o< Ingezonden ~>0 Het blad met de grootste oplaag!! Onafhankelijkheid boven al Voor de Vrouw FFUILLETO Buiten verantwoordelijkheid der Redactie MALAISE. Door desbetreffende groote annonces in de Dagbladen hebben de Vereenigde Pa pierfabrieken ons deelgenoot gemaakt van het feit, dat jaarlijks 40 millioen gulden in ons land zouden kunnen blijven, indien men alleen Nederlandsch Fabrikaat papier kocht als zulk een bedrag geldt voor een zoo klein onderdeel der gezamenlijke industrie ën, kan men gerust aannemen, dat, als al les wat hier ten onzent gemaakt kan wor den,, en zou kunnen worden, niet uit Duitsch'and betrokken werd, en' 400 mil lioen in het land sou blijven door eigen verdienste wat zeggen wil, dat ons land meer dan een ftiillioen p. dag naar Duitsch- land zendt. Voeg hierbij dat er ongeveer 200.000 Duitsche dienstboden in ons land kost en inwoning krijgen en bovendien gemiddeld 20 gulden loon per maand en dat ze dit geld grootendeels naar huis d.w.z. naar Duitschland zendien en voor de rest in Duitsche winkels zich Duitsch fabrikaat aanschaffen, dan zijn dit nog weer eens vier mil':oen per maand die ons land uit gaan. Voeg hierbij de oncontroleerbare mil- lioenen welke jaarlijks door Duitschers ten onzent „verdiend" worden, dan vraagt men zich af, hoe lang zal het nog duren voordat Holland sich zelbst annexirt hat" zooals de oostelijke nabuur pleegt te zeggen, het dus al niet eens meer bij denken laat. Een halve eeuw geleden telde ons land 5,5 millioeni inwoners thans zijn er op hetzelfde oppervlak 8 millioen en daar er per jaar 100.000 bijkomen zijn we over tien jaar op 9 millioen plus wellicht een half millioen vreemdelingen, dezelfde die hun land voor ons gesloten houden. Waar moet dat heen? Als in ons land alleen Nederlanders be taald werk mochten doen en alleen import was toegestaan van die goederen welke ten onzent niet gemaakt kunnen worden, dan zou er zelfs bij een populatie van 8 milliiioen een te kort aan arbeidskrachten zijn, onze malaise is dus eigen schuld. Allicht zal de lezer tegenwerpen dat bij invoerverbod de concurrentie kleiner wordt en dus de prijs van alles hooger volko men waar, maar, en daar komt het op aan bij welvaart schaden hooge prijzen niet, integendeel, algemeen hooge prijzen en hooge loonen gaat gepaard met algemeene welvaart. Wat vrij algemeen crisis genoemd wordt is volstrekt geen, crisis, helaas, want crisis beteekent een keerpunt era, hiervan is geen sprake de malaise is een' stabionnaire toestand geworden een crisis zal pas volgen indien gebroken wordt met de, wel is waar overal gevolgde, maar ook overal zonder succes gevolgde bezuiniging. Bij een minimum arbeid wordt ook een minimum verdiend, door 'n passieve maat regel t.w. bezuiniging, door geen arbeid, komen we nooit tot een keerpunt. 'Noch Staat noch Gemeente moeten be zuinigen op werken en loonen, omdat ze daarmede hun eigen) graf graven, ze ver minderen daardoor ook hun inkomsten. In alle landen is er malaise, in alle landen volgt men een bezuiyiigingspolitiek is dat toevallig samentreffen of as het eer ste een gevolg van het tweede? Het is dunkt mij, nu wel in al die jaren met toe nemende malaise en werkloosheid afdoende gebleken dat de gevolgde politiek niet tot de gewenschte oplossing leidt doch de toe stand met den dlag verergert. Er is, over de geheele wereld genomen, evenveel geld, evenveel behoeften, evenveel mogelijkheden, evenveel werkkracht (niet te verwarren met werklust) evenveel van alles als eerange jaren geleden, de absolute ontwrichting is ontstaan door verkeerd in zicht, niet door een buiten ons omgaande natuur