Zweedsche
Belevenissen
Plaatselijk Nieuws
Soesterberg.
scheiding slechts 1 Meter zal bedragen, in-
stede van 2.50 Meter, zooals is voorgeschre
ven bij artikel 14 sub d der Bouwverorde
ning voor deze gemeente. Naar aanleiding
van dit besluit wendde van den Berg zich
bij schrijven dd. 1 December d.a v. opnieuw
tot ons College, verzoekende nogmaals hem
vergunning te verleenen tot bovengenoem-
<len bouw en ontheffing van het bepaalde
bij artikel 14 der Bouwverordening. Aange
zien noch door ons, noch door Uwen Raad
ontheffing van het voorschrift, bedoeld in
genoemd artikel der Bouwverordening kan
worden verleend, werd door ons bij besluit
van 11 December 1931, le Afdeeling No.
20, afwijzend beschikt op het laatste ver
zoek van Van den Berg, welk besluit hem
op 19 December 1931 werd toegezonden.
Ten aanzien van het beroepschrift merken
wij U op, dat de termijn, binnen welken het
beroep moet worden ingest^Jd, is verstre
ken. Het beroep moest n.1. ingevolge de
bestaande voorschriften, worden ingesteld
binnen 30 dagen, nadat adressant van het
besluit is kennis gegeven.
Wij stellen U mitsdien voor het beroep
nict-ontvankclijk te verklaren,
PUNT 12 VAN DE AGENDA.
Schoolvoeding en -Kleeding.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad:
Door het bestuur van de afd. Baarn
Soest van den Bond van Nederlandsche On
derwijzers is verzocht:
1. op de scholen een onderzoek in te
stellen naar het aantal kinderen, dat vol
gens het onderwijzend personeel in aanmer
king komt voor verstrekking van kleeding
en/of voeding van gemeentewege;
2. bij gebleken behoefte gebruik te ma
ken van de in art, 36 der leerplichtwet ge
geven bevoegdheid om tot het verstrekken
van bedoelde kleeding en/of voeding over
tc gaan.
Naar aanleiding van genoemd verzoek is
door ons College bij de hoofden der o.l.
scholen en de besturen der bijzondere scho
len een onderzoek ingesteld, waarbij de
noodzakelijkheid van het treffen van maat
regelen, als hierboven sub 2 gevraagd, ons
niet is gebleken, zulks te meer, waar de be
sturen der Christelijke en R.K. Scholen te
Soest, de meening zijn toegedaan, dat een
verstrekking van voeding en kleeding, zoo
deze noodig mocht zijn, van particulier ini
tiatief behoort uit te gaan.
Op grond van het bovenstaande stellen
wij U voor voorloopig nog niet te besluiten
tot schoolvoeding en schoolkleeding van
gemeentewege.
PUNT 13 VAN DE AGENDA.
Onderwijs.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad:
Ingaande 1 Mei a.s. zal aan de openbare
ULO school alhier een derde leerjaar wor
den gevormd. Voor de inrichting van be
doeld leerjaar zal een bedrag van f 2400.
benoodigd zijn. Wij verzoeken U dit bedrag
wel beschikbaar te stellen. In dit verband
worde nog opgemerkt, dat de desbetreffen
de aanvrage van het hoofd der school om
leermiddelen, waarmede de Inspecteur van
het Lager Onderwijs zich heeft vereenigd,
met inachtneming van de noodzakelijke be
zuiniging is opgemaakt.
PUNT 14 VAN DE AGENDA.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad:
De Raad der gemeente Soest;
Gezien het verzoekschrift van het R.K.
Schoolbestuur te Soe-t (Parochie van de
II.H. Petrus en Paulus) om ten behoeve
van de R.K. Meisjesschool aan de Steen
hofstraat 48 de wettelijk voorgeschreven
medewerking te verleenen tot:
1) de verharding van het terrein vóór
den hoofdingang der school aan de Noord
zijde en van een gedeelte van het terrein
vóór den ingang der school aan de zuidzijde
der school;
2) de verlenging van de waterleidingbuis
tot aan het midden van den zijgevel aan de
Noordzijde;
3) de uitbreiding van het aantal licht
punten en het aanbrengen van een tusschen.
meter;
4) het aanbrengen van twee lichtramen
in den muur boven de rijwielbergplaats;
5) het veranderen van den watertoevoer
tot de school;
6) de aanschaffing van 2 kasten en 7
handwerkbakjes;
7) de aanschaffing',van een nieuwe tee
kenmethode. zulks wegens afkeuring van
de bestaande méthode;
8) de aanschaffing van eenige leerboe
ken, zulks wegens toeneming van het aan
tal leerlingen.
