Nog eens
„Het Uitbreidingsplan"
Het Uitbreidingsplan.
voor aanschaffing en onderhoud van klee-
döng en rijwielen moeten worden betaald.
Om deze reden en om het telkens wijzigen
der salarisverordendng bij verandering van
het bedrag der toelagen te voorkomen, is
het juister de genoemde vergoedingen tel
ken jare bij de vaststelling der begrooting
te bepalen.
Verhaal van premiën ingevolge de
ziektewet.
Krachtens artikel 65 der ziektewet is de
ihelft der gewone premie door den werk
nemer verschuldigd. De wet geeft den
werkgever de bevoegdheid daartoe van het
loon van den werknemer het door dezen
verschuldigde deel der premie af te hou
den. Tot nu toe is van deze bevoegdheid in
deze gemeente geen gebruik gemaakt. In
gevolge de voorwaarden door den minis
ter gesteld voor de verkrijgi/ng van rijks
subsidie in de kosten van de gemeentelijke
werkverschaffing moet de gemeente een
vierde deel van de wettelijk verschuldigde
premie op den< bij de werkverschaffing
werkzaam zijnden arbeider verhalen. Deze
voorwaarden zijn door Uwen raad aanvaard
in de vergadering van 10 November j.1.
Het komt ons wenschelijk voor dit ver
haal niet alleen te beperken tot de arbei
ders, die bij de werkverschaffing werkzaam
zijn, doch ook uit te strekken tot het ove
rige gemeentepersoneel voor zoover dit
personeel valt onder de bepalingen der
ziektewet. Wij stellen U voor daartoe wel
te willent besluiten.
Intrekking raadsbesluit van 30 Mei 1930,
4e afdeeling Nc. 585.
Bij dit raadsbesluit werd besloten aan
ihet onder de uepaiangen uur ziektewet v aa
iende gmeeiue-pcrsoucel ingeval van ziex-
te vooi uoojsig genarende een termijn van
vier weKen net loon, oat voor die uereke
ning der uitkeering bij ziekte ingevolge uc
ziektewet tot giona&iag wordt genomen,
geneel ooor te ueiaien, indien uwe verga
dering out besluit met nad genomen zouuen
voor de uitkeering ingeval van ziekte van
toepassing zijn ae bepalingen van hd 1 en
2 van artikel 09 dtr ziektewet, welke bepa
lingen als volgt luiden:
„JL. Het ziekengeld bedraagt 80 honderd
sten van het aagioon van den verzekerde.
Voor de vaststelling van het ziekengeld
komt het dagloon, netwelk meer dan acni
guiaen bedraagt, voor dat meerdere mei
in aanmerking.
„2. Het wordt uitgekeerd over iederen
dag, uitgezonderd z,onaagen dat de onge-
scniktheid tot werken duurt, te beginnen
met den derden dag na dien, waaurop zaj
aanving, gedurende ten hoogste zes maan
den".
De in het hiervorem omschreven tweede
lid van artikel 39 der ziektewet bedoelde
wacnttijd is ingesteld eenerzijds als middel
om nxisoruuk te voorkomen, anderzijds om
tijd te laten voor een belioorhjk onderzoek.
De doorbetaling van het voile loon ook
over de wacntuagen kan ongeoorloofd, ver
zuim tengevolge nebben. Urn deze reden
en bovendien uit bezuinigingsoverwegin-
gen stellen wij U voor uw niervoren aan
genaaid besluit van 3U Mei 1U3U ingaande
1 Januari 1933 in te trekken.
Jaarwedde van en hulpmiddelen voor een
schoolarts.
In de primitieve begrooting voor 1932
was voor deze uitgaven een post uitgetrok
ken van f 3.UU0. Het zal in 1932 tot invoe
ring van dit instituut niet meer komen en
ook voor 1933 zal het, den financiëelen toe
stand der gemeente in aanmerking nemen
de, bezwaarlijk zijn tot instelling van ge
noemd instituut over te gaan. in verband
daarmede iis in de ontwerp-oegrooting vooi
1933 dien desbetrefienden post voor memo
rie geraamd.
Stichting Badhuis.
Bij Uw besluit van 17 December 1931
werd besloten den bouw van een badhuis
voorloopig voor den tijd van één jaar uit
te stellen en zulks wel met het oog op de
tijdsomstandigheden en de onzekere voor
uitzichten der gemeentelijke middelen. Aan.
gezien de tijdsomstandigheden sindsdien
nog ongusüger zijn geworden, stellen wij
U voor den bouw van een badhuis weder
om voor den tijd van één jaar uit te stellen.
