Het laatste Heksenproces in
Zwitserland.
Eerste Soester
Electr. Drukkerij
Een andere Pionnier
beschaving.
der
o< Voor de Vrouw >o
De Vierde Voorwaarde.
FEUILLET OIN
Van Weedestraat 7
Telef. 2062 - Soestdijk
Kantoorboeken, in de meest voor
komende liniaturen, Briefordners,
Kwitantie-ordners, Doorschrijfboe
ken, 1 en 2 doorslagen, groot en
klein formaat, de bekende B. S.A.
Snelhechters, Kwitantieboeken,enz.
VERVOLG.
OP DEN PIJNBANK.
De Heeren „Crimineele Rechters" verna
men met bevrediging de bekentenis van de
gemar 'de hek^, n.1. dat deze dn directe
verbin iig met den duivel had gestaan en
van Zijne Helsche Majesteit zeiven het
vtrdervelijke toovermiddel had ontvangen.
Doch het „Gode zij dank nu geheel her
stelde dochtertje van Doktor Tschudi" trok
een streep door het (door de foltering) zoo
gelukkig verkregen resultaat, daar het kind
standvastig volhield,, dat zij niet door een
geweekt stuk brood „verdorven" was, doch
door een kruidenkoek, die zij in tegenwoor
digheid van Steinmüller van Anna Göldi
had ontvangen. Een kind van dergelijke
aanzienlijke ouders op menige wijze ver
maagschapt met de „Genadige Heeren en
Ovt heden" was natuurlijk onvoorwaarde
lijk e geiooven, en daarom moest men de
heks scherper met de tortuur aangrijpen,
tei rinde hare bekentenis met de aanklacht
va.. Tschudi's dochtertje in overeenstem
ming te brengen.
Derhalve werd de ongelukkige op 13
April voor de tweede keer gefolterd en zie!
de uitkomst van de aan haar gestelde vra
gen bij die gelegenheid was geheel naar
wensch. De arme vrouw, gemarteld totdat
ze in een toestand verkeerde van ontoere-
kenbaarhoid, ja, van waanzin, zeide op al
les, wat men haar vroeg „ja" en „amen",
en dus ook, dat zij het kiind met een van
Steinmüller ontvangen kruidenkoek in zijn
bijzijn behekst had. De wijze rechters wilden
echter geheel zeker van hun zaak zijn en
gaven order, dat op de hekst de derde en
hevigste foltering moest worden toegepast.
Zij onderging deze op 8 Mei, waarna zij
weder in den nieuwen toren werd opgeslo
ten. Natuurlijk had zij al hare verklaringen
nog eens M,op den pijnbank bevestigd." De
ongelukkige Steinmüller was door die af
geperste verklaringen weder zeer „be
zwaard" geworden, en de beurt om „scherp
te worden" aangegrepen was nu voor hem
gekomen. De k wellen} op dezen beklaagde
toegepast kon evenwel niet verder gaan,
dan door bedreiging met de pijnbank, aan
gezien hij aan zijne rechters de gelegenheid
ontnam om deze jegens hem in werking te
brengen. De arme, oude man, door dat al
les tot vertwijfeling gebracht, de wereld
om zich zelve moede door de toespraken
zijner verwandten en door de bedreigingen
zijner reohters, bekende ten laatste alles
wat hem ten laste werd gelegd, nadat hij
eerst langen tijd de krankzinnige,, tegen
hem ingebrachte beschuldiging had afgewe
zen. In I t delerium zijner angst beschreef
hij zelfs hoe en uit welke stoffen (staal-
krullen eiwit, gips, honig, vitriool, ko-
ingswater, gtoudvernis en meer dergelijke
o;,z'nnige dingen) hij die betooverde koek
ireid had», herriep echter terstond die dol
le bekentenis volledig en beslist, liet zich
vervolgens wederom murw maken en ein
digde hiermede, dat hij zich aan het ge
weld z:jner lieve medemenschen onttrok.
