Het laatste Heksenproces in Zwitserland. Eerste Soester Electr. Drukkerij Een andere Pionnier beschaving. der o< Voor de Vrouw >o De Vierde Voorwaarde. FEUILLET OIN Van Weedestraat 7 Telef. 2062 - Soestdijk Kantoorboeken, in de meest voor komende liniaturen, Briefordners, Kwitantie-ordners, Doorschrijfboe ken, 1 en 2 doorslagen, groot en klein formaat, de bekende B. S.A. Snelhechters, Kwitantieboeken,enz. VERVOLG. OP DEN PIJNBANK. De Heeren „Crimineele Rechters" verna men met bevrediging de bekentenis van de gemar 'de hek^, n.1. dat deze dn directe verbin iig met den duivel had gestaan en van Zijne Helsche Majesteit zeiven het vtrdervelijke toovermiddel had ontvangen. Doch het „Gode zij dank nu geheel her stelde dochtertje van Doktor Tschudi" trok een streep door het (door de foltering) zoo gelukkig verkregen resultaat, daar het kind standvastig volhield,, dat zij niet door een geweekt stuk brood „verdorven" was, doch door een kruidenkoek, die zij in tegenwoor digheid van Steinmüller van Anna Göldi had ontvangen. Een kind van dergelijke aanzienlijke ouders op menige wijze ver maagschapt met de „Genadige Heeren en Ovt heden" was natuurlijk onvoorwaarde lijk e geiooven, en daarom moest men de heks scherper met de tortuur aangrijpen, tei rinde hare bekentenis met de aanklacht va.. Tschudi's dochtertje in overeenstem ming te brengen. Derhalve werd de ongelukkige op 13 April voor de tweede keer gefolterd en zie! de uitkomst van de aan haar gestelde vra gen bij die gelegenheid was geheel naar wensch. De arme vrouw, gemarteld totdat ze in een toestand verkeerde van ontoere- kenbaarhoid, ja, van waanzin, zeide op al les, wat men haar vroeg „ja" en „amen", en dus ook, dat zij het kiind met een van Steinmüller ontvangen kruidenkoek in zijn bijzijn behekst had. De wijze rechters wilden echter geheel zeker van hun zaak zijn en gaven order, dat op de hekst de derde en hevigste foltering moest worden toegepast. Zij onderging deze op 8 Mei, waarna zij weder in den nieuwen toren werd opgeslo ten. Natuurlijk had zij al hare verklaringen nog eens M,op den pijnbank bevestigd." De ongelukkige Steinmüller was door die af geperste verklaringen weder zeer „be zwaard" geworden, en de beurt om „scherp te worden" aangegrepen was nu voor hem gekomen. De k wellen} op dezen beklaagde toegepast kon evenwel niet verder gaan, dan door bedreiging met de pijnbank, aan gezien hij aan zijne rechters de gelegenheid ontnam om deze jegens hem in werking te brengen. De arme, oude man, door dat al les tot vertwijfeling gebracht, de wereld om zich zelve moede door de toespraken zijner verwandten en door de bedreigingen zijner reohters, bekende ten laatste alles wat hem ten laste werd gelegd, nadat hij eerst langen tijd de krankzinnige,, tegen hem ingebrachte beschuldiging had afgewe zen. In I t delerium zijner angst beschreef hij zelfs hoe en uit welke stoffen (staal- krullen eiwit, gips, honig, vitriool, ko- ingswater, gtoudvernis en meer dergelijke o;,z'nnige dingen) hij die betooverde koek ireid had», herriep echter terstond die dol le bekentenis volledig en beslist, liet zich vervolgens wederom murw maken en ein digde hiermede, dat hij zich aan het ge weld z:jner lieve medemenschen onttrok. Gedur„.ide den nacht van 11 op 12 Mei pleegde hij zelfmoord In zijn kerker. Wat echter den levenden, niet meer kon worden aangedaan moest evenwel de doode ont- g kien. Hef lijk werd aan den beul overge geven en door dezen per kruiwagen naar ie Hooggerecht vervoerd. Daar werd de doode Ie rechterhand afgekapt, om die aan den galg te spijkeren, terwijl het lijk daar na onder de galg werd begraven. Het ver mogen van den heksenmeester werd na tuurlijk van rechlwege verbeurd "verklaard, zoodat ook dit heksenproces, gelijk zooveel andere, e< "rij „voordeelig zaakje" is ge weest 