i Damestasschen
STEMPELS
Grond het geheim der
geschiedenis.
Onafhankelijkheid
boven al
Het adres voor
ALLE MOGELIJKE
FEITILLET O IN
Ten gevolge op onze artikelenreeks over
de Grondrente aan de gemeenschap, en
Grond en Grondrente doen wij nu nog en
kele grepen u'it de geschiedenis van het
den kien waar de grond een hoofdrol speelt
Wanneer men in den bijbel de geschiede
nis van het oude volk politiek economisch
gaat beschouwen, komt men op vele plaat
sen tot het inzicht, dat er niets nieuw onder
de zon is.
De strijd van waarheid tegen leugen, vaa
recht tegen onrecht, van vrijheid tegen ty-
rannie is zou oud als de wereld zelve.
In Nehemia 5 lezen wij hoe het geroep
des volks groot was. Er waren er die zei
den: Wij verpanden onze akkers en onze
wijngaarden en onze huizen, opdat wij in
dezen honger koren mogen opnemen
Anderen hadden het zelfde moeten doen
orn „des konings cyns" te kunnen betalen
De zonen en dochters van de bezitsloo-
ZCm ™erd.en de dienstknechten der rijken.
Nehemia. die als afgezant naar Jeruza
lem was gezonden om de toestand te on
derzoeken, zag spoedig waar de schoen
wrong.
Hij „ontstak zeer" en in ongezouten taal
vertelde hij den edelen en overheden wat hij
«van hen dachtj.
Hij' eischte oogenblikkelijk teruggave van
de akkers en wijngaarden en afschaffing
van de „honderdste deelfen van het geld"
(de rente). De geheele maatschappelijke
toestand van zoo'n periode wordt in dat
hoofdstuk ons duidelijk voor oogen getoo-
verd en biedt veel overeenkomst met ver
schijnselen, die wij nu weer constateeren.
De Mozaike grondwetten, welke men in
Deviticus kan vtinden waren jammerlijk
verwaarloosd, met de bedroevende gevol
gen welke daar onherroepelijk aan vast
zitten.
„Het land zal niet voor altoos verkocht
worden heet het in Lev. 25/23, „want het
land is mijn, dewijl gij slechts vreemdelin
gen en bijwoners zijt bij Mij".
De beloften, die dan gegeven worden bij
goede naleving dier grondwetten getuigen
van het diepe inzicht der leiders in dien
tijd in de belangrijkheid van goede eigen
domverhoudingen in den grond.
Onder hen, die dit duidelijk zagen, moe
ten vervolgens wel genoemd worden de ge
broeders Tiberius en Gajus Gracchus Ro
meinsche edelen,, die reeds 70 jaar voor
Chr. een verwoede strijd tegen den groot-
grondeigendom streden en begrepen dat
er twee groote euvels zijn, n.f. rijkdom ont
vangen zonder ze te produceeren, en rijk
dom produceeren zonder ze te ontvangen.
In Theodor Mommsen's Römische Ge-
schichte kan men lezen hoe de beide ge
broeders in den strijd voor Rome's wel
vaart zelfs hun leven moesten geven.
Zij waren de groote hervormers, die met
diep economisch inziiicht begrepen wat Pli-
ny later formuleerde.
„Grondmonopolde bracht Rome ten val"
en die energiek te werk gingen in het op
breken der groote landgoederen, de lati-
fundia, ten bate van het arme volk en de
soldaten tot wien Tiberius in een rede zei-
de:
„Mannen van Rome, gij wordt de heeren
van de wereld genoemd, toch hebt gij
geen recht op een vierkanten meter van
haar bodem! De wilde beesten hadden hun
schuilplaatsen, maar de soldaten van Italië
hebben slechts water en lucht."
Doch de kortzichtige hebzucht der reeds
decadente grondmonopolisten bleek zeer
machtig en de laffe moord op Tiberius was
de eenigste mogelijkheid om het groeiende
inzicht in de grondverhoudingen op te
schorten.
