DE GRONDRENTE AAN DE GEMEENSCHAP. Binnenland Aan alle Varkenshouders in de Provincie Utrecht. SOESTER VISCHVOORZIENING De Vermageringskuur genbosch 11 cent Kerkrade 12)4 ~ent (in het mijngebied) Rheden 14 cent Roosendaal 11 cent Schiedam 12 cent Vlaardingen 12 cent. Onze gasprijs zal het „Vestigt U te Soest" niet tegenhouden. Dat de verhouding tusschen de andere brandstoffen en het gas ook niet in het na deel van het laatste is, blijkt practisch wel uit de voortdurende stijging van het gasver bruik per jaar en per inwoner In 1928 werden per inwoner in het ver zorgingsgebied (zonder Soesterberg dus) 39.7 M3 in 1929 45.89 M3 in 1930 52 M3 in 1931 57.43 M3 gebruikt. Uit de kapitaalsrekeningen van het bedrijf blijkt, dat de voortdurende uitbreidingen door aanleg van hoofdbuizennet, van dienst leidingen en aankoop van meters niet noe menswaardig meer kaptaalsopname eischen dan voor aflossingen benoodigd is, zoodat de lasten op het bedrijf drukkende, gunsti ger worden ten opzichte van de inkomsten door het regelmatig toenemende verbruik. Hoogachtend, de technisch Ambtenaar, W. Kerkhoff. Tevens willen wij den heer Doorman me- dedeelen, dat de aanleiding voor B. en W. om met hun voorstel tot verhoogde afschrij vingen bij den Gemeenteraad te komen, was de omstanigheid, dat de Gemeente behoefte had aan eene geldleening, en dat B. en W. na vele vergeefsche pogingen er eindelijk in geslaagd waren eene leening te sluiten, waarbij alleen het gasbedrijf en de wegen, als onderpand werden aanvaard. De rente voor deze leening vastgesteld, 5 3/4 was wel hoog, maar tegen een lagere rente was op dat tijdstip voor onze gemeente geen geld te verkrijgen, en, het was niet te voor zien, dat hierin, na betrekkelijk korten tijd, verandering zou komen. De gasprijs door de Gemeente aan Amersfoort te betalen, was op 23 Juni 1932 voor het jaar 1932 tot 1 Mei 1933 met een halve cent per M3 verhoogd, terwijl de gas prijs voor de gebruikers in Soest kort te voren nog was verlaagd. De geldleening werd aangegaan voor den tijd van 40 jaren, en is het voor een goed bedrijf zakelijk noodig, dat de afschrijvingen in 40 jaren afloopen. Om het bedrijf sterk te maken is het gunstig, dat de afschrijvin- geni op het Gasbedrijf liever wat te hoog, dan laag zijn waardoor tevens wordt voorkomen dat het nageslacht onredelijk zwaar wordt belast. Dit komt ons vooral gewenscht voor, om-' dat bij den Gemeenteraad de neiging be stond de helft van de door het Gasbedrijf over 1931 gemaakte winst ten voordeele van den gewonen dienst der Gemeente te bren gen., al is het dan niet zeker, dat dit door Ged. Staten zal worden goedgekeurd. Voor het jaar 1931 zijn de afschrijvings percentages weer teruggebracht op de oor spronkelijk vastgestelde, omdat het toch on logisch zou zijn, in een bedrijf, dat sinds 1927 bestaat, voor een enkel jaar de lagere percentages te handhaven. Het zal voor den aandachtigen lezer van de artikelen over bovenstaand onder werp niet ontgaan zijn, dat in het laatst/? artikel van den heer Doorman, eenige punten te vinden zijn, welke door mij reeds in de Soester van 31 Augustus behandeld zijn. In de eerste plaats de kwestie van het „recht". Duidelijk heb ik toen uiteengezet, met een aanhaling uit Henry George's Grond- kwestie, dat het natuurlijk gelijke recht van alle menschen op den grond, verre uitgaat boven het „juridisch recht", het welk zooals den heer D. terecht opmerkt zeer dikwijls in strijd is met de natuurlij ke rechten van den mensch. Wanneer wij dan ook spreken van onrechtmatig, dan hebben wij het oog op de verguizing