Zweedsche Belevenissen KSSStt-t-* N. V. Eerste Soester Electrische Drukkerij De vloek van zijn Leven. MD0©I1©ID>IE. FEÜILLET O IN Voor de Vrouw >o +++++4+444+444 4444+44 44+44 44444 4 44444444 444444444444 444444444444444 4 4 444444444444 VAN WEEDESTRAAT 7 TELEFOON 2062 SOESTDIJK BOEKHANDEL. 'DRUKKERIJ. VERVOLG. God zegen U, meneer, zei de cigaret ten vreter." Dat gebeurt niet vaak, dat de ka pitalisten zich bemoeien met een arme wer- kelooze. ik ben zelf werkelooze", maakte ik bonne mine au mauvais jeu. „Ik weet wat het is Maar daarnet zei je, dat je het zoo bar druk had, en nu beweer je werkelooz te zijn. Alleen vandaag maar druk, meneer. Alleen vandaag maar. Ik moet met dit wa gentje twee koffers naar de stad brengen voor de dominee daar boven." Hij wees naar de kapel boven op de rots. Intusschen bracht deze mededeeling mij op een helder idee. Tenminste, het idee zag er helder uit. zoo op het eerste gezicht. Naderhand bleek het idee meer dan allemachtig troebel, ma zoover zijn we nog niet. Toen ik naar de bosschen vertrokken was destijds, had ik mijn koffers in bewaring gegeven bij Freys Huiverk in Stockholm. Deze werkelooze met zijn wagentje bood een prachtige gele genheid, die dingen voor een paar kronen naar Vartan te krijgen. Als de koffers afgeleverd zijriu kom je dan weer terug met dat apparaat?" vroeg ik Ja, meneer." \V at moet je er voor hebben om een paar koffers voor mij mee terug te bren gen?" Waar vandaan?" Van Freys Hurverk." Hierheen?" Ja-" Ik wil het voor U doen voor drie en een halve kroon, meneer. Maar voor U al leen. De dominee betaalt er vijf." Goed. Ik zal je ook 5 kronen geven, aL je de koffers voorzichtig beJiandelt. Hier is het reque en hier 10 kronen, om het be- waargeld van te betalen. Maar ga dan nu, anders is het middernacht, voor je terug komt. De man zette zich gehoorzaam in bewe ging en stuntelde achter zijn wagentje de helling verder op, om des dominee's koffers te halen. ,Een kwartiertje later zag ik hem terug komen in een dwaze sukkeldraf, mee gesleurd door zijn vehicel, dat bolderde over de steenen. De koffers dansten synchroon op en neer, als touwtje-springende meisjes, die samen in één koord springen. Zachtjes voor mij heen dankte ik den hemel, dat hij straks met mijn koffers geen hellingen zou behoevten af te dalen. Toen verdween het ge heel stofopjagend beneden om den hoek, en omdat er toevallig geen ander verkeer langs kwam op den hoofdweg, bleven wagen en koffers heel en de werkelooze in leven. Nog stond ik in gedachten het reeds ver dwenen geval na te staren, toen boven mij een raam open geschoven werd. Ik heb thee voor U gezet! Komt U bo\ten?" Het was Carls stem. Graag", riep ik terug en begaf mij op weg. Carl wachtte mij aan de trap. Hier heel boven was ik nog niet geweest. Het zag er uit als een tweede klasse Hötel: een lange gang met witgelakte genummerde deuren aan weerszijden. Carl had zijn appartemen ten aan het einde van dezen gang. Heel vriendelijk", zei ik, de kamer bin nenkomende. Daar stond de thee en waar achtig al weer een schotel Sandwiches. Hoe was het mogelijk! Mij was de laatste hap van Carls hyper solide déjeuner nog maar nauwelijks van de hoogte van de adamsap pel naar halverwege mijn slokdarm gezakt. Maar deze man scheen al weer honger te hebbenj. We verdeelden de rollen zoo, dat ik nagenoeg alle beschikbare thee op dronk en hij alle broodjes deed