Zweedsche Belevenissen Plaatselijk Nieuws Soesterberg. scheiding slechts 1 Meter zal bedragen, in- stede van 2.50 Meter, zooals is voorgeschre ven bij artikel 14 sub d der Bouwverorde ning voor deze gemeente. Naar aanleiding van dit besluit wendde van den Berg zich bij schrijven dd. 1 December d.a v. opnieuw tot ons College, verzoekende nogmaals hem vergunning te verleenen tot bovengenoem- <len bouw en ontheffing van het bepaalde bij artikel 14 der Bouwverordening. Aange zien noch door ons, noch door Uwen Raad ontheffing van het voorschrift, bedoeld in genoemd artikel der Bouwverordening kan worden verleend, werd door ons bij besluit van 11 December 1931, le Afdeeling No. 20, afwijzend beschikt op het laatste ver zoek van Van den Berg, welk besluit hem op 19 December 1931 werd toegezonden. Ten aanzien van het beroepschrift merken wij U op, dat de termijn, binnen welken het beroep moet worden ingest^Jd, is verstre ken. Het beroep moest n.1. ingevolge de bestaande voorschriften, worden ingesteld binnen 30 dagen, nadat adressant van het besluit is kennis gegeven. Wij stellen U mitsdien voor het beroep nict-ontvankclijk te verklaren, PUNT 12 VAN DE AGENDA. Schoolvoeding en -Kleeding. B. en W. schrijven hieromtrent aan den Raad: Door het bestuur van de afd. Baarn Soest van den Bond van Nederlandsche On derwijzers is verzocht: 1. op de scholen een onderzoek in te stellen naar het aantal kinderen, dat vol gens het onderwijzend personeel in aanmer king komt voor verstrekking van kleeding en/of voeding van gemeentewege; 2. bij gebleken behoefte gebruik te ma ken van de in art, 36 der leerplichtwet ge geven bevoegdheid om tot het verstrekken van bedoelde kleeding en/of voeding over tc gaan. Naar aanleiding van genoemd verzoek is door ons College bij de hoofden der o.l. scholen en de besturen der bijzondere scho len een onderzoek ingesteld, waarbij de noodzakelijkheid van het treffen van maat regelen, als hierboven sub 2 gevraagd, ons niet is gebleken, zulks te meer, waar de be sturen der Christelijke en R.K. Scholen te Soest, de meening zijn toegedaan, dat een verstrekking van voeding en kleeding, zoo deze noodig mocht zijn, van particulier ini tiatief behoort uit te gaan. Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor voorloopig nog niet te besluiten tot schoolvoeding en schoolkleeding van gemeentewege. PUNT 13 VAN DE AGENDA. Onderwijs. B. en W. schrijven hieromtrent aan den Raad: Ingaande 1 Mei a.s. zal aan de openbare ULO school alhier een derde leerjaar wor den gevormd. Voor de inrichting van be doeld leerjaar zal een bedrag van f 2400. benoodigd zijn. Wij verzoeken U dit bedrag wel beschikbaar te stellen. In dit verband worde nog opgemerkt, dat de desbetreffen de aanvrage van het hoofd der school om leermiddelen, waarmede de Inspecteur van het Lager Onderwijs zich heeft vereenigd, met inachtneming van de noodzakelijke be zuiniging is opgemaakt. PUNT 14 VAN DE AGENDA. B. en W. schrijven hieromtrent aan den Raad: De Raad der gemeente Soest; Gezien het verzoekschrift van het R.K. Schoolbestuur te Soe-t (Parochie van de II.H. Petrus en Paulus) om ten behoeve van de R.K. Meisjesschool aan de Steen hofstraat 48 de wettelijk voorgeschreven medewerking te verleenen tot: 1) de verharding van het terrein vóór den hoofdingang der school aan de Noord zijde en van een gedeelte van het terrein vóór den ingang der school aan de zuidzijde der school; 2) de verlenging van de waterleidingbuis tot aan het midden van den zijgevel aan de Noordzijde; 3) de