„PENSION DENNENHOF
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Banketbakkerij „Nieuwerhoek"
WONINGBUREAU P. MAN - SOESTDIJK
No. 65
Twintigste Jaargang
Zaterdag 13 Augustus 1932
UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. B. v. d. B0VENKAIP
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
Dit nummer bestaat
uit 2 bladen.
Bekendmakingen
Officieel
De wereld van vandaag
Timmerhuis van JAN IN 't HOUT
De Grondrente aan
den Staat
JAC. KOUWENHOVEN
0^\WA SSCfy
EERSTE SOESTER BEGRAFENIS ONDERNEMING
Begrafenissen - Transporten - Crematie's
BEZOEKT
33
HOTEL CAFE RESTAURANT
Prachtig terras, hetwelk 's avonds op schitte
rende wijze is verlicht.
Lommerrijke achtertuin met speeltuin.
Soesterbergschestraat 107
Vervolg
Verordening op den
Keuringsdienst van
Vee en Vleesch in
de Gemeente Soest
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT
TOT UITERLIJK DINSDAGS. EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU
ADVERTENTIËN: VAN 1-5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
het AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 380)
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Soest,
Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7
der Hinderwet;
Brengen ter algemeene kennis:
dat op de secretarie der gemeente ter vi-
•4e is gelegd een verzoek met bijlagen van
de N.V. Nederlandsche Petroleum Maat
schappij „Purfma", gevestigd te Rotterdam,
Westplein 2, om vergunning tot het oprich
ten van een benzinepomp-installatie be
staande uit een ondergrondsch reservoir
van 4U00 Liter inhoud, en een aftappomp,
op/in het perceel Amersfoortschestraat No.
70, kad.. gemeente Soest, sectie E. No. 1839;
dat op den 23sten Augustus 1932, des
voormiddags te elf uren gelegenheid is om
ten gemeentehuize bezwaren tegen het op
richten dier inrichting in te brengen;
en dat gedurende DRIE dagen vóór dien
dag op de secretarie der gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan worden
kennisgenomen.
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd, dat niet tot eventueel be
roep van de later op het verzoek te nemen
beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de
aangewezen plaats en het aangegeven uur
in de vorengenoemde ingevolge art 7
der Hinderwet te houden zitting zijn ver
schenen, ten einde hunne bezwaren monde
ling toe te lichten.
Soest, 9 Augustus 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
De groote internationale politiek is met
yacantie. Vele staatslieden van internationa-
e beteekenis zijn hier of daar aan een azu
ren kust of in de vergetelheid van een een
zaam buitenverblijf bezig zich voor te be
reiden op de ongetwijfeld belangrijke in
ternationale samensprekingen, welke met
enkele maanden plaats zullen vinden. Ande
re staatslieden gebruiken hun vacantie om
der? instructies te gaan halen of op an-
?JLW'lZe •m?t ?n regee"ng overleg te
P g n, teneinde zich van het noodige mate-
?mLk V00rzjen- De" pauze in het we
reldgebeuren!, deze gelegenheid om op adem
Lweb' V°°rdat de Sroote race iu Sep-
's zeer geschikt om eens
even na te gaan hoe de wereldsituatie in
groote lijnen op het oogenblik is. Meer spe
ciaal op het alles beheerschende punt van
de ontwapenings-conferentie. Deze confe
rentie raakte vanzelf sprekend de politieke
situatie van de heele wereld en was er te
gelijkertijd de nauwkeurige afspiegeling
van. Met t gevolg dus dat deze situatie
thans heel wat duidelijker is geworden en
daardoor beter en overzichtelijker, dan in
Februari het geval was. toen de conferentie
bijeenkwam. Terecht verklaarde de iornre
talentvolle publicist Erwin t). CanliL in'
The Christian Science Monitor als™ot-
indruk van zijn onafgebroken aanwezigheid
ter conferentie, dat deze bijeenkomst in de
eerste plaats een hoogst opmerkelijke toe-
neming van vertrouwen tusschen 3 <jer
grootste mogendheden, Engeland, Frankrijk
en Amerika heeft te zien gegeven en juist
hun wederzijdsch vertrouwen en begrijpen
vormt de eerste voorwaarde voor elke ont
wapening. Frankrijk ziet thans in, dat het
nuttelooze woord-verspilling is om over een
internationaal leger te praten met de Angel-
Saksische mogendheden en Frankrijk ziet
eveneens in, dat het Fransche militaire or
ganisme in de komende jaren ingekrompen
zal moeten worden.
