o< Ingezonden ~>0
Het blad met de grootste oplaag!!
Onafhankelijkheid
boven al
Voor de Vrouw
FFUILLETO
Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie
MALAISE.
Door desbetreffende groote annonces in
de Dagbladen hebben de Vereenigde Pa
pierfabrieken ons deelgenoot gemaakt van
het feit, dat jaarlijks 40 millioen gulden in
ons land zouden kunnen blijven, indien men
alleen Nederlandsch Fabrikaat papier kocht
als zulk een bedrag geldt voor een zoo
klein onderdeel der gezamenlijke industrie
ën, kan men gerust aannemen, dat, als al
les wat hier ten onzent gemaakt kan wor
den,, en zou kunnen worden, niet uit
Duitsch'and betrokken werd, en' 400 mil
lioen in het land sou blijven door eigen
verdienste wat zeggen wil, dat ons land
meer dan een ftiillioen p. dag naar Duitsch-
land zendt.
Voeg hierbij dat er ongeveer 200.000
Duitsche dienstboden in ons land kost en
inwoning krijgen en bovendien gemiddeld
20 gulden loon per maand en dat ze dit
geld grootendeels naar huis d.w.z. naar
Duitschland zendien en voor de rest in
Duitsche winkels zich Duitsch fabrikaat
aanschaffen, dan zijn dit nog weer eens
vier mil':oen per maand die ons land uit
gaan.
Voeg hierbij de oncontroleerbare mil-
lioenen welke jaarlijks door Duitschers ten
onzent „verdiend" worden, dan vraagt men
zich af, hoe lang zal het nog duren voordat
Holland sich zelbst annexirt hat" zooals
de oostelijke nabuur pleegt te zeggen, het
dus al niet eens meer bij denken laat.
Een halve eeuw geleden telde ons land
5,5 millioeni inwoners thans zijn er op
hetzelfde oppervlak 8 millioen en daar er
per jaar 100.000 bijkomen zijn we over tien
jaar op 9 millioen plus wellicht een half
millioen vreemdelingen, dezelfde die hun
land voor ons gesloten houden.
Waar moet dat heen?
Als in ons land alleen Nederlanders be
taald werk mochten doen en alleen import
was toegestaan van die goederen welke ten
onzent niet gemaakt kunnen worden, dan
zou er zelfs bij een populatie van 8 milliiioen
een te kort aan arbeidskrachten zijn, onze
malaise is dus eigen schuld.
Allicht zal de lezer tegenwerpen dat bij
invoerverbod de concurrentie kleiner wordt
en dus de prijs van alles hooger volko
men waar, maar, en daar komt het op aan
bij welvaart schaden hooge prijzen niet,
integendeel, algemeen hooge prijzen en
hooge loonen gaat gepaard met algemeene
welvaart.
Wat vrij algemeen crisis genoemd wordt
is volstrekt geen, crisis, helaas, want crisis
beteekent een keerpunt era, hiervan is geen
sprake de malaise is een' stabionnaire
toestand geworden een crisis zal pas
volgen indien gebroken wordt met de, wel
is waar overal gevolgde, maar ook overal
zonder succes gevolgde bezuiniging.
Bij een minimum arbeid wordt ook een
minimum verdiend, door 'n passieve maat
regel t.w. bezuiniging, door geen arbeid,
komen we nooit tot een keerpunt.
'Noch Staat noch Gemeente moeten be
zuinigen op werken en loonen, omdat ze
daarmede hun eigen) graf graven, ze ver
minderen daardoor ook hun inkomsten.
In alle landen is er malaise, in alle landen
volgt men een bezuiyiigingspolitiek
is dat toevallig samentreffen of as het eer
ste een gevolg van het tweede? Het is
dunkt mij, nu wel in al die jaren met toe
nemende malaise en werkloosheid afdoende
gebleken dat de gevolgde politiek niet tot
de gewenschte oplossing leidt doch de toe
stand met den dlag verergert.
