Zweedsche Belevenissen Denkt er wel aan De Soester Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag o<~ Officieel >o Het leven en de visscher. 1 rol boterhampapier No. 84 Bekendmakingen Twintigste Jaargang Woensdag 19 October 1932 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. B. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIËN i VAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING ABONNEMENTSPRIJS f 1._ PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912-(STAATSBLADNo.380) le Afdeeling No. 213. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen Ier openbare kennis, dat de vaste commBriën uit den Raad voor 1932/1933 zijn samengesteld als volgt: Commissie Heide- en Zandgronden. Voorzitter: K. Lodcesen. Leden: F. van den Breemer en A. Fnden- l |k Commissie Openbare Werken. Voorzitter: K. Lodee>en. Leden: 1). Ai. de Brnvn W. F. H. Busch M. Hornsveld en H. van Klooster. Commissie Uitbreidingsplan en Grond bedrijf. Voorzitter de Burgemeester. Leden: P. van den Bretmer H. J. Gasil- le G. J. irootewalM. Hornsveld en J. Nooder. Commissie Belastingzaken. Voorzitter: J|. S. van Duren. Leden: W. F, II. Busch Aj. Endendijk Mej. H. Funke en J. J. H'. Mineur. Commissie Werkverschaffing en Stcunver- leening. Voorzatter: K. Lodeesen. Leden: Wi. 1' H. Busch Mej. H. Funke H. J. Gasille H. van Klooster en A. de Nies. Commissie Bijstand Gasbedrijf. Voorzitter: J. S. van Duren. Leden: 1). A. de Bniyn G. J. Grootewal en H. van Klooster. Wetgevende Commissie. Voorzitter: de Burgemeester. Leden. C. J. van Dam A,. [Endendijk H. J. Gasi..e en G. J. Grootewal. Financieele Commissie. Voorzitter: I S. van Duren. Leden: H. J:. Gasillc G. J. Grootewal en H. van Klooster Soest, 29 September 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. I De Secretaris, Ji. Batenburg. le Afdeeling No 2I»92. Burgemeester en Wethouders van Soest bnengen ingevolge lid 5 van artikel 9 der Winkelsluitingswet ter openbare kennis dat door hen aan het Bazaar-comité Chr. School te Soe&terberg ontheffing is ver leend ten aanzien van de door dat comité te houden bazaar op 3, 4 en 5 November a.s. Soest, II October 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Onze grootste zorg moet niet zijn, datgene te zien, wat heel vaag. in de verte ligt1, maar te doen, wat duide lijk voor de hand ligt. CARLYLflL Men kan wijze levenslessen trekken uit de kleinste en oogenschijnlijk onbeduidend ste dingen. Is er niet een oud woord, dat den luiaard vermaant tot dc mieren te gaan en wijs te worden? En wie zou nu denken, dat een hengelaar tot wijsgccrige overden kingen aanleiding kon geven? Zoo'n vis schertja', daar maak je grapjes over en je roept /poes-poes" omdat hij niets gevangen heeft en zoo,, doch voor de rest... Ja,, en toch: heeft U wel eens op een vis scher gelet? De man zit aan een kanaaltje of watertje en schroeft eindelooze hengel stokken aan elkaar. Door een of ander on naspeurlijk hengelaarsinstinct gedreven probeert een visscher zijn hengel blijkbaar steeds zoo lang mogelijk te maken, zoodat men zich onwillekeurig afvraagt/, waarom de goede man niet aan den anderen kant van het water gaat zitten met een heel kort hengeltje, want dan bereikt hij precies het zelfde effect, als nu met zijn langen hengel, die bijna tot aan den overkant reikt. Het ligt nu eenmaal in den aard van velen on zer blijkbaar, dat we steeds halsreikend en verlangend uitzien naar de dingen heel in de verte ,,aan den overkant", terwijl we de dingen die vlak voor ons liggen, als het ware onder handbereik, niet achten. Het is'inderdaad juist, wat wel eens wordt opgemerkt', dat velen, van ons dc fout begaan van te denken dat als ze maar zoo fortuinlijk waren als hun buren, dat ze dan veel beter, veel reiner en veel nuttiger levens konden leven. Maar het is evenzeer waar, wat Helen Keiler onlangs opmerkte, dat als we in onze positie van vandaag niet kunnen slagen, we het in een andere even min kunnen. Als we de wereld niet