verdwijnen. Door dat Carl mij zijn uitgebreide collectie me nu's toonde, waarbij heel wat uitgelegd moest vyorden. viel een en ander in het ge drang niet op. Daarna gingen wij op het hreede balcon zitten, rookten ten sigaar en dronken een cognac-soda. Carl was van de menu's over gegaan op de medische wetenschap en hield college over eksteroogen, spataderen en an dere prettige dingen,. Nu en dan stond hij op, haalde een of ander lijvig foliant en las mij enkele passage's voor. De woorden dre ven een beetje over mij heen, de folianten stapelden zich tusschen ons opde fauteuil wa- makkelijk, de sigaar goed, de avond goddelijk. Die kon zelfs door ekster oogen niet bedorven worden. Maar geen menschelijk geluk is volmaakt, noch duur zaami. Het stond in de sterren geschreven dat deze avond heel wat minder vredig voor mij eindigen zou, dan hij begonnen was. (De sterren zelve hielden zich, tusschen twee haakjes, schuil, maar dat was, met het kwa de geweten, dat zij onvermijdelijk hebben moesten1, niet te verwonderen). Waar blijft die knaap met m'n kof ftrs?" onderbrak ik ineens, hoogst oneerbie dig, Carl's betoog in een plotselinge terug keer tot practische realiteit. Wat voor knaap?" vroeg deze, vol maakt gedesoriënteerd. Die werkelooze" zei ik, met welke vaagheid ik de zaak voor hem nu niet veel duidelijker maakte. Dat weet ik niet," zei hij naar waarheid Hij hapte reeds lucht, om aan de derde acte van de spatader tragedie te beginnen, maar zoover liet ik hem niet komen. Ik zal eens bellen", zei ik,. Eén mo ment. De telefoon is heneden in de hall niet? Het was reeds tamelijk laat, maar met Frevs Hurverk kan men dag en nacht ver binding krijgen. Deze veelzijdige firma ver huurt watertaxi's (de Gunnar had ik destijds van hen gehad), automobielen en, horrible dictu, ook paardenvehikels. Vervolgens ver huizingen, bergen meubels op en doen mis schien n>og wel veel meer min of meer nut tige dingenj. Degene, die mij te woord stond, wist na tuurlijk noch van mij, noch van mijn kof fers, noch van een werkelooze iets af, zoo- te verwachten was. Toen kwam er ie mand, die wel iets van mij wist, maar van de rest niks en toen sogar een derde, die wist dat mijn koffers bij hen opgeborgen waren. Ja, dat ik ze bij jullie gebracht heb, weet ik ook. Maar zijn ze er nog?" Ja. meneer, als ze niet weg gehaald zijn, staan ze hier1." Die logica overweldigt me." Wat doet ze meneer?" Overweldigen!" Wat overweldigt meneer?" Jullie logica!!!" Het is me niet duidelijk, meneer." Zal het wel nooit worden ook. Never •indj. Maar gaat U nu als 't u blieft een» >nderzoeken, of een man met een wagentje anavond de bewuste koffers gehaald heeft." De man verzon geen smoes, maar toog nderdaad op onderzoek uit. Dit zal zoo een minuut of twee, drie gekost hebben. Intus- -chen was Carl afgedaald en stond mij ver- onderend afwachtend aan te staren. Hallo!" Ja." De man met het wagentje is hier ge veest, meneer. Een uur of wat geleden. Uw offers zijn naar de expeditie gebracht, waar lij ze in ontvangst kon nemen. Intusschen is Ie man even een boodschap gaan doen; hij ou binnen 3 minuten terug zijn. Het wa- entje staat nog hier." Die drie minuten schijnen mij reeds verstreken." Ja, meneer." Wacht, ik kom zelf wel even." Nauwelijks had ik de microfoon neerge legd, of Carls nauw bedwongen nieuwsgie- igheid zocht een uitweg. Wat is dat?" vroeg hij. Oh, niet van veel belang. Een werke looze is bezig 10 kronen in bier om te zetten n door zijn keel te gieten." Nouen?" Nou;, ik ga kijken, hoeveel er nog ovei Wat l^ebt U daar mee te maken? Doet aan maatschappelijk werk of zoo?" Dat niet. Ik gun de menschen graag en beetje persoonlijke vrijheid. Maar het ongeluk, dat het mijn 10 kronen zijn. Vervolgens zijn er nog complicatie's." Heeft hij die kronen dan gestolen?" Ook niet precies. Ik heb ze hem gege- Naar het Engelach. 