WIST U
ADVERTENTIES
38 Meter, het omgelegde gedeelte op 40
Meter zonder de slooten, terwijl de bestaan
de rijksweg door het bebouwde gedeelte
der gemeente tot aan de grens van Baarn
op *24 Meter breedte is ontworpen, over
eenkom .tig het desbetreffende raadsbesluit
van 15 Sept. 1926, echter met dien verstan
de, dat nu voor het geheele weggedeelte
deze breedte is vastgelegd.
De rijksweg Amersfoort—Utrecht werd
door het Rijk reeds in orde gebracht, zoo
dat deze weg op het oogenblik beter in
staat is het geweldige verkeer te verwer
ken. De toestand in Soesterberg is zeker
niet ideaal. Helaas zal hier ook wel een
onvoldoende toestand moeten blijven, daar
de bebouwing over een groote lengte reeds
bijna een geslotene is geworden en deze
voldoende verbreeding niet toelaat. In
overleg met den hoofdingenieur van den
Rijkswaterstaat is het gedeelte van den
rijksweg buiten de dichte bebouwing ont
worpen op een breedte van 45 Meter.
In Soesterberg zijn het de vele haaksche
kruisingen, die hinderlijk zijn voor het ver
keer en groot gevaar opleveren. In het
plan is er naar gestreefd dit bezwaar op
te heffen^ en te voorkomen, dat er nieuwe
ontstaan. Daarom is in de eerste plaats
de Kamplaan afgesloten, zoodat de krui
sing van den rijksweg van uit de Banning
straat zal verdwijnen. Dit kruispunt bij
het Zwaantje is zeer gevaarlijk. Zou men
den toestand zoo laten, dan zullen er bij
grootere uitbreiding vaü Soesterberg meer
dere ongelukken gebeuren. Voor de Kamp
laan zijn twee toegangen ontworpen op
plaatsen, waar geen wegen tegenover lig
gen
Daar de Banningstraat op den duur een
winkelstraat zal worden, is de Soesterberg-
sche straat meer naar het oosten omgelegd.
Deze omlegging had het voordeel, dat er
nu gezorgd kon worden voor een minder
gevaarlijke invloeiïng in den rijksweg, en
dat het nieuwe gedeelte een orfiel kon
verkrijgen dat beter voor het verkeer ge
schikt is.
De Soesterbergsche straatweg is eigenlijk-
een interlocale weg; deze behoorde feite
lijk een provinciale weg te zijn, daar hij de
functie heeft van verbindingsweg van
woonkernen, al ligenen deze toevallig in
eene gemeente.
De weg loopt grootendeels langs de mi
litaire terreinen en, verder door gronden,
die als natuurreservaat dienen te worden
behouden. Er dient gezorgd te worden, dat
deze weg geen oorzaak is van storing in
dit natuurschoon gebied. Daar, waar hij
door het bosch gaat, zullen breede bosch-
strooken ongeschonden bij den weg moe
ten blijven. De voetpaden kunnen dan in
deze strooken worden opgenomen. Daarom
is de weg voor een groot gedeelte op een
breedte van 40 Meter ontworpen.
Door de omlegging bij Soesterberg kan
een deel van de Banningstraat vervallen.
Het nieuw aan te leggen gedeelte van
den weg is, voorzoover het over het mili
taire terrein is ontworpen, gedacht zonder
b o om b ep 1 anti ng.
Van Soesterberg is ontworpen een ver
bindingsweg naar Zeist met twee uitmon
dingen op dien rijksweg.
Deze nieuwe weg za.1 ook ten goede ko
men aan het verkeer Amersfoort-Zeist vice
versa, dat nu via de Prins Alexanderlaan
in Huis ter Heide plaats heeft.
Verder is er ontworpen een verbinding
SoesterbergDen Dolder via een verbe
terde Batenburglaan.
Beide wegen, alsmede een weg vanaf de
Bosstraat naar den Dolderschen weg zijn
ontworpen in overleg met de Gemeente
Zeist. Deze laatste verbinding Bosstraat
Dolderschen weg en eventueel verder naar
Maartensdijk is noodig als schakel in het
verkeer AmersfoortDen DolderMaar
tensdijk, dat nu óf over Soestdijk óf over
Soesterberg plaats heeft.