Maar dit beteeken,t voor Frankrijk een
concessie. Welke natuurlijk gecompenseerd
moet worden, vooral daar deze gepaard zott
Kaan met een aanvaarding van de grond
slag van het Londensche vlootverdrag. En
dus eischt Frankrijk een verdere verminde
ring van de bewapening ter zee van de zijde
van Engeland en Amerika. President Hoo-
ver heeft in dit opzicht al een vermindering
aangeboden. Baldwin huldigde in vyarme be
woordingen het Hoover-voorstel, maar stel
de niettemin een andere wijze van vlootver-
mindering voor, welke tenslotte hier op neer
zou komen, dat men nieuwe snelle oorlogs
vloten zou gaan bouwen, met al de naijver
op technisch gebied, welke daarmee samen-
lngt> "-elfs al zouden de vloten' dan een
fe't !?ger tonna8e hebben. Niettemin het
ij Britsche regeering in naam het
oover-plan heeft aanvaard, vergezeld van
de bijna onbeperkte geestdriftige steun van
het Britsche publiek voor dat plan, maakt
het hoogst, waarschijnlijk, dat, wanneer de
Londensche vlootconferentie in het najaar
mformeel te Londen zal worden hervat, men
het eens zal worden over verdere vlootver-
minderingen in de onmiddellijke toekomst,
als compensatie voor de vermindering van
Frankrijk's bewapening te land en de op
lossing van het M-iddellandsche Zee-vraag
stuk.
Ook het Fransch-Duitsche probleem is
thans veel scherper omlijnd en duidelijker
geworden. Het zal van de ontwikkeling van
zaken in Duitschland in de naaste toekomst
afhangen, hoe de gelijkberechtigheid ten op
zichte van de bewapening, welke door
Duitschland geëischt wordt, moet worden
opgevat. Men geeft er zich rekenschap van,
dat1, wanneer de mogendheden hun eerste al
gemeene ontwapeningsverdrag teekenen,
zij, evenals Duitschland te Versailles, op
dat zelfde oogenblik bij het verdrag afstand
doen van hun recht om de bewapening er
op na te houden, de ze verkiezen. Ze ko
men dan in precies dezelfde wettelijke po
sitie als Duitschland. Stelt Duitschland zich
tevreden met een plechtige, openlijke erken
ning van dit feit, en staat het er niet op
zelf opnieuw te gaan bewapenen, dan ver
schaft het een 2e middel om het Fransche
leger omlaag te krijgen en daardoor zijn
■eigen veiligheid te versterken. Doet Duitsch-
I land dit niet, dan zullen aan beide zijden
van den Rijn de legers gaan toenemen en
zal Frankrijk voort blijven gaan politieke
veiligheids-garanties te eischen.
In de laatste dagen van de conferentie
won Duitschland de verdubbelde steun van
een oude geallieerde, en verloor die van een
andere. Fascistisch Italië met een heftigheid,
welke door de terugroeping van Grandi nog
werd verhoogd, nam wraak over zijn di
plomatieke isolatie te Lausanne en scheidde
zich openlijk van de mogendheden te Ge-
nève af, veroordeelde hun werk en ging
eer^ idieel bondgenootschap aan met de
Duitsche fascistische zaak. Vervolgens nam
Sovjet-Rusland als het ware wraak voor de
campagne te vuur en te zwaard, welke de
regeering van von Papen tegen de commu
nisten in Duitschland voert, door de Duit
sche eisch van gelijkheid in bewapening te
verwerpen en te verkladen, dat Rusland al
leen maar een gelijkheid in ontwapening
zou steunen. Veel is er door deze twee din
gen niet veranderd, aangezien ze elkaar
vrijwel opheffen in beteekenis.