Gedur„.ide den nacht van 11 op 12 Mei
pleegde hij zelfmoord In zijn kerker. Wat
echter den levenden, niet meer kon worden
aangedaan moest evenwel de doode ont-
g kien. Hef lijk werd aan den beul overge
geven en door dezen per kruiwagen naar
ie Hooggerecht vervoerd. Daar werd de
doode Ie rechterhand afgekapt, om die aan
den galg te spijkeren, terwijl het lijk daar
na onder de galg werd begraven. Het ver
mogen van den heksenmeester werd na
tuurlijk van rechlwege verbeurd "verklaard,
zoodat ook dit heksenproces, gelijk zooveel
andere, e< "rij „voordeelig zaakje" is ge
weest 'IV gevolge der confiscatie van
Steinmiiller's vermogen, benevens de ver
beurd verklaring van de 16 Goud-Doublo-
nen der heks, voorts eene aan Doktor
Zwick»' te Mollis opgelegde boete van 200
daald s en eene later aan de Weduwe
Steinmüller opgelegde boete van 100 daal
ders, bleef er, na aftrek van de gemaakte
proceskosten voor de protestawtsche land-
kas van Glarus een netto voordeel over van
754 gulden,.
NAAR HET ENGELSCH.
hH
14)
Als ik nu uw arm heb, is alles in or-
di..
Trevelyan moest zich geweld aandoen,
om een glimlach te onderdrukken, toen zij
de kaars van hem overnam; hij zelve nam
het bennetje met visch, zijn hengel en het
boek met rijmen en», nadat hij de oude da
me zijn arm had geboden, geleidde hij haar
eerst door het kreupelhout en toen door
de laantjes naar den hoofdweg en zoo naar
haar vililatje.
Zij babbelde honderduit op de meest on
samenhangende wijze: over de boomen, de
bloemen;, de koeien, den molen, en tel
kens daartusschen door weer over zijn
wreedheid tegenover de forellen.
Zoo nu en dan trok zij haar hand eens
uit zijn arm en schoot als een pijl uit den
boog op een dennenappel af, dien zij dan
in den zak stak; en toen die eindelijk ook
vol wasy legde zij ze im het mandje op de
visch. Af en toe neuriede zij:
Er waren eens zeven kikkertjes, enz. of
een ander populair bakerrijmpje.
Met zachten ernst voortvloeiende uit zijn
groot mededoogen met het arme, dwalende
schepseltje), gaf hij haar in alles toe, want
geesteskrankhcid vond hij wel den ergsten
vorm van ziekte, die zich ooit hij het
menschdotn openbaarde. Gelukkig waren
er in zijn familie nooit zulke gevallen voor
gekomen en zelfs zijn ergsten vijand zou
hij deze bezoeking willen besparen.
In kreupelbosch en laantjes kwamen ze
niemand tegen, maar op den grooten weg
FIAT JUSTITIA-
Op 24 Mei verklaarden de „Genadige
Heeren en Overheden" van den „Evangeli-
schen Raad" de behandeling der zaak voor
gsloten en de veroordeeling moest zoo
doende spoedig volgen. Nu schijnt het ech
ter toch wel, dat het gezonde verstand in
het nauwe bergdal van Glarus een wel is
waar dunne lichtstraal te hebben geworpen
en schijnt deze lichtstraal ook door het
sleutelgat van de deur der Evangelische
raadzaal te zijn binnen gedrongen. Want
onder de leden van het crimineel gerecht
rezen bedenkingen op tegen het vellen van
een doodvonnis. In het bijzonder zoude
(de akten zijn hier) zeer onvolledig en
waarschijnlijk naderhand opzettelijk zoo ge-
biekkig opgesteld) de Heer „Landschrij-
ver" de meening toegedaan zijn geweest,
om Anna Göldi het leven te laten. Doch hij
drong daar niet verder op aan, omdat een
andere invloed', n.1. die van den sufferigen
en buitengewoon wraakzuchtigen Heer
Doctor Tschudi, machtiger was dan de zij-
Daardoor weru ten laatste aan deze
schandelijke zaak, in het leven geroepen
door een verwend kind, en aangewakkerd
door den onzin en de hartstocht eener dom
me en wraakzuchtige menigte, de kroon
opgezet. Op 16 Juni werd „krachtens onze
crimineele rechtspleging-verordening" te
gen de heks Anna Göldi het vonnis uitge-
sprokeiy, dat züj „door het zwaard uit het
leven ter dood zoude worden gebracht en
haar lichaam onder de galg zoude worden
begraven;, en haar vermogen gekomfiseerd
zoude worden".