16) De maand October, die nu volgde, was zeker de gelukkigste, die Audry ooit gekend had; het huis was vol logé's, die voor de jacht gekomen waren en de avonden wer den allergezelligst doorgebracht, terwijl Maud, tot groot genoegen van haar ouders, deel nam aan verreweg de meeste van die bijeenkomsten. Vandaag komt Kathleen, Audry, zei Lady Vingonc op een middag, toen ze de muziekkamer binnenkwam, waar Audry een lied instudeerde. Maar nu had ik zoo vast beloofd, om vanmiddag op de pastorie te zijn. Wil jij nu voor mij ontvangen? En haar zooveel mogelijk op haar gemak zet ten? Ik zal mijn best doen, Lady Vingone, beloofde Audry. Doe voorloopig vast mijn groeten aan Kathleen. Ik hoop maar, dat Maud met haar ingenomen zal zijn. Waar is Maud? Ze rust wat op haar kamer, maar met de thee zal zij wel weer heneden komen. Wanneer verwacht U Miss Kathleen? Zoowat om half vijf. Op dat uur waren heide jonge meisjes in den hall aanwezig, om Kathleen te ont vangen. Wij zijn heel blij u te zien. Miss Craig. trad Audry haar tegemoet. Lady Vin gone moest uitgaan, maar zij heeft mij ver zocht, u vast uit haar naam welkom te hec- ten Terwijl dc jonge meisjes elkaar dc hand reikten, dachten zij van weerskanten: Waar kan ik haar toch méér gezien hebben? Audry voelde zich niet op haar gemak, maar het werd al heel gauw theetijd; Noel met een anderen heer kwamen en zoo was Dan kunt U er ook niets aan doen." Jawel, ze zijn verduisterd. Bovendien ijn er de complicatie's ook nog. Vertel ik ater wel ik moet nu weg." Carl keek mij na, half medelijdend, half geïntrigeerd, toen ik met vier treden gelijk <le trap af sprong. Oh, stil, meneer", riep hij mij nog na, over het bolderend geluid, dat mijn storm achtige afdaling van den houten trap door het huis deed geruchten. „De chef-adjudant slaapt al!" /ij al weer dat min-aangename vergeten en volgde er een opgewekt gesprek, waarin zij telkens Kathleen ook wist te betrekken. Lady Vingone keerde eerst terug, toen de bel voor het kleeden al ging, zoodat zij pas na het diner in de gelegenheid was, zich aens even met Kathleen alleen te onder houden. Ze trok haar toen in een gezellig hoekje van den salon naast zich neer en be gon: Het speet mij zoo, dat ik niet thuis kon zijn, om je te verwelkomen, lieve. Maar de meisjes hebben je toch goed ontvangen? O, ze zijn allervriendelijkst voor mij geweest! Dit zeggende keek Kathleen eens naar een hoek van het vertrek, waar Maud aan de piano zat en Audry bezig was, muziek om te slaan. Wat is Miss Jesson mooi! zei ze onwil lekeurig. Ja, en ze is ook lief en goed! sprak Lady Vingone met warmte. Ken je haar romantische geschiedenis? Dan moet je eens hooren: negen maanden geleden is zij hier gekomen, als gezelschapsdame van Maud; enl Sir Noel vatte liefde voor haar op. In het eerst was ik niet zoo bijzonder daarmee ingenomen, omdat, zoo lief, als ik haar vind.:.