Adverteert ook des Woensdags RG Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Gemeenteraad Veilig Verkeer i UT od De groote les. Het nieuwe Uitbreidings plan der gemeente Soest Bekendmakingen Officieel Werkt allen mede No. 90 Twintigste Jaargang Woensdag 9 November 1932 :n groot- omé. BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK ADVERTENTIËN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU UITGAVE: N V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ *.h. 8. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIËNVAN 1-5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING ABONNEMENTSPRIJS 1.- PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-ADRES: VAN WEEDESTR. 7 - TEL. 2062 - SOESTDIJK HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 380) GEMEENTERAADSVERGADERING De Burgemeester der gemeente Soest maakt bekend, dat een openbare Vergade ring van den Raad dezer gemeente is be legd tegen Donderdag, 10 November 1032 des namiddags 4 uur. Soest, 5 November 1932. De Burgemeester voornoemd, G. Deketh. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Soest, Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis: dat op de secretarlie der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van E. J. Mastenbroek, Hartweg 25, Soesti, zulks met intrekking van zijn verzoek, dd. 29 September 1932, om vergunning tot de oprichting eener zuivelfabriek en het daar in plaatsen van een electromotor van 1 P.K. voor het inwerking stellen van een zuig- pomp en een electromotor van 2 P.K. die nende voor aandrijving van 1 boterkneeder, centrifuge en karn op/in het perceel Hart weg No. 25 kad. gemeente Soest, Sectie H. No. 1410; dat op den lSden November 1932 des voormiddags te 11 uren gelegenheid is om ten gemeentehuiize bezwaren tegen het op richten dier inrichting in te brengen; en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennisgenomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel be roep van de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zijj, die niet op de aangewezen plaats en het aangegeven uur in de vorengenoemde ingevolge art. 7 der Hinderwet te houden zitting zijn verschelten, teneinde hunne bezwaren mon deling toe te lichten. Soest, 4 November 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Seoretaris, J. Batenburg. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders der ge meente Soest, Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis: dat op de secretarie der gemeente ter visie gelegd een verzoek met bijlagen vin M. Hornsveld, Nieuwerhoekstraat 4 te hoest om vergunning tot het oprichten van een benzinebewaarplaats, bestaande uit een orrdergrondsch leservoir van 10.000 Liter inhoud en een aftappomp en een on ier- grondsch reservoir van 6000 Liter inhoud, met aftappomp op/in het perceel van Wee- of flraat Kerr>eente Soest Sectie A. No. 2141 dat op den IBderi November 1932 des voormiddags te 11 Uren gelegenheid is om ten gerweentehuize bezwaren tegen het op richten dier inrichting in te brengen, en dat gedurende DRIE DAGEN vóór dien dag op de secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennisgenomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel be roep van de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aangegeven uur in de vorengenoemde ingevolge art. 7 der Hinderwet te houden zitting zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mon deling toe te lichten. Soest, 4 November 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Voor wie de teekenen van den tijd weet te verstaan en dat kunnen we allen, wan neer we eerlijk, ernstig nadenken vormt het tijdperk waarin we leven als het ware één groote aanschouwelijke les. Het gaat met de naties, zooals het met menschen gaat, althans in vele gevallen gaat. Wan neer het ons voor den wind gaati, als we betrekkelijk overvloed hebben en succes, <lan hebben we van niemand raad noodig. We kunnen heusch onze boontjes wel al- 'een doppen. Met de moraal, kom, daar mee nemen we het dan niet zoo nauw. We zijn immers zoo modern? Etische overwe gingen, naasten liefhebben als onszelve? Och kom, dat is wee gezwam in de ruimte, allang verouderd immers? Nietwaar, wij zijn zulke enorme kerels, wij menschen van de twintigste eeuw, de eeuw van de dui zelingwekkende mogelijkheden, van de su per-techniek. Nederig