Nog eens „Het Uitbreidingsplan" Het Uitbreidingsplan. voor aanschaffing en onderhoud van klee- döng en rijwielen moeten worden betaald. Om deze reden en om het telkens wijzigen der salarisverordendng bij verandering van het bedrag der toelagen te voorkomen, is het juister de genoemde vergoedingen tel ken jare bij de vaststelling der begrooting te bepalen. Verhaal van premiën ingevolge de ziektewet. Krachtens artikel 65 der ziektewet is de ihelft der gewone premie door den werk nemer verschuldigd. De wet geeft den werkgever de bevoegdheid daartoe van het loon van den werknemer het door dezen verschuldigde deel der premie af te hou den. Tot nu toe is van deze bevoegdheid in deze gemeente geen gebruik gemaakt. In gevolge de voorwaarden door den minis ter gesteld voor de verkrijgi/ng van rijks subsidie in de kosten van de gemeentelijke werkverschaffing moet de gemeente een vierde deel van de wettelijk verschuldigde premie op den< bij de werkverschaffing werkzaam zijnden arbeider verhalen. Deze voorwaarden zijn door Uwen raad aanvaard in de vergadering van 10 November j.1. Het komt ons wenschelijk voor dit ver haal niet alleen te beperken tot de arbei ders, die bij de werkverschaffing werkzaam zijn, doch ook uit te strekken tot het ove rige gemeentepersoneel voor zoover dit personeel valt onder de bepalingen der ziektewet. Wij stellen U voor daartoe wel te willent besluiten. Intrekking raadsbesluit van 30 Mei 1930, 4e afdeeling Nc. 585. Bij dit raadsbesluit werd besloten aan ihet onder de uepaiangen uur ziektewet v aa iende gmeeiue-pcrsoucel ingeval van ziex- te vooi uoojsig genarende een termijn van vier weKen net loon, oat voor die uereke ning der uitkeering bij ziekte ingevolge uc ziektewet tot giona&iag wordt genomen, geneel ooor te ueiaien, indien uwe verga dering out besluit met nad genomen zouuen voor de uitkeering ingeval van ziekte van toepassing zijn ae bepalingen van hd 1 en 2 van artikel 09 dtr ziektewet, welke bepa lingen als volgt luiden: „JL. Het ziekengeld bedraagt 80 honderd sten van het aagioon van den verzekerde. Voor de vaststelling van het ziekengeld komt het dagloon, netwelk meer dan acni guiaen bedraagt, voor dat meerdere mei in aanmerking. „2. Het wordt uitgekeerd over iederen dag, uitgezonderd z,onaagen dat de onge- scniktheid tot werken duurt, te beginnen met den derden dag na dien, waaurop zaj aanving, gedurende ten hoogste zes maan den". De in het hiervorem omschreven tweede lid van artikel 39 der ziektewet bedoelde wacnttijd is ingesteld eenerzijds als middel om nxisoruuk te voorkomen, anderzijds om tijd te laten voor een belioorhjk onderzoek. De doorbetaling van het voile loon ook over de wacntuagen kan ongeoorloofd, ver zuim tengevolge nebben. Urn deze reden en bovendien uit bezuinigingsoverwegin- gen stellen wij U voor uw niervoren aan genaaid besluit van 3U Mei 1U3U ingaande 1 Januari 1933 in te trekken. Jaarwedde van en hulpmiddelen voor een schoolarts. In de primitieve begrooting voor 1932 was voor deze uitgaven een post uitgetrok ken van f 3.UU0. Het zal in 1932 tot invoe ring van dit instituut niet meer komen en ook voor 1933 zal het, den financiëelen toe stand der gemeente in aanmerking nemen de, bezwaarlijk zijn tot instelling van ge noemd instituut over te gaan. in verband daarmede iis in de ontwerp-oegrooting vooi 1933 dien desbetrefienden post voor memo rie geraamd. Stichting Badhuis. Bij Uw besluit van 17 December 1931 werd besloten den bouw van een badhuis voorloopig voor den tijd van één jaar uit te stellen en zulks wel met het oog op de tijdsomstandigheden en de onzekere voor uitzichten der gemeentelijke middelen. Aan. gezien de tijdsomstandigheden sindsdien nog ongusüger zijn geworden, stellen wij U voor den bouw van een badhuis weder om voor