Overwegende, dat de aanvrage aan de
wettelijke vereischten voldoet en dat bij in
williging der aanvrage, de normale eischen
aan het geven van gewoon lager onderwijs
te stellen, niet zullen worden overschreden;
Gelet op de artt. 72 en vlg. der Lager
Onderwijswet 1920;
BESLUIT:
ten aanzien van bovengenoemde aanvrage
de wettelijk voorgeschreven medewerking
te verleenen.
PUNT 15 VAN DE AGENDA.
Aanzien van wegen.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad
In Uwe vergadering van 16 Februari j.l
werd om praeadvies in onze handen gesteld
een adres van G. Nuis e.a., bewoners der
omgeving halte Soestdijk, dd. Januari 1932,
verzoekende maatregelen te nemen, dat de
tuin achter het pand van den heer Velle-
kamp aan de van Weedestraat wordt opge
ruimd, en dat de grond, welke hierdoor
vrijkomt, bestemd wordt tot plejn of plant
poen als toegang naar de halte Soestdijk.
Voorts wordt er op aangedrongen het ter
plaatse staande gebouw te behouden, opdat
een der mooiste punten van Soest niet
wordt ontsierd.
Onder mededeeling, dat de eigenaar van
bedoeld pand reeds door ons ingevolge
artikel 21 der Algemeene Politieverorde
ning aangeschreven is om den achter meer
genoemd perceel liggenden tuin zoodanig
te onderhouden, dat deze het algemeen aan
zien van de Spoorstraat en den Korte Melm
weg niet ontsiert, adviseeren wij U ons Col
lege te machtigen, adressanten mede te dee-
len, dat alle pogingen in het werk zullen
worden gesteld toj behoud van het aesthe-
tisch aanzien der omgeving halte Soestdijk,
voorzoover Burgemeester en Wethouders
bevoegd zijn in dit opzicht maatregelen te
treffen,
le Afd. No, 2380.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad:
De Raad der gemeente Soest,
Overwegende, dat de heer E. Higler, wo
nende te Hilversum, Kerklaan 28 bereid is
aan de gemeente Soest om niet een aan den
Oude Utrechtsche weg te Soest gelegen
trook gronds ter grootte van ongeveer
80 M2 in eigendom af te staan ten behoeve
van de verbreeding van dien weg;
dat het voor de gemeente van belang is
den eigendom van bedoelde strook te ver
krijgen
Gelet op de artt. 171 en 228 der Gemeen
tewet;
BESLUIT:
1- Aan den heer E. Higler, wonende te
Hilversum, Kerklaan 28 ten behoeve van
de verbreeding van den Oude Utrechtsche-
weg kosteloos in eigendom over te nemen
vrij van hypotheek een strook ter lengte
van ongeveer 20 Meter en met een gemid
delde breedte van ongeveer 4 M., derhalve
ter grootte van ongeveer 80 M2 van het
aan den Oude Utrechtschewég gelegen per
ceel sectie D. No. 1153, een en ander zoo
als bedoelde strook op de bijbehoorende
schetskaart in zwart is aangegeven en na
der ter plaatse door of vanwege Burge
meester en Wethouders zal worden uitge
zet en aangewezen en voorts onder de be
paling, dat voor rekening der gemeente
komen de opmetings- en overdrachtskosten,
II. Aan het College van Burgemeester
en Wethouders dezer gemeente op te dra
gen de uitvoering van dit besluit, alles met
inachtneming der artt. 78, 120-122 dei-
Gemeentewet.
PUNT 16 VAN DE AGENDA.
Gemeente-eigendommen.
Door A. van Doorn, aan wien de onlangs
openbaar verhuurde vier perceelen wei- en
hooiland zijn toegewezen, is in onderhand-
sche verhuring gevraagd het niet openbaar
verhuurde perceel oud 1, kad- bekend als
sectie A. ged,. van 566, 1140 en 1143.