De oude wanverhoudingen werden weder
in eere hersteld en, daarmee kwamen de kie
men, welke funest zouden worden voor het
machtige Romeinsche rijk, in haar lichaam
vreten.
John Ei. Grant in „Het probleem van den
Oorlog zegt dan ook: „Het verval en de
ineenstorting van het Romeinsche rijk
werd niet veroorzaakt door den invloed
van Heidendom of Christendom, noch door
de invallen van Gothen, Hunnen, Noor
mannen en Turken. De barbaren plunder
den slechts een hulpeloos volk, dat gevan
gen zat in hun onwetende niet-inachtne-
ming van de wetten der gelijkberechtigheid
in sociale aangelegenheden.
treffen wij een verbinding van het idee
dat de grond gemeenschappelijk eigendom
is met de gedachte aan exclufeieve eigen
dom. Aan den koning behoorde al den
grond, en deze gaf het in bruikleen. „Grond
werd in individueel bezit gegeven, maar
aan dit bezit werden verplichtingen verbon
den, waarbij de genieter van haar gebruik
werd verondersteld aan de gemeenschap
een equivalent terug te geven voor het pro
fijt dat hij ontving door afstand van het ge
meenschappelijk recht" (Henry George).
De voordeelen van het feodale systeem
boven de absolute eigendom welke het Ro
meinsche Recht kent, werden in geheel
Europa gevoeld. In Engeland onder koning
Alfred en in Duitsch'land in de elfde en
twaalfde eeuw was een rijkom in grooten
overvloed voor allen aanwezig. De gron
den die niet aan particulieren, baronnen, ten
gebruike waren gegeven, werden ten alge-
meene nutte aan dorpen en steden overge
laten!. Een ieder kon vrijelijk toegang tot
grond bekomen en daar een eenvoudig doch
ruim voldoende bestaan vinden,. Langza
merhand echter probeerden vele houders
van den grond hunne verplichtingen op
anderen af te wentelen en lieten de bewer
king van hun grond, die doorgaans beter
was dan de gemeenschappelijke gronden
tegen betaling van rechten over aan de boe
renlieden;. Het inzicht hoe een arbeidsloos
inkomen getrokken kon worden brak baan
en de landhonger begon haar invloed te
doen geldenj.
Een paar eeuwen van vreeselijke gruwe
len, van uitdrijving en moord, van rechts
verkrachting en wanhopige verzetpogingen
volgdeni. Het besef echter, van de rechtma
tige verhouding van mensch en grond was
in dien tijd veel sterker ontwikkeld dan
heden ten dage nu het stads- en industrie-
proletariaat meent heel weinig of niets met
den grond te maken te hebben.
De haat van het uitgedreven landvolk
ging tegen de grondeigenaars en vele be
wijzen van scherp inzicht in de grondkwes
tie komen ter onzer kennis.
Het was in April 1649 toen een groep
boeren onder leiding van Everhard en Win-
stanley bij Cobham in Engeland op den
St. George heuvel begonnen te spitten en
wortelen en boonien te zaaien,.
De z.g. „insluitingen" op particulier
eigendom maken van den grond, had tot
gevolg gehad, dat grooote armoede onder
de bevolking was ontstaan.
Men zag heel goed, dat de ellende begon
bij het weigeren van toegang tot den grond.
Zij zeggen dan ook in een geschrift:
„Nu beschouwen wij de Aarde als onze
moeder, en God heeft haar gegeven aan de
menschenkindenen, de gemeenschappelijke
en woeste gronden behooren aan de armen;
wij hebben recht op die gronden zoowel
volgens de wet als volgens redelijkheid en
de schrift. Daarom zijn wij begonnen on
zen arbeid aan te wenden op den grond en
vertrouwen op den Heer voor het zegenen
van onzen arbeid."