zijn? Waarvoor? Moeten zulke kranige sinjoren als wij ne derig zijn? Onzin! Ennetekortko mingen? Wat is dat voor gezeur? Moeten wij, branies die we zijn, liggen te jammeren over onze tekortkomingen? Als we die al mochten hebben, want te deksel, succesvol le menschen als wij, die het wereldruim ver overen, wij die zoo rationeel zijn en zoo knap alle deksels wat knap zijn wij toch die hebben toch feitelijk geen tekortko mingen? Neeneemaar kijk eens hier: het ballonnetje is gebarsten, het ballonne tje van ons succes, en nu ligt het daar als een vies propje en we beginnen ons af te vragen, of er misschien toch.... hm wellicht een kleinigheidje aan ons mankeer de, ofnu ja, het is niet prettig voor zulke moderne, knappe venten als wij zijn, om fouten te moeten erkennenof er misschien toch nog wel zooiets zou zijn misschien. Als een universeele wet van oorzaak en gevolg op het gebied van zoo'n ontastbaar ding als de naastenliefde Tja jaEn als we dan eens komen te denken over den toestand in de heele we reld, dan levert dat toch wel stof tot na denken. We ziijn nu wel langzamerhand er allemaal van oordrongen, dat het een on weerlegbaar economisch feit is, dat de we reld één geheel vormt, dat elke natie dus met sterke banden aan de andere naties ge ketend zit. Met zulke hechte banden, dat wat de eene natie treft ten goede of ten kwade al de andere ook treft. Waar dus de hcele wereld als het ware kreunt onder den last van een economische depressie, we ten we, dat de eenige manier om die last te verwijderen zal zijn, dat de naties bijeen zouden komen, bijeen zouden blijven, sa men zouden denken en werken, ten bate van allen. Vandaar al die internationale confe renties die gehouden werden en nog zul len worden. Er is echter met die internationale bij eenkomst iets niet in orde geweest. We hebben het telkens weer gezien. Hoogge stemde verwachtingen en hoop omringden de conferenties. En tochop een ge geven oogeniblik werd er roet in het eten geworpen, leek het wel, alsof er een on heilspellende betoovering over de cont'eree- renden geworpen werd. en het resultaat wasmislukking. Wie de moeite neemt, de oorzaken na te speuren, ontdekt al gauw welke dat zijn: op het critieke oogenblik maakt zich een sombere vrees van de confereerenden meester, een geest van jalouzie en bekrompen nationalisme. In dien laatsten tijd hebben vooraanstaande staatslieden en zakenlieden,, terugkomende van belangrijke internationale conferenties op verschillende wijzen gezegd: we kunnen met al onze pogingen niet verder komen,, zoolang die oude geest blijft heerschen. On ze eenige hoop is, dat er een nieuwe geest zal komen Hier is de groote les: ieder weet, ieder beseft althans, wat die nieuwe geest moet zijn. Dat het een geest moet zijn, die de naties ertoe brengt ronduit te erkennen, dat het welzijn van den een het welzijn van al len is, de tegenslag van den een, de tegen slag van allen. Een geest dus, die maakt, dat de naties niet alleen aan hun eigen be langen denken, maar ook aan die van de anderen, dat ze aan anderen, zelfs vroegere vijanden geven willen, wat ze ook voor zichzelf wenschen, dat ze samen willen werken, niet als rivalen, maar als partners, in één gemeenschappelijk pogen voor het gemeenschappelijk belang. En, tot zijn eenvoudigste vorm teruggebracht: wat is dat anders dan de aloude opdracht, die we in schijnvoorspoed vergaten en in arren/moede zoekende naar oorzaken teruggevonden hebben, namelijk dat we den naaste liefhebben moeten, gelijk ons- zelve' FLORJS C. (Nadruk verboden). In „de Soester" van 29 Octobcr 1.1. vond m,en de officieele mededeeling onder dagteekening 26 October van het H^ofd onzer Gemeente afgedrukt, dat voor een ieder ten Raadhuize ter kennisneming aan wezig is het nieuwe uitbreidingsplan met bijbehoorende bescheiden. Deze mededeeling is geschied ingev lge artikel 37 van de Woningwet. Wij wwlen, hier allereerst voor belang hebbenden vermelden, wat de Woningwet in deze aangelegenheid verder bepaalt. Artikel 36 dezer Wet stelt het opmaken van een Uitbreidingsplan, geldend voor hoogstens 10 jaren, verplichtend voor alle gemeenten met minstens 10.000 zielen, zoo dat Soest hiervoor reeds sedert vele jaren in aanmerking komt. Volgens artikel 37 moet het ontwerp van dit plan gedurende ten minste vier we ken ter openbare kennisname worden ten toongesteld, waartoe