van de natuurlijke rechten van den mensch. Zoo kan dus den grondeigendom wel „wet tig" zijn en toch onrechtmatig. Toen die arbeiders en pachters welke de heer Doorman onder geen beding scha deloos wil stellen voor in het verleden ondergaan onrecht, geboren werden, had den zij gelijk recht op het gebruik van den Nederlandschen bodem als diegenen, wel ke beweren „eigenaar" te zijn van Neder land. De heer D, die zegt te voelen voor de leuze der gerechtigheid zal dit niet ont kennen. Maar is het wel goed tot hem doorgedrongen, dat ondanks het feit, dat die pachters en arbeiders ten opzichte van den grond niet minder recht hadden (na tuurlijk recht!) dan de -klasse der grond eigenaars zij aan de laatsten jaar in jaar uit, pacht hebben moeten betalen, tenein de dien grond, waarop zij werken en wo nen moeten ter beschikking te krijgen? Al die jaren is dus van gelijk recht geen sprake geweest en de gevolgen voor indi vidu zoowel als voor de samenleving zijn niet uitgebleven. Laat ons, om dit goed te beseffen eens goed de beteekenis en de functie van aen factor „grond" in het productieproces na gaan. Wanneer wij spreken over grond in de economische beteekenis, dan hebben wij niet alleen de akkers van den land man op het oog maar tevens de stadsgron- den, de mijngronden en zelfs de rivieren, kortom het geheele stoffelijke universum dat ons ter beschikking staat om uit ile putten voor de instandhouding van ons leven. Alles moet uit den grond komen. Voed sel, kleeding, huisvesting en alle luxe die wij ons denken kunnen, zijn niet anders dan producten van menschelijke energie aangewend op Grond. De grond is de bron van allen rijkdom. Zonder grond kan geen mensch leven en hoe vreemd het voor sommige kantoormenschen *M>k moge klinken, blijft het waar, dat ook zij af hankelijk zijn van den toegang tot den grond, waar zij ale iedere boer op moeten wonen en waarvan zij moeten eten! Voor de stadsmenschen is den particu lieren grondeigendom dikwijls nog funes ter dan voor de plattelanders. Als men bedenkt, dat grondprijzen van f 1000 per vierkante meter in Amsterdam betaald worden, dat winkelhuur van f80 tot f300 per week daar heel gewoon is, dan be grijpt men hoe groot de last is welke op de schouders van ondernemers, huurders, winkeliers en arbeiders rust. Verreweg het grootste gedeelte van deze lasten zijn „grondrenten" welke in de zakken vloeien van individuen of naamlooze vennootschap pen, die naasl het productieproces staan (om de term parasitaire functie, welke wat rauw klinkt iets te omschrijven). Die grondwaarde is zoo hoog gewor den, doordat het groeien van de bevolking, de aanleg van straten, waterleiding, elec- tra en allerlei gemakken, waaraan de ei genaar van grond geen deel had, de mo gelijkheid om dien grond tot exploitatie te brengen enorm verhoogd heeft. Het groeien der gemeenschap gaf den grond zijn buitengewone waarde. Duidelijk ech ter is het, dat zoolang iemand kan zeg gen: „deze grond is mijn eigendoim", hij het in zijn macht heeft, den gebruiker, huurder of pachter, zooals men hem noe men wil, zooveel te laten betalen, dat de baten van de vergroote exploitatie - mo gelijkheid hem toevallen.. Voor den bewerker, den winkelier of den pachter, blijft in den regel niet meer over dan ternauwernood genoeg om het leven van hem en zijn gezin in stand te houden. Dit is het wat Henry George bedoel;t. wanneer hij zegt, dat het „loon" steeds naar het laagst mogelijk niveau zal gaan. Zoo spoedig er meer verdiend zou kunnen worden, komt de grondeigenaar en ver hoogt de pacht. Hij kan dit doen