Zweedsche Belevenissen De strijd om het Openbaar Onderwijs op Hees. Rechtzaken. Witte Heide DE ZEGENINGEN DER PACIFICATIE! Principieel afstemmen ondanks gebleken billijkheid. FETHLLETON D Men kent de geschiedenis. 02 ouders van kinderen op Hees verzoch ten aan den Gemeenteraad over te gaan tot de stichting eener Openbare School op Hees. Tot dusverre bestaat alleen de mogelijk heid daar onderwijs te verkrijgen in de- Christelijke School voor L.O. aan de Schoolstraat, waarvan hoofd is de heer W. Frederiks. Om begrijpelijke redenen prefereerden de ze 02 ouders Openbaar Onderwijs voor hun kinderen; omdat in de Christelijke school zoo licht allerlei indrukken in de zoo jeug dige en dus zeef ontvankelijke kinderziel tjes opgedaan worden» die wel niet als ver- dervelijk worden aangemerkt en ook niet steeds verwerpelijk zijn, doch die groote kans op vervreemding van het milieu waar in de ouders leven en derhalve verscheurd heid van het gemoedsleven der familie ge ven, of tot gevolg kunnen hebben. Al wie wel eens van nabij heeft medege maakt de gesDrekken tusschen zéér jeug dige kinderen, en hun broertjes, zusjes en ouders over hetgeen ze op school hebben gehoord, geleerd en ondervonden, zal dat aanvoelen, want voor het jeugdige kind is „de juffrouw" of „de meester" van school, degene die alles weet. Doch die 62 ouders waren noodgedwon gen genoodzaakt hu,n kinderen naar de Christelijke School op Hees te zenden, die vlak bij is, terwijl de Openbare Scholen (Kierkebuurt en Beetzlaan) 3K.M. ver weg waren. Daar de bezwaren tegen dat zenden naar de Christelijke School steeds grooter werden en het aantal bewoners op Hees, die Openbaar Onderwijs begeerden, ook steeds toenam, verzocht men tenslotte aan het Gemeentebestuur om een Openbare School op Hees te stichten. Dit nu was natuurlijk geenszins naar den zin van het Christelijke Schoolbestuur, dat zijn lammetjes al zag overloopen en zijn mooie Christelijke School ontvolken. En dies trokken de Christelijke heeren onder aanvoering van dominé Groeneveld, en het Schoolhoofd Frederiks er op uit, om de 62 ouders snoode ondertetkenaars van dat verzoek, tot andere gedachten te brengen Dat daarbij niet altijd even kieskeurige mid delen gebruikt werden-; is eenigen tijd ge leden in ons blad omschreven. Broodroof, beloften tot steun in geld en in nature voor het gezin en voor de kinderen en andere diergelijke schoonc (christelijke?) handelin gen waren, daarbi; scheering en inslag. Alle hens werden aan dek gehaald om de onder teekenaars te bewegen hun eenmaal ge plaatste handteekening terug te nemen. Het was het gewone handteekeningen-ge- scharrel, zooals men dat meermalen op weerzinwekkende wijze heeft kunnen c an- stateeren. En werkelijk, men slaagde erin, vele onderteekenaars op de schreden huns weegs te doen terugkeeren. Het aantal liep terug tot 50 en volgens een verklaring van 28 April tot35. Of voor die 27 kinderen nu werkelijk ge ritst geen Openb. Onderwijs wordt begeerd, of dat ze zich door meer of minder belang rijke toezeggingen maar hebben laten over halen of bang waren voor represailles, zal 't onderzoek, dat daarnaar hangende is, moe ten uitwiizen. Van de andere zijde meende men aan dien strijd om handteekeningen niet te moeten mededoen; men had wel weer aan het werk kunnen tijgen, en de 27 afvalligen weer be zoeken om zoodoende de intrekking hunner handteekening weer ongedaan te maken en ongetwijfeld zou men daar ook wel suc ces mede hebben bereikt, maar terecht oor deelde