catastrophe, zooals bijv. een streek tot ellende gebracht kan worden door een aardbeving of een overstrooming of een in sectenplaag, dingen die buiten ons toedoen gebeuren. Als de temperatuur van onze aardbol eens plots 20 graden lager werd dit zou een wereld-catastrophe zijn maar de malaise die er nu is, is onze eigen schuld, is het gevolg van verkeerd beheer, verkeerd inzicht, verkeerde gedachten, en is dus ver anderbaar. Avo. Geacht© Redactie. Mag ik u beleefd een plaats in uw blad voor onderstaand verzoeken? Vooraf" mijn dank. De zich noemende T)ixi heeft een nieuwé manier uitgedacht om aan de lezers zijne (Dixi's) denkbeelden duidelijk te maken. Hij vraagt en beantwoordt zelf die vraag, buitengewoon gemakkelijk, dan kan hij niet tegengesproken worden, 't Is jammer van dezen Dixi dat hij zich geen Niksie noem de, want zelden las ik zoo veel blijken van volkomen gemis aan kennis van het on derwerp, dat zijn schrijven schijnt te bedoe len. Bij gebrek aan een hond, aan wien hij zijn haat wilde koelen, neemt hij daar voor in plaats het volkskind, en in dat kind tracht hij de leerkrachten te U-ef fen, de leerkrachten die volgens deze professor in de „Weetnietkunde", zulke volkskinderen bij uitnemendheid zijn. Ik leef vegetarisch, doch heb wel eens gehoord, dat het middenmootje van een visch het beste deel is van de visch, al zijn er lieden die, bij gebrek aan her sens, als recept de kop van een visch of garnaienkoppen eten. Misschien kan dat voor Dixi ook goed werken. Onze maat schappelijke ladder biedt aan allen plaats en de volkskinderen bij uitnemendheid ne men op dien ladder dezeüde plaats in jais net middenmootje bij de visch. Zoo Dixi uit niet kan verwerken, raad ik hem bo vengenoemd recept aan: 's morgens bij t zingen van het W ilhelmus, 's middags bij net bezingen van het jNederiandsche oloeu met weinig roode bloedlichaampjes en des avonds bij het zingen van: „O schitte rende kleuren van Nederlandsch vlag", jjoch op de graten passen. Dixi scnijm ae Hoftaal machtig te zijn, ten minst;*, twee woorden er van n.1. UNS en ,VVld. Daarom nam ik met beven en vreezen de pen ter hand, toen ik nedergezeten was, om zijn schrijven een beurt te geven. Jam mer dat er van een persoon als Musso- lini (voorheen onderwijzer meen ik) maai één, zegge één, in een dozijn gaat. Dat ge liefkoosde woord van Dixi: „i\ederlandsch maakt mij prikkelbaar en dat is het ge heele schrijven niet waard!" Als ik dan ook niet Italië achter dezen rasechten Ne derlander zag, dan zou ik er geen inkt aan verbruiken. Van opvoeden, van onderwijs geven aan groote of kleine klas sen weet hij niets, totaal nieus. Voor sol daatje spelen en de lui aanblaffen dat zou misschien nog gaan en dan komt het ,op een groot getal niet aan, hoe meei schreeuwers hoe beter. Het spreekwooro zegt niet voor niet: veel geschreeuw maai weinig wol. Ik vergat te zeggen dat de heer Dixi niet alléén geen egards voor net kind gebruikt (gelukkig kind) maai Jat hij dit zelfs verzuimd tegenover de le zers. Dat ik niet met zijden handschoe nera aan mijne opwachting bij hem maak,, vindt zijn oorzaak daarin: dat ik niet be noor tot de zachte heelmeesters die slin kende wonflen maken, maar zonder aan- ziens des persoons hem wenscht te doen inzien, dat hij Fascistische waar, in zijn ge liefd Vaderland wil binnen smokkelen Ir oomend in Nederland als Nederlandse!, volkskind éénmaal een Nederlandscht Mussolini te zijn. Alsof je van e.en pijpensteel ngoud.