Blijkens de bij raadsbesluit van 21 Juli 1931
vastgestelde exploitatieraming van het te
stichten badhuis wordt het nadeelig saldo
voor het eerste exploitatiejaar geraamd op
f 3.724.02.
Uitvoering wegenplan.
Voor de uitvoering van het bij raadsbe
sluit van 20 Maart 1929, le afdeeling No.
520 vastgestelde plan tot vernieuwing en
verbetering van het wegennet zijn in de
onwterp-begrooting 1933 geen bedragen
geraamd. Het is ons gebleken dat Hit plan
in de praktijk niet meer kan worden ge
volgd, omdat de verbetering van wegen op
andere wijze heeft plaats gehad en zal
moeten plaats hebben dan iin dat plan is
omschreven. Wij stellen U daarom voor te
besluiten de verdere uitvoering van dit plan
niet meer te doen geschieden. In afwach
ting van de totstandkoming van een nieuw
wegenplan ligt het in de bedoeling van ons
college U voor de verbetering van wegen,
welke daarvoor in aanmerking komen en
waarvan de kosten niet reeds op den gewo.
nen dienst der begrooting zijn geraamd, in
den loop van het dienstjaar speciale kre
dieten aan te vragen.
Beschikking over de reserve tot een, bedrag
van f 23.933.28.
Naast de hiervoren nader omschreven
maatregelen, hebben wij op diverse posten
der ontwerp-begrooting in meerdere of
mindere mate bezuinigingen toegepast, het
geen U zal blijken uit een aandachtige be
schouwing der U aangeboden begrootings-
bescheiden. Echter zijn de aangebrachte
versoberingen niet toereikend geweest om
de begrooting sluitend te maken. Er bleef
nog een tekort over van ongeveer f 24.000,
waarvoor middelen tot dekking moesten
worden gevonden. Om dit bedrag geheel of
gedeeltelijk te vinden zijn door ons colle
ge de volgende mogelijkheden overwogen:
a. belastingverhooging;
b. verhooging van het verhaal van bij
dragen voor pensioen op het gemeente-per
soneel en
c. beschikking over de reserve.
meend Uwen raad geen voorstel tot vêrhoo-
ging van een of meer belastingen te moeten
doen. Naar onze opvatting moet verzwaring
van den gemeentelijken belastingdruk in
deze voor vele ingezetenen zoo moeilijke
tijden indien eenigszins mogelijk worden
vermeden. Des te meer is hiervoor reden
nu de regeering jij de millioenennota wets
ontwerpen heeft ingediend om voor het
aanstaande belastingjaar ten behoeve van
h^t rijk 30 tot 150 opcenten te heffen op de
hoofdsom der gemeentefondsbelasting en
30 extra opcenten op de hoofdsom der ver-
mogenbelasting, tengevolge waarvan de be
lastingdruk, bij aanneming dezer wetsont
werpen, voor het komende belastingjaar
reeds aanmerkelijk zal worden verzwaard.
Bij de overweging van de mogelijkheid tot
dekking van genoemd tekort door belas
tingverhooging hebben wij ons tevens re
kenschap gegeven, welke bate door verhoo
ging van diverse belastingen voor de ge
meente zoude ontstaan. Daarbij is ons ge
bleken dat een geringe verhooging weimig
meerdere, inkomsten zal geven. Zoo zal een
verhooging van 10 opcenten op de hoofd
som der gemeentefondsbelasting voor den
dienst 1933 slechts een bate beteekenen van
f 8.666.67, en verhooging van 10 op
centen op de hoofdsom der personeele be
lasting van f 8.200 en 'n heffing van 10 op
centen op de hoofdsom der vermogensbe
lasting van f 1.833.33. Gelet op de betrek
kelijk geringe bate, die een beperkte belas
tingverhooging aan de gemeentelijke mid
delen ten goede zal doen komen, heeft ons
college gemeend in het belang der gemeente
te handelen zich van het doen van
voorstellen tot belastingbezwaring te
onthouden. De belastingen zijn in deze ge
meente in vergelijking tot andere gemeen
ten niet hoog; indien getracht wordt ze op
dit niveau te houden of indien mogelijk ze
op lager niveau te brengen zal de vestiging
i,n deze gemeente, die daarvoor door haar
uitgebreid wegennet en haar talrijke bouw
terreinen in de eerste plaats is aangewezen,
worden bevorderd, hetgeen èn voor de ge
meente èn voor de (ingezetenen van het
grootste belang is.
b. Verhooging van het verhaal van bijdra
gen voor pensioen op het gemeente-
personeel.
a. Belastingverhooging.