kunnen hejpen, op het punt waar we ons nu bevin den, dan kunnen we het ergens anders ook niet. Het gaat niet om de soort van om geving waarin wc ons bevinden, maar om de soort van gedachten die we eiken dag (Jeuken en de idealen die we volgen in één woord, het gaat om het soort van men- schen dat we zijn Weet U wat het is: we zijn soms zulke vreemdehengelaars. We willen naar buiten, tegenover de vreemden die we ont moeten. of de gasten die we ontvangen, zulke fijne, hoogstaande, hartelijke, aardige haerelsschijnen. Ja ja, we houden wel van een mooi aureooltje van deksels aardige lui te zijn. Maar thuishoho, thuis, nu ja, voor de menschen thuis, de menschen die je dagelijks om je heen hebt, daar hoef je je niet zoo voor uit te sloven. En toch.... zegt een oud Fransch spreek woord, dat de „liefdadigheid thuis begint." VERVOLG. Op een morgen ontdekte ik, dat mijn wingerdranken rood begonnen te worden. In den tuin hingen herfstdraden. Het wordt tijd, dat je weer eens iets gaat uitvoeren, vader Cats", zeide ik tot mij zelf. Als ik „vader Cats" tegen mij zelf zeg, meen ikl. Dus ging ik iets uitvoe ren!, En aangezien hiermede een nieuwe episode begint, zijn wij tevens gekomen aan het einde van dit aller-rommeligste hoofd stuk. Maar ik heb U immers al eens gezegd, dat ik geweldig slordig ben HOOFDSTUK XV. Wat moet ik schrijven dat de rood vlammende wingerd mij op een Septem- dat gij het geld, voor reclame bestemde zoo voordeelig mo gelijk belegt. Veel geld wordt nutteloos uitgegeven door onoordeelkundigad- verteeren. Een goede advertentie in de beste courant, heeft het meeste succes Laat de opbrengst van Uw advertentie zoo groot mogelijk zijn. Adverteert in Vraagt onze voor- deelige tarieven!!! Bovendien is het zoo belangrijk om juist thuis, juist in den en gen kring van ons da- gel ijksch leven, die zoo vlak voor de hand ligt, vrede en blijdschap, liefde en opge wektheid te brengen. We denken er niet altijd bij, maar hoe kan niet soms een' en kel bitter woord een heel gezin den heelen dag verontrusten. Eén norsche blik zei iemand dezer dagen terecht in de Church Visitor (Dallas) werpt een donkere scha duw over het huishouden, terwijl een glim lach, als een glimp van zonneschijn, de donkerste en moeilijkste uren kan doen op lichtenEen geest van zelf-opoffe- ring is noodzakelijk. Deze is noodig in den omgang bij speciale gelegenheden, maar nog veel meer in het gezinsleven, opdat men niet in iemands rechten treedt of eens anders plezier bederft. Vrede wordt ver stoord, orde verbroken en schoonheid be dorven, daar waar zelfzucht hecrscht, al was er ook weelde en cultuur aanwezig. Sommige ouders zijn onuitputtelijk in hun voorkomendheid en hoffelijkheid jegens vreemden, maar zijn als een kille mist voor hun kinderen thuis vol nukken en hard in hun opvattingen. Liefde vraagt echter nu eenmaal wederzijdsche tegemoetko mendheid!. In een volmaakt gezin vindt echter een intellectueele uitwisseling van gedachten plaats. De leden van het gezin moesten hun ervaringen, waarnemingen en indrukken uitwisselenOuders moes ten den vragen den geest van de jeugd op verstandige wijze tegemoet komen. Er moet wcdcrzijdsch vertrouwen zijn, er moet ook beleefdheid zijn. Dit is in het gezinsleven net zoo noodig als dc olie die in dc ma chine dc wrijving vermindert. Nietwaar? La charité commencc en familie: de lief dadigheid. dc liefde, dc betooning van lief de jegens anderenbegint thuis. Waar zoo'n visscher iemand al niet op kan bren gen FLORIS C. Nadruk verboden. bermorgen verkondigde, dat het herfst ge worden was en mijn moo'ien zomer voorbij, of dat het bundeltje banknoten in mijn portefeuille, loon van mijn winter in de bosschenl, gevoegd bij het restje, gered uit dc Krach op Talfors, angstwekkend be gon te slinken? Laat ik beide motieven ver melden, dan is het èn poëtisch èn eerlijk van mijn overtuiging), dat het weder tijd werd, mij als een nuttig en produceerend lid van de maatschappij te gaan