-ik hot toch ook dringend noodig achtte, dat hij een meisje met geld zou trouwen. Maar nu een paar weken geleden is er een nichtje van Audry gestorven en heeft zij ineens een groot fortuin geëerfd. O. kijk, daar komt Noel! De deur ging open en Sir Noel stond nu naast Audry bij de piano. Een knap paar, hè? vroeg haar Lady schap. Ja, heel knap. luidde het antwoord. Lady Vingonc ving nu voort met praten en onder het luisteren keek Kathleen steeds Audry's kant uit. En dc wijze, waarop deze naar Noel opkeek en een onkel onbeduidend gebaar, dat zij een oogenblik later maakte, wekten ineens Kathleens' herinnering aan dat jong-getrouwde vrouwtje, dat zij nu vier jaar geleden in den trein had ontmoet, Nette menschen slapen nu nog niet", had ik nog den tijd, terug te schreeuwen, voor de buitendeur achter mij dicht sloeg. Op een afstand zag het wagentje van den perfiden werkelooze reeds staan in de Grev- turegatan, voor het gebouw van Freys Hur verk. Een nachtwaker zat op een stoeltje in de garagedeur een courant te lezen Nu vind ik het altijd jammer, menschen te sto ren in hun krantenleHuur, maar hier moest het wel. Avond", zei ik. „Ik heb net getelefo neerd over m'n koffers." Juist", zei de man, „daar weet ik van. Eén moment." Even later verscheen hij weer in gezel schap van een jongmen»ch!, dat er, wat bur- Koopt Uw Radiobode bij N.V. EERSTE SOESTER ELECTR DRUKKERIJ Van Weedestr. 7. Soestdijk de gerjuffrouwen noemen, crimineel", suf en slaperig uit zag. Het was kennelijk met hem, dat ik zooi ven getelefoneerd had. Hier ben ik dan zelf", kondigde ik aan. Juist", zei hij intelligent en geeuwde. Juistscheen een geliefd woord hier. Vertel mij een» alles uitvoerig." Maar er was niet» uitvoerig te vertellen. er was überhaupt niets meer te vertellen Hier staan ze", zei hij op droevigen toon, op de bagage wijzend, als toonde hij mij het graf van een dierbaren overledene. Het was een feit, daar stonden nu koffers. In voorbarigen vreugde strekte ik er mijn handen naar uit. Mag ik eerst even het reque?" Het reque, ja! Dat heeft die idioot van dat wagentje." Maar dan kunt U de koffers ook niet meekrijgen." Kom, kom. U zieti mijn naam staat op de labels." - Juist meneer. Maar, met permissie me neer, aan U hangt geen label." Hjij nam de pas aam ontstak een lamp en begon nauwkeurig te lezen, bladzijde voor bladzijde, alle stempels; alle handteekenin- gen, alle visa onderzocht hij nauwkeurig. Ik beschouwde het pleit reeds als gewon nen. - Het is in orde", zei hij. Ik greep reeds weer naar de koffers. „Maar de koffers mag ik niet meegeven." (Wordt vervolgd). IETS OVER KACHELSTOKEN. W ij hopen natuurlijk, dat wc nog een prachtig zuel najaar krijgen, doch niettemin i-s het nu m ieder geval tijd aan het opdoen van brandstoffen te denken, indien men dit met reeds eerder deed, toen men kon profi leren van de billijke zomeraanbiedingen. lerecht wijzen de bonafide brandstofhande laren er op, dat het koopen van brandstof een vertrouwenszaak i». Een bonafide steen- kolenhandclaar zal het U ook heclemaal niet kwalijk nemen, als U van Uw contróle-recht gebruik maakt en U de kolen af en toe laat voorna teil. Ze wijzen er zelfs op. dat ge zoo verstandig moet zijn, om nauwkeurig dc volle zakken, die Uw huis binnengedra gen worden, te tellen. Telt ge alleen de le dige zakken, dan laat men de mogelijkheid van bedrog open, omdat het dan een klein kunstje is er een paar ledige zakken tus schen te werken, waarvan U den inhoud