Na ampele overweging hebben wij ge-
Krachtens raadsbesluit van 6 October
1925. le afdeeling No. 313 wordt op
het gemeentepersoneel verhaald een bijdia.
ge van 3 voor eigen en van 2)4 voor
weduwen- en weezenpeusioen. Ingevolge
artikel 36 der pensioenwet 1922 kan de ge
meente in maximum verhalen 3% voor
eigen en 5)4 voor weduwen- en wcezen
pensioen, zoodat de gemeente het verhaal
der bijdragen voor weduwen- en weezen
pensioen met 3 kan verhoogen, hetgeen
een bate van ongeveer f 34UU zal opleveren.
Ter* aanzien van dezen maatregel zijn de
meeningen in ons college verdeeld. Di
meerderheid is van oordeel dat het peil der
bezoldigingen van het gemeentepersoneel,
althans van het ambtenarenpersoneel, niet
zoodanig is dat daarop verlaging, zij het
dan in den vorm van het verhalen van een
hoogere bijdrage voor pensioen, behoort
te worden toegepast. Een ingesteld onder
zoek naar de bezoldigingen van personeel
in dienst van andere, ongeveer aan Soest
gelijkwaardige, gemeenten, heeft de meer
derheid van ons college in deze meening
versterkt. De resultaten van dit onderzoek
zijn voor Uwe leuen Dij ue üegiooungs-
oc&chettten ter inzage neoergeiegu. .boven
alen wijst de meeruerneid van ons collega
op net luj de begroouing voor 1902 ingeno
men en gedurende net jaar 1932 toegepas
standpunt Detrenende overwerkvergocuang
weitve met worut uitbetaald zooiang nc
peil der salaneerang netzeiiae blijit. Zij is
van meeiung uat tot het betalen ecner ver
goeding zal moeien worden overgegaan,
meien dat peil wordt gewijzigd uoor een
oaiarisvesrminderiing in oen vorm van een
uooger vernaai uer pensiouensbij'dxagen
zvangezien net daarvoor in de Degiooong
ie votecren krediet nagenoeg een genjk u.
arag zal vragen als net meerder vernaai
van pensioen au ij dragen zal opüiengen, za.
deze maaregel weiuig etlect sorteeien m
veroana waarmede de meerderneia van ons
couiege van oordeel is aat mj Deter acnter-
vvege kan Dlijven. z.ij wen&cnt aat bet bij
de Degrooung 1932 ingenomen stanupun,
wOk bij deze oegrooting worot aangenomen,
JJe imnderncJid van ons college as van
gevoelen aat, waar in het algemeen een
aanzienlijke daling der inkomens heel
piaats genad, bet niet gemotiveerd is te
acnten ae salarissen van net gemeente-per-
aoneel onverkort te bandnaven. ue salaris
sen van bet gemeentepersoneel moeten doo
ue beiastingoetalende burgerij woruen op-
gebraent en waar een groot deel der bur
gerij door de buitengewone tijdsomsianaig-
ucaen niet dan met moeite en opoileringen
ue verschuldigde belasiingpenningen bij el
xaar kan krijgen, acht zij bet plicnt tegen
over deze burgerij dat ook het gemeente
personeel een otter brengt. Des te meer
acnt zij redenen tot salarisverlaging voo
net gemeentepersoneel aanwezig nu bet rijk
en diverse provinciën en gemeenten reeds
zijn voorgegaan met salariskortingen toe
te passen, ue meerderheid van ons college
meent hiertegen te moeten aanvoeren da
indien otters moeten worden gebracht, het
niet billijk is deze te leggen op de schouders
van enkelen, in casu het gemeentepersoneel
doch juister komt het haar voor deze te
vgrdeelen over alle gemeentenaren-belas-
tingpl.ichtigen. Zij acht het een onrechtvaar
dige houding dat zoodra zich moeilijkheden
voor het verkrijgen van een sluitende be
grooting voordoen het overheidspersoneel
daarvan het §lachtoffer moet worden. De
minderheid kan deze bezwaren niet deelen,
zij blijft van meening dat ook het over-
hcids- (gemeente) personeel wel iets mag
bijdragen om een verdere ontwrichting der
overheids- (gemeente) financiën te voorko
men. Zij stelt daartoe voor bij wijze van
tijdelijken maatregel voor het jaar 1933 de
op het personeel te verhalen bijdragen voor-
weduwen- en weezenpensioen te verhoogen
van 2)4 tot 5)4 %o. In dit verhoogd ver
haal wil zij niet betrekken den burgemees
ter, den secretaris en den ontvanger, om
dat voor deze titularissen bij besluit van
gedeputeerde staten van 31 Mei 1932, 3e
afdeeling No. 1792-1303 reeds een salaris
verlaging is vastgesteld. Voorts is het de
minderheid bekend dat in de salarisregelin-
gen van het gemeentepersoneel onbillijkhe
den voorkomen. Indien het door haar voor
gesteld verhoogd verhaal van pensioenbij
dragen wordt ingevoerd zullen sommige
ambtenaren daardoor dubbel worden ge
troffen. Zij stelt daarom voor de salaris
herziening voor te bereiden, waarbij de on
billijkheden in de salarisregelingen zooveel
mogelijk worden weggenomen. Met dit
laatste voorstel kan ook de meerderheid
van ons college zich volkomen vereenigen;
zij maakt derhalve dit voorstel ook tot het
hare.