omdat zooals wij reeds gezien hebben de grond een voor het leven onmisbare factor is en alis gevolg daarvan de grondeigenaara- kL'asse als het ware beschikt over het le ven van de geheele gemeenschap. Vriendschap of bloedverwantschap of andere persoonlijke motieven kunnen na- uurlijk in de vaststelling van de pacht ^en roi spelen maar voor ons betoog kun- ïen wij dat buiten beschouwing laten. De bestaande toestand heeft geleid tob iet raadsel: hoe komt het, dat bij een deeds grooter wordende mogelijkheid om ijkdom te produceeren er naast een op- enhooping van rijkdom en weelde, in luizenden gezinnen armoede, \verkltoos- ïeicl en onzekerheid van bestaan heerscht? Wat is er gebeurd, dat zulke schrille egenstelüingen tot stand breng*? In den *-j,op der geschiedenis heeft zich eerst de splitsing voltrokken tusschen grondeige naars en onterfden. Hoe zich dit pro ces" door misbruikte vorsten- en graven- macht, door list en geweld heeft ontwik keld, valt buiten het kader van dit ar tikel. De primaire scheiding tusschen 'bezit ters en niet-bezitters van den grond Leidde tot het verdrijven van het volk van het platte land naar de steden, waar een op komend industriewezen in hen het materi aal vond voor den fabrieksarbeid. Ook al weer omdat zij moesten leven wer den de arbeiders verplicht zich onderling concurreerend aan te bieden en namen genoegen met 'n Loon, dat niet hun gepres- teerden arbeid vertegenwoordigde, doch juist voldoende was om te kunnen voort bestaan. Alle rijkdom door Arbeid voort gebracht wordt het eigendom van den eigenaar van den grond, of van den ex ploitant van den uitgedreven bezitsloozen arbeider. Voor die eerste groepen is er dan al spoedig te veel. Er wordt gespro ken over Overproductie. Zij hebben van aldes te veel. Te veel huizen, te véél ko ren, te veel koffie, te veel automobielén, om zoo nu en dan hooren wij, dat voorra den koren, tuinbouwproducten enz. gewoon op de mesthoop gegooid moeten Iworedn omdat er geen prijzen voor gemaakt kun nen worden. Terzelfder tijd echter wordt in Drenthe bij 33 pCt. van de jongere kinderen onder voeding geconstateerd. De arbeiders en pachters hebben van alles veei te kort, zoodat het wel duide lijk is, dat die overproductie maar schijn baar is en dat indien de rijkdom beter en gelijkmatiger verdeeld was, zulke onzin nige vernietigingen niet zouden plfiats vinden. Integendeel, zijn wij er van over tuigd, dat er van alles veel te weinig zou zijn en dat de industrie en de Landbouw handen vol zou hebben* indien de vraag, die nu zonder koopkracht uitmondt in el lende en degeneratie, eens één béroép kon doen op de productieve krachten van on ze maatschappij. Hier komen wij aan het punt, waar den heer Doorman ons van hoogdravendheid en herschenschimmen verdenkt. Als argu ment tegen ons betoog lijken deze termen ons niet van groot belp-ng, doch omdat het een belangrijk punt is, kan het voor de lezers misschien nuttig zijn daarover wat uit te wijden. Er wordt den laatsi'en tijd nog al wat geschreven over het eco nomische getij. Daarmede bedoelt men de periodes van hoog- en laagconjuctuur wel ke als vloed en eb elkander schijnen af te wisselen. In de periode van de hoog conjunctuur wordt met man en macht ge werkt, totdat op zeker oogenblik de pak huizen vol van alles zijn, voorraden van el'k product in ontzaglijke hoeveelheden ter beschikking staanvan de rijken der aarde. De arbeiders worden ontslagen,, werkloosheid doet zijn intrede, de fabrie ken worden stop 'gezet en veel land ligt braak. De bezittende klasse gaat teren op de aanwezigen rijkdom, of