Zweedsche
Belevenissen
KSSStt-t-*
N. V. Eerste Soester Electrische Drukkerij
De vloek van zijn Leven.
MD0©I1©ID>IE.
FEÜILLET O IN
Voor de Vrouw >o
+++++4+444+444 4444+44 44+44 44444 4 44444444
444444444444 444444444444444 4 4 444444444444
VAN WEEDESTRAAT 7
TELEFOON 2062
SOESTDIJK
BOEKHANDEL.
'DRUKKERIJ.
VERVOLG.
God zegen U, meneer, zei de cigaret
ten vreter." Dat gebeurt niet vaak, dat de ka
pitalisten zich bemoeien met een arme wer-
kelooze.
ik ben zelf werkelooze", maakte ik
bonne mine au mauvais jeu. „Ik weet wat
het is Maar daarnet zei je, dat je het zoo
bar druk had, en nu beweer je werkelooz
te zijn.
Alleen vandaag maar druk, meneer.
Alleen vandaag maar. Ik moet met dit wa
gentje twee koffers naar de stad brengen
voor de dominee daar boven." Hij wees
naar de kapel boven op de rots. Intusschen
bracht deze mededeeling mij op een helder
idee. Tenminste, het idee zag er helder uit.
zoo op het eerste gezicht. Naderhand bleek
het idee meer dan allemachtig troebel, ma
zoover zijn we nog niet. Toen ik naar de
bosschen vertrokken was destijds, had ik
mijn koffers in bewaring gegeven bij Freys
Huiverk in Stockholm. Deze werkelooze
met zijn wagentje bood een prachtige gele
genheid, die dingen voor een paar kronen
naar Vartan te krijgen.
Als de koffers afgeleverd zijriu kom je
dan weer terug met dat apparaat?" vroeg ik
Ja, meneer."
\V at moet je er voor hebben om een
paar koffers voor mij mee terug te bren
gen?"
Waar vandaan?"
Van Freys Hurverk."
Hierheen?"
Ja-"
Ik wil het voor U doen voor drie en
een halve kroon, meneer. Maar voor U al
leen. De dominee betaalt er vijf."
Goed. Ik zal je ook 5 kronen geven, aL
je de koffers voorzichtig beJiandelt. Hier
is het reque en hier 10 kronen, om het be-
waargeld van te betalen. Maar ga dan nu,
anders is het middernacht, voor je terug
komt.
De man zette zich gehoorzaam in bewe
ging en stuntelde achter zijn wagentje de
helling verder op, om des dominee's koffers
te halen. ,Een kwartiertje later zag ik hem
terug komen in een dwaze sukkeldraf, mee
gesleurd door zijn vehicel, dat bolderde over
de steenen. De koffers dansten synchroon
op en neer, als touwtje-springende meisjes,
die samen in één koord springen. Zachtjes
voor mij heen dankte ik den hemel, dat hij
straks met mijn koffers geen hellingen zou
behoevten af te dalen. Toen verdween het ge
heel stofopjagend beneden om den hoek, en
omdat er toevallig geen ander verkeer langs
kwam op den hoofdweg, bleven wagen en
koffers heel en de werkelooze in leven.
Nog stond ik in gedachten het reeds ver
dwenen geval na te staren, toen boven mij
een raam open geschoven werd.
Ik heb thee voor U gezet! Komt U
bo\ten?" Het was Carls stem.
Graag", riep ik terug en begaf mij op
weg.
Carl wachtte mij aan de trap. Hier heel
boven was ik nog niet geweest. Het zag er
uit als een tweede klasse Hötel: een lange
gang met witgelakte genummerde deuren
aan weerszijden. Carl had zijn appartemen
ten aan het einde van dezen gang.
Heel vriendelijk", zei ik, de kamer bin
nenkomende. Daar stond de thee en waar
achtig al weer een schotel Sandwiches. Hoe
was het mogelijk! Mij was de laatste hap
van Carls hyper solide déjeuner nog maar
nauwelijks van de hoogte van de adamsap
pel naar halverwege mijn slokdarm gezakt.
Maar deze man scheen al weer honger te
hebbenj. We verdeelden de rollen zoo, dat
ik nagenoeg alle beschikbare thee op dronk
en hij alle broodjes deed verdwijnen. Door
dat Carl mij zijn uitgebreide collectie me
nu's toonde, waarbij heel wat uitgelegd
moest vyorden. viel een en ander in het ge
drang niet op.