Tenslotte kan men nog zeggen, dat Rus
land te sterk door de binnenlandsche moei
lijkheden, in beslag wordt genomen, om zich
in het verre Oosten met Japan in ernstige
mc eilijkheden te gaan begeven. Daardoor
wordt het Japansche probleem geïsoleerd
en het is moeilijk om aan te nemen, dat
Japan tenslotte niet zou zwichten voor den
druk der geheele wereld, als straks alle
andere mogendheden het reactionaire na
tionalisme inzake de bewapening zullen heb.
ben veroordeeld.
FLORIS C.
(Nadruk verboden).
S Timmerman en Aannemer
Bouwkundige
Baëedigd Makelaar Taxateur
I Onderhoud, Verbauw en Nieuwbouw
I Banningstraat 76 Tel. 14
SOESTERBERG
(SINGLE-TAX).
In Februari 1931 in dit blad schrijvende
over een voorgestelde „Aanlegbelasting"
voor Soest, bracht ik daarmee in verband
onze „Straatb lasting" en zoo stelde ik de
vraag of het billijk is deze laatste belas
ting te heffen ook van „braak liggende
bouwterreinen". Dit gaf den Heer M. H.
Koster alhier aanleiding onze aandacht te
vestigen op de „Single-tax" en op het boek
van den Amerikaan Henry George.
Ik heb toen o.a. geschreven, dat ik wel
licht later op die zaak zou terugkomen.
Intusschen ontving ik van den Heer K.
ttr lezing de Holl. vertaling van het werk
van H. G., getiteld: „Vooruitgang en Ar
moede," een werk geheel liggend op Staat
huishoudkundig terrein.
V at mij dadelijk moest opvallen, was dat
deze vierde druk dateerde van het jaar 1880.
Nieuw bleek dus de zaak wel allerminst
t u Cn Z0° zou vraa8 kunnen rijzen
ot het nog der moeite waard is deze oude
kost, die vermoedelijk niet zoo heel smake
lijk of zelfs onverteerbaar was bevonden,
hier weer voor den dag te brengen. Maar
gaandeweg bleek mij, dat anderen er voor
zorgden, dat de oude kost niet verzuurt.
O.a. uit een radio-rede van Ir. D. de Clerck
in 1929 gehouden over de exploitatie der
Zuiderzee-gronden en verder uit een „vlug
schriftje" van Jan. 1931, getiteld „Het groo
te bijgeloof", door J. Willems, geschreven
in opdracht van het „Nederl. Verbond tot
afschaffing van privaat eigendom,", welk
verbond treedt in de voetsporen van de
Engelsche „Commonwealth Landparty".
Het programma van dit Nederl. Verbond
bevat drie punten:
le. een decreet tot gelijkgerechtigheid
(voor allen) op den grond;
2e. inning der grondrente door en voor
de Gemeenschap;
3e. afschaffing van alle directe en indi
recte belastingen.
Inning der grondrente wordt dan de eeni-
ge belasting of wel de „Single tax".
Ook in dit blad is kort geleden deze zaak
ter sprake gebracht door „Socrates".
Om het bovenstaande programma te be
grijpen moeten wij in de eerste plaats goed
weten, wat hier onder „grondrente" ver
staan wordt en daartoe laten wij Henry
George aan het woord.
Hij zegt dat bij de productie drie partijen
in-het spel komen n.1. g^ond, arbeid en ka
pitaal en dat de belooning van arbeid en
kapitaal aan bepaalde wetten gebonden zijn,
die deze belooning beperken. Wat dan de
productie meer opbrengt, is de „grondren
te".