Het oordeel is overigens in eene buiten
gewone, wonderlijke taal vervat. Men be
hoeft dit processtuk maar even aan te zien,
om te bemerkeni, hoe de „Heer" landschrij-
ver'1, die het op moest stellen, zich ge
draaid en gewend heeft, om de eer van zijn
land naar menschenmogelijkheid te redden.
Derhalve komen in. de acte der veroordee
ling de woorden „heks" en „(hekserij" hee-
lemaal niiet voor. Anna Göldi wordt over
het geheel slechts als eene .„misdadigster"
betiteld, verder als eene giftmengster en
hare zoogenaamde beschuldiging als eene
gruweldaad jegens het dochtertje van den
Heer Dr. Tschudi aangeduid."
Op 18 Juni 1782 viel bij den gailg op het
„speelplein" het hoofd van Anna Göldi on
der het zwaard des gerechts. De proces
stukken zwijgen totaal over de houding van
het slachtoffer bij hare vcroordeeling en
terechtstelling. Er bestaat alleen de over
levering, dat de „bonze" Ds. Tschudi, die
de veroordeelde in hare laatste oogenblik-
ken troosten moeslj, zich uitgelaten heeft,
dat zij als eene „deemoedige en boetvaardi
ge zondares" was gestorven. Dat wil al
leen slechts dit zeggen, dat de ongelukkige,
gebroken naar lichaam en ziel', de geestelij
ke vertroosting in eene botte willoosheid
over zich heen liet gaan, en» gelijk zooveel
honderden en duizenden heksen voor haar,
den dood als een verlosser welkom heette,
die haar van een smartelijk bestaan en van
hare beminnelijke mede-Christenen verlos
te.
Toen het te laat was onwaakten de ge
wetens en het schaamtegevoel der vervol
gers en moordenaars der beide slachtoffers.
Een oogerï-dienaar der „.Genadige Heeren
en Overheden" verzocht hen verlof, om
ter eere van de Overheid de processtukken
in druk te doen verschijnen. Men vond het
echter maar beter„ om voor deze eer te be
danken, want de „Göldi-zaak die later
door Schlözer als een Justitiemoord werd
gebrandmerkt deed door de geheele be
schaafde wereld een kreet van verontwaar
diging opgaan, die ten laatste ook aan de
rotswanden van het lamd van Glarus weer
klank vond. De bewoners van Glarus. heden
ten dage), zouden heel wat willen geven, dat
hun land niet de treurige vermaardheid ge
noot, de plek te zijn, waar binnen de
grenzen van het Duitsche spraakgebied,
150 jaar geleden, de laatste heks werd ge
recht en terecht gesteld.
EINDE.
zagen ze eerst een troep kinderen, die de
oude dame aanstaarden, maar gelukkig
verstomd van verbazing; een jongen met
een kar, die de spottend-deelnemende vraag
tot hen richtte: Moet je nog ver?; en
een boer, die eerbiedig aan de pet tikte,
maar toch niet kon nalaten even goedmoe
dig te grinneken.
Nu, hij hoefde ook niet ver meer; maar
het was anders wel een beproeving, deze
tocht!
Jane zal ons natuurlijk een uur aan de
deur laten staan, klaagde Miss Morrison;
dat doet zij altijd; en het zal mij benieu
wen, of de thee klaar is.
Maar het een en ander viel zeer mee: ze
stonden hoogstens een minuut voor de deur
en de thee werd onmiddellijk op de vraag
van Miss Morrison binnengebracht.
Terwijl de meesteresse haar zonnehoed
ging afzetten), keek Jane eens naar den
gast.
Zal ik u wijzen, waar u uw handen
kunt wasscheni, sir?...O, maar wat
heeft u daar over uw hand?
Och, dat is een krab. Het lijkt nu heel
wat,, maar als ik de hand gewasschen heb.
is het niets erg meer.
Heeft u haar op de een of andere ma
nier boos gemaakt? fluisterde Jane; maar
toen hij Juier enkel maar op vroeg:
WaaT moet ik ze nu wasschen, Jane?
schudde zij het hoofd en keek bedenkelijk.