- staaf kan maken. Hij laadt den schijn pp zich voor de belangen van Nederland te vechten (met een stopnaald op vijftig pas afstands, wae 't eerste bloed ziet door eigen prik op zijn vinger) is de winner. Hoe een Nederlander zich een volkskind voorstelt wordt door Dixi dadelijk duide- Jjk uiteengezet. Ik word tureluurscl van zijn Nederlandsch. „Allereerst (zoo rnidt het oordeel van dezen Nederlander, dunkt ons: „als een Nederl. volkskind", denkt hij soms dat wij een Hollandsch kinc als een Groenlander beschouwen, al is hr, zelf een beetje erg groen? Zoo beschou wen wij wel zijn Nederl. kinderen vaT diie pietluttige oudie manetjes dlie van pappie Dixi een stukje van de visschen- kop krijgen en wat garnalenkoppen, om il zingende, die met paps op te smullen Ja heer Dixi, wie dreigt is helaas 'n klaj waard. Zijn nakomelingen of te wel Neder- landsche kinderen moeten Nederlandsch zijn in wezen en denken. En pappie Dixi denkt en spreekt Fransch, denkt Itali- aansch en wil dat laatste denken hier invoeren bij zijn Nederlandsche kindertjes. Ik zie de schapen, die Nederlandsche klei ne Dixies tot Niksies, luisterend naar de geschiedenis van hun vaderland, ik zie ze lezen de geschiedenis, 'k zie hun ne gevoelens die zelfs in de rimpeltjes van hunne oudemannetjes gezichtjes te lezen zijn. Hun gevoel voor hun Vaderf land! De trots over dat Vaderland! Kun je nog zmgen, zing dan mede, al visschen- koppen en garnalenkoppen nuttigend. En wie zijn vaderland niet volgens het op voedingsplan! van Dixi wil bezingen, drijft hij onder het zingen van de op rijm gebrachte, bij alle Nederlandsche kinderen geliefde jaartallenf over de grenzen, waar zijn deelgenoot in de zaak Italiana zich met nog eenige slachtoffers bij hem voegt, om de reis naar Djgoel te aanvaarden. Het gaat hier om het kind, en wie dat kind als Yo-Yo gebruikt, moet zich dan maar voor de gevolgen wachten. Mir. W. Verkade schreef im „De Stroom" een lezenswaardig stuk over Yo-Yo en dat dit spel niet vreemd is in de politiek. Mr. D. Vis maakte er een teekening bij en dichtte daarbij een gedichtje, dat gezon gen kan worden op de wijze van: „In zijn blauw geruiten kiel". De teekening stelde een nogal hununelachtig jongeling voor gekleed met blouse en fladderbroek of aardappelzak (in den volksmond) bij den kleermaker bekend onder den naam plus four. Het jonge mensch hield zich ernstig bezig met het Yo-Y.o spel. In een broek tot op z'n hiel, draait hij nu het kleine wiel, de ga-a-a-a-ansche dag. Maar thans heeft o groote smart, Dit wiel Michieltjes heele hart: Yo-Yo, Yo-Y'o. enz. Dec. '32. Mevr. C. M. Berg. ONS GASBEDRIJF. In uw bespreking der begrooting '33 kan men de volgende \yoorden lezen uit de .toe lichting van B. en W. Het (geraamde) tekort van f 8000. wordt o.m. veroorzaakt: a. door verhooging van den kostprijs van het gas; b. door verhogging van de afschrijvings percentages op de bezittingen van het be drijf bij uw besluit van 27 Juli '32(ü) enz. Men ziet dus, dat men door dat niet- noodzakeljjke besluit het te kort in hooge mate heeft bevorderd! Het lijkt twijfelachtig of Ged. Sinten een begrooting met zoo'n „tekort" zullen goedkeuren. Wat dan? Gasprijsverhooging? Nog eens: „beter ten halve gekeerd dan ten heelë gedwaald!" Met dank voor de opname, uw dw. dr. W. H. C. Doorman. WARME MANTELS VOOR KLEINE MEISJES. Oppervlakkig beschouwd en in groote lijnen volgt d!e mode voor onze kokette kleine meiskes natuurlijk die van de groo- ten vrij nauwkeurig. Bij nadere beschou wing zien we, dat alle details als 't ware eer* beetje zijn „afgezwakt", vereenvoudigd en meer in overeenstemming gebracht met den kinderlijken eenvoud. Aan de tijden dat we van onze arme kleine meisjes opgeprik te oude dametjes maakten zijn we gelukkig ontgroeid. Een van <de kenmerken van de kindermode is op het oogenblik de groote voorliefde voor „vestjes", dat wil zeggen, een lijfje met mouwen onder wat we vroe ger een „overgooiertje" genoemd' zouden hebben. Bij een en het zelfde jurkje, kan men de meisjes dan verschillende „lijfjes" of ,ybloesjes" laten dragen, waardoor ze steeds netjes zijn en er toch de ook voor een kind raoodige en aantrekkelijke variatie in de kleeding blijft. Voor dit soort bloes jes zien we heel veel leuke, warme, wollen Zet U schrap In moeilijke tijden, als de bedrijfsuitkomsten slecht zijn, kan moedeloosheid den ondernemer besluipen. Dan komt de verleiding om de handen in den schoot te leggen en zich in gelatenheid over te geven aan de ongunst van het lot. Begrijpelijk is het wèl, maar een houding die den beraden za kenman past, is het niet! Hier kunnen slechts helpen: „Volhar ding en grootere activiteit." Wie zich gewonnen geeft, telt niet meer mee. De malaise zal eenmaal en wellicht spoedig afnemen. Ook op den langen poolnacht volgt de dageraad. Opdat het werk Uwer handen niet in den mist der vergetelheid verdwijne: Zet U schrap, blijft in de running, laat U gelden, doe van U spreken. Dus: Algemeens afdoende publiciteit voor de geheele gemeente Soest NAAR HET ENGELSCH 18) Zenuwachtig keek ze den wintertuin door, terwijl ze naar de lift ging; maar Lord Lorresmere zag ze niet en juist wilde ze naar haar Ladyschap vragen, toen ze zich bij dien naam hoorde roepen* en, zich om- keerend, van aangezicht tot aangezicht kwam te staan met Mrs. Cranmer. Het weeuwtje met haar popperig ge zichtje was niet bepaald in de beste stem ming: want ook zij had een bezoek willen brengen aan Lady Lorresmere, maar 'zij was niet ontvangen, terwijl ze zoo'n flauw vermoeden had, dat Ardine wel gelukki ger zou zijn. Ja, het is toch Miss Raymond, ,zei ze, met schijnbare vriendelijkheid het jonge meisje de hand reikend. Ik was er niet zoo geheel zeker van, want u ziet er geheel anders uit, dan op The f)anaë. U is nu zoo bleek en zoo mager! O, neen, aan boord was ik pok ver brand en in Londen heeft men niet zoo veel zon. Ja, maar u werkt ook misschien te hard. Lady Lorresmere heeft mij immers verteld, dat u tot de „werkende vrouwen" behoort. Dat is zoo. Heeft u Lady Lorres mere gezien en is zjj wat beter? Neen, ze is juist erger. Ze jvvildetrv mij niet toelaten, maar u zeker wel. Waarom mjj dan wel? O, u stond altjjd zoo bijzonder in de gunst, bij alle twee maar voornamelijk bij L/ord Lorresmere, zei Mrs. Cranmer met een veelbeteekenden glimlach. Mijn Hemel, ik zal nooit vergeten dien nacht, dien u heeft doorgebracht in het hotel in Athene. Wat waren wij allen ontzet! Behalve natuurlijk Lady Lorres mere. Die stoort zich niet veel aan con ventionaliteit Op hooghartigen toon sprak Ardine: Ik begrjjp u waarlijk niet. Ik denk, dat Lady Lorresmere natuurlijk dankbaar was, dat ik Lord Lorresmere bijstond, toen hij door dat verstuiken van zijn enkel, 'n oogenblik machteloos was. Zelfs conven tionaliteit moet soms wijken voor gewone menschelijkheid. O, maar natuurlijk, lieve! Ik zei het maar in scherts. Ik genoot toen ik die vreeselijke, oude Mrs. Baynes-Fytton die geschiedenis hoorde vertellen van je reis door Frank rijk met Lord Lorresmere. B&- iachelijk! Maar ze heeft zulk een ver schrikkelijk scherpe tong, dat ze de on schuldigste dingen nog tot iets compro- mitteerends kan maken! Ardine was buiten zichzelf© van toorn en zei op strengen toon: Gelukkig dat mjjn verloving 'n ein de zal maken aan dergelijke praatjes. Zoo als u zegt, zijn velen er op luit, om altijd te lasteren. Maar nu in het vervolg