De Spionnage in den grooten Oorlog. H II II II I N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij in de meest bekende merken, van de DUURSTE tot de GOEDKOOPSTE, in ruime sorteering voorhanden bij de De vloek van zijn Leven. Van Weedestraat 7 - SOESTDIJK - Telefoon 2062 Op de eilanden in de Middellandsche Zee. FEUILLETON WIJ LEVEREN VLUG, GOED, REKENINGEN, NOTA's, KWITANTIES, BRIEFPAPIER, MEMORAN DUMS, BRIEFKAAR- TN ENZ. ENZ. XI. Als de Intelligence Service zich van knap pe jonge vrouwen bediende, en nog be dient, waren en zijn het, die ondanks een zacht en lieftallig uiterlijk van binnen hard zijn als staal en ijzer. Hoe zou het ook an ders kunnen, want het beroep van den spion is niet slechts gevaarlijk, het is ook ineedoo- genloosi, De spion dringt zich in het ver trouwen van anderen in, doet dit onder elk denkbaar voorwendsel, en als dat vertrou wen is verkregen en door dat vertrouwen berichten zijn ontvangen, wordt het ge schonden en heeft het in het meerendeel der gevallen den dood tengevolge. Tot zooda nige agenten van de Intelligence Service be hoorde een zekere Emma, uit Weenen af- Ikomstig, een dergenen, die lang voor den oorlog dienst namen in het Engelsche land, doch die, hetzij door toevallige omstandig heden, hetzij door de banden die hen met dit land gingen binden, in het andere kamp terecht kwam. Voor de Intelligence Service had deze Emma haar Weensche afkomst, manieren en spraak in het voordeel, waar van op allerlei denkbare wijzen werd ge bruik gemaakt. Slechts zelden trok zij er twee keer in dezelfde gedaante op uit, en zij, die haar als medewerkster kenden, wa ren ook alweer nimmer verbaasd haar in het meest onverwachte gezelschap en in de meest zonderlinge omstandigheden te ont moeten. Het is deze Emma, die erin slaagde een bombardement van Parijs, dat bijkans 100 dagen tevoren werd aangekondigd, aan hel licht te brengen. Maar tevoren had zij een Zwitserschen apotheker, die in Duitschen dienst bleek te staan, ontmaskerd. Deze apotheker ging wat erg veel de grens naai Frankrijk over. intusschen zonder dat dii het wantrouwen van den Franschen veilig heidsdienst had opgewekt. Emma fungeerdi als zijn vriendin', want haar lieftalligheder waren zoodanige, dat weinigen daaraar weerstand konden bieden. En op de eerst< reis, dat zij hem vergezelde, werden zij ii het speciale bureau van het station van Bellegarde, waar het Fransche gebied een aanvang neemt, geleid. Men sprak hen daar toe in dier voege, dat men zeide alles van hen te weten; dat op spionnage de doodstraf stondJ, en dat er slechts een kans voor hen was om het leven te redden; zich als ge woonlijk naar de gewone adressen te bege ven, waardoor dan de veiligheidsdienst een spoor kreeg. Emma wierp zich handen wrin gend aan de voeten van den Franschen commissaris, en zij was het. die haar Zwit serschen vriend jammerend en weeklagend ertoe bewoog om te bekennen, dat hij in derdaad spionnagediensten verrichtte. In zijn verwarring stotterde hij de verontschul diging, dat men hem geen rapporten mede- gaf, maar dat men hem deze dicteerde en hij ze dan in cijferschrift overschreef.