Daarna gingen wij op het hreede balcon
zitten, rookten ten sigaar en dronken een
cognac-soda. Carl was van de menu's over
gegaan op de medische wetenschap en hield
college over eksteroogen, spataderen en an
dere prettige dingen,. Nu en dan stond hij
op, haalde een of ander lijvig foliant en las
mij enkele passage's voor. De woorden dre
ven een beetje over mij heen, de folianten
stapelden zich tusschen ons opde
fauteuil wa- makkelijk, de sigaar goed, de
avond goddelijk. Die kon zelfs door ekster
oogen niet bedorven worden. Maar geen
menschelijk geluk is volmaakt, noch duur
zaami. Het stond in de sterren geschreven
dat deze avond heel wat minder vredig voor
mij eindigen zou, dan hij begonnen was. (De
sterren zelve hielden zich, tusschen twee
haakjes, schuil, maar dat was, met het kwa
de geweten, dat zij onvermijdelijk hebben
moesten1, niet te verwonderen).
Waar blijft die knaap met m'n kof
ftrs?" onderbrak ik ineens, hoogst oneerbie
dig, Carl's betoog in een plotselinge terug
keer tot practische realiteit.
Wat voor knaap?" vroeg deze, vol
maakt gedesoriënteerd.
Die werkelooze" zei ik, met welke
vaagheid ik de zaak voor hem nu niet veel
duidelijker maakte.
Dat weet ik niet," zei hij naar waarheid
Hij hapte reeds lucht, om aan de derde acte
van de spatader tragedie te beginnen, maar
zoover liet ik hem niet komen.
Ik zal eens bellen", zei ik,. Eén mo
ment. De telefoon is heneden in de hall
niet?
Het was reeds tamelijk laat, maar met
Frevs Hurverk kan men dag en nacht ver
binding krijgen. Deze veelzijdige firma ver
huurt watertaxi's (de Gunnar had ik destijds
van hen gehad), automobielen en, horrible
dictu, ook paardenvehikels. Vervolgens ver
huizingen, bergen meubels op en doen mis
schien n>og wel veel meer min of meer nut
tige dingenj.
Degene, die mij te woord stond, wist na
tuurlijk noch van mij, noch van mijn kof
fers, noch van een werkelooze iets af, zoo-
te verwachten was. Toen kwam er ie
mand, die wel iets van mij wist, maar van
de rest niks en toen sogar een derde, die
wist dat mijn koffers bij hen opgeborgen
waren.
Ja, dat ik ze bij jullie gebracht heb,
weet ik ook. Maar zijn ze er nog?"
Ja. meneer, als ze niet weg gehaald zijn,
staan ze hier1."
Die logica overweldigt me."
Wat doet ze meneer?"
Overweldigen!"
Wat overweldigt meneer?"
Jullie logica!!!"
Het is me niet duidelijk, meneer."
Zal het wel nooit worden ook. Never
•indj. Maar gaat U nu als 't u blieft een»
>nderzoeken, of een man met een wagentje
anavond de bewuste koffers gehaald
heeft."
De man verzon geen smoes, maar toog
nderdaad op onderzoek uit. Dit zal zoo een
minuut of twee, drie gekost hebben. Intus-
-chen was Carl afgedaald en stond mij ver-
onderend afwachtend aan te staren.
Hallo!"
Ja."
De man met het wagentje is hier ge
veest, meneer. Een uur of wat geleden. Uw
offers zijn naar de expeditie gebracht, waar
lij ze in ontvangst kon nemen. Intusschen is
Ie man even een boodschap gaan doen; hij
ou binnen 3 minuten terug zijn. Het wa-
entje staat nog hier."
Die drie minuten schijnen mij reeds
verstreken."
Ja, meneer."
Wacht, ik kom zelf wel even."
Nauwelijks had ik de microfoon neerge
legd, of Carls nauw bedwongen nieuwsgie-
igheid zocht een uitweg.
Wat is dat?" vroeg hij.
Oh, niet van veel belang. Een werke
looze is bezig 10 kronen in bier om te zetten
n door zijn keel te gieten."
Nouen?"
Nou;, ik ga kijken, hoeveel er nog ovei
Wat l^ebt U daar mee te maken? Doet
aan maatschappelijk werk of zoo?"