c. Beschikking over de reserve.
Vermits ten aanzien van den sub a ver
melden maatregel door ons college en ten
aanzien van de sub b vermelden maatregel
door de meerderheid van ons college geen
voorstellen worden gedaan, blijft geen an
dere weg dan over dekking van 't geraamde
tekort uit de reserve. Deze reserve bedraagt
thans f 71.933.28 en is* voornamelijk ont
staan uit bijzondere baten, die aan de ge
meente op het dienstjaar 1931 ten goede
kwamen ten gevolge van de gewijzigde fi-
nancieele verhouding tusschen het rijk en
de gemeenten bij de wet van* 15 Juli 1929,
(stbl. 388). Bij deze wet is tevens ingesteld
een gemeentefonds, waaruit aan de gemeen,
te uitkeeringen worden gedaan, waarvan
het bedrag om de vijf jaren wordt vastge
steld. De eerste vaststelling heeft plaats
gehad voor het tijdvak van 1 Mei 19311
Mei 1936. Ingaande l Mei 1936 wordt voor
het dian komend vijfjaarlijksch tijdvak we
der een niieuwe uitkeering vastgesteld, wel
ke uitkeering in verband met de door de
gemeente gedane uitgaven over vooraf
gegane jaren voor politie, onderwijs en ar
menzorg vermoedelijk hooger zal zijn dan
de thans voor deze gcmeenite vastgestelde
uitkeering. In verband daarmede zijn er
termen aanwezig om het bedrag der bo
vengenoemde reserve ten goede te doen ko
men aan de jaren 1933, 1934 en *935; ieder
jaar voor een derde gedeelte of f ~3.933.-o.
Afgezien van deze omstandigheid zijn er
bovendien redenen om thans over de reser
ve te beschikken nu de financiën der ge
meente door de gevolgen der malaise zwaar
wordlen belast.
In verband met het vorenstaande stellen
wij U daarom voor ten bate van den gewo
nen dienst 1933 te beschikken over de reser
ve tot een bedrag van f 23.933 28.
Na de voorgaande voorstellen en be
schouwingen willen wij in het vervolg van
deze aanbiedingsnota nog enkele aangele
genheden behandelen, waarvan de bespre
king ons gewenscht voorkomt of wel dae
zaken betreffen, die om praeadvies in onze
handen zijn gesteld.
(Wordt vervolgd).
commissie opdracht te geven een salaris-
Blijkens een bericht in „de Soester' v.in
10 dezer, zit het Bestuur van den „Mes
ter Bouwkring" niet stil in deze arnge-
gelegenheid. Een nieuwe vergadering al
worden belegd en „de Raad deze,- Ue-
meente moet tot de overtuiging komen
worden gebracht!), dat dit plan :n H.iji
met het belang der geheele Gemeente is.
Deze aankondiging geelt nnj aameldtug
ook nog eens naar de pen te grijpen Wa
ren mijn vorige artikelen meer van be-
schrijvenden aard, thans wil ik enkele naar
voren gebrachte bezwaren bespreken.
De Soester Bouwkring heeft voor haar
nieuwe vergadering opnieuw den Heer
Klawer als spreker uitgenoodigd. Wij ken.
nen diens bezwaren, waarvan mijns inziens
net zwaarst wegen:
le. onwettigheid omdat het plan te
groot is opgezet. Het plan moet volgens
de wet i,n onderdeelen uitvoerbaar zijn
in de eerste jaren. Men had, volgens .Ier
Heer Klawer, voor geheel Soest slechts
mogen maken een „bestemmingsplanen
rder alleen een „straten-plan" berekend
naar een inwonertal van 20.000 zielen,
aannemende dat dit aantal in 10 jaren tij-s
oereikt kan worden.