In het algemeen is er bij het verbeteren
en het ontwerpen van de verkeerswegen
in het uitbreidingsplan naar gestreefd, een
onbeschadigd behoud van het groote na-
tuurschoongebied midden in de Gemeente.
4. DE ENG.
Bij het ontwerpen van het Uitbreidings
plan deed zich de gewichtige vraag voor:
„Kan er aan de Eng. voor zoover nog niet
bebouwd, de bestemming van landbouw
worden gegeven, m.a.w. Kan de Eng in een
bestaanden toestand nog worden behou
den". Dit is gebleken niet meer mogelijk
te zijn: en wel op de volgende gronden:
De bebouwing, die er als een ring om
heen gegroeuu is, en zich nog steeds uit
breidt, verhoogt eiken dag de vraag naar
bebouwing van het binnen den ring liggen
de terrein.
De Eng is reeds gedeeltelijk sterk be
bouwd en voor een nog vrij open gedeelte
reeds dwars doorsneden door de Molen
straat en de Talmalaan. Ook de rand van
De Eng is reeds op verschillende plaatsen
door bebouwing aangetast. Door een en
ander heeft de grond, die in handen is van
zeer vele eigenaren, reeds boiiwtoerrein-
waarde gekregen, zoodat een zeer groot
kapitaal noodig zou zijn om tot aankoop
of onteigening te geraken.
Het is niet aan te nemen, dat er eenig
lichaam bereid en in staat zou zijn het daar
voor benoodigde kapitaal beschikbaar te
stellen, te minder daar de grootste aantrek
kelijkheid van De Eng reeds verloren is
gegaan.
Verder weegt als argument tegen het
behoud, dat een vrijhouden van het nog
open Eng gebied onvermijdelijk meebrengt
de vergrooting van het voor bebouwing
te bestemmen gebied buiten de Eng, waar
door ander open land en/of natuurschoon
wordt in beslag genomen.
Gesteld, men zou tegemoet willen komen
aan den zeer te waardeeren en te begrijpen
wensch van velen om De Eng onbebouwd
te laten door in het uitbreidingsplan aan
deze gronden de bestemming van landbouw
te geven, dan zou drie maatregel stellig lei
den tot het tegengestelde van wat men er
mee betoogde. En wel om de volgende re
denen. Er zal een niet tegen te houden
aandrang ontstaan op het Gemeentebe
stuur. om de gronden toch te mogen bebou
wen (en dus het U.P. te wijzigen) of wel
om de gronden door de Gemeente te doen
aankoopén of onteigenen. Deze aandrang
zal, zooals gezegd, niet te weerstaan zijn.
Noodgedwongen zal'men, stuk na stuk
van De Eng moeten vrijgeven voor bebou
wing, daar de Gemeente al dezen duren
grond, niet zal kunnen koopen. Er ontstaat
dan een bebouwing, die even slecht is als
de reeds bestaande, en waarbij met de land
schappelijke factoren, dus met de algemeene
belangen der gemeente allerminst wordt
rekening gehouden.
Het is daarom beter in het uitbreidings
plan deze zaak duidelijk op te lossen. Men
moet het fei-t van bebouwing moedig aan
vaarden en een plan maken, waarbij naast
de belangen der grondeigenaren, ook, en
niet in de laatste plaats, het algemeen be
lang is behartigd.
Want, wanneer een min of meer intensie
ve bebouwing op De Eng wordt toegelaten,
is het plicht, de schoonheid van De Eng
die door de prachtige vergezichten en het
uitzicht op den Kerktoren wordt gevoerd,
zooveel mogelijk te behouden, en tegen
over het verlies aan landelijkheid door de
bebouwing van dezen typischen landbouw-
heuvel te stellen een andere landelijke
schoonheid, die weliswaar een geheel an
der karakter zal dragen, doch niettemin in
de toekomst niet minder aantrekkelijk zal
kunnen zijn.
