I
Het laatste Heksenproces in
Zwitserland.
Maakt reclame in het blad met de grootste oplaag
P Vierde Voorwaarde.
De nuttige burger.
s
PEL ILLETOlN
-
S
p
Wij verkoopen:
Wij zijn agent van
N.V. Eerste Soester
Electr. Drukkerij
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
I
ar
ar
ar
ar
ar
i
-ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
I
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
ar
eeni{
dusd
niet
oude
D<
SCtól
nige
H<
irf v.
kantj
voor:
kans
Ht
den
en vi
1.
dank;
arbei
ningt
maar
geval
2.
te tr
wonii
dalen
3.
gelen
v<tn v
kunnt
4.
hoogt
no oci2
gan.o
kin^e
verlui
5.
dit al
arbei<
door
1'tJid I
maati
eenig
zen d
zeker-,
dedee
iiaar
zÖ di<
Gec
sluit
Birkh
zen..
DOC
Zati
garag
mastr
leven
den/, k
een ai
kelen
rage
zaam
den^ d
trof i
slacht
geroej
meer'
der v£
EEN
Zate
van hi
staan
eensfe
Utrt dlE
de bui
ning j
korps -
dene V
G. C. h
toe, in-
daiik
het L<
korps
stoffel
een ac
een at
het M
lPe
scRenl
gaarne
Het
Bloed
da<jy\
leiding
ffen,
bnrge:
HE'
Einc
ta! aa
27.4.9$
liet
sfriT
geen i
per li
DE
•De*
heeft
^gezocli
hèpi e-
haal.
leen t(
te ger
CR
De
van he
som v
VERVOLG.
DE HEKS.
Anna Göldi, de laatste officieel als zoo
danig gekenschetste en behandelde heks van
Zwitserland, was afkomstig uit het gebied
van St. Galles. Ze trad in het jaar 1770 bij
eene aanzi ïlijke familie in het vlek Gla- j
rus in dier t, als meisje van een zeer be
stendigen" ieeftijd ze telde namelijk 39 j
zomers. Nadat zij hier vier jaar lang tot
tevredenheid van hare werkgevers was ge- -
bleven, verliet zij hen in September van het
jaar 1780 en trad toen dn dienst bij Doctor
Tschudi. Ook in deze betrekking hield en
gedroeg zij zich uitstekend. Tenminste heeft
noch de Doctor, noch zijne Echtgenoote,
nimmer omtrent haar gedrag eenige klacht
ingebracht. Gedurende den geheelen tijd
van haar verblijf te Glarus genoot zij tot nu
toe eene goede reputatie.
Deze goede naam ging echter in de oogen
der bewoners van Glarus totaal verloren,
toen men later meer met het verledene van
de heks bekend werd. Het was de jeugd
geschiedenis van een doodarm, van jongsaf
verwaarloosd schepseli zooals er helaas
nog zoovele in deze onze zoo voortreffelijk
ingerichte wereld worden gevonden Twee
keer was aan Anna het „vrouwelijke" over
komen, om aan een buiten-echtelijk kind
het leven te moeten schenken. De eerste
keer was dit met zekere gebeurtenissen; ge
paard gegaanf, zoodat er zulke ernstige ver
moedens van kindermoord jegens haar ont
stonden;, dat zij de straf van „te pronk stel
len" moest ondergaan. Voor de tweede
keer had zij te Straatsburg aan een kind
het leven geschonken; waar ze voor dat
doel door haren voormaligen broodheer
de vader van het kiind heen was gezon
den. Die vader was Doctor Zwicki uit Mol
lis in Glarnerland, in wiens huis Anna zes
jaren lang had gedienid. Intusschen moet
hier opgemerkt worden, dat men te Glarus
te laat met dde omstandigheden bekend
werdt dat deze op het heksenproces eenigen
invloed hadden kunnen uitoefenen. De
Heilige domheid" behandelde daarna het
bloedgcricht geheel alleen; zonder daarbij
de hulp van slechte getuigschriften van noo-
de te hebben.