'IV gevolge der confiscatie van Steinmiiller's vermogen, benevens de ver beurd verklaring van de 16 Goud-Doublo- nen der heks, voorts eene aan Doktor Zwick»' te Mollis opgelegde boete van 200 daald s en eene later aan de Weduwe Steinmüller opgelegde boete van 100 daal ders, bleef er, na aftrek van de gemaakte proceskosten voor de protestawtsche land- kas van Glarus een netto voordeel over van 754 gulden,. NAAR HET ENGELSCH. hH 14) Als ik nu uw arm heb, is alles in or- di.. Trevelyan moest zich geweld aandoen, om een glimlach te onderdrukken, toen zij de kaars van hem overnam; hij zelve nam het bennetje met visch, zijn hengel en het boek met rijmen en», nadat hij de oude da me zijn arm had geboden, geleidde hij haar eerst door het kreupelhout en toen door de laantjes naar den hoofdweg en zoo naar haar vililatje. Zij babbelde honderduit op de meest on samenhangende wijze: over de boomen, de bloemen;, de koeien, den molen, en tel kens daartusschen door weer over zijn wreedheid tegenover de forellen. Zoo nu en dan trok zij haar hand eens uit zijn arm en schoot als een pijl uit den boog op een dennenappel af, dien zij dan in den zak stak; en toen die eindelijk ook vol wasy legde zij ze im het mandje op de visch. Af en toe neuriede zij: Er waren eens zeven kikkertjes, enz. of een ander populair bakerrijmpje. Met zachten ernst voortvloeiende uit zijn groot mededoogen met het arme, dwalende schepseltje), gaf hij haar in alles toe, want geesteskrankhcid vond hij wel den ergsten vorm van ziekte, die zich ooit hij het menschdotn openbaarde. Gelukkig waren er in zijn familie nooit zulke gevallen voor gekomen en zelfs zijn ergsten vijand zou hij deze bezoeking willen besparen. In kreupelbosch en laantjes kwamen ze niemand tegen, maar op den grooten weg FIAT JUSTITIA- Op 24 Mei verklaarden de „Genadige Heeren en Overheden" van den „Evangeli- schen Raad" de behandeling der zaak voor gsloten en de veroordeeling moest zoo doende spoedig volgen. Nu schijnt het ech ter toch wel, dat het gezonde verstand in het nauwe bergdal van Glarus een wel is waar dunne lichtstraal te hebben geworpen en schijnt deze lichtstraal ook door het sleutelgat van de deur der Evangelische raadzaal te zijn binnen gedrongen. Want onder de leden van het crimineel gerecht rezen bedenkingen op tegen het vellen van een doodvonnis. In het bijzonder zoude (de akten zijn hier) zeer onvolledig en waarschijnlijk naderhand opzettelijk zoo ge- biekkig opgesteld) de Heer „Landschrij- ver" de meening toegedaan zijn geweest, om Anna Göldi het leven te laten. Doch hij drong daar niet verder op aan, omdat een andere invloed', n.1. die van den sufferigen en buitengewoon wraakzuchtigen Heer Doctor Tschudi, machtiger was dan de zij- Daardoor weru ten laatste aan deze schandelijke zaak, in het leven geroepen door een verwend kind, en aangewakkerd door den onzin en de hartstocht eener dom me en wraakzuchtige menigte, de kroon opgezet. Op 16 Juni werd „krachtens onze crimineele rechtspleging-verordening" te gen de heks Anna Göldi het vonnis uitge- sprokeiy, dat züj „door het zwaard uit het leven ter dood zoude worden gebracht en haar lichaam onder de galg zoude worden begraven;, en haar vermogen gekomfiseerd zoude worden". Het oordeel is overigens in eene buiten gewone, wonderlijke taal vervat. Men be hoeft dit processtuk maar even aan te zien, om te bemerkeni, hoe de „Heer" landschrij- ver'1, die het op moest stellen, zich ge draaid en gewend heeft, om de eer van zijn land naar menschenmogelijkheid te redden. Derhalve komen in. de acte der veroordee ling de woorden „heks" en „(hekserij" hee- lemaal niiet voor. Anna Göldi wordt over het geheel slechts als eene .