men e£n dergelijke handelswijze be neden zich. Vergelijken wij echter eens de stemcij- fers van de laatste .drie verkiezingen, uit gebracht op Hees. dan zien wij, dat in 1931 voor den Gemeenteraad de linkerpartij 163 van de 370 stemmen haalden (44%), in 1931 voor de Provinciale Staten 115 van de 378 (30 en in 1929 voor 2de Kamer 166 van de 401 (41 Hierbij hebben wij de kleinere christelijke partijen bij rechts en de klei nere neutrale partijen bij links mede geteld. Gezien het feit, dat wij ook de Christelijk Historischen bij rechts hebben opgeteld en deze in principe vóór Openbaar Onderwijs zijn, geven gemelde percentages dus nog een veel te gunstig beeld voor de tegenstel ling Bijzonder Onderwijs contra Openbaar Onderwijs. Ondanks dat kan men dus zien, dat redelijkerwijs gesproken op Hees onge veer 40 der kiezers en men mag dus aannemen 40 der bewoners Openbaar Onderwijs voorstaan; hieraan kan geen en kele „handteekening-terugtrekkingslijst" van de heeren Frederiks c.s» iets veranderen. Doch wat doet nu de Gemeenteraad? B. en W. wildeqj geen Openbare School oprichten, maar stelden voor de gegadigde leerlingen uit Hees 's morgens per autobus te doen halen om ze te doen brengen naar de scholen aan de Kerkebuurt of Beetzlaan, waar ze dan moesten overblijven en in de wintermaanden na afloop der lessen weder om naar Hees zouden worden terugge bracht. 's Zomers moesten ze maar loopen. Dit laatste nu, en ook het overblijven 's middags zonder warm eten, is voor jeug dige kinderen van 6, 7 en 8 j. natuurlijk een bezwaar. Dat B. en W. uit hetgebruik, dat van de autobus zou wordten gemaakt, wilden laten blijken de grootte van het verlangen op Hees naar Openbaar Onderwijs, om dan later bij gebleken voldoend verlangen, groo te maatregelen te beramen om de noodige schoolruimte beschikbaar te stellen, was dus klaarblijkelijk foutief. Ongetwijfeld zou het gebruik van de autobus veel en veel minder zijn' geweest dan de grootte van .ge noemd verlangen, en dat wel door de meer dere practische en groote bezwaren tegen dat schoolbezoek per autobus. Het College moet dat toch ook wel zelf hebben ingezien, doch dan zou de proef dus opzettelijk op gezet zijn om falikant uit te loopen? Dat de meeste voorstanders van Open baar Onde.wijs onder die omstandigheden heelemaal niet van die proef wiloen weten, is dus zeer begrijpelijk; de opzet was al tè doorzichtig! En met 5 tegen 10 werd beslo ten de proef NIET te houden. Een voorstel om, gezien het geuite verlan. gen, een Openbare School op Hees te stich ten, werd echter verworpen met 8 tegen 7, rechts tegen links. Alleen de R.K. heer van Dam, die meen'de, dat aan het rechtmatig verlangen der aanvragers naar recht en bil lijkheid moest worden voldaan, stemde van rechts vóór. Dat hij tegen zijn eigen partij- genooten inging en den moed had zujlks zelfs openlijk en in een principieel geval te getuigen, stemt tot groote waardeering, en men heeft daaruit kunnen opmerken, dat 'er onder rechts toch nog wel menpchen te .vinden zijn, die niet altijd mee willen doen aan steeds doorgevoerde „principiën rei- .terei", doch nog kunnen en willen uitkomen voor hun eerlijke overtuiging, als het tegen- 'deel daarvan naar hun meening onrecht zou- 1 de beteekenen. Dat er bij Rechts meerdere van soortgelijke ongetwijfeld niet van moed ontbloote personen mochten wor- 1 den gevonden. IDoch wat te denken van den Christelijk Historischen) Heer Hornsveld. Deze zat door het vóórstemmen van den heer van j Dam net op