„Anna Göldi" leefde in het huis van de
familie Tschudi met den heer, zijne vrouw
en het oudste dochtertje Susanna in vrede
en verdraagzaamheid. Daarentegen heersch-
te er tusschn de dienstmeid en het „tuchte-
looze" jonge, e dochtertje, de ongeveer ne
genjarige Anne Mliggelli (teedere naam
voor Marie) een; soort van stillen oorlog,
waarin het verwende kind de dienstmeid op
allerlei wi;".e plaagde en zich ten koste van
haar verr dete, waarvoor zij zoo nu en
dan van „Anna" een muilpeer ontving.
Anne M'iiggelli was steeds de aanvallende
partij, doch deze ondeugd werd evenals de
andere, door de ouders van het kind straf
feloos door de vingers gezien. In October
van 1781 had wederom een dergelijk iets
tussohen Anna en Annetje in de keuken
plaats. Een paar dagen later verklaarde de
kleine, dat zij in den beker melk bij haar
ontl .-en speld had gevonden. Dit ver
se1 iscl herhaalde zich gedurende de vol
gt .e dagen nog meerdere malen en aan
gezien het de liefhebbende ouders in de
verste verte niet in de gedachte kwam om
te veronderstellen, dat de kinderlijke moed
wil van hun tuchteloos dochtertje dit „spel
letje" kon bedrijven,, werd de meid ter ver
antwoording geroepen. Ze gaf lachende ten
antwoord, dat ze in het geheel geene spel
den bezat en dus ook geen in de melk had
gedaan. Toen; evenlwel eenige dagen later
weder een speld, wel is waar niet in de melk
bij het ontbijt;, doch in een broodje werd
gevonden, werd de dienstmeid op staanden
voet weggestuurd.
De zoo plotseling dakloos geworden
vrouw zocht en vond een voorloopig onder
komen bij kennissen in het vlek, n.1. bij den
bejaarden schoenmaker Rudolf Steinmüller
en zijne vr uw. Deze gaven haar den raad
om bij de; Ambtslandamman Tschudi en
bij den geestelijke Ds. Tschudi (de Zwi'
sersche Oligarchiën waren echte verzame
lingen van diverse familieleden) tegen die
beschuldiging; die toch geheel zonder
grond was. hare bezwaren in te brengen.
Zij volgde dien raad op, doch bereikte
slechts het tegendeel, van wat zij had ver
wacht, want slechts onheil vloeide daaruit
voor haar voort.
De bonze Mevrouw de doctorin Tschu
di was ziijne nicht, greep direct naar zijn
rottan om de klaagster daarmede geeste
lijk toe te spreken, en de Heer Landamman
('t Hoofd van het kanton) zeide tegen haar:
Vraag vergiffenis aan Uwen Heer en maakt
dan, dat je uit het vlek en uit het land weg
komt. Dit was natuurlijk veel meer een
bevel als een raad. Weliswaar hield het
vragen om vergiffenis een schuldbekentenis
in,, doch wat zou het vrome meisje anders
kunnen doen? Ze moest in den zuren appel
bijten, al was het alleen maar om hare klee-
ren en hare spaarpenningen, ten bedrage
van 10 Doublonen (Louis d'Or),, die zij aan
haren Heer in bewaring had gegeven, terug
te krijgen. Zij vroeg derhalve om vergiffe
nis, kreeg hare eigendommen terug en gaf
het geld aan den slotenmaker Steinmüller
n bewaring, opdat de landvoogd in haar
geboorteland (die als zeer „inhalige" bekend
tond er niet onder het een of ander voor
wendsel iets van weg zoude kunnen nemen*
en verliet op 29 October het vlek en het
kanton Glarus.
DE VERVOLGING.
