2e BLAD VENEMA NASLEEP WAN NET ©PAMA ST. JAN Het antwoord op de vragen van den heer Wijnkoop Bekendmakingen. Officieel. Plaatselijk Nieuws Dames- en Heerenkleeding naar maat. Soester berg. 20E MME®. behoorende bij „DE SOKSTER" van Zaterdag 16 April 1932, No. 31 drankwkt. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis, dat op 8 April 11)32 bij hen is ingekomen een verzoek van Bcrnardus Johannes van der Linden, van beroep bierhandelaar, wonende te Soest om slijtvergunning in de navolgende localiteit: achterwerkplaat- van het perceel, kadastraal bekend alhier in sectie A. No 1875) plaatse lijk gemerkt No- en gelegen aan de Burg. Grothestraat aldaar Binnen twee weken na de dagteekening dezer bekendmaking kan ieder tegen het ver leen en van deze vergunning schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders inbrengen. Soest. 12 April 11)32. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J Batenburg. POST EN TELEGRAAF. Naar wij vernemen zal het P.T,T. kan toor met ingang van 19 dezer gevestigd zijn in perceel Stcenhofstraat 0, welk perceel vroeger bewoond werd door den Heer van Batenburg. EIEREN VEILING GOUDEN PLOEG 13 APRIL. Aanvoer 13000 stuks. Laagste prijs f 2.hoogste prijs f 2.35 per honderd. SCHAKEN. Dinsdagavond had in hotel Ockhuysen de eerste promotiewedstrijd plaats voor den Stichtsch Gootschen Schaakbond, tusschen de Soester Schaakclub en de Chr. Schaak- vereeniging Utrecht. Beide clubs zijn in hun afdeelingen kampioen, zoodat van de zen wedstrijd veel afhing. Tegen het einde stond Soest met 5 tegen 4 in het voordeel, en moest de laatste partij, welke voor Soest gewonnen stond, beslissen. Toch ging deze vrij onverwacht voor Soest verloren, zoo dat de Utrechtenaren op gelukkige wijze ven gelijk spel bevochten. Hierdoor moet weer worden overgespeeld, thans te Utr. Uitslag: Soest Chr. Schaakver. Utrecht Renemanvan Baren XAYi de GraafJanssens XA J. Timmer Sr.Binnendijk U1 WickelVeste r 10 J- Timmer Jr.Willekes 10 de RegtHeutink 10 Gorter—J. Straus 1— 0 de ManKrabman 01 HeimensBuiter 01 Blom—Straus Jr. 0— 1 TOONEELAVOND. De R.K Tooneelclub DEKO gaf in de St. Joseph Jongelings Vereeniging een too- neelavond, welke zeer matig bezocht was, waarvan de terugslag gevonden' werd in het spel. Er werden 3 éénacters voor het voetlicht gebracht, waarvan No. 2 erg aar dig gevonden werd. Het strijkje Stalenhoef verzorgde uitstekend het muzikale gedeel- te. Degene, die opgekomen waren hebben Kenoten, getuige het applaus. MUZIEKCONCOURS SOESTER HAR MONIE P. V. O. aan het concours op He- oi .!"lK en 2e Pinksterdag, hebben muzikanteTxSn/PgefvRtn 'met -r^eendo uit Baarn neemt i v enetn. aan h« concours deel Als liet weer nu maar medewerkt'., belooft het op die dagen voor ons (ir>r t tic te ivorden. °r" cen gr00te ?ttraC' LENTEFEEST IN OKHUYSEN Ofschoon de lieveLente nog op zich laat wachten, werd Donderdagavond haar intrede ingezet in de zalen van Hotel Ok- huijsen, waar de Amsterdamsche Ballet- meester Gerard de Loos met zijn Band van 8 tot ongeveer 12 uur zijn staf zwaaide Daar de opkomst zeer klein was, kwam dé vereischte stemming niet naar voren,, en bleef het kalm, rustig. Daar het niet te vol was, was er nu volop gelegenheid om een kuitenflikkertje te maken en werd daar dan ook druk gebruik van gemaakt. De serpen- tiite-walzer bracht eenige afwisseling, ge slaagd in alle opzichten is het