I Het laatste Heksenproces in Zwitserland. Maakt reclame in het blad met de grootste oplaag P Vierde Voorwaarde. De nuttige burger. s PEL ILLETOlN - S p Wij verkoopen: Wij zijn agent van N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij ar ar ar ar ar ar ar ar I ar ar ar ar ar i -ar ar ar ar ar ar ar ar ar ar I ar ar ar ar ar ar ar ar ar eeni{ dusd niet oude D< SCtól nige H< irf v. kantj voor: kans Ht den en vi 1. dank; arbei ningt maar geval 2. te tr wonii dalen 3. gelen v<tn v kunnt 4. hoogt no oci2 gan.o kin^e verlui 5. dit al arbei< door 1'tJid I maati eenig zen d zeker-, dedee iiaar zÖ di< Gec sluit Birkh zen.. DOC Zati garag mastr leven den/, k een ai kelen rage zaam den^ d trof i slacht geroej meer' der v£ EEN Zate van hi staan eensfe Utrt dlE de bui ning j korps - dene V G. C. h toe, in- daiik het L< korps stoffel een ac een at het M lPe scRenl gaarne Het Bloed da<jy\ leiding ffen, bnrge: HE' Einc ta! aa 27.4.9$ liet sfriT geen i per li DE •De* heeft ^gezocli hèpi e- haal. leen t( te ger CR De van he som v VERVOLG. DE HEKS. Anna Göldi, de laatste officieel als zoo danig gekenschetste en behandelde heks van Zwitserland, was afkomstig uit het gebied van St. Galles. Ze trad in het jaar 1770 bij eene aanzi ïlijke familie in het vlek Gla- j rus in dier t, als meisje van een zeer be stendigen" ieeftijd ze telde namelijk 39 j zomers. Nadat zij hier vier jaar lang tot tevredenheid van hare werkgevers was ge- - bleven, verliet zij hen in September van het jaar 1780 en trad toen dn dienst bij Doctor Tschudi. Ook in deze betrekking hield en gedroeg zij zich uitstekend. Tenminste heeft noch de Doctor, noch zijne Echtgenoote, nimmer omtrent haar gedrag eenige klacht ingebracht. Gedurende den geheelen tijd van haar verblijf te Glarus genoot zij tot nu toe eene goede reputatie. Deze goede naam ging echter in de oogen der bewoners van Glarus totaal verloren, toen men later meer met het verledene van de heks bekend werd. Het was de jeugd geschiedenis van een doodarm, van jongsaf verwaarloosd schepseli zooals er helaas nog zoovele in deze onze zoo voortreffelijk ingerichte wereld worden gevonden Twee keer was aan Anna het „vrouwelijke" over komen, om aan een buiten-echtelijk kind het leven te moeten schenken. De eerste keer was dit met zekere gebeurtenissen; ge paard gegaanf, zoodat er zulke ernstige ver moedens van kindermoord jegens haar ont stonden;, dat zij de straf van „te pronk stel len" moest ondergaan. Voor de tweede keer had zij te Straatsburg aan een kind het leven geschonken; waar ze voor dat doel door haren voormaligen broodheer de vader van het kiind heen was gezon den. Die vader was Doctor Zwicki uit Mol lis in Glarnerland, in wiens huis Anna zes jaren lang had gedienid. Intusschen moet hier opgemerkt worden, dat men te Glarus te laat met dde omstandigheden bekend werdt dat deze op het heksenproces eenigen invloed hadden kunnen uitoefenen. De Heilige domheid" behandelde daarna het bloedgcricht geheel alleen; zonder daarbij de hulp van slechte getuigschriften van noo- de te hebben. „Anna Göldi" leefde in het huis van de familie Tschudi met den heer, zijne vrouw en het oudste dochtertje Susanna in vrede en verdraagzaamheid. Daarentegen heersch- te er tusschn de dienstmeid en het „tuchte- looze" jonge, e dochtertje, de ongeveer ne genjarige Anne Mliggelli (teedere naam voor Marie) een; soort van stillen oorlog, waarin het verwende kind de dienstmeid op allerlei wi;".e plaagde en zich ten koste van haar verr dete, waarvoor zij zoo nu en dan van „Anna" een muilpeer ontving. Anne M'iiggelli was steeds de aanvallende partij, doch deze ondeugd werd evenals de andere, door de ouders van het kind straf feloos door de vingers gezien. In October van 1781 had wederom een dergelijk iets tussohen Anna en Annetje in de keuken plaats. Een paar dagen later verklaarde de kleine, dat zij in den beker melk bij haar ontl .