uitbreiding van het aantal licht punten en het aanbrengen van een tusschen. meter; 4) het aanbrengen van twee lichtramen in den muur boven de rijwielbergplaats; 5) het veranderen van den watertoevoer tot de school; 6) de aanschaffing van 2 kasten en 7 handwerkbakjes; 7) de aanschaffing',van een nieuwe tee kenmethode. zulks wegens afkeuring van de bestaande méthode; 8) de aanschaffing van eenige leerboe ken, zulks wegens toeneming van het aan tal leerlingen. Overwegende, dat de aanvrage aan de wettelijke vereischten voldoet en dat bij in williging der aanvrage, de normale eischen aan het geven van gewoon lager onderwijs te stellen, niet zullen worden overschreden; Gelet op de artt. 72 en vlg. der Lager Onderwijswet 1920; BESLUIT: ten aanzien van bovengenoemde aanvrage de wettelijk voorgeschreven medewerking te verleenen. PUNT 15 VAN DE AGENDA. Aanzien van wegen. B. en W. schrijven hieromtrent aan den Raad In Uwe vergadering van 16 Februari j.l werd om praeadvies in onze handen gesteld een adres van G. Nuis e.a., bewoners der omgeving halte Soestdijk, dd. Januari 1932, verzoekende maatregelen te nemen, dat de tuin achter het pand van den heer Velle- kamp aan de van Weedestraat wordt opge ruimd, en dat de grond, welke hierdoor vrijkomt, bestemd wordt tot plejn of plant poen als toegang naar de halte Soestdijk. Voorts wordt er op aangedrongen het ter plaatse staande gebouw te behouden, opdat een der mooiste punten van Soest niet wordt ontsierd. Onder mededeeling, dat de eigenaar van bedoeld pand reeds door ons ingevolge artikel 21 der Algemeene Politieverorde ning aangeschreven is om den achter meer genoemd perceel liggenden tuin zoodanig te onderhouden, dat deze het algemeen aan zien van de Spoorstraat en den Korte Melm weg niet ontsiert, adviseeren wij U ons Col lege te machtigen, adressanten mede te dee- len, dat alle pogingen in het werk zullen worden gesteld toj behoud van het aesthe- tisch aanzien der omgeving halte Soestdijk, voorzoover Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn in dit opzicht maatregelen te treffen, le Afd. No, 2380. B. en W. schrijven hieromtrent aan den Raad: De Raad der gemeente Soest, Overwegende, dat de heer E. Higler, wo nende te Hilversum, Kerklaan 28 bereid is aan de gemeente Soest om niet een aan den Oude Utrechtsche weg te Soest gelegen trook gronds ter grootte van ongeveer 80 M2 in eigendom af te staan ten behoeve van de verbreeding van dien weg; dat het voor de gemeente van belang is den eigendom van bedoelde strook te ver krijgen Gelet op de artt. 171 en 228 der Gemeen tewet; BESLUIT: 1- Aan den heer E. Higler, wonende te Hilversum, Kerklaan 28 ten behoeve van de verbreeding van den Oude Utrechtsche- weg kosteloos in eigendom over te nemen vrij van hypotheek een strook ter lengte van ongeveer 20 Meter en met een gemid delde breedte van ongeveer 4 M., derhalve ter grootte van ongeveer 80 M2 van het aan den Oude Utrechtschewég gelegen per ceel sectie D. No. 1153, een en ander zoo als bedoelde strook op de bijbehoorende schetskaart in zwart is aangegeven en na der ter plaatse door of vanwege Burge meester en Wethouders zal worden uitge zet en aangewezen en voorts onder de be paling, dat voor rekening der gemeente komen de opmetings- en overdrachtskosten, II. Aan het College van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente op te dra gen de uitvoering van dit besluit, alles met inachtneming der artt. 78, 120-122 dei- Gemeentewet. PUNT 16 VAN DE AGENDA. Gemeente-eigendommen. Door A. van Doorn, aan