niet. De Band gaf een goed stukje muziek ten beste, dat gewaardeerd werd. APOLLOS KINDERKOOR. Ter gelegenheid van het le Lustrum van dit aardige clubje^ gaf het Donderdagavond om 7.30 uur in de grootc zaal van Eemland een uitvoering onder leiding van den h'cer H. J. van Maurik uit Utrecht. De zaal was geheel gevuld en opgefleurd met papieren slingers. Ongeveer half 8 opende de w.n. voorzitter door ziekte van den voorz., de bijeenkomst, roept allen een hartelijk wel kom toe, en hoopt dat men zich zal verma- ^en> Daarop geeft hij de leiding over aan den dirigent, en trad allereerst de groote *'as op met „Goeden Nacht", dat ietwat benepen klonk, waaraan ook de zaal de schuld zal zijn daar 't er in zeer zwaar zingt fn,, accoustiek niet in orde is. De hee- e kleine peuters kwamen daarop parmantig •angestapt naar het podium en zonder zweem van vrees zongen zij een 8-tal leuke liedjes, door Cath. van Rennes getoonzet, die zoo goed weet wat het kind past. Het was een lust hen te hooren, ongedwongen en natuurlijk liep alles goed van stapel; het applaus was verdiend. De groote klas was daarop gelukkiger, ook voor haar werden werkjes gekozen van dezelfde componiste, en van Ramshorst en Zijderlaan. Er werd niet ambitie gezongen, ook zuiver, maar wij hadden er graag meer levendigheid in gezien, het bleef nu zoo één toon. De jeugd is toch vuriger van aard, dan dat zij zich nu voordeed? Nadat de kleine en groote klas nogmaals was opgetreden, zong het jeugd koor zeer verdienstelijk „Avondrust" van Cath. van Rennes en gaf daarin de juiste stemming terug. Na afloop werd een keurig tableau gevormd, en op de gevoelige plaat vastgelegd, waarna de kinderen enkele voordrachten ten beste gaven, die insloegen. Alles bijeen kan Apollo op een geslaagd lustrum terug zien. Na afloop gezellig sa menzijn. DIERENBESCHERMING. Uittreksel Maandrapport van den Inspec teur der Afdeeling BaarnSoest en O. der Ned. Ver. tot bescherming van Dieren. Door onze bemiddeling zijn wederom 4 zwervende honden aan een goed tehuis ge holpen. Een hond, welke zwervend werd aan getroffen, kon dank zij onze bemiddeling aan eigenaar te Amersfoort worden terug gegeven^ Een jong varkentje, werd in ziekelijken toestand op den openbaren weg aangetrof fen, na verzorging onzerzijds trad geen be terschap in; eigenaar bleef onbekend, zoo dat het dier ten slotte pijnloos werd afge maakt en cadaver verbrand. Op verschillende dagen en uren werd op den openbaren weg gesurveilleerd. Nabij Birkhoven werd in een, greppel een doode hond aangetroffen; er waren geen uiterlijke kenteekenen van geweld aanwe zig, het dier was middelmatig groot en bruinharig bastaard; ter plaatse is het be graven. Een zwervende zieke poes te Soest aange troffen, is door een familie liefderijk ver zorgd, en daarna door onze bemiddeling een goed tehuis bezorgd. Een zwervende hond. welke eveneens te Soest door een familie was opgenomen, kon.mede, door onze bemiddeling een tehuis worden verschaft. Aan beide deze familie's wordt hierbij, namens het Bestuur, hartelijk dank betuigd. Indien U nog geen lid zijt van onze Ver eeniging, geeft U dan spoedig op bij den Inspecteur Kolonieweg 13 te Soest. Juist in deze zorgvolle tijden is mede bescherming van het dier ook zeer noodig. Het publiek wordt er op gewezen dat onze Vereeniging niets uitstaande heeft met den heer Koopman, wonende Nassaulaan 27, Soestdijk. Vraagt een collectie stoffen op zicht iat doet beter besluiten als stalen. F.C. Kuyperstr. 