Dat niet. Ik gun de menschen graag
en beetje persoonlijke vrijheid. Maar het
ongeluk, dat het mijn 10 kronen zijn.
Vervolgens zijn er nog complicatie's."
Heeft hij die kronen dan gestolen?"
Ook niet precies. Ik heb ze hem gege-
Naar het Engelach.
16)
De maand October, die nu volgde, was
zeker de gelukkigste, die Audry ooit gekend
had; het huis was vol logé's, die voor de
jacht gekomen waren en de avonden wer
den allergezelligst doorgebracht, terwijl
Maud, tot groot genoegen van haar ouders,
deel nam aan verreweg de meeste van die
bijeenkomsten.
Vandaag komt Kathleen, Audry, zei
Lady Vingonc op een middag, toen ze de
muziekkamer binnenkwam, waar Audry een
lied instudeerde. Maar nu had ik zoo vast
beloofd, om vanmiddag op de pastorie te
zijn. Wil jij nu voor mij ontvangen? En
haar zooveel mogelijk op haar gemak zet
ten?
Ik zal mijn best doen, Lady Vingone,
beloofde Audry.
Doe voorloopig vast mijn groeten aan
Kathleen. Ik hoop maar, dat Maud met haar
ingenomen zal zijn. Waar is Maud?
Ze rust wat op haar kamer, maar met
de thee zal zij wel weer heneden komen.
Wanneer verwacht U Miss Kathleen?
Zoowat om half vijf.
Op dat uur waren heide jonge meisjes
in den hall aanwezig, om Kathleen te ont
vangen.
Wij zijn heel blij u te zien. Miss
Craig. trad Audry haar tegemoet. Lady Vin
gone moest uitgaan, maar zij heeft mij ver
zocht, u vast uit haar naam welkom te hec-
ten
Terwijl dc jonge meisjes elkaar dc hand
reikten, dachten zij van weerskanten: Waar
kan ik haar toch méér gezien hebben?
Audry voelde zich niet op haar gemak,
maar het werd al heel gauw theetijd; Noel
met een anderen heer kwamen en zoo was
Dan kunt U er ook niets aan doen."
Jawel, ze zijn verduisterd. Bovendien
ijn er de complicatie's ook nog. Vertel ik
ater wel ik moet nu weg."
Carl keek mij na, half medelijdend, half
geïntrigeerd, toen ik met vier treden gelijk
<le trap af sprong.
Oh, stil, meneer", riep hij mij nog na,
over het bolderend geluid, dat mijn storm
achtige afdaling van den houten trap door
het huis deed geruchten. „De chef-adjudant
slaapt al!"
/ij al weer dat min-aangename vergeten en
volgde er een opgewekt gesprek, waarin zij
telkens Kathleen ook wist te betrekken.
Lady Vingone keerde eerst terug, toen de
bel voor het kleeden al ging, zoodat zij pas
na het diner in de gelegenheid was, zich
aens even met Kathleen alleen te onder
houden. Ze trok haar toen in een gezellig
hoekje van den salon naast zich neer en be
gon:
Het speet mij zoo, dat ik niet thuis kon
zijn, om je te verwelkomen, lieve. Maar de
meisjes hebben je toch goed ontvangen?
O, ze zijn allervriendelijkst voor mij
geweest!
Dit zeggende keek Kathleen eens naar een
hoek van het vertrek, waar Maud aan de
piano zat en Audry bezig was, muziek om
te slaan.
Wat is Miss Jesson mooi! zei ze onwil
lekeurig.
Ja, en ze is ook lief en goed! sprak
Lady Vingone met warmte. Ken je haar
romantische geschiedenis? Dan moet je eens
hooren: negen maanden geleden is zij hier
gekomen, als gezelschapsdame van Maud;
enl Sir Noel vatte liefde voor haar op. In
het eerst was ik niet zoo bijzonder daarmee
ingenomen, omdat, zoo lief, als ik haar
vind.:.-ik hot toch ook dringend noodig
achtte, dat hij een meisje met geld zou
trouwen. Maar nu een paar weken geleden
is er een nichtje van Audry gestorven en
heeft zij ineens een groot fortuin geëerfd.
O. kijk, daar komt Noel!
De deur ging open en Sir Noel stond
nu naast Audry bij de piano.
Een knap paar, hè? vroeg haar Lady
schap.