zal ik het aan Mr. De Courcy overlaten, (om met hen af te rekenen. Mr. De Courcy? Als Ardine hiermee oen wraakneming had bedoeld, dan had ze niet minder (raak kunnen treffen! Mrs. Cranmer werd bleek tot onder haar rouge en had zoozeer alle zelfbeheersching verloren, dat Ardine, uit meelijden, den anderen kant uitkeek, ter- wjjl ze zei: Ik ben verloofd met Mr. De Cour cy. Met hoffelijke buiging begaf ze zich naar de kamer van Lady Lorresmere. De Courcy zal ze trouwen?.... Om zijn geld dus.?... dacht het afgunstig'© weeuwtje. Want voor Lorresmere voelt ze en daar zal ik hem nog wel eens de pogen voor openen Haar Ladyschap wilde enkel Miss Ray mond ontvangen geen enkele andere be zoekster, had het consigne geluid. Ardine vond Lady Lorresmere veel er ger; ze schrikte, zoo slecht zag de zieke er uit! Toch hield zij vol, dat haar niets scheelde. Intusschen kwam dokter Serie tweemaal daags, maar hjj wist niet, dat zij eerst zulke groote dosis arsenicum had ingenomen en toen ineens daarmee was op gehouden. Ofschoon ze vreeselrjk zwak was, voelde ze zich zeer verheugd, dat ze Ardine zag. Er hing een nieuw toilet over een stoel en met den blik daarheen, zei haar Lady schap na een tijdje: Ik geloof niet, dat ik het toilet' oo*it dragen zaL Het is veel meer passend voor jouw, dan voor mij. Gesteld nu eens, dat ik Serie door de vingers glip, dan zou ik graag willen, dat jij mijn garderobe hadt. We zijn zoowat van dezelfde lengte. Ik heb vanochtend een brief geschreven aan 'mjjn notaris, in dien geest. O, Lady Lorresmere, spreek toch niet zoo! Waarom niet? Dan ben je vast ee- nigszins voorbereid, want ik voel mij zoo zwak, dat ik best vannacht kan sterven. En je weet, mijn kleeding is eenmaal steeds het hoofddoel van mijn bestaan geweest, nadat ik mjjn zoontje verlo ren heb, Ja, ik weet eigenljjk niet, hoe ik je nu ineens zoo van hem te vertellen kopi, ruiten stoffen gebruiken. Ze moeten na tuurlijk gwasschen kunnen worden. En dan de mantelsNu, wat de verschei denheid van kragen betreft heel veel sjaalkragen doen ze ndets voor onze groote modelleni onder. Dan is er een heel sterke losse-sjaals mode. Niet alleen voor de groote en kleine meisjes en vrouwtjes, maar ook voor de heeren! Ze zijn heel kleu rig en heel vroolijk. Een kleine bontgarnee- ring mag er op de kindermantels wel voor komen, zie de plaatjes maar eens. Khoopen en; gesp van den ceintuur hooren meestal bij elkaar, denkt U daar om, als U ze koopt. Ook op de kindermantels vormen de knoo- maar ik heb den laatsten tijd veel aan ons kind gedacht. Ik zou wel eens willen we ten, of Lorresmere dan gelukkiger was geweest Nu moet u eens hooren, dan zal ik wat van mij vertellen.... Wat dan? Ben je soms verloofd? Ja juist. Met Mr. De Courcy. Toch? En ik dacht, dat je hem niet hebben wilde. Eerst was dit ook mijn besluit. Maar laar ben ik op teruggekomen. Hij is ook zeer inschikkelijk en haast mij niet. Nu gaat hij by voorbeeld een maand weg, ter wijl ik aan het idee gewoon raak. Ja, dat is wel hee» inschikkelijk. Nu hecht ik niet zoo bijzonder aan de inschik kelijkheid van mannen in het algemeen. Waar gaat hg naar toe? Naar het vasteland. O, naar Monaco zeker! Ik wensch je geen onaangename dingen toe, maar ik denk haast, dat die afspraak al vaststond, eer je hem aannam en dat hjj geen lust had ze te verbreken. Je geeft toch niet zooveel om hem, dus kan ik dit wel zeg gen, niet waar? Ik ben meer voor hem gaan .voelen* zei Ardine met klem. Niet dat ik het nu nog liefde kan noemen, maar ik geloof ook niet, dat ik voor eenig vurig gevoelen ben aangelegd. Zooals u zegt, zal hij zijn plan nen wel