10 Tel. 2169 GEVONDEN VOORWERPEN. Een paar wollen kinderhandschoentjes Een bioehe Een kinderhorloge. AANGEHOUDEN Afgeloopen Dinsdag is door de politie alhier aangehouden de slagersknecht J» B. die ervan verdacht wordt ten nadeele van zijn patroon bij herhaling geld te hebben ontvreemd,. Hij heeft inmiddels cen volledige beken tenis afgelegd en is ter beschikking gesteld van de lustitie te Utrecht en aldaar inge loten in het huis van bewaring. OPENBARE DRONKENSCHAP In den nacht van Dinsdag is door de po litie ter zake vin openbaie dronkenschap in arrest gesteld P. J. met diens zoon, beiden van hier, die in kennelijken staat van dron kenschap uit een cafc alhier kwamen, voor welk de café de politie zich den laatsten tijd nogal interesseert. Ze werden in de daarvoor bestemde localiteiten opgeborgen en na ontnuchtering des morgens weder vrijgelaten, na elk een proces-verbaal ter zake te hebben gekregen. AANRIJDING TE BAARN In den vroegen morgen van Donderdag lt.1. had te Baarn op den nieuwen Rijksweg nabij de villa van den heer Insinger een ern. stige aanrijding plaats tusschen een motor rijder uit Zeist en een groentenwagen van van W. uit Soest, die op weg was naar Utrecht. De motorrijder werd daarbij ernstig op meerdere plaatsen gewond,. De politie uit Baarn, die spoedig aanwezig was, stelde terstond een onderzoek naar de schuldvra.-^g VAN DEN HEUVEL De levensgang van rlen alhier geves- tigden kunstenaar, over wien we in ons vorig artikel schreven, wordt vrij ge trouw weerspiegeld dnor diens werk. Door i<.' vele voortbrengselen van zijn gestagon, rusteloozen arbeid wordt den weg, welke door zijn kunstontwikkeling is afgelegd, vrij duidt lijk gemarkeerd. Dat deze zich ui strekt tot een eig^n stijl, wacraansteeds voortgebouwd werd, is op zichzelf al iets bizonders, ook onder de beeldende kunste naars. Wel zijn er velen van hen. die zich zoo graag modernen noemen, alleen reeds om daarmee te kennen te geven, dat zij met alle sleur en conventie gebroken heb- (Vervolg 2e pag„ 2e Blad) Vragen gesteld door het 2de Kamerlid Wijnkoop. 1. Is het den Minister bekend, dat op Zondagavond 20 September jl. een veertien jarige jongen op een der slaapzalen van het Missiehuis St. Jan te Soesterberg werd ver mist en dat hij op een der privaten werd te ruggevonden, alwaar de jongen, zooals het bestuur der stichting beweert, zich door „verhanging" van het leven had beroofd? 2. Weet de Minister, dat de jongen, toen hij gevonden werdj, waarschijnlijk nog [in leven was, en kan de Minister meedeelen, waarom toen niet de hulp is ingeroepen van den naastbijzijnden dokter, maar uit A'foort een R-oomsch Katholiek dokter is gehaald? 3. Is het den Minister bekend, dat van de zijde van het gesticht aan de ouders van den jongen is meegedeeld, dat hij door plot selinge hartverlamming is gestorven? 1. Weet de Minister, dat het in deze zaak opgedischte verhaal van zelfmoord om verschillende. ook medische, redenen, onwaarschijnlijk moet worden genoemd, te meer waar het hier betrof een levenslustigen jongen, die, voor zoover be kend, nooit eenig teeken van levensmoe heid had gegeven en die ook op den be- wusten 20en September nog op normale wijze met zijn kameraden had gespeeld? 