den tijd van één jaar uit te stellen. Blijkens de bij raadsbesluit van 21 Juli 1931 vastgestelde exploitatieraming van het te stichten badhuis wordt het nadeelig saldo voor het eerste exploitatiejaar geraamd op f 3.724.02. Uitvoering wegenplan. Voor de uitvoering van het bij raadsbe sluit van 20 Maart 1929, le afdeeling No. 520 vastgestelde plan tot vernieuwing en verbetering van het wegennet zijn in de onwterp-begrooting 1933 geen bedragen geraamd. Het is ons gebleken dat Hit plan in de praktijk niet meer kan worden ge volgd, omdat de verbetering van wegen op andere wijze heeft plaats gehad en zal moeten plaats hebben dan iin dat plan is omschreven. Wij stellen U daarom voor te besluiten de verdere uitvoering van dit plan niet meer te doen geschieden. In afwach ting van de totstandkoming van een nieuw wegenplan ligt het in de bedoeling van ons college U voor de verbetering van wegen, welke daarvoor in aanmerking komen en waarvan de kosten niet reeds op den gewo. nen dienst der begrooting zijn geraamd, in den loop van het dienstjaar speciale kre dieten aan te vragen. Beschikking over de reserve tot een, bedrag van f 23.933.28. Naast de hiervoren nader omschreven maatregelen, hebben wij op diverse posten der ontwerp-begrooting in meerdere of mindere mate bezuinigingen toegepast, het geen U zal blijken uit een aandachtige be schouwing der U aangeboden begrootings- bescheiden. Echter zijn de aangebrachte versoberingen niet toereikend geweest om de begrooting sluitend te maken. Er bleef nog een tekort over van ongeveer f 24.000, waarvoor middelen tot dekking moesten worden gevonden. Om dit bedrag geheel of gedeeltelijk te vinden zijn door ons colle ge de volgende mogelijkheden overwogen: a. belastingverhooging; b. verhooging van het verhaal van bij dragen voor pensioen op het gemeente-per soneel en c. beschikking over de reserve. meend Uwen raad geen voorstel tot vêrhoo- ging van een of meer belastingen te moeten doen. Naar onze opvatting moet verzwaring van den gemeentelijken belastingdruk in deze voor vele ingezetenen zoo moeilijke tijden indien eenigszins mogelijk worden vermeden. Des te meer is hiervoor reden nu de regeering jij de millioenennota wets ontwerpen heeft ingediend om voor het aanstaande belastingjaar ten behoeve van h^t rijk 30 tot 150 opcenten te heffen op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting en 30 extra opcenten op de hoofdsom der ver- mogenbelasting, tengevolge waarvan de be lastingdruk, bij aanneming dezer wetsont werpen, voor het komende belastingjaar reeds aanmerkelijk zal worden verzwaard. Bij de overweging van de mogelijkheid tot dekking van genoemd tekort door belas tingverhooging hebben wij ons tevens re kenschap gegeven, welke bate door verhoo ging van diverse belastingen voor de ge meente zoude ontstaan. Daarbij is ons ge bleken dat een geringe verhooging weimig meerdere, inkomsten zal geven. Zoo zal een verhooging van 10 opcenten op de hoofd som der gemeentefondsbelasting voor den dienst 1933 slechts een bate beteekenen van f 8.666.67, en verhooging van 10 op centen op de hoofdsom der personeele be lasting van f 8.200 en 'n heffing van 10 op centen op de hoofdsom der vermogensbe lasting van f 1.833.33. Gelet op de betrek kelijk geringe bate, die een beperkte belas tingverhooging aan de gemeentelijke mid delen ten goede zal doen komen, heeft ons college gemeend in het belang der gemeente te handelen zich van het doen van voorstellen tot belastingbezwaring te onthouden. De belastingen zijn in deze ge meente in vergelijking tot andere gemeen ten niet hoog; indien getracht wordt ze op dit niveau te houden of indien mogelijk ze op lager niveau te brengen zal de vestiging i,n deze gemeente, die daarvoor door haar uitgebreid wegennet en haar