wien de onlangs openbaar verhuurde vier perceelen wei- en hooiland zijn toegewezen, is in onderhand- sche verhuring gevraagd het niet openbaar verhuurde perceel oud 1, kad- bekend als sectie A. ged,. van 566, 1140 en 1143. Aangezien de tijdsomstandigheden niet zullen toelaten dit jaar nog tot stichting van een zweminrichting over te gaan,* be staat naar ons oordeel geen bezwaar bo venbedoeld perceel aan A. van Doorn on derhands voor het tijdvak van den datum Van het te nemen raadsbesluit tot 1 No vember a.s. als weiland te verhuren voor een huursom van f 175.en onder voor waarde dat het gemeentepaard op het per ceel mag worden geweid. De Commissie van bijstand voor het Grondbedrijf kan zich met onze zienswijze vereenigen. Wij verzoeken U aan een en ander Uw goedkeuring te hechten 'en ons te machtigen, voor het geval van Doorn voornoemd met bovenstaande accoord gaat. het desbetref fend raadsbesluit met inachtneming van de gebruikelijke voorwaarden te formuleeren. PUNT 9b VAN DE AGENDA. Verbetering van wegen. Schenking van grond. B. en W. schrijven hieromtrent aan den Raad: In Uwe vergadering van 29 Juli 1931 werd in beginsel besloten om. tot verbe tering van den Nieuweweg en de Beuken laan door het aanbrengen van een teer- lakkenwegdek ter breedte van 5 Meter, mits door de desbetreffende grondeigenaren benoodigde grond wordt afgestaan. Naar aanleiding daarvan gelieve U hierbij aan te treffen een rapport van den technisch ambtenaar, inhoudende een kostenbereke ning van bedoelde wegen en de resultaten van de pogingen, welke zijn aangewend om de belanghebbenden tot grondafstand te be wegen. In verband hieimede stellen wij U voor bijgevoegd ontwerp raadsbesluit ter zake grondafstand vast te stellen en daarbij ons tc machtigen om, voor zoover noodig, de constructie der aan te brengen afscheidin gen met de eigenaren nader te regelen. Voorts stellen wij U voor te besluiten tot verbetering van den Nieuweweg en de Beu kenlaan en wel op de wijze als in meerge noemd rapport sub B is omschreven, waar- an de kosten worden geraamd op f 40900. .Deze kosten zullen worden bestreden uit den post volgnummer 623 'vernieuwing, rioleering en verbreeding van wegen van den kapitaaldienst der begrooting 1932. Op dezen post is in de primitieve begrooting 1932 reeds een krediet verleend van f 25000* Op den gelijkmatigen post der begrooting 1931 werd een krediet van f 50.000 beschik baar gesteld, waarvan tijdens dat jaar is verwerkt f 14.702J.57. Het restant-krediet van 1931, bedragende f 35.297.43 wordt naar den dienst 1932 overgeschreven, waartoe wij U de daarvoor noodige begrotingswijzi ging hierbij ter vaststelling aanbieden. IV. HOOFDSTUK III. In-Zweden, het land met zijn enorme af standen, waar de zuidpunt van het land verder verwijderd is van de noordelijke grens dan van Milano bijvoorbeeld, wordt een treinreis van een uur of zeven als een kleinigheid beschouwd. In deze wetenschap was ik met de vroegste gelegenheid ver- tiokken, hoewel ik slechts een vaag begrip van de ligging van Karlstad, mijn voorloo pig reisdoel, had, De afstand berekende ik hemelsbreed op circa 300 K.M. en niet ver van het middaguur arriveerden wij, na het passeeren van een stadje, dat de veelbelo vende naam van Laxa, is Zalmrivier, droeg. Mijn veowachtingen van Karlstad waren hoog gespannen: het hart en geestelijke middelpunt van Varmland, waarvan ik de poëtische geest beleven zou gaan! Ver knocht met het leven van zoo menig der le gendarische rmanfiguren, geboorteplaats van de geniaalste