de wip. De partij, die hij verte genwoordigt is volgens haar eigen pro gramma's vóór Openbaar Onderwijs en te gen ontwrichting van het gezinsleven. Al 1 wie den heer Hornsveld kent in de lange 1 jaren, dat deze al te Soest woont, weet ook, dat deze zich steeds voordoet en alge- meen beschouwd wordt als een vrijzinnig man. Des te meer stemt het dus tot ont- stemming dat het juist de stem van dit van huis uit vrijzinnig raadslid was, die, mèt de „principiën reiters" van rechts, den 'doorslag gaf aan het onmogelijk maken van het geven van Openbaar Onderwijs op Hees! Dat de voorstanders daarvan thans, na de gevallen beslissing, stil zullen zitten, is weinig aannemelijk. Ongetwijfeld zal men voortgaan te zoeken na^r de oplossing van een hoogst ongewenschten toestand, die cffc- mogelijk nog lang bestendigd kan blijven Laten we hopen, dat met een weinig goe den wil er nog wel een gunstige oplossing voor de voorstanders van Openbaar Onder wijs te vinden zal zijn. KANTONGERECHT TE AMERSFOORT De Zoetelaar onttroond. Wat is Sch. de zoetelaar bij de infanterie- troepen, garnizoen Amersfoort, ons uit de hand gevallen! Men herinnert zich het geval van vorige .zitting. Heden was de verbalisant opgeroe- I pen, de rijksveldwachter van Raad en Sch. kwam eerst veel later ter zitting voor een nieuw verbaal, dat op hem lag te wachten. De schoone opgaven van vorige week fladderden weg. De vergunning van den Garnizoenscommandant voor zoetelen bij de troepen van het Amersfoortsche garnizoen stond ten name van G. Sch. En zoetelaar in j quaestie was N. H. Sch., de broeder van G. I Bovendien liep dit attest tot 1 Maart 1931. I Was niet. of nog niet, verlengd, daar klach- ten van Officieren waren binnengekomen. Bovendien sloeg het op de Leusderhei en niet op de plek van bekeuring de Kamp van [Zeist, wat resorteert onder garnizoen U- jtrecht. En de Garnizoenscommandant had i nooit permissie aan een der Sch.'s verleend I en zou het ook nooit doen, volgens de woorden van den verbalisant. Eisch en vonnis werden dus veroordee- |ling. We meenen f 3.Hierbij kwam aan het einde van de zitting nog f 2bij voor l het toen behandelde verbaal, in gelijksoor- tige zaak. I Het doorslippen. I Men kent de liefhebberij om tusschen twee van weerskanten komende wagens door te slippen, met het te verwachten resultaat, dat er havening plaats vindt. Dat was 2den Paaschdag in Soest geschied, en de geha vende dokter uit Rotterdam kwam getui gen. De afwezige dader G. S. kreeg f 30. op zijn nota. Puin verbranden. I Niet denken aan metselpuin. Ook bij den landbouw spreekt men van puin, het on kruidgewas, dat van het veld moet, wan neer men wil zaaien en poten. In voorjaar en najaar ziet men vaak rook opstijgen van de bouwlanden. Dan wordt dat „puin" door verbranding opgeruimd. A. FE in Soest had dat 21 Maart ook gedaan, zooals hij zei. Miaar tevens had hij het gras op den berm aangestoken. Het kost hem f 5. Art. 23 Motor- en Rijwielwet. Het liep over een autorijder, die de Lan- gestraat te Amersfoort was ingereden van af de Varkensmarkt. Een agent stond daar geposteerd om de rijders te waarschuwen dat de passage door de Kamperbinnenpoort was afgesloten. Onze rijder, een volbloed Amersfoorter, had het stopteeken van den agent „voor kennisgeving aangenomen." Hij wias doorgereden, want hij moest in de Lan- gestraat zelve zijn. Dit niet s/ilhoudeii op last van politie was geverbaliseerd en gemerkt als overtreding van art. 23 M.