tracht die om te zetten tegen rentegevendé éigéndohi- men. De arbeiders echter moeten bjj rijk, gemeente of armenzorg gaan aanklop pen om steun; als gunst wordt hen, door de makers v. d. rijkdom, in sommigego- vallen een uitkeering verstrekt. Men be hoeft geen socialist te zijn om in te zien. dat hier een onrechtvaardigheid schuilt, welke dringend om herziening roept. In tegenstelling met de socialisten beweren de fGeorgisten, dat het heelemaal niet noodig is, staatsexploitatie te stellen in plaats van het paritculier initiatief. De staatseigendom van grond en pro ductiemiddelen en de leiding van produc tie en distributie en goederen vanuit een centraal punt, is 'zoo in strijd met de gees tesgesteldheid van den vrijheidslievenden mensch, zoo vreemd van elk reeël aan voelen van de verlangens der doorsnee- niensch dat het Socialisme voor ons een onmogelijkheid beteekent. Om nog niet te spreken van het in stinctmatig verzet tegen de onderdruk king der vrije meeningsuiting, \veljce in het land waar op het oogenblik met So cialisatie geexperimenteerd wordt, een smet werpt op wat een eerlijke poging had kunnen zijn. De Georgisten echter zien duidelijk, waar de schoen wringt. Het be staan van een groep niet-hebbers maakt dat de activiteit van een industrie beperks is. De een heeft te veel, groote aantallén hebben niets. In 1928 waren in Nederland 950 mil- lionairs en 5500 menschen met een jaar- ljijksch inkomen van meer dan 30.000 gulden. Maar aan den anderen kant waren er 730.000 aangtslagenen voor een inkomen van nog geen f 1400. De eersten zijn dt beleggers, de laatsten de verteerdérs. Wanneer een bepaalde industrie, wij namen een vorige maal de auto- en motor- brache, het betrekkelijk kleine veld dei rfijken heeft afgegraasd, dan richt zij haar blik tot de groote massa, welke ech ter geen koopkracht bezit en tevens dooi zware belastingen welke de staat aan miu- deien moeten heipen, in de onmogelijk heid verkeeren om bestaande behoefte tt kunnen bevredigen. Zij, aie teveel hebbén zien in de eb-periode van het economisch getij hun bezit vergaan, door ineenstorting van bedrijven, door in- of deflatie, terwij, dat zelfde bezit in handen der arbeiders en pachters een stimuleerende vraag zou hebben uitgeoefend op elke tak van be drijf. Het is de onrechtvaardige verdeel\.ng van den rijkdom, avelike de oorzaak is van crisis en 'malaise. Het is de .onsterfelijke verdienste var, Henry George geweest om dit wetenschap pelijk te fundeeren in zijn beroemde werk „Vooruitgang' en Armoede". Hij toont aai. „grond' de spil' is waar 't geheele maat schappelijk leven omdraait. Tevens bewijst hij, hoe het privaat grondeigendom de eerste en fundaanen- teele fout is, -die de distributie der rijk dommen op een verkeerd spoor zet en als zoodanig de oorzaak wordt van het periodiek derailleeren van het industrie- en handelswezen. En als dan de heer Door man meent, dat het verhuizen van eei; paar honderd miliiben gulden per jaai tnaar onze schatting tegen de duizeno millioen) van de rijke beleggers naar dt verteerders geen gevolgen zouden hébbén voor de industrie, dan kunnen wij zijn visie op het bedrijfsleven niet bewonde ren. Een volgende maal hopen wij uiteen te zetten hoe de eischen van het Ned. Verbond tot afschaffing van Privaat- Grondeigendom door hare eischen: le. Inning der grondrente door en voor de gemeenschap; 2e. afschaffing van alle belastingen, de juiste verdeeling van der, rijkdom zullen bewerkstelligen* Hoe de arbeider het volle loon van zijn arbeio zal krijgen hoe werkloosheid, zoowel onge wilde