Er is, over de geheele wereld genomen,
evenveel geld, evenveel behoeften, evenveel
mogelijkheden, evenveel werkkracht (niet
te verwarren met werklust) evenveel van
alles als eerange jaren geleden, de absolute
ontwrichting is ontstaan door verkeerd in
zicht, niet door een buiten ons omgaande
natuur catastrophe, zooals bijv. een streek
tot ellende gebracht kan worden door een
aardbeving of een overstrooming of een in
sectenplaag, dingen die buiten ons toedoen
gebeuren.
Als de temperatuur van onze aardbol
eens plots 20 graden lager werd dit zou
een wereld-catastrophe zijn maar de
malaise die er nu is, is onze eigen schuld, is
het gevolg van verkeerd beheer, verkeerd
inzicht, verkeerde gedachten, en is dus ver
anderbaar.
Avo.
Geacht© Redactie.
Mag ik u beleefd een plaats in uw blad
voor onderstaand verzoeken? Vooraf" mijn
dank.
De zich noemende T)ixi heeft een nieuwé
manier uitgedacht om aan de lezers zijne
(Dixi's) denkbeelden duidelijk te maken.
Hij vraagt en beantwoordt zelf die vraag,
buitengewoon gemakkelijk, dan kan hij niet
tegengesproken worden, 't Is jammer van
dezen Dixi dat hij zich geen Niksie noem
de, want zelden las ik zoo veel blijken
van volkomen gemis aan kennis van het on
derwerp, dat zijn schrijven schijnt te bedoe
len. Bij gebrek aan een hond, aan wien
hij zijn haat wilde koelen, neemt hij daar
voor in plaats het volkskind, en in dat
kind tracht hij de leerkrachten te U-ef
fen, de leerkrachten die volgens deze
professor in de „Weetnietkunde", zulke
volkskinderen bij uitnemendheid zijn. Ik
leef vegetarisch, doch heb wel eens
gehoord, dat het middenmootje van
een visch het beste deel is van de visch,
al zijn er lieden die, bij gebrek aan her
sens, als recept de kop van een visch of
garnaienkoppen eten. Misschien kan dat
voor Dixi ook goed werken. Onze maat
schappelijke ladder biedt aan allen plaats
en de volkskinderen bij uitnemendheid ne
men op dien ladder dezeüde plaats in jais
net middenmootje bij de visch. Zoo Dixi
uit niet kan verwerken, raad ik hem bo
vengenoemd recept aan: 's morgens bij t
zingen van het W ilhelmus, 's middags bij
net bezingen van het jNederiandsche oloeu
met weinig roode bloedlichaampjes en des
avonds bij het zingen van: „O schitte
rende kleuren van Nederlandsch vlag",
jjoch op de graten passen. Dixi scnijm
ae Hoftaal machtig te zijn, ten minst;*,
twee woorden er van n.1. UNS en ,VVld.
Daarom nam ik met beven en vreezen de
pen ter hand, toen ik nedergezeten was,
om zijn schrijven een beurt te geven. Jam
mer dat er van een persoon als Musso-
lini (voorheen onderwijzer meen ik) maai
één, zegge één, in een dozijn gaat. Dat ge
liefkoosde woord van Dixi: „i\ederlandsch
maakt mij prikkelbaar en dat is het ge
heele schrijven niet waard!" Als ik dan
ook niet Italië achter dezen rasechten Ne
derlander zag, dan zou ik er geen
inkt aan verbruiken. Van opvoeden, van
onderwijs geven aan groote of kleine klas
sen weet hij niets, totaal nieus. Voor sol
daatje spelen en de lui aanblaffen dat zou
misschien nog gaan en dan komt het ,op
een groot getal niet aan, hoe meei
schreeuwers hoe beter. Het spreekwooro
zegt niet voor niet: veel geschreeuw maai
weinig wol. Ik vergat te zeggen dat de
heer Dixi niet alléén geen egards voor
net kind gebruikt (gelukkig kind) maai
Jat hij dit zelfs verzuimd tegenover de le
zers. Dat ik niet met zijden handschoe
nera aan mijne opwachting bij hem maak,,
vindt zijn oorzaak daarin: dat ik niet be
noor tot de zachte heelmeesters die slin
kende wonflen maken, maar zonder aan-
ziens des persoons hem wenscht te doen
inzien, dat hij Fascistische waar, in zijn ge
liefd Vaderland wil binnen smokkelen
Ir oomend in Nederland als Nederlandse!,
volkskind éénmaal een Nederlandscht
Mussolini te zijn.
