I r (JW ZAAK heeft reclame noodig Adverteert in „De Soester" Zweedsche Belevenissen Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag EET NU VISCH Levenskunst. Vraagt onze voordeelige bureau Tarieven VAN WEEDESTRAAT 7, TELEF. 2062, SOESTDIJK Twintigste Jaargang Woensdag 20 Juli 1932 4 UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK Bekendmakingen Oj Offi cieel Donderdag 21 Juli Opening Soester Vischvoorziening Koninginnelaan 2 - bij Nieuwer hoek Dit is een vaststaand feit, dat iedere zaak, hetzij men veel of weinig omzet, reclame noodig heeft. Zonder reclame wordt men spoedig door de concurrenten verdreven. Maar besteedt het geld hiervoor op de meest economische wijze en NO. 58 U cent cent f 1.25 ïsjes- tschi- ntof- cent 1.25 inis- 1.75 Ier-, 1.25 zijn naf 2.95 .15 .05 JG de 75 75 ia- 35 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS. EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU ADVERTENTIËNVAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. BIJ ABONNEM. KORTING ABONNEMENTSPRIJS f 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 380) DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Soest biengen hiermede ter openbare kennis, dat op heden zijn afgekondigd: I. De door den raad op 27 Mei 1932 vastgestelde en bij Koninklijk Besluit van 23 Junii 1932 No. 77 goedgekeurde verorde ning regelende het heffen van vergunnings recht voor den verkoop van sterken drank in het klein in de gemeente Soest; II. De door den raad op 27 Mei 1932 vastgestelde verordening op de invordering van het vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein in de gemeen te Soest; III. De door den raad op 27 Mei 1932 vastgestelde en bij Koninklijk Besluit van 23 Juni 1932 No. 77 goedgekeurde verorde ning regelende het heffen van verlofsrecht voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein in de gemeente Soest; IV.. De door den raad op 27 M.ei 1932 vastgestelde verordening op de invordering van het verlofsrecht voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein, in de gemeente Soest. Soest, 16 Juli 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd,, Da Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris. J Batenburg. 3e Afdeeling No. 2493. Burgemeester en Wethouders van Soest doen te weten, dat door den raad dier ge meente in zijne vergadering van 27 Mei 1932 is vastgesteld en bij Koninklijk Besluit van 23 Juni 1932 nummer 77 is goedge keurd, de volgende verordening: Verordening regelende het heffen van verlofsrecht voor den verkoop van zwakalcoholischen drank in het klein, in de gemeente Soest, Artikel 1. Het verlofsrecht voor den verkoop van zwakalcoholischen drank in het klein krach, tens eenj verlof A bedraagt jaarlijks een som van vijf en twintig guldens Artikel 2. 1. Htt jaar, waarvoor het verlofsrecht is verschuldigd, loopt van 1 Mei van het eene tot en met 30 April van het daarop volgende jaar. 2- Voor een tusschentijds verletend ver lof A zijn slechts zooveel vierde gedeelten van het verlofsrecht verschuldigd als er kwartalen in het verlofsjaar zijn, met dien verstande, dat een gedeelte van een kwar taal voor een geheel geldt. Het verlofsrecht is verschuldigd door den houder van het verlof. Artikel 3, De invordering van het verlofsrecht ge schiedt overeenkomstig de verordening op de invordering van heden. Artikel 4. Indien de houder van een verlof bij schrif telijke, door hem onderteekende, verklaring afstand doet van het verlof, worden van het betaalde verlofsrecht aan den houder van het verlof op zijn verzoek zooveel vierden eruggegeven, als het aantal kwartalen be draagt, waarin van het verlof geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke teruggaaf