- en Rijwielwet. Dit artikel luidt: „De bestuurder van een motorrijtuig of rijwiel is op een weg of rijwielpad verplicht gevolg te geven aan de door de in artikel 34 genoemde ambtenaren en beambten in het belang van de vrijheid of de veiligheid van het verkeer gegeven bevelens en aan wijzingen." Mr. Stadig al hier, rechtskundige bijstand voor verd., nam als hoofdverweer „het be lang van de vrijheid en veiligheid van het verkeer." Dit leed hier geen gevaar, want de ob structie bevond zich eerst aan het einde der Langestraat, waar dus verd. niet komen zou. De Langestraat zelve was niet officieel af gesloten of gedeeltelijk afgesloten. De agent stond er slechts ter waarschuwing!. De vaststelling van gevaar voor vrijheid en veiligheid van verkeer is niet overge laten aan het inzicht van een agent. Deze heeft slechts verbaal op te maken en het is aan het inzicht der politie in functie. Dat deelen. Naar het Engelsch. Plotseling hield de trein met veel geraas stil. Ainy stond op uit haar hoekje in den derde-klas-coupé, keek uit het portier raampje en haalde met lange teugen dc heerlijke heidelucht in, die binnenstroomde. Haar medereizigers waren, een vrouw van buiten en een heer, dien zij al opgemerkt had op het station te St.-Pancras. Er hapert zeker iets aan de locomo tief, kondigde zij aan, terwijl zij haar hoek plaatsje weer innam. Voor mijn part had de locomotief het nog maar wat langer uitgehouden, ant woordde de vrouw. Ik moet in Acawlawne wezen. Ik óók, zei Arny. O, dan is u zeker de zuster van Miss Burnham? Hoe komt u zoo daarbij? Nu,, zóó veel jonge dames zijn er niet in Acawlawne! Tenminste mijn dochter, Anny Gay, die op den Watermolen dient, was er verleden Zondag vol van, dat er nog iemand in huis kwam. Niet dat zij het niet goed vinden kan met Miss Burnham, maar Annie heeft eerst op de pastorie gediend en dan is het op den Watermolen heel stil. De heer, die eerst uit het portierraampje had gekeken, wendde zich nu om en vroeg zeer onverwacht: Waaruit bestaat de bevolking van Acawlawne? Dat zou ik niet zoo ineens kunnen zeg- gen, sir. We hebben er twee winkels en een postkantoor. Sir Basil Tressidon bezit hier alle landerijen in den omtrek. Ik had niet gehoord, dat er iemand verwacht werd op den Hall of in de pastorie, maar u zult toch zeker wel naar een van die twee hui zen gaan, of is u misschien gekomen voor zaken met Sir Basil? Ik ben in Acawlawne gekomen, om er een paar weken rust te nemen, lichtte hij toe. Er zal toch wel een hotelletje zijn? Zeker. En als u liever dfiir logeert, dan zeg ik niets meer; maar, mocht u soms over een pension denken, ik ben gewoon 's zo mers logé's te nemen en ik weet het hun best naar den zin te maken! Kom, Wilson, doe het portier als-je- blieft, open! Miss Tressidon en ik wilden 1 dit eind liever wandelen. Het was de stem van een jongmensHi, die vrij gebiedend klonk, uit het portierraampje daarnaast en die de rederijkheid van Mrs. Gay even tot stilstaan had gebracht Ze I boog zich voorover, óm in ademlooze be langstelling toe te luisteren, J Het is Mr. Christopher, zei ze, de neef van Sir Basil, die bij hem woont op de Court met zijn zuster, Miss Gwendolyn. Amy's nieuwsgierigheid was nu gaande (gemaakt. Ze stond weer op en keek uit het raampje, nog net bijtijds, om den conduc- iteur hoofdschuddend een eerste-klas-coupé j te zien ontsluiten. H< blijf er bij, Sir, dat u beter deedt, I met te wachten. Het is een lange wande, ling voor een dame, zoo over de heide. Dacht je, dat ik lust had, om te wach- !ten, tot er een