STEMPELS v. Weedestraat 7 Telefoon 2062 Soestdljk Kastpapier aan vellen in rood, wit en blauw. - Kastpapier aan rollen. Kastranden, wit en gekleurd. Crêpe-papier. Punaises in diverse kleuren. Celephane-papier. (Om lampenkappen te beschutten tegen de vliegen) WRAAK! Is een „beetje" Inflatie gewenscht Wij verkoopen uitsluitend de beste kwaliteiten. FEUILLETON 8) Wij lazen het onderstaande stukje in „De Vrijheid", en vermeenden, dat onze lezers hierin wel belang stellen. Men hoort wel eens zeggen, dat een beetje" inflatie voor onzen boerenstand en voor ons land wel gewenscht en aan te bevelen zou zijn, om aan de gevolgen van de crisis te ontkomen. Waar uit een dergelijke uitspraak een luchthartige op vatting over de inflatie en haar gevolgen blijkt willlen we daarover het een en an der mededeelen. We willen ons inzicht maar direct zeggen en verklaren, dat o.i. inflatie ook een „beetje" inflatie de groot ste ramp zoude zijn, die ons land ooit heeft getroffen en zou kunnen treffen. Nederland heeft den gouden stan daard d.w.z. een munt stelsel, waarvan het goud de grondslag is en zoo is het gouden tientje, dat 6.048 gram goud be vat, de zoog. standpenning, d.w.z. de een heid, waarmede men rekent. In goud als waardemeter worden de prijzen van de producten en goederen uitgedrukt, dat wil dus zeggen dat de waarde van een hoe veelheid producten ten bedrage van tien gulden beteekent een waarde van 6.048 gram goud. Om nu niet altijd in goud behoeven te betalen, beeft de circulatie bank, de Nederlandsche Bank, bankbil jetten uitgegeven, welke voor minstens 40 pCt. door goud moeten zijn gedekt. Wan neer we nu een „beetje" inflatie krijgen, dan zou dit beteekenen, dat er niet meer voldoende goud zal zijn als dekking van onzen bankbiljettenomloop en dus het ver band met het goud als de grondslag voor ons munststelsel zou zjjn verbroken. Waar de wisselkoers van ons geld ten opzichte van het geld in het buitenland aanvanke lijk slechts aan geringe schommelfingen onderhevig was, zou dit nu zijn overgela ten aan het vrije spel van vraag en aan bod, omdat de steunpilaren daarvoor zijn weggevallen. De ervaring in Engeland heeft getoond dat er op economisch ge bied geen zoo geruststellend systeem be staat als een nauw verband tusschengeld en edel metaal. In verband hiermede geeft Dr. A. R. Zimmerman in „De Telegraaf" van 27 September 1931 een aanhaling uit een Engelsch blad. Dit blad vergeleek de leiding der circulatiebank onder den gou den standaard met een man, die op een vlakken weg een automobiel bestuurt met een rem van normale kracht en onder den papieren standaard met een man, die den wagen op een benedenwaartsehe hel ling met zwakke remmen in de hand tracht te houden. Een vast ruilmiddel, zegt Dr. Zimmerman, alhoewel geen geneesmiddel tegen elk economisch kwaad, is een zoo ontzagwekkende kracht, dat het zeker gerechtvaardigd is er zich groote offers voor te getroosten. Gelukkig is die toestand in Nederland nog aanwezig en we mogen hopen, dat we dezen toestand zullen kunnen behouden en beheerschen, liever dan een „beétjé" inflatie welke is als de automobiel, die met zwakke remmen de helling afrijdt. Voor Nederland als klein land althans, zal de gouden standaard als een van zijn sterkste middelen tot verdediging blij ken te zijn. Dat een „beetje" inflatie ons land uit de crisis zou halen, is verkeerd gedacht. De oorzaak van de daling van de prijzen der goederen zit niet uitsluitend of in hoofdzaak in het geld, maar zit voor een niet gering deel bij de voortbrenging