aller Zweedsche lyrische dichters der jongeren tijd: Gustav Fröding. Vermoedelijk verwachtte ik van het stadje, dat het één groot en levend openluchtmu seum zou zijn met een revue der roman tiek te mijner eere, met dichtenden dichters en dravende arresleden: De arreslcden waj ren er niet wel voort-snellende taxi's en de dichters zaten binnenshuis, zóó zij er waren. Een jagende sneeuwstorm kan zelfs dichterlijk vuur blusschen. Mijn gedisillu- sioneerdc oogen aanschouwden de rustige welverzorgde straten en pleinen van een stadje, gebouwd door een welgedane, vlijti ge en eenvoudige burgerlijkheid, geduren de de geheele twee uren van mijn omwan deling Talrijke groote en kleinere indu- trieën, een bedrijvige haven, werkende menschen. Mercurius of Vulcanus werden hier kennelijk ieder voor zich hooger aan geslagen, dan de zeven musen gezamenlijk. Als troostprijs ontdekte ik tenslotte de wer kelijk pittores-que domkerk, dateerend van 1723. Ik betrapte mij er op, de uitwerking de zer materialistischen geest reeds aan den lijve te ondervinden, en naar een kop kof fie te verlangen. Koffie drinkt men in Zwe den in een konditorie of in een „ölstuga", biercafétje. Niet in een of ander restaurant. Daar éét men. Een konditorie is fashionable, maar onvermijdelijk koud en saai. Mannen komen er met hun erftante of de rijke doch ter van hun chef. Mannen vervelen zich er omstandig gewichtige futiliteiten bespre ken, nóóit. Maar een ölstuga is een stukje leven, van vijf of zes uur 's morgens, tot een* uur of tien 's avonds. De stemming, die in het geheugen blijft hangen, is een nooit eindigend geroezemoes van drukke temmen en het pompend geluid van het machientje, waarmede kurken uit de flesch- jes pilsner getrokken worden. „En halva" roept men bij het binnenkomen, daarmede een halve koffie aanduidend, d.w.z- één kop. Een heele koffie bestaat uit een kannetje, 'nhoudend een kop of drie, vier. Onder al le omstandigheden vergezelt een groote schaal „YVienerbröd", een soort droge ge bakjes in eindelooze variatie van vorm, kleur en smaak, de bestelde consumptie, on- gevr, agd. Koffiedrinken zonder het eten van wienerbröd is een ongehoorde absur diteit. Een ölstuga prefereerde ik boven een kon. ditorie en ik vond een dergelijk, nogal aan nemelijk uitziend établissement in de omge ving van mijn zoo even ontdekte domkerk- De geur van koffie, vettige overalls en sigarettendamp was gecondenseerd op de muren, die kaal en vaak rood-bruin waren, door jarenlange uitwasemingen en vulde het gonzende vertrek. De servitrieen draaf den tusschen het buffet en de druk bezette, met marmer gedekte tafeltjes, onvermoeid op en neer en namen met een hoofdknik de toegeroepen bestellingen aan. Er was nauwelijks een plaatsje vrij, doch op mijn aarzelend uond zien schoof een oude man, die behagelijk: achterover leunde tegen een radiator der verwarming, op zijn bankje terzijde met een kort: „Hij kan hier wel zit ten". Deze wijze, om tegen een aangespro kene in den derden persoon te spreken, is velen plattelandbewoners in Zweden eigen, zoodoende de tweede-persoonsvorm, die om conventioneele redenen een uitvoerige be titeling vergt, vermijdend. Op deze woorden- nam ik den spreker wat nauwkeuriger op, Hij droeg een lange, rood-grijze jas, die tot de voeten reikte, waarboven nog een dikke, groene das uitstak. Zijn gezicht was bruin-verweerd en rondom bedekt met een grijs, stoppelig schippersbaardje. Naast hem lag op het marmer van de tafel het geld voor zijn verteering netjes in ören uitgeteld. Ik zette mij naast hem, kreeg mijn halve koffie en zoo zaten wij een tijdje zwijgend. Hij haalde omslachtig het geparafineerd pa pieren doosje, waarin het tabaksmonopolie de snuif verpakt, uit een of andere diep gelegen binnenzak, en .