V. Eerste Soester Electrische Drukkerij o< Rechtzaken o< Voor de Vrouw >o U Diverse merken VULPENNEN in alle prijzen. Komt, ziet en overtuigt U Ziet onze Etalages Ziet onze Etalages Onafhankelijkheid boven al Afdeelirtg Lederwaren Afdeelirtg Kunstaardewerk Afdeelirtg Rapierwapen Van Weedestraat 7 - Telefoon 2062 - Soestdijk FEUILLETON KANTONGERECHT TE A'FOORT. Ongemerkte varkens. De 'zitting was een gewichtige. 63 geval len van overtreding der Varkenscrisiswet onder Woudenberg. Volgende zitting ver moedelijk nog een gelijk aantal. Mr. H. H. Steneker uit Amsterdam trad als gemachtigde op van 57 overtreders, en deed dit in twee pleidooien. Het een over slachten voor eigen gebruik, (1 geval) zon der machtiging van de Varkenscentrale. Het andere over vervoer (1 persoon) of houden van ongemerkte varkens (55 per sonen). Volgende week komen we op deze zaken ttrug. Slechts hier gezegd dat O.M. f 100 boe te stelde als eisch voor de huisslachting en voor 'de andere f 5 per varken, wat een paar maal liep tot f 500 per persoon. Mr. Steneker wees beide eischen der Cen trale af, als zijnde wetgevende eischen en niet uitvoerende. Hij vroeg dus: Niet ont vankelijk verklaren of ontslag van rechts vervolging. Schriftelijk vonnis over veer tien daag. Volgende week komen we hierop terug. Mond- en Klauwzeer. Er waren twee Soester zaken op deze zit ting. W. van de T. en van D., landbouwers in de Birkt hadden niet tijdig aangifte ge daan van gevallen njond- en klauwzeer onder hun vee. Ze verontschuldigden zich, dat al nam het melkgeven af, ze toch niet direct aan mond- en klauwzeer dachten. Dat zou Vrijdag of Zaterdag zijn geweest 23 en 24 September. Daarop viel de Zon dag, Maandag en Dinsdag hadden ze aan gifte gedaan. (Ook Zondags kan dit ge schieden). Het bleek echter dat Zondag in Soest reeds het gerucht liep van mond- en klauw zeer op die hoeven en dat de aangifte eerst is gekomen, nadat dr. Winter, de keurmees ter, de stallen had bezocht. O. M. en Kantonrechter meenden hier wel verzachtende omstandigheden te vin den en waren tevreden met f 10 eisch en f 7.50 vonnis. Vleeschkeuring. M. te Soest had ham,, schouder en kar bonaden besteld in Putten, en in perkament- papier verpakt bracht W. van W. het aan M,., die op dat oogenblik geen tijd had vol gens zijn zeggen, en aan M, opdroeg het voor invoering te laten keuren. Wanneer de politie of keuringsdienst zich erin gemengd hebben;, werd ons niet duidelijk. De hulpkeurmeester Drost ont ving het vleesch nog in zijn verpakking. Het werd goedgekeurd voor de vrijbank. Nu kwam nog iets in het gesprek, waar van ons de draagwijdte ontging Het vleesch leek over Baarn te zijn gearriveerd en zou daar eerst moeten zijn gekeurd. O.M. en Kantonrechter zagen hier han deling te goeder trouw en waren met f 10 boete content ten laste van den vervoerder W. van W. Mr. Steneker voerde twee pleidooien. Het eerste liep over het geval huisslachting zonder de verplichtend gestelde machtiging van de Qentrale, minstens acht dagen te voren aan te vragen. Wel was tijdig de aangifte geschied voor den Keuringsdienst. Controle bleef dus mogelijk. Dit artikel 7 van het Varkensbesluit, dat machtiging der Centrale eischt, moet zich in de Varkenswet gronden op artikel 6 b., want daarin alleen is sprake van huisslach ting. Welnu, dit artikel 6 b., eischt alleen voor af voldoening