-en speld had gevonden. Dit ver se1 iscl herhaalde zich gedurende de vol gt .e dagen nog meerdere malen en aan gezien het de liefhebbende ouders in de verste verte niet in de gedachte kwam om te veronderstellen, dat de kinderlijke moed wil van hun tuchteloos dochtertje dit „spel letje" kon bedrijven,, werd de meid ter ver antwoording geroepen. Ze gaf lachende ten antwoord, dat ze in het geheel geene spel den bezat en dus ook geen in de melk had gedaan. Toen; evenlwel eenige dagen later weder een speld, wel is waar niet in de melk bij het ontbijt;, doch in een broodje werd gevonden, werd de dienstmeid op staanden voet weggestuurd. De zoo plotseling dakloos geworden vrouw zocht en vond een voorloopig onder komen bij kennissen in het vlek, n.1. bij den bejaarden schoenmaker Rudolf Steinmüller en zijne vr uw. Deze gaven haar den raad om bij de; Ambtslandamman Tschudi en bij den geestelijke Ds. Tschudi (de Zwi' sersche Oligarchiën waren echte verzame lingen van diverse familieleden) tegen die beschuldiging; die toch geheel zonder grond was. hare bezwaren in te brengen. Zij volgde dien raad op, doch bereikte slechts het tegendeel, van wat zij had ver wacht, want slechts onheil vloeide daaruit voor haar voort. De bonze Mevrouw de doctorin Tschu di was ziijne nicht, greep direct naar zijn rottan om de klaagster daarmede geeste lijk toe te spreken, en de Heer Landamman ('t Hoofd van het kanton) zeide tegen haar: Vraag vergiffenis aan Uwen Heer en maakt dan, dat je uit het vlek en uit het land weg komt. Dit was natuurlijk veel meer een bevel als een raad. Weliswaar hield het vragen om vergiffenis een schuldbekentenis in,, doch wat zou het vrome meisje anders kunnen doen? Ze moest in den zuren appel bijten, al was het alleen maar om hare klee- ren en hare spaarpenningen, ten bedrage van 10 Doublonen (Louis d'Or),, die zij aan haren Heer in bewaring had gegeven, terug te krijgen. Zij vroeg derhalve om vergiffe nis, kreeg hare eigendommen terug en gaf het geld aan den slotenmaker Steinmüller n bewaring, opdat de landvoogd in haar geboorteland (die als zeer „inhalige" bekend tond er niet onder het een of ander voor wendsel iets van weg zoude kunnen nemen* en verliet op 29 October het vlek en het kanton Glarus. DE VERVOLGING. 18 dagen na het vertrek van Anna Göldi begon de reeds vermelde spelden-, haken-, spijker- en draadnagelcholorine van de kleine Anne Marie Tschudi, die van dag tot d^g bedenkelijker en bedenkelijker werd. Daarbij was het verwonderlijk (of igenlijk niet verwonderlijk, bromt het ge zonde imenschenverstand), dat deze geheim zinnige kwaal voortdurend met allerlei igenaardigheden gegarneerd werd, al naarmate het zieke kind steeds meer en meer het voorwerp werd der openbare be langstelling. Aangezien ieder gevolg echter een oorzaak moet hebben, zoo waren de ge zamenlijke mannelijke en vrouwelijke klets kousen van Glarus het al spoedig met elkan der