-snoof behagelijk het zwarte poeder van zijn pezige handrug. Komt hij uit Denemarken?" richtte hij zich toen vragend tot mij, vermoedelijk naar aanleiding van het vreemde accent, waarme de ik mijn koffie besteld had. - Uit Holland, vertrouwde ik hem toe. - Uit Holland, zeide hij, langzaam her halend. „Uit Holland",. En heeft hij nu werk hier? Ja„ zoo'n beetje. Komt U uit Varm- md? Uit Varmland zal ik wel zijn! Mjjn grootvader was de Gustav Ericson uit Sun- ne, die in 1817 pastor Lindgren uit Frij- ken haalde, toen hij op Kerstmorgen met zijn slede in een wak kwam. De oude pastor en zijn twee dochters. Maar Gustav Ericson zelf stierf na drie dagen. Zijn jon ge weduwe trok naar Karlstad. Ik ben zelf hier geboren. Ik heb als jongen den1 brand van 1865 nog meegemaakt. De brand van 1865? Ja. Van heel Karstad bleven slechts een paar gebpuwen gespaard. Ik was smid en trok weer terug het land in. Maar de ijzersmelterijen gingen achteruit en de een voor den ander werd stil gelegd. Toen ben ik weer in de oude hoeve getrokken, die in andere handen knap vervallen geraakt was. Op Vitsater hoort een Gustav Eric son, van geslachten her. Waar ligt de Vitsater-hoeve? Tusschen Sunne en Björkefors. En waar ligt Sunne? De oude keek mij even onderzoekend aan, alsof hij verwachttee, dat ik de gek met hem stak. Hij vond evenwel zelf het excuus in mijn uitheemschheid en zij beschermend: Hij komt immers uit Holland. Moet hij naar Sunne? Ik bevestigde dit, zeide, dat ik den pa troon van Talfort zou gaan bezoeken en dat ik morgen afgehaald zou worden van den eersten trein, die van Karlstad te Sunne aankwam. Ik verwachtte allerminst, dat hij zou we ten, wie de „patroon van Talfors" was maakte mij slechts de door hem gebezigde verteltrant eigen, waarbij hij nooit gehoor de persoons- en plaatsnamen als vanzelf sprekend bekend veronderstellend, in zijn verhaal zonder verdere aanduidingen op nam. Tot mijn groote verbazing vroeg hij Is dat de oude Dahlgren van Talfors, die hij bezoeken zal. Ja, hij heet inderdaad Dahlgren. Kent U hem? Neen. Maar met St. Jan kwam er op Vitsater een oude landlooper, die op Tal fors geweest was. Het was een landlooper van het oude stempel, een „luffare." Die loopen steeds tusschen dezelfde twee steden heen en weer. Vroeger, voor de post er was, namen zij brieven en allerhande bood schappen mede. Ook werd geld of waarde- zaken. Die oude luffaren waren te vertrou wen. Ik heb nog nooit gehoord, dat zij hun opdrachten niet stipt vervulden of met het geld verdwenen,. Zij hadden trouwens ook geen geld noodig. Een luffare vond overal onderdak; er werd zelfs naar zijn komst verlangend uitgezien soms. 's Avonds ver telde hij alle nieuwtjes uit den omtrek, en van verre. Hij was de courant en de post tegelijkertijd. Maar dia luffare, die met St. Jan op Vitsater kwamij was, zooals ik zei, een paar dagen te voren op Talfors ge weest. Hij kwam er sléchts, om wat brood tc vragen want de tegenwoordige landloo- pers kloppen niet meer bij de groote land goederen om onderdak aan. Maar de pa troon had hem binnen laten komen en hem eigenhandig brandewijn bij zijn eten inge schonken. En toen had hij hem een brief gegeven voor een anderen landlooper, dien hij beschreef. „Hij heeft maar één hand en een lidteeken dwars over het voorhoofd