Adverteert ook
des Woensdags
Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Verloren
Kapitaal
Wijsheid en de nieuwe tijd
Chabloneerpapier
Bekendmakingen
Officieel
OOK DES WOENSDAGS I
Binnenland
Het Manuscript van den
Psychumanotrist-Animalo
No. 76
Twintigste Jaargang
Woensdag 21 September 1932
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT
TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU
UITGAVE: H.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ *.h. 6. v. t. BGVEHKAMP
ADVERTENTIËN: VAN 1-5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS.
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK
het AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912-(STAATSBLAD No. 380)
r
BEKENDMAKING.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat in den
loop dezer maand en de volgende maand tot
hernummering van de huizen, gelegen aan
de Spoorstraat, Julianastraat, Vredehof-
straat en den Kampweg, zal worden over
gegaan.
Soest), UI September 1932,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
BEKENDMAKING
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat de Nieu-
weweg en Beukenlaan wegens vernieuwing
van het wegdek vanaf 23 September tot en
met 24 November a.su voor het doorgaand
verkeer gesloten zullen zijn.
Het verkeer naar en van de aan bovenge
noemde wegen gelegen perceelen zal ter
plaatse nader worden geregeld. In verband
hiermede zal een1 teder, die met een rij- of
voertuig een dier perceelen moet bezoeken,
of verlaten), daarvan vroegtijdiig kennis
moeten geven aan den opzichter of uitvoer
der op het werk).
Soest 14 September 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeeeter, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat op 5 Sep
tember 1932 bij hen is ingekomen een ver
zoekschrift van Gerardus Johannes Lengers,
van beroep buffetchef!, wonende te Baarn,
om verlof voor den verkoop van zwak-al-
coholischen drank in de navolgende locali-
teit(en). beneden-voorlocaliteit en concert
zaal van het perceel, plaatselijk gemerkt
No» 32 en gelegen aan de Van Weedestraat
aldaar.
Binnen twee weken na de dagteekening
dezer bekendmaking kan ieder tegen het
verleenen van dit verlof schriftelijk bezwa
ren bij Burgemeester en Wethouders in
brengen).
Soest, 15 September 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, G. Deketh.
De Secretaris, J. Batenburg.
De wijsheid is het voornaamste: ver
krijg dan wijsheid, en, verkrijg ver
stand met al uwe bezitting
Hoeveel beter is het, wijsheid te be
komen, dan uitgegraven goud, en uit-
nemendev verstand te bekomen dan
zilver.Dje verstand bekomt
heeft zijn ziel lief; hij neemt de ver
standigheid waar om 'iet goede te
vinden.
(Spreuken van Sallomo)
Geleidelijk, en soms ook wel met
schokken zocals crisis en depressies, evo-
taeert ae maatschappij, zichzelf steeds
vernieuwend, voor het oog bijna onmerk
baar overgaand in een nieuwe ordening.
Want dit beseffen we nu allen wel lang
zamerhand: door vele tribulaties heen
wordt een nieuwe tijd geboren, vormt
zich een maatschappij, waarin de moeiza
me handenarbeid der menschen wordt
overgenomen door hei mechaniek. Pin we
zien pas, welk een enorm stuk we al op
dien weg hebben afgelegd, als we eens
omzien en hei heden vergelijken met dér,
toestand van twintig jaar terug, waaraan
we vólkernen ontgroeid zijn. In het begirj
van deze eeuw zieiT we nog alom arbeids
tijden van tien, twaaltf en meer uren pei
dag. Zeker, het tempo was mi..der gt jaagJ,
maar niettemin liet de volkomen gevuldt
arbeidsdag vrijwel geen ruimte voor gees
telijke ontwikkeling, voor de verwerving
van geestelijk bezit. Doch de machines
zijn gekomen en hebben het werk van mil
joenen handen overgenomen. Natuurlijk
zooals het dikwijls in de geschiedenis der
mensehheid gaat, komen er crisis in df
periode van aanpassing voor. Een nieuwe
arbeidsverdeeling moet op een of andere
wijze uit dit alles voortkomen, omdat ie
der ten statte een deel van den arbeid
voor zich opeischt, en daarmee een deel
van de middellen, ten einde hierdoor in
de behoeften van zich en de zijnen te
voorzien.