eens, dat het „spelden spuwen" van het meisje een gevolg was van het feit, dat ,Anne Göldi" spelden in de melk' van het kind had gedaan. Wel is waar was het vroe ger noch bij Anne Miggeli zelfs, noch bij iemand anders in het hoofd opgekomen, dat het meisje een der spelden had ingeslikt en even zoo min viel het iemand in', om het bovennatuurlijke proces van het „spelden braken" ook maar eenmaal aan een nauw keurig onderzoek te onderwerpen. Doch waarom zoude men zich met die bij-om standigheden bezig houden als de hoofdzaak zoo duidelijk is? Die elliendelinge van een meid heeft het gedaan: welke verdere ge- uigenis hebben wij nog van noode? Onze .Genadige Heeren en Overheden" moesten zich dus wel met deze dingen bemoeien, justitueel" wel te verstaan. Het protocol van het Evangelische Raadscollege van 20 November 1781 vermeldt, dat tegen Anna Göldi eene aanklacht was uitgevaardigd, dat zij aan „Anne Marie Tschudi" verschei dene keeren spelden in deze haar melk had toegediend", waarop de „Genadigde Heeren en Overheden" het wijze besluit namen, om deze zinnelooze deerne onverwijld na te gaan." hetgeen beteekende. om „haar on middellijk te vervolgen". Nauwelijks was dit raadsbesluit in 't vlek bekend geworden,1, of de oude slotenmaker Steinmüller (die zijne relaties met de „zinneloos deerne" be denkelijk begon te vinden) haastte zich om alle betrekking met haar af te breken. Hij ond haar door tuschenkomst van den Wor denborger bode het hem in bewaring gege ven geld nai, naar hare woonplaats, terwijl hij aan het slot van zijn begeleidend schrij ven de geadresseerde roerend den raad gaf, om boete te doen. Dit alles kon den armen ouden man er echter niet vt>or behoeden dat ook bij hem in vervulling ging, hetgeen bij heksensprocessen geene uitzondering doch regel was, n.1. dat de „heksenwaan", in een gegeven geval', zich niet met één of fer tevreden stelt. Het is zoo heel vaak ge beurd,, dat een „heks", met of tegen haar wil, dozijnen,, ja honderden personen van eiken leeftijd, geslacht en stand mede in het verderf heeft gesleurd. Ook de laatste op Duitsch-Zwitserschen bodem gemartelde en NAAR HET ENGELSCH. 6N Nu kan je beiden gaan, drong Geoff en glimlachend wierp Ben „Tantetje een groet toe. Behandelt Geoff u altijd zoo weinig vormelijk? vroeg de majoor, toen ze beide in de richting naar de theetafels liepen. O, ik mag Geoff graag lijden en be halve Mr. AQlingham is hij eigenlijk de eenige man hier in de streek, dien Miss Morrison duldt. Hij is dan ook altijd heel attent voor haar, ofschoon vandaag zijn vriendelijkheden meer mijn kant uit zijn gericht, omdat hij mij ook wat ontspanning gunt en Miss Morrison mij in den regel niet van haar zijde laat gaan. Is u altijd haar theeproever, of maakt zij ook gebruik van de diensten van an deren, als u er soms niet bij is? Ze gaat nergens, of ik moet haar ver gezellen. Ze woont hi-er nog pas enkel maanden. En heeft zij u dadelijk tot haar kam pioen gekozen? ging hij voort, met waar deerenden blik naar het lieve, kalme ge zichtje en het slanke figuurtje. Maar dat moet wel een vermoeiende taak voor u zijn O, neen, ik houd veel van Miss Morr, son en ik zou alles voor haar willen do'-n. Als u haar dikwijls ontmoet, dan zult u g< troffen zijn door haar eigenaardigheden maar u moei niet om haar lachen of m haar trachten te redeneeren; want dit zc toch te vergeefsch zijn! Ik zal er aan denken, zei hij vriende