andere locomotief aange snord kwam?Kom, Gwen, ik zal je wel helpen. Een flink, blozend jong meisje trad den coupé uit, maar had wel de hulp van haar broer noodig, zóó'n hoogc stap was het! Wat een alleraardigst paar! dacht Amy, Ze waren blond en hadden blauwe oogen, zóó tintelend van geestkracht en levenslust, dat zij zich onmiddellijk tot hen aangetrok- ken voelde. Wilson, de conducteur, keek naar hen en zei Die jonge dame dair gaat ook naar Acawlawne, Hun oogen ontmoetten elkaar, Christo pher Tressidon nam de pet af en zei zacht- Ijes tegen zijn zuster: I Toe, zeg eens iets, Gwen. J Eenigszins verlegen wendde Gwendolyn zich tot Amy. U is zeker Miss Burnham? Wij kennen uw zuster; zij heeft ons verteld, dat u kwam. Dit zal wel een langdurig opont houd worden; daarom hebben mijn broer en ik besloten, om te loopen; maar het is wel vier mijlen af. Amy maakte een gretig gebruik van deze uitngodiging en werd door Chris zeer hof felijk geholpen. Broer en1 zuster liepen ieder aan een kant van het jonge meisje, dat vroolijk pratende en lachende den tocht aanvaardde. 1 Soort zoekt soort, zuchtte Mrs. Gay. Jongelui sluiten gauw vriendschap. Of Sir Basil nu ook zoo toeschietelijk zal zijn!. Sir Basil is de landheer van Acawlawne, niet waar? vroeg Mr. Clark, beleefd be langstellend. De Tressidons van de Court, sir, heb ben al een vijf hondeid jaar hier op het Huis gewoond. De jongelui, die u zooeven zag, zijn de wcezen van den broer van Sir Basil. Hij heeft ze bij zich op de Court een tehuis geboden. En, als hij niet trouwt, en geen eigen kinderen nalaat, zal Mr. Christopher zijn erfgenaam wezen. Sir Ba sil is al over de veertig en hij heeft nooit 'naar eenige vrouw gekeken, totOf neen: van praten houd ik niet! j Mr. Clark zei niets, maar, gevleid als zij zich voelde door zijn groote belangstelling, ging Mrs. Gay voort: j Het wordt nu eerstdaags een jaar. dat de oude Mr. Burnham van den Watermolen gestorven is en het goed heeft nagelaten aan een( nicht, waarvan we hier geen van allen ooit gehoord hebben. Niet dat dit 'nu nóg veel zegt, want d? oude Mr. Burn- ham was altijd bijzonder in zichzelven ge- (keerd. Een gierigaard noemden ze hem en nog allerlei andere praatjes deden de ron- I de. Zoo moet hij bijna twintig jaar, steeds 'in dezelfde kamer gewoond hebben en met geen ander in huis, dan de oude gedienstige, Deborah Bliss, die, volgens beschrijving in Openb. Ministerie, mr. Zijlstra wees dit laatste af. De beoordeeling is wel degelijk aan het in inrecht der politic in functie. Dat is niet aan den Rechter. Hier was geen gehoor gegeven aan het politiebevel; daar om schuldig. Als eisch werd gesteld f 3. boete. Volgende zitting schriftelijk vonnis. UITSPRAKEN KANTONGERECHT. Arbeidswet: G. v. d. B. Soest f 25 of 10 dagen. Wielrijden zonder licht: W. S. Soest f 5 of 2 dagen. Vervolg. Het ging ook. Toch stel ik mij voor, dat wij ons aanmerkelijk gemakkelijker zouden hebben kunnen bewegen, den volgenden morgenzonder deze gastvrijheid. Maar het is niet beleefd, om daar achteraf schimp scheuten op te gaan maken. Na het ontbijt, samengesteld uit resten van het souper van den vorigen avond, maakten w ij ons gereed voor 't vervolgen van onzen tocht. Maar. n de algemeene feestvreugde hadden wij on ze Scania, ganschelijk vergeten, 's Nachts was 't apparaat in slaap geraakt met dc- kou de en ziet, daar stond hij nu te bibberen met een bevroren radiateur, die, na het ont dooien, lek bleek te zijn. En niet gering. Hier moest kennelijk