„misdadigster" betiteld, verder als eene giftmengster en hare zoogenaamde beschuldiging als eene gruweldaad jegens het dochtertje van den Heer Dr. Tschudi aangeduid." Op 18 Juni 1782 viel bij den gailg op het „speelplein" het hoofd van Anna Göldi on der het zwaard des gerechts. De proces stukken zwijgen totaal over de houding van het slachtoffer bij hare vcroordeeling en terechtstelling. Er bestaat alleen de over levering, dat de „bonze" Ds. Tschudi, die de veroordeelde in hare laatste oogenblik- ken troosten moeslj, zich uitgelaten heeft, dat zij als eene „deemoedige en boetvaardi ge zondares" was gestorven. Dat wil al leen slechts dit zeggen, dat de ongelukkige, gebroken naar lichaam en ziel', de geestelij ke vertroosting in eene botte willoosheid over zich heen liet gaan, en» gelijk zooveel honderden en duizenden heksen voor haar, den dood als een verlosser welkom heette, die haar van een smartelijk bestaan en van hare beminnelijke mede-Christenen verlos te. Toen het te laat was onwaakten de ge wetens en het schaamtegevoel der vervol gers en moordenaars der beide slachtoffers. Een oogerï-dienaar der „.Genadige Heeren en Overheden" verzocht hen verlof, om ter eere van de Overheid de processtukken in druk te doen verschijnen. Men vond het echter maar beter„ om voor deze eer te be danken, want de „Göldi-zaak die later door Schlözer als een Justitiemoord werd gebrandmerkt deed door de geheele be schaafde wereld een kreet van verontwaar diging opgaan, die ten laatste ook aan de rotswanden van het lamd van Glarus weer klank vond. De bewoners van Glarus. heden ten dage), zouden heel wat willen geven, dat hun land niet de treurige vermaardheid ge noot, de plek te zijn, waar binnen de grenzen van het Duitsche spraakgebied, 150 jaar geleden, de laatste heks werd ge recht en terecht gesteld. EINDE. zagen ze eerst een troep kinderen, die de oude dame aanstaarden, maar gelukkig verstomd van verbazing; een jongen met een kar, die de spottend-deelnemende vraag tot hen richtte: Moet je nog ver?; en een boer, die eerbiedig aan de pet tikte, maar toch niet kon nalaten even goedmoe dig te grinneken. Nu, hij hoefde ook niet ver meer; maar het was anders wel een beproeving, deze tocht! Jane zal ons natuurlijk een uur aan de deur laten staan, klaagde Miss Morrison; dat doet zij altijd; en het zal mij benieu wen, of de thee klaar is. Maar het een en ander viel zeer mee: ze stonden hoogstens een minuut voor de deur en de thee werd onmiddellijk op de vraag van Miss Morrison binnengebracht. Terwijl de meesteresse haar zonnehoed ging afzetten), keek Jane eens naar den gast. Zal ik u wijzen, waar u uw handen kunt wasscheni, sir?...O, maar wat heeft u daar over uw hand? Och, dat is een krab. Het lijkt nu heel wat,, maar als ik de hand gewasschen heb. is het niets erg meer. Heeft u haar op de een of andere ma nier boos gemaakt? fluisterde Jane; maar toen hij Juier enkel maar op vroeg: WaaT moet ik ze nu wasschen, Jane? schudde zij het hoofd en keek bedenkelijk. Toen Miss Morrison beneden kwam en haar plaats innam voor het theeblad, zei ze tot haar gast: Ga jij daar nu eens aan het hoofd van de tafel zitten; dan zal ik mijn best doen, om te denken, dat je de man bent, die mij zooveel jaren geleden bedrogen heeft en die door den tijd wat flinker geworden is. HL hi, hi. En dan zullen wij twee stoelen aan weerskanten schuiven, want als hij daar nu aan het hoofd van de tafel zat, zou den er zeker wel twee jongens als hij en twee meisjes als ik zijn. Soms stel ik mij Heb ik een vorig maal uitvoerig aandacht gewijd aan wijlen Z. Exc. J. B. van Heutsz: er is er nog een, waarover een kort woord geschreven moet worden n.1. wijlen Pastoor Verbraak. Het is onbetwistbaar en kenners van Indië zullen dit des te beter aanvoelen een moeilijke taak, om een herderlijke be- 'diening uit te oefenen te midden van een soldatenomgeving van zoo uitgebreide ras sen en standen, en dan nog wel in het