en het verbruik van de producten. In 't ruilverkeer toch zijn de producten en goe deren primair, terwijl het geld en het goud als ruilmiddel! een secundaire functie ver vullen. Stijgen de goederen in prijs, als gevolg van een depreciatie van het geld, dan is dat geen werkelijkheid, maar schijn en daarom moet een streven naar een „beetje" inflatie met de bedoeling om de prijzen van de producten te verhoogen, op een debacle uitloopen en derhal've als een verkeerde politiek worden verworpen. En nu de gevolgen van inflatie. Wan neer we een „beetje" inflatie" zouden, krijgen dus de koers van onzen gulden zou dalen zouden de prijzen van onze producten, luidende in een gedeprecieer- de valuta, voor den buitenlander dalen en zouden de buitenlandsche koopers zich naar ons land richten. Maar we zouden onze productiemiddelen en grondstoffen, die we uit het buitenland moeten betrek ken, duurder moeten betalen, omdat im mers de waarde van den gulden is gdr daald en dat zou een oorzaak voor een prijsstijging van onze goederen en pro ducten zqn. Wanneer de prijzen van de goederen en producten stijgen, zal er een vergrooting van de circulatie van bank papier moeten komen. Maar ook de loo- nen zullen dan moeten stijgen, waarvan een hooger worden van de productiekos ten het gevolg zal zijn, wat van nadee- ligen invloed zal zijn op den uitvoer van onze producten, dus op onze handelsba lans. Het wordt als een vicieuze cirkelj waarin men blijft ronddraaien en niet meer kan uitkomen. En wie zullen het eerst en het ergst slachtoffer worden? Dat zijn zij, die hun spaarduitjes met zorg hebben bijeengehouden om op hun ouden dag van hun met hard werken en zuinig leven gespaard geld dat is belegd in obligatie of hypotheek of ander beleggingsfonds met vaste rente, in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Dezen zouden bij in flatie hun bezit zien wegsmelten en ver dwijnen. En zij, die hun gespaarde gelden hebben toevertrouwd aan een verzeke ringsmaatschappij of pensioenfonds, zou den ook hun bezit kunnen nastaren, om dat dergelijke instellingen de haar toe vertrouwde gelden voor het meerendeel in de in normale tijden soliede beleggings fondsen met vaste rente of in hypotheken zullen hebben beliegd. Een „beetje" infla tie is niet op zeker oogenblik tegen te houden. Het is als de automobiel met zwakke remmen, die bergafwaarts rijdt. Haar snelheid wordt steeds en steeds grooter, zoodat van een tegenhouden geen sprake meer is. Dr Knapp schrijft in zijn boek Wereldontwrichting en wereldher- ster' dan ook zeer terecht, dat „de nog niet zoover achter ons liggende periode van inflatie in enkele staten, met name Duitschland op wel zeer overtuigende wij ze heeft bewezen tot welke vreeslijké toe standen het waardeloos worden van het ruilmiddel kan leiden. De crediteuren wer den toen in genoemd land van hun bezit geheel oï ten deele beroofd ten voordeélé van debiteuren die met waardeloos pa pier hun schulden konden afbetalen. Het vraagstuk van de waardevastheid van het geld is wei een der belangrijkste der sociaal-economische politiek, waar aan eigenlijk nog veel te weinig aandacht wordt besteed. De gevolgen van groote veranderingen in de waarde van het ruil middel zijn niet alleen van economischen e» financieelen aard, maar hebben ook moreele beteekenis". Wij onderschrijven deze beschouwing volkomen. Inflatie zal een tijdelijke schijn opleving geven. De uitvoer van onze pro ducten zal er aanvankelijk door worden bevorderd doordat deze als gevolg van het feit, dat hun prijs