en het linker oog Als je hem ooit ontmoet, geef hem dan dezen brief." Daarna had hij hem onderdak aangeboden en den volgen den morgen zijn zak met brood en worst laten vullen. Ik heb hem zelf gezien, den brief. Dat ze hem op Talfors gehuisvest hebben, begrijp ik niet, want hij was dik „zóó." Ter verklaring van het „zoo" krabde de oude verteller uitdrukkelijk in het dunne grijze haar onder zijn muts van schapenvel. De mededeelingen waren ongetwijfeld in teressant. Wat voor geheim kon de patroon van Talfors met een ouden landlooper heb ben? Het versterkte in ieder geval het merk waardige beeld, dat E^vin van zijn oom ge schilderd had. Intusschen maakte Eric Gustave een aan stalten om te vertrekken; reden voor mjj, om hem nog een koffie aan te bieden en hem zoodoende wat aan de praat te hou den. Hier toonde zich dan, ongezocht, een spoor van het Varmland, dat ik zocht. De smid-boor evenwel kondigde overtuigd aan, dat hij nooit koffie dronk, als hij pas een snuifje genomen had en ging voort met dichtknoopen van zijn moejik-jas, Hij moet bij mij maar eens koffie ko men drinken op Vitsaten, noodigde hij tot afscheid en verdween in de reeds donkere straat (Wordt vervolgd). VEREENIGING VAN HUISVROUWEN Afd. Baarn en Soest. Op Donderdagmiddag 31 Maart j.l. hield de bekende voordrachtkunstenares en pu bliciste, Mevrouw Ton)' de Ridder uit Oos terbeek, voor bovengenoemde vereeniging in Hotel Zeiler te Baarn, een lezing over Kristin Lavrans dochter van Sigrict End- set, welk magistraal en verwonderlijk rijk werk, de Noorsche schrijfster eenige jaren geleden de Nobelprijs deed verwerven. Uit de talrijke figuren, welke voor ons leven in dit boek, had Tony de Ridder ge kozen de hoofdpersonen Kristin, dochter van Lavrans, en haar man Erlend Nico- laus-zoon en op ontroerende wijze vertel de zij van hun huwelijksleven. Want Kris tin Lavrans dochter, dat ons in drie mach tige deelen een beeld geeft van Noorsch Middeleeuwsch leven, is het werk van een vrouw en dus allereerst een boek van lief de, huwelijk en moederschap. De zaal was goed bezet met een uiter mate geboeid gehoor. Op Dinsdag en Woensdag 12 en 13 April a.s. heeft de Algemeene Vergade ring van de vereeniging plaats te Hilver sum, terwijl op 14 April de leden kunnen deelnemen aan een autotocht door hel Gooi. Donderdag 28 April is er vanwege de Afdeeling een demonstratiemiddag in Ho tel Zeiler, n.lt: Tentoonstelling van uit- neembare tuinmeubelen en zelf op te bou wen boekenkasten van de meubelfabriek Gebr. Reens te Amsterdam, en van artis tieke, met de hand gebreide kledingstuk ken door Mevrouw Specovius. Causerie met lichtbeelden over de school en werk* tuinen door den directeur den heer Wer- her. Thee wordt aangeboden door het be stuur. GEVONDEN VOORWERPEN. Een padvindersriem Een droogrek Een autoslinger Een lakceintuur Aangeloopen een levende fazantenhaan. LEZING VAN HET CHR. COMITé Op verzoek van het Chr. Comité voor winterlezingen en de Ned. Chr. Vrouwen bond, zal op 11 April des avonds acht uur in Religie en Kunst, Dr. Tazelaar van Am sterdam een lezing houden over het onder werp: Onze houding tegenover de moderne literatuur. AANRIJDING TUSSCHEN TWEE WIELRIJDERS. Vrijdag had op het Iverkpad een vrij ern stige botsing plaats tusschen twee wielrij ders. D. van de B. en Mejuffrouw H. van de H. Waarschijnlijk was van dc 'B. oor zaak dezer botsing, doordat hij links van den weg reed, althans aan Mejh van de H. geen voorrang gaf. Tegen hem is ter zake proces-verbaal op gemaakt. Bij deze botsing brak