18 dagen na het vertrek van Anna Göldi
begon de reeds vermelde spelden-, haken-,
spijker- en draadnagelcholorine van de
kleine Anne Marie Tschudi, die van dag
tot d^g bedenkelijker en bedenkelijker
werd. Daarbij was het verwonderlijk (of
igenlijk niet verwonderlijk, bromt het ge
zonde imenschenverstand), dat deze geheim
zinnige kwaal voortdurend met allerlei
igenaardigheden gegarneerd werd, al
naarmate het zieke kind steeds meer en
meer het voorwerp werd der openbare be
langstelling. Aangezien ieder gevolg echter
een oorzaak moet hebben, zoo waren de ge
zamenlijke mannelijke en vrouwelijke klets
kousen van Glarus het al spoedig met elkan
der eens, dat het „spelden spuwen" van het
meisje een gevolg was van het feit, dat
,Anne Göldi" spelden in de melk' van het
kind had gedaan. Wel is waar was het vroe
ger noch bij Anne Miggeli zelfs, noch bij
iemand anders in het hoofd opgekomen, dat
het meisje een der spelden had ingeslikt en
even zoo min viel het iemand in', om het
bovennatuurlijke proces van het „spelden
braken" ook maar eenmaal aan een nauw
keurig onderzoek te onderwerpen. Doch
waarom zoude men zich met die bij-om
standigheden bezig houden als de hoofdzaak
zoo duidelijk is? Die elliendelinge van een
meid heeft het gedaan: welke verdere ge-
uigenis hebben wij nog van noode? Onze
.Genadige Heeren en Overheden" moesten
zich dus wel met deze dingen bemoeien,
justitueel" wel te verstaan. Het protocol
van het Evangelische Raadscollege van 20
November 1781 vermeldt, dat tegen Anna
Göldi eene aanklacht was uitgevaardigd,
dat zij aan „Anne Marie Tschudi" verschei
dene keeren spelden in deze haar melk had
toegediend", waarop de „Genadigde Heeren
en Overheden" het wijze besluit namen, om
deze zinnelooze deerne onverwijld na te
gaan." hetgeen beteekende. om „haar on
middellijk te vervolgen". Nauwelijks was
dit raadsbesluit in 't vlek bekend geworden,1,
of de oude slotenmaker Steinmüller (die
zijne relaties met de „zinneloos deerne" be
denkelijk begon te vinden) haastte zich om
alle betrekking met haar af te breken. Hij
ond haar door tuschenkomst van den Wor
denborger bode het hem in bewaring gege
ven geld nai, naar hare woonplaats, terwijl
hij aan het slot van zijn begeleidend schrij
ven de geadresseerde roerend den raad gaf,
om boete te doen. Dit alles kon den armen
ouden man er echter niet vt>or behoeden
dat ook bij hem in vervulling ging, hetgeen
bij heksensprocessen geene uitzondering
doch regel was, n.1. dat de „heksenwaan",
in een gegeven geval', zich niet met één of
fer tevreden stelt. Het is zoo heel vaak ge
beurd,, dat een „heks", met of tegen haar
wil, dozijnen,, ja honderden personen van
eiken leeftijd, geslacht en stand mede in het
verderf heeft gesleurd. Ook de laatste op
Duitsch-Zwitserschen bodem gemartelde en
NAAR HET ENGELSCH.
6N
Nu kan je beiden gaan, drong Geoff en
glimlachend wierp Ben „Tantetje een groet
toe.
Behandelt Geoff u altijd zoo weinig
vormelijk? vroeg de majoor, toen ze beide
in de richting naar de theetafels liepen.
O, ik mag Geoff graag lijden en be
halve Mr. AQlingham is hij eigenlijk de
eenige man hier in de streek, dien Miss
Morrison duldt. Hij is dan ook altijd heel
attent voor haar, ofschoon vandaag zijn
vriendelijkheden meer mijn kant uit zijn
gericht, omdat hij mij ook wat ontspanning
gunt en Miss Morrison mij in den regel niet
van haar zijde laat gaan.
Is u altijd haar theeproever, of maakt
zij ook gebruik van de diensten van an
deren, als u er soms niet bij is?
Ze gaat nergens, of ik moet haar ver
gezellen. Ze woont hi-er nog pas enkel
maanden.
En heeft zij u dadelijk tot haar kam
pioen gekozen? ging hij voort, met waar
deerenden blik naar het lieve, kalme ge
zichtje en het slanke figuurtje. Maar dat
moet wel een vermoeiende taak voor u zijn
O, neen, ik houd veel van Miss Morr,
son en ik zou alles voor haar willen do'-n.
Als u haar dikwijls ontmoet, dan zult u g<
troffen zijn door haar eigenaardigheden
maar u moei niet om haar lachen of m
haar trachten te redeneeren; want dit zc
toch te vergeefsch zijn!