lijk. Ze war lden langzaam over het gras vermoorde heks zou haren lijdensweg ten doode niet alleen gaan. Het duurde echter een geruimen tijd, alvorens het gelukte de Ongelukkige" te vatten. De heer „Doctor Zw'cki' in Mollis, die bevreesd was, dat bij een proces tegen „Anna" blijken zou, dat hij een tijd geleden een al te goede dienst- heer voor haar was geweest, had haar n.1. door een vertrouwd persoon naar het Wer- denbergische gebied eene waarschuwing toegezonden. De gewaarschuwde verliet zoo gauw mogelijk de woning van hare zuster te Sax, wandelde naar beneden door het Rijndal, over Rorschach naar St. Gallen, vandaar door het Appenzellerland in het Toggenburg, waar zij in Degersheim eene betrekking vond. Intusschen waren er ver schillende loopers uit Glarus met „verzoek tot aanhouding van Anne Göldi in het land rond gegaan, met het gevolg, dat na elf weken de arme vrouw werd opgespoord. Ze werd gevat en aan Glarus uitgeleverd, waar zij op 21 Februari 1782 werd binnen gebracht en in den nieuwen toren werd op gesloten. De misdadigster was er dus. Het was nu de vraag, voor welk „Forum" zij berecht moest worden. In het kanton Gla rus bestond in die dagen en tot het jaar 1837 toe), als een gevolg der gelijkwaardige verhoudingen in het landje, een drievoudig bestuur en rechtspleging, eene „afzonder lijke" evangelische, een „afzonderlijke" Ka tholieke en eene algemeene. De geschikste rechtbank voor de behandeling dezer zaak zoude zonder twijfel de „Algemeene Raad" zijn geweest. Zooals echter duidelijk uit de omstandigheden blijkt was de Evangelische Raad in die dagen zoodanig samengesteld, dat hij zich voor een „crimineel" gericht het beste eigende in den zin van den „goe den ouden vromen tijd", en zoo wist de .Heer Doktor en Vrederechter Tschudi, ge zamenlijk met de heele samienhang van de Tschudisthe neven- en nichtenfamilie, het daar heen te leiden, dat de Evangelische Raad het proces in handen nam, waarmede de uitslag zich reeds duidelijk liet blijken. Want de „Genadige Heeren en Overheden" van den Evangelischen Raad waren in het geloof aan .duivel en heksen" even vast als Dr. Martin Luther en zoodoende zeer be reidwillig om door het offeren van eene heks het R'ijk van Satan afbreuk te doen. De Openbare meening is, zooals wel bekend is, in 99 gevallen den „Onzin" toegedaan en wel op eene hartstochtelijke wijze, en wellicht in het honderdste geval het „ge zonde verstand" en dan nog dikwijls op eene aarzelende wijze. De Openbare mec- ng oefende overigens onder de goede be woners van Glarus eene zoodanige terreur uit, dat zelfs mannenl, die met recht als hel der denkend en wetenschappelijk gevormd, bekend standen, deze niet durfden te trot- seeren. Zoo was het ook gesteld met dokter Mar ti, ongetwijfeld de bekwaamste arts van het veld, dat naar de tenten leidde, want ze lie pen nu in de voile zon. Geen van beiden verlangden er zoozeer naar, om zich bij de groepjes te voegen, want ze voelden reeds groote belangstelling voor elkaar. Ben had nog nooit zulk een kalm en waarheidlievend man ontmoet en toch zoo gevoelig, wat bleek uit kleine, fijne trekjes en uit zijn houding tegenover Miss Morrison. Uw zuster is niet hier, geloof ik? vroeg hij ineens. Ik heb geen zuster, tot mijn spijt. U is Miss French, dat weet ik, maar ik dacht, dat Miss French ouder moest zijn, Ben lachte. Kate spreekt altijd van mij, of ik veel ouder ben; dat komt, mijn