van de B. zijn rech terbeen, terwijl Mej. van de H. haar rech ter enkel brak. Dr. Rupert verleende de eerste hulp, waarna beide gekwetsten per auto van E',H.B.O. naar hunne woningen werden overgebracht. PASSEEREN IN DE BOCHT. Vijrdag trachtte de autobestuurder W. S. uit Doorn op de Birktstraat in de bocht drie andere auto's voorhij te rijden, waaronder een auto, bestuurd door G, W. S. uit Henge lo. Dc auto uit Doorn werd hierbij nogal beschadigd. Tegen den overtreder is pro ces-verbaal opgemaakt. FILMAVOND IN EEMLAND. Door de directib was Maandagavond geëngageerd de firma Luxemburg uit Arn hem, welke op het witte doek vertoonde „lm Westen nichts Neues", welke voor stelling om half 7 uur, door omstandighe den, zeer weinig bezocht was, maar die om 9 uur door betere opkomst het ecnigszins vergoedde. Wie het beroemde werk van A. M. Remarquc heeft gelezen, werd nu in gedachten voor dc verschrikkelijke werke lijkheid geplaatst, 't Eerst maakt men ken nis met een klas van een gymnasium in een der Duitsche steden waar zoo juist (1914) de troepen enthousiast naar het front trek ken, de geweren met bloemen versierd. Hoe spoedig zou dit anders zijn, geen bloem- festein, maar een menschonteerend bloed bad. Dc rector, volbloed patrot, moedigt zijn leerlingen aan vrijwillig mede te gaan, wat inslaat. Men ziet ze allen gedrild wor den voor de zware taak door sergeant Hollertrust, en enkele dagen daarna zijn zij in de hel terecht gekomen bij het front. Er inoet prikkeldraad gespannen worden Spoedig volgt een nachtaanval, zoo vreesc- lijk, dat het hart er van stilstaat bij het aan schouwen. Het loopgraven-gevecht, en man tegen man, doet het bloed stollen; spoedig zijn wij in het Lazareth aangeland waai reeds vele gewonden zijn ondergebracht. Maar ook -.preekt hier de kameraadschap onder Franschen en Duitscher.-. een woordje mede. Na afloop van het gevecht verzorgen di^ beide vertegenwoordigers dier natiën, elkander. Spoedig volgt inkwartiering van jongere generaties, die de vuurdoop moeten oifdergaan. Men ziet ook nog een gevecht op een kerkhof, brengt en bezoek aan een R.K. Ziekenhuis, en maakt mede, dat een moeder voor de tweede maal haar zoon moet afstaan, die zij nooit meer terugziet. Spannend van meter tot meterfilm, vraagt de beschouwing veel van de zenuwen, maar vooral blijkt den oorlog uit den booze i>. Bij het verlaten der zaal deelde de J.A M.V. circulaires uit, om de menschheid te bewegen lid dier vereeniging te worden en met den daad te topnen dat „oorlog" een gruwel is die de menschheid onteert JEUGDHERBERG. Gedurende de Paaschweek werd „de Hei debloem" alhier bezocht door ±00(1 perso nen; 1-1. Zondag was er nog een groep uit Amsterdam van de Ned. Jeugd Natuurhisto- che vereeniging. FAILLISSEMENT C. DEKKER. Bij vonnis van de Arrondissement* Recht bapk te Utrecht van 30 Maart 1.1 i- op voorstel van den Rechtercommissaris Mr. G. |Veen het faillissement van Q Dekker, handelsreiziger, wonende aan de Burge meester Grothestraat 8 te Soestdijk, uitge- proken door diezelfde Rechtbank op 27 Januari 1.1. en voor wien curator was Mr. F. C. Terlingen te Soest, opgeheven wegens gebrek aan baten. VAN DEN HEUVEL. Onze woonplaats is niet, zoo erg groot, wat betreft het aantal harer inwoners. Dat feit op zichzelf is voldoende bekend. Maar- wat minder bekend of soms in 't geheel niet bekend is, dat is het feit, dat %r hier menschen wonen, die in eenïg opzicht een zekere vermaardheid genieten in én buiten ons land. terwijl zij ter plaatse nauwelijks worden