gedragen. Maar wat? Maar waar? Maar hoe? Ik dacht gunstig na en ploos relatie's uit, of er ner gens zoo'n eenwielig vehikeltje te ontdek ken viel, dat in de wandeling kruiwagen genoemd wordt en wier nut mij overdrach telijk bij het maatschappelijk transport steeds oneindig veel doelmatiger, hoewel niet strikt rechtvaardig, voorgekomen is, dan de letterlijk dito in dc agricultuur. Nu, zooiets Bleek te bestaan ik kreeg een paar aanbevelings-brieven toegestuurd (het was een kruiwagen op kogellagers) en op den goeden morgen bevond ik mij in het privckantoor van directeur Larsson van de telefoonfabrieken A.-B. L. M. Ericsson. A.-B. is een afkorting van aktiebolaget" en beteeken t: de naamlooze vennootschap. Hier ging alles van een leien dakje, een leienj dakje gesmeerd met 100 Pensyl- vanischc olie, om het zoo eens uit te druk- kenl. Eventueele capaciteiten, alsmede de ontstentenis derzulke speelden een beschei den rol, de baan was er en werd mij toege zegd binnen de 10 minuten. Tot zoover was ik redelijk tevreden over den gang van za ken. totdat het plotseling tot mij door drong, dat directeur Larsson mij een be trekking op de kantoren der maatschappij toedacht', en op hetzelfde moment was mijn geestesharmonie verre te zoeken. Ik had eten visioen, van kantoorstoelen, groote vellen papier, ratelende schrijfmachines, eindelooze urenen huiverde. Dus dichtte ik enkele treffende volzin nen, waarin ik van mijn voorliefde voor de technische zijde der zaak getuigde. Direc teur Larsson keek mij onderzoekend aan en zeide tenslotte: Ja, dat is nu juist niet zoo eenvoudig. Ons bedrijf is een zeer gespecialiseerde branche en het leidende technische perso neel heeft een vakopleiding noodig in die richting, die ook de technische Iloogeschool niet gceftj. Indien U in de praktijk wilt, zult U het bedrijf eerst dienen te bestudee- ren." Ik had niets tegen een inleidende studie van het bedrijf, hoegenaamd niet. Zoodat de directeur een nolatje schreef voor den chef werkmeester, met wien ik de zaak dan maar verder uit moest vechten. Dus dan maar op zoek naar den chef-werkmeester, die elders troonde. Het complex kantoorgebou wen was met een gedeelte der fabriek ver- eenigd tot wat daar genoemd werd „De oude fabriek", waarin totaal een 700-tal arbeiders bun bezigheden vonden. De overi gen der 2500 menschen waren tevferk ge steld in de zi.g. „Nieuwe fabriek", een enorm gebouw, dat een geheel kwartier besloeg, en waarin ook de personeelchef huisde. Uit den aard der zaak w#s ik dien eersten morgen nog niet met den internen dienst en dc heerschende toestanden op de hoogte en ik zou uit discretie ook niet zoo vrij over een en ander schrijven, als nu juist niet kort geleden door een finantieel schandaal, ge volg van de Kreuger-affaire, de maatschap pij zoo definitief gecompromiteerd was ge worden, dat mijn kleine onbescheidenheid- jes daar weinig neer aan toe of af zullen doen. Enfin, ree in de eerste tijden bleek ïriij, hoe organisatie bij dc onderneming iets was, dat tamelijk illusoir genoemd mocht worden. Aan het hoofd van iedere afdeeling stond een werkmeester, die de gang van zaken op zijn gebied beheerde en beheerschte. Maar de algemeene leiding had verzuimd, aan deze menschen jonge krach ten toe te voegen, die de leiding ter zijner tijd over zouden kunnen nemen en hen zoo noodig dadelijk reeds konden vervangen, met het gevolg, dat deze werkmeesters op hun afdeelingsbureau's troonden als klei ne Koningen, tegjen wie niemand, uit hoof de van hun onmisbaarheid, een vinger dorst te verheffen. De directie zeker niet, hoogstens de vakvereenigingen. Als nu twee van deze heeren een kleine veete on der .elkaar hadden, vochten zij die in de fabriek uit in dier voege, dat zij de afleve ring van het werk lichtelijk saboteerden. Het gedeeltelijk klare fabricaat werd na melijk van afdeeling tot afdeeling gezonden, steeds voor een nieuwe bewerking, terwijl sommige alleen maar afgewerkte onderdee- len behoefden te leveren