Alsof je van e.en pijpensteel ngoud.-
staaf kan maken. Hij laadt den schijn pp
zich voor de belangen van Nederland te
vechten (met een stopnaald op vijftig pas
afstands, wae 't eerste bloed ziet door
eigen prik op zijn vinger) is de winner.
Hoe een Nederlander zich een volkskind
voorstelt wordt door Dixi dadelijk duide-
Jjk uiteengezet. Ik word tureluurscl
van zijn Nederlandsch. „Allereerst (zoo
rnidt het oordeel van dezen Nederlander,
dunkt ons: „als een Nederl. volkskind",
denkt hij soms dat wij een Hollandsch kinc
als een Groenlander beschouwen, al is hr,
zelf een beetje erg groen? Zoo beschou
wen wij wel zijn Nederl. kinderen vaT
diie pietluttige oudie manetjes dlie van
pappie Dixi een stukje van de visschen-
kop krijgen en wat garnalenkoppen, om
il zingende, die met paps op te smullen
Ja heer Dixi, wie dreigt is helaas 'n klaj
waard. Zijn nakomelingen of te wel Neder-
landsche kinderen moeten Nederlandsch
zijn in wezen en denken. En pappie Dixi
denkt en spreekt Fransch, denkt Itali-
aansch en wil dat laatste denken hier
invoeren bij zijn Nederlandsche kindertjes.
Ik zie de schapen, die Nederlandsche klei
ne Dixies tot Niksies, luisterend naar de
geschiedenis van hun vaderland, ik zie
ze lezen de geschiedenis, 'k zie hun
ne gevoelens die zelfs in de rimpeltjes
van hunne oudemannetjes gezichtjes te
lezen zijn. Hun gevoel voor hun Vaderf
land! De trots over dat Vaderland! Kun
je nog zmgen, zing dan mede, al visschen-
koppen en garnalenkoppen nuttigend. En
wie zijn vaderland niet volgens het op
voedingsplan! van Dixi wil bezingen,
drijft hij onder het zingen van de op rijm
gebrachte, bij alle Nederlandsche kinderen
geliefde jaartallenf over de grenzen, waar
zijn deelgenoot in de zaak Italiana zich met
nog eenige slachtoffers bij hem voegt, om
de reis naar Djgoel te aanvaarden. Het
gaat hier om het kind, en wie dat kind
als Yo-Yo gebruikt, moet zich dan maar
voor de gevolgen wachten.
Mir. W. Verkade schreef im „De Stroom"
een lezenswaardig stuk over Yo-Yo en dat
dit spel niet vreemd is in de politiek. Mr.
D. Vis maakte er een teekening bij en
dichtte daarbij een gedichtje, dat gezon
gen kan worden op de wijze van: „In zijn
blauw geruiten kiel". De teekening stelde
een nogal hununelachtig jongeling voor
gekleed met blouse en fladderbroek of
aardappelzak (in den volksmond) bij den
kleermaker bekend onder den naam plus
four. Het jonge mensch hield zich ernstig
bezig met het Yo-Y.o spel.
In een broek tot op z'n hiel,
draait hij nu het kleine wiel,
de ga-a-a-a-ansche dag.