- Het een zoowel als het ander was voor den Franschen veiligheidsdienst van belang; men liet den man naar zijn correspondent gaan en greep hem opnieuw toen hij. met een grooten schat berichten beladen, dien huis verliet; slechts korten tijd later kon den vijf agenten van de Duitschers aan den Franschen krijgsraad worden overgeleverd' Een anderen keer was het deze zelfde Emma, die de aandacht van de controle te Pentarlier vestigde op nakken couranten, die schijnbaar onschuldige advertenties be vatten, welke, teneinde de aandacht te ver krijgen. van het toegezonden adres waren aangestreept. Tn den oorlogstijd maakte men van allerlei soorten inkt en potlood gebruik, dat men onleesbaar kan maken en dan met bepaalde middelen weer uit'de slaap kan opwekken! Ook hier geschiedde dat,, en het eigenaardige was. dat men toen twee cijfers op bet spoor kwam,, met deze geheimzinni ge inkt geschreven en wel: 87 en 12. Men slaagde er in den werkelijken afzender der couranten te vinden, en deze Hartmann, zoo was hij geheeten. werd nauwkeurig gevolgd. Men zou echter niets op of bij hem gevon- Naar het Engelsch. 12) Zij stond op en trad aan het venster, waar zij uitkeek in de schemering. De sneeuw viel nu in dichte vlokken en reeds was de grond overdekt met een wit tapijt. Audry huiverde: ze kon geen sneew meer zien, zonder herinnerd te worden aan die verne derende episode uit haar leven. Ik haat sneeuw en ijs! riep- ze onge duldig. Ik hoop maar. dat we geen strengen winter krijgen. Daar heb je wel eens anders over ge dacht. Ik herinner mij nogl. dat je gezegd hebt, hoe je niets zoo opwekkend vond, als een wandeling op een ochtend,, dat 't vroor. Ta, maar dan ben ik nu van opvatting veranderd." Dat is zoo. Sinds je nu drie jaar ge leden uit Schotland terugkwam, ben je in vele opzichten veranderd, Audry. Ik vind niet, dat dit verblijf je goed heeft'gedaan. Niet? Nu, ik geloof van wel. Ik was verbazend onwetend vóór dien tijd. Maar nu ben ik meer wereldwijs geworden. Met veel nadruk vroeg hij: Zeg, Audry, bestaat er iets tusschen jou en dien Mr. Thurston, dien vriend van Sir John? Zeker niet, antwoordde zij met vaste stem. Hoe kom je daarbij, Philip? Och. omdat hij zoo afscheid kwam ne men, eer hij Engeland verliet}. Als jullie toch maar gewoon kennissen waart, dan zie ik de noodzakelijkheid daarvan niet in. En hij scheen het zich erg aan te trekken, toen je hem niet wilde ontvangen!. Ik was dien dag niet goed, herinner ik mij nog wel; ik was erg verkouden en had den hebben wanneer Emma zich niet in zijn vertrouwen had ingedrongen. Zij werd zijn vriendin!, enl hij vertrouwde haar toe, dat naar zijn meening de oorlog niet lang meer kon duren. Want, zoo zeide hij, over enkele weken zouden de Parijzenaars bemerken over welke kracht de Duitschers beschikten; ja hij gaf zelfs nauwkeurig den datum aan, waarop die verrassing moest plaats hebben, en hel aantal door hem genoemde dagen stelde het ontdekte cijfer in nog helderder licht. Dat Emma voor die geschiedenis be langstelling had. wie zou het niet begrij pen? Het eenige wat eerst later bleek, was dat deze Hartmann als niet veel meer dien de dan als brievenbus; men bracht hem be richten en hij had deze door te geven, maar de werkelijke beteekenis er van kende hij slechts tem deele, en de juiste vertaling er van in het geheel niet. Naar aanleiding van het door Emma ingediend rapport namen de Generale Staven der Geallieerden hunne maatregelen, en het is juist op den dag, door de cijfers aangegeven, dat de geweldi ge beschieting van Parijs door de beroemde dikke Bertha begon, en aanvankelijk een soort paniek veroorzaakte. De berekening was drie dagen later dan gedacht werd, maar dat kon noch Hartmann