talrijke bouw terreinen in de eerste plaats is aangewezen, worden bevorderd, hetgeen èn voor de ge meente èn voor de (ingezetenen van het grootste belang is. b. Verhooging van het verhaal van bijdra gen voor pensioen op het gemeente- personeel. a. Belastingverhooging. Na ampele overweging hebben wij ge- Krachtens raadsbesluit van 6 October 1925. le afdeeling No. 313 wordt op het gemeentepersoneel verhaald een bijdia. ge van 3 voor eigen en van 2)4 voor weduwen- en weezenpeusioen. Ingevolge artikel 36 der pensioenwet 1922 kan de ge meente in maximum verhalen 3% voor eigen en 5)4 voor weduwen- en wcezen pensioen, zoodat de gemeente het verhaal der bijdragen voor weduwen- en weezen pensioen met 3 kan verhoogen, hetgeen een bate van ongeveer f 34UU zal opleveren. Ter* aanzien van dezen maatregel zijn de meeningen in ons college verdeeld. Di meerderheid is van oordeel dat het peil der bezoldigingen van het gemeentepersoneel, althans van het ambtenarenpersoneel, niet zoodanig is dat daarop verlaging, zij het dan in den vorm van het verhalen van een hoogere bijdrage voor pensioen, behoort te worden toegepast. Een ingesteld onder zoek naar de bezoldigingen van personeel in dienst van andere, ongeveer aan Soest gelijkwaardige, gemeenten, heeft de meer derheid van ons college in deze meening versterkt. De resultaten van dit onderzoek zijn voor Uwe leuen Dij ue üegiooungs- oc&chettten ter inzage neoergeiegu. .boven alen wijst de meeruerneid van ons collega op net luj de begroouing voor 1902 ingeno men en gedurende net jaar 1932 toegepas standpunt Detrenende overwerkvergocuang weitve met worut uitbetaald zooiang nc peil der salaneerang netzeiiae blijit. Zij is van meeiung uat tot het betalen ecner ver goeding zal moeien worden overgegaan, meien dat peil wordt gewijzigd uoor een oaiarisvesrminderiing in oen vorm van een uooger vernaai uer pensiouensbij'dxagen zvangezien net daarvoor in de Degiooong ie votecren krediet nagenoeg een genjk u. arag zal vragen als net meerder vernaai van pensioen au ij dragen zal opüiengen, za. deze maaregel weiuig etlect sorteeien m veroana waarmede de meerderneia van ons couiege van oordeel is aat mj Deter acnter- vvege kan Dlijven. z.ij wen&cnt aat bet bij de Degrooung 1932 ingenomen stanupun, wOk bij deze oegrooting worot aangenomen, JJe imnderncJid van ons college as van gevoelen aat, waar in het algemeen een aanzienlijke daling der inkomens heel piaats genad, bet niet gemotiveerd is te acnten ae salarissen van net gemeente-per- aoneel onverkort te bandnaven. ue salaris sen van bet gemeentepersoneel moeten doo ue beiastingoetalende burgerij woruen op- gebraent en waar een groot deel der bur gerij door de buitengewone tijdsomsianaig- ucaen niet dan met moeite en opoileringen ue verschuldigde belasiingpenningen bij el xaar kan krijgen, acht zij bet plicnt tegen over deze burgerij dat ook het gemeente personeel een otter brengt. Des te meer acnt zij redenen tot salarisverlaging voo net gemeentepersoneel aanwezig nu bet rijk en diverse provinciën en gemeenten reeds zijn voorgegaan met salariskortingen toe te passen, ue meerderheid van ons college meent hiertegen te moeten aanvoeren da indien otters moeten worden gebracht, het niet billijk is deze te leggen op de schouders van enkelen, in casu het gemeentepersoneel doch juister komt het haar voor deze te vgrdeelen over alle gemeentenaren-belas- tingpl.ichtigen. Zij acht het een onrechtvaar dige houding dat zoodra zich moeilijkheden voor het verkrijgen van een sluitende be grooting voordoen het overheidspersoneel daarvan het §lachtoffer moet worden. De minderheid kan deze bezwaren niet deelen, zij blijft van meening dat ook het over- hcids- (gemeente) personeel wel iets mag bijdragen om een verdere ontwrichting der