van accijns en niets anders. Verder laten Veekeuringswet en Varkens- wet de huisslachting volkomen vrij. Het Varkensbesluit mag die vrijheid niet in perken door machtigiingseisch. Ook artikel 23 kan hier geen volmacht geven. Daar wordt slechts het recht ver leend om regelen te stellen met betrekking tot de uitvoering der wet. Ook de Kamer zag een Staatsrechterlijk bezwaar in het verstrekken van wetgevende functie aan het uitvoeringsorgaan der Centrale. Daarom kreeg artikel 9 een an dere redactie. In het tweede pleidooi vormde dit Staats rechterlijke bezwaar het hoofdpunt van verweer. Dit pleidooi ging voor 55 verbalen van varkens niet doen merken en 1 voor on gestempelde dieren vervoeren. En hier had de Centrale een mooie troef kaart den verdediger in handen gegeven door het formulier, dat varkenshouders hebben te onderteekenen, willen ze hun varkens gestempeld krijgen. Dat formulier luidt: ,,Ondergeteekende verzoekt toegela ten te worden als lid van de Gewestelijke Varkens-Centrale te Utrecht, en verklaart zich te zullen onderwerpen aan alle voor schriften, welke door of van wege deze Centrale zullen worden gegeven. Hij verplicht zich alle mogelijke mede werking te verleenen en toestemming te verleenen om de varkens voor zijn risico te doen merken," Kort samen gevat zei het pleidooi het volgende. De wet eischt het stempelen,, hier zijn de menschen niet te gen. Stempelen kan men niet gedaan krijgen, dan door lid te wordjen eener Centrale. Hier heeft men dan het formulier te on derteekenen, dat niet alleen de plicht oplegt te doen %at de wet eischt, maar ook wat de Centrale gelieft op te leggen, aan wier willekeur men is overgeleverd. D.irt laatste wil men niet; slechts aan de verplichtingen van de wet wil men voldoen. De Centrale, een uitvoeringsorgaan, ma tigt zich wetgevende bevoegdheid aan. Dat is Staatsrechterlijk niet toegestaan. Boven dien wordt de risico op den varkenshouder gelegd. Dat dit onjuist is, heeft de Centrale zelve reeds toegegeven in haar brief van 7 November. Ook hebben verschillende een gewetens bezwaar. Wanneer een zeug veel biggen werpt, ziet men daarin een zegen van God. Doordat het getal biggen beperkt wordt, heeft men eenige dieren van dezen zegen te dooden, wil men geen f 5 extra betalen. Een eigenaardig bezwaar, daar ook de fok als einddoel heeft het dooden. Deze gedwongen beperking is eigenlijk niet anders dan een soort onteigening, in strijd met artikel 153 der Grondwet. Spreker meent, dat moet volgen. Niet ontvankelijk verklaren of ontslag van rechtsvervolging. Zooals reeds werd gezegd, komt schrif telijk vonnis Donderdag 1 December. UITSPRAKEN KANTONGERECHT. Te Soest wielrijdend zich vasthouden aan auto: J. S., Baarn f 5 of 2 dagen. Wielrijden zonder licht: J. G., Soest f 3 of 1 dag; Ti S., Soest f 5 of 2 dagen. Onvoldoende autoverlich'ing: A. A. v. d. Z.. Soest f 3 of 1 dag: R H. J. R., Soest f 1 of 1 dag. KAMER VAN KOOPHANDEL FA- BRIEKEN VOOR DE GELDERSCHt VALLEI. Amersfoort, 18 Nov. 1932. Arnhemscheweg 23, Tel. 425. AAN de Provinciale Staten van Utrecht. Naar aanleiding van de voorstellen tot verhooging van het kapitaal der N.V. Prov. Utrechtsche Electr. Mij. trolc bijgaande pu blicatie van den heer J. Haars (Amersf. Dagblad 12 November 1932) de bijzondere aandacht van het Bureau der Kamer. Indien de daar getrokken conclusie uit het voorstel