noch den Fran schen veilgheidsdienst helpen, want eerst later bemerkte men, dat l>ij die cijfers een drie diende te worden geteld. Gezien het vrij onschadelijk karakter van dezen Hartmann, werd hij niet terechtge steld, doch onder nauwkeurige bewaking in dienst genomen. Zijn intermediair leidde er toe.dat Emma met een jong officier van den Duitschen Generalen Staf. die te Lugano vertoefde en die verdacht werd van het vol brengen eener zeer belangrijke opdracht, in aanraking kwam. Maar. ziedaar de wegen van het noodlot: Emma raakte op dezen officier zoodanig verliefd, dat het haar on mogelijk was zijn vertrouwen te misbrui ken. Dat heeft er niettemin toe geleid, dat 'ij later opnieuw in dienst werd gesteld, en 'ij heeft daarna het vertrouwen, in haar ge steld. niet beschaamd/. Zij was het dan ook, die „verkleed" als weduwe van een Oostenrijksch officier, ge komen om aan het front het stoffelijk over schot van haar echtgenoot te vinden, het vertrouwen van den Duitschen Groothertog genoot, belast met de niet onbelangrijke taak. om spionnage te verrichten in de kam pen der krijgsgevangenen De Ilaagsche verdragen van 1899 en 1907 schrijven met groote gestrengheid voor. dat men op krijgsgevangenen geen middelen mag laten inwerken teneinde hun geheimen van den dienst te ontfutselen. Dat het niettemin aan beide zijden is gebeurd1, mag wel vaststaand worden gerekend. Slechts zelden echter ge lukte hef, want of de krijgsgevangenen wis ten te weinig, of zij waren, zoodra zij den rang van officier hadden te standvastig, om het gegeven woord te schendeni. Vandaar dat men er van Duitsche en niet lang daarna van Engelsche en Amerikaansche en Fran sche zijde toe overging om in de kampen der krijgsgevangenen hetzij spionnen te plaatsen, hetzij geheime geluidsopvangers op te stelleni. De spionnen waren gekleed in uniform van een officier van de krijgs gevangenen; zij trachtten te weten te ko men wat mogelijk was', al werd dit moei lijk naarmate deze listen aan den vijand bekend waren en de Generale Staven drin gende bevelen uitgaven aan de eventueele krijgsgevangenen om alleen aan die eigen officieren, wier bestaan hen bekend was, mededeelingen te doenl. Met de geheime ge luidsopvangers was het nog erger en menig geheim is men aan weerszijden op die wij ze op het spoor gekomen. Emma verwierf zich zoozeer het vertrouwen van haren vor- stelijken vriend, dat deze haar heel wat meer van den dienst leerde kennen, dan ge- wenscht was. Zooveel zelfs, dat zij een vrij wel volledig overzicht kreeg van de Mo- ritzen in den uitgebreiden sector dien hij be- hoofdpijn, zoodat ik juist op mijn kamer was gaan rusten. Zóó erg was het niet, kind. Je zoudt hem best hebben kunnen ontvangen, als je dit gewild hadtj Nu, dan wilde ik niet. Je weet, hoe verschrikkelijk ik er uitzie, als ik goed ver kouden ben, en ik had dan zeer zeker geen lust» om mij met zoo'n dikken neus en ge zwollen oogen voor een vreemde te vertoo- nen. Ik verzeker je, dat er niets bestaat tusschen Mr. Thurston en mij. Ik verlang hem niet weer te zien. Ts er dan een andere man, Audry?.... Een, die tusschen jou en mij staat en die maakt, dat je mij niet die liefde kunt schen ken, waaraan ik zoozeer behoefte heb? riep hij met een innigheid, waartoe zij hem nooit in staat had geacht. En in een plotselinge opwelling van mee lijden en dankbaarheid stak zij hem beide handen toef. O, Philip, wat spijt mij