Atjeh van 1880—1910!! Dé soldatenpriester Verbraak had liefde voor den krijgsman, had een onuitputtelijk geduld, een onverzettelijke wilskracht en zelfopoffering. Moeilijk was zijn taak. Hij toch, behoorde tot een stand die door den soldaat op weinig eerbiedige wijze met den naam ..hemeldragonders" wordt aangeduid. De Indische militair in het algemeen moet niets hebben van zalvende predikaties. Toch wiist pastoor Verbraak, vol opoffering en zelfverloochening, duurzaam en snel de grootste plaats in het ruwste soldatenhart in te nemen; de edelste kern in dat hart te ontdekken en een naam te verwerven die thans nog met grooten eerbied in de ben- tengs van Indië wordt genoemd1. Hij vreesde geen kogelregen. Zijn werk in hos pitaal en ambulance, waar smartelijk gele den werd, heeft hij volbracht met krijgshaf tig elan. Hij was een vriend van ieder die troost, steun en raad noodig had, want hij vroeg niet naar geloofsbelijdenis: hij vroeg alleen of er een lijdend mensch was, die hij door zijn hartelijk bezielend woord het leed kon verzachten of het sterven verlichten. Hij kende' zijn jongens en overal waar hij verscheen, verhelderde het gelaat, ont spande de lijdenstrek. Hij was gezien bij hoog en laag, jong en oud. Menig soldaat scheidde uit dit leven, de laatste uren ver zacht door dien hoogvereerden Godsgezant, die met zijn zegenende hand d e van den stervenden vasthield tot de verstijving was ingetreden. Zijn eenig genot vond hij in het wei-doen, in het verspreiden van zegen: zijn hoogste vreugde zocht hij in zijn eenvoudig Gods huis binnen de draadversperring op Peuna- jorag, nabij het hospitaal. Ik heb er eens mogen logeeren gedurende eenige weken. Er was geen stroomend water, geen weel de. Er was eenvoud. Katholieken, Protestanten, Israëlieten, Mohamedanen, mannen van alle belijdenis sen en zonder geloof vereerden dien braven edelen priester en bij de herdenking van zijn twintigjarigen arbeid in Atjeh »in 1894 werden hem verschillende geschenken aan geboden, die hem 't meest verheugden, n.1. al'taarkleeden en sieraden waarop gegrift: Aan Pastoor H. C. Verbraak uit erkente lijkheid v or „toewijding en plichtsbesef". Het Nederlandsche Indische leger. Zegt dit onderschrift U niets, lezer? Hij werd geëerd met het Officierskruis der Oranje Nassauorde; het Ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw, waarvan het „Virtus Nobilat" nooit edeler borst sierde. In de Soldatenkrant van 10 Mei 1899, No. 33, geheel gewijd aan het vijfentwintig jarig verblijf van dezen pionier der bescha ving, zijn eenige regelen aan hem gericht, welsprekend: ,,Een woord richt ik tot U, een woord uit naam van velen. Geen woord van hulde is 't, dat heeft voor U geen klank. Dat valt niet in Uw geest van eenvoud en van liefde: Maar het is een woord van 't hart, het is een woord van dank. Wij brengen U den dank, ja dank uit dui zend harten. Den dank van 't LEGER eerst, aan U zoo nauw verwant. De dank van vriend en maag, die mee leeft met de dappren. Den dank van 't gansche Volk. Den dank van 't Vaderland." Pastoor Verbraak is nu heengegaan. Hij is gestorven tusschen zijn jongens. Bij zijn oude kerkje op Peunajong staat zijn eenvoudig borstbeeld en ik bet) er van getuige geweest, dat het geen ijdele woor den zijn wanneer gezegd wordt, dat hij het hart bezat van het Nederl. Indische Leger. Elk jaar trekt het garnizoen op naar dat eenvoudig beeld om hulde, dank en onsterf lijke liefde te brengen aan de nagedachte nis van dezen eenvoudigen priester en grooten Nederlander. Filmsterren, zesdagenrenners, bokskam pioenen en andere krachtpatsers zijn er ve len geweest. Zij zijn vergeten. Het groote werk van een eenvoudig mensch en priester blijft bewaard. Het groote werk van een pacifrtator als van Heutsz blijft in herin nering: het is onvergankelijk. ,En