Die wet, welke de loonhoogte bepaalt, is
volgens H. G. deze, „dat het Toon zal wor
den bepaald door den opbrengst van de
minst-productieve gronden, die zonder
dat daarvoor grondrente behoeft te worden
betaald in gebruik zijn". De man, di<
■deze „minst-productieve", d.w.z. zeer arme
gronden bewerkt, kan zelfs als de geheele
opbrengst alleen hem ten goede komt
slechts een schamele belooning vinden en
nu zou het volgens H. G. als gevolg der
mededinging uitgesloten zijn, dat iemand
die op rijkere gronden werkt, een hooger
loon zou ontvangen.
Hij beziet verder een land, waar naast
landbouw ook industrie bestaat en betoogt
dan, dat de loonen in beide bedrijven op een
zelfde peil zullen komen, daar bij hoogere
industrie-loonen de landbouwers naar de
industrie zouden overgaan, wat daar de loo
nen omlaag zou drukken.
En eindelijik ook betoogt hij, dat in het
algemeen de loonen niet stijgen (eerder
zelfs het tegendeel) met de vergrooting van
het voortbrertgend vermogen en dus met
verbeterde technische of chemische hulp
middelen.
Het komt mij voor dat de hier vermelde
drie stellingen niet onaanvechtbaar zijn,
althans dat de praktijk der laatste tientallen
jaren ons dit anders toont. Is in deze pe
riode van technische verbeteringen het loon
niet voortdurend gestegen en verdient de
bouwvakarbeider niet véél meer dan de
landbouwersknecht? Ongetwijfeld zal de or
ganisatie der vakbonden, die H. G. in zijn
tijd nog niet in hun volle kracht gekend
heeft, hierop van grooten invoed geweest
zijn. Maar, hoe het zij, van een „neiging
der loonen naar het honierdoodspeil" (blz.
424 H. G.) is toch zeker geen sprake',
H. G., uitgaande van de hier weergege
ven stellingen,, zegt nu, dat wat voor ar-
beidsloonen geldt, ook in hoofdzaak voor
de kapitaalrente vah toepassing is en dat
dus ten slotte elke stijging van den eind-
prijs van het product alleen ten goede ko™*
aan het winstaandeel van de derde partij in
het proces, nl. aan den/grond; d.w.z. dus
aan den grondeigenaar!
Hierop voortbouwende, is het dan niet
moeilijk aan te toonen, dat alle rijkdom zich
dus verzamelt in de zakken van hen, die
den grond in eigendom hebben en als men
daarbij dan nog aanneemt, dat die grond
eigenaars zijn „mannen van fortuin, die de
algemeene voortbrenging onderhouden zon
der voortbrengenden arbeid van hunne zij
de" (woorden van H. G.!), dan is het wel
duidelijk, dat men het huidige stelsel als
zeer verwerpelijk moet beschouwen en dat
men zoekt naar een weg tot „inning der
grondrente doo.- en voor de gemeenschap".
(In verband met de eerste der drie hier
voor genoemde stellingen van H. G, wil ik
ook zij het terloops melding maken
van eea boek van dr. ir. W. Q. Knapp over
„Wereldontwrichting en Wereldherstel",
waarin ongeveer diezelfde stelling wordt
behandeld).