Het is van betrekkelijk ondergeschikt
bel&ng, hoe zich dat op den duur zal
ontwikkelen. Een feit blijft, dat de totale
massa arbeid ook bij een universeele
opleving van handel en bedrijf door
de komst van de machine verminderd is.
Al wordt er in ieders behoeften dubbel en
dwars voorzien, dan nog zal de daarvoor
benoodigde hoeveelheid arbeid, in het'
geheel genomen verdeeld over, allé wér-
kenden over de heel'e wereld, afnémén. Of
we dus wellicht in de toekomst tot een
universeele korter arbeidsdag komen, of
dat ten slotte een korter arbeidsweek het
gevolg zal zijn, staat nog te bezien. Vast
staat echter, dat de vrije tijd van ieder
individu zat toenemen. En de vraag doet
zich voor: waarmee zal die tijd dan ge
vuld moeten worden? Het antwoord ligt
beskoten in het woord van Salomo: de
wijsheid is het voornaamste: verkrijg dan
vvijsheid, en verkrijg verstand met al uwe
^-zitting, hoeveel beter is het, wijsheid te
bekomen, dan uitgegraven goud...
De instellingen van onderwijs en ont-
vvikkeling, de universiteiten krijgen daar
door een nieuwe roeping: de bevrijding
van den geest van den mensch; de opvoe-
ling van denkers, wier gedachten vrij
zijn van vooroordeelen, onafhankelijk ei,
mtwikkeld van hen, die de waarheid zoe
ken. W ant, om met den Dean van Exeter
In dezen crisistijd wordt zooveel geklaagd,
over gebrek aan kapitaal, om aan vele za
ken en industrieën het verder bestaan mo
gelijk te maken. Als men dan het artikel
leest van den heer Vliegen in het Soc. dem.
blad „Voorwaarts" van 29 Aug. j.1., stemt
dit toch tot ernstig nadenken over de ge
noemde cijfers. Wij laten dit artikel hier
onder volgen:
DE DOODE HAND.
(VI.) Bij het doorbladeren van den in
Juli j.1. verschenen bundel „Jaarcijfers over
1932" trof mij één pagina in het bijzonder.
Tot goed verstand diene, dat de ieder
jaar verschijnende bundel „Jaarcijfers" een
verzameling is van statistische gegevens
over vrijwel alles wat de openbare instel
lingen en besturen in ons land betreft. Men
vindt er cijfers in over den loop der bevol
king, over het bezit, over het onderwijs,
over de belastingen van staat en gemeenten,
over de scheepvaart, over in- en uitvoer,
kortom over vrijwel alles wat een mensch,
Ook des Woensdags hebben
Uwe cliënten hunne behoef
ten, en koopen niet alleen des
Zaterdags.
Het is dan ook voor den han
delsman noodzakelijk, dat het
publiek ook midden in de
week op zijn branche het oog
laat vallen.
Een advertentie in „De Soes-
ter" en U kunt er van verze
kerd zijn, dat deze in alle huis
gezinnen van Soest wordt ge
lezen!
DAAROM:
te spreken, de toekomst, volgens mensche-
iijke berekening, hangt af van het aantal
menschen, mannen en vrouwen, die van
goeden wille zijn en die duidelijk kunnen
zien en zuiver denken en die de harde
discipline kennen van het zoeken naar de
waarheid. Zooals altijd, zal de waarheid
en niets anders ons vrij maken. Denk eens
aan de komende nieuwe ordening, die naar
men hoopt, de huidige zal opvolgen. Als
we onze economische en sociale moeilijk
heden te boven zullen zijn gekomen, zullen
we een andere crisis hebben de crisis
van den vrijen tijd. De oude orde was ge
baseerd op de noodzaak van den arbeid.
De gelegenheid tot beschaving en het ge
not van de hoogere voldoeningen des le
vens waren het voorrecht, van enketym.
Dan zullen zrf het bezit van velen zijn.