eerst gerepareerd wor den. De gealarmeerde garagebaas riep een omvangrijke koperslager als expert erbij, die meende, dat hij 't geval vóór Zaterdag wel bekeken zou hebben. Het was N.B. Dinsdag! Zoodat wij den man afwisselend vriendelijk, vermanend, klagend en dreigend toespraken, hem overhaalden, al was het dan ook maar één keer van zijn leven, zich te haasten en tenslotte de belofte kregen, dat voor den avond de schade hersteld zou zijn. De medicienne-pianiste, die met vele an dere getrouwen van den huize, op het terrein van de ramp verschenen was, raadde ons aan, te gaan wandelen en den wagen na te laten brengen. Er was iets vóór te zeggen. De l'ppsala'- sche gastvrijheid was volledig, maar van ten soort, waaraan men wennen moest. Frissche lucht scheen aantrekkelijk, als re creatie. Wij raadpleegden onze kaarten, 30 K.M. scheen een mooi dagtraject en Aren- tuna werd als rendez-vous vastgesteld, waar de bereidwillige garagehouder den wagen na herstelling beloofde te zullen afleveren. Wij togen op weg; de vrouwelijke adspi- rant-AescuIaap, die nu een sportieve aanval had, wilde ons een eindweg vergezellen. Hoe het zij, haar sportieve aanvallen waren minder schadelijk voor de zenuwen, dan haar muzikale. Van den beginne onder hielden wij een vlot tempo, zoodat wij het stadstrammetje, dat steeds één lijn heeft, maar waarvan de wagens, afgedankt mate riaal uit de hoofdstad, niet te min groote borden dragen „Lijn I", glansrijk bijhielden en na tien minuten de breede landweg voor ons lag. Wij voelden ons in hooge mate sportief; Herr Söderstierna, die allerlei kampteer- materiaal medegenomen had, vermoedelijk het meest. Zijn sportiviteit ging evenwel niet zóó ver, om geen toespelingen te gaan ma ken, toen de groote rugzak hem na de eer ste vijf, zes kilometer blijkbaar te zwaar begon te worden. Herr Rosen, die zich te gen het medenemen van iedere vorm van bagage gekant had. hield zich aan beide ooren doof op dit punt. Zoodat ik mij wel op moest offeren, toen fröken Ragnhild, onze tochtgenoot, aanbood de last over te nemen, een wissel trekkende op Herr Sö- derstierna's ridderlijkheid. Een wissel, die- met een h< ogst schijnheilig: „Nu, als U het dan zoo uitdrukkelijk wilt," jammer lijk niet- geaccepteerd werd. Nu is een rugzak een wonderlijk ding. Aanvankelijk is het een linnen zak, met rie men; niets bijzonders. Na eenige tijd wordt het een hinderlijke uitwas op den rug en nog later verandert het in een middel- eeuwsch martelwerktuig. Toen het hatelij ke voorwerp in dat stadium geraakt was, begon ik er over na te denken, met welk doel dit offer feitelijk gebracht werd. - Herr Söderstierna, wat zit er feitelijk die vervloekte looden bochel, die u op mijn rug gehangen hebt? O ja," zeide hij, als schoot hem iets te binnen. „Er zit onder andere koffie in, een pan, een kookapparaat, en Wij lieten hem niet uitspreken, riepen in koor: -M?aar had dat dan eerder gezegd! Allen stonden stil. als ware er „Halt!" gecommandeerd. Dan eerst koffie zetten", ordonneerde Ragnhild. Mijn Jast werd mij afgenomen, waarna ik het geval had, alsof ik als een soort luchtballon vr:: door de ruimte zweefde. Het leven was in eens weer schoon. Het mocht mij zelfs niet imponeeren, dat Herr Sö- derstierna's voorzienigheid wél aan een kookapparaat, maar niet aan brandstof ge dacht had. Doe de ium er in, bij wijze van spi ritus," zei herr Rosén. Maar hij meende het vermoedelijk zelf niet en niemand der anderen nam deze absurditeit ten minste au sérieux. Ik