van Gedeputeerde Staten juist is hetgeen 't Bureau wel voorkomt dan zou dit beteekenen, dat via het kanaal der PIJEM belasting geheven wordt van de stroomverbruikers van de provincie met uitzonderling van de stad Utrecht. De PUEM toch betrekt evenals de stad Utr. den stroom van de PEGUS, die opwekker is. Naar den regel van een goed opgezet Overheidsbedrijf moet de PUEM zorgen, dat zoo goedkoop mogelijk stroom geleverd wordt en dat dus alle gunstige factoren in de exploitatie worden benut tot goedkoo- per maken van het gebruik. Het bedrijfs leven heeft in dezen tijd buitengewoon be hoefte aan verlaging van exploitatiekosten, waartoe toch zeker de verlaging van kosten voor electrisch-stroomverbruik is te reke nen. Zou evenwel het bedrijf der PUEM, om zich behoorlijk te bedruipen, persé meebrengen een kleine verhooging van las ten, dan zou men zich daarbij neer moeten leggen. Maar wat thans geschiedt, als het voorstel wordt aanvaard, is, dat het pro vinciale bedrijfsleven de dupe wordt van een geldnood der provinciale algemeene kas, die via de PUEM zal worden wegge werkt. Dit is dus in strijd met het karakter van het overheidsbedrijf, maar geeft in dit geval bovendien een zeer onaangenamen bijsmaak van het scheppen eener tegenstelling tus- schen hoofdstad en provincie-plaatsen, dat te funester is omdat de hoofdstad mee zal pofiteeren van de baten voor de algemeene provinciale kas, die voortvloeien uit den druk op het provinciale bedrijfsleven, in dustrieel en winkelbedrijf. Met nadruk verzoekt het Bur. der Ka mer U d$n ook, op genoemde voorstellen van Gedep. Staten niet in te gaan. Het Bureau der Kamer: J. H. van Lonkhuizen, Voorz. Joh. H. Schreurer, Secretaris. IETS OVER ONZE MANTELS. Vele grove, wollen stoffen zijn dit jaar populair om tot wintermantels te worden verwerkt. Natuurlijk is een van de eerste vragen die men zich stelt: Wat is de juiste lengte van de mantels dit seizoen? Natuur lijk hangt het antwoord grootendeels af van het gebruik, dat men van de mantel zal maken. De gewone mantel voor gekleede dracht in de stad, de z.g. gekleede mantel dus, moet de rok van de japon van onderen bedekken en dat beteekent, dat de mantel ongeveer 20 tot ruim 25 c.M. van den grond mag zijn. De sportmantel is korter en veel wijder en heeft dikwijls het raglanmodel. De zoom van dezen mantel valt op of even onder de knie. De japon of rok komt dus een flink stuk onder dezen mantel vandaan in vele gevallen. Het is dan de bedoeling, dat rok en mantel van contrasteerende kleuren zijn, tenzij men speciaal een rok bij den mantel laat maken. Andere sport- modellen, die eerder naar het reismantel model toegaan, zijn weer wat langer en laten niets van den rok zien. De taille is bij de gekleede mantels nauwsluitend. De mantel is in vele gevallen stevig gesloten met knoopen en dikwijls draagt men daarop nog een ceintuur. Welke bontsoorten er gebruikt worden voor garneering? Wel, practisch gesproken alle soorten,, zoowel de langharige als de korthrige bontsoorten. Ook allerlei soor ten vos. In de dure bontsoorten vragen vooral de aandacht breitschwantz, luipaard en astrakan. Er zijn echter ook tallooze goede imitatie bontsoorten in deze dure kwaliteiten. Bovendien worden er ook heel veel mantels zonder bontgameering gedra gen. En wat zijn nu de uitgesproken mode kleuren? In de eerste plaats