Het toekomstbeeld van De Eng zal dus
geheel anders zijn dan tegenwoordig; in
het algemeen besloten door bebouwing en
beplanting; met daarnaast op vele punten
verrassende vergezichten. Een tegenstelling
dus van ruimtewerking, die, mits goed uit
gevoerd, even groote, ja wellicht nog groo
tere bekoring zal hebben dan het tegen
woordige landschapsbeeld. Hier moet de
nadruk worden gelegd op het „mits goed
uitgevoerd", want zou men De Eng be
bouwen volgens hetzelfde systeem, dat ge
volgd is in het noordwestelijke gedeelte,
denk aan de Beetzlaan, de Laanstraat, de
Wald. Pvrmontlaan, de Wilhelminalaan, de
Emmalaan, de Anna Paulownalaan, de
Oranjelaan, de Lindenlaan, de Spoorstraat,
de Rembrandtlaan enz. enz., en in het zuid
oostelijk gedeelte de Molenstraat, dan zou
de Gemeente een onherstelbaar verlies heb
ben geleden; een verlies waardoor de aan
trekkelijkheid van Soest als woonplaats
voor goed zou zijn verloren.
De bebouwing van De Eng moet dus
met zeer groote zorg worden geleid. En
niet alleen zal zich die zorg moeten bepa
len tot de soort van bebouwing, de onder
linge afstand der gebouwen en de afstand
van deze tot den weg enz., maar vooral
ook aan de ruimtevulling en de ruimtever-
deeling tusschen de toekomstige gebou
wen, de breedte en het uiterlijk der wegen
zal de grootste aandacht moeten worden
geschonken. Want de wegen en de wijze
van beplanting zullen meer nog dan de
gebouwen het algemeene toekomstige uiter
lijk beïnvloeden en den indruk bepalen,
dien een bezoeker van dit belangrijke deel
der gemeente zal meenemen.
Er dient gezorgd te worden, dat de com
positie van dood en levend materiaal uit
groeit tot een volmaakt harmonisch geheel.
Woon wegen zijn natuurlijk noodig, doch
deze moeten voldoende ruim en van een
landelijk karakter zijn. Maar naast deze
normale wegen, zullen enkele breede, rus
tige lanen, zooals we die in Baarn aan
treffen. de hoofddeelen van De Eng moeten
doorsnijdlen en verbinden. Tusschen en ach
ter de bebouwing zullen wandelwegen die
nen te worden behouden; wandelwegen,
die aan de bewoners gelegenheid bieden,
zonder last van auto's en andere voertuigen,
zich te verplaatsen ovei grootere afstanden,
die hen gelegenheid bieden te wandelen
tusschen het groen, te luisteren naar de vo
gels, te genieten van mooie uitzichten, te
rusten op hier en diaar geplaatste banken.
Deze rustieke wegen zullen grootelijks bij
dragen tot verhooging van het aspect der
bebouwing, omdat ze een groenen achter
grond vormen voor de rijen woonhuizen,
een achtergrond' die drie huizen als 't ware
te zamen bindt.
In het plan is er naar gestreefd aan deze
voorwaardlen te voldoen.
Een paar breede, men zou kunnen zeggen
„deftige", lanen doorsnijden De Eng. Deze
zijn niet bedoeld als wegen voor het snelle
en intensieve verkeer. Dit moet de oude
banen blijven volgen.
Er dicht in alle opzichten naar gestreefd
te worden het nieuwe centrum, evenals
trouwens de andere nieuwe woonwijken,
vrij te houden van het enerveerende, over
drukke, onveilige en lawaaimakende ver
keer. Voor hen, die dit verkeer zoeken (za-
kenmenschen enz.) is er plaats aan de vele
en lange verkeersbanen, die er reeds zijn.
De toekomstige bewoners en zij, die aan
den verkeersweg hebben moeten wonen,
maar dankbaar zijn dat zij hem kunnen ver
laten, zijn rustzoekendert, Zij verlangen een
woning in een mooie, gezellige omgeving,
aan een aardige straat of laan, die niet te
stil is en zonder doorgaand verkeer, niet
te ver van de winkelbuurt en van de ver
keersmiddelen (trein, tram, bus enz.) en,, als
zij kinderen hebben, niet te ver van de
scholen.
Met deze factoren moet het uitbreidings
plan voor de Gemeente Soest rekening hou
den en in het bijzonder geldt dit voor de
toekomstige ontwikkeling van De Eng, om
dat daarbij aan alie voorwaarden kan wor
den voidaan, wat niet bij alle deelen der
gemeente mogelijk is.
De Eng zal, zooals gezegd, in de toe
komst het Centrum worden van Soestdijk
en Soest. Op het snijpunt der beide hoofd
lanen werd een nieuw raadhuis ontworpen..