Maar thans heeft o groote smart,
Dit wiel Michieltjes heele hart:
Yo-Yo, Yo-Y'o. enz.
Dec. '32. Mevr. C. M. Berg.
ONS GASBEDRIJF.
In uw bespreking der begrooting '33 kan
men de volgende \yoorden lezen uit de .toe
lichting van B. en W.
Het (geraamde) tekort van f 8000.
wordt o.m. veroorzaakt:
a. door verhooging van den kostprijs
van het gas;
b. door verhogging van de afschrijvings
percentages op de bezittingen van het be
drijf bij uw besluit van 27 Juli '32(ü)
enz.
Men ziet dus, dat men door dat niet-
noodzakeljjke besluit het te kort in
hooge mate heeft bevorderd!
Het lijkt twijfelachtig of Ged. Sinten
een begrooting met zoo'n „tekort" zullen
goedkeuren.
Wat dan? Gasprijsverhooging?
Nog eens: „beter ten halve gekeerd dan
ten heelë gedwaald!"
Met dank voor de opname,
uw dw. dr.
W. H. C. Doorman.
WARME MANTELS VOOR KLEINE
MEISJES.
Oppervlakkig beschouwd en in groote
lijnen volgt d!e mode voor onze kokette
kleine meiskes natuurlijk die van de groo-
ten vrij nauwkeurig. Bij nadere beschou
wing zien we, dat alle details als 't ware
eer* beetje zijn „afgezwakt", vereenvoudigd
en meer in overeenstemming gebracht met
den kinderlijken eenvoud. Aan de tijden dat
we van onze arme kleine meisjes opgeprik
te oude dametjes maakten zijn we gelukkig
ontgroeid. Een van <de kenmerken van de
kindermode is op het oogenblik de groote
voorliefde voor „vestjes", dat wil zeggen,
een lijfje met mouwen onder wat we vroe
ger een „overgooiertje" genoemd' zouden
hebben. Bij een en het zelfde jurkje, kan
men de meisjes dan verschillende „lijfjes"
of ,ybloesjes" laten dragen, waardoor ze
steeds netjes zijn en er toch de ook voor
een kind raoodige en aantrekkelijke variatie
in de kleeding blijft. Voor dit soort bloes
jes zien we heel veel leuke, warme, wollen
Zet U schrap
In moeilijke tijden, als de bedrijfsuitkomsten slecht zijn, kan
moedeloosheid den ondernemer besluipen. Dan komt de verleiding
om de handen in den schoot te leggen en zich in gelatenheid over
te geven aan de ongunst van het lot.
Begrijpelijk is het wèl, maar een houding die den beraden za
kenman past, is het niet! Hier kunnen slechts helpen: „Volhar
ding en grootere activiteit." Wie zich gewonnen geeft, telt niet
meer mee.
De malaise zal eenmaal en wellicht spoedig afnemen. Ook
op den langen poolnacht volgt de dageraad.
Opdat het werk Uwer handen niet in den mist der vergetelheid
verdwijne: Zet U schrap, blijft in de running, laat U gelden, doe
van U spreken. Dus:
Algemeens afdoende publiciteit
voor de geheele gemeente Soest
NAAR HET ENGELSCH
18)
Zenuwachtig keek ze den wintertuin door,
terwijl ze naar de lift ging; maar Lord
Lorresmere zag ze niet en juist wilde ze
naar haar Ladyschap vragen, toen ze zich
bij dien naam hoorde roepen* en, zich om-
keerend, van aangezicht tot aangezicht
kwam te staan met Mrs. Cranmer.
Het weeuwtje met haar popperig ge
zichtje was niet bepaald in de beste stem
ming: want ook zij had een bezoek willen
brengen aan Lady Lorresmere, maar 'zij
was niet ontvangen, terwijl ze zoo'n flauw
vermoeden had, dat Ardine wel gelukki
ger zou zijn.