dan nu door den Bur gemeester de termijn is gesteld van 28 Oc tober 1.1. tot 28 November d.a.v. Belanghebbenden hebben gedurende dien termijn gelegenheid hunne bezwaren tegen het ontwerp aan den Raad kenbaar te ma ken. Allen, die meenen belang te hebben bij dit ontwerp, verzuimen dus niet zich tijdig op de hoogte te gaan stellen. Na afloop van dezen termijn beslist de Gemeenteraad binnen 3 maanden, over het Ook des Woensdags hebben Uwe cliënten hunne behoef ten, en koopen niet alleen des Zaterdags. Het is dan ook voor den han delsman noodzakelijk, dat het publiek ook midden in de week op zijn branche het oog laat vallen. Een advertentie in „De Soes ter" en U kunt er van verze kerd zijn, dat deze in alle huis gezinnen van Soest wordt ge lezen'. DAAROM: 00K DES WOENSDAGS! ontwerp en over dt voorgebrachte bezwa ren. welke beslissing éénmaal voor hoog stens 3 maanden kan worden verdaag Door den Raad al of niet gewijzigd vastgesteld zijnde, wordt het nu tot „plan" verheven „ontwerp" opnieuw voor een ieder ter inzage gelegd en nu gedurende 14 dagen Binnen 14 dagen na dezen termijn zenden B. en W. het plan ter goedkeuring aan Ge deputeerde Staten, terwijl belanghebbenden, die reeds bezwaren indienden bij den Raad, zes weken tijd hebben hun bezwaren bij Ged. Staten in te dienen. Worden deze bezwaren ook door Ged. Staten niet gedeeld, d'staat volgens art. 38 ten slotte beroep open bij de Kroon, mits binnen een maand na den dag der bekendmaking door B. en W. van de be slissing van Ged. Staten. Ik heb hiermede gemeend belanghebben den zoo volledig mogelijk te hebben voor gelicht omtrent de wegen, die hen open staan om hunne belangen in deze te ver dedigen. Het ligt voor de hand, dat de ontwerper van een LTitbreidingsplan zich daarbij in de allereerste plaats moet laten leiden door eischen van schoonheid en door Verkeers technische belangen. En dan ligt het even eens voor de hand. dat ook al moge die ontwerper oog hebben ook voor particu liere belangen hij deze laatsten veelal naar het tweede plan zal moeten terugdrin gen. Wij mogen wel als zeker veronderstel len, dat de heer K. C. van Nes, die ons uitbreidingsplan heeft gemaakt, eien man die elders zijn sporen verdiend heeft niet andere uitbreidingsplannen en als land schap-architect, ook voor vele moeilijkhe den heeft gestaan waar het betrof het spa ren van persoonlijke belangen. En zoo zul len er zeker gevallen voorkomen, waarbij een of andere grondeigenaar de vraag stelt, waarom moest nu juistdeze weg geheel op mijn terrein liggen en niet ten deele op dat van mijn buurman, of waarom gaat die weg schuin over mijn land in plaats van zooveel mogelijk langs mijn perceelgrens? Ik stel mij voor. dat de ontwerper hen de redenen klaar en duidelijk zal kunnen voorleggen. Toch verwacht ik, dat vele bezwaren van dien aard zich zullen voordoen en dat tal van deze zich-bezwaard-voelende personen hulp zullen zoeken bij een of ander Raads lid. Moge dan zoo'n Raadslid en mogen ten slotte alle Raadsleden dan blijk geven van sen breeden blik en mogen zij zich bewust zijn, dat het hier een vraagstuk geldt waar in zich slechts zeer weinig menschen thuis voelen, zoodat het noodig is vertrouwen te stellen in den man, dien men in deze als „deskundige" heeft gekozen en die ook elders als deskundige wordt erkend! Bovendien wil ik er op wijzen, dat de Woningwet een weg aanwijst om die per soonlijke belangen zoo veel mogelijk te ontzien. Wanneer de Gemeente zelf eigenaar is van den grond, waarop nieuwe straten vol gens het plan moeten worden aangelegd, dan komen geen persoonlijke bezits-belan- gen in het geding. Welnu, artikel 34 van de Woningwet geeft een aanvulling betreffende „onteige ning in het belang der Volkshuisvesting" en hiervan vermelden wij de volgende be palingen y,Zonder voorafgaande verklaring bij de wet, dat het algemeen nut de onteige ning vordert, kan in het belang der volkshuisvesting onteigening plaats vin den le enz 4e ter verkrijging van de beschikking over ongebouwde en gebouwde eigen dommen, begrepen in een goedgekeurd plan van uitbreiding, zulks ten einde uit voering te kunnen geven aan zoodanig plan of ter verkrijging van de beschik king over ongebouwde of gebouwde eigendommen, benoodigd om uitvoering te geven aan een in het belang der volks huisvesting vastgesteld bouwplan. Men ziet, dat hier