overheids- (gemeente) financiën te voorko men. Zij stelt daartoe voor bij wijze van tijdelijken maatregel voor het jaar 1933 de op het personeel te verhalen bijdragen voor- weduwen- en weezenpensioen te verhoogen van 2)4 tot 5)4 %o. In dit verhoogd ver haal wil zij niet betrekken den burgemees ter, den secretaris en den ontvanger, om dat voor deze titularissen bij besluit van gedeputeerde staten van 31 Mei 1932, 3e afdeeling No. 1792-1303 reeds een salaris verlaging is vastgesteld. Voorts is het de minderheid bekend dat in de salarisregelin- gen van het gemeentepersoneel onbillijkhe den voorkomen. Indien het door haar voor gesteld verhoogd verhaal van pensioenbij dragen wordt ingevoerd zullen sommige ambtenaren daardoor dubbel worden ge troffen. Zij stelt daarom voor de salaris herziening voor te bereiden, waarbij de on billijkheden in de salarisregelingen zooveel mogelijk worden weggenomen. Met dit laatste voorstel kan ook de meerderheid van ons college zich volkomen vereenigen; zij maakt derhalve dit voorstel ook tot het hare. c. Beschikking over de reserve. Vermits ten aanzien van den sub a ver melden maatregel door ons college en ten aanzien van de sub b vermelden maatregel door de meerderheid van ons college geen voorstellen worden gedaan, blijft geen an dere weg dan over dekking van 't geraamde tekort uit de reserve. Deze reserve bedraagt thans f 71.933.28 en is* voornamelijk ont staan uit bijzondere baten, die aan de ge meente op het dienstjaar 1931 ten goede kwamen ten gevolge van de gewijzigde fi- nancieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten bij de wet van* 15 Juli 1929, (stbl. 388). Bij deze wet is tevens ingesteld een gemeentefonds, waaruit aan de gemeen, te uitkeeringen worden gedaan, waarvan het bedrag om de vijf jaren wordt vastge steld. De eerste vaststelling heeft plaats gehad voor het tijdvak van 1 Mei 19311 Mei 1936. Ingaande l Mei 1936 wordt voor het dian komend vijfjaarlijksch tijdvak we der een niieuwe uitkeering vastgesteld, wel ke uitkeering in verband met de door de gemeente gedane uitgaven over vooraf gegane jaren voor politie, onderwijs en ar menzorg vermoedelijk hooger zal zijn dan de thans voor deze gcmeenite vastgestelde uitkeering. In verband daarmede zijn er termen aanwezig om het bedrag der bo vengenoemde reserve ten goede te doen ko men aan de jaren 1933, 1934 en *935; ieder jaar voor een derde gedeelte of f ~3.933.-o. Afgezien van deze omstandigheid zijn er bovendien redenen om thans over de reser ve te beschikken nu de financiën der ge meente door de gevolgen der malaise zwaar wordlen belast. In verband met het vorenstaande stellen wij U daarom voor ten bate van den gewo nen dienst 1933 te beschikken over de reser ve tot een bedrag van f 23.933 28. Na de voorgaande voorstellen en be schouwingen willen wij in het vervolg van deze aanbiedingsnota nog enkele aangele genheden behandelen, waarvan de bespre king ons gewenscht voorkomt of wel dae zaken betreffen, die om praeadvies in onze handen zijn gesteld. (Wordt vervolgd). commissie opdracht te geven een salaris- Blijkens een bericht in „de Soester' v.in 10 dezer, zit het Bestuur van den „Mes ter Bouwkring" niet stil in deze arnge- gelegenheid. Een nieuwe vergadering al worden belegd en „de Raad deze,- Ue- meente moet tot de overtuiging komen worden gebracht!), dat dit plan :n H.iji met het belang der geheele Gemeente is. Deze aankondiging geelt nnj aameldtug ook nog eens naar de pen te grijpen Wa ren mijn vorige artikelen meer van be- schrijvenden aard, thans wil ik enkele naar voren gebrachte bezwaren bespreken. De Soester Bouwkring heeft voor haar nieuwe vergadering opnieuw den Heer Klawer als spreker uitgenoodigd. Wij ken. nen diens bezwaren, waarvan mijns inziens net zwaarst wegen: le. onwettigheid omdat het plan te groot is opgezet. Het plan moet volgens de wet i,n onderdeelen uitvoerbaar zijn in de eerste jaren. Men had, volgens .Ier Heer Klawer, voor geheel Soest slechts mogen maken een „bestemmingsplanen rder alleen een „straten-plan" berekend naar een inwonertal van 20.000 zielen, aannemende dat dit aantal in 10 jaren tij-s oereikt kan worden. Maar hiertegen wil ik dan toch opmerken, dat Soest van ouds een zeer uitzonderlijke groeiwijze heeft getoond. Hier geen uitbreiding rondom een kern, maar daarentegen zeer verspreide groepen van bebouwing. En wie kan nu zeggen waar Soest zich in de eerstvolgende 10 ja ren zal uitbreiden? M.i. zal die uitbreiding op tal van plaatsen geschieden* Van alle Kanten kruipt men met de bebouwing te gen den Eng op; men bouwt in ,,'t Hart men bouwt bij .,de Bunt (het van Lennep- Kwartier"), in Vosseveld, langs de Heide weg, enz.! En als men nu voor al deze streeken eenige straten gaat ontwerpen, moet men toch overdenken hoe die verschillende be bouwingen onderling zullen moeten worden verbonden. Zoo komt men als van zelf tot een plan, dat geheel Soest omvat. Waar overigens de Heer KI. zoo gaarne alleen een „bestemmingsplan" had gezien, daar heeft het mij toch wel ten zeerste verbaasd, dat hij juist daar, waar de Heer van Nes die bestemming sterk naar voren heeft gebracht, n.1. ten aanzien van het be houd van gronden voor landbouw en vee teelt, den Heer van Nes weder heeft aan gevallen. 2e, Dubbel onwettig noemde de Heer KI. het plan, omdat het door geldgebrek in de eerstvolgende jaren niet in onderdeelen uitvoerbaar zal zijn. De heer van Nes heeft hierop te Soester- berg zelf reeds geantwoord door te zeg gen, dat het ontwerp geen actie-plan is, maar een orde-plan. Alzoo, het ligt niet in de bedoeling het plan in eens geheel te gaan uitvoeren, maar wanneer het particulier initiatief hier ot daar in de gemeente wil gaan bouwen, dan zal men zich hebben te onderwerpen aan het orde-plan, opdat men later een samen hangend geheel zal kunnen krijgen. Bestaat zoo'n orde-plan niet, dan ver rijzen wellicht hier <>n daar enkele op zich zelf staande gebouwen en later moet men dan de wegen aanpassen bij die enkele hui zen, terwijl de eisch van een behoorlijke ontwikkeling juist is, dat de huizen zich aanpassen aan de ontworpen wegen Het komt mij voor, dat in de geheele be weging van den „Soester Bouwkring" de particuliere belangen te veel naar voren worden gebracht. Zoo is het dan ook ver klaarbaar, dat de Redacteur van „Ons Eigendom" als spreker voor die Vereeni- ging optrad en weder zal optreden. Maar hoe men een uitbreidingsplan ook maakt, groot of klein, particuliere belan gen zullen steeds in het gedrang komen Men kan die belangen niet alle ontzien en evenmin is het mogelijk te voorkomen, dat bestaande perceelgrenzen in schuine rich ting gesneden worden door ontworpen we gen. Dit naar aanleiding van een opmerking van den Heer Iburg. Door een kleiner plan kan men alleen verkrijgen, dat de nu reeds sprekende te genvallers worden verschoven. Wellicht zou het mogelijk zijn, dat de tegenwoordige bezitters, dan in dien tijd gelegenheid zou den hebben hun bezit tegen een goed prijsje aan een ander over te doen, maar dan zou die andereJater met de moeilijkheden wor den belast. Het lijkt mij toet dat vele der geuite be zwaren daaruit voortkomen, dat men thans ziet zich eeniigermate misrekend te hebben in een verwachte winst. Maar dat is nu eenmaal het risico van'elke speculatie! Dé een krijgt een strop als hij speculeert in suiker, e-en tweede als hij aandeelen koopt op de beurs, een derde als hij speelt in de loterij. Waarom zou alleen de grortdspecu- lant zich nooit mogen misrekenen? heer KI. heeft den ontwerper ook aangevallen wijl deze aan