Ik zal er aan denken, zei hij vriende
lijk.
Ze war lden langzaam over het gras
vermoorde heks zou haren lijdensweg ten
doode niet alleen gaan. Het duurde echter
een geruimen tijd, alvorens het gelukte de
Ongelukkige" te vatten. De heer „Doctor
Zw'cki' in Mollis, die bevreesd was, dat bij
een proces tegen „Anna" blijken zou, dat
hij een tijd geleden een al te goede dienst-
heer voor haar was geweest, had haar n.1.
door een vertrouwd persoon naar het Wer-
denbergische gebied eene waarschuwing
toegezonden. De gewaarschuwde verliet zoo
gauw mogelijk de woning van hare zuster
te Sax, wandelde naar beneden door het
Rijndal, over Rorschach naar St. Gallen,
vandaar door het Appenzellerland in het
Toggenburg, waar zij in Degersheim eene
betrekking vond. Intusschen waren er ver
schillende loopers uit Glarus met „verzoek
tot aanhouding van Anne Göldi in het land
rond gegaan, met het gevolg, dat na elf
weken de arme vrouw werd opgespoord.
Ze werd gevat en aan Glarus uitgeleverd,
waar zij op 21 Februari 1782 werd binnen
gebracht en in den nieuwen toren werd op
gesloten. De misdadigster was er dus. Het
was nu de vraag, voor welk „Forum" zij
berecht moest worden. In het kanton Gla
rus bestond in die dagen en tot het jaar
1837 toe), als een gevolg der gelijkwaardige
verhoudingen in het landje, een drievoudig
bestuur en rechtspleging, eene „afzonder
lijke" evangelische, een „afzonderlijke" Ka
tholieke en eene algemeene. De geschikste
rechtbank voor de behandeling dezer zaak
zoude zonder twijfel de „Algemeene Raad"
zijn geweest. Zooals echter duidelijk uit de
omstandigheden blijkt was de Evangelische
Raad in die dagen zoodanig samengesteld,
dat hij zich voor een „crimineel" gericht
het beste eigende in den zin van den „goe
den ouden vromen tijd", en zoo wist de
.Heer Doktor en Vrederechter Tschudi, ge
zamenlijk met de heele samienhang van de
Tschudisthe neven- en nichtenfamilie, het
daar heen te leiden, dat de Evangelische
Raad het proces in handen nam, waarmede
de uitslag zich reeds duidelijk liet blijken.
Want de „Genadige Heeren en Overheden"
van den Evangelischen Raad waren in het
geloof aan .duivel en heksen" even vast als
Dr. Martin Luther en zoodoende zeer be
reidwillig om door het offeren van eene
heks het R'ijk van Satan afbreuk te doen.
De Openbare meening is, zooals wel bekend
is, in 99 gevallen den „Onzin" toegedaan
en wel op eene hartstochtelijke wijze, en
wellicht in het honderdste geval het „ge
zonde verstand" en dan nog dikwijls op
eene aarzelende wijze. De Openbare mec-
ng oefende overigens onder de goede be
woners van Glarus eene zoodanige terreur
uit, dat zelfs mannenl, die met recht als hel
der denkend en wetenschappelijk gevormd,
bekend standen, deze niet durfden te trot-
seeren.
Zoo was het ook gesteld met dokter Mar
ti, ongetwijfeld de bekwaamste arts van het
veld, dat naar de tenten leidde, want ze lie
pen nu in de voile zon. Geen van beiden
verlangden er zoozeer naar, om zich bij de
groepjes te voegen, want ze voelden reeds
groote belangstelling voor elkaar. Ben had
nog nooit zulk een kalm en waarheidlievend
man ontmoet en toch zoo gevoelig, wat
bleek uit kleine, fijne trekjes en uit zijn
houding tegenover Miss Morrison.
Uw zuster is niet hier, geloof ik?
vroeg hij ineens.
Ik heb geen zuster, tot mijn spijt.
U is Miss French, dat weet ik, maar
ik dacht, dat Miss French ouder moest zijn,
Ben lachte.