verantwoorde lijkheid als degenei. die de huishouding be stuurt op Whitegates, heeft mij in haar oog ouder gemaakt. Maar ik ben Benvenu- to French, dat verzeker ik u. En er is geen andere Miss French bij ons. Kate had het tweetal al van verre gadege slagen, en, toen Alan zich aanmelde, om thee voor Ben; fluisterde zij hem toe, met •innemenden glimlach: Je bent onze gast, dus je hoeft niet te bedienen. Kijk), hi^r zijn al twee jongelui, die mij gaarne de behulpzame hand bieden, Miss Frenjch werd aan mijn zorgen toevertrouwd,, dus wil ik haar ook bedie nen. Wat een onzin! VeTdcrop ds champag ne te verkrijgen!, Alaro: Ga jij daar wat drinken; ik weet, dAt je niet van thee houdt. Toch wel. Over een paar minuten keer ik om een kopje voor mijzelven terug. Terwijl Kate haar plicht als schenkster vervulde, wierp zij telkens een blik den kant naar die twee uit. De dochter van den ko lonel was populair* maar toch had Kate geen bijzondere reden* om haar als mede dingster tegenover Alan te duchten. Toen Trevelyan de leege kopjes neerzet te, wenikte Kate hem naderbij en fluister de: kanton en een man met eene vrijzinnige denkwijze, wiens schranderheid echter nog beduidend grooter was door zijne ontwik keling en vrijzinnigheid. Hij was met het onderzoek van het „verdorven" kind en met het geven van een advies omtrent het eigen aardige geval ambtshalve belast. In zijn rapport slingerde hij voordurend tusschen „werkelijkheid en onzin" op klagende schrandere wijze heen en weer en eindigde aldus: „Wat echter de aard en de wijze be treft, hoe en waarop de spelden enz. en wel in zoo'n groote hoeveelheid aan het kind werden toegediend, is inderdaad zeer moeilijk te begrijpen en niemand anders zal dat kunnen verklaren, dan de afschuwe lijke boosdoenster zelve. Zelfs de advies gevende arts voelde zich dus verplicht om de ..aangeklaagde" reeds van te voren als eene „afschuwelijke boos doenster" aan te duiden, hetgeen zeggen wil „te verdoemen." Eervoller en plichtge trouwer, doch weliswaar niet in overeen stemming met de openbare meening, zou het geweest zijn, indien de geneesheer door nauwkeurige en listige waarnemingen van de „verdorven" Anne Miggeli gepoogd had, om te ontdekken, wat de ware aard van de krampen, verlamming en visioenen van het kind was geweest, vooral wat het „spelden- braken" betreft. Er bestaan slechts getui genissen van twee personen, die het tenmin ste de moeite waard hebben gevonden, om het speldenwonder iets nader te beschouwen en 'eze getuigenissen luiden zoo, dat ieder, die niet aan heksen gelooft, tot het besluit moest komen, dat de 9-jarige Anne Marie een buitengewoon talent heeft bezeten, om goochelkunstjes te verrichten, zoodat ze, bij eenige meerdere oefening later gemak kelijk op kermissen en jaarmarkten haar brood met messenslikken en vuurspuwen had kunnen verdienen. Bij geen enkel mensch in geheel Glarus schijnt niet in het minst de gedachte te zijn opgekomen, of het wellicht mogelijk ware, dat een welis waar niet behekst, doch in allen gevalle een ^verdorven" kind met de geheele bevol king zijne „kabouterachtige" grollen en schelmstukken kon bedrijven. Wordt vervolgd. Deze dagen gaf dr. F. E. Lawson van Londen bij 'n lezing de vólgende chemische Analyse van het menschelijke lichaam: De gemiddelde mensch, tof een gewi.ht van omstreeks 140 pond, is samengesteld ulit genoeg wateit, om er een vat van twin tig liter mee te vuillen,,, genoeg vet voor ze ven stukken huishoudzeep, genoeg graphiet voor negenduizend potlooden, genoeg phos- 2>J Het Handelsblad De Gooi- en Eemlander 't Maandagochtendblad De Telegraaf De Lach Het Amusante Weekblad Stuiversblad Ideaal De Haagsche Post De Radiobode De Gracieuse Het Nieuwe Modeblad Weldon Record Het Handelsblad De Gooi- en Eemlander Aanbevelend, i». Weedestr. 