enkele terreinen een bestemming gaf voor een bepaald ge bouw, zooals een kerk, een lyceum of een Raadhuis. Dat een groeiend Soest met ter tijd een nieuw Raadhuis zal noodig hebben ligt m.i. I voor de hand, al kunnen wij nu nog niet zeggen of dit over 10 of over 25 jaren het geval zal zijn. En dat de ontwerper dan van te voren een terrein daarvoor aanwijst in verband met zijn wegenplan, is m.i. lo- gisch. Een Raadhuis toch moet van uit geheej Soest goed bereikbaar zijn, dus liefst lig gen aan of nabij een knooppunt van hoofd wegen. En of nu op een andier gekozen punt later een lyceum zal komen of een ander gebouw van openb?ar nut, dit zal m.i. den ontwerper vrij onverschillig zijn. Ik ineen, dat men het woord „lyceum" niet als bin dend moet beschouwen. De Heer KI had het over de vele par ken en vond ook in dat opzicht het plan van Nes financieel onuitvoerbaar. Mag ik evenf een paar woorden aanhalen uit het Alg. H.blad van één dezer dagen over „groote plannen in de Betuwe" n.1. over het Uitbreidingsplan der gemeente Elstr Dit plan is ontworpen door het „Ingenieurs, bureauSchaap" te Arnhem. Ik las dan het volgende: „Voor verschil lende gebouwen en woningen zijn bepaalde plaatsen aangewezen, terwijl daarbij open ruimten voor plantsoenen, markt, parkeer terrein (iin Eist!), sportterreinen enz. niet zijn vergeten." (Ook over een vliegveld wordt zelfs gesproken, waaromtrent ge zegd wordt, dat de onderhandelingen met de K.L.M. verkeeren in een gevorderd sta dium). Ik ken Eist niet, maar het zou mij toch wel verbazen als diie Gemeente eigenaresse is van alle terreinen, die voor deze parkeer, plaatsen en sportvelden noodig zijn. Ver moedelijk zullen ook hier de particuliere belangen in het gedrang komen, wat nu eenmaal niet te ontgaan is. Intusschen ziet men, dat de Heer van Nes in zijn opvattin gen omtrenit het ontwerpen van een Uitbr.- plan niet alleen staat. In een „vervolg" hoop ik nog een paar andere punten te bespreken. W. H. C. DOORMAN. Het Zaterdag j.1. door ons opgenomen aitikel over het uitbreidingsplan werd in zijn geheel door ons overgenomen uit hel „Amei sfoortsch Dagblad". Alleen de aan hef werd voor de Soestenaren pasklaai gemaakt. Blijkbaar wil men het laten voor komen of er buiten een klgjne groep van voorstanders, werkelijk nog menschen wor den gevonden die het uitbreidingsplan, zoo als 't ter visie hing, voor het dorp Soest als geknipt en. uitvoerbaar achten. Daar heele passages woordelijk overeen stemmen met het door den Ontwerper op de Vergadering te Soesterberg gesprokene, behoeft men naar den auteur van dit arti kel niet ver te zoeken en zal men deze di> reet of indirect kunnen vinden onder de kleine groep menschen, die deze mislukking hebben voorbereid. Opmerkelijk is het intusschen, dat met geen enkel woord meer gerept wordt over al die grootsche parken, sport-, speel- en tentoonstellingsterreinen, zwem bassins en wat voor fraais al niet "^er Eigenlijk is di'.it eer* heuglijk verschijnsel, daar eruit blijkt, dat het groepje voorstan ders reeds bezig is uit zijn zoete droom te ontwaken en tot de nuchtere werkelijkheid wederkeert. Wel wat laat schijnen zij thans in te zien. dat het zoo grootsch opgezette plan onuitvoerbaar is. Om tot de inhoud van het stuk weder te keeren, geven wij gaarne toe, dat de de laatste 15 jaren aangelegde wegen werkelijk van bekrompenheid getuigen en wel iets breeder hadden kunnen vallen. Dit niet met het oog op het verkeer, want laat men de Rijksweg buiten beschouwing, dan valt er 's winters noch 's zomers, bij dag of bij avond al heel weinig verkeer op te merken Maar gaat het nu aan en is het mogelijk, om die nog nieuwe wegen met hun nog nieuwe bebouwing te herscheppen in bree- dere lanen. Bijna alle bestaande wegen zijn op het uitbreidingsplan