De Korte laan geeft, via een overbrugging
van de spoorbaan, directe verbinding met
den rijksweg ongeveer in het midden tus
schen Soest en Soestdijk (tegenover de
oudte Katholieke kerk) en verder met het
ontworpen, station Soestereng aan de lijn
AmersfoortAmsterdam. De Lange Mid
denlaan verbindt de beide langseinden van
De Eng met den Riijksweg, aan de N.W.
zijde door de Julianastraat, aan de Z.O.
zijde over de spoorbaan a niveau op het
splitsingspunt van Rijksweg en Soester
bergsche straatweg.
De prachtige uitzichten op De Eng zijn
in het plan benut. Men kan deze onderschei
den in twee soorten; nml. de vergezichten
en de uitzichten op het dorpsbeeld van het
oude Soest ,met als culminatiepunt den
ouden toren. De vergezichten liggen in ver
schillende richtingen, doch hoofdzakelijk
naar het Zuiden en Z. Westen.
Het torenbeeld, als hoofdmoment van
het dorpsbeeld werd voornamelijk in het
stratenbeeld opgenomen, met één uitzonde
ring. waar een zeer breed uitzicht over de
sportvelden de geheele oude kern van Soest
in het uitzicht brengt.
Voor de vergezichten naar het Zuiden
en Z.Westen werden de daarvoor meest ge
schikte punten en uitzichtshoeken in het
terrein bij de algemeene terreinverkenning
nauwkeurig vastgesteld. De uitzichthoeken
aijn Ln 't algemeen zoo breed genomen,
dat de waarde van het uitzicht niet door
bebouwing en beplanting geschaad wordt.
Door de bebouwing van De Eng verliest
de gemeente een van ouds bekend wandel
terrein. Een aantal woonstraten of woonla-
nen, zij 't dan ook dat deze van een goed
type zijn, kunnen dit verlies niet vergoeden.
De in het plan opgenomen „rustieke we
gen" waarover hierboven reeds een en an
der werd meegedeeld, zullen aan de be
woners van De Eng, maar vooral ook aan
die welke rondom De Eng wonen, een wel
kome wandelgelegenheid dicht bij huis bie
den.
Door de uitvoering van het ontworpen
plan zal het beeld van De Eng volkomen
van karakter veranderen. Behalve op het
bebouwde gedeelte is De Eng nu geheel
open. In de toekomst zal er gestreefd moe
ten worden naar geslotenheid welke verkre
gen kan worden gedeeltelijk door de be
bouwing, doch hoofdzakelijk door de be
planting. De rustieke wegen kunnen daar
toe veel bijdragen, omdat zij losstaande
bouwwerken binden.
De uit- en vergezichten zullen door de
tegengestelde werking van geslotenheid en
ruimte tot een veel grooter effect worden
gebracht. Zij ziin zoodanig benut, dat men
ze op verschillende plaatsen telkens in an
deren vorm kan waarnemen.
De Eng kan bij goede uitvoering van
het plan heel mooi worden en zal dan min
der koud en winderig zijn dan nu.
In het plan voor De Eng zijn o.a. opge
nomen: een groot kerkgebouw, (voor de
kleinere kerkgebouwen behoeft geen be
paalde plaats te worden aangewezen), ver
der op verschillende plaatsen scholen met
speel- en sportterreinen, een winkelbuurt
tegenover het nieuwe raadhuis, een groot
sportveld voor allerlei sport, en een com
plex tennisbanen.
De Molenstraat, de Talmalaan, de Korte
Melmweg, de Anna Paulownalaan, de Em
malaan enz. loopen vanaf het hoogste ge
deelte van De Eng direct naar het laagste
gedeelte en monden daar uit op den Rijks
weg en enkele op de Nieuwe weg. Zulke
wegen voeren over hunne verharding in
regentijden groote hoeveelheden water af.
Bij stortbuien is het zelfs niet mogelijk
al het water langs rioolbuizen af te voe-
rep. Dit water vormt een groot bezwaar
voor de laaggelegen wegen, waarop het te
recht komt.
In het plan i.s dit stelsel niet voortgezet.
Integendeel is alles gedaan om te voorko
men, dat het water van de Eng snel naar
beneden zal afvloeien. In het plan zijn de
woonwegen zooveel mogelijk dwars op de
hellingrichting ontworpen; verder zijn er
de rustieke wegen, waarheen men het wa
ter van de woonwegen kan afvoeren. Hier
wordt het in greppels opgevangen en aan
den bodem afgegeven.