natu-urlijk zwart. We zullen wel nooit een seizoen beleven*, waarin het zwart niet een eerste plaats inneemt. Men ziet ook veel grijs en grijs kan heel goed met zwart verwerkt worden. Groen met zwart bont is ook heel goed. Houdt men van bruin, dan kan men ook aan zijn verlangens op dit gebied den vrijen loop laten 'n Bruin costuum van het topje van den hoed tot de puntjes van de bruine schoenen is heel goed en kan bui tengewoon fijn staan. En voor de rest: De verscheidenheid is dit seizoen zoo groot, dat men practisch gesproken elke kleur, die men maar wil gebruiken, kaai toepas sen. De teekening geeft een tweetal model len ter illustratie van het hierboven bespro kene. Het linksche model is vooral zeer populair met de groote vierkante knoopen. Het rechtsche model is meer sportief, doch niettemin stevig gesloten van boven met drie driehoekige knoopen en daarboven nog een sjaalkraag met bont aan de uiteinden gegarneerd. L O E S. RECEPT. Gebakken Visch-Filets: Er bestaat hoe lan ger hoe meer de gelegenheid om de visch geheel „panklaar" te koopen, d.w.z. in den vorm van filets, die totaal vrij zijn van graat en vel. In de meeste groote steden zijn die voor lagen prijs te koop. Daardoor is het vischbakken heel gemakkelijk gewor den. Wasch de filette, droog ze in een schoon doekje af, wrijf ze in met wat zou,t en wentel ze rondom door bloem. Maak in de koekenpan een flink bodempje, olie dampend hee.t leg er de filets in en bak ze aan weerskanten mooi bruin en knappend. Geef i,n dit geval bij de aardappelen, die de gebruikelijke jus moeten missen, een een voudige botersaus, bereid uit maggi's bouil lon. die gebonden wordt met wat aange mengde bloem en waardoor dan in de saus kom de in kleine klontjes verdeelde boter wordt geroerd (per L. saus Yi ons bo ter). Koopt bij ons Uw Sint-Nicolaas Cadeau 1 Wij hebben in vergelijking met andere jaren een veel meer uitgebreide keuze in Sint-Nicolaas Cadeaux, tegen prijzen lager dan ooit te voren Wif noemen slechts enkele artikelen Damestasschen, Portefeuilles, Sigarenkokers, Portemonnaies. Rookstellen, Vaasjes, Kannetjes enz. enz. in de nieuwste modellen Luxe doozen Postpapier en Correspondentiekaarten m. enveloppen NAAR HET ENGELSCH 12> De dag, die zoo somber begonnen was, eindigde toch nog veel opgewekter en bo vendien was er een brief van Lady Smyth gekomen, die haar ook goed deed. Ik ben terug, schreef haar La dyschap, en raak weer verzoend met En geland, zelfs na mijn verblijf in het zon nige Italië! Ik ben blij, dat je (de reisgoed hebt gemaakt, maar het was ongelukkig, dat het alweer Lorresmere moest zjjn, die met je mee terugging. Na Paschen houd ik een grooten ont-„ vangdag en Lk zou graag hebben, dat je mij wat helpen kwam. Houd je in ieder ge val maar vrij en zorg, dat je er zoo goed mogelijk uitziet. Je zult er de meeste vrien den van de Danaë weer ontmoeten. 