DE GRONDRENTE AAN
DE GEMEENSCHAP.
Binnenland
Aan alle Varkenshouders
in de Provincie Utrecht.
SOESTER VISCHVOORZIENING
De Vermageringskuur
genbosch 11 cent Kerkrade 12)4 ~ent
(in het mijngebied) Rheden 14 cent
Roosendaal 11 cent Schiedam 12 cent
Vlaardingen 12 cent.
Onze gasprijs zal het „Vestigt U te Soest"
niet tegenhouden.
Dat de verhouding tusschen de andere
brandstoffen en het gas ook niet in het na
deel van het laatste is, blijkt practisch wel
uit de voortdurende stijging van het gasver
bruik per jaar en per inwoner
In 1928 werden per inwoner in het ver
zorgingsgebied (zonder Soesterberg dus)
39.7 M3
in 1929 45.89 M3
in 1930 52 M3
in 1931 57.43 M3
gebruikt.
Uit de kapitaalsrekeningen van het bedrijf
blijkt, dat de voortdurende uitbreidingen
door aanleg van hoofdbuizennet, van dienst
leidingen en aankoop van meters niet noe
menswaardig meer kaptaalsopname eischen
dan voor aflossingen benoodigd is, zoodat
de lasten op het bedrijf drukkende, gunsti
ger worden ten opzichte van de inkomsten
door het regelmatig toenemende verbruik.
Hoogachtend,
de technisch Ambtenaar,
W. Kerkhoff.
Tevens willen wij den heer Doorman me-
dedeelen, dat de aanleiding voor B. en W.
om met hun voorstel tot verhoogde afschrij
vingen bij den Gemeenteraad te komen, was
de omstanigheid, dat de Gemeente behoefte
had aan eene geldleening, en dat B. en W.
na vele vergeefsche pogingen er eindelijk
in geslaagd waren eene leening te sluiten,
waarbij alleen het gasbedrijf en de wegen,
als onderpand werden aanvaard. De rente
voor deze leening vastgesteld, 5 3/4 was
wel hoog, maar tegen een lagere rente was
op dat tijdstip voor onze gemeente geen
geld te verkrijgen, en, het was niet te voor
zien, dat hierin, na betrekkelijk korten tijd,
verandering zou komen.
De gasprijs door de Gemeente aan
Amersfoort te betalen, was op 23 Juni 1932
voor het jaar 1932 tot 1 Mei 1933 met een
halve cent per M3 verhoogd, terwijl de gas
prijs voor de gebruikers in Soest kort te
voren nog was verlaagd.
De geldleening werd aangegaan voor den
tijd van 40 jaren, en is het voor een goed
bedrijf zakelijk noodig, dat de afschrijvingen
in 40 jaren afloopen. Om het bedrijf sterk
te maken is het gunstig, dat de afschrijvin-
geni op het Gasbedrijf liever wat te hoog,
dan laag zijn waardoor tevens wordt
voorkomen dat het nageslacht onredelijk
zwaar wordt belast.
Dit komt ons vooral gewenscht voor, om-'
dat bij den Gemeenteraad de neiging be
stond de helft van de door het Gasbedrijf
over 1931 gemaakte winst ten voordeele van
den gewonen dienst der Gemeente te bren
gen., al is het dan niet zeker, dat dit door
Ged. Staten zal worden goedgekeurd.
Voor het jaar 1931 zijn de afschrijvings
percentages weer teruggebracht op de oor
spronkelijk vastgestelde, omdat het toch on
logisch zou zijn, in een bedrijf, dat sinds
1927 bestaat, voor een enkel jaar de lagere
percentages te handhaven.
Het zal voor den aandachtigen lezer
van de artikelen over bovenstaand onder
werp niet ontgaan zijn, dat in het laatst/?
artikel van den heer Doorman, eenige
punten te vinden zijn, welke door mij
reeds in de Soester van 31 Augustus
behandeld zijn.
In de eerste plaats de kwestie van het
„recht".
Duidelijk heb ik toen uiteengezet, met
een aanhaling uit Henry George's Grond-
kwestie, dat het natuurlijk gelijke recht
van alle menschen op den grond, verre
uitgaat boven het „juridisch recht", het
welk zooals den heer D. terecht opmerkt
zeer dikwijls in strijd is met de natuurlij
ke rechten van den mensch. Wanneer wij
dan ook spreken van onrechtmatig, dan
hebben wij het oog op de verguizing van
de natuurlijke rechten van den mensch.