5. DE BEBOUWING.
Er is gestreefd naar een landelijke be
bouwing. die bij de streek past. In de ker
nen is zij 't dichtst en naar mate zij verder
van de kernen verwijderd is, wordt ze wij
der.
In de dicht bebouwde gedeelten van Soest
dijk, Soest en S'berg, zijn winkelstraten
met gesloten bebouwing opgenomen.
Bij de vaststelling van de in het Uitbrei
dingsplan aangegeven bebouwingsvoor
schriften werd er uitgegaan van de in de
gemeente gebruikelijke bouwwijze, met dien
verstande echter, dat er in de nieuwe wij
ken geleidelijk een dorpsbeeld ontstaat, dat
beter kan zijn dan het tegenwoordige.
Dit is veelal eentonig. De eigenbouwers
in Soest, die den bouw beheerschen., ma
ken de minimum eischen, die in de Gem.
Bouwverordening gesteld worden ten aan
zien van onderlinge afstand van voorgevel
tot het hart van den weg enz., tot normen,
zoodat bijna alle gebouwen 5 Meter uit
elkaar staan en 10 Meter uit het hart van
den weg. Waar de wegen bijna overal 10
Meter breed zijn en ongeveer hetzelfde pro
fiel hebben, kan het niet anders of er moet
een stratenbeeld ontstaan dat nauw, eento
nig en bekrompen aandoet. Dit is wel zeer
in tegenstelling met het landschap, dat
ruim, afwisselend en grootsch is.
In het uitbreidingsplan zijn de wegen
profielen, de soort van bebouwing, de on
derlinge afstanden der huizen en de rooi
lijnen verschillend naar den aard van de
omgeving. Hierdoor is de mogelijkheid van
een veel beter bebouwingsbeeld geschapen.
Het spreekt van zelf, dat dit beeld zal be-
heerscht worden door het uiterlijk der ge
bouwen. Hieraan behoort dus ook groote
aandacht te worden geschonken.
De Gemeente heeft in haar bouwverorde
ning een zoogenaamde welstandsbepaling.
Het ware wenschelijk, dat op grond van
die bepaling alle ontwerpen voor bouwwer
ken werden gekeurd. Weliswaar geeft een
dergelijke keuring geen zekerheid, dat er
dan ook allemaal mooie gebouwen ontstaan
(door een keuring en cventueele wijziging
kan men van een leelijk ontwerp nog geen
mooi maken), doch het hinderlijk leelijke
kan toch zeker geweerd worden; bovendien
is het voor vele bouwers dikwijls een aan
sporing om zich in 't vervolg tot een goed
architect te wenden.
In het uitbreidingsplan is ook meer dan
tot nu toe de gelegenheid geopend om meer
woningen onder een kap te bouw/en. Dit
is gedaan, eendeels omdat aan een dergelij
ke bouwwijze blijkens de aanvragen meer
behoefte is, maar ook omdat een bebou
wing met breedere gebouwen op daarvoor
geëigende plaatsen dikwijlg een veel meer
bevredigend stratenbeeld geeft dan de re
gelmatig repeteerende enkele of dubbele
woningen, zooals er in Soest zooveel staan.
Bovendien bevordert het de concentratie
der bebouwing, een belangrijke aangele
genheid waarop nader wordt teruggekomen.
DAT DE
N. V. EERSTE SOESTER
ELËCTR. DRUKKER IJ
ZONDER VERHOOGING
PLAATST IN ALLE
DAG-,WEEK 0FMAAN0-
BLADEN IN NEDERLAND
Bevolking
Meer ge- Meer Bevol- Toena-
Overle- boren dan Vestiging Vertrek gevestigd kring me
Jaar
op 31 Dec.