Maar hiertegen wil ik dan toch opmerken,
dat Soest van ouds een zeer uitzonderlijke
groeiwijze heeft getoond.
Hier geen uitbreiding rondom een kern,
maar daarentegen zeer verspreide groepen
van bebouwing. En wie kan nu zeggen
waar Soest zich in de eerstvolgende 10 ja
ren zal uitbreiden? M.i. zal die uitbreiding
op tal van plaatsen geschieden* Van alle
Kanten kruipt men met de bebouwing te
gen den Eng op; men bouwt in ,,'t Hart
men bouwt bij .,de Bunt (het van Lennep-
Kwartier"), in Vosseveld, langs de Heide
weg, enz.!
En als men nu voor al deze streeken
eenige straten gaat ontwerpen, moet men
toch overdenken hoe die verschillende be
bouwingen onderling zullen moeten worden
verbonden. Zoo komt men als van zelf tot
een plan, dat geheel Soest omvat.
Waar overigens de Heer KI. zoo gaarne
alleen een „bestemmingsplan" had gezien,
daar heeft het mij toch wel ten zeerste
verbaasd, dat hij juist daar, waar de Heer
van Nes die bestemming sterk naar voren
heeft gebracht, n.1. ten aanzien van het be
houd van gronden voor landbouw en vee
teelt, den Heer van Nes weder heeft aan
gevallen.
2e, Dubbel onwettig noemde de Heer
KI. het plan, omdat het door geldgebrek in
de eerstvolgende jaren niet in onderdeelen
uitvoerbaar zal zijn.
De heer van Nes heeft hierop te Soester-
berg zelf reeds geantwoord door te zeg
gen, dat het ontwerp geen actie-plan is,
maar een orde-plan.
Alzoo, het ligt niet in de bedoeling het
plan in eens geheel te gaan uitvoeren, maar
wanneer het particulier initiatief hier ot
daar in de gemeente wil gaan bouwen, dan
zal men zich hebben te onderwerpen aan
het orde-plan, opdat men later een samen
hangend geheel zal kunnen krijgen.
Bestaat zoo'n orde-plan niet, dan ver
rijzen wellicht hier <>n daar enkele op zich
zelf staande gebouwen en later moet men
dan de wegen aanpassen bij die enkele hui
zen, terwijl de eisch van een behoorlijke
ontwikkeling juist is, dat de huizen zich
aanpassen aan de ontworpen wegen
Het komt mij voor, dat in de geheele be
weging van den „Soester Bouwkring" de
particuliere belangen te veel naar voren
worden gebracht. Zoo is het dan ook ver
klaarbaar, dat de Redacteur van „Ons
Eigendom" als spreker voor die Vereeni-
ging optrad en weder zal optreden.
Maar hoe men een uitbreidingsplan ook
maakt, groot of klein, particuliere belan
gen zullen steeds in het gedrang komen
Men kan die belangen niet alle ontzien en
evenmin is het mogelijk te voorkomen, dat
bestaande perceelgrenzen in schuine rich
ting gesneden worden door ontworpen we
gen. Dit naar aanleiding van een opmerking
van den Heer Iburg.
Door een kleiner plan kan men alleen
verkrijgen, dat de nu reeds sprekende te
genvallers worden verschoven. Wellicht zou
het mogelijk zijn, dat de tegenwoordige
bezitters, dan in dien tijd gelegenheid zou
den hebben hun bezit tegen een goed prijsje
aan een ander over te doen, maar dan zou
die andereJater met de moeilijkheden wor
den belast.
Het lijkt mij toet dat vele der geuite be
zwaren daaruit voortkomen, dat men thans
ziet zich eeniigermate misrekend te hebben
in een verwachte winst. Maar dat is nu
eenmaal het risico van'elke speculatie! Dé
een krijgt een strop als hij speculeert in
suiker, e-en tweede als hij aandeelen koopt
op de beurs, een derde als hij speelt in de
loterij. Waarom zou alleen de grortdspecu-
lant zich nooit mogen misrekenen?
heer KI. heeft den ontwerper ook
aangevallen wijl deze aan enkele terreinen
een bestemming gaf voor een bepaald ge
bouw, zooals een kerk, een lyceum of een
Raadhuis.