zal wel een kachel bouwen," kon digde ik andermaal aan, in een soort ver antwoordelijkheidsgevoel, dat als de tech nicus van dit gezelschap op mij scheen te rusten. En ik bouwde een kaclu-], van aan gesleepte steenblokken. Terwijl mijn ver nuft op deze wijze vruchtbaar werkzaam was voor onze kleine gemeenschap, gingen de andere ijverig sprokkelen. Dat is te zeg gen, Herr Söderstierna maakte de meeste bewegingen en deed het drukst, terwijl hij van tijd tot tijd enthousiast uitriep: „Pracb tig hout, prachtig droog hout," maar Ragn hild deed het eigenlijke werk. Toen de stookinrichting klaar was, bracht ik de brandstof aan, op logische wijze. Was ik maar padvinder geweest vroeger, dan had ik nu geweten, waar het trekgat aangebracht had moeten worden en meer van deze nutti ge détails. Toen het spannende oogenblik aanbrak en ik een lucifer hield onder het voor het goede doel opgeofferde, nog on gelezen morgenblad, vreesde ik met groote vreeze. Maar bast du mir gesehen - één enkele lucifer was voldoende, om een lustig knappend vuurtje te voorschijn i< roepen Nu was lu-t een quae-stie van tien minuten, waarna de koffie heerlijk geurend in de alu- ininium-bekers dampte. Ik b gon bijna dankbare gevoelen^ voor den lieer Söder stierna te koesteren. Herr Rosén tuurde herhaalde lijk den weg af, als verwachtte hij, dal di Scania onder de hand wel zichtbaar zou worden aan den horizont. Maar daar kwam natuurlijk niets van uit. Fröken Ragnhild bleef ons verge zellen op den verderen tocht zij had 1»! ijk - baar nogal ruime opvattingen over „een •eindje". 't Was donker, toen wij tenslotte in Aien- tuna aankwamen. Nadat wij er niet in ge klaagd waren, een paard ie winnen in de lo terij van een soort boerenl fancv-fair of fa- ncv-boerenfair, waar wij op den langsweg een bliksembezoek aan brachten, zakten wij naar het hotel af, waar ons tot nieuw leven gewekte vervoermiddel aan ons afgeleverd zou worden. Wij wachtten één uur en wij wachtten er twee. „Stunde auf. Stunde nach, Stunde verrann", zou een passend citaat geweest zijn, als deze Zweedsche belevenissen in een wat hoogdravenden stijl geschreven wa ren/ Geen opwekkend claxongeloei kwam ons verheugen. Tenslotte toch, maar toen herr Rosén verheugd naar het raam snelde, bleek het niet van de vurig verbeide Scania te zijn. Dan maar weer wachten, j Herr Rosén ontplooide een ware arti citeit, om gecamoufleerd te geeuwen, stak 'om de vier minuten zijn onhebbelijk zwarte sigaar aan, die dan weer drie minuten dis ponibel had, om uit te gaan, en deed melig j Herr Söderstierna maakte fröken Ragnhild I het hof op een zwaarwichtige verouderde manier, die vermoedelijk tol de groote-hoe- den-en-corsetten-galanterie van omstreeks 1905 behoorde. Maar dat is van voor mijn tijd, tenminste van voor mijn tijd van eenige hofmakerij, dus zal ik mij maar geen verder oordeel aanmatigen. In ieder geval was hij rijkelijk vervelend, in welke hoedanigheid hij zich verder bekwaamde, door het verplaat sen van ongerijmde hoeveelheden van de suspecte portsoort, die bij de koffie besteld was uit ontstentenis van eenige likeur, uit de karaf naar zijn maag. Om hem te pla gen. flirtten Ragnhild en ik een beetje zon der overtuiging. Totdat de verlossing kwam.' al was het niet de gewenschte. Een telefoontje bracht de mededeeling, dat de perfide koperslager 1 geen woord gehouden had. En zooals het heet, dat een misdadiger weer rustig slapen kan na een periode van spannend vonnis wachten, wanneer zijn doodsoordeel hem