5, Is het den Minister bekend, dat van dezen beweerden zelfmoord van de zijde van het bestuur geen aangifte hij de politie is gedaan,, en dat de politie eerst 24 uur na het feit langs een omweg iets er van ter oore is gekomen? 6. Wil de Minister meedeelen, waarom, nadat het geval ter kennis van de politie was gebrachj, de'wettelijke weg, voorge schreven in arti. 5 van de wet van 10 April 1869 (Stbl. No. 65) niet is bewandeld, te weten waarom geen gerechtelijke schou wing heeft plaats gehad en waarom in dit geval uitgeschakeld is het geldende voor schrift!» dat de Officier van Justitie of de Rechter-Commissaris, met het gerechtelijk onderzoek belast, eerst schriftelijk toestem ming tot de begrafenis heeft te geven? 7. Waarom is de Officier van Justitie in het onderhavige geval enkel afgegaan op de verklaringen van den betrokken R.Ky dokter? 8. Is de Minister niet van oordeel, dat er alsnog een gerechtelijke schouwing plaats moet vinden, en is de Minister niet van mee ning, dat bij een te houden gerechtelijk on derzoek rekening moet worden gehouden met de sterke plaatselijke opinie, dat na melijk in genoemd gesticht, waar tot dus ver 72 jongens ondergebracht waren, zich onder de leiding sexueel abnormale perso nen zouden" bevinden? 9. Is de Minister niet van oordeel, dat een gerechtelijk onderzoek ten deze zich ook moet uitstrekken tot een verhoor van de paters en de knapen, waarmee de jongen in den laatsten tijd omging? Antwoord van den Minister van Justitie. 1. Deze vraag wordt bevestigend beant woord. 2. Dat de jongen, toen hij gevonden werd, nog in leven was, is uit niets gebleken. Naar de mededeelingen van de gestichts leiding hebben een paar geestelijken aan stonds getracht de levensgeesten op te wek ken; inmiddels werd om den geneesheer te Amersfoort, die als plaatsvervanger van den in het buitenland vertoevenden huisdokter van het gesticht fungeerde, gezonden; dat de hulp van den naastbijzijnden militai ren dokter niet werd ingeroepen, is alleen een gevolg geweest van de omstandigheid, dat de aanwezigheid van dien dokter in het gesticht niet t .kend was. 3. Aan de ouders van den jongen is bij de eerste mededeeling van den dood door den dokter en een der naters van het ge sticht de oorzaak onvermeld gelaten. Dit is geschied om de ouders te snaren 4. Of zelfmoord om verschillende, ook medische;, redenen onwaarschijnlijk moet worden geacht, kan de ondergeteekende niet heoordeelen. Van deskundige ziide is die onwaarschijnlijkheid niet bevestigd. De jon gen, die 15 September van vacantie bij zijn ouders was teruggekeerd, was niet bevor derd tot een hoogere klasse. Of tusschen deze omstandigheid en het gebeurde ver band gezocht moet worden, is uiteraard niet meer te zeegen. In het voorjaar was hij ziek geweest; niet onmogelijk is dus ook, dat daarvan nog i -nige nawerking bestond. 5. Dat, gelijk in casu, van een geval van zelfmoord geen aangifte bij de politie wordt gedaan, komt in de practijk herhaaldelijk voor. Naar de mededeeling van de gestichts leiding is het verzuim om de politie aan stonds ter zake kennis te geven, te verkla ren uit onbekendheid met het, vanwege na te noemen artikel 5 der Begrafeniswet, wen- schelijke van het aanstonds doen van zoo danige kennisgeving of aangifte. 6. Hoewel van toegebracht geweld bij het onderzoek niets was gebleken,, is het voorschrift omtrent de schriftelijke toestem ming niet uitgeschakeld. Deze is door den officier van justitie, nadat nog een verhoor van de ouders had plaats gehad, verleend, wijl geen aanwijzing bestond, die ook maar eenig vermoeden van misdrijf kon wettigen. 