Dat een groeiend Soest met ter tijd een
nieuw Raadhuis zal noodig hebben ligt m.i.
I voor de hand, al kunnen wij nu nog niet
zeggen of dit over 10 of over 25 jaren het
geval zal zijn. En dat de ontwerper dan van
te voren een terrein daarvoor aanwijst in
verband met zijn wegenplan, is m.i. lo-
gisch.
Een Raadhuis toch moet van uit geheej
Soest goed bereikbaar zijn, dus liefst lig
gen aan of nabij een knooppunt van hoofd
wegen.
En of nu op een andier gekozen punt
later een lyceum zal komen of een ander
gebouw van openb?ar nut, dit zal m.i. den
ontwerper vrij onverschillig zijn. Ik ineen,
dat men het woord „lyceum" niet als bin
dend moet beschouwen.
De Heer KI had het over de vele par
ken en vond ook in dat opzicht het plan
van Nes financieel onuitvoerbaar. Mag ik
evenf een paar woorden aanhalen uit het
Alg. H.blad van één dezer dagen over
„groote plannen in de Betuwe" n.1. over
het Uitbreidingsplan der gemeente Elstr
Dit plan is ontworpen door het „Ingenieurs,
bureauSchaap" te Arnhem.
Ik las dan het volgende: „Voor verschil
lende gebouwen en woningen zijn bepaalde
plaatsen aangewezen, terwijl daarbij open
ruimten voor plantsoenen, markt, parkeer
terrein (iin Eist!), sportterreinen enz. niet
zijn vergeten." (Ook over een vliegveld
wordt zelfs gesproken, waaromtrent ge
zegd wordt, dat de onderhandelingen met
de K.L.M. verkeeren in een gevorderd sta
dium).
Ik ken Eist niet, maar het zou mij toch
wel verbazen als diie Gemeente eigenaresse
is van alle terreinen, die voor deze parkeer,
plaatsen en sportvelden noodig zijn. Ver
moedelijk zullen ook hier de particuliere
belangen in het gedrang komen, wat nu
eenmaal niet te ontgaan is. Intusschen ziet
men, dat de Heer van Nes in zijn opvattin
gen omtrenit het ontwerpen van een Uitbr.-
plan niet alleen staat.
In een „vervolg" hoop ik nog een paar
andere punten te bespreken.
W. H. C. DOORMAN.
Het Zaterdag j.1. door ons opgenomen
aitikel over het uitbreidingsplan werd in
zijn geheel door ons overgenomen uit hel
„Amei sfoortsch Dagblad". Alleen de aan
hef werd voor de Soestenaren pasklaai
gemaakt. Blijkbaar wil men het laten voor
komen of er buiten een klgjne groep van
voorstanders, werkelijk nog menschen wor
den gevonden die het uitbreidingsplan, zoo
als 't ter visie hing, voor het dorp Soest als
geknipt en. uitvoerbaar achten.
Daar heele passages woordelijk overeen
stemmen met het door den Ontwerper op
de Vergadering te Soesterberg gesprokene,
behoeft men naar den auteur van dit arti
kel niet ver te zoeken en zal men deze di>
reet of indirect kunnen vinden onder de
kleine groep menschen, die deze mislukking
hebben voorbereid.
Opmerkelijk is het intusschen, dat
met geen enkel woord meer gerept
wordt over al die grootsche parken, sport-,
speel- en tentoonstellingsterreinen, zwem
bassins en wat voor fraais al niet "^er
Eigenlijk is di'.it eer* heuglijk verschijnsel,
daar eruit blijkt, dat het groepje voorstan
ders reeds bezig is uit zijn zoete droom te
ontwaken en tot de nuchtere werkelijkheid
wederkeert. Wel wat laat schijnen zij thans
in te zien. dat het zoo grootsch opgezette
plan onuitvoerbaar is.
Om tot de inhoud van het stuk weder te
keeren, geven wij gaarne toe, dat de de
laatste 15 jaren aangelegde wegen werkelijk
van bekrompenheid getuigen en wel iets
breeder hadden kunnen vallen. Dit niet met
het oog op het verkeer, want laat men de
Rijksweg buiten beschouwing, dan valt er
's winters noch 's zomers, bij dag of bij
avond al heel weinig verkeer op te merken
Maar gaat het nu aan en is het mogelijk,
om die nog nieuwe wegen met hun nog
nieuwe bebouwing te herscheppen in bree-
dere lanen.