Wiinstanley, de geestelijke vader van de-
ze „Diggers (spitters, gravers) -beweging
stelt de kwestie heel scherp in een pamflet
getiteld: De Nieuwe Wet van Rechtvaar
digheid).
Hij zet voorop, dat de grond rechtmatig
aan het geheele Engelsche volk toebehoort
en dat niemand toegang tot den grond ge
weigerd behoorde te worden als hij er op
wilde arbeiden).
Het koopen en verkoopen van grond was
het begin van de „rente" en het gevolg hier
van was dat hij, die grond kocht in staat
was een grondlooze te dwingen voor hem
tegen laag loon te arbeiden.
De verovering van Engeland door de
Normandiërs was geëindigd in de beroo
ving van het Engelsche volk van haar rech
ten op den grond en de voortschrijdende
instelling van den particulieren grond
eigendom had armoede in het land ge
bracht].
„Ware vrijheid", aldus nog steeds Win-
stanley, „is daar waar een man zijn voedsel
en onderhoud vindt, en dat is in het bear
beiden der aarde. Alles waar een mensch
voor werkt, zegt Solomon, i< dat hij het
vrije gebruik van den grond kan genieten
en de vruchten daarvan.
te verkiezen was boven de zoo zeker ver
wachte zegeningen die de techniek zou
brengen.
De oorzaak daarvan wordt door Henry
George gecondenseerd in deze uitspraak:
„Niet de machinerie der Productie is in ge
breke, maar de machinerie der Distributie
faalt
Bij de ontwikkeling van het groeiproces
waarvan wij nu de resultaten zien, en wel
ker verscheidenheid van verschijnselen nu
Kapitalisme of beter Monopolisme worden
genoemd, ging tevens gepaard met 'n steeds
zuiverder wordend wat wij zouden kunnen
noemen „grond-centrisch" denken; dus een
denken dat zich baseert op het inzicht dat
Grond het middelpunt is van het geheele
maatschappelijk leven.
De Physiocraten in Frankrijk, Thomas
Spence en Herbert Spencer in Engeland,
om Cobbett en zooveel anderen niet te ver
geten leidden daarbij den weg.
Prof. Duehring, Hertzka en Fluersheim
in de Duitsche landen mondden uit in de
begaafde Prof. Oppenheimer, wiens be
weging helaas bleef steken in het moeras
der binnen landsche kolonisatie.
Het voorloopig hoogtepunt, echter werd
bereikt in Henry George,. Een typische
voorlooper van dezen was de genoemde
1 hom as Spence, een schoolmeester in New-
castle on Tyne, die reeds omstreeks 1800
in een lezing betoogde dat de pachtsommen
van den grond ten bate van het volk In zijn
geheel behoorde te komen. Hij werd echter
voor een gevaarlijk revolutionnair uitge
kreten en moest zelfs uit zijn woonplaats
vluchten).
Geheel afhankelijk van hem kwam
eury George tot zijn beginselen, welke
WIJ ZIJN GOEDKOO-
PER DAN OOIT II
Steeds de nieuwste modellen
N. V. EERSTE SOESTER
ELECTR. DRUKKERIJ
v. Weedestraat 7
Op de ruïne van het Romeinsche rijk
werd het feodale stelsel gebouwd. Hier
Het proces der insluitingen en particu-
lariseering v. d. grond, was echter niet meer
te stuiflen en op de scheeve basis van den
gestolen grondeigendom ging zich een
nieuwe structuur verheffen).
De ontwikkeling der techniek, de uit
vindingen en ontdekkingen, hadden de pro
ductie-mogelijkheid enorm vergroot.
Toch zou blijken, dat desondanks de af
gesloten periode der z.g. „reine wirtschaft"
voor het groote deel der menschheid verre
hij neerlegde in het boek, dat in buitenge
woon fijne stijl en betoogtrant de geheele
orthodoxe economie uiteenrafelt, weerlegt
en een nieuwe staathuishoudkunde er voor
in de plaats geeft.