Aangezien de tijdsomstandigheden niet
zullen toelaten dit jaar nog tot stichting
van een zweminrichting over te gaan,* be
staat naar ons oordeel geen bezwaar bo
venbedoeld perceel aan A. van Doorn on
derhands voor het tijdvak van den datum
Van het te nemen raadsbesluit tot 1 No
vember a.s. als weiland te verhuren voor
een huursom van f 175.en onder voor
waarde dat het gemeentepaard op het per
ceel mag worden geweid. De Commissie
van bijstand voor het Grondbedrijf kan zich
met onze zienswijze vereenigen.
Wij verzoeken U aan een en ander Uw
goedkeuring te hechten 'en ons te machtigen,
voor het geval van Doorn voornoemd met
bovenstaande accoord gaat. het desbetref
fend raadsbesluit met inachtneming van de
gebruikelijke voorwaarden te formuleeren.
PUNT 9b VAN DE AGENDA.
Verbetering van wegen.
Schenking van grond.
B. en W. schrijven hieromtrent aan den
Raad:
In Uwe vergadering van 29 Juli 1931
werd in beginsel besloten om. tot verbe
tering van den Nieuweweg en de Beuken
laan door het aanbrengen van een teer-
lakkenwegdek ter breedte van 5 Meter,
mits door de desbetreffende grondeigenaren
benoodigde grond wordt afgestaan.
Naar aanleiding daarvan gelieve U hierbij
aan te treffen een rapport van den technisch
ambtenaar, inhoudende een kostenbereke
ning van bedoelde wegen en de resultaten
van de pogingen, welke zijn aangewend om
de belanghebbenden tot grondafstand te be
wegen.
In verband hieimede stellen wij U voor
bijgevoegd ontwerp raadsbesluit ter zake
grondafstand vast te stellen en daarbij ons
tc machtigen om, voor zoover noodig, de
constructie der aan te brengen afscheidin
gen met de eigenaren nader te regelen.
Voorts stellen wij U voor te besluiten tot
verbetering van den Nieuweweg en de Beu
kenlaan en wel op de wijze als in meerge
noemd rapport sub B is omschreven, waar-
an de kosten worden geraamd op f 40900.
.Deze kosten zullen worden bestreden uit
den post volgnummer 623 'vernieuwing,
rioleering en verbreeding van wegen van
den kapitaaldienst der begrooting 1932. Op
dezen post is in de primitieve begrooting
1932 reeds een krediet verleend van f 25000*
Op den gelijkmatigen post der begrooting
1931 werd een krediet van f 50.000 beschik
baar gesteld, waarvan tijdens dat jaar is
verwerkt f 14.702J.57. Het restant-krediet
van 1931, bedragende f 35.297.43 wordt naar
den dienst 1932 overgeschreven, waartoe wij
U de daarvoor noodige begrotingswijzi
ging hierbij ter vaststelling aanbieden.
IV.
HOOFDSTUK III.
In-Zweden, het land met zijn enorme af
standen, waar de zuidpunt van het land
verder verwijderd is van de noordelijke
grens dan van Milano bijvoorbeeld, wordt
een treinreis van een uur of zeven als een
kleinigheid beschouwd. In deze wetenschap
was ik met de vroegste gelegenheid ver-
tiokken, hoewel ik slechts een vaag begrip
van de ligging van Karlstad, mijn voorloo
pig reisdoel, had, De afstand berekende ik
hemelsbreed op circa 300 K.M. en niet ver
van het middaguur arriveerden wij, na het
passeeren van een stadje, dat de veelbelo
vende naam van Laxa, is Zalmrivier, droeg.
Mijn veowachtingen van Karlstad waren
hoog gespannen: het hart en geestelijke
middelpunt van Varmland, waarvan ik de
poëtische geest beleven zou gaan! Ver
knocht met het leven van zoo menig der le
gendarische rmanfiguren, geboorteplaats
van de geniaalste aller Zweedsche lyrische
dichters der jongeren tijd: Gustav Fröding.