Ja, heel knap. luidde het antwoord.
Lady Vingonc ving nu voort met praten
en onder het luisteren keek Kathleen steeds
Audry's kant uit. En dc wijze, waarop deze
naar Noel opkeek en een onkel onbeduidend
gebaar, dat zij een oogenblik later maakte,
wekten ineens Kathleens' herinnering aan
dat jong-getrouwde vrouwtje, dat zij nu
vier jaar geleden in den trein had ontmoet,
Nette menschen slapen nu nog niet",
had ik nog den tijd, terug te schreeuwen,
voor de buitendeur achter mij dicht sloeg.
Op een afstand zag het wagentje van den
perfiden werkelooze reeds staan in de Grev-
turegatan, voor het gebouw van Freys Hur
verk. Een nachtwaker zat op een stoeltje
in de garagedeur een courant te lezen Nu
vind ik het altijd jammer, menschen te sto
ren in hun krantenleHuur, maar hier moest
het wel.
Avond", zei ik. „Ik heb net getelefo
neerd over m'n koffers."
Juist", zei de man, „daar weet ik van.
Eén moment."
Even later verscheen hij weer in gezel
schap van een jongmen»ch!, dat er, wat bur-
Koopt Uw Radiobode bij
N.V. EERSTE SOESTER
ELECTR DRUKKERIJ
Van Weedestr. 7. Soestdijk
de
gerjuffrouwen noemen, crimineel", suf en
slaperig uit zag. Het was kennelijk met
hem, dat ik zooi ven getelefoneerd had.
Hier ben ik dan zelf", kondigde ik aan.
Juist", zei hij intelligent en geeuwde.
Juistscheen een geliefd woord hier.
Vertel mij een» alles uitvoerig."
Maar er was niet» uitvoerig te vertellen.
er was überhaupt niets meer te vertellen
Hier staan ze", zei hij op droevigen
toon, op de bagage wijzend, als toonde hij
mij het graf van een dierbaren overledene.
Het was een feit, daar stonden nu koffers.
In voorbarigen vreugde strekte ik er mijn
handen naar uit.
Mag ik eerst even het reque?"
Het reque, ja! Dat heeft die idioot van
dat wagentje."
Maar dan kunt U de koffers ook niet
meekrijgen."
Kom, kom. U zieti mijn naam staat op
de labels."
- Juist meneer. Maar, met permissie me
neer, aan U hangt geen label."
Hjij nam de pas aam ontstak een lamp en
begon nauwkeurig te lezen, bladzijde voor
bladzijde, alle stempels; alle handteekenin-
gen, alle visa onderzocht hij nauwkeurig.
Ik beschouwde het pleit reeds als gewon
nen.
- Het is in orde", zei hij. Ik greep reeds
weer naar de koffers. „Maar de koffers mag
ik niet meegeven."
(Wordt vervolgd).
IETS OVER KACHELSTOKEN.
W ij hopen natuurlijk, dat wc nog een
prachtig zuel najaar krijgen, doch niettemin
i-s het nu m ieder geval tijd aan het opdoen
van brandstoffen te denken, indien men dit
met reeds eerder deed, toen men kon profi
leren van de billijke zomeraanbiedingen.
lerecht wijzen de bonafide brandstofhande
laren er op, dat het koopen van brandstof
een vertrouwenszaak i». Een bonafide steen-
kolenhandclaar zal het U ook heclemaal niet
kwalijk nemen, als U van Uw contróle-recht
gebruik maakt en U de kolen af en toe laat
voorna teil. Ze wijzen er zelfs op. dat ge
zoo verstandig moet zijn, om nauwkeurig
dc volle zakken, die Uw huis binnengedra
gen worden, te tellen. Telt ge alleen de le
dige zakken, dan laat men de mogelijkheid
van bedrog open, omdat het dan een klein
kunstje is er een paar ledige zakken tus
schen te werken, waarvan U den inhoud niet
gekregen hebt. Sommige menschen klagen
er over, dat ze zelfs bij het gebruik van de
beste anthraciet slakken op het rooster krij
gen. Nu ontstaan slakken door het smelten
van de asch. tengevolge van zeer hooge
temperatuur. Het ligt dus voor de hand,
dat wanneer men slakken krijgt van goede
anthraciet. de kachel of haard bijna voort
durend te haid gestookt wordt. Men heeft
dan blijkbaar een te kleine kachel voor een
te groote ruimte. Het eenige afdoende mid
del is dan zich een grootere kachel aan te
•schaffen!. Het kan natuurlijk ook voorko
men. dat zich om andere redenen ook bij
goede anthraciet slakkenvorming voordoet.