niet gekregen hebt. Sommige menschen klagen er over, dat ze zelfs bij het gebruik van de beste anthraciet slakken op het rooster krij gen. Nu ontstaan slakken door het smelten van de asch. tengevolge van zeer hooge temperatuur. Het ligt dus voor de hand, dat wanneer men slakken krijgt van goede anthraciet. de kachel of haard bijna voort durend te haid gestookt wordt. Men heeft dan blijkbaar een te kleine kachel voor een te groote ruimte. Het eenige afdoende mid del is dan zich een grootere kachel aan te •schaffen!. Het kan natuurlijk ook voorko men. dat zich om andere redenen ook bij goede anthraciet slakkenvorming voordoet. Bijvoorbeeld, wanneer lT plotseling een fel brandende kachel sterk tempert. Er ont staat dan zulk een groot ehitte in de ka chel, doordat er geen ruime afvoer van de verbrandingsgassen kan plaats vinden, dat ook hierdoor weer de asch smelt. Men moet een kachel zoowel langzamerhand tempe ren, als geleidelijk opstoken. Bij anthraciet moet men vooral zorgen, dat men een goede toevoer van lucht heeft, omdat daardoor de anthraciet volledig kan verbranden en men geen half verbrande brandstoffen hoeft weg te werpen. Om een zoo goed mogelijke ver branding te krijgen, moet men zorgen, dat de schoorsteen geregeld geveegd wordt, dat de kachelpijpen goed uitgeklopt en van alle roet ontdaan zijn en bij haarden de circula tie schoon gemaakt is. Tenslotte moet men niet te veel poken, niet meer dan noodig is om de asch te verwijderen, omdat er an ders halfverbrande brandstof verloren gaat Borstels, waarmede men kachels potloodt, moeten af en toe in warm zeepwater worden uitgcwasscheiv Bij het zeepwater moet men een hand soda voegen. ilt l gaan schilderen en zijn de verf kwasten de vorige keer niet schoongemaakt en nu stijf opgedroogd?? Zet ze dan een na ht in een blikje of kommetje met heet water waarin een theelepeltje soda is opge lost. Wasch de kwasten den volgenden ,1** "en in deelen HjnoV^X^a RECEPT. Bloemkool au Gratin: Men neem, 1 <11 u bloemkool, i nitlk W lepels bloem <1 af8«»-eken cel ongeveer 4 Volle eeilenek ""cpe,s t,c"cr> van een K - hnimspaan goed droog uitgelekt >n een vuurvasten schotel. De bloem ver- uarmt men roerend met 2 lepe!» van de edijk P3pje' voe«l lang zamerhand de melk bij en laat de saus even doorkoken tot ze flink gebonden is. Dan maakt men ze af met de aroma, 3 lepels van de geraspte kaas en zooveel zout, als naar smaak noodig is. De bloemkool be dekt men geheel met de saus en strooit er het restje van de kaas over en spreidt er de overgehouden boter over, in kleine klont jes verdeeld. De schotel zet men in den oven tot de overgestrooide kaas goudbruin is ge kleurd. Garnalenragout: Voor vier personen neemt men een K li ter kokend water en 2 maggi's bouillon blokjes. 5 afgestreken eetlepels bloem, 1% afgestreken eetlepel boter. <J ons gepelde garnalen. 1 eetlepel gehakte peterselie en 1 ei. Roerende verwarmt men de boter met de bloem en giet er onder voortdurend roeren langzamerhand den bouillon bij. Dan laat men het mengsel even doorkoken tot een stevig gebonden saus. Dan roert men er de gepelde garnalen bij en laat die mee warm worden (niet koken!). De ragout vermengt men dan voorzichtig met het goed geklopte ei en, roert er ook de peterselie door. Nu brengt men het gerecht over op een vleesch- schotel. Als omranding legt men er drie hoekige stukjes brood omheen, die in wat boter aan weerskanten goudbruin zijn ge bakken. HUISVROUW. 