't Was verstandiger, als ik misschien niet ging. dacht Ardine. Maar toch kon zij de verzoeking niet weerstaan en keek eens even in haar koffer. Ja, van die witte zal nog wel wat te maken zijn, maar die heb ik al zoo dikwijls gedragen, dus er moet wel wat aan veranderd worden. Maar dat zal ik dan Mrs. Johnson eens vragen. Dien volgenden dag ging zij haar nieuwe vriendin raadplegen en die was ten zeerste bereid het toiletje te moderniseeren. Zij had er een wandeling naar Regentstreet voor over, om te zien, wat er nu in ,,de groote wereld" gedragen werd en zoo zou ze wel een idee krijgen, waardoor ze in een enke len avond die verandering tot stand zou kunnen brengen. En Miss Raymond hoefde er in 't minst geen bezwaar in te zien, want gelukkig was zij met haar eigen werk wat vóór. HOOFDSTUK VII. Toen Ardine zich ging kleeden voor den avond bij Lady Smyth lag de gemoderni seerde witte op haar bed. Het was verwon derlijk, zoo geheel nieuw als die er nu weer uitzag, In al haar strakheid en burgerlijk heid was Mrs. Johnson zeker iemand van smaak,. En hoe attent van haar: in een glaasje op tafel stond een bosje viooltjes; dit leek Ardine zoo sterk een bode van de lente, Ja, 't is ook lente! riep zij, naar buiten kijkend, waar de Aprilzon haar uiterste best deed, om alles een voorjaarstint te geven, Zij kleedde zich met de zorg, die zij ook aan boord van de Danaë aan haar toilet placht te besteden; en toen zij haar eigen beeld in den spiegel zag, glimlachte zij en bloosde tegelijkertijd. M,en zou voorwaar achter dit stijlvol gekleede jonge meisje niet de typiste hebben gezocht, die meesten tijds uren lang aan haar machine zat, tot de toppen van haar vingers er pijn van deden. Ze ging naar de kamer van Mrs. John son, toen zij klaar was en tikte aan. De goede vrouw wist niiet, wat zij zag; ze was blijkbaar zoozeer verrast door de verschij ning. dat zij niet anders dan heel strak wist te zeggen: Jk hoop, dat uw japon naar uw zin is. O, ze is prachtig uitgevallen en ik dank u er nog wel hartelijk voor; en ook voor de viooltjes. Wat ruiken ze overheer lijk! Nu, ik hoop, dat u zich amuseeren zult, antwoorde Mrs. Johnson;, nu weer wat be komen, U is zeker een dankbaar persoon tje, om te kleeden! Reeds was Ardine weg. Voor ditmaal ;xb; U39 U8A appdM ap suaa \\9\2 fiz noz veroorloven. En, terwijl zij naar het opge geven adres reed, werd het haar alles even licht te moede en. verheugde zij er zich in, dat aij althans voor een paar uur zou kun nen vergeten, dat zij arm was. Zoo, ben je daar, lieve? vroeg Lady Smith vriendelijk, terwijl ze met een ge- ruisch van zijde op haar nichtje toetrad. En wat zie er goed uit! Wel een beetje bleeker, dan aan boord van de Danaë, maar voor Londen nog heel frisch! Ik ben blij, dat u er zoo over denkt, zei Ardine lachende. Wat had u nu graag dat ik deed? Je moet mijn rechterhand zijn, als al tijd, kind! Ik voel nooit zoozeer het gemis aan een dochter, als jij maar hier bent, Ar dine. Heb je muziek meegebracht? Ik zou graag hebben, dat je wat zong, Ja, en ik kan mijzelve accompagnee- ren. Maar vertelt u eens: komt Lady Lor resmere ook? Ik zou het zoo aardig vin den, haar weer te ontmoeten,. Ik vrees van niet. Ze is den laatsten tijd niet goed geweest, en Lord Lorresmere is weer op een jachttocht, geloof ik. A pro pos, wat was dat ongelukkig, dat je htm nu juist ontmoette Lady Anderson en Miss Anderson; kolonel Short; Mr. Gordon Scott, Miss Li- ly Scott, kondigde de butler aan, waardoor Lady Smyth niet verder kon uitspreken. Waarom zou het ongelukkig zijn? dacht Ardine, terwijl zij naar de theetafel ging en alles eens .overzag. Ze was met recht daar als een dochter des huizes en had-dus nog heel wat te doen. Ze zag zoo ontzettend veel bzoekers, dat ze soms niet wilst, of zij ze nu eigenlijk kende, of niet, toen zij opeens een haar toch