geschiedt aan de rechtverkrijgenden, indien de houder van het verlof overlijdt en het bedrijf niet inge. ge artikelen 46, vierde lid, in ver band met artikel 27, tweede lid, der drank- wet (staatsblad 1931 No 476) word, v00rt. gezet, indien de overschrijving van de akte van het verlof ten name van den overleven den echtgenoot of der kinderen van den overleden houder van het verlof na 30 April word geweigerd en deze vóór dien da! het *ej;lof,sr.fht heeft betaald, alsmede indien het besluit, waarbij bet verlof is ver- leend^ door de Kroon is vernietigd Artikel 5. Deze verordening wordt geacht in wer_ king te zijn getreden op 1 Mei 1932 En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 16den Juli 1932 Burg. en Weth. voornoemd De Burgemeester, G Deketh. De Secretaris, J. Batenburg 3e Afdeeling No. 2493. Burgemeester en Wethouders van Soest doen te weten, dat door den raad dier ge meente in zijne vergadering van 27 Mei 1932 is vastgesteld en bij Koninklijk Besluit van 23 Juni 1932 nummer 77 is goedge keurd, de volgende verordening: Verordening regelende het heffen van vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein, in de gemeente Soest. Artikel 1. 1. Het vergunningsrecht voor den ver koop van sterken drank in het klein, krach tens een volledige vergunning, een tapver- gunmng, een slijtvergunning of een, socië- teitsvergunning, bedraagt jaarlijks twaalf gulden en vijftig cents voor elke vijftig gul den huurwaarde of gedeelten daarvan, welke de localiteit, in verband met d'en omvang van het bedrijf, waarvoor de vergunning strekt, kan geacht worden te bezitten, met dien verstande, dat het recht niet lager dan veertig gulden zij. 2. Indien een vergunning wordt verleend voor een nieuw bedrijf, is voor de eerste maal een vergunningsrecht van honderd gulden verschuldigd. Artikel 2. Het vergunningsrecht voor een bijzondere vergunning, als bedoeld bij het eerste lid van artikel 75 der drankwet (staatsblad 1931, Na 476), bedraagt vijf en zeventig ten hon derd van het bedrag, in artikel 1 bedoeld. Artikel 3. Het recht wordt met vijftig ten honderd verminderd voor de localiteiten, die gedu rende het jaar, waarvoor het vergunnings recht verschuldigd is, voor het publiek ge sloten zijn tusschen Zaterdagavond zes uur en Maandagmorgen acht uur. De houder der vergunning legt vóór de betaling van het vergunningsrecht aan Burgemeester en Wethouders een mededeeling betreffende deze omstandigheden over. Artikel 4. 1. Het vergunningsrecht voor een hotel vergunning bedraagt jaarlijks vijf en twin tig gulden of zooveel minder als op den grondsla van het aantal der in het hotel voor logeergasten beschikbare kamers bij algemeenen maatregel van bestuur is be paald. 2. De houder van een zoodanige vergun ning doet voor de eerste maal vóór 1 Juni 1932 en vervolgens jaarlijks vóór 1 April aan Burgemeester en Wethouders van dit aantal schriftelijk mededeeling. Burgemees ter en Wethouders stellen den aanslag vast en brengen dezen onmiddellijk ter kennis van belanghebbende;. Artikel 5. 1. Het jaar, waarvoor het vergunnings recht is verschuldigd, loopt van 1 Mei van het eene tot en met 30 April van het daar opvolgende jaar. 2. Voor een tusschentijds verleende ver gunning zijn slechts zooveel vierde gedeel ten van het vergunningsrecht verschuldigd als er kwartalen in het vergunningsjaar over zijn, met dien, verstande, dat een gedeelte van een kwartaal voor een geheel geldt. 3. Het vergunningsrecht is verschuldigd door den houder der vergunning. Artikel 6. 