Toen Miss Morrison beneden kwam en
haar plaats innam voor het theeblad, zei
ze tot haar gast:
Ga jij daar nu eens aan het hoofd van
de tafel zitten; dan zal ik mijn best doen,
om te denken, dat je de man bent, die mij
zooveel jaren geleden bedrogen heeft en
die door den tijd wat flinker geworden is.
HL hi, hi. En dan zullen wij twee stoelen
aan weerskanten schuiven, want als hij
daar nu aan het hoofd van de tafel zat, zou
den er zeker wel twee jongens als hij en
twee meisjes als ik zijn. Soms stel ik mij
Heb ik een vorig maal uitvoerig aandacht
gewijd aan wijlen Z. Exc. J. B. van Heutsz:
er is er nog een, waarover een kort woord
geschreven moet worden n.1. wijlen Pastoor
Verbraak.
Het is onbetwistbaar en kenners van
Indië zullen dit des te beter aanvoelen
een moeilijke taak, om een herderlijke be-
'diening uit te oefenen te midden van een
soldatenomgeving van zoo uitgebreide ras
sen en standen, en dan nog wel in het Atjeh
van 1880—1910!!
Dé soldatenpriester Verbraak had liefde
voor den krijgsman, had een onuitputtelijk
geduld, een onverzettelijke wilskracht en
zelfopoffering. Moeilijk was zijn taak. Hij
toch, behoorde tot een stand die door den
soldaat op weinig eerbiedige wijze met den
naam ..hemeldragonders" wordt aangeduid.
De Indische militair in het algemeen moet
niets hebben van zalvende predikaties.
Toch wiist pastoor Verbraak, vol opoffering
en zelfverloochening, duurzaam en snel de
grootste plaats in het ruwste soldatenhart
in te nemen; de edelste kern in dat hart
te ontdekken en een naam te verwerven die
thans nog met grooten eerbied in de ben-
tengs van Indië wordt genoemd1. Hij
vreesde geen kogelregen. Zijn werk in hos
pitaal en ambulance, waar smartelijk gele
den werd, heeft hij volbracht met krijgshaf
tig elan. Hij was een vriend van ieder die
troost, steun en raad noodig had, want hij
vroeg niet naar geloofsbelijdenis: hij vroeg
alleen of er een lijdend mensch was, die hij
door zijn hartelijk bezielend woord het leed
kon verzachten of het sterven verlichten.
Hij kende' zijn jongens en overal waar
hij verscheen, verhelderde het gelaat, ont
spande de lijdenstrek. Hij was gezien bij
hoog en laag, jong en oud. Menig soldaat
scheidde uit dit leven, de laatste uren ver
zacht door dien hoogvereerden Godsgezant,
die met zijn zegenende hand d e van den
stervenden vasthield tot de verstijving was
ingetreden.
Zijn eenig genot vond hij in het wei-doen,
in het verspreiden van zegen: zijn hoogste
vreugde zocht hij in zijn eenvoudig Gods
huis binnen de draadversperring op Peuna-
jorag, nabij het hospitaal. Ik heb er eens
mogen logeeren gedurende eenige weken.
Er was geen stroomend water, geen weel
de. Er was eenvoud.
Katholieken, Protestanten, Israëlieten,
Mohamedanen, mannen van alle belijdenis
sen en zonder geloof vereerden dien braven
edelen priester en bij de herdenking van
zijn twintigjarigen arbeid in Atjeh »in 1894
werden hem verschillende geschenken aan
geboden, die hem 't meest verheugden, n.1.
al'taarkleeden en sieraden waarop gegrift:
Aan Pastoor H. C. Verbraak uit erkente
lijkheid v or „toewijding en plichtsbesef".
Het Nederlandsche Indische leger.
Zegt dit onderschrift U niets, lezer?
Hij werd geëerd met het Officierskruis
der Oranje Nassauorde; het Ridderkruis
van den Nederlandschen Leeuw, waarvan
het „Virtus Nobilat" nooit edeler borst
sierde.
In de Soldatenkrant van 10 Mei 1899,
No. 33, geheel gewijd aan het vijfentwintig
jarig verblijf van dezen pionier der bescha
ving, zijn eenige regelen aan hem gericht,
welsprekend:
,,Een woord richt ik tot U, een woord
uit naam van velen.
