel, dat de detectives onder
zoek naar haar hebben gedaan. Nu schijnt
haar naam voor te komen op de passa
gierslijst van de stoomboot, die verleden
week naar Sydney is uitgezeild".
Zou ze dan weer naar haar land terug
zijn? Was haar getuigenis noodig ge
weest?
„Neen, dat blijkt nu van niet. In het
eerst dachten wij, dat zij noodig zou ziju
geweest, om te bewijzen, dat Bill in beslag
werd genomen, nadat hij dien avond thuis
kwam; maar, gelukkig, zijn de getuigenis
sen van Parker en van de meisjes al vol
doende bewijs er voor, dat hij op dien tijd
thuis was".
„Maar herinner je je dan niet, dat sir
John, toen hij binnenkwam, zei, hoe hij
dacht, dat Maisie en William samen wa
ren en dat William ons bij zijn eigen bin
nentreden in den waan bracht, dat zyn
aanzoek werd afgeslagen?"
„Ik weet het", antwoordde Dick; „maar
als hij bedankt werd, dan had dat op dit
oogenblik toch niet plaats gehad. Neen;
wat hij die anderhalf uur alleen op zyn
kamer heeft uitgevoerd, daar hangt al
les van af! Kort samengevat, komt het ge
val dus hierop neer: Gilbert Dare werd
den dood aangedaan, Dondeid g, tusschen
vieren en zevenen. Éven over vieren werd
hij door enkele dorpelingen in het park
gezien. Na een heelen dag afwezigheid,
kwam Bill hier terug, opslag van vijven.
Hij kwam regelrecht van het station, zoo
als de groom getuigde, die hem gereden
heeft, en nog tal van menschen, die hem
onderweg tegenkwamen. Oom en Parker
hebben hem zijn kamer zien binnengaan
en oom verbeeldde zich, dat miss Crush-
ley daar ook was. Maar zy moet op haar
eigen kamer zijn geweest, want Parker
en de beide meisjes, die, zooals je nog wel
weet, bezig waren, het nieuwe kleed te
leggen in den corridór, die naar de ka
mer van Bill leidt, verklaren, dat, van
den tijd af, dat ze hun werk 'begonncfn.
nog vóórdat Bill kwam, tot half zeven,
toen hij zyn kamer verliet, door den sa
lon ging, en naar Carwithan reed, miss
Crushley er niet uit. of ingekomen is. Daar
zijn ze alle drie even zeker van; en of
schoon de meisjes even een paar spijkers
zijn gaan halen; is Parker er al dien tyd
bij geweest".
„Zou Maisie al niet bij hem op de ka
mer kunnen zijn geweest, eer William er
binnenging?" vroeg Helen.
„Neen; daar is geen hoop op. Parker
heeft de kachel aangemaakt, zoo onge
veer een kwartier vóór Bill kwam .en er
was toen niemand in het vertrek".
Maar Helen wist ook, dat de politie, niet
zonder grond, er op had gewezen, dat de
serredeur van Bill's kamer, als uitgang
kon zijn gebruikt, want de grond, daar
omheen, scheen wel betreden te zyn ge
weest, en ook was één van de takken van
de klimroos afgebroken.
Dus hij is naar Carwithan gereden, na
dat de misdaad had plaats gehad vroeg
zij een minuut later.
„Dit blijkt uit de getuigenis van den
dokter. In ieder geval is hij toen niet door
de Spook-vallei gereden, maar heeft hij
den grooten weg gevolgd; Daar het juist
marktdag was, zijn er heel wat menschen
geweest, die hem zijn tegengekomen".
„Het is een allervreemdst geval", zei
Helen. „Toch neemt het niet weg, dat door
niets mijn vertrouwen in William's on
schuld aan het wankelen zal gebracht wor
den
De weken, die nu volgden „kropen om;
en dit was juist de anders zoo feestelijke
tijd om en bij Kerstmis. De rechtszitting
was op 30 Januari bepaald.
De eenige van zyn familie, die William
wilde zien, was Helen Ray. Het was een
bitter-koude dag, toen Dick haar voor dit
doel naar Carwithan reed.
De samenkomst zou plaats hebben op
de kamer van den gouverneur en een
onbeschrijflijk droeven indruk maakte het
op haar, toen hy daar binnengeleid werd
door den cipier.