1. De schatting van de huurwaarde der localiteiten, waarvoor g,en vergunning als in artikel 1 of artikel 2 bedoeld is ver leend, geschiedt jaarlijks door Burgeraees- En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 16den Juli 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. No. 2493. Burgemeester en Wethouders van Soest doen te weten, dat door den raad dier ge meente in zijne vergadering van 27 Mei 1932 is vastgesteld de volgende verordening, waarvan de heffingsverordening is goedge keurd bij Koninklijk Besluit van 23 Juni 1932 nummer 77. Verordening op de invordering van het vergunningsrecht voor den ver koop van sterken drank in het klein, in de gemeente Soest. Artikel 1. De invordering van het vergunningsrecht geschiedt door den Gemeente-Ontvanger. Artikel 2. De betaling van het recht geschiedt in één termijn, aan den Gemeente-ontvanger, te gen uitreiking van een kwitantie. De uit reiking van de kwitantie blijft achterwege indien de betaling geschiedt door middel van overschrijving op de postrekening van de Gemeente. Artikel 3. Van iedere betaling wordt door den Ge meente-ontvanger kennis gegeven aan Bur gemeester en Wethouders. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking op den dag, waarop de bijbehoorende héf- fingsverordening in werking zal treden, op welk tijdstip alle thans geldende bepa lingen, betrekkelijk de invordering van het vergunningsrecht vastgesteld, vervallen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den I6den Juli 1932. Burgemeester ert Wethouders voornoemd. De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. No. 2493. Burgemeester en Wethouders van Soest doen te weten, dat door den raad dier ge- Dagelijks VERSCHE VISCH tegen de laagste dagprijzen. Levende Paling in stroomend water. Hygiënische Vischbakkerij Prima kwaliteiten gerookte en ge stoomde visch, vischconserven, zuurwaren enz. enz. De eerste week geven wij aan iedere kooper een smakelijke verrassing. Alles bij ons gekocht kan aan huis bezorgd worden. Telefoon 2232 Aanbevelend, p. H. EUWE Het zachtste ding ter wereld zal het sterkste overwinnenZacht te blijven beteekent onoverwinnelijk te zijn. LAO-TSZE. Een gezegde van den Oosterschen wijs geer, als boven aangehaald, dat op hetzelfde neerkomt als het woord uit „Spreuken": Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen, is als een baken, op den weg die naar de ware levenskunst wijst: dat wil zeggen, de kunst om goed te leven, zóó, dat ons aanzijn voor anderen een zege kan zijn en daardoor onszelf de hooge voldoe ning te schenken van waarlijk geluk te sma ken. Het is de kunst, zóódanig te leven, dat we, zooals Longfellow het uitdrukt, voet stappen nalaten in het zand van den tijd. En het behoort zeker tot die waarachtige levenskunst, niet door het leven te gaan met een; gramstorig gelaat en steeds gereed tot veroordeelen van hen die falen, en zoo bar overtuigd van onze eigen voortreffe lijkheid, dat we ons voortdurend stooten aan vermeend of waarlijk onrecht en kwaad, doch liever met een „zacht antwoord de grimmigheid te keeren", zacht, dat wil zeg gen, zachtmoedig te blijven. En zoo on overwinnelijk te wordten. ter en Wethouders na ingewonnen schrif telijk advies van een door hen aan te stel len deskundige. 2. Burgemeester en Wethouders stellen, op grond van die schatting, den aanslag vast en brengen dezes onmiddellijk ter kennis van den belanghebbende. Artikel 7. De invordering van het vergunningsrecht geschiedt overeenkomstig de verordening °P de invordering van heden. Artikel 8. indien de houder van een vergunning bij schriftelijke, door hem onderteekende, ver garing afstand doet van de vergunning, worden van het betaalde vergunningsrecht aan den \ergunninghouder op zijn verzoek zooveel vierden teruggegeven, als het aan tal kwartalen bedraagt, waarin van de ver gunning geen gebruik wordt gemaakt. Ge- ■!..e teruggaaf