Vele groote geesten geven in onntisken-
bare bewoordingen blijk van den gewel
digen indruk, dien het logisch gebouwde,
vol vuur geschrevene boek, Vooruitgang
en toch Armoede, op hen maakte,. VValter
Sinton, een fijne moderne Amerikaansche
denker, 'drukt zijn waardeering uit in de
volgenide bewoordingen:
„lk kan U niet genoeg aanraden om
Vooruitgang en Armoede, door Henry
George te lezen en grondig te verstaan.
Het is geen gemakkelijke taak maar het
is er een, welke indien volbracht, u een be-
gniip zal geven van de principes waarop het
practti.sche leven gebouwd is, doordat het
U de draad in handen geeft, welke U in
staat zal stellen de verschrikkelijke war
boel, welke foutief beschaving wordt ge
noemd, te ontrafelen.
Het plaatst U in een onneembare positie
met een kijk op het leven, hoofd en schou
ders boven Uw medemenschen. Een gron
dig begrijpen van de beginselen uiteengezet
in dit boek is niet alleen een les in logica,
maar zoowel din de wetten wielke handel en
nijverheid ten grondslag liggen als in prac-
tische rechtvaardigheid."
(Spiritual Law and Economics harmo
nized).
Henry George was in 1839 in S. Francis
co geboren.
In zijn jonge jaren vervulde hij tal van
betrekkingen.
Matroos, drukkersleerling, reporter re
dacteur en hoofdredacteur volgden elkaar
in korten tijd op.
Zijn aandacht tot <Je economie werd ge-
trokken door de kwestie van de imigratie
der Chineezen in Californië.
De loonen werden lager en lager, terwijl
de grondprijzen steeds hooger werden.
Dat was een te typisch verschijnsel om
aan den weetgrerigen man voorbij te kun
nen gaan zonder zijn verwondering te wek
ken. Bezield met een intensen waarheids
drang en de ontembare moed om de con
sequenties van juiste premisen tot het uiter
ste te volgen, aarzelde Henry George niet
zijn arbeid vol vuur voort te zetten ook
toen bleek, dat zijn verworven inzichten
moesten leiden tot het meedogenloos aan
pakken van een reeds traditioneel en ge
vestigd belang als den particulieren grond
eigendom.
Onder zijn begeesterende leiding ontston
den in Amerika, Engeland, Schotland en
Australië z.g. Land Restauration Leagues,
dat waren Bonden voor Grond-teruggave
De grond moest weer aan de gemeen
schap worden teruggegeven en Henry
George wees daarvoor de practische weg
aan, de opvordering van de pachtwaarde
van eiken gebruiker van grond door de
geenngj.
Htt kenmerkende van de Georgi/stische
beweging was het direct verbinden van den
eisch der grondrente-inning aan die der af
schaffing van belastingen.
Ter zelfder tijd dat men de grondrente
voor allen opeischte kwam het inzicht dat
dit ionds het natuurlijke inkomen der ge
meenschap was, dat de gemeenschap ter
beschikking stond om de publieke uitgaven
te bekostigen en de vraag: „heeft de staat
net recht haar onderdanen te belastten", een
vraag waar zoo vele economen hun kracht
aan gegeven hebben, kwam in een geheel
nieuw licht te staan.
Gegeven het zelfbeschikkingsrecht der
individuen, het eigendomsrecht op datgeen,
wat hij door zijn arbeid tot stand brengt en
de aanwezigheid van een fonds, dat niet
ontstaat door de speciale vlijt van een
individu, maar door het aanwezig zijn van
de gemeenschap, is het niet moeilijk meer
de juiste conclusie te trekken.
Een Amerikaan James R. Brown be
schrijft met onverdienstelijk de belasting
onzin.
„Belasting is de inning van geldien voor
openbare diensten, straten, riolen, licht
politie, scholen enz.
Openbare diensten behooren betaald te
worden zooals elke andere dienst betaald
wordt, dat is, naargelang de waarde van
genoemde diensten.