Zoo kan dus den grondeigendom wel „wet
tig" zijn en toch onrechtmatig.
Toen die arbeiders en pachters welke
de heer Doorman onder geen beding scha
deloos wil stellen voor in het verleden
ondergaan onrecht, geboren werden, had
den zij gelijk recht op het gebruik van den
Nederlandschen bodem als diegenen, wel
ke beweren „eigenaar" te zijn van Neder
land.
De heer D, die zegt te voelen voor de
leuze der gerechtigheid zal dit niet ont
kennen. Maar is het wel goed tot hem
doorgedrongen, dat ondanks het feit, dat
die pachters en arbeiders ten opzichte van
den grond niet minder recht hadden (na
tuurlijk recht!) dan de -klasse der grond
eigenaars zij aan de laatsten jaar in jaar
uit, pacht hebben moeten betalen, tenein
de dien grond, waarop zij werken en wo
nen moeten ter beschikking te krijgen?
Al die jaren is dus van gelijk recht geen
sprake geweest en de gevolgen voor indi
vidu zoowel als voor de samenleving zijn
niet uitgebleven.
Laat ons, om dit goed te beseffen eens
goed de beteekenis en de functie van aen
factor „grond" in het productieproces na
gaan. Wanneer wij spreken over grond in
de economische beteekenis, dan hebben
wij niet alleen de akkers van den land
man op het oog maar tevens de stadsgron-
den, de mijngronden en zelfs de rivieren,
kortom het geheele stoffelijke universum
dat ons ter beschikking staat om uit ile
putten voor de instandhouding van ons
leven.
Alles moet uit den grond komen. Voed
sel, kleeding, huisvesting en alle luxe die
wij ons denken kunnen, zijn niet anders
dan producten van menschelijke energie
aangewend op Grond. De grond is de bron
van allen rijkdom. Zonder grond kan geen
mensch leven en hoe vreemd het voor
sommige kantoormenschen *M>k moge
klinken, blijft het waar, dat ook zij af
hankelijk zijn van den toegang tot den
grond, waar zij ale iedere boer op
moeten wonen en waarvan zij moeten
eten!
Voor de stadsmenschen is den particu
lieren grondeigendom dikwijls nog funes
ter dan voor de plattelanders. Als men
bedenkt, dat grondprijzen van f 1000 per
vierkante meter in Amsterdam betaald
worden, dat winkelhuur van f80 tot f300
per week daar heel gewoon is, dan be
grijpt men hoe groot de last is welke op
de schouders van ondernemers, huurders,
winkeliers en arbeiders rust. Verreweg
het grootste gedeelte van deze lasten zijn
„grondrenten" welke in de zakken vloeien
van individuen of naamlooze vennootschap
pen, die naasl het productieproces staan
(om de term parasitaire functie, welke wat
rauw klinkt iets te omschrijven).
Die grondwaarde is zoo hoog gewor
den, doordat het groeien van de bevolking,
de aanleg van straten, waterleiding, elec-
tra en allerlei gemakken, waaraan de ei
genaar van grond geen deel had, de mo
gelijkheid om dien grond tot exploitatie
te brengen enorm verhoogd heeft. Het
groeien der gemeenschap gaf den grond
zijn buitengewone waarde. Duidelijk ech
ter is het, dat zoolang iemand kan zeg
gen: „deze grond is mijn eigendoim", hij
het in zijn macht heeft, den gebruiker,
huurder of pachter, zooals men hem noe
men wil, zooveel te laten betalen, dat de
baten van de vergroote exploitatie - mo
gelijkheid hem toevallen..
Voor den bewerker, den winkelier of
den pachter, blijft in den regel niet meer
over dan ternauwernood genoeg om het
leven van hem en zijn gezin in stand
te houden.
Dit is het wat Henry George bedoel;t.
wanneer hij zegt, dat het „loon" steeds
naar het laagst mogelijk niveau zal gaan.
Zoo spoedig er meer verdiend zou kunnen
worden, komt de grondeigenaar en ver
hoogt de pacht. Hij kan dit doen omdat
zooals wij reeds gezien hebben de grond
een voor het leven onmisbare factor is en
alis gevolg daarvan de grondeigenaara-
kL'asse als het ware beschikt over het le
ven van de geheele gemeenschap.