is uitgedrukt, in een gedeprecieerde munt, op de werld- markt beter zullen kunnen concurreeren, en ook zij, die een vordering hebben op een land waar de munt niet door infla- tei is aangetast, zullen voordeel hebben. Maar ten slotte zal „beetje" infatie echter uitloopen op een ineenstorting van het ge zonde economische leven en er zal, zooals Duitschland heeft doen zien, een verarmd en gedesorganiseerd land overblijven. Minister de Geer heeft van dat „beetje" inflatie zoo terecht gezegd, dat dit kan worden vergeleken met een „beetjé" dé raillement van een sneltrein. Tegenover de schijnbare voordeelen van het aflossen van particuliere schulden zal staan de totale wijziging in de verdeeling van het volksinkomen, terwijl zij, die een kleiner of grooter bezit hadden, de koop kracht van hun inkomen zullen verdwenen zien. Dan zal ons land groote kapitaDen in het buitenland tegen hooge rente moe ten leenen om zijn huishouding mede te kunnen betalen en die hooge rente zal dan ons volk, ondanks zijn armoede, ondanks zijn door inflatie verdwenen kapitalen en zijn met hypotheek bezwaarde goederen, moeten opbrengen. De regeering, die ons economisch le ven, ons volk voor de groote ellende van een inflatie zal wéten te bewaren, zaH dan ook aller steun en aller dank verdie- II. MOIrHUVSEN. Wij bevelen ons beleefd aan, voor de levering van ALLE MOGELIJKE tegen zeer lage prijzen. Aanbevelend, N.V. EersteSoester Electr. Drukkerij v. Weedestraat 7, Soestdljk. Tel. 2062 AMSTERDAM. NEDERLANDSCHE KAPPERSBOND De Damerskappersgroep Marcel, afdee. ling Amsterdam van den Nederlandsehen Kappersbond, organiseert op Zondag 8 Mt i een groot Nationaal Concours in Dames kappen. Geconcureerd zal worden in drie onder- deelen van het vak. n.1. Modern Kapsel (Watergolven). Modern Kapsel (IJzerondulatie). Modern Kapsel (Postiche). Voor deze wedstrijden zijn een f 50(1. aan geld- en andere prijzen uitgeloofd. Bovendien heeft de groep aan deze wed strijden een Tentoonstelling verbonden van Parfumeriën en Kappersgereedschappen en zal men er geheel modern geoutilleerde salons aantreffen, zoowel voor den Hee- ren. als voor den Dameskapper. Alle zalen van het Feestgebouw Belle- vue zijn tot dat doel ingericht en gezien de vele aanvragen tot deelname aan de Tentoonstelling, maakt het Comité zich on gerust over de beschikbare ruimte. Een Eere-Comité heeft zich gevormd, die het bestuur der Groep in de voorbe reidende werkzaamheden bijstaat en een en ander beloofd een groot succes te wor den voor de Nederlandsche Dameskapper. Voor de choonmaak N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij NAAR HET ENGELSCH. (Nadruk verboden). Wees voorzichtig, dat je mij niet dwarsboomt. Weet wel, dat ik het in mijn macht heb, om je te ontnemen, al de weel de, die je omringt. Ja, je kunt er nu om lachen maar het eind kon wel eens den last dragen! Maar het klinkt ook waarlijk al te gek! spotte zij lichtvaardig. Die arme ko lonel Claude en zijn wraak! Ineens van toon veranderend, ging Ma- chin voort: Nu, ik herroep, wat ik gezegd heb. Vergeef het mij! Ik wilde niet met je twis-' ten; daarvoor heb ik je te zeer lief! door dat je mij zoo driftig maakte, zou je mij dingen laten zeggen U toont uw Uefde dan wel op een eigenaardige wijze! Vaart op dolzinnige ma niet tegen mij uit, omdat ik, bij toeval, on derweg een buurman tegenkom, die een eindweegs met mij samen gaat! Beloof mij enkel, kind, dat jc nooit meer met mr. Graaf alleen zult wandelen! Ik denk er niet aan, zulk een dwaze belofte af te leggen! Hoor