De waarde van Uw huis, ameublement,
garage, auto enz. is niet en kan nooit de
maatstaf zijn van de openbare diensten, die
genoten hebt. Iemand belasten naar de
waarde van zijn huis als betaling voor
openbare diensten is precies gelijk aan het
iemand laten betalen voor een nieuw pak
naar de waarde van zijn auto.
Iemand belasten naarmate hij diensten
bewezen heeft (verdiend heeft) is eenvou
dig het nemen van particulieren eigerudom
voor openbaar gebruik zonder compensatie
m.aj.w. stelen langs wettelijken weg. Als
iemand bouwt, zijn huis schildert of verbe
tert, betaalt hij daarvoor aan den schilder
of bouwer.
W aarom, dan, zou hij verplicht moeten
worden om voor die diensten een tweede
maal te betalen aan de staat, die niet bouw
de of schilderde, dus geen diensten bewees
of goederen leverde?
Iemand s aanslag te verhoogen omdat hij
zich zelf en tegelijkertijd ook de omgeving,
die fraaier wordt, een dienst bewees, is om
hel zacht te zeggen, onredelijk.
Als Uw slager, die uw huis passeert en
merkt dat gij U;w huis geschilderd hebt en
opgeknapt. U een rekening van twintig
pond vleesch stuurde, die hij niet geleverd
had en ook niet van plan is te leveren, zou
U zeggen dat hij een dwaas en een oplich
ter was. Waarom dan, in naam van alle re
delijkheid zou de staat zulk een dwaas en
oneerlijk ding dolen?"
De gevolgen van belasting op de produc
tie worden in eenige van de mooiste blad
zijden van Vooruitgang en Armoede ge
schilderd.
Wij herinneren slechts aan zijn vermel
ding van de belasting op de dadelboomen,
die Mohammed Aid instelde en welke tot
gevolg had 'dat de Egyptenaren hun boo
nien kapten, terwijl een cyns op den grond,
die tweemaal zoo groot was en op de
grondwaarde gesteld werd precies het te
genovergestelde gevolg had.
Een soortgelijk verschijnsel viel in de vo
rige eeuw in Engeland te bespeuren toen
Wij
leveren
tegen zeer lage prijzen
N.V. EERSTE SOESTER
ELECTR. DRUKKERIJ
men ging belasten naar ratio van het aan
tal glasj-amen in het huis.
Het duurde niet lang of er verrezen slechts
nieuwe huizen met minimaal kleine ruiten.
De tiende penning van Alva zou op den
duur alle ruilverkeer gestopt hebben en
maar lu-el weinig opgebracht hebben.
Zoo is elke belasting een hindernis voor
het opbloeien van het maatschappelijk le
ven en den welstand van de individuen.
Aanvankelijk werden de Georgisten betiteld
met den naam Single Taxers (Voorstander
van een belasting, nl.1. op de grondwaar
de).
Als zoodanig zijn zij ook georganiseerd
in een Wereldunie voor grondwaardebeias-
ting.
In Nederland bestaat ook nu nog een
tak van deze Uniq.
Z'ij richten zich tot politici van diverse
richtingen om te bewerkstelligen, dat eens
een klein stapje in de richting van het be
lasten der grondwaarde gedaan zou wor
den.
Dit echter had jammerlijke gevolgen
Terwijl de inning der pachtwaarde door
de regeening niets met belasten hteft tc
maken, werd het ,idee in de hoofden der
menschen gewekt, dat er alweer een nieu
we belasting bij kwam.
Bovendien kon geen bevredigend ant
woord gegeven worden op de vraag waar
om als de grond aan de gemeenschap toe
behoorde, dan genoegen moest worden ge
nomen met een beetje belasting op de
pachtwaarde, welke haar dan toch rechtma
tig geheel toekwam. Zoo ging het vorig
jaar in Engeland toen Snowden in geldnood
verkeerde, bij andere belastingen, op de
benzine b.vj., ook nog kwam aandragen met
een beetje belasting op de grondwaarde.