Bijvoorbeeld, wanneer lT plotseling een fel
brandende kachel sterk tempert. Er ont
staat dan zulk een groot ehitte in de ka
chel, doordat er geen ruime afvoer van de
verbrandingsgassen kan plaats vinden, dat
ook hierdoor weer de asch smelt. Men moet
een kachel zoowel langzamerhand tempe
ren, als geleidelijk opstoken. Bij anthraciet
moet men vooral zorgen, dat men een goede
toevoer van lucht heeft, omdat daardoor de
anthraciet volledig kan verbranden en men
geen half verbrande brandstoffen hoeft weg
te werpen. Om een zoo goed mogelijke ver
branding te krijgen, moet men zorgen, dat
de schoorsteen geregeld geveegd wordt, dat
de kachelpijpen goed uitgeklopt en van alle
roet ontdaan zijn en bij haarden de circula
tie schoon gemaakt is. Tenslotte moet men
niet te veel poken, niet meer dan noodig is
om de asch te verwijderen, omdat er an
ders halfverbrande brandstof verloren gaat
Borstels, waarmede men kachels potloodt,
moeten af en toe in warm zeepwater worden
uitgcwasscheiv Bij het zeepwater moet men
een hand soda voegen.
ilt l gaan schilderen en zijn de verf
kwasten de vorige keer niet schoongemaakt
en nu stijf opgedroogd?? Zet ze dan een
na ht in een blikje of kommetje met heet
water waarin een theelepeltje soda is opge
lost. Wasch de kwasten den volgenden ,1**
"en in deelen HjnoV^X^a
RECEPT.
Bloemkool au Gratin: Men neem, 1 <11 u
bloemkool, i nitlk W
lepels bloem <1 af8«»-eken cel
ongeveer 4 Volle eeilenek ""cpe,s t,c"cr>
van een K
- hnimspaan goed droog uitgelekt
>n een vuurvasten schotel. De bloem ver-
uarmt men roerend met 2 lepe!» van de
edijk P3pje' voe«l lang
zamerhand de melk bij en laat de saus even
doorkoken tot ze flink gebonden is. Dan
maakt men ze af met de aroma, 3 lepels
van de geraspte kaas en zooveel zout, als
naar smaak noodig is. De bloemkool be
dekt men geheel met de saus en strooit er
het restje van de kaas over en spreidt er
de overgehouden boter over, in kleine klont
jes verdeeld. De schotel zet men in den oven
tot de overgestrooide kaas goudbruin is ge
kleurd.
Garnalenragout:
Voor vier personen neemt men een K li
ter kokend water en 2 maggi's bouillon
blokjes. 5 afgestreken eetlepels bloem, 1%
afgestreken eetlepel boter. <J ons gepelde
garnalen. 1 eetlepel gehakte peterselie en
1 ei.
Roerende verwarmt men de boter met de
bloem en giet er onder voortdurend roeren
langzamerhand den bouillon bij. Dan laat
men het mengsel even doorkoken tot een
stevig gebonden saus. Dan roert men er de
gepelde garnalen bij en laat die mee warm
worden (niet koken!). De ragout vermengt
men dan voorzichtig met het goed geklopte
ei en, roert er ook de peterselie door. Nu
brengt men het gerecht over op een vleesch-
schotel. Als omranding legt men er drie
hoekige stukjes brood omheen, die in wat
boter aan weerskanten goudbruin zijn ge
bakken.
HUISVROUW.