als die van de grondeigenaars, een einde zal nemen, en op welke wijze de juiste verhoudingen tusschen gemeenschap en individu geschapen kunnen worden. Te vens zullen wij dan wellicht gelegenheit hebben het onzinnige, onbillijke en on juiste van de moderne belastingstelsels onder de oogen te zien. Wat de heer Doorman zegt omtrent dt slechtheid van den mensch in verband met de belastingkwestie kan in sociaal-econo mische beschouwingen moeilijk als uit gangspunt worden genomen. De maatr schappelijke instellingen, welke wij be spreken, zijn niet zoozeer uitvloeisel van het mënschelfijk karakter als wel van het collectieve inzicht in de werking van die instituten. Terwijl nu 't karakter moeilijk of niet verandert, verruimt het inzicht en het veranderen van de samenleving is daarom een zaak die met vertrouwen op succes kan worden ter hand genomen. A'dam, 10 Sept. 1932. J. WILLEMS De Gewestelijke Varkenscentrale Utrecht, brengt het volgende onder de aandacht van de varkenshouders: le. In de maand September 1932 zal een inventarisatie van alle varkens plaats heb ben. De varkens moeten dan bovendien ge merkt worden. Na een nader te bepalen datum is het verboden ongemerkte varkens te houden, af te leveren of te vervoeren, zoodat het noodzakelijk is, dat iedere var kenshouders zijn varkens laat merken. 2e. Slechts varkens van varkenshouders, die zich aangemeld hebben als lid van de Gewestelijke Varkenscentrale „Utrecht" worden gemerkt. De varkenshouders kun nen aanvragen lid te worden door een for mulier te teekenen, dat de secretaris of een ander lid van de plaatselijke commissie hen zal voorleggen, tegelijk met het merken van de varkens." De ligging van de bedrijfsge bouwen bepaalt tot welk district men be hoort. 3e. Het bestuur der Gew. Varkenscentra le Utrecht heeft bepaald, dat de kosten van het merken der varkens bedragen 12 cent SMULLEN SMULLEN Evenals in andere plaatsen, ook hier WOENSDAG GOEDKOOPE VISCHDAG KONINGINNEL.AAN 2 TELEFOON 21G9 ZEGT HET VOORT!! per varken: dit moet vóór het merken aan den merker afgedragen worden. De reden, dat de kosten van het merken der varkens slechts 12 cent per varken zul len behoeven te bedragen is hierin gelegen, dat de uitvoering der crisis-varkenswet niet in handen komt van gesalarieerde ambtena ren, maar van de boeren zelf, waarvan al leen zij, die werkelijk onkosten hebben, deze vergoed zullen krijgen. 4e. De varkenshouders moeten aan de merkers alle gevraagde medewerking en hulp verleenen. De varkens moeten tegen het tijdstip dat de merker zijn komst heeft aangekondigd, opgesteld zijn. 5e. Hoogdrachtige zeugen en varkens, lijdende aan besmettelijke ziekten of ver toevende op erven waar besmettelijke ziek ten heerschen, zullen gemerkt worden, tege lijk met de biggen van de zeug, of wanneer de veestapel weer gezond verklaard is. 6e. Als de varkenshouder zulks verlangt is de merker verplicht zijn materiaal zoo goed mogelijk te ontsmetten; de desbetref fende varkenshouder moet echter voor ont smettingsmateriaal zorgen. 'e. Binnenkort wordt voor iederen var kenshouder bepaald hoeveel varkens hij mag mesten; hoeveel biggenmerken hem ma ximaal uitgereikt mogen worden, tegen na der te bepalen prijs. Meerdere biggen merken dan toegewezen zullen tegen f 5 per tuk verkrijgbaar zijn. 8e. Elke aankoop, elke verkoop, elke ge boorte van ongemerkte biggen moet opge geven worden aan den secretaris van de Plaatselijke Commissie of aan den biggen- merker. 9e. Huisslachting: Zij, die niet meer dan twee varkens per jaar houden en daarvan één willen slachten voor eigen gebruik, moeten dit bij de inventarisatie opgeven aan de Plaatselijke Commissie. 