Met de ervaringen van de afgeloopen vijf
tig jaar ter beschikking en staande op de
schouders van een reus als Henry George
is het echter gelukt de geperfectioneerde
nieuwe Wereldbeweging naar de vrijheid
een onwrikbaar fundament te geven..
In Engeland onder leiding van Graham
Feace, D.r. Dundas White, John. E. GTant
om maar eenige te noemen, in Denemarken
met reeds drie kamerleden onder Dr. Alex
Dam, Amerika met Mir. Beckwith, Zuid-Af
rika en Australië met resp. mannen als
Mathersmith en Hodgkiss is een interna
tionale organisatie tot stand gekomen, die
haar program kortweg en scherpsnijdend
formuleert; inning der grondrente en af
schaffing van alle belasting.
Zij streven nationaal en internationaal
naar de aanwending der parlementaire de
mocratie om op de wijze zooals reeds in
vorige artikelen door ons uiteengezet, het
roer van het staatsschip geheel om te gooi
en en den steven te wenden naar 'n lokkend
land, waar vrijheid, gelijkheid en vrede
heerschen.
Zoo is in Nederland het Ned. Verb,. tot
Afschaffing van Privaat Grondeigendom de
organisatie, welke straks als partij naar
voren wil komen om het geneesmiddel voor
onze zieke samenleving onder de aandacht
van het publiek te brengen.
In haar kortstondig bestaan heeft dit
verbond reeds veel gedaan om de schoone
zaak welke zij voorstaat, te propageer en.
Daarbij niet weinig gesteund door de in-
Kberale, royale opvattingen van eenige re
dacties, die hen de gelegenheid gaven hun
zaak te bepleiten en te verdedigen
Amsterdam, 18 October 1932.
NAAR HET ENGELSCH
5)
Maar u moet mijn antwoord toch wel
aanvaarden, zei ze, bang, dat hij haar soms
mocht blijven achtervolgen met zijn aan
zoek.
Maakt u zich maar niet ongerust, Miss
Raymond, ik zal het u niet lastig maken;
dat beloof ik u. Ik beschouw mij eenmaal
als afgewezen en voor het oogenblik zal ik
daarin berusten. Mag ik alleen/, bij wijze
van troostt, een sigaret opsteken?
Gaat uw gang.
Dank u, Nu, èl wat ik u verzoek, is,
om op het oogenblik neutraal te zijn je
gens mij. Ik ben overtuigd, dat ik u nog
wel voor mij zal weten te winnen.
Die zekerheid in zijn toon van spreken
ergerde haar: tóch wist zij er niets op te
zeggen.
Ze stonden zwijgend naar de ondergaan
de zon te kijken, waarvan de stralen hddr
geheel verlichtten, terwijl hij slechts een
donkere vlek leek, wat ter zijde als hij
stond.
De klecdhoorn! riep Ardine> toen de
zilveren klank zich deed hooren op dek.
De hoornist was ook weer een meester in
zijn vk en het signaal, dat hij gaf, was
steeds weer een ander getint geluid, dat
altijd aangenaam aandeed en melodieus van
klank was.
Zij ging vóór en hij volgde, beiden, voor
het uiterlijk zoo onverstoord en kalm, dat
niemand uit hun houding had kunnen op
maken, dat de arme bloedverwante van La
dy Smyth zoo juist een van de verkies
lijkste partijen van Engeland had geweigerd
Toen ze langs de geïmproviseerde rust
bank van Lord Lorresmere gingen, zei die
waardeerend
U heeft moed,, Mliss Raymond! Gaat
u zich zelfs alweer kleeden?
Neen, dokter Serie zegt, dat ik dit nog
niet doen mag; maar Lady Lorresmere
heeft mij een makkelijk toilet te leen aan
geboden, waar ik een dankbaar gebruik
van zal maken.