Vriendschap of bloedverwantschap of
andere persoonlijke motieven kunnen na-
uurlijk in de vaststelling van de pacht
^en roi spelen maar voor ons betoog kun-
ïen wij dat buiten beschouwing laten.
De bestaande toestand heeft geleid tob
iet raadsel: hoe komt het, dat bij een
deeds grooter wordende mogelijkheid om
ijkdom te produceeren er naast een op-
enhooping van rijkdom en weelde, in
luizenden gezinnen armoede, \verkltoos-
ïeicl en onzekerheid van bestaan heerscht?
Wat is er gebeurd, dat zulke schrille
egenstelüingen tot stand breng*? In den
*-j,op der geschiedenis heeft zich eerst de
splitsing voltrokken tusschen grondeige
naars en onterfden. Hoe zich dit pro
ces" door misbruikte vorsten- en graven-
macht, door list en geweld heeft ontwik
keld, valt buiten het kader van dit ar
tikel.
De primaire scheiding tusschen 'bezit
ters en niet-bezitters van den grond Leidde
tot het verdrijven van het volk van het
platte land naar de steden, waar een op
komend industriewezen in hen het materi
aal vond voor den fabrieksarbeid. Ook al
weer omdat zij moesten leven wer
den de arbeiders verplicht zich onderling
concurreerend aan te bieden en namen
genoegen met 'n Loon, dat niet hun gepres-
teerden arbeid vertegenwoordigde, doch
juist voldoende was om te kunnen voort
bestaan. Alle rijkdom door Arbeid voort
gebracht wordt het eigendom van den
eigenaar van den grond, of van den ex
ploitant van den uitgedreven bezitsloozen
arbeider. Voor die eerste groepen is er
dan al spoedig te veel. Er wordt gespro
ken over Overproductie. Zij hebben van
aldes te veel. Te veel huizen, te véél ko
ren, te veel koffie, te veel automobielén,
om zoo nu en dan hooren wij, dat voorra
den koren, tuinbouwproducten enz. gewoon
op de mesthoop gegooid moeten Iworedn
omdat er geen prijzen voor gemaakt kun
nen worden.
Terzelfder tijd echter wordt in Drenthe
bij 33 pCt. van de jongere kinderen onder
voeding geconstateerd.
De arbeiders en pachters hebben van
alles veei te kort, zoodat het wel duide
lijk is, dat die overproductie maar schijn
baar is en dat indien de rijkdom beter en
gelijkmatiger verdeeld was, zulke onzin
nige vernietigingen niet zouden plfiats
vinden. Integendeel, zijn wij er van over
tuigd, dat er van alles veel te weinig zou
zijn en dat de industrie en de Landbouw
handen vol zou hebben* indien de vraag,
die nu zonder koopkracht uitmondt in el
lende en degeneratie, eens één béroép kon
doen op de productieve krachten van on
ze maatschappij.
Hier komen wij aan het punt, waar den
heer Doorman ons van hoogdravendheid
en herschenschimmen verdenkt. Als argu
ment tegen ons betoog lijken deze termen
ons niet van groot belp-ng, doch omdat
het een belangrijk punt is, kan het voor
de lezers misschien nuttig zijn daarover
wat uit te wijden. Er wordt den laatsi'en
tijd nog al wat geschreven over het eco
nomische getij. Daarmede bedoelt men de
periodes van hoog- en laagconjuctuur wel
ke als vloed en eb elkander schijnen af
te wisselen. In de periode van de hoog
conjunctuur wordt met man en macht ge
werkt, totdat op zeker oogenblik de pak
huizen vol van alles zijn, voorraden van
el'k product in ontzaglijke hoeveelheden
ter beschikking staanvan de rijken der
aarde. De arbeiders worden ontslagen,,
werkloosheid doet zijn intrede, de fabrie
ken worden stop 'gezet en veel land ligt
braak. De bezittende klasse gaat teren op
de aanwezigen rijkdom, of tracht die om
te zetten tegen rentegevendé éigéndohi-
men. De arbeiders echter moeten bjj
rijk, gemeente of armenzorg gaan aanklop
pen om steun; als gunst wordt hen, door
de makers v. d. rijkdom, in sommigego-
vallen een uitkeering verstrekt. Men be
hoeft geen socialist te zijn om in te zien.
dat hier een onrechtvaardigheid schuilt,
welke dringend om herziening roept. In
tegenstelling met de socialisten beweren
de fGeorgisten, dat het heelemaal niet
noodig is, staatsexploitatie te stellen in
plaats van het paritculier initiatief.