10e. Teder die een bedrijf als varkenshou der wil beginnen moet direct bij de Gewes telijke Centrale een aanvrage indienen, om als lid te mogen toetreden. 11e. Het bestuur der Gew. Varkenscen trale heeft de bevoegdheid tegen elke over treding boete op te leggen en zoo noodig van het lidmaatschap te schorsen, zoodat men als varkenshouder geheel uitgeschakeld kan worden. PLAATSELIJKE COMMISSIES EN MERKERS. Districten: Soest, Amersfoort. Voorzitter: J. Brouwer, Soest, Kerkpad NlZ.; Secretaris: Cors Lam, Soest, Birkt- "straat 63; Leden: W. Wantenaar, Soest, Birktstraat 7; Gijs Lam, Amersfoort, Birkt 9; Merker: W. v. Burgsteden, Soest, Zwar- teweg 5. HILVERSUM. BEVOLKING. Het aantal inwoners dezer gemeente be droeg op 1 Augustus 61.063, op 1 Septem ber 61.366. zoodat de bevolking is toegeno men met 303. BAARN. DE WERKLOOSHEID NOG GROOT. Bij de arbeidsbeurs alhier staan thans nog in totaal 263 werkloozen ingeschreven, w.oj. 49 timmerlieden, 26 schilders, 12 met- selaas, 12 opperlieden, 10 grondwerkers, 3 sjouwerlieden, 8 stucadoors, 54 losse arbei ders; 13 behangers enz. POSITIE DER SCHEPEN OP 8 SEPT. 1932. MAILSCHEPEN N.V. ROTTERDAM- SCHE LLOYD. m.s. Baloeran 7 September van Marseille thuisreis m.s. Dempo 8 September van Colombo uitreis m.s. ïndrapoera 7 September van Batavia thuisreis m.s. Sibajak 7 September van Rotterdam thuisreis iVRACHTSCHEPEN N.V. ROTTERDAM- SCHE LLOYD. m.s. Kota Agoeng 5 September van Port Said thuisreis m.s. Kota Baroe 8 Sept. pass. Guardafui thuisreis m.s. Kota Gede 3 September te R'dam m.s. Kota Inten 3 September te Belawan PJBL m.s. Kota Nopan 8 September v. Hamburg uitreis m.s. Kota Pinang 3 September te Batavia uitreis m.s Kota Radja 8 September v. Port Said uitreis m s. Bengalen 2 September te Vancouver PJBL s.s. Blitar 3 September van Port Said JNL m.s. Djambi 5 September te Bombay HAL s.s Garoet 7 September pass. Finisterre uitreis mJ.s. Kedoe 3 September te Colombia PJBL s.s. Kertosono 6 September pass. Pt. de Galle thuisreis s.s. Palembang 5 September pass. Pt. de Galle uitreis s s. Soekaboemi 4 September te Batavia uitreis. VARKENS-CRISISWET. /Zij vas te dik, zij was te dik; Zij kon het niet verdragen; Zij had „van alles" geprobeerd, Geen middel wilde slagen. Totdat zij van hem had gehoord: Professor" Galivasie. Die was een „Specialiteit" In de „Normalisatie". Van dames dik of dun of zwaar. Of beenig, sproetig, mager, I Pokdalig, O-beenig of X i 't Kwam altijd goed; -- een „schlager"! En immer was de „Prof." galant. En ook bijzonder „aardig"; Daarbij knap, middelbaar en vrij; I Dus aanbevelingswaardig! „Mevrouwtje", spvak hij, ,.'k zie 't al" „Valt zwaar Uw corpulentie"? „Neem plaats 'k maak U direct iets I klaar" „l'w zaak heeft mijn attentie". I Toen gaf hij haar: een doos capsules; De prijs zou billijk wezen: 'Eén honderd gulden; met drie maand j Was zij weer „slank"; genezen! I En Mevrouwtje slikte, slikte; I Vond het middel „wunderbahr"! I Was tien pond reeds „afgenomen" I Rond zes weken bij elkaar. i (Tot vriendin haar eens kwam vragen Naar dat kleine „wonder-ding" Om, aandachtig, eens te kijken, Onder 't lamp-licht er mee ging. Zag zij goed? Zag zij het leven? Plots een gil was haar ontglipt! Want dat aardig, rond capsuultje j Washet doosje uitgewipt! j En toen stonden dóar de dames, Beide, bleek en zéér ontdaan; God! wat had zij ingenomen? Mloest, misschien, zij sterven gaan? Toen moest eind'lijk manlief 't weten Vroeg haar: „wat dat had beduid"? Maakte 't ding voorzichtig