nu eens: als je je door dien man hei hof laat maken, dan wil ik je wel ver tellen, dat ik hem dooden zal.... Geen halve maatregel! Toch zou ik het u in geen enkel opzicht aanraden: u zoudt er zelve voor moeten hangen, Als ze er achterkwamen, vergeet je er hij te zeggen, zei hij smalend. Zwijgend liepen zij naast elkaar voort, tot ze in den hall van Merlyn Abbey scheid den. Elaine begaf zich naar haar boudoir; kolonel Machin naar zijn eigen kamer, waar hij in heftige gemoedsaandoening op en neer stapte, voor zich heen prevelend: Ik zou dien kerel wel zoo willen neer schieten! En ik zou mij ook geen oogenblik bedenken, als ik wist, dat ik hem raken kon, zonder dat ze mij te pakken kregen. Want om er nu in te loopen, juist nu ik op het punt sta, rijk te worden, dat zou nu wel heel jammer zijn! Maar als ik in de gele genheid kom, nu, dan zal ik ze zeker niet laten voorbijgaan! Hij trad aan het venster, tuurde uit in de verte, tot waar hij den spitsen gevel zag van Mloss Grange, en dacht: Mij dunkt, het zou niet kwaad zijn, als ik af en toe eens spieden ging, wat die mr. Graaf alzoo uitvoert op zijn heerlijkheid. Allicht kwam ik wat meer van hem te we ten. Waarom is hij toch eigenlijk hier geko men? Ik haat hem en ik wantrouw hem! Uit een gesloten lade nam hij een leeren étuitje, waarin een met zilver gemonteerde revolver lag. Juist een geschikt instrumentje, om iemand uit den weg te ruimen, zonder dat er een haan naar kraait! De revolver borg hij nu op en belde den butler, om hem een brandy met soda te brengen, wat hem zeker inspireeren moest in zijn plannen voor de toekomst. iEindelijk ging de gong voor het diner en moest dc kolonel zich kleeden. Intusschen overlegde hij: Dus de volgende week zullen wij het genoegen hebben, mr. Graaf en zijn zuster op de Abbey te zien! Bij „ons" kan ik ge rust zeggen, want ik beschouw Merlyn Ab- 'bey ook als mijn huis. Dat hoogmoedige, dut hij over zich heeft},, kan ik niet uitstaap. En ik geloof, dat Elaine dit juist zoozeer in hem bewondert. Maar als ik kan, zal ik hem toch eens een, hak zetten, want ik haat hem met grooten haat! Toen hij even later in den salon kwam^ vond hij daar Elaine al, en, terwijl zij deed, of er niets tusschen hen was voorgevallen, hield zij hem een kaartje voor en zei: Kijk eens, wat ik hier heb! Hij nam het van haar ovev en las een uitnoodiging voor een gemaskerd bal op Moss Grange. HOOFDSTUK XI. Dien volgenden morgen spoedde Elaine zich, zoo gauw zij kon, naar The Priory met de uitnoodigingskaart, want zij wilde allereerst lady Lascelles gaan raadplegen over het costuum, dat zij dragen zou. Alle gasten waren verplicht, ook waarlijk gecostumeerd en gemaskerd te verschijnen, of zij moesten niet deelnemen aan dit bal. Elaine vond Blanche druk bezig aan het bloemen schikken, maar zij hadden natuur lijk ook dien vorigen avond de invitatie ont vangen en de vriendinnen wilden elkaar graag eens raadplegen. Ben jij al besloten, wat je dragen zult? vroeg Elaine. Neen, nog niet Me dunkt, Daryl moest maar gaan als toreador en ik dan misschien als Carmen. Maar gelukkig hebben we nog vier weken den tijd. En waarin zullen we jou zien verschijnen, kleintje? Dat weet ik in de verste verte nog niet: Juist daarom kwam ik eens hooren, of jij niets voor mij wist. Ga als Gretchen en laat mr. Graaf dan je Faust zijn. Jullie zoudt een uitste kend paar vormen. Neenl, niet als Gretchen. Ik ben nu wel blond, maar daar ben ik toch niet lang ge noeg voor. En het lijkt mij ook al zoo'n af gezaagd costuum. Vind je