De staatseigendom van grond en pro
ductiemiddelen en de leiding van produc
tie en distributie en goederen vanuit een
centraal punt, is 'zoo in strijd met de gees
tesgesteldheid van den vrijheidslievenden
mensch, zoo vreemd van elk reeël aan
voelen van de verlangens der doorsnee-
niensch dat het Socialisme voor ons een
onmogelijkheid beteekent.
Om nog niet te spreken van het in
stinctmatig verzet tegen de onderdruk
king der vrije meeningsuiting, \veljce in
het land waar op het oogenblik met So
cialisatie geexperimenteerd wordt, een
smet werpt op wat een eerlijke poging
had kunnen zijn. De Georgisten echter zien
duidelijk, waar de schoen wringt. Het be
staan van een groep niet-hebbers maakt
dat de activiteit van een industrie beperks
is. De een heeft te veel, groote aantallén
hebben niets.
In 1928 waren in Nederland 950 mil-
lionairs en 5500 menschen met een jaar-
ljijksch inkomen van meer dan 30.000
gulden.
Maar aan den anderen kant waren er
730.000 aangtslagenen voor een inkomen
van nog geen f 1400. De eersten zijn dt
beleggers, de laatsten de verteerdérs.
Wanneer een bepaalde industrie, wij
namen een vorige maal de auto- en motor-
brache, het betrekkelijk kleine veld dei
rfijken heeft afgegraasd, dan richt zij
haar blik tot de groote massa, welke ech
ter geen koopkracht bezit en tevens dooi
zware belastingen welke de staat aan miu-
deien moeten heipen, in de onmogelijk
heid verkeeren om bestaande behoefte tt
kunnen bevredigen. Zij, aie teveel hebbén
zien in de eb-periode van het economisch
getij hun bezit vergaan, door ineenstorting
van bedrijven, door in- of deflatie, terwij,
dat zelfde bezit in handen der arbeiders
en pachters een stimuleerende vraag zou
hebben uitgeoefend op elke tak van be
drijf. Het is de onrechtvaardige verdeel\.ng
van den rijkdom, avelike de oorzaak is
van crisis en 'malaise.
Het is de .onsterfelijke verdienste var,
Henry George geweest om dit wetenschap
pelijk te fundeeren in zijn beroemde werk
„Vooruitgang' en Armoede". Hij toont aai.
„grond' de spil' is waar 't geheele maat
schappelijk leven omdraait.
Tevens bewijst hij, hoe het privaat
grondeigendom de eerste en fundaanen-
teele fout is, -die de distributie der rijk
dommen op een verkeerd spoor zet en
als zoodanig de oorzaak wordt van het
periodiek derailleeren van het industrie-
en handelswezen. En als dan de heer Door
man meent, dat het verhuizen van eei;
paar honderd miliiben gulden per jaai
tnaar onze schatting tegen de duizeno
millioen) van de rijke beleggers naar dt
verteerders geen gevolgen zouden hébbén
voor de industrie, dan kunnen wij zijn
visie op het bedrijfsleven niet bewonde
ren. Een volgende maal hopen wij uiteen
te zetten hoe de eischen van het Ned.
Verbond tot afschaffing van Privaat-
Grondeigendom door hare eischen:
le. Inning der grondrente door en voor
de gemeenschap; 2e. afschaffing van alle
belastingen, de juiste verdeeling van der,
rijkdom zullen bewerkstelligen* Hoe de
arbeider het volle loon van zijn arbeio
zal krijgen hoe werkloosheid, zoowel onge
wilde als die van de grondeigenaars, een
einde zal nemen, en op welke wijze de
juiste verhoudingen tusschen gemeenschap
en individu geschapen kunnen worden. Te
vens zullen wij dan wellicht gelegenheit
hebben het onzinnige, onbillijke en on
juiste van de moderne belastingstelsels
onder de oogen te zien.