Kate spreekt altijd van mij, of ik veel
ouder ben; dat komt, mijn verantwoorde
lijkheid als degenei. die de huishouding be
stuurt op Whitegates, heeft mij in haar
oog ouder gemaakt. Maar ik ben Benvenu-
to French, dat verzeker ik u. En er is geen
andere Miss French bij ons.
Kate had het tweetal al van verre gadege
slagen, en, toen Alan zich aanmelde, om
thee voor Ben; fluisterde zij hem toe, met
•innemenden glimlach:
Je bent onze gast, dus je hoeft niet
te bedienen. Kijk), hi^r zijn al twee jongelui,
die mij gaarne de behulpzame hand bieden,
Miss Frenjch werd aan mijn zorgen
toevertrouwd,, dus wil ik haar ook bedie
nen.
Wat een onzin! VeTdcrop ds champag
ne te verkrijgen!, Alaro: Ga jij daar wat
drinken; ik weet, dAt je niet van thee
houdt.
Toch wel. Over een paar minuten keer
ik om een kopje voor mijzelven terug.
Terwijl Kate haar plicht als schenkster
vervulde, wierp zij telkens een blik den kant
naar die twee uit. De dochter van den ko
lonel was populair* maar toch had Kate
geen bijzondere reden* om haar als mede
dingster tegenover Alan te duchten.
Toen Trevelyan de leege kopjes neerzet
te, wenikte Kate hem naderbij en fluister
de:
kanton en een man met eene vrijzinnige
denkwijze, wiens schranderheid echter nog
beduidend grooter was door zijne ontwik
keling en vrijzinnigheid. Hij was met het
onderzoek van het „verdorven" kind en met
het geven van een advies omtrent het eigen
aardige geval ambtshalve belast. In zijn
rapport slingerde hij voordurend tusschen
„werkelijkheid en onzin" op klagende
schrandere wijze heen en weer en eindigde
aldus: „Wat echter de aard en de wijze be
treft, hoe en waarop de spelden enz. en
wel in zoo'n groote hoeveelheid aan het
kind werden toegediend, is inderdaad zeer
moeilijk te begrijpen en niemand anders
zal dat kunnen verklaren, dan de afschuwe
lijke boosdoenster zelve.
Zelfs de advies gevende arts voelde zich
dus verplicht om de ..aangeklaagde" reeds
van te voren als eene „afschuwelijke boos
doenster" aan te duiden, hetgeen zeggen
wil „te verdoemen." Eervoller en plichtge
trouwer, doch weliswaar niet in overeen
stemming met de openbare meening, zou
het geweest zijn, indien de geneesheer door
nauwkeurige en listige waarnemingen van
de „verdorven" Anne Miggeli gepoogd had,
om te ontdekken, wat de ware aard van de
krampen, verlamming en visioenen van het
kind was geweest, vooral wat het „spelden-
braken" betreft. Er bestaan slechts getui
genissen van twee personen, die het tenmin
ste de moeite waard hebben gevonden, om
het speldenwonder iets nader te beschouwen
en 'eze getuigenissen luiden zoo, dat ieder,
die niet aan heksen gelooft, tot het besluit
moest komen, dat de 9-jarige Anne Marie
een buitengewoon talent heeft bezeten, om
goochelkunstjes te verrichten, zoodat ze,
bij eenige meerdere oefening later gemak
kelijk op kermissen en jaarmarkten haar
brood met messenslikken en vuurspuwen
had kunnen verdienen. Bij geen enkel
mensch in geheel Glarus schijnt niet in het
minst de gedachte te zijn opgekomen, of
het wellicht mogelijk ware, dat een welis
waar niet behekst, doch in allen gevalle
een ^verdorven" kind met de geheele bevol
king zijne „kabouterachtige" grollen en
schelmstukken kon bedrijven.
Wordt vervolgd.