ter inmontage. Als dus de eene werkmeester den anderen dwars ging zitten, liep alles in het honderd en dat gebeurde maar vaak genoeg, want het waren voor driekwart oude zure heeren met maag- en leverkwalen. Ik heb den na- deeligen invloed hiervan beter kunnen ob- serveeren, dan wie ook, omdat ik ter be studeering van het bedrijf van afdeeling naar afdeeling verhuisde. Hoewel de gehee- le fabriek op volle capaciteit werkte, re gelmatig met overuren de nog al naar links overhellende Zweedsche reg. was merkwaardig royaal met het geven van overwerkvergunningjen hoewel er groo te orders af te werken waren voor bijna alle werelddeelen, bedroeg het dividend het jaar. dat ik aan de onderneming verbonden werd, 2 en de daarop volgende jaren ni hil. Dus „something rotten" was er wel! Verder beschouwde de directie het accoord- loonsysteem als het alleen-zalig-makende. Alles, maar dan ook alles, moest op ac- coordloon gemaakt worden, tot de steeds, wisselende precisie instrumlenten, die de instrumentmakers onder handen kregen, toe. Voor het vaststellen van de stukprijzen had men het dwaaste systeem, dat ik ooit ergens gezien heb. Met volledige negatie van de wetenschappelijke methoden, die er bestaan om deze loonen vast te kunnen stellen, ging men als volgt te werk. Neem aan, er moest voor de montage van een nieuw onderdeel een accoordprijs vastge steld worden. Dan gaf men eenige werklie den een aantal dezer onderdeden in han den, plaatste hen op een hoog uurloon en zei: „kijk nu eens, hoeveel je er per uur klaar kunt maken met eenige routine." Maar deze menschen wisten natuurlijk ook best, hoe laat het was en zetten zich ge hoorzaam aan het monteerenmet een arbeidsintensiteit van 10 Als dan eenig routine bereikt was, deel de men het aantal stuks, dat de werklie den gezegd hadden per uur klaar te kun nen maken eenvoudig op het gemiddelde uurloon en ziedaar dc stukprijs! Als dan het werk naderhand op accoordloon uitge geven werd, voerden de betrokken arbei ders hun arbeidsintensiteit op tot bijv. 30% en haalden op hun slofjes het vastgestelde maximumloon. De rest van den tijd gingen ^ij dan cigarctten rooken in de waschka- mers, waar het steeds een allemachtig ge zellige sociëteit was. Om dc gemoedelijk heid nog wat op te voeren en den menschen gelegenheid te bieden, de niet gebruikte 2/3 der arbeidsuren prettig door te komen, lie pen er den geheelen dag jongens door dc fabriek, die bier en belegde broodjes ver kochten. Een verdere attractie was het ge zellige pêle-méle van mannelijke en vrou welijke arbeidskrachten, de laatste veelal jonge dames, die de werkmeesters dc lange avonduren op een gezellige wijze hadden helpen korten en als belooning een baantje bij L. M. gekregen hadden, zooals de on derneming bij verkorting genoemd werd. Vele jonge arbeiders, waar ik later mee sprak, verklaarden mij de in verhouding slecht betalende betrekking bij L.M. geam- bieërd te hebben, „omdat het er zoo gezel lig met de meisjes was!" Als je dan per sé bevattende 50 vel stevig perkament, voor N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij Van Weedestraat 7, Soestdljk vrouwelijke arbeidskrachten in je fabriek aan het werk wil stellen, hetgeen ik, spre kende uit ervaring, maar in speciale geval len van voordeel acht, ondanks het lagere loon, waarmede zij zich tevreden stellen, zet ze dan in hemelsnaam afzonderlijk, vooral als driekwart van je gezamenlijke personeel de 25 jaar nog niet bereikt heeft. Ik zou aan het opsommen van organisatie- fouten kunnen blijven, o.a. hoe de afdee- lingen, die achtereenvolgende bewerkingen aan het fabricaat moesten verrichten, soms diagonaalsgewijze door de fabriek ver spreid lagen, zoodat er een heel legertje menschen onafgebroken bezig was met het versjouwen, trap op, trap af, of van en naar de liftten. Of hoe er geen de minste controle was op de hoeveelheden on ler- deelen, die bij het monteeren door non chalance bedorven werden en in de afval bakken terecht