4 4 4 4 4 4 KANTOORBOEKEN, SCHRIJFBLOKKEN, VERSCHILLENDE SOORTEN PENNEN, PENHOUDERS, NOTITIEBOEKJES, KWI TANTIEBOEKJES, BRIEFORDNERS, BRIEF- BAKJES, POSTZEGELDOOSJES, BRIEF- STANDAARDS, POSTZEGELBEVOCHTI- GERS, PERFORATORS, VULPENNEN, INKTSTELLEN, PENNENBAKJES, STEM- PELKUSSENS, BRIEFWEGERS, VLOEIBLA- DEN, INKTLAPPEN, KANTOORPOTLOO- DEN, VLOEIDRUKKERS, STEMPELHOU- DERS, DIVERSE SOORTEN INKTEN, BU REAUKALENDERS, KANTOORNAALDEN, LETTERCLIPS, GELDBAKJES, VOUW- BEENEN, COUPONRINGEN, ETIKETTEN, VULPOTLOODEN, POTLOODSTIFTEN, BRIEFOPENERS, LINIALEN, ALLE SOOR TEN GUMMI, LUXE DOOZEN POST, COR- RESPONDENTIEKAARTEN, DOORSLAG- PAPIER, SCHRIJFMACHINEPAPIER, TEE KENPAPIER, TEEKENCAHIERS, SCHETS BOEKEN, KLEURKRIJT, OLIE- EN WA TERVERF, SCHOOLBORDPASSERS, TREK PENNEN, TEEKENDOOZEN, DOEZELAARS DRIEHOEKEN, TEEKENHAKEN, VER GROOTGLAZEN, PASSERDOOZEN, HOUTS KOOL, KINDERVERFDOOZEN, DRUKKE RIJEN, DAM- EN SCHAAKSPELEN, VER SCHILLENDE KINDERSPELEN, KLEUR- BOEKJES, ENZ. ENZ ENZ. GEBOORTE-, ONDERTROUW-, VISITE- EN ROUWKAARTEN, BRIEFPAPIER, MEMO RANDUMS, ENVELOPPEN, REKENINGEN, KWITANTIES, WISSELS, RECLAMEKAAR TEN, STROOIBILJETTEN, CATALOGUS SEN, BESTEKKEN, BROCHURES ENZ. ENZ Vraagt prijsopgave NETTE UITVOERING 44444444444444444444444444444444444444444 op den keer, dat zij ingesneeuwd waren. Ze begreep er niets van: hoe kon nu Audry Jesson, de protégée en vriendin van Lady Vingone en de verloofde van Sir Noel Ratn- say, dit dametje daar uit de wachtkamer i jn Of Audry het nu voelde, dat zij zoo sterk aangekeken werd, ineens troffen haar blikken elkaar en had zij Kathleen ook her kend. HOOFDSTUK XV. Audry sliep dien nacht maar heel weinig. Uren lang had zij nog opgezeten, overleg gend, of het nu verstandiger zou zijn Kath leen haar geschiedenis te vertellen en haar te verzoeken, om te zwijgen, of dat zij in eens alles aan Noel zou bekennen. Ze wa- en zoo gelukkig; en. ofschoon ze overtuigd was, dat haar bekentenis slechts meelij en deelneming voor haar zou wekken, zag ze r toch erg tegenop. Als zij getrouwd wa- en, zou ze het hem vertellen, maar nu nog niet. Dien volgenden ochtend zag zij er zóó bleek en moe uit, dat Lady Vingone onmid dellijk vroeg, of zij hoofdpijn had. Neen, rnaar ik heb slecht geslapen, luiidde het antwoord. Nu, ik ga van morgen met Maud naar den tandarts en dan zou ik je beiden aan raden, Kathleen en jou. dat je het wat rus tig aanlegde: je ziet beiden bleek. Gedurende die lange uren van den nacht was het bij Audry gaan vaststaan, dat 't nog 't beste zou zijn, Kathleen in haar vertrou wen te nemen, met de belofte van strikte geheimhouding natuurlijk. Als zij haar precies de toedracht vertel de, kon die niet anders dan meelijden met haar hebben. N«adat het rijtuig weg was, keerde Audry zich dus tot Miss Craig met de uitnoodi- ging: Zoudt U ook met mij naar mijn eigen kamer willen meegaan? Daar zullen wij al thans niet gestoord worden I Kathleen gaf gaarne gevolg aan die uit- noodiging, want, ofschoon haar verstand haar Miss Jesson veroordeelen deed, voelde zij in haar hart, dat Audry toch nooit ver achtelijk kon hebben gehandeld. Zoodra ze op de kamer waren, draaide Audry de deur in het slot en wees Kathleen een gemakkelijke» stoel aan, waarna zij be gon: Ik voel, Miss Craig, dat ik u een ver klaring schuldig ben van de positie, die ik hier inneem. Ik merkte gisteren