open Daar kroop bah! een lintworm uitl En Mevrouw? zij weende bitter! Was er dagen lang van ziek; Zes had zij er „ingenomen"; Vloekte „Prof" en héél zijn „Kliek"! Toen Mevrouw door heusche Docter, Van die „beesten" was ontdaan, Is zij verder zonder morren Weer aan 't „dik worden" gegaan! AD REM. (Nadruk verboden). Bovenstaand onderwerp werd door den 2en Voorzitter,, den heer R. K. Zijlstra. van de gewestelijke Varkens-Cenrtale te Utrecht nader toegelicht in een druk bezochte ver gadering van varkenshouders in Soest en Soesterberg, op Maandagavond 12 Sept. 1932, des avonds om 7.30 uur in De Gou den Ploeg. De voorz. der plaatselijke com missie, den heer J. Brouwer, roept allen het welkom toe, in 't bijzonder wethouder Lo- deesen, en hoopt, dat hij ook in den Raad de belangen der boeren zal bevorderen. Daarop deelt spreker mede, dat veel vra gen tot de plaatselijke commissie zijn ge- J richt. Spreker hoopt dat uit deze vergade ring ook veel vragen naar voren zullen ko men, opdat men beter inzicht in de zaak krijgt. Daarop verkrijgt de heer Zijlstra, van Amersfoort, het woord, welke er op wijst dat wij nu denzelfden tijd beleven als bij 't begin van 1914 toen de oorlog uitbrak. De crisisvorm is bijna gelijk, alleen naar buiten verschilt den strijd. Wat was het ge val? Een groot deel van Europa leefde in een roes, er werd evenals in sommige be drijven, geen orde op de zaken gesteld, het bedrijf ging achteruit. Al bleef Nederland buiten het gevecht, economisch werd zij ge ducht gevoeld. Na 'n kunstmatige oplos sing zijn wij nu gekomen tot een algemeene .malaise. Door dat de grenzen zijn gesloten. komen wij v»el producten te kort, en velen j denken dezen tijd, als ik zelf maar geholpen 'ben; om een ander bekommer ik mij niet i De regeering heeft toen gemeend te moeten ingrijpen om de crisis geleidelijk te laten af loopen. Daarom greep zij eerst in bij de ak kerbouwers, vervolgens bij de tuinderij en eindelijk bij de veehouderij. Er is gekomen de tarwewet, waarvan de regeling zeer ge makkelijk werkt, eerst spande het wel, maar nu voldoet zij ook de handel sloot er zich bij aan. Toen kwam er een te veel aan boter, kaas en varkensvleesch. Wat was het geval? Men sprak er over dat de zui velindustrie achteruit ging, de marktprijs der boter was 38 39 cent per pond. De melkprijs, voor den boer f 0-02 per Liter en sedert de crisis-zuivelwet, is zij gekomen op f 1.15 zonder den toeslag. Nu is de melk prijs in 't geheele land hoven de 3 cent; het uitzicht bestaat dat dit 5 cent zal wordenh Een realiseeren is niet wel mogelijk, maar vielen zijn dankbaar voor de zuivelwet. Zoo is het ook gegaan met de varkens, zij kon- den geen 10 cent halen en men wilde naar de 15 cent. Maar aan dit vraagstuk zijn twee zijden, want nu betalen de burgers hetjood- je. De export kon niet leveren; voor 15 cent ging er geen een de grens over. Het eerste opzet is toen geweest de varkens te leve ren in overeenstemming met den wereld- prijs; want Denemarken en Nederl. kunnen gerust de concurrentie weerstaan. Nu moet het meerdere komen door het publiek of door het stabilisatiefonds. Nu heeft meestal een big een kort leven. Prijsregeling is er nooit geweest, het bedrag regelt zich naar veel of minder vraag. Nu er opeens een groote aanvoer is van vaTkens, vorige week zelfs 14 x zooveel als anders, wordt de verkoop met 1 October geregeld door de Centrale, en niet door de gemeente. Daar voor is een commissie benoemd. en het land in districten verdeeld,. Zoo is het hier Soest-

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 2