kwamen. Maar dit alles is voor den lezer van weinig interesse ik heb slechts het milieu willen aanduiden, waarin mijn nieuwe werkkring mij gevoerd had en waarvan ik natuurlijk op dat mo ment nog geen idee had. Ik vond werkmeester Carlsson op zijn privékantoor, ergens in de onderste regio nen van de nieuwe fabriek. Het was een heertje van onbestemden leeftijd, gerekend vanaf middelbaar. FT ij had een viezig be schimmeld snorretje, wallen onder z'n oogen a la Speenhoff en tamelijk onhebbe lijke manieren, zoodat het feitelijk een vriendelijkheid van mij was, hem zooeven in mijn beschrijving een heertje genoemd te hebben. Naderhand vernam ik, hoe hij destijds poetser geweest was aan de fa briek, doch met de merkwaardige promo tie-methoden, die hier heerschten, plots klaps tot personeelchef benoemd was, met het overslaan van alle tusschenliggende stadia. Hij was van dat type menschen, dat je nooit beleefd moet behandelen, hoe hof felijk je ook aangelegd moge zijn, omdat ze courtoisie onvermijdelijk als slaafsch- lieki opvatten. Toen ik hem in de eerste drie minuten van ons gesprek door gekre gen had, ging ik er onverwijld toe over, hem te brutaliseeren. Die methode was best, chefwerkmeester Larsson werd mak in de hand, was er na aan toe, op te gaan zitten en pootjes te gaan geven. Maar dat hoefde nu ook weer niet ik was er te vreden mede, zijn toestemming te verkrij gen. mijn eigen weg in de fabriek uit te mogen zoeken. Hij zou de diverse werk meesters van mijn aanwezigheid berichten, gaf mij een algemeen laissez-passer en zegde mij zijn medewerking toe, waarvan ik nooit gebruik gemaakt heb. Daarna maakte ik een rondwandeling door het ge bouwencomplex. beschouwde den dag als welbesteed en keerde huiswaarts. Den volgenden morgen vroeg zag men mij terug. Ik had gisteren bij mijn oriën tatie-tocht mijn keuze reeds gemaakt en installeerde mij voorloopig op de afdee ling van werkmeester Karlsson, waar al lerlei kleine onderdeelen vervaardigd wer* den: gedraaid voornamelijk en verder ge- fraisd en gestanst. Uit een oogpunt van telefoonfabricagc-studie had ik hier niets tc maken, maar mijn bedoeling was een an dere. Wij hebben zooveel gelezen over „mensch en machine", den invloed van de massafabricagemethoden op den arbeider, enz., dat ik hiermede gaarne eens uit erva ring wilde kennis maken. De werkmeester, een geschikte baas overigens, was groote- lijks verbaasd over mijn wensch, aan eert klein fraisbankje geplaatst te worden, dat sleufjes sleep in miniatuur asjes. Het Werk I van den arbeider, van mij düs in dit geval, I bestond uit het plaatsen van zoo'n asje In de machine, den geheelen dag door. Meer I geestdoodende mechanische bezigheid had ik niet uit kunnen kiezen. Degene, die het werk voor mij verrichtte, bracht het tot 28.000 asjes per dag, als ik mij goed her- I inner. I Onmiddellijk nadat het bellen van zevert uur weerklonken had, het sein om te begin- nen, begon mijn machine te draaien, tei I gelijk met nog een dertigtal andere in de- 1 zelfde hall. Het beken/de metaalbeWerklngs- 1 geluid: het zoemten der electromotören, het likken der drijfriemconnecties over de ijze- I ren póelies, het krassen van gestieden me- 1 taal. Naast mij stond een bakje rtlet 10.000 I asjes, en dat was heusch geen groot bakje!, ik zelf zat op een laag krukje voor de tna- chine. Asje er in, krsch zegt de fraisbank, I dan valt het automatisch met een tik in de 1 bak voor afgewerkt materiaal. In-krsch- tik! In-krsch-tik- Irt-krsch-tik! Een e<envou- 1 dige cadans, slechts onderbroken, wanneer j le ongeoefende vingers het asje niet snel genoeg in de juiste positie hebben. Zöo ga ik langen tijd door, trachtend mijn tempo I op te voeren, Dat lukt en het fhythme wordt niet meer verbroken, omdat de vin- gers niet meer mis grijpen. Het is nog een sport, een behendigheidsspel van vlugheid, 1 cn als ik de eerste maal op de klok kijk, 1 is het tien voor negen. I Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 1