breeder ontworpen en de rooilijnen naar arhieren verlegd. Zoolang het huis er staat en er niets bijzonders ge beurd, zal men er geen directe last of scha de van ondervinden. Anders wordt het evenwel als men door brand of uit anderen hoofde ot geheele of gedeeltelijke vernieu wing moet of wil overgaan. Dan moet en zal de eisch gesteld worden: „Met Uw voorgevel zoover achteruit, als bij de bouw- formule is voorgeschreven", met als ge volg groote schade voor de betrokken eige naren, en in sommige gevallen zelfs ook voor de hypotheekhouders. Met die vooruitzichten in het verschiet zal een geldschieter er nog wel een twee maal over denken alvorens hij op een der gelijk onderpand hypotheek verstrekt. .Noch de ontwerper, noch B. en W., noch ook de Commissie voor het Uitbreidings plan hebben zich blijkbaar van dik gevolgen rekenschap gegeven. Gelukkig heeft de wet gever daar wel rekening mede gehouden en in artikel 10 der woningwet dwingend voor. geschreven, dat van de rooilijnen niet mag worden afgeweken, voordat de eigenaren en hypotheekhouders van de voorgenomen wijziging schriftelijk zijn in kennis gesteld, en hun bezwaren daartegen hebben kun nen inbrengen. Hier in Soest waar jnen blijkens uitbrei dingsplan en bouwvoorschriften van bijna alle bestaande rooilijnen afwijkt, trekt men zich van de belangen van eigenaren en hypotheekhouders niets aan en worden de voorschriften bij de wet gesteld, gewoon niet nageleefd. Niet één eigenaar, noch één hypotheekhouder heeft kennis gekregen van de voorgenomen wijzigingen. Niet uit on wil f mfmachting voor de wet, och neen dat niet, alleen maar omdat de heeren, -die het uitbreidingsplan mede hebben helpen ontwerpen, zich niet eens de moeite heb ben, getroost de wet er eens op na te slaan en in de waan verkeerden, dat zij zonder aan iets gebonden te zijn, vrijelijk over het bezit van anderen mochten beschikken. Wij vragen ons nog eens af, is het wer kelijk in zoovele gevallen noodzakelijk die wegen te verbreeden en de rooilijhen te verleggen en ons antwoord is volmondig, neen,. Dat de wegen, zooals zij thans zijn, geen plaats bieden voor verhuiswagens, groentenkarren enz. komt niet, omdat die wegen te smal zijn, doch, omdat het rijpad slechts 3k A Meter breed is. Er is ruimte te over om die rijpaden op 5 i 6 Meter te brengen, waardoor die bezwaren zullen zijn opgeheven. Doch laat ons terugkeeren tot het stuk, diat door ons werd opgenomen. Waar de schrijver het over de te verbreede wegen heeft, nemen wij woordelijk <>vpr ..Terwijl de weg in verhouding van zijn geringe breedte toch kostbaar is, omdat hij over zijn geheele breedte verhard is. Absorbee- ren van hemelwater is onmogelijk, zoodat alles afgerioleerd moet worden. Met de be planting heeft men last, omdat de boomen onvoldoende plaats hebben om te groeien." Tot zoover de schrijver. Dat de wegen in Soest over de volle breedte verhard zou den zijn, ds voor ons geheel iets nieuws,. Elk inwoner van Soest weet, dat alleen de zijwegen 3)4 k 5 Meter verhard zijn, de rest heeft door het verkeer en door wat. er al zoo op achter bleef een zekere vastheid gekregen, doch meer ook niet. De schrijver wil ons blijkbaar gelukkig maken met we gen, die zelfs dat n. g missen en zachte ge deelten dienstbaar maken om het hemelwa ter te absorbeeren. Stel je voor in ons re- genrijke landje wegen, diie al dat water iti zjich moesten opnemen, welk een vieze bag- i gerpoel zou dat worden waarmede van- 1 zelf ook zij- en voetpad zouden worden be smeurd en onbegaanbaar worden gemaakt. De schrijver blijkt ook hier al heel wei nig begrip van de werkelijkheid te he"bben. De meeste wegen in Soest zijn hellend. Wordt het niet in rioolen opgevangen, dan zoekt het water het laagste punt op. Na stortbuien ondervindt men daar dan