een eenvoudige weg is geopend voor de gemeente om een geheel complex gronden in handen te krijgen, waarbij belanghebbenden naar billijkheid worden schadeloos gesteld voor het afstaan dier terreinen waarna zonder iemands persoonlijke belangen te schaden de we gen kunnen worden aangelegd zóó, dat een mooi en goed-verantwoord geheel wordt verkregen. Mogen de leden van den Raad zich deze bepaling herinneren wanneer het gaat om vele kleine belangetjes, die als bezwaren voor het thans gemaakte ontwerp naar vo ren komen. Maar dan moet ook de Raad zoowel de tegenwoordige als een toekomstige er niet voor terugschrikken om tot aan koop van terreinen over te gaan, wanneer in een of ander deel der Gemeente uitbrei ding noodig is. En tevens moet die uit breiding dan ook zooveel mogelijk stelsel matig worden ter hand genomen, zoodat niet overal een of twee huisjes aan nieuw te maken straten worden gebouwd. Men zie in deze naar het groote stelsel matige werk in onze groote steden! Het ontwerp-uitbreidingsplan, zooals het ons thans is aamgeboden, hoop ik in een volgend stuk te behandelen. W. H. C. DOORMAN. De Raad der gemeente Soest wordt hier bij in openbare vergadering bijeengeroepen tegen Donderdag. 10 Nov. 1932, des na middags 4 uur, ter behandeling van de na volgende AGENDA: 1. Behandeling van het voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende: Werkloosheidvoorziening. Werkverschaf fing en steunverleening." (No. 2685). Soest, 5 November 1932. De Burgemeester van Soest, G. Deketh. De stukken liggen ter inzage. PUNT 1 VAN DE AGENDA. Werkloosheidvoorzienmg. Werkverschaf fing en steunverleening. B. en W. schrijven hieromtrent aan den Raad: Wij hebben de eer Uwen raad mede te deelen, dat wij wederom genoodzaakt zijn Uwe medewerking in te roepien voor het nemen van maatregelen en besluiten noo dig voor de leniging van de nooden onder de arbeidersbevolking dezer gemeente, ont staan tengevolge van nog steeds aanhou dende werkloosheid. Reeds vele jaren werd door Uw College door het doen verrichten van werk tijdens de winterperiode in de nooden voorzien', en vonden de arbeiders in het overige deel van het jaar nog vol doende gelegenheid tot arbeiden in het vrije bedrijf. Het is echter gebleken dat de economische crisis ook onze gemeente in hare nadeelige gevolgen niet heeft gespaard. Den geheelen zomer van dit jaar bleef het aantal werkloozen vrij constant én moest het Burgerlijk Armbestuur door het ver- leenen van groote bedragen aan extra sub sidie in staat gesteld worden de werkloo zen individueel naar behoefte in geld te steunen. Het laat zich aanzien, dat in de eerste toekomst 'de werkloosheid nog zal voort duren, een omstandigheid welke ons Col lege met aanhoudende zoirg vervult. Ecner- zijds is het onze taak te waken voor de be langen van de door werkloosheid getroffen inwoners, anderzijds raken de voorzienin gen in het belang dezer groep ten nauwste de financiën der gemeente, en daarmede de geheele gemeenschap. Deze gedachten hebben ons na rijpe overweging er toe ge bracht Uwen Raad voorstellen, te doen welke weliswaar eenige offers vragen, doch ten slotte aan de nooden weerstand kunnen bieden. Deze voorstellen zullen strekken tot algeheele wijziging in de tot heden gevolgde wijze van werkverschaf fing en steunverleening, gepaard gaande met steun uit 's Rijks kas waardoor de las ten voor de gemeente tevens zullen worden verlicht. Om U va,n den stand der in deze ge- meerite heerschende werkloosheid in te lichten deelen wij U mede dat op heden bij de arbeidsbeurs ingeschreven zijn: 136 Bouwvakarbeiders 73 Landarbeiders 53 Arbeiders werkzaam in ver schillende vakken. Teneinde aan deze werkloozen eti hunne gezinnen een bestaansmogelijkheid te ver schaffen staan de volgende maatregelen ten dienste t.w. I. Werkverschaffing a. met subsidie uit 's Rijks kas; b. gemeentelijke werkverschaffing zon der subsidie uit 's Rijks kas. II. Steunverleening. a. gemeentelijke steunverleening met rijkssubsidie; b. armenlzorg uit te oefenen door het Burgerlijk Armbestuur. Ten aanzien van te nemen maatregelen ter voorziening in de werkloozenzorg, ver dient de onder 1 genoemde n.1. Werkver schaffing op grond van velerlei motieven zoowel in het belang der werkloozen als in dat van de gemeente de voorkeur. De regeering gaat daarin voor, door aan de gemeente onder