U hoeft haar volstrekt niet zoo dank
baar te zijn, Miss Raymond, want het is
Lilia een waar feest! Ze zou ons allemaal
wel als groote poppen willen kleeden!
Dan mag Lady Lorresmere nu aan
mij haar hart eens ophalen!
De toiletten in den nieuwen koffer van
Ardine waren een cadeau van Lady Smyth
geweest, die haar „arme bloedverwante"
toch behoorlijk uitgerust; den kring van
de Lorresmere's moest binnenvoeren. Tóch
waren die toiletten zeer eenvoudig; maar
stijl- en smaakvol, zoodat zelfs Lady Lor
resmere er niets op aan te merken vo-d.
Ardiile's eerste verschijnen weer aan j
tafel, na haar kouvatten;, was een waar suc- I
ces. De keuze van toilet van Lady Lor
resmere droeg hiertoe niet weinig bij, want
nog nooit had de „arme bloedverwante"
zoo schoon geleken. Haar Ladyschap was
dan ook niet weinig trotsch op dat werk
van haar handen.
Wat een interessante zieke! luidde dc
schampere opmerking van Mrs. Granner tot
haar gastheer.
Ik hoop maar, dat Miss Raymond niet
ineens te veel van haar krachten vergt, ant
woordde Lord Lorresmere. Hijzelve kwam
met eenige hulp ook aan de maaltijden en
bnnen een paar dagen hoopte hij weer op
de been te zijn.
Weet iemand ook, waar wij zijn?
vroeg Vader Sannard.
Morgen zullen we in Port-Said aanko
men zegt de kapitein, antwoordde Lord
Lorremere. En ik hoop, dat u er van zien
zult, wat u wilt Miss Raymond. Helaas, zal
ik u nog niet kunnen vrgezellen.
Ja, dat is heel jammer! Maar u geeft
toch ook niet zooveel om Port-Said?
O, ik zou graag met u door de Ara
bische wijk zijn gegaan, om uw opinie daar
over te hooren, Zorgt u, in ieder geval, dat
u eau-de-cologne of reukzout bij u heeft,
als ik u een raad mag geven!
Zij lachte eens en vond het jammer, dat
Lord Lorresmere niet mee kon gaan; ze
voelde zich altijd zoo veilig en op haar ge
mak, in zijn gezelschap.
Ardine, zei Lady Smyth, toen zij dien
avond bij het jonge meisje in de hut kwam,
ik zou graag eens met je praten.
Ardine keek haar bezoekster vragend aan,
terwijl deze op de sofa plaats nam.
Weet je wel, dat ik je nooit zoozeer
bewonderd heb, als nu, meisje?
Het was de mooie satijnen! verklaarde
Ardine, zelve, meer of minder overtuigd.
Als Lady Lorresmere mij kleedde, dan zou
ik zeker voor een schoonheid kunnen door
gaan.
Onzin, kind! Geen kleeren ter wereld
kunnen je oogen' zoo diep blauw maken,
of je haar zoo sierlijk, doen krullen
Je moest een goed huwelijk doen al was het
nu ook niet zoo schitterend.
Een plattelandsdokter met een goede
praktijk, of een directeur van een kleine
bank, of zoo, niet waar? Maar hoe zal ik
daaraan komen Lady Smyth?
Ja, dat is 't juist! Als jij maar blijft
vasthouden aan dat typen en stenografee
ren, tenminste! Maar, waarom geef je dit
dan ook niet op en kom geheel bij mij?
Ik zou heusch geen gezelschapsdame
kunnen zijn, Lady Smyth! Daar is mijn hu
meur niet naar. Ik moet in zekeren zin vrij
en onafhankelijk blijven, al is het werk op
zichzelve dan ook lang niet altijd prettig of
onderhoudend.
Maar, kindje, ik zou je immers niet
als een gewone gezelschapsdame behande
len. Dat begrijp je toch wel?