4
4
4
4
4
4
KANTOORBOEKEN, SCHRIJFBLOKKEN,
VERSCHILLENDE SOORTEN PENNEN,
PENHOUDERS, NOTITIEBOEKJES, KWI
TANTIEBOEKJES, BRIEFORDNERS, BRIEF-
BAKJES, POSTZEGELDOOSJES, BRIEF-
STANDAARDS, POSTZEGELBEVOCHTI-
GERS, PERFORATORS, VULPENNEN,
INKTSTELLEN, PENNENBAKJES, STEM-
PELKUSSENS, BRIEFWEGERS, VLOEIBLA-
DEN, INKTLAPPEN, KANTOORPOTLOO-
DEN, VLOEIDRUKKERS, STEMPELHOU-
DERS, DIVERSE SOORTEN INKTEN, BU
REAUKALENDERS, KANTOORNAALDEN,
LETTERCLIPS, GELDBAKJES, VOUW-
BEENEN, COUPONRINGEN, ETIKETTEN,
VULPOTLOODEN, POTLOODSTIFTEN,
BRIEFOPENERS, LINIALEN, ALLE SOOR
TEN GUMMI, LUXE DOOZEN POST, COR-
RESPONDENTIEKAARTEN, DOORSLAG-
PAPIER, SCHRIJFMACHINEPAPIER, TEE
KENPAPIER, TEEKENCAHIERS, SCHETS
BOEKEN, KLEURKRIJT, OLIE- EN WA
TERVERF, SCHOOLBORDPASSERS, TREK
PENNEN, TEEKENDOOZEN, DOEZELAARS
DRIEHOEKEN, TEEKENHAKEN, VER
GROOTGLAZEN, PASSERDOOZEN, HOUTS
KOOL, KINDERVERFDOOZEN, DRUKKE
RIJEN, DAM- EN SCHAAKSPELEN, VER
SCHILLENDE KINDERSPELEN, KLEUR-
BOEKJES, ENZ. ENZ ENZ.
GEBOORTE-, ONDERTROUW-, VISITE- EN
ROUWKAARTEN, BRIEFPAPIER, MEMO
RANDUMS, ENVELOPPEN, REKENINGEN,
KWITANTIES, WISSELS, RECLAMEKAAR
TEN, STROOIBILJETTEN, CATALOGUS
SEN, BESTEKKEN, BROCHURES ENZ. ENZ
Vraagt prijsopgave
NETTE UITVOERING
44444444444444444444444444444444444444444
op den keer, dat zij ingesneeuwd waren.
Ze begreep er niets van: hoe kon nu Audry
Jesson, de protégée en vriendin van Lady
Vingone en de verloofde van Sir Noel Ratn-
say, dit dametje daar uit de wachtkamer
i jn
Of Audry het nu voelde, dat zij zoo sterk
aangekeken werd, ineens troffen haar
blikken elkaar en had zij Kathleen ook her
kend.
HOOFDSTUK XV.
Audry sliep dien nacht maar heel weinig.
Uren lang had zij nog opgezeten, overleg
gend, of het nu verstandiger zou zijn Kath
leen haar geschiedenis te vertellen en haar
te verzoeken, om te zwijgen, of dat zij in
eens alles aan Noel zou bekennen. Ze wa-
en zoo gelukkig; en. ofschoon ze overtuigd
was, dat haar bekentenis slechts meelij en
deelneming voor haar zou wekken, zag ze
r toch erg tegenop. Als zij getrouwd wa-
en, zou ze het hem vertellen, maar nu nog
niet.
Dien volgenden ochtend zag zij er zóó
bleek en moe uit, dat Lady Vingone onmid
dellijk vroeg, of zij hoofdpijn had.
Neen, rnaar ik heb slecht geslapen,
luiidde het antwoord.
Nu, ik ga van morgen met Maud naar
den tandarts en dan zou ik je beiden aan
raden, Kathleen en jou. dat je het wat rus
tig aanlegde: je ziet beiden bleek.
Gedurende die lange uren van den nacht
was het bij Audry gaan vaststaan, dat 't nog
't beste zou zijn, Kathleen in haar vertrou
wen te nemen, met de belofte van strikte
geheimhouding natuurlijk.
Als zij haar precies de toedracht vertel
de, kon die niet anders dan meelijden met
haar hebben.
N«adat het rijtuig weg was, keerde Audry
zich dus tot Miss Craig met de uitnoodi-
ging:
Zoudt U ook met mij naar mijn eigen
kamer willen meegaan? Daar zullen wij al
thans niet gestoord worden
I Kathleen gaf gaarne gevolg aan die uit-
noodiging, want, ofschoon haar verstand
haar Miss Jesson veroordeelen deed, voelde
zij in haar hart, dat Audry toch nooit ver
achtelijk kon hebben gehandeld.