Wat de heer Doorman zegt omtrent dt
slechtheid van den mensch in verband met
de belastingkwestie kan in sociaal-econo
mische beschouwingen moeilijk als uit
gangspunt worden genomen. De maatr
schappelijke instellingen, welke wij be
spreken, zijn niet zoozeer uitvloeisel van
het mënschelfijk karakter als wel van het
collectieve inzicht in de werking van die
instituten. Terwijl nu 't karakter moeilijk
of niet verandert, verruimt het inzicht
en het veranderen van de samenleving is
daarom een zaak die met vertrouwen op
succes kan worden ter hand genomen.
A'dam, 10 Sept. 1932.
J. WILLEMS
De Gewestelijke Varkenscentrale Utrecht,
brengt het volgende onder de aandacht van
de varkenshouders:
le. In de maand September 1932 zal een
inventarisatie van alle varkens plaats heb
ben. De varkens moeten dan bovendien ge
merkt worden. Na een nader te bepalen
datum is het verboden ongemerkte varkens
te houden, af te leveren of te vervoeren,
zoodat het noodzakelijk is, dat iedere var
kenshouders zijn varkens laat merken.
2e. Slechts varkens van varkenshouders,
die zich aangemeld hebben als lid van de
Gewestelijke Varkenscentrale „Utrecht"
worden gemerkt. De varkenshouders kun
nen aanvragen lid te worden door een for
mulier te teekenen, dat de secretaris of een
ander lid van de plaatselijke commissie hen
zal voorleggen, tegelijk met het merken van
de varkens." De ligging van de bedrijfsge
bouwen bepaalt tot welk district men be
hoort.
3e. Het bestuur der Gew. Varkenscentra
le Utrecht heeft bepaald, dat de kosten van
het merken der varkens bedragen 12 cent
SMULLEN
SMULLEN
Evenals in andere plaatsen, ook hier
WOENSDAG GOEDKOOPE VISCHDAG
KONINGINNEL.AAN 2 TELEFOON 21G9
ZEGT HET VOORT!!
per varken: dit moet vóór het merken aan
den merker afgedragen worden.
De reden, dat de kosten van het merken
der varkens slechts 12 cent per varken zul
len behoeven te bedragen is hierin gelegen,
dat de uitvoering der crisis-varkenswet niet
in handen komt van gesalarieerde ambtena
ren, maar van de boeren zelf, waarvan al
leen zij, die werkelijk onkosten hebben, deze
vergoed zullen krijgen.
4e. De varkenshouders moeten aan de
merkers alle gevraagde medewerking en
hulp verleenen. De varkens moeten tegen
het tijdstip dat de merker zijn komst heeft
aangekondigd, opgesteld zijn.
5e. Hoogdrachtige zeugen en varkens,
lijdende aan besmettelijke ziekten of ver
toevende op erven waar besmettelijke ziek
ten heerschen, zullen gemerkt worden, tege
lijk met de biggen van de zeug, of wanneer
de veestapel weer gezond verklaard is.
6e. Als de varkenshouder zulks verlangt
is de merker verplicht zijn materiaal zoo
goed mogelijk te ontsmetten; de desbetref
fende varkenshouder moet echter voor ont
smettingsmateriaal zorgen.
'e. Binnenkort wordt voor iederen var
kenshouder bepaald hoeveel varkens hij mag
mesten; hoeveel biggenmerken hem ma
ximaal uitgereikt mogen worden, tegen na
der te bepalen prijs. Meerdere biggen
merken dan toegewezen zullen tegen f 5 per
tuk verkrijgbaar zijn.
8e. Elke aankoop, elke verkoop, elke ge
boorte van ongemerkte biggen moet opge
geven worden aan den secretaris van de
Plaatselijke Commissie of aan den biggen-
merker.
9e. Huisslachting: Zij, die niet meer dan
twee varkens per jaar houden en daarvan
één willen slachten voor eigen gebruik,
moeten dit bij de inventarisatie opgeven aan
de Plaatselijke Commissie.
10e. Teder die een bedrijf als varkenshou
der wil beginnen moet direct bij de Gewes
telijke Centrale een aanvrage indienen, om
als lid te mogen toetreden.
11e. Het bestuur der Gew. Varkenscen
trale heeft de bevoegdheid tegen elke over
treding boete op te leggen en zoo noodig
van het lidmaatschap te schorsen, zoodat
men als varkenshouder geheel uitgeschakeld
kan worden.
PLAATSELIJKE COMMISSIES EN
MERKERS.