wel zeer be kend gezicht zag en de hand uitstak, met den verrasten uitroep: Mr. Helmsley! U daar! Wel, dat vind ik aardig. Maar, Miss Raymond, het lijkt mij een eeuwigheid, dat wij afscheid namen op de Danaë! Is u nog een eind verder meegegaan met het jacht? Tot Genua, met Lady Lorresmere, maar ik kon het toch niet langer uithouden zonder u. Toen ben ik maar steedis in het zuiden van Europa'blijven reizen, om het warm te hebben. Lady Smyth schreef mij juist, dat het in de Riviera van den winter bijzonder koud was. Ja, dat was ook zoo! Ik heb Vader Stannard nog in Rome gezien. Maar hoort u eens, Miss Raymond, zouden wij niet wat uit het gedrang kunnen komen? Jawel, in het vertrek hiernaast is het veel stiller. Ik heb gehoord, dat Lady Lor resmere ziek is, begon Ardine weer, toen ze eindelijk in een vrij rustig hoekje zaten. Ja, Lk weet niet, wat zij heeft, maar Lorry kijkt erg bedrukt. Ik heb hem van daag in het Park gezien. O, ja? Ik dacht, dat hij weer op een jachttocht was? Neen, hij is thuis en het zou mij niet-s verwonderen, of hij was hier. Maar je mag zoowaar wel, een detective nemen, wil je hier iemand vinden! Kjjk eens naar die dame tegenover ons. Daar word ik nu zenuwachtig van! Die zit mij steeds te fixeeren. O, ik kan u wel zeggen, wie zij iso een Mrs. Baynes Fytton, een tante van De Courcy, dat kan je wel zien aan haar wepk- brauwient Ja. maar waarnu weet ik het weer! Zij was die vreeselijke dame. met wie ik door Frankrijk heb gereisd. Maar hoe ter wereld komt zij hier? Lady Smith bracht mij weg en toen zat die Mrs. Fytton al in den coupé; maar ze scheen haar toch niet te kennen,. Dat kan heel goed. Ik geloof niet, dat Lady Smyth de helft kent van degenen, die zij genoodigd heeft. Maar Mrs. Fytton heeft het zeker niet op u begrepen. ,En toch heb ik haar niets gedaan, voor zoover ik weet Ineens helderde haar heele gelaat nog op en met een glimlach van hartelijke verwel koming, stond zij zoo half op en stak vrien delijk de hand uit. Zoo, hoe maakt u het, Miss Raymond, na uw lange koude reis, in Februari? U heeft wel gezorgd, dat de reis mij niet zoo lang viel. Miaar gaat u zitten, Lord Lorresmere. Wel, Mossel, heb je De Courcy ook gezien? Neen, hem niet, maar wel zijn tante. Kijk, de oude dame is verdwenen. Is De Courcy hier ook? Ja, zeker, hij kwam tegelijk met mij binnen, maar hij zag er niet gemakkelijk uit. MJen-schen, die onderhevig zijn aan buien van zulk een slecht humeur, moesten niet vrij mogen rondloopen! Arme De Courcy! U is dan wel hard voor hem zei Lord Lorresmere droog. U zult toch ook niet ontkennen, dat hij er af en toe allesbehalve aangenaam kan uitzien? Ja, bij voorbeeld, als u één van ons te veel aandacht h^dt geschonken, viel Mos sel in. Nlu, kijikt u zelve maar niet zoo zwart, Miss Raymond. dan word ik echt hang van u en zal 'k maar ijlings vluchten! Mrs. Baynes Fytton was intusschen rechtstreeks op haar neef toegetreden, zoo dra zij hem onder de andere gasten had ontdekt. Naar de uitdrukking van zijn ge laat te oordeelen, was het genoegen, haar weer te zien, twijfelachtig. Recht op haar doel afgaand, vroeg zij onmiddellijk. Ken jij ook een Miss Raymond? Een lang, slank meisje met blond haar en blauwe oogen. Ja, antwoordde hij, over haar heenkij kend. Wie is zij? Kent Lady Lorresmere haar? (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4