Gebore
nen
denen
overleden
dan ver
trokken
- op
31 Dec
1910
5213
157
66
91
475
472
3
5307
94
1911
5397
168
81
87
465
437
28
5422
115
1912
5422
159
64
95
512
424
88
5695
183
1913
5605
188
63
125
517
462
55
5785
189
1914
5785
219
75
135
575
434
141
6961
276
1915
6961
187
88
99
557
449
108
6268
207
1916
626b
179
94
85
613
465
148
6501
233
1917
6591
205
83
122
896
725
171
6794
293
1918
6<94
211
117
94
1908
759
249
7137
343
1919
7137
293
84
119
1993
892
201
7457
329
1929
7457
261
73
188
1293
875
417
8962
695
1921
8962
278
99
179
1237
782
455
8696
0M
1922
8696
302
102
299
1591
882
709
9695
999
1923
9695
321
97
224
1715
962
753
1Ü582
077
1924
19582
320
89
231
1634
1256
378
11191
609
1925
11191
284
116
168
1674
1275
399
11758
567
1926
11758
321
117
294
1742
1395
347
12399
551
1927
12309
278
160
118
1661
1421
240
12667
358
1928
12667
313
139
183
1821
1436
385
13235
568
1929
13235
284
147
137
1585
1468
117
13489
254
1939
13489
312
142
179
1894
1615
279
13893
494
1931
13893
282
142
149
1663
1365
298
14331
438
L'it het hierbij gevoegde overzicht van de
bevolking der Gemeente blijkt, dat er
steeds een overschot is, zoowel van gebo
renen en overledenen, als van vestiging en
vertrek.
Gerekend over de 29 jaren tusschen 1911
en 1932 is de totale toename 8999 inwoners,
dus voor het 29-jarig jaargemiddelde 445.4.
Dit gemiddelde wordt naar den hoogen
kant beïnvloed door de jaren 1920, 1921,
1922 en 1923, welke zeer -hooge overschotten
in beide categorieën geven. Deze jaren wa
ren voor Soest abnormaal in verband met
de vestiging van veel buitenlanders ten
gevolge van den na-oorlogschen toestand.
Zou men deze jaren buiten beschouwing
houden, dan wordt het jaargemiddelde over
16 jareni 361.5.
In de laatste 5 jaar is deze toename:
1927 met 358, 1928 met 568. 1929 met 254,
1939 met 494 en 1931 met 438, dus gemid
deld 404.4. Hetjaar 1929 geeft daarbij een
zeer laag toenamecijfer.
Van de bebouwingstoenamc zijn er geen
gegevens, behalve die van het aantal vol
tooide woningen iri de jaren 1926 tot en met
1931.
Wel zijn er opgaven sinds 1904 van het
aantal bouwaanvragen, waarbij vanaf 1918
met de vermelding voor hoeveel dit betrek
king heeft op woningen, doch er wordt
niet bij vermeld of deze woningen ook in
derdaad gebouwd zijn; bovendien geeft de
staat geen gegevens over het aantal wonin
gen, dat is afgebroken of door andere oor
zaken is verdwenen.
De staat van het aantal gebouwde wonin
gen van 1926 tot en met 1931 geeft een ge
middelde toename per jaar van 112.3. In
deze 6 jaren was de gemiddelde bevol
kingstoename (551 en 358 en 568 en 254
en 494 en 438) 6 is 428.8,, zoodat de bewo-
ningscoëfficient 3.8 zou zijn. Dit kan wij
zen op een kleine gezinssterkte of op een
tekort aan woningen. Men krijgt dan ver
hooging van de hier gevonden coëfficiënt,
doordat bewoners van overvulde bestaande
woningen- naar de nieuwe verhuizen, of wel
doordat er woningen zijn afgebroken, waar
door ook verplaatsing het gevolg was.
De beschikbare gegevens van 1932 betref
fende het aantal nieuw gebouwde wonin
gen, (tot 1 Augustus was dit reeds 115) wij
zen op een behoefte aan woningen.
Het zou zeker niet juist zijn uit de be
schikbare gegevens een zuivere conclusie
te willen trekken, betreffende de te ver
wachten bevolkingstoename en de daarmee
verband houdende bebouwingsuitbreiding.
Als de Gemeente Soest blijft groeien,
zooaR dit tot nu toe het geval was, dan zou
men kunnen aannemen, dat over 10 jaar
dus in 1942 het inwonertal de 20.990 zal
hebben overschreden en dat dit in 1950 on
geveer 25.000 zal bedragen.
De cijfers geven zeer zeker den indruk,
dat de plaats sterk vooruitgaat en in het
uitbreidingsplan niet met deze bevolkings
toename in voldoend ruime mate wordt
rekening gehouden, ja zelfs zal hierbij aan
toename, welke in verhouding zeer hoog
is, moeten worden gedacht.