Ja, het is toch Miss Raymond, ,zei
ze, met schijnbare vriendelijkheid het
jonge meisje de hand reikend. Ik was
er niet zoo geheel zeker van, want u ziet
er geheel anders uit, dan op The f)anaë. U
is nu zoo bleek en zoo mager!
O, neen, aan boord was ik pok ver
brand en in Londen heeft men niet zoo
veel zon.
Ja, maar u werkt ook misschien te
hard. Lady Lorresmere heeft mij immers
verteld, dat u tot de „werkende vrouwen"
behoort.
Dat is zoo. Heeft u Lady Lorres
mere gezien en is zjj wat beter?
Neen, ze is juist erger. Ze jvvildetrv
mij niet toelaten, maar u zeker wel.
Waarom mjj dan wel?
O, u stond altjjd zoo bijzonder in de
gunst, bij alle twee maar voornamelijk bij
L/ord Lorresmere, zei Mrs. Cranmer met
een veelbeteekenden glimlach.
Mijn Hemel, ik zal nooit vergeten
dien nacht, dien u heeft doorgebracht in
het hotel in Athene. Wat waren wij allen
ontzet! Behalve natuurlijk Lady Lorres
mere. Die stoort zich niet veel aan con
ventionaliteit
Op hooghartigen toon sprak Ardine:
Ik begrjjp u waarlijk niet. Ik denk,
dat Lady Lorresmere natuurlijk dankbaar
was, dat ik Lord Lorresmere bijstond, toen
hij door dat verstuiken van zijn enkel, 'n
oogenblik machteloos was. Zelfs conven
tionaliteit moet soms wijken voor gewone
menschelijkheid.
O, maar natuurlijk, lieve! Ik zei het
maar in scherts. Ik genoot toen ik die
vreeselijke, oude Mrs. Baynes-Fytton die
geschiedenis hoorde vertellen van je reis
door Frank rijk met Lord Lorresmere. B&-
iachelijk! Maar ze heeft zulk een ver
schrikkelijk scherpe tong, dat ze de on
schuldigste dingen nog tot iets compro-
mitteerends kan maken!
Ardine was buiten zichzelf© van toorn
en zei op strengen toon:
Gelukkig dat mjjn verloving 'n ein
de zal maken aan dergelijke praatjes. Zoo
als u zegt, zijn velen er op luit, om altijd
te lasteren. Maar nu in het vervolg zal
ik het aan Mr. De Courcy overlaten, (om
met hen af te rekenen.
Mr. De Courcy?
Als Ardine hiermee oen wraakneming
had bedoeld, dan had ze niet minder (raak
kunnen treffen! Mrs. Cranmer werd bleek
tot onder haar rouge en had zoozeer alle
zelfbeheersching verloren, dat Ardine, uit
meelijden, den anderen kant uitkeek, ter-
wjjl ze zei:
Ik ben verloofd met Mr. De Cour
cy.
Met hoffelijke buiging begaf ze zich
naar de kamer van Lady Lorresmere.
De Courcy zal ze trouwen?.... Om
zijn geld dus.?... dacht het afgunstig'©
weeuwtje.
Want voor Lorresmere voelt ze en daar
zal ik hem nog wel eens de pogen voor
openen
Haar Ladyschap wilde enkel Miss Ray
mond ontvangen geen enkele andere be
zoekster, had het consigne geluid.
Ardine vond Lady Lorresmere veel er
ger; ze schrikte, zoo slecht zag de zieke
er uit! Toch hield zij vol, dat haar niets
scheelde. Intusschen kwam dokter Serie
tweemaal daags, maar hjj wist niet, dat
zij eerst zulke groote dosis arsenicum had
ingenomen en toen ineens daarmee was op
gehouden. Ofschoon ze vreeselrjk zwak
was, voelde ze zich zeer verheugd, dat
ze Ardine zag.