Bijna alle bestaande wegen zijn op het
uitbreidingsplan breeder ontworpen en de
rooilijnen naar arhieren verlegd. Zoolang
het huis er staat en er niets bijzonders ge
beurd, zal men er geen directe last of scha
de van ondervinden. Anders wordt het
evenwel als men door brand of uit anderen
hoofde ot geheele of gedeeltelijke vernieu
wing moet of wil overgaan. Dan moet en
zal de eisch gesteld worden: „Met Uw
voorgevel zoover achteruit, als bij de bouw-
formule is voorgeschreven", met als ge
volg groote schade voor de betrokken eige
naren, en in sommige gevallen zelfs ook
voor de hypotheekhouders.
Met die vooruitzichten in het verschiet
zal een geldschieter er nog wel een twee
maal over denken alvorens hij op een der
gelijk onderpand hypotheek verstrekt.
.Noch de ontwerper, noch B. en W., noch
ook de Commissie voor het Uitbreidings
plan hebben zich blijkbaar van dik gevolgen
rekenschap gegeven. Gelukkig heeft de wet
gever daar wel rekening mede gehouden en
in artikel 10 der woningwet dwingend voor.
geschreven, dat van de rooilijnen niet mag
worden afgeweken, voordat de eigenaren
en hypotheekhouders van de voorgenomen
wijziging schriftelijk zijn in kennis gesteld,
en hun bezwaren daartegen hebben kun
nen inbrengen.
Hier in Soest waar jnen blijkens uitbrei
dingsplan en bouwvoorschriften van bijna
alle bestaande rooilijnen afwijkt, trekt men
zich van de belangen van eigenaren en
hypotheekhouders niets aan en worden de
voorschriften bij de wet gesteld, gewoon
niet nageleefd. Niet één eigenaar, noch één
hypotheekhouder heeft kennis gekregen van
de voorgenomen wijzigingen. Niet uit on
wil f mfmachting voor de wet, och neen
dat niet, alleen maar omdat de heeren, -die
het uitbreidingsplan mede hebben helpen
ontwerpen, zich niet eens de moeite heb
ben, getroost de wet er eens op na te slaan
en in de waan verkeerden, dat zij zonder
aan iets gebonden te zijn, vrijelijk over het
bezit van anderen mochten beschikken.
Wij vragen ons nog eens af, is het wer
kelijk in zoovele gevallen noodzakelijk die
wegen te verbreeden en de rooilijhen te
verleggen en ons antwoord is volmondig,
neen,. Dat de wegen, zooals zij thans zijn,
geen plaats bieden voor verhuiswagens,
groentenkarren enz. komt niet, omdat die
wegen te smal zijn, doch, omdat het rijpad
slechts 3k A Meter breed is. Er is ruimte
te over om die rijpaden op 5 i 6 Meter te
brengen, waardoor die bezwaren zullen
zijn opgeheven.
Doch laat ons terugkeeren tot het stuk,
diat door ons werd opgenomen. Waar de
schrijver het over de te verbreede wegen
heeft, nemen wij woordelijk <>vpr ..Terwijl
de weg in verhouding van zijn geringe
breedte toch kostbaar is, omdat hij over
zijn geheele breedte verhard is. Absorbee-
ren van hemelwater is onmogelijk, zoodat
alles afgerioleerd moet worden. Met de be
planting heeft men last, omdat de boomen
onvoldoende plaats hebben om te groeien."
Tot zoover de schrijver. Dat de wegen
in Soest over de volle breedte verhard zou
den zijn, ds voor ons geheel iets nieuws,.
Elk inwoner van Soest weet, dat alleen de
zijwegen 3)4 k 5 Meter verhard zijn, de
rest heeft door het verkeer en door wat. er
al zoo op achter bleef een zekere vastheid
gekregen, doch meer ook niet. De schrijver
wil ons blijkbaar gelukkig maken met we
gen, die zelfs dat n. g missen en zachte ge
deelten dienstbaar maken om het hemelwa
ter te absorbeeren. Stel je voor in ons re-
genrijke landje wegen, diie al dat water iti
zjich moesten opnemen, welk een vieze bag-
i gerpoel zou dat worden waarmede van-
1 zelf ook zij- en voetpad zouden worden be
smeurd en onbegaanbaar worden gemaakt.
De schrijver blijkt ook hier al heel wei
nig begrip van de werkelijkheid te he"bben.
De meeste wegen in Soest zijn hellend.