7, Soestdijk Telefoon 2062 31 for om er '2200 lucifers van te maken, ge noeg magnesium voor één dosis vlugzout, genoeg ijzer,, om er een niet al te grooten spijker uit te maken, voldoende kalk, om er een kippenhok mee te witten en vol doende zwavel om een hond van de vlooien te reinigen. Tegen de thans geldende prijzen zou men dus een volwassen mensch kunnen koopen voor 5 shilling, d.w.z. volgens den huidigeu stand'van het pond: voor een paar Holland- sche guldens. Voor velen' echter zaïl het onaangenaam, ja zeLfs fnuikend zijn, te vernemen, dat de ze spijs precies hetzelfde blijft, onverschil lig of het lichaam dat van een dorpsidioot, of van een professor in de Wijsbegeerte is Algemeene afdoende publiciteit voor do geheelo gemeente Soest In moeilijke tijden, als de bedrijfsuitkomsten slecht zijn, kan moedeloosheid den ondernemer besluipen. Dan komt de verleiding om de handen in den schoot te leggen en zich in gelatenheid over te geven aan de ongunst van het lot. Begrijpelijk is het wèl, maar een houding die den beraden za kenman past, is het niet! Hier kunnen slechts helpen: „Volhar ding en grootere activiteit." Wie zich gewonnen geeft, telt niet meer mee. De malaise zal eenmaal en wellicht spoedig afnemen. Ook op den langen poolnacht volgt de dageraad. Opdat het werk Uwer handen niet in den mist der vergetelheid verdwijne: Zet U schrap, blijft in de running, laat U gelden, doe van U spreken. Dus: Weet je wol, hoe diep ongelukkig je Leonard zal maken? Benvenuto French is zijn particulier eigendom. Ja?Daar heeft Leo nog nooit iets van verteld. En als hijzelve niet naar zijn ^.eigendom" omkijkt, dan kan hij het mij toch niet kwalijk nemen, als ik er dan voor hem naar kijk. Miss French gaat met mij naar den vijver. Juist dat Kate Benvenuto zoo weinig vleiend beschreven had, maakte* dat Treve- lyans belangstelling nog ééns zoozeer voor haar was gewekt. Wat kon de reden zijn, dat zij hem zoo misleid had? Was dit moed willig of niet? Dat Kate hem persoonlijk voor zich had trachten te winnen, kwam niet op bij den majoor. Kate was altijd heel oplettend geweest), maar dit schreef hij meer toe aan een algemeene vriendelijk heid van natuur. Zijn conversatie met Ben was vrij on conventioneel. Zij had gesproken van het verlangen van haar broer Frank, om naar Indië te gaan en naar aanleiding daarvan had Trevelyan haar enkele eigenaardige gebruiken en gewoonten verteld van de Hindoes. Toen de richting van den vijver uit- liepenf, volgde Kate hen met afgunstige blikken. Ze zag, dat Ben eien uiterst stijl vol toiletje aan had!, al leek het dan ook nog zoo eenvoudig. Hoe kwam zij aan het geld daarvoor? Zou de kolonel haar hebben aangezet tot zulk een kostbare kleeding, om indruk te maken op Alan Trevelyan, dien hij mogelijk tot schoonzoon begeerde? Mocht dit zoo wezen, dan zou zij den ko lonel wel eens tot andere gedachten bren gen. Maar bij den vijver gekomen, merkten die twee, dat er geen bootje te verkrijgen was. Och, misschien is het maar beter zoo, lachte Ben, want als