Wat zal de mensehheid dan doen met haar
verworven vrijheid? De functie en roeping
van de universiteiten zal dan sterk ver
ruimd worden. Zij bestaan om de hoogere
waarden der cultuur, welke de menschen
groot maken, te handhaven en te koeste
ren. Zij kunnen de werelden van weten
schap en literatuur en kunst voor de me
nigten openen, die dan in staat zullen zijn,
ze binnen te gaan...
Dan zal het andere woord van Salomo
begrepen kunnen worden die verstand be
komt heeft zijn ziel lief; hij neeont de
verstandigheid waar om het goede te doen.
FLORIS C.
Nadruk verboden.
N.V Eerste Soester Electr. Drukkerij
die het openbare leven volgt, kan interes-
seerer.
Zooals gezegd, in dezen bundel trof mij
één pagina dn het bijzonder, en wel pag. 155.
Het opschrift van de bladzijde luidt:
„Opgave van de waarde der binnen het
Rijk gelegen of gevestigde onroerende za
ken, welke zijn vervreemd of verkregen
door instellingen van de doode hand, andere
dan den Staat en het Kroondomein."
Met andere woorden: deze staat geeft aan
de aanwas van het bezit in de doode hand,
maar alleen het bezit bestaande in onroe
rende goederen;, dat wil zeggen in grond en
gebouwen. Deze noemt men onroerend, ter
wijl effecten, aandeelen, enz. roerend goed
worden genoemd.
Het betreft dus hier niet alle bezit in de
doode hand, doch alleen liet bezit bestaande
uit onroerend goed.
Wat verstaat men uu onder die „doode
hand Goederen in de doode hand zijn die,
welke niet aan bepaalde menschen, maar
aan stichtingen, instellingen, vereenigingen,
enz. toebehooren. Men noemt ze goederen
in de doode hand, omdat ze niet vererfd
worden. Instellingen en stichtingen sterven
niet en als ze opgeheven worden is de over
gang der bezittingen, als die er zijn, er ge
woonlijk een naar een gelijke of ongeveer
gelijke corporatie. Naamlooze vennoot
schappen worden niet gerekend tot de doo
de hand, omdat, de bezittingen er van* in
den vorm van aandeelen), wèl eigendom van
bepaalde menschen zijn, zoodat die bezit
tingen wèl vererfd worden.
De voornaamste vertegenwoordigers van
de doode hand zijn van ouds kerken en
kloosters geweest met de somstijds er mede
verbonden liefdadigheidsinstellingen, onder
wijsinrichtingen, hospitalen, sanatoria, enz.
enz. Natuurlijk zijn er ook andere stichtin
gen dan kerkelijke; het Troelstra-oord bij-
voorbeeldy is er een. Er ^ijn burgerlijke
armbesturen met een zeker eigen bezit, er
zijn vereenigingen met als doel de beharti
ging van een of ander algemeen belang.
De staat op blz. 155 van de Jaarcijfers
geeft geen nadere specificatie van de be
zitters, maar het is een bekend feit, dat
het over-overgroote deel van de goederen
in de doode hand zgn goederen in handem
van kerken en kloosters.
En wat nu opvalt bij het bekijken van
dien staat, dat is de enorme aangroei van
dat bezit in den tateren tijd, en het feit
dat er altijd bijkomt en nooit wat aïgaatl
Sinds 1875, dat is dus sinds 57 jaren,
is er geen enkel jaar geweest of de ver
krijgingen waren grooter dan de vervreem
dingen, dus geen enkel jaar of er was een
aangroei van het bezit. Maar wat vooral
treft, dat is het versnellen van dien aan
groei in vergelijking met voorheen.
Ziehier een paar cijfers.
Het bezit van onroerend goed in de doo
de hand vermeerderde in de 20 jaren van
18941913 met f91.188.990 en in de
17 daarop volgende jaren, van 1914
1930 bedroeg die vermeerdering
f 256.815.687.
In de 20 jaren, volgende op 1914, zal
de aangroei minstens driemaal zooveel
zijn als in de vorige 20 jaren.
En die aangroei wordt maar voor een
gering deel verkregen door erven of door
schenkingen. Voor het overgroote deel
werd hij verkregen door aankoop of door
ruil. Met andere woorden: deze instellin
gen maken goede zaken, houden geld over
en vermeerderen zoodoende haar bezit.