Wordt het niet in rioolen opgevangen, dan
zoekt het water het laagste punt op. Na
stortbuien ondervindt men daar dan steeds
de nadeelige gevolgen van en worden de
wegen waar geen rioleering is in stroomen.
de beeken herschapen, diie zand en vuil
meevoeren. Later kan telkens van Gemeen
tewege het achtergebleven slib en zand
worden opgeruimd. Noodgedrongen is men
dan ook ïeeds begonnen rioleeringen aan
te leggen om het overtollige water op te
vangen en! af te voeren.
Daar gelaten dat het toch niet zou kun
nen, spot het idee van den schrijver met elk
begrip van hygiëne en aestïsch schoon.
Wat nu de ruimte voor beplanting met
boomen aangaat, deze is gauw ruim genoeg,
mits men niet zooals hier i.n Soest te doen
gebruikelijk was, de boomen op 3)4 4
Meter afstand gaat plaatsen. Die afstanden
zijn veel te gering. Dat het met de beplan
ting hier in Soest zoo treurig gesteld is, is
niet omdat de wegen te smal zijn, doch
omdiat de leverancier er belang bij had zoo
veel mogelijk en tegen zoo hoog mogelijke
nrijzen te leveren.
Wij willen de schrijver op den voet volgen
ent thans de rustieke wegen bespreken,
waarmede de schrijver ons zoo gelukkig
dacht te kunnen maken. Hij voert als mo
tief aan, dat oude geliefde wandelplekjes,
als Eng, Vosseveld Heidewegbuurt, Kerk-
oad, Bosstraat eniz. gaan verdwijnen en
noodig door anderen moeten worden aan
gevuld. Steller dezes kan er mee mede gaan,
dat wegen als Kerkpad, Bosstraat, Klein
Entrendaahveg en veel meer anderen wer
kelijk heel lieve wandelwegen zijn, doch hij
wil dan tevens even naar vorea brengen,
dat hij van het geliefd zijn bij inwoners of
hij de duizen'den pensiongasten nimmer iets
heeft kunnen bemerken. Deze wegen, hoe
lief ook. worden niet gezocht, doch geme
den. In de tegenwoordige onevenwichtige
maatschappij zoekt men geen rust en stil-
i te, men wil menschen om zich zien. men
verlangt naar drukte en beweging, hoe
meer hoe liever. Buiten de bewoners en de
men/schen, die er moeten zijn is er dan ook
geen noemenswaardig verkeer. Wat wij
hier waarnamen, constateerden wij tot onze
bevreemding ook in Knocke en Le Zoute,
waar een uitgebreid net van die stille weg-
jes is te vinden, doch waar men, ook zelfs
in het drukst van het seizoen te vergeefs
naar wandelaars uitziet.
Alleen als de zonne ter kimme neigt en
de laantjes .in duisternis worden gehuld,
komt er wat meer leven. Men ziet en hoort
zoet fluisterende stemmen van geliefden,
die hun liefdezangen zingen en hier een
rustig plekske zoeken om zich in eikaars
bijzijn te verheugen. Het is er dan werke
lijk idyllisch, doch wij vragen ons af of het
gewenscht is voor zulke idyllen de gele
genheid zoo ruimsehoots open te stellen.
Wij vragen ons tevens af of hierim geen
groote gevaren schuilen en of ook ongure
elementen deze plekjes niet zullen op zoe
ken en onveilig maken.
Bij het Soest zonder die talrijke rustieke
lanen en laantjes, bereiken dc Politie reeds
tal van klachten over Openbare schennis
der eerbaarheid, waarvan het haar slechts
bij uitzondering gelukt de daders op te
sporen. Hoe zal het dan zijn als door het
scheppen van die donkere lanen de gelegen
heid zooveel ruimer wordt geboden.
Ook voor de talrijke bewoners, wier er
ven op zulk een laantje uitkomen, kan het
geen aangename, rustgevende gedachte zijn,
dat daar achter mogelijk individuen rond
sluipen om hun slag te slaan, om daarna
in het nachtelijk duister te verdwijnen.
Neen. ook de algemeene veiligheid zou er
stellig niet op vooruitgaan.
Ook verwachten wij, dat van het nachte
lijk duister gebruik zal worden gemaakt
om er talrijke voorwerpen e# afvalproduc
ten te deponeeren, waarmede men geen
raad meer weet.
In de plattelandsgemeente Soest, die zoo
rijk is aan natuurschoon en waar licht en
versche lucht zoo ruimschoots voorhan'ie
zijn, bestaat geen behoefte aan derge
gevaarlijke experimenten.