Vermoedelijk verwachtte ik van het stadje,
dat het één groot en levend openluchtmu
seum zou zijn met een revue der roman
tiek te mijner eere, met dichtenden dichters
en dravende arresleden: De arreslcden waj
ren er niet wel voort-snellende taxi's en
de dichters zaten binnenshuis, zóó zij er
waren. Een jagende sneeuwstorm kan zelfs
dichterlijk vuur blusschen. Mijn gedisillu-
sioneerdc oogen aanschouwden de rustige
welverzorgde straten en pleinen van een
stadje, gebouwd door een welgedane, vlijti
ge en eenvoudige burgerlijkheid, geduren
de de geheele twee uren van mijn omwan
deling Talrijke groote en kleinere indu-
trieën, een bedrijvige haven, werkende
menschen. Mercurius of Vulcanus werden
hier kennelijk ieder voor zich hooger aan
geslagen, dan de zeven musen gezamenlijk.
Als troostprijs ontdekte ik tenslotte de wer
kelijk pittores-que domkerk, dateerend van
1723.
Ik betrapte mij er op, de uitwerking de
zer materialistischen geest reeds aan den
lijve te ondervinden, en naar een kop kof
fie te verlangen. Koffie drinkt men in Zwe
den in een konditorie of in een „ölstuga",
biercafétje. Niet in een of ander restaurant.
Daar éét men. Een konditorie is fashionable,
maar onvermijdelijk koud en saai. Mannen
komen er met hun erftante of de rijke doch
ter van hun chef. Mannen vervelen zich
er omstandig gewichtige futiliteiten bespre
ken, nóóit. Maar een ölstuga is een stukje
leven, van vijf of zes uur 's morgens, tot
een* uur of tien 's avonds. De stemming,
die in het geheugen blijft hangen, is een
nooit eindigend geroezemoes van drukke
temmen en het pompend geluid van het
machientje, waarmede kurken uit de flesch-
jes pilsner getrokken worden. „En halva"
roept men bij het binnenkomen, daarmede
een halve koffie aanduidend, d.w.z- één kop.
Een heele koffie bestaat uit een kannetje,
'nhoudend een kop of drie, vier. Onder al
le omstandigheden vergezelt een groote
schaal „YVienerbröd", een soort droge ge
bakjes in eindelooze variatie van vorm,
kleur en smaak, de bestelde consumptie, on-
gevr, agd. Koffiedrinken zonder het eten
van wienerbröd is een ongehoorde absur
diteit.
Een ölstuga prefereerde ik boven een kon.
ditorie en ik vond een dergelijk, nogal aan
nemelijk uitziend établissement in de omge
ving van mijn zoo even ontdekte domkerk-
De geur van koffie, vettige overalls en
sigarettendamp was gecondenseerd op de
muren, die kaal en vaak rood-bruin waren,
door jarenlange uitwasemingen en vulde
het gonzende vertrek. De servitrieen draaf
den tusschen het buffet en de druk bezette,
met marmer gedekte tafeltjes, onvermoeid
op en neer en namen met een hoofdknik
de toegeroepen bestellingen aan. Er was
nauwelijks een plaatsje vrij, doch op mijn
aarzelend uond zien schoof een oude man,
die behagelijk: achterover leunde tegen een
radiator der verwarming, op zijn bankje
terzijde met een kort: „Hij kan hier wel zit
ten". Deze wijze, om tegen een aangespro
kene in den derden persoon te spreken, is
velen plattelandbewoners in Zweden eigen,
zoodoende de tweede-persoonsvorm, die om
conventioneele redenen een uitvoerige be
titeling vergt, vermijdend. Op deze woorden-
nam ik den spreker wat nauwkeuriger op,
Hij droeg een lange, rood-grijze jas, die
tot de voeten reikte, waarboven nog een
dikke, groene das uitstak. Zijn gezicht was
bruin-verweerd en rondom bedekt met een
grijs, stoppelig schippersbaardje. Naast hem
lag op het marmer van de tafel het geld
voor zijn verteering netjes in ören uitgeteld.
Ik zette mij naast hem, kreeg mijn halve
koffie en zoo zaten wij een tijdje zwijgend.
Hij haalde omslachtig het geparafineerd pa
pieren doosje, waarin het tabaksmonopolie
de snuif verpakt, uit een of andere diep
gelegen binnenzak, en .-snoof behagelijk het
zwarte poeder van zijn pezige handrug.