Ik kom nog even terug op de derde stel
ling van Hi. G. Volgens hem zal elke ver
betering in techniek (machines en bemes
ting) ten gevolge hebben, dat armere ter
reinen ontgonnen kunnen worden, waardoor
de grondrente van alle voordien bewerkte
terreinen stijgt, terwijl het loon daalt of
hoogstens gelijk blijft. Hij betoogt zelfs,
dat als de uitvindingen voortgingen', tot het
volmaakte is bereikt, de noodzakelijkheid
van arbeid geheel zou wegvallen. Machines
zouden alles kunnen doen, de armste ter
reinen zouden ontginbaar worden. Gevolg:
„het loon zou zijn niets, de grondrente zou
alles nemen en zij, die geen grondeigenaar
zijn, zouden van de genade der grondeige
naren afhangen-"
Maar nu vraag ik toch op mijn beurt:
„Wie maakt dan de machines?" Ik geef
toe, dat bij machinale bewerking voor de
bebouwing van een complex van bijv. 1000
H.A. grond minder arbeidskrachten noodig
zullen zijn. Maar die onnoodige landarbei
ders gaan m.i. over naar de machine-in
dustrie, enz. Zij maken dan de landbouw
machines, delven ijzererts en kolen, noodig
om die machines te maken en te drijven, zij
vervoeren al deze materialen. En nu wil ik
toegeven, dat al deze nieuwe industrie-ar
beiders minder in getal zullen zijn dan de
ontslagen landarbeiders, want anders ware
het ondenkbaar, dat de kosten van machina
le ontginning ten slotte lager zijn dan het
handwerk.
Maar de grootere grondrente als gevolg
der besparing op arbeidsloon, zal ook weer
in het verkeer komen. De grondeigenaar
koopt zich een luxe-auto, vergroot zijn huis,
enz. Hierbij vinden vermoedelijk de laatst
overgeblevenen der ontslagen landarbeiders
werk.
Trouwens, dat de loonen niet stijgen, bij
verbeteringen in de techniek is, sedert H. G.
zijn boek schreef, wel heel anders uitgeko
men. Hij schreef ook, dat hij niet veel ver
wachtte van verbetering der toestanden
door de vakverenigingen. Ook dit is dan
wel heel anders uitgekomen dan hij voor
spelde.
(Wordt vervolgd).
W. H. C. DOORMAN.
Wilt U iets fijns, ga dan naar „Nieuwerhoek". Steeds iets nieuws en alles uit de
BESTE grondstoffen vervaardigd. Specialiteit koekjes zijn Emmakoekjes en Soester-
moppen, 20 cent per ons.
Beleefd aanbevelend.
STEENHOFSTRAAT 5 TELEFOON 2045
Aan- en verkoop van Villa's, Landhuizen, bouwterreinen, onroe
rende goederen, etc. Gratis advies en inschrijving
Assurantiën en Hypotheken. Sluit verzekeringen op leven, brand,
inbraak, storm, glas, etc, etc. tegen billijke tarieven
Fa. M. HAKS en WED. D. HAKS. Opgericht 1899
TELEFOON 2146, 2037, 2002
D. HOOLWERF, Dir., Heuvelweg 18
Ie klas consumptie. Neite bediening. Lage tarieven
Artikel 16.
Met de keuring zijn belast de Directeur
van den Keuringsdienst voor vee en vleesch
en de hulp-keurmeester, bedoeld in artikel
25 van de Vleeschkeuringswet, de laatste
met inachtneming van hem te dezer zake
wettelijk verleende bevoegdheid.
Artikel 17.
Met de herkeuring worden belast twee
door Burgemeester en Wethouders te be
noemen deskundigen, zijnde twee keurings-
veeaitsen of twee Rijkskeurmeesters in al-
gemeenen dienst, waarvan één door den
belanghebbende wordt aangewezen.
Blijft de belanghebbende in gebreke bin
nen 12 ureni, nadat de herkeuring is aange
vraagd, een deskundige aan te wijzen, die
bereid is aan de herkeuring deel te nemen,
dan geschiedt de herkeuring door één des
kundige door Burgemeester en Wethouders
aan te wijzen.
De in het vorige lid bedoelde deskundigen
mogen aan de eerste keuring niet hebben
deelgenomen en mogen de veeartsenijkun-
dige praktijk niet uitoefenen.
Artikel 18.