dat!Ik dacht niet. dat je waarlijk om mij gaf! Niet?Ta, ik heb niet zoo de ga- ve#van het woord, om uitdrukking te geven aan mijn gevoelens, maar of ik je lief heb?Van je achttiende jaar af heb ik je steeds voor de mijne gehouden! Nu moet, nu m&g je mij niet teleurstellen, Audry! Toch moet dat wel, Philip. Ik kan nooit je vrouw worden. Hij liet haar handen los en met zijn oude, strakke uitdrukking op het gelaat vroeg hij nog eens: Dus dit is dan je eindbesluit? Ja,, dit is mijn eindbesluit]. Philip wendde «zich van haar af en zei op kouden, zakelijken toon: Dus dan is het daarmee uit. In de veranderde omstandigheden zou het niet aangenaam voor geen van ons beiden zijn, als wij onder één dak bleven. Mijn verant woordelijkheid als je voogd is een jaar ge leden opgehouden. Je hebt dikwijls gezegd, dat je wel een betrekking wenschte als gou- heerschte en zoodoende aan de Geallieerden aanwijzing kon geven om deze Moritzen zoo werden deze geheime geluidsopvangers der Duitschers genaamd te vernietigen. Maar haar zeker niet minst belangrijke werk deed Emma op de eilanden in de Middellandsche Zee, eerst op Malta, maar daarna op Korfoe. Het is begrijpelijk, dat deze beide eilanden broeipunten van spion nage waren1, en berichten over de Engelsche vloot naar het Turksche leger van uit Malta en §ver de samenstelling der Geallieerde vloot naar het Oostenrijksche leger uit Kor foe gingen regelmatig oven Op Malta ont dekte men een organisatie, die bijkans een harem gelijk was en met haremachtige ge hoorzaamheid de bevelen van een vermetel Duitsch agent opvolgde. Op Korfoe was men langen tijd niet zoo gelukkig}. Totdat alweer Emma te hulp geroepen werd En deze schrandere vrouw ontdekte al spoedig een koopman in sigaren en tabak, wiens winkel naast het Hotel Suisse was gelegen. In dat hotel gingen de geallieerde officie ren in en uit, en de winkelier kon, zonder iets anders te doen dan in zijn winkel te blijven, veel zien en wellicht ook veel hoo- reni. Door middel van eenvoudige catalogi correspondeerde hij met zijn opdrachtgever in Athene. De opdrachtgever was een zoo genaamde grossier in tabak en sigaren, en de winkelier bestelde naar de kwaliteiten, in den catalogus afgedrukt!. Soort No. 1 wa ren groote sigaren, soort No. 2 iets kleiner, soort No. 3 lichte, soort No(. 4 kleine si gaartjes, soort No. 5 sigaretten. En al deze soorten waren een bepaald type schepen, achtereenvolgens linieschepen, gepantserde kruisers,, lichte kruisers, torpedojagers en onderzeebootenj. Wanneer zoodoende de winkelier aan het adres te Athene schreef: zend mij zoo spoedig mogelijk 800 Havan na's No. 2. 900 Havanna's No. 3 en 1200 Noj. 14, dan beteekende dit, dat er zich op dat oogenblik in de haven van Korfoe 8 ge pantserde kruisers. 9 lichte kruisers en 12 torpedovernielers bevonden. Bestelde de winkelier 300 sigaren 'No. 3 zonder bandje, dan beteekende dit, dat er 3 lichte kruisers in de haven waren, die herstelling ondergin gen. Aanbevelend, N.V. Ie SOESTER ELECTRISCHE DRUKKERIJ Is het wonder, dat op deze wijze de zgnl. grossier te Athene op de hoogte kwam van de troepenbewegingen, die in Korfoe wer den. ondernomen, welke hij doorgaf via Turkije en Bulgarije naar de admiraliteit te Weenen! Emma drong zi;h in 't vertrouwen van den winkelier in, en slaagde er in hem te over rompelen door hem het vertrouwenswoord toe te fluisteren. Zij deelde hem mede, dat zij gezonden