voor onze geest doemen zjij op, de groote gestalten van de reuzen tesamen met ontelbare zendelingen, missionarissen en anderen, vragend en beschuldigend, nu ons moderne heideudom de vruchten vaai hun arbeid en zwoegen vervaagt. Want in onze dagen aanschouwen wij de vernietiging van hun haast bovenmensche- lijk werk. NIEVEEN. KORTE JASJES, DE GROOTE VOORJAARSMODE. Het heeft er veel van, of in het komen de voorjaar de leuze is uitgegeven: maak je eigen ensemble. Dat komt, doordat de korte, fleurige jasjes van allerlei vorm en makelij „de groote mode" zullen zijn, in allerlei kleuren, waarbij we dan zelf onze rokjes liefst in een afstekende, doch goed combineerende kleur, kunnen zoe ken. Wat een uitstekende en handige ma nier is, om een goede winterjurk, een bruine of zwarte bijvoorbeeld, in het vroege voorjaar door te blijven dragen, maar er een frisch, nieuw, fleurig voor jaarstintje aan te geven, door er een nieuw, vroolijk gekleurd manteltje op te dragenbijvoorbeeld groen of terra of rood, of geruit, kortom, er is een vrij wel onuitputtelijke serie van combinaties te bedenken.. Ook de modellen van de jas jes en manteltjes zijn niet allemaal het zelfde, integendeel, er is een bjjzondéré verscheidenheid, waarvan het plaatje er een drietal weergeeft. De neiging naar een iets lagere taille treft men ook hier in aan. Aan langere rokken wil men ech ter niet en de nieuwste collecties, waar in wij een blik mochten werpen, hellen wat de voorjaarskleeding voor gewone daagsche dracht betreft eerder naar iets kortere, dan naar langere rokken over. Natuurlijk vindt men op vele manteltjes garneeringen van knoopen, soms een heel rijtje, zooals het pittige modelletje links op het plaatje laat zien. Op de manteltjes worden verder dikwijls kleurige scarfs gedragen die er nog een vroolijke noot aan toevoegen en er een sportief tintje aan geven. We willen nu niet beweren, dat de voorjaarspakjes in de komende maanden allemaal uit manteltjes en rok of jurk van verschillende kleur zullen bestaan. Geenszins. We zullen ook veel snoezige heel licht grijze, wollige voorjaarstail- leurtjes zien dragen, die bijzonder aardig en sportief staan. Maar de combinaties van verschillende kleuren zullen de over hand hebben. De groote toonaangevende Fransche modehuizen gaan hierin voor: Molyneux combineert bijvoorbeeld zwart met stopverfgrijs, Paray malioniebruin met rose, Chantal lichtgroen met donkerblauw. Dus nu weet V meteen, wat de allernieuw ste kleurcombinaties zijnDoet er uw voordeel mee.. LOES. al voor, dat Ben één van haar i®f of schoon Ik niet weet], op wie zij dan zou geleken hebben/, want zij is zoo lang en donker en hij was, evenals ik, ook klein van stuk. Benvenuto is hier eergisteren op de thee geweest. Zoudt u graag hebben,, dat zij er nu ook was, Miss Morrison? Neen, zeker niet. Jullie met je beiden zoudt mij arm eten! Met luimige uitdrukking op het gelaat liet hij den blik eens gaan over de welvoorziene tafel. Hij zag er een ham, enkele goudbrui ne zalmpasteitjes, twee of drie soorten ca ke en dan nog enkele schotels met vruchten en slagroom. Maar u en ik zullen nooit een twin tigste deel van dit alles krijgen. Wat er overblijft is voor morgen, maar geneer je niet: tast toe! En je hebt niet ge luncht!, nu mo'et je beginnen met een zalm pasteitje. Die heb ik zelf gebakken. Dan zullen ze zeker wel lekker zijn! Maak, -als-je-blieft, geen overdreven complimentjes, daar houd ik niet van. 