Komt hij uit Denemarken?" richtte hij zich
toen vragend tot mij, vermoedelijk naar
aanleiding van het vreemde accent, waarme
de ik mijn koffie besteld had.
- Uit Holland, vertrouwde ik hem toe.
- Uit Holland, zeide hij, langzaam her
halend. „Uit Holland",.
En heeft hij nu werk hier?
Ja„ zoo'n beetje. Komt U uit Varm-
md?
Uit Varmland zal ik wel zijn! Mjjn
grootvader was de Gustav Ericson uit Sun-
ne, die in 1817 pastor Lindgren uit Frij-
ken haalde, toen hij op Kerstmorgen met
zijn slede in een wak kwam. De oude
pastor en zijn twee dochters. Maar Gustav
Ericson zelf stierf na drie dagen. Zijn jon
ge weduwe trok naar Karlstad. Ik ben zelf
hier geboren. Ik heb als jongen den1 brand
van 1865 nog meegemaakt.
De brand van 1865?
Ja. Van heel Karstad bleven slechts
een paar gebpuwen gespaard. Ik was smid
en trok weer terug het land in. Maar de
ijzersmelterijen gingen achteruit en de een
voor den ander werd stil gelegd. Toen ben
ik weer in de oude hoeve getrokken, die
in andere handen knap vervallen geraakt
was. Op Vitsater hoort een Gustav Eric
son, van geslachten her.
Waar ligt de Vitsater-hoeve?
Tusschen Sunne en Björkefors.
En waar ligt Sunne?
De oude keek mij even onderzoekend aan,
alsof hij verwachttee, dat ik de gek met hem
stak. Hij vond evenwel zelf het excuus
in mijn uitheemschheid en zij beschermend:
Hij komt immers uit Holland. Moet
hij naar Sunne?
Ik bevestigde dit, zeide, dat ik den pa
troon van Talfort zou gaan bezoeken en
dat ik morgen afgehaald zou worden van
den eersten trein, die van Karlstad te Sunne
aankwam.
Ik verwachtte allerminst, dat hij zou we
ten, wie de „patroon van Talfors" was
maakte mij slechts de door hem gebezigde
verteltrant eigen, waarbij hij nooit gehoor
de persoons- en plaatsnamen als vanzelf
sprekend bekend veronderstellend, in zijn
verhaal zonder verdere aanduidingen op
nam. Tot mijn groote verbazing vroeg hij
Is dat de oude Dahlgren van Talfors,
die hij bezoeken zal.
Ja, hij heet inderdaad Dahlgren. Kent
U hem?
Neen. Maar met St. Jan kwam er op
Vitsater een oude landlooper, die op Tal
fors geweest was. Het was een landlooper
van het oude stempel, een „luffare." Die
loopen steeds tusschen dezelfde twee steden
heen en weer. Vroeger, voor de post er
was, namen zij brieven en allerhande bood
schappen mede. Ook werd geld of waarde-
zaken. Die oude luffaren waren te vertrou
wen. Ik heb nog nooit gehoord, dat zij hun
opdrachten niet stipt vervulden of met het
geld verdwenen,. Zij hadden trouwens ook
geen geld noodig. Een luffare vond overal
onderdak; er werd zelfs naar zijn komst
verlangend uitgezien soms. 's Avonds ver
telde hij alle nieuwtjes uit den omtrek, en
van verre. Hij was de courant en de post
tegelijkertijd. Maar dia luffare, die met St.
Jan op Vitsater kwamij was, zooals ik zei,
een paar dagen te voren op Talfors ge
weest. Hij kwam er sléchts, om wat brood
tc vragen want de tegenwoordige landloo-
pers kloppen niet meer bij de groote land
goederen om onderdak aan. Maar de pa
troon had hem binnen laten komen en hem
eigenhandig brandewijn bij zijn eten inge
schonken. En toen had hij hem een brief
gegeven voor een anderen landlooper, dien
hij beschreef. „Hij heeft maar één hand en
een lidteeken dwars over het voorhoofd en
het linker oog Als je hem ooit ontmoet,
geef hem dan dezen brief." Daarna had hij
hem onderdak aangeboden en den volgen
den morgen zijn zak met brood en worst
laten vullen. Ik heb hem zelf gezien, den
brief. Dat ze hem op Talfors gehuisvest
hebben, begrijp ik niet, want hij was dik
„zóó."