Geen woord van hulde is 't, dat heeft
voor U geen klank.
Dat valt niet in Uw geest van eenvoud
en van liefde: Maar het is een woord van
't hart, het is een woord van dank.
Wij brengen U den dank, ja dank uit dui
zend harten.
Den dank van 't LEGER eerst, aan U
zoo nauw verwant.
De dank van vriend en maag, die mee
leeft met de dappren.
Den dank van 't gansche Volk.
Den dank van 't Vaderland."
Pastoor Verbraak is nu heengegaan. Hij
is gestorven tusschen zijn jongens.
Bij zijn oude kerkje op Peunajong staat
zijn eenvoudig borstbeeld en ik bet) er van
getuige geweest, dat het geen ijdele woor
den zijn wanneer gezegd wordt, dat hij het
hart bezat van het Nederl. Indische Leger.
Elk jaar trekt het garnizoen op naar dat
eenvoudig beeld om hulde, dank en onsterf
lijke liefde te brengen aan de nagedachte
nis van dezen eenvoudigen priester en
grooten Nederlander.
Filmsterren, zesdagenrenners, bokskam
pioenen en andere krachtpatsers zijn er ve
len geweest. Zij zijn vergeten. Het groote
werk van een eenvoudig mensch en priester
blijft bewaard. Het groote werk van een
pacifrtator als van Heutsz blijft in herin
nering: het is onvergankelijk.
,En voor onze geest doemen zjij op, de
groote gestalten van de reuzen tesamen met
ontelbare zendelingen, missionarissen en
anderen, vragend en beschuldigend, nu ons
moderne heideudom de vruchten vaai hun
arbeid en zwoegen vervaagt.
Want in onze dagen aanschouwen wij de
vernietiging van hun haast bovenmensche-
lijk werk.
NIEVEEN.
KORTE JASJES, DE GROOTE
VOORJAARSMODE.
Het heeft er veel van, of in het komen
de voorjaar de leuze is uitgegeven: maak
je eigen ensemble. Dat komt, doordat de
korte, fleurige jasjes van allerlei vorm
en makelij „de groote mode" zullen zijn,
in allerlei kleuren, waarbij we dan zelf
onze rokjes liefst in een afstekende, doch
goed combineerende kleur, kunnen zoe
ken. Wat een uitstekende en handige ma
nier is, om een goede winterjurk, een
bruine of zwarte bijvoorbeeld, in het
vroege voorjaar door te blijven dragen,
maar er een frisch, nieuw, fleurig voor
jaarstintje aan te geven, door er een
nieuw, vroolijk gekleurd manteltje op te
dragenbijvoorbeeld groen of terra of
rood, of geruit, kortom, er is een vrij
wel onuitputtelijke serie van combinaties
te bedenken.. Ook de modellen van de jas
jes en manteltjes zijn niet allemaal het
zelfde, integendeel, er is een bjjzondéré
verscheidenheid, waarvan het plaatje er
een drietal weergeeft. De neiging naar
een iets lagere taille treft men ook hier
in aan. Aan langere rokken wil men ech
ter niet en de nieuwste collecties, waar
in wij een blik mochten werpen, hellen
wat de voorjaarskleeding voor gewone
daagsche dracht betreft eerder naar iets
kortere, dan naar langere rokken over.
Natuurlijk vindt men op vele manteltjes
garneeringen van knoopen, soms een heel
rijtje, zooals het pittige modelletje links
op het plaatje laat zien. Op de manteltjes
worden verder dikwijls kleurige scarfs
gedragen die er nog een vroolijke noot
aan toevoegen en er een sportief tintje aan
geven. We willen nu niet beweren, dat de
voorjaarspakjes in de komende maanden
allemaal uit manteltjes en rok of jurk
van verschillende kleur zullen bestaan.
Geenszins. We zullen ook veel snoezige
heel licht grijze, wollige voorjaarstail-
leurtjes zien dragen, die bijzonder aardig
en sportief staan. Maar de combinaties
van verschillende kleuren zullen de over
hand hebben. De groote toonaangevende
Fransche modehuizen gaan hierin voor:
Molyneux combineert bijvoorbeeld zwart
met stopverfgrijs, Paray malioniebruin met
rose, Chantal lichtgroen met donkerblauw.