opgemerkt. Zij behoo ren tot de vele individualisten welke zich metterwoon hier zijn komen vest/gen en aanj deze zeer gemengde bevolking '*n rijke schakeering verleenen. Tot de mdiw dualisten kunnen ook verscheidene ren' *- niers gerekend worden, die na een tijd van ingespannen zakenleven zich in staat zagen gesteld om dat leven met een vrijer bestaan te gaan verwisselen, overeenkom stig lang gekoesterde wenschen en ver langens. Deze categorie hebben we hier op oogenblik niet op 't oog. Wel echter, die der kunstenaars. Zij zijn de individualis ten bij uitnemendheid, menschen, die zich niet met den stroom laten meedrijven, maar zichzelf willen zijn. Reeds in hun indertijd vervult hen een teer diep heim wee, waarvan zij zich geen rekenschap kunhen geven en dat hen vaak de een zaamheid zoeken doet, alzoo zich afwen dend van het leelijke rondom hen om on bewust die levenshouding aan te nemen, welke het meest tegemoet komt aan hun ontwakenden zin éoor schoonheid. Zij ver wachten hierbij zeer veel van de toe komst, die erg rooskleurig schijnt. Als zij evenwel volwassen geworden zijn. dan kunnen zij nog veel minder lesschen hun brandende dorst naar levensgeluk in een wereld van veel onnatuur en werktuiglijk heid. Zoo zij onder die omstandigheden hun evenwicht alsnog kunnen bewaren, dan worden zij zich langzamerhand van hun roeping bewust en niets is meer in staat om zich daartusschen te plaatsen. Hun keuze is gemaakt en wat hun hierbij ook verder wedervaren moge. zij moeten hun scheppingsdrang volgen. Alleen in die zelfgekozen arbeid kunnen zij hun le vensgeluk vinden. Niet alle kunstenaars zijn zoo, maar wel de sterken onder hen, dat zijn zij, die doen en weten, wat zij willen. Zoo iemand hebben wij hier ook op Soesterberg in den persoon van een beel dend kunstenaar, over wien bij de Uitge verij ,,De Torentrans" te Zeist een „Jan Schonkboek" verschenen is. bevattende een keurcollectie reproducties uit zijn werken, samengesteld en ingeleid door Th. de Ja ger. Die kunstenaar is een dier moder nen, wien het gelukt is een eigen stijl .te scheppen. Na een leven, vooral van innerlfaken strijd, kwam hij na een rusteloos zoeken tenslotte tot rijpheid. En die rijpheid mag de kunstenaar nu beleven in wat genoemd wordt, „de periode Soesterberg". Zooals in elk normaal verloopend kun stenaarsleven is ook hier een evolutie te erkennen, waarvan de climax \yellirht in dezen tijd schijnt te vallen, waarin zich een synthese van contrasteerende invloe den voltrekken gaat. Het is de rijpwor ding. die nog een groote oogst verwachten doet, zoo de omstandigheden niet al te ongunstig mogen worden. Genoemde periode is de kroon op een leven van stage arbeid en groei. Dat leven gaat vanaf de prille jeugd door verschil lende genres en stijlen heen om aHengs door oefening en ervaring te winnen in kracht en beheersching. Etsen, litho's, houtsneden, aardewerk, ook schilderkunst wisselen elkaar af in het leven van dien artist, waarin over meerdere periodes een ieugdstijl zich tot rijpe stijl ontwikkek. In dien tijd werd er verbazend veel ge- oroduceerd 'en naast andere onderwerpen van diversen aard, waren het vooral de dieren, welke zijn bizondere aandacht trek ken. Zijn dierstudies in de verschillende parken van ons land. leverden hem daar voor de stof en op dat gebied, heeft hij we hef aar ren me Qu. te gei gel de. e es COf in wei lek ren den ZWI sch ten stei me< teil avi» en opb Pje, brui 11-M) dooi ,me< zen de mij well lijk

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 2