eigenlijk ook niet? Ja, dat komt, jij wilt sensatie wekken, jou ijdeltuitje!.... Maar ik zal er eens goed mijn gedachten over laten gaan, dat beloof ik je! Toch wilde ik wel, dat mi; iets in viel, waarbij mr. Graaf jc partner '.ou kun nen zijn. Hoe denk je bij voorbeeld over Romeo en Juliet? Waarom vind je nu, dat mr. Graaf er bij moet zijn? Nu,, als je het precies weten wilt, Elai-* ne: omdat ik vind, dat jullie zoo uitstekend bij elkaar komt. Je weet wel: kolonel Ma chin acht ik juist totaal ongeschikt voor je. Ik ook. En ik laat ook geen gelegen- hed voorbijgaan, om het te zeggen. Maar hij luistert er niet naarOch,, dat komt: je zien, is je lief hebben! Maar ik zou je ook niet aanraden, kolonel Ma chin tot echtgenoot te nemen. Veel liever mr. Graaf! Die wil niet trouwen, dat heeft hij zelf nog gezegd, toen wij laatst op Moss Grange waren. O, m. ar;, wie weet, hoe gauw hij van opvatting verandert, als hij maar wat meer met je in aanraking komt! Oslaat het daar al twaalf uur? Ja, waarom vraag je dat zoo? Dan moet ik gaan. Ik heb den kolonel beloofd', om om half één met hem te rij den. Enfin, hij is wel gewoon aan wachten! jElainc spoedde zich naar huis en deed haar rijkleed aan. Het was kwart voor é£nen. toen zij in den hall kwam, waar de kolonel reeds op het bordes stond, zich ongeduldig op de lippen bijtend. Toch zou hij er haar in 't minst niet over onderhou den, want hij voelde, dat hij extra voorzich tig moest zijn, wilde ze hem niet ontglip pen. Het spijt mij, dat ik u zoo lang heb laten wachten, begon Elaine zich te veront schuldigen. Waarom is u maar niet zonder mij gegaan? Maar ik zou er niet aan denken, ook al had ik een halven dag moeten wachten! Dat komt: ik moest nog eerst naar huis gaan, ziet u. Naar huis? Waar was je dan, Elaine? In ieder geval niet in de. oranjerie op Moss Grange. Dus stel u gerust. En, als u graag we ten wilt, waar ik dan wel was, nu.ik ben bij Lady Lascelles geweest. Zoo lang je maar niet met dien man flirt, kan het mij verder niet schelen; waar je bent. Ik flirt nooit met iemand, dien ik waar lijk graag lijden mag. En mr. Graaf mag ik graag lijden, heel graag zelfs! HOOFDSTUK XII. Het diner op Merlyn Abbcv was altijd van langen duur„ zelfs al waren alleen de baron, de kolonel en Elaine de aanzittenden. En als er gasten waren, deed de chef-kok nog bijzonder zijn best. Zoo was het dan nu een uiterst uitgebreid menu geworden, want «pouglas Graaf en zijn stiefzuster, Mrs. Wynne en nog enkele anderen waren op dc Abbey komen dineeren. De gasten werden in den salon ontvangen en Douglas had zijn stiefzuster den arm ge boden. Mks. Wynne droeg een zwart fluweelen toilet en had als altijd haar weduwenkap op, terwijl haar blauwe bril eenmaal onaf scheidelijk van haar was. daar zij anders on mogelijk kon zien», zooals zij betuigde. Toen Douglas dus als gast zijn voorvader lijk huis betrad, voelde hij zich zeer onder den indruk. Mrs. Wynne had zich van te vo ren overtuigd, dat zij niet de eenige gasten zouden zijn, want zij voelde zich alleen vei lig, als ze van niet al te dichtbij gezien werd. Heel wat notabelen daar uit de streek wa ren aanwezig, zoo bevonden Sir Daryl en Lad3' Lascelles zich ook onder dc genoo- dgden evenals nog enkele hceren die Dou glas al op de jacht ontmoet had. Toch had hij alleen oog voor het jonge meisje met het blonde haar en de blauwe oogen. Elaine droeg een ivoor-witsatijnen toilet je met geen andere versiering dan een snoer paarlen om den hals. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4