avond, dat u mij herkende. Ja, ik herkende u en ik vind ook wel, dat u mij een verklaring kunt geven. Toen wij elkaar den vorigen keer ontmoetten in den trein en daar in de wachtkamer van dat stationnetje, droeg u een trouwring en reis de u onder geleide van uw echtgenoot. Nu vind ik u hier, in het huis van mijn nicht. aLs de verloofde van Sir Noel Ranisay. M'ij dunkt, dit cischt wel eenige verklaring; en niet alleen tegenover mij, maar ook te genover Lady Vingone en Sir Noel. Audry had moeite, om niet driftig en ver ontwaardigd uit te vallen. Toch bedwong zij ziich, beseffende, dat zij hiertoe niet het recht had tegenover dit jonge meisje. Ik zal u die verklaring geven: ik heb in waarheid niets slechts gedaan, niets; maar ik zondigde uit onwetendheid, en ik heb er zwaar voor moeten boeten. Maar ik zal bij het begin beginnen en u alles vertel len. Wanneer u begrijpt, hoe ongelukkig ik was, zult u er zich ook beter in kunnen ver plaatsen, hoe makkelijk ik voor de verzoe king bezwijken kon. Kort en duidelijk vertelde Audry alles; maar, toen zij bij het geheime huwelijk kwam, dat in Schotland gesloten werd, keek Kathleen zóó verschrikt, dat zij even op hield, inet de verontschuldiging: Ja, dit vindt u nu heel slecht van mij. Maar u kunt er niet over oordeelenu heeft een gelukkig tehuis, een moeder, die u lief heeft en u verzorgde, en zusters en broers. Maar ik heb dat gezinsleven nooit gekend: mijn tante en ik waren nu niet zulke goede vriendinnen; mijn neef had mij lief op zijn egoistische wijze; maar, daar hij zeer luerschzuchtig is, vreesde ik, dat, als ik daar aan huis bleef, ik toch wel ééns zijn vrouw zou moeten worden. En Dick was zoo knap en innemend, weet u nog wel? Ja, ik herinner mij hem nog heel goed Toch komt het mij voor. dat het verkeerd was, wat u deed. Maar, zooals u zegt, ik kan er eigenlijk niet over oordeelen Ik weet nu ook nog, hoe ik vond, dal u wel wat eigenaardig tegen hem deedt, toen ik in de wachtkamer terugkwam; maar ik dacht, dat u misschien gekibbeld hadt* voor al toen hij later in een anderen coupé ging zitten. Hoe is het toen verder gegaan? Och, de familie, waar ik ging logeeren, liet mij aan het station afhalen; wij namen officieel afscheid en ik heb hem nooit weer gezien. Een paar weken later kwam hij nog eens aan bij de Stephensons, maai ik wilde hem niet (ntvangen; en ééns heeft lij mij geschreven en dien brief heb ik on geopend teruggezonden. Daarna heeft hij mij met rust gelaten en is hij totaal uit mijn leven verdwenen. Ik ben toen „thuis" blij ven wonen, tot mijn neef het mij onmogelijk maakte, om langer onder één dak met hem te blijven; en zoo kwam ik hier en voelde mij gelukkiger, dan ik ooit heb durven ver wachten, dat dit nog voor mij was wegge legd. Noel kreeg mij lief; en niet uit bere kening of egoïsme, zooals Dick en Philip, maar alleen om mijzelve. Ik wist dit al lang, eer hij tot mij gesproken had. en ik heb hem op iedere mogelijke wijze zien te ontmoedi gen Hoe zou ik zijn liefde ook hebben dur ven aanvaarden, ik, die niet wist, of ik nog, of dat ik soms ooit Dicks vrouw was ge weest?Maar op een goeden middag kwam ik te hooren. dat ik vrij was: Dick was al meer dan een jaar geleden in Rho- desia aan de koorts overleden. Dus mocht k Noels liefde aannemenO, Kath leen. kan je je voorstellen, wat die tijding voor mij was? (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4