Wat hebben we daar nu mee te maken?
In de eerste plaats dit, dat van deze
enorme rijkdommen, de vergrooting er
van sinds 1875 alleen van onroerend goed.
bedroeg in 1930 de kapitale som vai,
ruim 393 millioen, weinig of geen be
lasting wordt betaald. In de vermogens
belasting en in de inkomstenbelasting wor
den alleen personen aangeslagen en géén
instellingen. Deze worden uiteraard ook
niet getroffen door de dividend- en tan
tième-belasting. Sommige zullen wel grond
belasting moeten betalen, maar van de
personeele belasting zijn de meeste wéér
vrijgesteld. .Aangezien ze niet overlijden,
kan de successiebelasting er ook niet aan
komen.
Goede zaken worden er gedaan. Dat
blijkt o.a. uit het feit, dat in 1930 door
de doode hand voor 36 milüioen van de
hand werd gedaan, maar voor meer daD
61 millioen werd gekocht of door ruil
verkregen. Daar wordt dus een millioenen-
handel gedreven en blijkbaar met buiten
gewoon goed resultaat. De aangroei van
het bezit bedroeg in dat jaar 26 millioen
Ter verheldering nog deze cijfers.
De sterkste vermeerdering per jaar in
de jaren 18751903 viel in 1900, ze be.
droeg 6.5 millioen. Van 1903 —1914 viel
de sterkste aangroei in 1911 en bedroeg
12 millioen. Nadien viel" de sterkste groei
in 1929 en bedroeg 28.5 millioen.
Herinneren we ons nu dat dit alles nog
enkel maar betreft het onroerend bezit en
er wel geen twijfel is of deze zelfde in
stellingen hebben daarnaast ook nog ste
vig wat roerend bezit, dan klemt de vraag
of het billijk is, dat dit enorme bezit in
de doode hand belastingprivilege geniet,
zeer sterk. En dus ook de vraag of daar
niet een eind aan moet komen. Zoolang
dat bezit een betrekkelijke kleinigheid
bl'eef, kwam dat er minder op aan, maar
bezittingen die in 17 jaar met meer dan
een kwart miüiard vermeerderen, moeten
hun deel in de algemeene lasten van staal
en gemeenten mee gaan dragen.
Natuurlijk zullen niet alle instelingen
daarin betrokken kunnen worden. Zij die
inderdaad hun bezit en, de revenuen er
van voor gemeenschapsdoeleinden gebrui
ken, kunnen vrijgesteld worden. Maar aan
die, wel^ke dit bezit van honderden milli-
oenen in die mate vergrooten als deze cij
fers aangeven, moet worden beduid, dat
er nog zooiets is als een plicht van het
bezit, om zjjn deel bij te dragen in de las
ten der gemeenschap.
PROF. VERAART DREIGT UIT DE
R.K. STAATSPARTIJ TE TREDEN.
Bezwaar tegen de R.K. fractie.
Vrijdagavond heeft prof. dr. J. A. Ver
aart een voordracht gehouden voor de de
mocratische studieclub van den rijkskies
kring 's-Gravenhage der R.K. Staatspar
tij over het rapport-Welter en het onl*-
werp-pTogram van de R.K. Staatspartij.
De hoogleeraar critiseerde het rapport
Weiter, dat z.i. een belangstelling geniet,
die zeker niet evenredig is aan de betééké-
nis, die dit stuk heeft. Nergens is hel
dwingend-logisch: honderd of honderdvijf
tig millioen bezuiniging zijn op heel ande
re wijze te vinden, als men maar een an
der politiek uitgangspunt neemt, b.v. dat
het algemeen belang door steun aan en
ontzien van het maatschappelijk zwakke
het best wordt gediend. Economisch zit
er heetemaal niets in; aan financieele en
Aan een deftig, stille gracht daar
Stond het ouderwetsche huis;
Twee bejaarde dames zusters
Voelden zich er vreedzaam thuis.
Wel was onlangs groote droefheid,
in dat huis; ja, heusch; geen smoes!
Haar Minetje was gestorven,
D'oude, mooie, zwarte poes.