steeds de nadeelige gevolgen van en worden de wegen waar geen rioleering is in stroomen. de beeken herschapen, diie zand en vuil meevoeren. Later kan telkens van Gemeen tewege het achtergebleven slib en zand worden opgeruimd. Noodgedrongen is men dan ook ïeeds begonnen rioleeringen aan te leggen om het overtollige water op te vangen en! af te voeren. Daar gelaten dat het toch niet zou kun nen, spot het idee van den schrijver met elk begrip van hygiëne en aestïsch schoon. Wat nu de ruimte voor beplanting met boomen aangaat, deze is gauw ruim genoeg, mits men niet zooals hier i.n Soest te doen gebruikelijk was, de boomen op 3)4 4 Meter afstand gaat plaatsen. Die afstanden zijn veel te gering. Dat het met de beplan ting hier in Soest zoo treurig gesteld is, is niet omdat de wegen te smal zijn, doch omdiat de leverancier er belang bij had zoo veel mogelijk en tegen zoo hoog mogelijke nrijzen te leveren. Wij willen de schrijver op den voet volgen ent thans de rustieke wegen bespreken, waarmede de schrijver ons zoo gelukkig dacht te kunnen maken. Hij voert als mo tief aan, dat oude geliefde wandelplekjes, als Eng, Vosseveld Heidewegbuurt, Kerk- oad, Bosstraat eniz. gaan verdwijnen en noodig door anderen moeten worden aan gevuld. Steller dezes kan er mee mede gaan, dat wegen als Kerkpad, Bosstraat, Klein Entrendaahveg en veel meer anderen wer kelijk heel lieve wandelwegen zijn, doch hij wil dan tevens even naar vorea brengen, dat hij van het geliefd zijn bij inwoners of hij de duizen'den pensiongasten nimmer iets heeft kunnen bemerken. Deze wegen, hoe lief ook. worden niet gezocht, doch geme den. In de tegenwoordige onevenwichtige maatschappij zoekt men geen rust en stil- i te, men wil menschen om zich zien. men verlangt naar drukte en beweging, hoe meer hoe liever. Buiten de bewoners en de men/schen, die er moeten zijn is er dan ook geen noemenswaardig verkeer. Wat wij hier waarnamen, constateerden wij tot onze bevreemding ook in Knocke en Le Zoute, waar een uitgebreid net van die stille weg- jes is te vinden, doch waar men, ook zelfs in het drukst van het seizoen te vergeefs naar wandelaars uitziet. Alleen als de zonne ter kimme neigt en de laantjes .in duisternis worden gehuld, komt er wat meer leven. Men ziet en hoort zoet fluisterende stemmen van geliefden, die hun liefdezangen zingen en hier een rustig plekske zoeken om zich in eikaars bijzijn te verheugen. Het is er dan werke lijk idyllisch, doch wij vragen ons af of het gewenscht is voor zulke idyllen de gele genheid zoo ruimsehoots open te stellen. Wij vragen ons tevens af of hierim geen groote gevaren schuilen en of ook ongure elementen deze plekjes niet zullen op zoe ken en onveilig maken. Bij het Soest zonder die talrijke rustieke lanen en laantjes, bereiken dc Politie reeds tal van klachten over Openbare schennis der eerbaarheid, waarvan het haar slechts bij uitzondering gelukt de daders op te sporen. Hoe zal het dan zijn als door het scheppen van die donkere lanen de gelegen heid zooveel ruimer wordt geboden. Ook voor de talrijke bewoners, wier er ven op zulk een laantje uitkomen, kan het geen aangename, rustgevende gedachte zijn, dat daar achter mogelijk individuen rond sluipen om hun slag te slaan, om daarna in het nachtelijk duister te verdwijnen. Neen. ook de algemeene veiligheid zou er stellig niet op vooruitgaan. Ook verwachten wij, dat van het nachte lijk duister gebruik zal worden gemaakt om er talrijke voorwerpen e# afvalproduc ten te deponeeren, waarmede men geen raad meer weet. In de plattelandsgemeente Soest, die zoo rijk is aan natuurschoon en waar licht en versche lucht zoo ruimschoots voorhan'ie zijn, bestaat geen behoefte aan derge gevaarlijke experimenten.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 2