't ,Is geen overdreven complimentje, waarlijk niet. Ik heb nooit een verleidelijker schotel met pasteitjes gezien. Ik ben over tuigd!, dat u goed koken en bakken kunt. Wat een gekkepraat. Ik heb eens kruis- bessenvla gemaakt en die is heelemaal mis lukt), omdat ik'had vergeten er gelatine bij te doen. Kijk nu even den anderen kant uit, terwijl ik in den trekpot roer. En leg maar vast een pasteitje op mijn bord. Toen Miss Morrison de kopjes had inge schonken;, goot zij nagenoeg den inhoud van het melkkannetje op een schoteltje en maakte weer die heele verzorging van Tib- hy door. Alan begreep dadelijk, dat zij on der de een of andere waanvoorstelling han delde en, hij voelde zich getroffen. Ik heb Poes al jaren gehad. Is hij niet mooi geteekend? vroeg ze. toen ze haar plaats weer innam. Wij zijn ruim gesorteerd in onderstaande artikelen Ik heb 'm niet gezien. Miss Morri son, a/ntwoordde hij luchtig, en ik houd niet van katten. Een eigenaardig mensch ben je! Zfij at haar pasteitje, terwijl Alan er twee nam en nog wat ham, want hij had ergen honger. Hij heeft goeden eetlust, daar man keert het niet aan, zei Miss Morrison voor zich heen. Ik mag graag zien, dat een man flink eet. Zulke nuffen van meisjes Vindt u Miiss French een nuf3 Ik weet niet, wat zij is. Maar u weet wel, dat u haar zeer goed lijden mag? vroeg hij glimlachend, want hij had haar 'nog zoo graag wat hooren praten over Benvenuto. Dat is mijn zaak, antwoordde zij droog. Op d'e -tuinpartij heb ik wel hooren zeggen, dat Miss French de eenige vriendin is, die u hebt. Geen wonder! En dat zij ook veel hield van u. Ja. Maar misschien meent zij wel, dat ik haar liets zal nalaten, geld of ju- weelen; maar dan vergist zij zich toch. U denkt dus, dat haar genegenheid op zulk een geldzuchtigen grondslag berust en toch mag u haar goed lijden? vroeg hij verrast. Dat is mijn zaak, antwoordde zij ten tweede male. Neem wat frambozen met roomi. Jane heeft de vruchten bereid, dus ik dienk niet, dat ze zoo heel lekker zijn, maar de room is afkomstig uit de boerderij hij den molen. O, die room heb ik nog nooit ergens zoo lekker geproefd. Hoe lang blijf je nog hij de Allmg- hams? Een veertien dagen. Waar woont je familie? In Cumberland. Ik heb niets dan mijn moeder en een broer: mijn broer is zieke lijk en Moeder gaat zelden bij hem weg. Zoodra ik hier in het land kwam. ben ik naar huis gegaan, maar ze hokken daar den heelen dag in één kamer en, nadat de eer ste vreugde van het weerzien wat bekoeld was. scheen mijn tegenwoordigheid in hui> hun lastig te worden; dus maakte ik gretig gebruik van de uitnoodiging van Mrs. Al- lingham. Nu schrijft mijn broer mij juist, dat hij beter is dan gewoonlijk en dus ga ik een paar weken bij hem doorbrengen. Ik hoopy dat je prettige dagen zult hebben. Na de thee liet Miiss Morrison hem een album met oude foto's zien van menschen. die hij in het geheel niet kende, dus die hem dan ook niet bijzonder interesseerden, tot hij eindelijk een portretje ontdekte vam Ben venuto Fpench. als vijftienjarig meisje, met een lange vlecht op den rug, een mager gezichtje en groote oogen. Ja, toen leek ze net een jonge spreeuw, maakte Miss Morrison dc min-vleiende op merking. Maar hier is ze nog eens, een jaar of drie later, in avondtoilet. Daar ziet ze er goed uit. hè? 't Is wel wat geflatteerd. Het spijt mij, dat ik u moet tegen spreken. maar dat vind ik niet. Och. mannen zijn nu eenmaal lomp! Maar als u zich eens goed rekenschap geeftGeen enkele fotograaf kan immers recht doen wedervaren aan die zachte uitdrukking in de oogen en dien yriendelijken glimlach van het origineel. Pfff! Hoe kan je nu zoo praten? Je hebt haar toch maar ééns gezien. Ze klapte het -album dicht. En zal ik je nu eens omdat je zoo op hem lijkt. Ze haalde een leeren éui te voorschijn en liet Alan een geschilderd portretje zien van een jongen man met blauwe oogen, lokkig haar. zoowat van dezelfde tint als het zijne, maar wiens gelaat op karakterzwakheid duidde, terwijl Alan flinke, mannelijke trekken had. Lijk ik daarop, Miss Morrison? vroeg hij na een tijdje. Ik hoop dan toch enkel in uiterlijk (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 4