Er hing een nieuw toilet over een stoel
en met den blik daarheen, zei haar Lady
schap na een tijdje:
Ik geloof niet, dat ik het toilet' oo*it
dragen zaL Het is veel meer passend voor
jouw, dan voor mij. Gesteld nu eens, dat
ik Serie door de vingers glip, dan zou ik
graag willen, dat jij mijn garderobe hadt.
We zijn zoowat van dezelfde lengte. Ik
heb vanochtend een brief geschreven aan
'mjjn notaris, in dien geest.
O, Lady Lorresmere, spreek toch
niet zoo!
Waarom niet? Dan ben je vast ee-
nigszins voorbereid, want ik voel mij zoo
zwak, dat ik best vannacht kan sterven.
En je weet, mijn kleeding is eenmaal
steeds het hoofddoel van mijn bestaan
geweest, nadat ik mjjn zoontje verlo
ren heb, Ja, ik weet eigenljjk niet, hoe ik
je nu ineens zoo van hem te vertellen kopi,
ruiten stoffen gebruiken. Ze moeten na
tuurlijk gwasschen kunnen worden. En
dan de mantelsNu, wat de verschei
denheid van kragen betreft heel veel
sjaalkragen doen ze ndets voor onze
groote modelleni onder. Dan is er een heel
sterke losse-sjaals mode. Niet alleen voor
de groote en kleine meisjes en vrouwtjes,
maar ook voor de heeren! Ze zijn heel kleu
rig en heel vroolijk. Een kleine bontgarnee-
ring mag er op de kindermantels wel voor
komen, zie de plaatjes maar eens. Khoopen
en; gesp van den ceintuur hooren meestal
bij elkaar, denkt U daar om, als U ze koopt.
Ook op de kindermantels vormen de knoo-
maar ik heb den laatsten tijd veel aan ons
kind gedacht. Ik zou wel eens willen we
ten, of Lorresmere dan gelukkiger was
geweest
Nu moet u eens hooren, dan zal ik
wat van mij vertellen....
Wat dan? Ben je soms verloofd?
Ja juist. Met Mr. De Courcy.
Toch? En ik dacht, dat je hem niet
hebben wilde.
Eerst was dit ook mijn besluit. Maar
laar ben ik op teruggekomen. Hij is ook
zeer inschikkelijk en haast mij niet. Nu
gaat hij by voorbeeld een maand weg, ter
wijl ik aan het idee gewoon raak.
Ja, dat is wel hee» inschikkelijk. Nu
hecht ik niet zoo bijzonder aan de inschik
kelijkheid van mannen in het algemeen.
Waar gaat hg naar toe?
Naar het vasteland.
O, naar Monaco zeker! Ik wensch je
geen onaangename dingen toe, maar ik
denk haast, dat die afspraak al vaststond,
eer je hem aannam en dat hjj geen lust
had ze te verbreken. Je geeft toch niet
zooveel om hem, dus kan ik dit wel zeg
gen, niet waar?
Ik ben meer voor hem gaan .voelen*
zei Ardine met klem. Niet dat ik het nu
nog liefde kan noemen, maar ik geloof ook
niet, dat ik voor eenig vurig gevoelen ben
aangelegd. Zooals u zegt, zal hij zijn plan
nen wel gemaakt hebben, maar het ljjkt
mij verstandiger, die niet tegen te werken.
Het lijkt mij iets ongewoons voor
een pas verloofden jongen man. Maar na
tuurlijk is het jouw zaak. Ik zou je graag
met de keuze van je uitzet helpen. Laat
dit maar niet te veel aan Lady $myfch
over, ook al geeft ze 'm je; want ze
heeft nu niet zoo'n heel fjjnen smaak.