Ter verklaring van het „zoo" krabde de
oude verteller uitdrukkelijk in het dunne
grijze haar onder zijn muts van schapenvel.
De mededeelingen waren ongetwijfeld in
teressant. Wat voor geheim kon de patroon
van Talfors met een ouden landlooper heb
ben? Het versterkte in ieder geval het merk
waardige beeld, dat E^vin van zijn oom ge
schilderd had.
Intusschen maakte Eric Gustave een aan
stalten om te vertrekken; reden voor mjj,
om hem nog een koffie aan te bieden en
hem zoodoende wat aan de praat te hou
den. Hier toonde zich dan, ongezocht, een
spoor van het Varmland, dat ik zocht. De
smid-boor evenwel kondigde overtuigd aan,
dat hij nooit koffie dronk, als hij pas een
snuifje genomen had en ging voort met
dichtknoopen van zijn moejik-jas,
Hij moet bij mij maar eens koffie ko
men drinken op Vitsaten, noodigde hij tot
afscheid en verdween in de reeds donkere
straat
(Wordt vervolgd).
VEREENIGING VAN HUISVROUWEN
Afd. Baarn en Soest.
Op Donderdagmiddag 31 Maart j.l. hield
de bekende voordrachtkunstenares en pu
bliciste, Mevrouw Ton)' de Ridder uit Oos
terbeek, voor bovengenoemde vereeniging
in Hotel Zeiler te Baarn, een lezing over
Kristin Lavrans dochter van Sigrict End-
set, welk magistraal en verwonderlijk rijk
werk, de Noorsche schrijfster eenige jaren
geleden de Nobelprijs deed verwerven.
Uit de talrijke figuren, welke voor ons
leven in dit boek, had Tony de Ridder ge
kozen de hoofdpersonen Kristin, dochter
van Lavrans, en haar man Erlend Nico-
laus-zoon en op ontroerende wijze vertel
de zij van hun huwelijksleven. Want Kris
tin Lavrans dochter, dat ons in drie mach
tige deelen een beeld geeft van Noorsch
Middeleeuwsch leven, is het werk van een
vrouw en dus allereerst een boek van lief
de, huwelijk en moederschap.
De zaal was goed bezet met een uiter
mate geboeid gehoor.
Op Dinsdag en Woensdag 12 en 13
April a.s. heeft de Algemeene Vergade
ring van de vereeniging plaats te Hilver
sum, terwijl op 14 April de leden kunnen
deelnemen aan een autotocht door hel
Gooi.
Donderdag 28 April is er vanwege de
Afdeeling een demonstratiemiddag in Ho
tel Zeiler, n.lt: Tentoonstelling van uit-
neembare tuinmeubelen en zelf op te bou
wen boekenkasten van de meubelfabriek
Gebr. Reens te Amsterdam, en van artis
tieke, met de hand gebreide kledingstuk
ken door Mevrouw Specovius. Causerie
met lichtbeelden over de school en werk*
tuinen door den directeur den heer Wer-
her. Thee wordt aangeboden door het be
stuur.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Een padvindersriem
Een droogrek
Een autoslinger
Een lakceintuur
Aangeloopen een levende fazantenhaan.
LEZING VAN HET CHR. COMITé
Op verzoek van het Chr. Comité voor
winterlezingen en de Ned. Chr. Vrouwen
bond, zal op 11 April des avonds acht uur
in Religie en Kunst, Dr. Tazelaar van Am
sterdam een lezing houden over het onder
werp: Onze houding tegenover de moderne
literatuur.
AANRIJDING TUSSCHEN TWEE
WIELRIJDERS.
Vrijdag had op het Iverkpad een vrij ern
stige botsing plaats tusschen twee wielrij
ders. D. van de B. en Mejuffrouw H. van
de H. Waarschijnlijk was van dc 'B. oor
zaak dezer botsing, doordat hij links van
den weg reed, althans aan Mejh van de H.
geen voorrang gaf.
Tegen hem is ter zake proces-verbaal op
gemaakt.
Bij deze botsing brak van de B. zijn rech
terbeen, terwijl Mej. van de H. haar rech
ter enkel brak.