was om de agenten van geheel de streek te inspecteeren. Hij moest, zoo zeide zij, een middel uitvinden om zijne cor respondentie maandelijks te verwisselen, want men was deze correspondentie op het ï>poor en men wilde haar op een of andere wijze vernietigen. Na eenig nadenken stelde de winkelier voor, dat hij eenvoudig de nummers zou doen opschuiven, zoodat de eene maand No. 1 linieschepen, doch de volgende maand de gepantserde kruisers zou aangeven en aldus voortgaande. Emma achtte dit een uitstekend middel en bereikte daardoor, dan van denzelfden dag af de in lichtingen, die de winkelier aan het cen traal bureau te Athene verschafte, waarde loos werden. Totdat op een goeden dag de man haar meedeelde, dat zij aan den chef van den dienst had te zeggen, dat hij noo- ger honorarium moest uitkeeren. war: het werk was te gevaarlijk om het voor de klei ne sommen, die hij ter beschikking ste'dc. te doem. De Fransche en Engelsche dienst oordeelde het niet noodig zich van den man meester te maken, het was beter, dat men eenig vertrouwen van vijandelijke zijde in hem bleef koesteren. Totdat op een dag een ano nieme inededeeling den Franschen dienst bereikte over de diensten, die deze winke lier aan de Duitschers bezorgde. Arrestatie diende nu wel plaats te hebben en wat bleek? De Oostenrijkers, vertoornd over de berichten, die zij door het zgn. nieuwe ge heimschrift ontvingen, en die al spoedig als waardeloos kondén worden gequalifieecrd, hadden wantrouwen teeen den winkelier op gevat en pasten op hem het gebruikelijk middel toe door hem aan den vijand over te leverenl. Of deze er inderdaad toe is over gegaan hem terecht te stellen, dan wel wat in zulke gevallen dikwerf verstandiger is in eigen dienst heeft genomen, ver meldt de geschiedenis niet. vulpennen! vernante of als dame van gezelschap en tot nog toe heb ik mij daar altijd tegen verzet; maar ik heb niet het recht, dit nu langer te doen}. Audry stond voor het venster en was blij. dat Philip niet kon zien, hoe haar de tranen in de oogen schoten bij die woorden. Ze had dikwijls verlangt, uit Branceepeth weg te komen en had' zichzelve voorgepraat, dat Mies toch beter zou zijn, dan haar tegen- wooidig, eentonig leven; maar het was dan toch gedurende vijf jaren haar tehuis ge weest en het was dus een beetje hard, om het zoo op stel en sprong te moeten verla ten en de wereld in te moeten gaan. Toch herstelde zij zich onmiddellijk en zei: Ik ben het geheel met je eens en ik ge loof niet, dat het moeilijk zal zijn. een be trekking te krijgen^. Mrs. Fergus, dit was de vrouw van den dominee in Brancepeth, zei gisteren, dat haar schoonzuster, Lady Vingone, een gezelschapsdame verlangde, die vooral muzikaal moest zijn, bij haar dochter, een meisje van achttien jaar, dat hee! zwak is. Ik denk. dat Mrs. Fergus mij die betrekking wel zal weten te bezor gen,. Dat denk ik ook, zei hij strak en ging zijn krant zitten inkijken, of hij verder niet over dit onderwerp wenschte te spreken. Dus ging Audry naar haar eigen kamer en dacht: Hoe gauwer ik nu ga. hoe beter het is. want het zal hier in huis niet prettig meer voor mij zijn. vooral als Tante Johanna er nu ook van weet. Vanavond zal ik maar cladelijk een bezoek brengen bij Mrs, Fer gus. Die is altijd zoo goed en vriendelijk yoor mij, dat ik haast zeker ben, hoe ze mij die betrekking bezorgen zal. tenminste als die nog open is. HOOFDSTUK XII. Het gevaar is