Districten: Soest, Amersfoort.
Voorzitter: J. Brouwer, Soest, Kerkpad
NlZ.; Secretaris: Cors Lam, Soest, Birkt-
"straat 63; Leden: W. Wantenaar, Soest,
Birktstraat 7; Gijs Lam, Amersfoort, Birkt
9; Merker: W. v. Burgsteden, Soest, Zwar-
teweg 5.
HILVERSUM.
BEVOLKING.
Het aantal inwoners dezer gemeente be
droeg op 1 Augustus 61.063, op 1 Septem
ber 61.366. zoodat de bevolking is toegeno
men met 303.
BAARN.
DE WERKLOOSHEID NOG GROOT.
Bij de arbeidsbeurs alhier staan thans
nog in totaal 263 werkloozen ingeschreven,
w.oj. 49 timmerlieden, 26 schilders, 12 met-
selaas, 12 opperlieden, 10 grondwerkers, 3
sjouwerlieden, 8 stucadoors, 54 losse arbei
ders; 13 behangers enz.
POSITIE DER SCHEPEN OP 8 SEPT.
1932.
MAILSCHEPEN N.V. ROTTERDAM-
SCHE LLOYD.
m.s. Baloeran 7 September van Marseille
thuisreis
m.s. Dempo 8 September van Colombo
uitreis
m.s. ïndrapoera 7 September van Batavia
thuisreis
m.s. Sibajak 7 September van Rotterdam
thuisreis
iVRACHTSCHEPEN N.V. ROTTERDAM-
SCHE LLOYD.
m.s. Kota Agoeng 5 September van Port
Said thuisreis
m.s. Kota Baroe 8 Sept. pass. Guardafui
thuisreis
m.s. Kota Gede 3 September te R'dam
m.s. Kota Inten 3 September te Belawan
PJBL
m.s. Kota Nopan 8 September v. Hamburg
uitreis
m.s. Kota Pinang 3 September te Batavia
uitreis
m.s Kota Radja 8 September v. Port Said
uitreis
m s. Bengalen 2 September te Vancouver
PJBL
s.s. Blitar 3 September van Port Said
JNL
m.s. Djambi 5 September te Bombay HAL
s.s Garoet 7 September pass. Finisterre
uitreis
mJ.s. Kedoe 3 September te Colombia
PJBL
s.s. Kertosono 6 September pass. Pt. de
Galle thuisreis
s.s. Palembang 5 September pass. Pt. de
Galle uitreis
s s. Soekaboemi 4 September te Batavia
uitreis.
VARKENS-CRISISWET.
/Zij vas te dik, zij was te dik;
Zij kon het niet verdragen;
Zij had „van alles" geprobeerd,
Geen middel wilde slagen.
Totdat zij van hem had gehoord:
Professor" Galivasie.
Die was een „Specialiteit"
In de „Normalisatie".
Van dames dik of dun of zwaar.
Of beenig, sproetig, mager,
I Pokdalig, O-beenig of X
i 't Kwam altijd goed; -- een „schlager"!
En immer was de „Prof." galant.
En ook bijzonder „aardig";
Daarbij knap, middelbaar en vrij;
I Dus aanbevelingswaardig!
„Mevrouwtje", spvak hij, ,.'k zie 't al"
„Valt zwaar Uw corpulentie"?
„Neem plaats 'k maak U direct iets
I klaar"
„l'w zaak heeft mijn attentie".
I
Toen gaf hij haar: een doos capsules;
De prijs zou billijk wezen:
'Eén honderd gulden; met drie maand
j Was zij weer „slank"; genezen!
I En Mevrouwtje slikte, slikte;
I Vond het middel „wunderbahr"!
I Was tien pond reeds „afgenomen"
I Rond zes weken bij elkaar.
i
(Tot vriendin haar eens kwam vragen
Naar dat kleine „wonder-ding"
Om, aandachtig, eens te kijken,
Onder 't lamp-licht er mee ging.
Zag zij goed? Zag zij het leven?
Plots een gil was haar ontglipt!
Want dat aardig, rond capsuultje
j Washet doosje uitgewipt!
j En toen stonden dóar de dames,
Beide, bleek en zéér ontdaan;
God! wat had zij ingenomen?
Mloest, misschien, zij sterven gaan?
Toen moest eind'lijk manlief 't weten
Vroeg haar: „wat dat had beduid"?