Dr. Rupert verleende de eerste hulp,
waarna beide gekwetsten per auto van
E',H.B.O. naar hunne woningen werden
overgebracht.
PASSEEREN IN DE BOCHT.
Vijrdag trachtte de autobestuurder W. S.
uit Doorn op de Birktstraat in de bocht drie
andere auto's voorhij te rijden, waaronder
een auto, bestuurd door G, W. S. uit Henge
lo. Dc auto uit Doorn werd hierbij nogal
beschadigd. Tegen den overtreder is pro
ces-verbaal opgemaakt.
FILMAVOND IN EEMLAND.
Door de directib was Maandagavond
geëngageerd de firma Luxemburg uit Arn
hem, welke op het witte doek vertoonde
„lm Westen nichts Neues", welke voor
stelling om half 7 uur, door omstandighe
den, zeer weinig bezocht was, maar die om
9 uur door betere opkomst het ecnigszins
vergoedde. Wie het beroemde werk van
A. M. Remarquc heeft gelezen, werd nu in
gedachten voor dc verschrikkelijke werke
lijkheid geplaatst, 't Eerst maakt men ken
nis met een klas van een gymnasium in een
der Duitsche steden waar zoo juist (1914)
de troepen enthousiast naar het front trek
ken, de geweren met bloemen versierd. Hoe
spoedig zou dit anders zijn, geen bloem-
festein, maar een menschonteerend bloed
bad. Dc rector, volbloed patrot, moedigt
zijn leerlingen aan vrijwillig mede te gaan,
wat inslaat. Men ziet ze allen gedrild wor
den voor de zware taak door sergeant
Hollertrust, en enkele dagen daarna zijn
zij in de hel terecht gekomen bij het front.
Er inoet prikkeldraad gespannen worden
Spoedig volgt een nachtaanval, zoo vreesc-
lijk, dat het hart er van stilstaat bij het aan
schouwen. Het loopgraven-gevecht, en man
tegen man, doet het bloed stollen; spoedig
zijn wij in het Lazareth aangeland waai
reeds vele gewonden zijn ondergebracht.
Maar ook -.preekt hier de kameraadschap
onder Franschen en Duitscher.-. een woordje
mede. Na afloop van het gevecht verzorgen
di^ beide vertegenwoordigers dier natiën,
elkander. Spoedig volgt inkwartiering van
jongere generaties, die de vuurdoop moeten
oifdergaan. Men ziet ook nog een gevecht
op een kerkhof, brengt en bezoek aan een
R.K. Ziekenhuis, en maakt mede, dat een
moeder voor de tweede maal haar zoon
moet afstaan, die zij nooit meer terugziet.
Spannend van meter tot meterfilm, vraagt
de beschouwing veel van de zenuwen, maar
vooral blijkt den oorlog uit den booze i>.
Bij het verlaten der zaal deelde de J.A
M.V. circulaires uit, om de menschheid te
bewegen lid dier vereeniging te worden en
met den daad te topnen dat „oorlog" een
gruwel is die de menschheid onteert
JEUGDHERBERG.
Gedurende de Paaschweek werd „de Hei
debloem" alhier bezocht door ±00(1 perso
nen; 1-1. Zondag was er nog een groep uit
Amsterdam van de Ned. Jeugd Natuurhisto-
che vereeniging.
FAILLISSEMENT C. DEKKER.
Bij vonnis van de Arrondissement* Recht
bapk te Utrecht van 30 Maart 1.1 i- op
voorstel van den Rechtercommissaris Mr.
G. |Veen het faillissement van Q Dekker,
handelsreiziger, wonende aan de Burge
meester Grothestraat 8 te Soestdijk, uitge-
proken door diezelfde Rechtbank op 27
Januari 1.1. en voor wien curator was Mr.
F. C. Terlingen te Soest, opgeheven wegens
gebrek aan baten.
VAN DEN HEUVEL.