bepaalde voorwaarden en voor door den Minister van Binnenlandsche Zaken goed te keuren werken in de kosten Hoort een,s, Soesterschen en Soesters: Spot niet langer met 't Verkeer! Moeten er eerst dooden vallen Daar gezondigd wordt steeds weer. Rustig staat een groepje praters, Met de fiets op 't rijwielpad; Dwingt een ander: „om" te rijden Op den rijweg. ,,'t Hindert wat!" Eiken dag: een rij van kinders, Wandelt tegen alles in; Houdt steeds „links" want de „geleid- Snapt de fout al evenmin! ster" Dag'lijks wandelt oud meneertje Statig stokje in de hand Met zijn hondop 't rijwielpaadje Links; dus aan verkeerden kant! Telkens komt hij fietsers tegen, Gaat geen stroobreed uit den weg; Moet er eerst een „botsing" komen En gewonden Paatje zeg? Vóór 'n Garage aan den Hoofweg, Staan steeds auto's geparkeerd Op het fietspadMoet hier eerst een Dood'lijk onheil genoteerd? Want men dwingt dadr alle fietsers. Jong of oud, man, vrouw of kind. Naar den uiterst drukken straatweg; Toter één eten dood bij vindt! Dan woont er in Soest nog iemand, Die geregeld zich verstout, Auto- motor-races te houden, Waar men 't harte vast bij houdt. En het klinkt haast ongelooflijk Maar wat men vermeld hier ziet, Dat herhaalt zich eiken dag weer! Ziet d'Overheid zulks dan niet? 'k Wil U allen goed .Hechts raden; 't Kan geen kwaad toch, naar -ik gis. Mee te helpen: „Put te dempen Vóór het Kalf verdronken is!" AD REM. (Nadruk verboden). der loonen, in het plakken van rentezegels in het betalen van regenverlet en in drie vierde deel der premie verschuldigd inge volge de Ziektewet een nader vast te stel len percentage uit 's Rijks in het vooruit zicht te stellen. Dit percentage zal voor deze gemeente in vergelijking met een na burige gemeente ongeveer van denzelfden omvang en dezelfde beteekenis te stellen zijn op 40 Wij hebben ons inmiddels met den Mi nister in verbinding gesteld en verzocht dc rijkssubsidie in het vooruitzicht te willen stellen en ons de voorwaarden mede te deelen welke Zijne Excellentie aan de sub- sidievtrleening meent te moeten stellen. Bij schrijven van 22 October j.1. No. 17854 I afdeeling W. en S., dat wij voor U ter lezing hebben neergelegd werden ons de voorwaarden medegedeeld. Aangezien door ons is getracht zoo gun stig mogelijke voorwaarden te verkrijgen en de Minister vrijwel onze wenschen heeft ingewilligd meenen wij U te moeten voor stellen deze te aanvaarden en daarbij aan ons College dc machtiging te verleenen tegenover deiv Minister de verklaring af te leggen, dat het gemeentebestuur zich ver bindt, geen enkele maatregel ten aanzien van werkloozenzorg in te voeren of te la ten invoer.en vóórdat het zich overtuigd heeft, hoe de regeering tegenover de te ne men voorziening staat. Wanneer U overeenkomstig ons voorstel zult hebben besloten bestaat nagenoeg de zekerheid, dat de gemeente subsidie zal verkrijgen in den vorm als hierboven om schreven in de kosten der hierna te noemen werken. Wij herhalen nogmaals onze meening. dat de werkloozenzorg door het laten ver richten van werk aller belangen worden ge diend. Alleen bij aanneming van ons voor stel bestaat wegens financieele redenen de mogelijkheid, dat de gemeente werken laat uitvoeren, welke niet zouden worden ter hand genomen, wanneer de werkloosheid onder de arbeidende bevolking niet in zoo'n sterke mate aanwezig was. Hierdoor wordt tevens de gelegenheid geopend aan de ge zinnen der werkloozen in den komenden tijd de helpende hand te bieden. Omtrent de maatregel gemeentelijke werkverschaffing zonder rijksssubsidie dee len wij U het volgende mede. In gevallen, dat het aantal werkloozen uitgaat boven het aantal, dat te werk gesteld kan worden bij de werken waarvoor rijkssubsidie is te verkrijgen, zal het noodig blijken dat naast werken met rijkssubsidie de geme nte werkzaamheden laat verrichten. Hiervoor z.ullcn echter regelen moeten worden ge steld welke overeenkomstig de bepalingen der Regeering, dc goedkeuring zullen moe ten hebben van den betrokken Minister. Wij hebben bereids het oordeel van den Minister over het door ons ontworpen re glement verzocht. Inmiddels stellen wij U voor tot vaststelling van het U hierbij aan geboden ontwerp over te gaan. De Com missie voor werkverschaffing kan zich met dit ontwerp vereenigen. Eventueele door

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 1