geschiedt aan de rechtver krijgenden], indien de vergunninghouder overlijdt en het bedrijf niet ingevolge ar tikel 27, tweede lid, der drankwet (staats blad 1931, No. 476) wordt voortgezet; in dien de overschrijving van de akte der ver gunning ten name van den overlevenden echtgenoot of een der kinderen van den overleden vergunninghouder na 30 April wordt geweigerd en deze vóór dien dag het vergunningsrecht heeft betaald, alsme de indien het besluit, waarbij de vergun ning is verleend, door de Kroon is vernie tigd. Artikel 9. Deze verordening wordt geacht in wer king te zijn getreden op 1 Mei 1932, meente in zijne vergadering van 27 Mei 1932 is vastgesteld de volgende verordening, waarvan de heffingsverordening is goedge keurd bij Koninklijk Besluit van 23 Juni 1932 nummer 77. Verordening op de invordering van het verlofsrecht voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein, in de gemeente Soest. Artikel 1. De invordering van het verlofsrecht ge schiedt door dien Gemeente-ontvanger. Artikel 2. De betaling van het recht geschiedt in één termijn, aan den Gemeente-ontvanger, te gen uitreiking van e)en kwitantie. De uit reiking van de kwitantie blijft achterwege indien de betaling geschiedt door middel van overschrijving op de postrekening van de Gemeente. Artikel 3. Van iedere betaling wordt door den Ge meente-ontvanger kennis gegeven aan Bur gemeester en Wethouders. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking op den dag, waarop de bijbehoorende hef fingsverordening in werking zal treden. En is hiervan afkondiging" geschied, waar het behoort, den 16den Juli 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Een zoodanige gedachtelijke levenshou ding zal ons steeds vervuld vinden van een zachte, stralende vreugde en een zachtheid van oordeel, die wonden heelt, die geslagen werden door onverstand en gebrek aan lief de, Het is goed en heel belangrijk, vreugde te gevoelen en te koesteren, die stralende blijmoedigheid die, gelijk de dichter zegt, is als een zonnige dag: zij werpt een glans over alles, zij verzacht den arbeid en lenigt het onrustig gemoed. Zij is ook, zooals Vic- tor Hugo het uitdrukt, gelijk aan geld dat op juiste wijze in liefde wordt uitgegeven hoe meer we ervan geven, hoe grooter wor den onze bezittingen. Blijmoedigheid is de olie, die de stroeve wielen van het maat schappelijk leven gemakkelijker doet rol len. Zij geeft ons veerkracht en weerstands vermogen. Wat is een man zonder blijmoe digheid? viaagt Hfenry Ward Beecher. Een kar zonder veeren! Waarlijke blijmoedigheid, gegrondvest in een geloof aan de almacht van waarheid en liefde, aan de uiteindelijke overwinning van het kwade door het goede, niet alleen in theorie aanvaard, maar juist practisch geleefd en doorleefd in alle kleine gebeur lijkheden van het dagelijksch leven, deze houdt vanzelfsprekend in een voortdurende zachtheid van oordeel, die neerkomt op het wijze vermaanwoord van Lavater die zegt: Zeg nooit iets kwaads van iemand, tenzij ge het absoluut zeker weet; en vraag U dan af: Waarom zou ik het vertellen? Nietwaar? Waarom zouden we het vertellen, waarom het kwaad nog meer relief verleenen, het nog grooter plaats inruimen, het voor den bedrijver ervan nog moeilijker maken, op zijn schreden terug te keeren? Want stel U een|s voor, dat de bedrijver van dat kwaad, dat ge weet, intusschen reeds spijt van zijn daad heeft gekregen, dat hij reeds goedge maakt heeft, wat te herstellen viel en dat zijn schuld intusschen reeds is uitgewischt door het zweet van zijn diep-gevoeld be rouw dat een herhaling onmogelijk maakt, is het dan niet heel onrechtvaardig die blaam nog steeds op hem te blijven leggen? Stel Uzelf eens in zijn