Maakte 't ding voorzichtig open
Daar kroop bah! een lintworm uitl
En Mevrouw? zij weende bitter!
Was er dagen lang van ziek;
Zes had zij er „ingenomen";
Vloekte „Prof" en héél zijn „Kliek"!
Toen Mevrouw door heusche Docter,
Van die „beesten" was ontdaan,
Is zij verder zonder morren
Weer aan 't „dik worden" gegaan!
AD REM.
(Nadruk verboden).
Bovenstaand onderwerp werd door den
2en Voorzitter,, den heer R. K. Zijlstra. van
de gewestelijke Varkens-Cenrtale te Utrecht
nader toegelicht in een druk bezochte ver
gadering van varkenshouders in Soest en
Soesterberg, op Maandagavond 12 Sept.
1932, des avonds om 7.30 uur in De Gou
den Ploeg. De voorz. der plaatselijke com
missie, den heer J. Brouwer, roept allen het
welkom toe, in 't bijzonder wethouder Lo-
deesen, en hoopt, dat hij ook in den Raad
de belangen der boeren zal bevorderen.
Daarop deelt spreker mede, dat veel vra
gen tot de plaatselijke commissie zijn ge-
J richt. Spreker hoopt dat uit deze vergade
ring ook veel vragen naar voren zullen ko
men, opdat men beter inzicht in de zaak
krijgt. Daarop verkrijgt de heer Zijlstra, van
Amersfoort, het woord, welke er op wijst
dat wij nu denzelfden tijd beleven als bij 't
begin van 1914 toen de oorlog uitbrak.
De crisisvorm is bijna gelijk, alleen naar
buiten verschilt den strijd. Wat was het ge
val? Een groot deel van Europa leefde in
een roes, er werd evenals in sommige be
drijven, geen orde op de zaken gesteld, het
bedrijf ging achteruit. Al bleef Nederland
buiten het gevecht, economisch werd zij ge
ducht gevoeld. Na 'n kunstmatige oplos
sing zijn wij nu gekomen tot een algemeene
.malaise. Door dat de grenzen zijn gesloten.
komen wij v»el producten te kort, en velen
j denken dezen tijd, als ik zelf maar geholpen
'ben; om een ander bekommer ik mij niet
i De regeering heeft toen gemeend te moeten
ingrijpen om de crisis geleidelijk te laten af
loopen. Daarom greep zij eerst in bij de ak
kerbouwers, vervolgens bij de tuinderij en
eindelijk bij de veehouderij. Er is gekomen
de tarwewet, waarvan de regeling zeer ge
makkelijk werkt, eerst spande het wel,
maar nu voldoet zij ook de handel sloot er
zich bij aan. Toen kwam er een te veel aan
boter, kaas en varkensvleesch. Wat was
het geval? Men sprak er over dat de zui
velindustrie achteruit ging, de marktprijs
der boter was 38 39 cent per pond. De
melkprijs, voor den boer f 0-02 per Liter en
sedert de crisis-zuivelwet, is zij gekomen op
f 1.15 zonder den toeslag. Nu is de melk
prijs in 't geheele land hoven de 3 cent; het
uitzicht bestaat dat dit 5 cent zal wordenh
Een realiseeren is niet wel mogelijk, maar
vielen zijn dankbaar voor de zuivelwet. Zoo
is het ook gegaan met de varkens, zij kon-
den geen 10 cent halen en men wilde naar
de 15 cent. Maar aan dit vraagstuk zijn twee
zijden, want nu betalen de burgers hetjood-
je. De export kon niet leveren; voor 15 cent
ging er geen een de grens over. Het eerste
opzet is toen geweest de varkens te leve
ren in overeenstemming met den wereld-
prijs; want Denemarken en Nederl. kunnen
gerust de concurrentie weerstaan. Nu moet
het meerdere komen door het publiek of
door het stabilisatiefonds. Nu heeft meestal
een big een kort leven. Prijsregeling is er
nooit geweest, het bedrag regelt zich naar
veel of minder vraag. Nu er opeens een
groote aanvoer is van vaTkens, vorige week
zelfs 14 x zooveel als anders, wordt de
verkoop met 1 October geregeld door de
Centrale, en niet door de gemeente. Daar
voor is een commissie benoemd. en het land
in districten verdeeld,. Zoo is het hier Soest-