voorbij, Maud, riep een jonge man. die beneden aan 't bordes stond en een blik naar een van de bovenvensters wierp. Het was een deftig, oud huis. geheel be groeid met gele klimroosjes en clemathis. Wat verder op, onder de statige cikeu. waaraan het buiten zijn naam van „Eiken- zicht" ontleende, stonden tafeltjes met s:ha- len met cake en vruchten, terwijl een jonge dame bezig was, de gebruikte kopjes en schoteltjes weg te ruimen/1 Een van de bovenvensters ging open en een teer, blond meisjeskopje verscheen, ter wijl een zachte stem vroeg: Zijn ze heusch allemaal weg, Noel? Kom je dan zelve maar eens overtui gen, Maud. Waar is Audry? Hier ben ik, Maud! Dit zeggende trad Audry van de theeta fel naar het grasperk en stond dus vlak naast Sir Noel. Een allerbevalligste verschijning was zij zoo, in haar eenvoudig wit japonnetje, ter wijl een blos haar gezichtje kleurde en er ook weer opgewektheid straalde uit haar mooie, donkere oogen. Is je hoofdpijn over, lieve? vroeg zij. O, ja, zóó erg was het ook niet! Maar ik vind die ontvangdagen van Moeder altijd afschuwelijk! Hebben jullie al thee ge dronken? Neen. we hebben op jou gewacht, viel Noel in. Ik heb al drie partijtjes tennis ge speeld, dus óf ik ook dorst heb!. Ik kom. Een minuut later trad Maud dan ook het bordes af. maar heel langzaam, en onmid dellijk bood Noel haar den arm. Zij kon dien steun zeer goed gebruiken, teer poppetje als zij was, terwijl hij de verpersoonlijkte kracht scheen met zijn athletische gestalte en gebronsd gelaat. Audry installeerde haar in den makke lijksten stoel, waarvan /ij de kussens nog eens extra had opgeschud, terwijl Sir Noel onmiddellijk kwam aandragen met een kop je thee en een schaaltje met haar geliefkoos de amandelcake. Die heb ik net nog met moeite gered van Lady Lester. Je kunt mij nu gelooven of niet! Is het waar, Audry? - Kijk, Sir Noel is al vroeg op den mid dag met het aardigste dochtertje vpn den dominee gaan tennissen en hij is pas een paar minuten geleden verschenen; dus be twijfel ik het'^ of hij daar nu de gelegenheid voor heeft gehad. Foei, Miss Jesson! Hoe kunt l" nu zoo het groenoogig monster wekken in het hart van dat kind? U weet immers, dat ik nie mand anders dan haar mag bewonderen? En Audry dan toch? Daar ben ik blij om. Lachende keek Sir Noel eens over tafel naar Audry. Die bloosde onder den blik van oprechte bewondering uit zijn grijze oogen. Velen vonden dien doordringenden blik wat benauwd; vooral zij, die iets te verher- gen hadden; maar Audry wist, dat hij de vriendelijkheid in persoon was. Sir Noel was zaakwaarnemer van Lord Vineone en toen deze eens verontwaardigd was geweest over de strenge behandeling van zijn agent van een van zijn oude pach ters. had Lady Vingone zeer kenschetsend gezegd: Noel zou geen mensch een cent te kort willen doen, maar hij ziet ook toe, dat geen vreemde hèm bedriegt. Die ouwe Johnson heeft je nu al jaren lang te kort gedaan. Hij zegt maar;, dat hij zijn huur niet kan betalen en daar is niets van aan: daar heeft Noel zich eerst goed van overtuigd. Wees maar blij. dat je zoo'n flinken, doortastenden zaakwaarnemer hebt. Je bent veel te goedig, man. en ten slotte is dat ook nog maar in het nadeel van degenen, die daar van willen, profiteeren. Ja, Noel kan in jouw oogen nu eenmaal geen kwaad doen! had Sir Humphrev geant woord!. (Wordt vervolgd»

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4