„Dit is geen plaats voor je, Helen!"
sprak hy op zijn gewonen, kalmen toon.
Met een snik vatte ze zyn hand in haar
beide handen, en zei:
,,0, William,. je bent onschuldigDaar
ben ik van overtuigd en Dick evenzeer.
Waarom weerleg je toch niet de vreeselij-
ke beschuldiging, die tegen je wordt in
gebracht?"
Hy schudde het hooid en zij kreeg)
steeds méér den indruk, hoe hij zeker lie
ver had gehad, dat zij hem wèl voor schul
dig hield. Onbegrijpelijk was baar heel zijn
optreden.
Maar toen Dick en Helen dien avond
bij elkaar zaten, meestal in droef ge
peins verzonken, richtte zij zich ineens op
en sprak overtuigd:
„Hoor eens, Dick, de schuldige zullen
wij enkel vinden, als wij te weten komen,
wie het is, die William zóó zeer liefheeft,
dat hij bereid is, voor haar te sterven!"
HOOFDSTUK XXV.
Gedurende de weken, die volgden op
den dood van Gilbert Dare, was er mis
schien niemand, die hopeloozer leed
droeg, dan die arme Daphne, De man, dier,
zij zoo gevreesd had. was dood, en kon
haar dus geen angst of droefheid meer be
zorgen; maar die vrijheid had zij verkre
gen op zoo verschrikkelijke wijze, dat ze
er zich onmogelijk over verheugen kon
Wat was er van haar zuster geworden?...
Sinds Maisie op dien noodlottigen Donder
dag bij haar weggegaan was. had zy niets
meer van haar gehoord en de man, die het
geheim van die vlucht kende, en haar had
beloofd, dat zij haar zuster volgen zou,
zat te Carwithan in arrest.
Haar eenige steun in deze donkere da
gen was de roodharige laird, Angus Mac-
cleod, die onmiddellijk bij de buren te Ben-
gavit zyn hulp was komen aanbieden. Hij
had Daphne zoodanig vertrouwen inge
boezemd, dat zy tenslotte, in haar groote
ongerustheid over het zusje, hem de ge
schiedenis van het verblijf van Maisie in
Travenna had meegedeeld en eveneens,
van haar onverwacht verdwijnen. Hij had
Daphne beloofd, dat hij alles in het werk
zou stellen, om uit te vinden, waar Maisie
gebleven wasen, in waarheid, had hjj
geen minuut verloren doen gaan, wat be
treft deze onderzoekingen.
Intusschen verbleef Willam in voor-ar
rest en men had hem nog zooveel moge
lijk privileges verleend. Maar hy wist dat
zijn lot al zoo goed als besliist was, en
dit had hij ook dankte- fyu ueze uU. want,
door zijn dood, zou hy Maisie redden. Hy
wist, dat, als zij hoorde van zijn dood,
wat niet kon wezen, eer alles voorbij was.
dat zij dan om derwille van hem, het
stilzwijgen zou bewaren over de rol, die
zijzelf had gespeeld. Ze zou immers be
grijpen, wat zijn beweegreden was ge
weest; en, hoe zeer zy ook zou verlangen,
om de smet uit te wisschen, die aan zijn
naam kleefde, zou ze, uit dankbaarheid
jegens hem, toch de opoffering van zyn
leven niet te niet willen doen, door zich-
zelve aan te geven voor die misdaad.
De ochtend van den eersten dag van
de zitting brak aan- Af en toe viel er een
koude regen en over het geheel was de
weergesteldheid zóó onguns ig, dat de men
schen er voor geen andere gelegenheid in
zóó groote menigte op uitgetrokken zou
den zijn, dan om die zitting bij te wonen.
En, voordat kapitein Challoner de trap
pen van het gebouw besteeg, hield Tredu-
then hem bij de mouw tegen.
„Wat, jij hier Stephen? Ik wist niet, dat
je al terug was", zei Dick. Want, nadat
de arme man het lyk van den majoor ge
vonden had, was hy weer in het krank
zinnigengesticht opgesloten geweest.
„Hij is gisteren teruggekomen sir', zei
Betty Treduthen, die nu ook vlak bij was.
„Ik wou maar liever, dat ze hem nog wat
langer hadden gehouden", ging zij voort,
op fluisterenden toon; „want hij is vrecse-
lijk opgewonden; zeker om mr. William".
(Wordt vervolgd).