Onze woonplaats is niet, zoo erg groot,
wat betreft het aantal harer inwoners. Dat
feit op zichzelf is voldoende bekend. Maar-
wat minder bekend of soms in 't geheel
niet bekend is, dat is het feit, dat %r hier
menschen wonen, die in eenïg opzicht
een zekere vermaardheid genieten in én
buiten ons land. terwijl zij ter plaatse
nauwelijks worden opgemerkt. Zij behoo
ren tot de vele individualisten welke zich
metterwoon hier zijn komen vest/gen en
aanj deze zeer gemengde bevolking '*n
rijke schakeering verleenen. Tot de mdiw
dualisten kunnen ook verscheidene ren' *-
niers gerekend worden, die na een tijd
van ingespannen zakenleven zich in staat
zagen gesteld om dat leven met een vrijer
bestaan te gaan verwisselen, overeenkom
stig lang gekoesterde wenschen en ver
langens.
Deze categorie hebben we hier op
oogenblik niet op 't oog. Wel echter, die
der kunstenaars. Zij zijn de individualis
ten bij uitnemendheid, menschen, die zich
niet met den stroom laten meedrijven,
maar zichzelf willen zijn. Reeds in hun
indertijd vervult hen een teer diep heim
wee, waarvan zij zich geen rekenschap
kunhen geven en dat hen vaak de een
zaamheid zoeken doet, alzoo zich afwen
dend van het leelijke rondom hen om on
bewust die levenshouding aan te nemen,
welke het meest tegemoet komt aan hun
ontwakenden zin éoor schoonheid. Zij ver
wachten hierbij zeer veel van de toe
komst, die erg rooskleurig schijnt. Als zij
evenwel volwassen geworden zijn. dan
kunnen zij nog veel minder lesschen hun
brandende dorst naar levensgeluk in een
wereld van veel onnatuur en werktuiglijk
heid. Zoo zij onder die omstandigheden
hun evenwicht alsnog kunnen bewaren,
dan worden zij zich langzamerhand van
hun roeping bewust en niets is meer in
staat om zich daartusschen te plaatsen.
Hun keuze is gemaakt en wat hun hierbij
ook verder wedervaren moge. zij moeten
hun scheppingsdrang volgen. Alleen in
die zelfgekozen arbeid kunnen zij hun le
vensgeluk vinden. Niet alle kunstenaars
zijn zoo, maar wel de sterken onder hen,
dat zijn zij, die doen en weten, wat zij
willen.
Zoo iemand hebben wij hier ook op
Soesterberg in den persoon van een beel
dend kunstenaar, over wien bij de Uitge
verij ,,De Torentrans" te Zeist een „Jan
Schonkboek" verschenen is. bevattende een
keurcollectie reproducties uit zijn werken,
samengesteld en ingeleid door Th. de Ja
ger. Die kunstenaar is een dier moder
nen, wien het gelukt is een eigen stijl .te
scheppen.
Na een leven, vooral van innerlfaken
strijd, kwam hij na een rusteloos zoeken
tenslotte tot rijpheid. En die rijpheid mag
de kunstenaar nu beleven in wat genoemd
wordt, „de periode Soesterberg".
Zooals in elk normaal verloopend kun
stenaarsleven is ook hier een evolutie te
erkennen, waarvan de climax \yellirht in
dezen tijd schijnt te vallen, waarin zich
een synthese van contrasteerende invloe
den voltrekken gaat. Het is de rijpwor
ding. die nog een groote oogst verwachten
doet, zoo de omstandigheden niet al te
ongunstig mogen worden.
Genoemde periode is de kroon op een
leven van stage arbeid en groei. Dat leven
gaat vanaf de prille jeugd door verschil
lende genres en stijlen heen om aHengs
door oefening en ervaring te winnen in
kracht en beheersching. Etsen, litho's,
houtsneden, aardewerk, ook schilderkunst
wisselen elkaar af in het leven van dien
artist, waarin over meerdere periodes een
ieugdstijl zich tot rijpe stijl ontwikkek.
In dien tijd werd er verbazend veel ge-
oroduceerd 'en naast andere onderwerpen
van diversen aard, waren het vooral de
dieren, welke zijn bizondere aandacht trek
ken. Zijn dierstudies in de verschillende
parken van ons land. leverden hem daar
voor de stof en op dat gebied, heeft hij
we
hef
aar
ren
me
Qu.
te
gei
gel
de.
e es
COf
in
wei
lek
ren
den
ZWI
sch
ten
stei
me<
teil
avi»
en
opb
Pje,
brui
11-M)
dooi
,me<
zen
de
mij
well
lijk