Zoodra ze op de kamer waren, draaide
Audry de deur in het slot en wees Kathleen
een gemakkelijke» stoel aan, waarna zij be
gon:
Ik voel, Miss Craig, dat ik u een ver
klaring schuldig ben van de positie, die ik
hier inneem. Ik merkte gisteren avond, dat
u mij herkende.
Ja, ik herkende u en ik vind ook wel,
dat u mij een verklaring kunt geven. Toen
wij elkaar den vorigen keer ontmoetten in
den trein en daar in de wachtkamer van dat
stationnetje, droeg u een trouwring en reis
de u onder geleide van uw echtgenoot. Nu
vind ik u hier, in het huis van mijn nicht.
aLs de verloofde van Sir Noel Ranisay. M'ij
dunkt, dit cischt wel eenige verklaring;
en niet alleen tegenover mij, maar ook te
genover Lady Vingone en Sir Noel.
Audry had moeite, om niet driftig en ver
ontwaardigd uit te vallen. Toch bedwong
zij ziich, beseffende, dat zij hiertoe niet het
recht had tegenover dit jonge meisje.
Ik zal u die verklaring geven: ik heb
in waarheid niets slechts gedaan, niets;
maar ik zondigde uit onwetendheid, en ik
heb er zwaar voor moeten boeten. Maar ik
zal bij het begin beginnen en u alles vertel
len. Wanneer u begrijpt, hoe ongelukkig ik
was, zult u er zich ook beter in kunnen ver
plaatsen, hoe makkelijk ik voor de verzoe
king bezwijken kon.
Kort en duidelijk vertelde Audry alles;
maar, toen zij bij het geheime huwelijk
kwam, dat in Schotland gesloten werd, keek
Kathleen zóó verschrikt, dat zij even op
hield, inet de verontschuldiging:
Ja, dit vindt u nu heel slecht van mij.
Maar u kunt er niet over oordeelenu heeft
een gelukkig tehuis, een moeder, die u lief
heeft en u verzorgde, en zusters en broers.
Maar ik heb dat gezinsleven nooit gekend:
mijn tante en ik waren nu niet zulke goede
vriendinnen; mijn neef had mij lief op zijn
egoistische wijze; maar, daar hij zeer
luerschzuchtig is, vreesde ik, dat, als ik
daar aan huis bleef, ik toch wel ééns zijn
vrouw zou moeten worden. En Dick was
zoo knap en innemend, weet u nog wel?
Ja, ik herinner mij hem nog heel goed
Toch komt het mij voor. dat het verkeerd
was, wat u deed. Maar, zooals u zegt, ik
kan er eigenlijk niet over oordeelen
Ik weet nu ook nog, hoe ik vond, dal u wel
wat eigenaardig tegen hem deedt, toen ik
in de wachtkamer terugkwam; maar ik
dacht, dat u misschien gekibbeld hadt* voor
al toen hij later in een anderen coupé ging
zitten. Hoe is het toen verder gegaan?
Och, de familie, waar ik ging logeeren,
liet mij aan het station afhalen; wij namen
officieel afscheid en ik heb hem nooit weer
gezien. Een paar weken later kwam hij
nog eens aan bij de Stephensons, maai ik
wilde hem niet (ntvangen; en ééns heeft
lij mij geschreven en dien brief heb ik on
geopend teruggezonden. Daarna heeft hij
mij met rust gelaten en is hij totaal uit mijn
leven verdwenen. Ik ben toen „thuis" blij
ven wonen, tot mijn neef het mij onmogelijk
maakte, om langer onder één dak met hem
te blijven; en zoo kwam ik hier en voelde
mij gelukkiger, dan ik ooit heb durven ver
wachten, dat dit nog voor mij was wegge
legd. Noel kreeg mij lief; en niet uit bere
kening of egoïsme, zooals Dick en Philip,
maar alleen om mijzelve. Ik wist dit al lang,
eer hij tot mij gesproken had. en ik heb hem
op iedere mogelijke wijze zien te ontmoedi
gen Hoe zou ik zijn liefde ook hebben dur
ven aanvaarden, ik, die niet wist, of ik nog,
of dat ik soms ooit Dicks vrouw was ge
weest?Maar op een goeden middag
kwam ik te hooren. dat ik vrij was: Dick
was al meer dan een jaar geleden in Rho-
desia aan de koorts overleden. Dus mocht
k Noels liefde aannemenO, Kath
leen. kan je je voorstellen, wat die tijding
voor mij was?
(Wordt vervolgd).