gemaakt hebben, maar het ljjkt mij verstandiger, die niet tegen te werken. Het lijkt mij iets ongewoons voor een pas verloofden jongen man. Maar na tuurlijk is het jouw zaak. Ik zou je graag met de keuze van je uitzet helpen. Laat dit maar niet te veel aan Lady $myfch over, ook al geeft ze 'm je; want ze heeft nu niet zoo'n heel fjjnen smaak. Met een glimlach antwoordde Ardine: Ik beloof u, ik zal bjj (U om raad ko pen een kleine, maar belangrijke garnee ring. En de stoffen? O, er is groote ver scheidenheid, maar kameelharen mantel stof is wel en terecht zeer gezocht en aanbevolen dezen winter. De meeste man teltjes hebben een ceintuur, wat begrijpe lijk is, omdat de meisjes daardoor op kou de dagen als 't ware warmer ingepakt wor den. Bovendienhet is de mode der grooten en onze kleine meisjes hebben hun oogen niet in den zak! LOBS WIST U WEL: dat men gekookte aardappelen nooit op tafel moet zetten met het deksel op de schaal, omdat ze dan hun eigen damp weer absorbeeren en nattig en onsmakelijk wor den? d a t men in den winter, om de heldere kleur van de aardappelen te bewaren, soms een paar druppels citroensap in het water doet, waarin de aardappelen' gezet worden nadat ze geschliüd zijn? dat men groenten, wanneer er vertra ging is met het eten, het beste warm houidt door ze in een schaal op een pan met heet water te zetten? RECEPT. SCHOENLAPPERSTAART. Voor deze taart neemt men 12 groote zure appelen, 10 groote beschuiten, 1% theelepel fijne kaneel, 80 gram boter, on geveer 75 gram suiker en 4 eieren. Men maakt op de gewone wijze appel moes en zeeft dit. Dan vermenlgt men het met de geraspte beschuiten, de boter en de suiker, de eierdooiers en de fijne ka neel. Het laatst roert men, er zoo luchtig mogelijk het stijfgeklopte eiwit door en doet het mengsel -im e#n met boter besmeer den en met fijn paneermeel bestrooiden taartvorm en bakt de taart in een matig warmen oven fldchtbruiin (ongeveer uur k drie kwartier). Op een zeef laat men ze uitdampen en dJient ze koud of warm op HUISVROUW. men. Ja, doe dat, als ik er tenminste nog ben. Ik zal Tristam van je vertellen; hg zal er belang in stellen. In den f egel neemt hjj niet veel notitie van jonge meisjes^ maar jou mag hjj graag ljjden. Ardine was juist het moeilijke onder werp van de gezondheid van Lady Lorres mere ontgaan en nu was zij op nog ge- vaarljjker terrein gekomen. Ik zou wel eens willen weten, of Tristam hertrouwt, als ik er niet meer ben, hervatte Lady Lorresmere, en, toen zij zag, hoe ontsteld Ardine keek, voegde ze er bjj: Je hoeft niet zoo .verschrikt te wezenik voel mjj niet erger, maar het is een gedachte, die bij de meeste gétrouw- de vrouwen opkomt, als zjj ziek zjjn. Ik hoop dan maar, dat hjj gelukkig zal /wezen, 't Is een brave man! Zóó moet u niet spreken. Dat jnaakt mij zoo bedroefd. Waarom? Jjj bent er niet verant woordelijk voor. Maar ik zal er wel piet van spreken, als het je zoo hindert. Je moet dan wel bjj zonder teerhartig zjjp, Ardine, om je zooveel aan te trekken ^van menschen, die je toch maar zoo weinig zjjn, als Lord Lorresmere en ik. Hiermee begon haar Ladyschap weer over kleeren te spreken en toen haar be zoekster ten slotte afscheid nam, zei ze: Als mjj ooit iets overkomt, .Ardine, dan zal jjj mijn garderobe hebben. Nu goe den dag! Tristam is zeker uit. Kan je al leen naar huis gaan? Zeker. Lord Lorresmere had zich dien vorigen keer volstrekt niet zooveel moeite moeten geven, om mjj thuis te brengen. Van harte het beste. Lady Lor resmere! Ik hoop, dat u gauw beter zult zjjn. 4Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1932 | | pagina 4