In de Gemeente Soest zal dit te meer het
geval moeten zijn, omdat men de inwoners
zeker niet kan dwingen en dit ook niet zou
willen doen, zich met hunne nieuwe te bou
wen woningen direct bij de bestaande be
bouwing aan te sluiten. Ren dergelijke in
tensieve concentrische bebouwing, welke
geen open bouwterrein overlaat, zou de op
pervlakte voor bebouwing stellig zeer be
perken, doch zij is in plaatsen, waar prak
tisch overal gebouwd kan worden, niet toe
te passen.
Zelfs al zou men dus in het uitbreidings
plan rekening houden met een bebouwings
uitbreiding voor 10 jaren (de termijn bin
nen welke het plan moet worden herzien;
dan nog zou men een aanmerkelijk groo
tere oppervlakte voor bebouwing dienen te
bestemmen als noodig zou zijn voor de in
die termijn te verwachten bevolkingstoe
name.
In het uitbreidingsplan moet bovendien
met groote en onverwachte mogelijkheid
worden rekening gehouden. Zoo hebben we
dus naast elkaar de wenschelijkheid van
concentratie der bebouwing enhet
uitbreidingsplan, dat gelegenheid biedt tot
ingebruikneming van een grootere opper
vlakte dan in de komende jaren voor de
bebouwing noodi'g is.
Naar samenvoeging der bebouwing dient
zooveel mogelijk gestreefd. Sterk versprei
de bebouwing is uit een oeconomisch, en
uit een landschappelijk oogpunt zeer na-
deelig voor de gemeente. Het gemeente
bestuur zal dus met alle beschikbare maat
regelen moeten bevorderen, dat de bebou
wing zooveel mogelijk geconcentreerd
blijft en het zal door beperkende bepalin
gen, o.a. bij den aanleg van nieuwe wegen,
er veel toe kunnen bijdragen, om bebou
wing van nieuwe gronden op grooten af
stand van de woonkernen zoo lang mogelijk
tegen te houden.
H. KERKEN, SCHOLEN EN ANDERE
BELANGRIJKE GEBOUWEN.
Voor belangrijke gebouwen, die, wegens
hunne bestemming of om andere redenen,
aan een bepaalde plaats in de toekomstige
uitbreiding zijn gebonden, werd deze plaats
in het plan vastgesteld
Dit is het geval met het nicuw-gedachte
raadhuis op De Eng en met de gebouwen
voor gemeente-administr; tie, brandweer
en volksbadhuis in Soesterberg.
Verder zijn ook voor enkele belangrijke
kerkgebouwen de plaatsen aangegeven: n l.
een nieuwe N.H. Kerk op De Eng, een R.K.
Kerk bij de Bosstraat, een N.H. Kerk in
Soesterberg, welke in verband met de toe
komstige bebouwingsuitbrciding noodig
geacht worden. Aan de architectuur van
deze gebouwen zal groote zorg moeten
worden besteed. Zij zijn zeer belangrijk
ook wegens hunne waarde in het landschap
pelijke beeld.
Opzettelijk wordt de plaatsbepaling
slechts tot deze kerkgebouwen beperkt;
voor alle andere kerken kan deze naar be
hoefte worden bepaald. Zij kunnen op vele
plaatsen in de bouwterreinen worden opge
nomen.
V oor de scholen werden zooveel mogelijk
de plaatsen -aangegeven. Deze voor een ze
kere bebouwingsoppervlaktt noodige in
richtingen, eischen veel terrein (speel- en
sportveld; en bovendien is hare ligging van
groote beteekenis in verband met de rust
bij het onderwijs, en de veiligheid der kin
deren bij het bezoeken en verlaten der
scholen. Ook dient er voor gewaakt, dat
scholen niet aan drukke verkeerswegen
worden gebouwd, behalve om bovenge
noemde veiligheid der kinderen, omdat het
verkeer groote hinder ondervindt van aan-
en uitgaande scholen.
Bij de in J*t plan opgenomen scholen
zijn ook gedacht een tweetal onderwijs-jn-
richtingen voor middelbaar- of voorberei
dend hooger onderwijs en wel één bij de
Emmalaan, en één bij de Bartolottilaan. in
een niet verre toekomst zal Soest aan zulk
een school, 14.B.S., Gymnasium of Lyceum
zeker behoefte krijgen.