Indien bij de herkeuring één van de beide
deskundigen' uitspraak doet overeenkomstig
de uitspraak bij de eerste keuring, dan
blijft deze gehandhaafd. Verschillen, met be
trekking tot de keuring van vleesch, de ge
voelens der twee deskundigen onderling en
tevens met de uitspraak bij de eerste keu
ring, dan wordt het vleesch voorwaardelijk
goedgekeurd, onder voorwaarde van steri
lisatie, voorzooveel hieromtrent niet anders
is bepaald door of krachtens de Vleesch
keuringswet.
Doet het geval zich voor, bedoeld in het
tweede lid van artikel 17, dan is de uitspraak
van dien éénen deskundige beslissend.
Artikel 19.
Bij de aanvraag om herkeuring wordt
door belanghebbende een door Burgemees
ter en Wethouders te bepalen som gestort,
welke na afloop van de herkeuring zoo
spoedig mogelijk wordt teruggegeven, ten
zij de aanvrager van de herkeuring in het
ongelijk wordt gesteld', in welk geval het
gestorte bedrag wordt teruggegeven, na
aftrek van de aan de herkeuring voor de ge
meente verbonden kosten.
Hij, die de herkeuring heeft aangevraagd,
wordt geacht in het ongelijk te zijn ge
steld, indien de eerste uitspraak wordt ge
handhaafd.
Valt de beslissing uit als bedoeld in den
tweeden zin van artikel 18, lid 1, dan dra
gen beide partijen in gelijke mate de kos
ten.
Artikel 20.
De afloop van de herkeuring wordt den
belanghebbenden zoo spoedig mogelijk
schriftelijk door den! Burgemeester of na
mens dezen, door den directeur van den
Keuringsdienst voor vee en vleesch mede
gedeeld.
De gemeente is in geenerlei opzicht aan
sprakelijk voor nadeelige veranderingen,
welke bij het vleesch mochten intreden in
den tijd, welke verloopt tusschen' de aan
vraag der herkeuring en de eindbeslissing.
Artikel 21.
De herkeuring wordt schriftelijk aange
vraagd bij den Burgemeester of bij den
Directeur van den! Keuringsdienst voor vee
en vleesch.
Artikel 22.
Hij, die slacht of doet slachten, en hij,
die vleesch of slachtdieren ter keuring aan
biedt, is verplicht aan de met de keuring
belaste ambtenaren ten behoeve van de keu
ring de noodige hulp te verleenen, of te
doen verleenen, zoo dit van hem verlangd
wordt, en toe te laten, dat door of vanwege
deze ambtenaren ten behoeve van de keu
ring vleeschorganen en vleeschdeeleni,
worden ingesneden, uitgesneden, medegeno
men of aan andere handelingen onderwor
pen.
Artikel 23.
Tenzij de ambtenaar, met de keuring be
last, vóór of tijdens de slachting anders be
paalt, moeten maag en darmen van hun in
houd worden ontdaan. Indien het dier ge
storven of in nood gedood is, mogen maag
en darmen niet worden ingesneden of van
den inhoud ontdaan, tenzij de in dit artikel
bedoelde ambtenaar dit noodig oordeelt.
Artikel 24.
Op verzoek van hem, die het slachtdier
of het vleesch ter keuring aanbiedt, geeft
de Directeur van den Keuringsdienst voor
vee en vleesch dezen een schriftelijk bewijs
van voorwaardelijke goedkeuring of van af
keuring, waarin vermeld worden de datum
en het uur der keuring en c.q. de reden tot
afkeuring.
Artikel 25.
Ingeval van voorwaardelijke goedkeuring
of afkeuring, wordt het vleesch slechts op
de plaatsen:, genoemd in artikel 50 van het
sedert gewijzigde Koninklijk Besluit van 5
Juni 1920, Staatsblad No. 285 voorzien van
de stempelmerken, in afwachting van het
verstrijken van den termijn, binnen welken
de herkeuring kan worden aangevraagd,
tenzij de eigenaar van he geslachte dier
vóór dien tijck verklaart met den uitslag van
de eerste keuring genoegen te nemen.