7. Gelijk uit het antwoord onder 6 blijkt, is de officier van justitie in het onderhavige geval eerst na verhoor der ouders tot het doen afgeven der toestemming tot begra ving overgegaan. Dit daargelaten, valt het niet in te zienj, waarom zooals de blijk bare strekking der vraag is aan de ver klaringen van den plaatsvervangenden R.K. huisdokter minder vertrouwen zoude moe ten worden geschonken dan aan die van een drts van een ander geloof. 8 en 9. In de maand October van het vorige jaar heeft naar aanleiding van cen artikel in cen nieuwsblad en de in verband daarmede loopende geruchten het parket te Utrecht ter plaatse bereids een nader on derzoek ingesteld en daarbij ook den bo venvermelden geneesheer, een als bekwaam chirurg en betrouwbaar mensch bekend staand medicus, gehoord. Ook dit nader on derzoek heeft geen enkele aanwijzing op geleverd, welke het vermoeden konde wet tigen/, dat hier van misdrijf sprake was. On der die omstandigheden' werd gemeend, dat tot den ingrijpenden maatregel van opgra ving van het lijk en sectie daarop, welke maatregel daarenboven den ouders groot leed zoude berokkenen, niet mocht worden overgegaan. De ondergeteekende heeft bij het door hem ingesteld onderzoek geen reden ge vonden van deze conclusie af te wijken. Van een „sterke plaatselijke opinie als in vraag 8 vermeld, is hem niet kunnen blijken,, daar gelaten, dat men voor de bepaling van de waarde van zoodanige opinie, indien aan wezig, wel eerst de bronnen zou moeten kennen, waaruit zij is en wordt gevoed. Overigens heeft de ondergeteekende zich nog uitdrukkelijk verzekerd, dat hij de ouders, die dan ook elk verder ingaan op de zaak, als voor hen pijnlijk gevoelen, gee nerlei argwaan in zake het gebeurde bestaat. Commentaar van „De Soester". 1. Hat antwoord spreekt voor zich zelf. 2. Men weet zelfs niet eens, of de jongen nog leefde, toen hij zoogenaamd gevonden werd- Is sterker bewijs van het absoluut ontbreken van een deugdelijk onderzoek wel mogelijk? Dr. Jongbloed is te Soester berg algemeen bekend als dokter bij het Vliegkamp; heeft in het kleine plaatsje en zijn omgeving een groote particuliere prac tijk. Heel Soesterberg kent hem en bij de vele ongelukken, die op dien straatweg voorvallen, weet iedereen hem terstond te vinden. Alleen de fraters van St. Jan, die dagelijks met de jongens gaan wandelen, en zijn woning passeeren, weten van zijn bestaan niet af. Ook zelfs de R.K. heer Cox, die zoowel in de nabijheid van St. Jan als van Dp. Jongbloed woont, en die zich met zijn auto beschikbaar stelde ge neeskundige hulp te halen, zou hem niet kennen. Klinkt dat niet wat vreemd? 3. Zie hiervoor het commentaar op No. 7. 4. De Minister laat onbesproken de inge zonden stukken van verschillende medici, die als hun meening te kennen gaven, dat van een verhanging, zooals door de leiding van St. Jan werd voorgedragen, geen spra ke kon zijn. De kenmerkende bijzonderhe den die op dood door verhanging wijzen ontbraken ten eenenmale. Die ingez. stukken bevinden zich in 't dossier, dat aan den Mi nister is toegezonden,. Dat een vroolijke, levenslustige jongen van 14 jaar, lie 's mid dags nog vol animo met zijn kamera den speelde, een oogenblik later een einde aan zijn leven zou hebben gemaakt, zonder dat van te voren ook maar iets aan hem te bespeuren was, blijft hoogst onwaar schijnlijk. 