Deze inrichtingen liggen dicht bij groote
sportvelden, nml. die bij' de Emmalaan op
korten afstand van het sportterrein aan de
Schrikslaan, en die bij de Bartolottilaan in
de onmiddellijke nabijheid van het terrein
voor feestelijkheden en sport, dat er achter
Egt.
.Stellig zullen in de toekomst, vooral op
plaatsen verder verwijderd van de bebou
wingskernen,, nog meerdere schoolgebou
wen noodig zijn, indien de bebouwing zich
volgens het plan zal ontwikkelen. Op vele
plaatsen laat de bouwterreindiepte en de
rustieke ligging van de woonstraat hel op
richten van schoolgebouwen met de noo
dige speel- en sportgelegenheid volkomen
toe. Hier was dus een plaatsvast3teiiing
overbodig.
In het plan werden opgenomen twee-
nieuwe stations of halten, nml. een aan de-
spoorbaan AmsterdamAmersfoort (in het
plan genaamd „Soestereng") en een aan
de- lijn UtrechtBaarn, tusschen de stations
Dei) Dolder en Soest (in hetplan genaamd
„Soesterveen"). De halte Nieuwe Weg, wel
ke zeer dicht bij het station Soest is gele
gen, kan daardoor vervallen.
De eerste halte (Soestereng) schept een
directe verbinding van de Gemeente Soest
met Amsterdam. Vooral, als de lijn Am
sterdamA'foort geëlectrificeerd wordt,
zal zulk een halte een groote verbetering
in het verkeer voor Soest beteekenen.
De halte Soesterveen zal in de toekomst,
bij uitbreiding der bebouwing tusschen het
Soesterveen en de Nieuwe weg, en ten
N. Westen van de Bosstraat, een middel
punt vormen van een zeer belangrijk ge
deelte der gemeente, temeer omdat het ont
worpen is bij den overweg van den Heide
weg, zoodat het Vosseveld en de geheele
buurt ten noorden van den Heidew. direct
met deze halte zullen zijn verbonden.
Tien slotte zij nog vermeld, dat in het uit
breidingsplan werd opgenomen de gelegen
heid tot het plaatsen van een zeer groote
garage, bijv. voor de stalling van verkeers-
autobussen, tusschen de Middelwijkstraat
en de spoorbaan.
7. HET WOONWEGENPLAN.
Bij de behandeling van De Eng en van
de Bebouwing kwamen de woonwegen van
zelf reeds ter sprake. Zij vormen ook een
onafscheidelijk deel der bebouwing, van
welke* zij een noodzakelijk gevolg zijn, hoe
wel zij in de praktijk er meestal aan voor
af gaan.
Hoewel dus bebouwing en woonstraat
een geheel bchooren tc vormen, kan in
een uitbreidingsplan die onafscheidelijke
samenhang niet tot uitbeelding komen. De
weg kan volkomen in vorm worden ge
bracht; de bebouwing er langs, hoe ook
geformuleerd, blijft een vraagteeken. Bij
smalle, on- of dunbeplante wegen is dit
bezwaar natuurlijk grooter, dan bij breede,
sterk beplante lanen.
De bestaande woonwegen van Soest zijn
als regel te smal en in verhouding tot hun
ne breedte toch zeer kostbaar. Zij laten
geen plaats voor stilstaande verhuiswa
gens, auto's, enz., zij laten het leggen van
leidingen moeilijk toe en voor de boomen
is er te smalle ruimte. Aldus is het nuttig
effect gering, het straatbeeld van binnen
uit is „bekrompen", terwijl de weg in ver
houding van zijn geringe breedte toch
kostbaar is, omdat hij over zijn geheele
oppervlakte is verhard. Absorbeering van
hemelwater is onmogelijk, zoodat alles
afgeroilèerd moet worden. Met de beplan
ting heeft men last, omdat de boomen on
voldoende plaats hebben om te groeien.
In woonwegen van 10 Meter breedte kun
nen geen boomen worden geplant, tenzij
het zeer ondergeschikte stille wegen zijn.
waarbij de verharding alle verkeer gemak
kelijk kan opnemen en de beplanting slechts
bestaat uit hier en daar een boom bij de
perce-elscheidingen. (zie profiel 10A).
In het uitbreidingsplan voor Soest werd
voor eiken weg het profiel vastgesteld in
verband met de ligging en de beteekenis