Ik weet, dat u altijd allerliefst is en
dat het een heelen tijd goed zal gaan. Maar
toch zou ik het niet voortdurend op mij
willen nemen, om als uw gezelschapsdame
te fungeeren, hoe ondankbaar dit nu ook is.
Ik vindt het prettig, dat je althans zoo
rond voor de waarheid uitkomt en ik ben
ook niet in 't minst er door beleedigd. Kon
ik je maar overhalenZo olang denk ik
ook niet, dat je bij mij zoudt hoeven te blij
ven; maar, zooals je er nu toe staat, ont
moet je nooit iemand, die een geschikte
partij zou zijn.
Ardine schudde slechts het hoofd en na
een korte pauze begon haar Ladyschap:
Je hebt heel wat oplettendheid hier
aan boord ondervonden.
Ja, iedereen is heel vriendelijk voor
mij geweest.
Ik dacht eigenlijk aan één man in het
bijzonder.
Mr. De Courcy? vroeg Ardine ferm.
Juist. Dat hij je vragen zou, daar is
anders niet veel kans op, Ardine; dus daar
moet je maar niet op hopen! Hij is een van
de béste partijen in Engeland. Nu twee jaar
geleden heeft hij een groot fortuin gekre
gen en dat heeft hem er weer heelemaal
bovenop geholpen: want hij had wel een
heel vroolijk leventje geleid! Het oude goed
kwam zelfs onder den hamer en De Cour
cy zou geruïneerd zijn geweest, toen het
geld nog juist op het geschikte oogenblik
kwam. Ik geloof, dat er ergens in de kolo
nie een familielid van hem gestorven is en
nu is hij weer evenzeer gevierd door de we
reld, als hij er eerst uitgestooten werd.
Dan is hij wèl gelukkig geweest, als
hij weer zoo in genade aangenomen werd!
Ja. Hij kan nu een vrouw kiezen on
der de eersten in den lande; dus acht ik het
niet voor waarschijnlijk, dat hij jou zijn
hand en hart zal bieden. Maar alleen de op
lettendheid, die hij je bewijst* zijn al een
onderscheidingEn nu, lieve, wil ik
je verder niet uit de rust houden. Maar
denk nog eens ernstig over mijn voorstel
na. Goeden nacht!
Lady Smyth moest eens weten! dacht
Ardine, hoe haar protégée nogal het aan
zoek van De Courcy heeft afgewezen!
HOOFDSTUK IV.
Zij, die naar Indië en naar Australië gaan,
beschouwen Port-Said als den eersten mijl
paal op de heen-, en als den laatsten op de
terugreis, en negen-en-negentig van de-
honderd zullen het een vuile plaats noemen,
waaraan ze niets geen aardige herinnerin
gen hebben.
Maar Ardine was de honderdste, die wèl
van Port-Said genoot. Ze had nooit te vo
ren den Arabier in al zijn glorie gezien en
ze was volkomen bereid, hem zijn onzinde
lijkheid te vergeven om der wille van de
bekoring, die zij vond in zijn leven en in
zijn omgeving. Bovendien amuseerde zij
zich uitstekend met het gadeslaan van al
de booten, die het Kanaal op- en uitvoeren.
De koopvaarders schijnen bijzonder
zeel aantrekkelijks te bezitten voor Miss
Raymond, zei Mrs. Cramner scherp, ter
wijl zij met Mossel naast Ardine kwam
taan.
Op het oogenblik was het meer de
Marine, die mijn aandacht vroeg, luidde
het antwoord. Daar komt juist een kanon
neerboot het Kanaal opgevaren.
O ja, Miss Raymond? riep Mossel.
Heeft u haar naam ook gehoord?
Een van de matrozen, meende, dat het
de „Beatrice" was.
Als dat waar is, dan zijn daar So-
tners, Elrington en Scott aan boord; alle
drie gezellige lui!
Dan kan Miss Raymond nog een paar
harten veroveren, zei Mrs. Cranmer scham
per.
(Wordt vervolgd).