ik eenmaal op het water was, kon ik wel eens den tijd verge ten en dat zou Miss Morrison mij niet vriendelijk afnemen. Houdt u anders zooveel van een boot tochtje? O, ja! Ik heb di/kwijls verlangd;, nog eens een groote zeereis te maken, maar ik denk nieti dat het er ooit van komt. Een zeereis met hadr tot reisgenoote, wat zou dat heerlijk zijn en het was nog niet eens zoo heel onmogelijk, als hij als zijMaar hoe kwam hij zoo dwaas, om zulke gedachten te koesteren ten op zichte van een meisje, dat hij nog geen uur kende? U weet nooit, hoe u dit verlangen nog eens bevredigd krijgt, zei hij troostend. Och, neen. Maar zoo weinige van on ze wenschen komen in vervulling! Heeft u dat al ondervonden?Ge lukkig komen de meesten van ons eerst la ter tot die ontdekking. Waarom zegt u: gelukkig? Omdat de hardheid van het leven de meesten van ons verbittert. U heeft meer ervaring dan ik, maar het lijkt mij, dat het meerendeel van de menschen zich nogal vereenigen kan met hetgeen het bestaan hun oplevert. Ja, misschien op een plaats zooals deze. Maar als u wat meer van de wereld hadt gezien;, zoudt u er toch wel anders over oordeel en! Zoo graag zou ik wat meer van de wereld zien en wat meer menschen leeren kennen, dan de enkelen* die ik hier ont moet. Ineens hield zij op, om den groet te be antwoorden van een roodharig meisje, vrij nonchalant gekleed* in een donker grenadi ne japonnetje en die hen voorbijging met Leonard Allingham. Leo zag er alles behal ve opgewekt uiti, ofschoon zij druk praat ten. Wie is dat? vroeg Alan, toen zij voor bij waren. Olive Antrobus, de jongste van de beide dochters van den dokter. Als ooit een hard leven een meisje verbitterd heeft, dan is dit met hédr het geval. Want dokter An trobus is niet gelukkig geweest en ook niet voorspoedig in zijn loopbaan en Olive voel) juist zoo heel veel voor weelde. Ze moeten het maar heel eenvoudigjes aanleggen, om niet te zeggen armoedig! Kent u ze van zeer nabij? Neem De meisjes Antrobms zijn „moeilijk", om mee om te gaan. Olive voor al,, en Sara zie ik maar heel zelden. Maar* majoor Trevelyan, het is tijd, dat ik terug ga naar Miss Morrison. En ons boottochtje dan? Voor vandaag moet ik maar van dat genot afzien. Als u dit dan liever heeft;.) wil ik u wel terugbrengen naar uw chaperonne of uw protégée?, of hoe is "t eigenlijk? Mlis Antrobus vroeg intusschen aan Leo nard: Is dat je neef? Wat een knap paar, die twee; hè? Och, Alan is wel heel knap, maar hij is toch niet half goed genoeg voor Ben! En Leo Allingham dan? vroeg zij on deugend* waarna ze zich haastte, er bij te voegen: De majoor heeft geen geld en Miss French ook niet, maar Leo Allingham zal ééns dit goed erven. Misschien, zei hij lachende. Maar Va der is nog gezond en wel, dus dan zal ik al zoo oud zijn, dat ik er niet veel meer aan heb. Kijk eens, Olive, in het bootje, dat daar aankomt, is nog juist plaats voor jou. Frcd Tarling en Grace Batchelor zijn veel te ernstig, om te flirten; dus zullen ze er niet op tegen hebbent dat je mee gaat Leo riep het bootje aan en binnen enkele minuten had hij Olive er in geholpen en voelde hij zich', als oudste zoon des huizes, verplicht, zich weer ijverig met een van de andere gasten te onderhouden. Allereerst keek hij nog eens in de rich ting, waar Ben en haar cavelier verdwenen waren. Ja, Olive had gelijk: ze waren een knap paar. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 4