eenmaal aangezegd is, zoo ook sloeg de t stemming om, toen wij zekerheid verkn gen hadden, dat alle hoop voor dien dag ijdel was. j (Wordt vervolgd). zijn testament, er blijven mag tot haar dood. Maar nu heeft die arme Deborah op den dag van de begrafenis een beroerte gehad, waardoor zij haast niet spreken kan en na genoeg hulpbehoevend is geworden. Ze deugt dus nergens meer voor en geeft al leen zelf nog werk. Maar mijn Anny heeft anders geen klagen: bovendien zal er wel gauw een verandering komen als Sir Basil met Miss Burn ham trouwt?, opperde Mr. Clark. Mrs. Gay keek verrast;. Wat is u vlug van begrip!Ja, zoo waar: als Sir Basil met Miss Burnham trouwt. Ik verzeker u, dat er dan groote veranderingen zullen volgen! HOOFDSTUK II. Als u zoo overal stilstaat, komen we nooit thuis! Maar het is hier zoo mooi! En ik had zoo graag een takje witte heide gevonden! protesteerde Amy. I Zij lag gekm ld naast een takje purperen heide, met een gezi'htje, stralende van ge not. I Een lekkere lucht, hè? zei Christopher en stak haar galant de hand toe, om haar 1 op te helpen. j Heerlijk! Die geur doet mij altijd den i ken aanJa, een héélen tijd geleden! I Een twintig jaar bij voorbeeld? lachte .Chris, die met zijn negentien jaar mis schien een wat al te beschermend air aan nam, althans zoo vond Amy; waarom zij 'dan ook zei: I Omdat ik klein van stuk ben, lijk ik misschien zoo jong, maar ik ben in Mei toch al zeventien geweest. Dus geen baby meer! plaagde hij. O, ik zou ook veel liever lang wezen, Ik bewonder altijd lange menschen; zooals uw zuster bij voorbeeld. Maar mij dan natuurlijk nog meer. niet waar? I Van een man verwacht je niet anders, dan dat hij lang is, antwoordde zij. I Gwendolyn bleef maar een eindje vooruit loopen, want ze vreesde, dat die twee an ders veel te zeer treuzelden. Intusschen hoorde zij toch wel, wat z.ij spraken. Zoo bij 'voorbeeld nu weer de vraag van Chris: 1 Ursula?U meent zeker Miss Burnham? i Juist. Ursula is mijn stiefzuster en de eenige bloedverwante, tdic ik nog heb, sinds moeder is gestorven. Haar stem trilde bij die droevige herinnering. „Ursula en moeder konden niet best overweg; vandaar dat ik haar maar heel weinig gezien heb, totZe hield even op, plukte een paar takjes brem en ging toen voort: „Moe der en ik hebben in het buitenland gewoond. Toen ik alleen overbleef, achtte Ursula het 't beste, dat ik op de kloosterschool zou blijven, tot ik zeventien was. Dat is nu vijf jaar geleden. Ursula woonde toen in Lon den en zij had het heel druk. Ik kon dus niet verwachten, dat zij haar werk zou op geven voor zoo n kind, als ik toen nog was. Haar werk? I ja> z',j deed aan philanthropie. Maman lachte wel eensAmy herinnerde zich. dat zij sprak met iemand, dien zij nog geen uur kende; dus ging ze voort: „De afspraak was, dat ik bij haar in Londen zou wonen, als ik van school kwam. Maar ik geloof, dat zij haar werk heeft opgegeven, want ze schreef, dat ze zich op den Water molen gevestigd heeft. Ze is hang, dat ik liet 'er vervelend zal vindfn. Is 't zoo saai in Acawlawne, Mr. Tressidon? 1 Wij vinden het er niet saai. Je woont er wel allemaal een heel eind uit elkaar. maar toch kan je het er best gezellig hebben, als uw zuster ook maar kon besluiten J Nu was hel zijn beurt, om zichzelven eenigszins verlegen in de rede te vallen. Maar Amy begreep hem heel best en vroeg: is Ursula niet populair? I Toeli kon ze dit best zijn. als ze maaf wilde! (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4