Deze dagen gaf dr. F. E. Lawson van
Londen bij 'n lezing de vólgende chemische
Analyse van het menschelijke lichaam:
De gemiddelde mensch, tof een gewi.ht
van omstreeks 140 pond, is samengesteld
ulit genoeg wateit, om er een vat van twin
tig liter mee te vuillen,,, genoeg vet voor ze
ven stukken huishoudzeep, genoeg graphiet
voor negenduizend potlooden, genoeg phos-
2>J
Het Handelsblad
De Gooi- en Eemlander
't Maandagochtendblad
De Telegraaf
De Lach
Het Amusante Weekblad
Stuiversblad
Ideaal
De Haagsche Post
De Radiobode
De Gracieuse
Het Nieuwe Modeblad
Weldon
Record
Het Handelsblad
De Gooi- en Eemlander
Aanbevelend,
i». Weedestr. 7, Soestdijk
Telefoon 2062
31
for om er '2200 lucifers van te maken, ge
noeg magnesium voor één dosis vlugzout,
genoeg ijzer,, om er een niet al te grooten
spijker uit te maken, voldoende kalk, om
er een kippenhok mee te witten en vol
doende zwavel om een hond van de vlooien
te reinigen.
Tegen de thans geldende prijzen zou men
dus een volwassen mensch kunnen koopen
voor 5 shilling, d.w.z. volgens den huidigeu
stand'van het pond: voor een paar Holland-
sche guldens.
Voor velen' echter zaïl het onaangenaam,
ja zeLfs fnuikend zijn, te vernemen, dat de
ze spijs precies hetzelfde blijft, onverschil
lig of het lichaam dat van een dorpsidioot,
of van een professor in de Wijsbegeerte is
Algemeene afdoende publiciteit
voor do geheelo gemeente Soest
In moeilijke tijden, als de bedrijfsuitkomsten slecht zijn, kan
moedeloosheid den ondernemer besluipen. Dan komt de verleiding
om de handen in den schoot te leggen en zich in gelatenheid over
te geven aan de ongunst van het lot.
Begrijpelijk is het wèl, maar een houding die den beraden za
kenman past, is het niet! Hier kunnen slechts helpen: „Volhar
ding en grootere activiteit." Wie zich gewonnen geeft, telt niet
meer mee.
De malaise zal eenmaal en wellicht spoedig afnemen. Ook
op den langen poolnacht volgt de dageraad.
Opdat het werk Uwer handen niet in den mist der vergetelheid
verdwijne: Zet U schrap, blijft in de running, laat U gelden, doe
van U spreken. Dus:
Weet je wol, hoe diep ongelukkig je
Leonard zal maken? Benvenuto French is
zijn particulier eigendom.
Ja?Daar heeft Leo nog nooit
iets van verteld. En als hijzelve niet naar
zijn ^.eigendom" omkijkt, dan kan hij het
mij toch niet kwalijk nemen, als ik er dan
voor hem naar kijk. Miss French gaat met
mij naar den vijver.
Juist dat Kate Benvenuto zoo weinig
vleiend beschreven had, maakte* dat Treve-
lyans belangstelling nog ééns zoozeer voor
haar was gewekt. Wat kon de reden zijn,
dat zij hem zoo misleid had? Was dit moed
willig of niet? Dat Kate hem persoonlijk
voor zich had trachten te winnen, kwam
niet op bij den majoor. Kate was altijd heel
oplettend geweest), maar dit schreef hij
meer toe aan een algemeene vriendelijk
heid van natuur.
Zijn conversatie met Ben was vrij on
conventioneel. Zij had gesproken van het
verlangen van haar broer Frank, om naar
Indië te gaan en naar aanleiding daarvan
had Trevelyan haar enkele eigenaardige
gebruiken en gewoonten verteld van de
Hindoes.
Toen de richting van den vijver uit-
liepenf, volgde Kate hen met afgunstige
blikken. Ze zag, dat Ben eien uiterst stijl
vol toiletje aan had!, al leek het dan ook
nog zoo eenvoudig. Hoe kwam zij aan het
geld daarvoor? Zou de kolonel haar hebben
aangezet tot zulk een kostbare kleeding,
om indruk te maken op Alan Trevelyan,
dien hij mogelijk tot schoonzoon begeerde?
Mocht dit zoo wezen, dan zou zij den ko
lonel wel eens tot andere gedachten bren
gen.
Maar bij den vijver gekomen, merkten die
twee, dat er geen bootje te verkrijgen was.