Met een glimlach antwoordde Ardine:
Ik beloof u, ik zal bjj (U om raad ko
pen een kleine, maar belangrijke garnee
ring. En de stoffen? O, er is groote ver
scheidenheid, maar kameelharen mantel
stof is wel en terecht zeer gezocht en
aanbevolen dezen winter. De meeste man
teltjes hebben een ceintuur, wat begrijpe
lijk is, omdat de meisjes daardoor op kou
de dagen als 't ware warmer ingepakt wor
den. Bovendienhet is de mode der
grooten en onze kleine meisjes hebben hun
oogen niet in den zak!
LOBS
WIST U WEL:
dat men gekookte aardappelen nooit
op tafel moet zetten met het deksel op de
schaal, omdat ze dan hun eigen damp weer
absorbeeren en nattig en onsmakelijk wor
den?
d a t men in den winter, om de heldere
kleur van de aardappelen te bewaren, soms
een paar druppels citroensap in het water
doet, waarin de aardappelen' gezet worden
nadat ze geschliüd zijn?
dat men groenten, wanneer er vertra
ging is met het eten, het beste warm houidt
door ze in een schaal op een pan met heet
water te zetten?
RECEPT.
SCHOENLAPPERSTAART.
Voor deze taart neemt men 12 groote
zure appelen, 10 groote beschuiten, 1%
theelepel fijne kaneel, 80 gram boter, on
geveer 75 gram suiker en 4 eieren.
Men maakt op de gewone wijze appel
moes en zeeft dit. Dan vermenlgt men het
met de geraspte beschuiten, de boter en
de suiker, de eierdooiers en de fijne ka
neel. Het laatst roert men, er zoo luchtig
mogelijk het stijfgeklopte eiwit door en
doet het mengsel -im e#n met boter besmeer
den en met fijn paneermeel bestrooiden
taartvorm en bakt de taart in een matig
warmen oven fldchtbruiin (ongeveer uur
k drie kwartier). Op een zeef laat men ze
uitdampen en dJient ze koud of warm op
HUISVROUW.
men.
Ja, doe dat, als ik er tenminste nog
ben. Ik zal Tristam van je vertellen; hg
zal er belang in stellen. In den f egel neemt
hjj niet veel notitie van jonge meisjes^
maar jou mag hjj graag ljjden.
Ardine was juist het moeilijke onder
werp van de gezondheid van Lady Lorres
mere ontgaan en nu was zij op nog ge-
vaarljjker terrein gekomen.
Ik zou wel eens willen weten, of
Tristam hertrouwt, als ik er niet meer
ben, hervatte Lady Lorresmere, en, toen
zij zag, hoe ontsteld Ardine keek, voegde
ze er bjj: Je hoeft niet zoo .verschrikt te
wezenik voel mjj niet erger, maar het is
een gedachte, die bij de meeste gétrouw-
de vrouwen opkomt, als zjj ziek zjjn. Ik
hoop dan maar, dat hjj gelukkig zal /wezen,
't Is een brave man!
Zóó moet u niet spreken. Dat jnaakt
mij zoo bedroefd.
Waarom? Jjj bent er niet verant
woordelijk voor. Maar ik zal er wel piet
van spreken, als het je zoo hindert. Je
moet dan wel bjj zonder teerhartig zjjp,
Ardine, om je zooveel aan te trekken ^van
menschen, die je toch maar zoo weinig
zjjn, als Lord Lorresmere en ik.
Hiermee begon haar Ladyschap weer
over kleeren te spreken en toen haar be
zoekster ten slotte afscheid nam, zei ze:
Als mjj ooit iets overkomt, .Ardine,
dan zal jjj mijn garderobe hebben. Nu goe
den dag! Tristam is zeker uit. Kan je al
leen naar huis gaan?
Zeker. Lord Lorresmere had zich
dien vorigen keer volstrekt niet zooveel
moeite moeten geven, om mjj thuis te
brengen. Van harte het beste. Lady Lor
resmere! Ik hoop, dat u gauw beter zult
zjjn.
4Wordt vervolgd).