plaats, dat gijzelf een fout hadt begaan, en) hersteld, en de agonie van het brandend berouw hadt ge voeld, en men ging nog maar steeds door U te veroordeelen, onder het wreede motief van „v/ie eens steelt is altijd een dief". Hoe zoudt ge dat zelf vinden? Natuurlijk: ge behoeft niet te verwachten, dat men U alom zal eeren of waardeeren of zelfs maar gelooven zal in uw eerlijkheid of oprechtheid, wanneer ge steeds zoo blijk geeft van Uw zachtheid van oordeel en Uw blijmoedigheid. We hebben het woord van den grooten leermeester der menschheid, dat ons waarschuwt, dat de „wereld U zal hafen." Maar hij, die de ware levenskunst verstaat, zal ook dit niet achten, wetend dat hij jaagt naar het hoogste doel en den hoogsten prijs. De zaak is niet, zooals iemand het eens kernachtig opmerkte, of een leer mooi is, maar of zij waar is. Als we naar een plaato willen gaan, vragen we er niet naar, of de weg door een inooie streek leidt, maar alleen, of het de juiste weg is! De weg zal dus niet altijd even „inooi" zijn. Men zal misschien kwaad van U spre ken, U haten, miskennen, belasteren. Denk dan aan de woorden van Ibsen: Laat nooit iemand zien, dat iets door Uw vijanden gezegd, U geraakt heeft kortom, handel alsof ge erzelf niet van droomde, dat ge eenigerlei vijand had FLORIS C. Nadruk verboden. VERVOLG. De Stamning wordt niet geboren uit een uitwisseling van ideeën; zij is primitiever, maar onmiddellijker meer algemeen men- schelijk, waar zij ontstaat uit een harmonie van het voelen, niet van het denken. En zoo kon ViooNJanne's spel haar voor ons vrij maken uit de oude, weemoedige voetswijzen, dien avond van het feest in barak 3, voor ons, ruige boschkerels of onverschillig wie wij waren Via een gecompliceerd conglomeraat van glissando's, waarin tonen kwamen dansen als erwten, die van een trap rollen, ging Janne van zijn volkswijzen naar een schla ger over en Torsten, die kennelijk hierop gewacht had, greep snel zijn instrument en viel in. Het werd een merkwaardig samenspel. Janne behield de rol van eerste viool, ook in overdrachtelijken zin, maar het meeste van wat hij ten gehoore bracht, had hij .ivel eens ergens gehoord", zoodat hij rij kelijk gelegenheid kreeg, half vergeten ge deelten met nieuw-compositie's aan te vul len of de inspiratie van den componist, voor zoover daar nu sprake van mocht zijn, vol gen® eigen stijl te interpreteeren. Torsten stond steviger in het muzikale zadel, maar collegialiteit ging bij hem boven orthodoxie, zoodat ook hij zich allerlei capriolen ging veroorloven, zoo spoedig Janne zwevende raakte. Totdat zij elkander ergens weder inhaalden of ontmoeten, van welke heugelij ke gebeurtenis beiden door een jubelend f< rtissimo blijk gaven. Plotseling stopte Janne, d la tsigane en draaide een vroolijker krul in zijn gewel dige snor, triomfantelijk rondziend. Het auditorium was dankbaar, maar niet vol daan. Deze onvoldaanheid was evenwel niet op qualitatieve beoordeeling gebaseerd, maar strikt op een quantitatieve. Men wilde méér hooren. Men kreeg meer te hooren. veel meer zelfs. Totdat fru Dahlquist de musici ten slotte in haar bescherming nam en aankondigde, dat zij nu eerst eens moes ten uitrusten. Er klonken protesten, in den vorm van een discreetelijk gedempt gemompel, dat aan iedereen en aan niemand toegeschreven kon worden. Aan openlijk verzet waagde niemand zich. Daarvoor was fru Dahlquist een te dierbaar adres voor het herstellen van materiaal-hiaten in kleedingstukken, hetzij deze daarin aangebracht waren door de steeds tot knagen geneigde tanden de9 tijds, door „grof geweld" of wel door de er<lust van het insectV in de wandeling ge-

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 1