Och, misschien is het maar beter zoo,
lachte Ben, want als ik eenmaal op het
water was, kon ik wel eens den tijd verge
ten en dat zou Miss Morrison mij niet
vriendelijk afnemen.
Houdt u anders zooveel van een boot
tochtje?
O, ja! Ik heb di/kwijls verlangd;, nog
eens een groote zeereis te maken, maar ik
denk nieti dat het er ooit van komt.
Een zeereis met hadr tot reisgenoote,
wat zou dat heerlijk zijn en het was nog
niet eens zoo heel onmogelijk, als hij
als zijMaar hoe kwam hij zoo dwaas,
om zulke gedachten te koesteren ten op
zichte van een meisje, dat hij nog geen uur
kende?
U weet nooit, hoe u dit verlangen nog
eens bevredigd krijgt, zei hij troostend.
Och, neen. Maar zoo weinige van on
ze wenschen komen in vervulling!
Heeft u dat al ondervonden?Ge
lukkig komen de meesten van ons eerst la
ter tot die ontdekking.
Waarom zegt u: gelukkig?
Omdat de hardheid van het leven de
meesten van ons verbittert.
U heeft meer ervaring dan ik, maar
het lijkt mij, dat het meerendeel van de
menschen zich nogal vereenigen kan met
hetgeen het bestaan hun oplevert.
Ja, misschien op een plaats zooals
deze. Maar als u wat meer van de wereld
hadt gezien;, zoudt u er toch wel anders
over oordeel en!
Zoo graag zou ik wat meer van de
wereld zien en wat meer menschen leeren
kennen, dan de enkelen* die ik hier ont
moet.
Ineens hield zij op, om den groet te be
antwoorden van een roodharig meisje, vrij
nonchalant gekleed* in een donker grenadi
ne japonnetje en die hen voorbijging met
Leonard Allingham. Leo zag er alles behal
ve opgewekt uiti, ofschoon zij druk praat
ten.
Wie is dat? vroeg Alan, toen zij voor
bij waren.
Olive Antrobus, de jongste van de
beide dochters van den dokter. Als ooit een
hard leven een meisje verbitterd heeft, dan
is dit met hédr het geval. Want dokter An
trobus is niet gelukkig geweest en ook niet
voorspoedig in zijn loopbaan en Olive voel)
juist zoo heel veel voor weelde. Ze moeten
het maar heel eenvoudigjes aanleggen, om
niet te zeggen armoedig!
Kent u ze van zeer nabij?
Neem De meisjes Antrobms zijn
„moeilijk", om mee om te gaan. Olive voor
al,, en Sara zie ik maar heel zelden. Maar*
majoor Trevelyan, het is tijd, dat ik terug
ga naar Miss Morrison.
En ons boottochtje dan?
Voor vandaag moet ik maar van dat
genot afzien.
Als u dit dan liever heeft;.) wil ik u
wel terugbrengen naar uw chaperonne of
uw protégée?, of hoe is "t eigenlijk?
Mlis Antrobus vroeg intusschen aan Leo
nard:
Is dat je neef? Wat een knap paar,
die twee; hè?
Och, Alan is wel heel knap, maar
hij is toch niet half goed genoeg voor Ben!
En Leo Allingham dan? vroeg zij on
deugend* waarna ze zich haastte, er bij te
voegen: De majoor heeft geen geld en Miss
French ook niet, maar Leo Allingham zal
ééns dit goed erven.
Misschien, zei hij lachende. Maar Va
der is nog gezond en wel, dus dan zal ik
al zoo oud zijn, dat ik er niet veel meer
aan heb. Kijk eens, Olive, in het bootje,
dat daar aankomt, is nog juist plaats voor
jou. Frcd Tarling en Grace Batchelor zijn
veel te ernstig, om te flirten; dus zullen ze
er niet op tegen hebbent dat je mee gaat
Leo riep het bootje aan en binnen enkele
minuten had hij Olive er in geholpen en
voelde hij zich', als oudste zoon des huizes,
verplicht, zich weer ijverig met een van de
andere gasten te onderhouden.
Allereerst keek hij nog eens in de rich
ting, waar Ben en haar cavelier verdwenen
waren. Ja, Olive had gelijk: ze waren een
knap paar.
(Wordt vervolgd).