5. Is niet geheel pnmogelijk, doch dit ontheft de autoriteiten niet van de verplich ting, om, zoodra bekend is, dat iemand een geweldigen dood is gestorven, de bij de wet vereischte voorschriften op te volgen, na melijk lijkschouwing en behoorlijk onder zoek. Dit te meer, waar nimmer antwoord werd ontvangen op de vraag, waar de R.K. chirurg Aghina zich mede heeft bezig ge houden gedurende de uren dat hij bij het lijk vertoefde- Wei is hier van de zijde der geestelijk heid vragend op geantwoord: „Wat zou hij anders gedaan hebben dan trachten de levensgeesten op te wekken", doch dit slimmigheidje kan buiten beschou wing blijven, omdat de heer Aghina uit drukkelijk heeft verklaard dat, toen hij kwam de levensgeesten reeds geweken wa- ien<. 6. Over het cardinale punt, namelijk de bij de wet voorgeschreven gerechtelijke lijk schouwing, zwijgt de Minister geheel. Lijk schouwing noch sectic-onderzoek heeft plaast gehad. Van toegebracht geweld is den Minister niets gebleken. Dit lijkt ons toch wel won derlijk!, daar door den politieman, die het onderzoek instelde, is geconstateerd ge worden dat teekenen van geweld aan het lichaam zichtbaar waren. Of die teekenen door den jongen zelf of door derden zijn veroorzaakt is bij het oppervlakkige onder zoek niet gebleken, doch doet, wat de voor. geschreven lijkschouwing betreft, ook niets ter zake, omdat het hoe dan ook vast staat, dat er hier sprake is van een gewel digen dood. Hier' is de Minister er beslist naast. De Officier van Justitie heeft toestemming tot begraven gegeven nog vóórdat de ouders met de eigenlijke doodsoorzaak bekend wa ren. Op last van Dr. Aghina heeft de poli- tie-beambte de doodsoorzaak voor de ouders verzwegen. Het rampzalige ventje is des Woensdags begraven en eerst des Donderdags werden de ouders op last van den Burgemeester yan Soest erop voorbe reid, dat de doodsoorzaak een andere was, dan zij vermeenden. Uit de" omstandigheid, dat Dr. Aghina medewerkte om dc eigenlijke doodsoorzaak geheim tc houden, blijkt vol doende, dat in dit geval aan hem niet dèt vertrouwen kan worden geschonken, dat de Minister in deze blijkbaar aanneemt. 8. Het nadere onderzoek, door den Mi nister bedoeld, heeft zich bepaald tot het hooren van het plaatsvervangend gestichts- hoofd en den surveillant, het bezichtigen van de W|.C. en de slaapzalen en het doen hooren van Dr. Aghina en de ouders. Ook nu weer werden noch de fraters, noch de jongens gehoord. Mr. G. Deketh, burgemeester van Soest, die bij dat onderzoek tegenwoordig was, heeft zich nadien tegenover derden onom wonden uitgelaten, dat aan zijn rechtsge voel niet was voldaan. Over de sexueel abnormale personen, die zich blijkens vraag 8 onder de leiding be vinden, zwijgt de Minister geheel. Als den Minister niets is kunnen blijken van een sterke plaatselijke opinie in deze, dan kan dat alleen maar een gevolg zijn van de omstandigheid, dat de Minister zich daaromtrent niet heeft /vergewist of zich slechts heeft doen voorlichten door perso nen, die niet geheel onbevooroordeeld wa ren,. 9. Deze vraag, die evenals die der ver plichte lijkschouwing, een der cardinale punten betreft, laat dc Minister ook onbe antwoord. Vervolg zie ommezijde

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 5