Om wat afgeleid te worden,
Van dit droevig, triest geval,
Was nicht Nel komen logeeren;
Leuk ding, tusschen dwaas en mal.
En dan was er 't meisje: Keetje,
Buiten-kimd; sprak haast geen woord
Zóó leefde men vredig samen,
Totde rust wreed werd verstoord.
Want nicht Nel kwam binnen stormen,
Met een gil; en spierwit; bang:
„Lieve tantes, is dat schrikken",
„Ik zag muizen in de gang"!
.,En vannacht hoord' ik ze knagen"!
Stijf van schrik bleef ieder staan.
Toen kwam Keetje: „Hier bint muise,
Dames, 'k wil hier drek vandaon' l
En nu was oom Frits ontboden,
D'oude „Psychumanotrist
Animalo"; Hooggeleerde
Die, in deze, uitkomst wist!
Van dat „vak", waar hij in opging,
Had nog nooit één mensch gehoord;
Doch hij werkte „rustig" verder
Met de dieren, onverstoord.
Had zelfs „Standaard-werk" geschreven,
Over deze „Wetenschap":
Evenals den mensch te brengen
Dier op „zed'lijk hooger trap"!
Vol trotsch toonde hij de dames
t Manuschript op rijstpapier:
„Kunst door kalm tot hen te spreken
In te werken op het dier".
En nu voerde oom daar boven,
Dag'lijks, zacht van stem, het woord
Tot gelokte muizen. Ried hen:
„Toe, verhuis naar ander oord"!
En de muizen kwanten allengs
Op een hooger zed'lijk peil;
Telkens werd hun aantal kleiner
Hadden voor Oom alles veil!
Tot de laatste was verdwenen;
Toen kwam Oom beneden weer:
.Dames! "k mocht, ook hier, niet falen";
.Muizen ziet gij hier niet meer"!
,Enwarempel, d'eerste dagen,
Werd geen muisje meer ontdekt;
Oom besloot toen te vertrekken,
Nu er rust weer was verwekt.
Oom ging boven boeltje pakken;
Plots.... klonk er geschreeuw.... 'n slag!
Oom.... was op den grond gevallen,
Waar hij „buiten kennis" lag!
En de vrouwen gilden, vluchtten;
Muizen dóór en muizen hier!
In de open kast, aan snippers,
t Manuscript van rijst-papier!
Héél het levenswerk verdwenen
Van den „Psychumanotrist
Animalo"! 't Dier bleek slimmer
Dan een „Prof"die zich vergist!
(Nadruk verboden).
AD REM.
oeconomische conjunctuurpolitiek, thans
naast publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
het brandende oeconomische vraagstuk*
komt het zelfs niet eens toe.
Vervolgens besprak prof. Veraart "het
program der R.K. Staatspartij. Hoe zal de
houding tegenover de regeering in het na
jaar zijn? Zal men tegen alle reactionaire
regeerangspogingen ruggegraat toonenr
Voor spr. is het werk, dat men van hem
heeft gevraagd, de laatste poging. Na
zooveel werkzaamheid, om een anderen
geest te brengen in de partij en deze in
het geheel dienstbaar te maken aan het
groote volksbelang, wil spr. thans dit
zeggen: komt er niet een krachtig pro
gram voor crisisbestrijding en econolmi-
schen opbouw, krijgt men bij de candidaat-
stellingen niet een geheel ander bééld van
de fractie, houdt de partij in 't najaar niet 'n
reactionaire regeeringspolitiek tegen en
komt vóór de verkiezingen niet stevig vast
te staan, dat men slechts bereid is, steun
te verleenen aan een democratische régéé-
ring, welker program waarborg is, dat de
hoofdpunten van het verbeterd program
der staatspartij zullen worden uitgevoerd,
zoodat wjj er niet meer inloopen als met
het ministeiie-Ruys de Beerenbrouck. dan
is spr's. werkzaamheid en, naar hij meent,
die van velen in de Staatspartij, ten einde.
Een partij, die de grootsche taak van het
katholicisme als wereldmacht in dezen cri-
tieken tijd theoretisch en practisch ver
loochend* kan spr. partij niet langer zjjn.