Dus nu weet V meteen, wat de allernieuw
ste kleurcombinaties zijnDoet er uw
voordeel mee..
LOES.
al voor, dat Ben één van haar i®f of
schoon Ik niet weet], op wie zij dan zou
geleken hebben/, want zij is zoo lang en
donker en hij was, evenals ik, ook klein
van stuk. Benvenuto is hier eergisteren op
de thee geweest.
Zoudt u graag hebben,, dat zij er nu
ook was, Miss Morrison?
Neen, zeker niet. Jullie met je beiden
zoudt mij arm eten!
Met luimige uitdrukking op het gelaat liet
hij den blik eens gaan over de welvoorziene
tafel. Hij zag er een ham, enkele goudbrui
ne zalmpasteitjes, twee of drie soorten ca
ke en dan nog enkele schotels met vruchten
en slagroom.
Maar u en ik zullen nooit een twin
tigste deel van dit alles krijgen.
Wat er overblijft is voor morgen, maar
geneer je niet: tast toe! En je hebt niet ge
luncht!, nu mo'et je beginnen met een zalm
pasteitje. Die heb ik zelf gebakken.
Dan zullen ze zeker wel lekker zijn!
Maak, -als-je-blieft, geen overdreven
complimentjes, daar houd ik niet van.
't ,Is geen overdreven complimentje,
waarlijk niet. Ik heb nooit een verleidelijker
schotel met pasteitjes gezien. Ik ben over
tuigd!, dat u goed koken en bakken kunt.
Wat een gekkepraat. Ik heb eens kruis-
bessenvla gemaakt en die is heelemaal mis
lukt), omdat ik'had vergeten er gelatine bij
te doen.
Kijk nu even den anderen kant uit, terwijl
ik in den trekpot roer. En leg maar vast
een pasteitje op mijn bord.
Toen Miss Morrison de kopjes had inge
schonken;, goot zij nagenoeg den inhoud
van het melkkannetje op een schoteltje en
maakte weer die heele verzorging van Tib-
hy door. Alan begreep dadelijk, dat zij on
der de een of andere waanvoorstelling han
delde en, hij voelde zich getroffen.
Ik heb Poes al jaren gehad. Is hij niet
mooi geteekend? vroeg ze. toen ze haar
plaats weer innam.
Wij zijn ruim gesorteerd in onderstaande artikelen
Ik heb 'm niet gezien. Miss Morri
son, a/ntwoordde hij luchtig, en ik houd niet
van katten.
Een eigenaardig mensch ben je!
Zfij at haar pasteitje, terwijl Alan er
twee nam en nog wat ham, want hij had
ergen honger.
Hij heeft goeden eetlust, daar man
keert het niet aan, zei Miss Morrison voor
zich heen. Ik mag graag zien, dat een man
flink eet. Zulke nuffen van meisjes
Vindt u Miiss French een nuf3
Ik weet niet, wat zij is.
Maar u weet wel, dat u haar zeer goed
lijden mag? vroeg hij glimlachend, want hij
had haar 'nog zoo graag wat hooren praten
over Benvenuto.
Dat is mijn zaak, antwoordde zij droog.
Op d'e -tuinpartij heb ik wel hooren
zeggen, dat Miss French de eenige vriendin
is, die u hebt.
Geen wonder!
En dat zij ook veel hield van u.
Ja. Maar misschien meent zij wel,
dat ik haar liets zal nalaten, geld of ju-
weelen; maar dan vergist zij zich toch.
U denkt dus, dat haar genegenheid op
zulk een geldzuchtigen grondslag berust en
toch mag u haar goed lijden? vroeg hij
verrast.
Dat is mijn zaak, antwoordde zij ten
tweede male. Neem wat frambozen met
roomi. Jane heeft de vruchten bereid, dus
ik dienk niet, dat ze zoo heel lekker zijn,
maar de room is afkomstig uit de boerderij
hij den molen.
O, die room heb ik nog nooit ergens
zoo lekker geproefd.
Hoe lang blijf je nog hij de Allmg-
hams?
Een veertien dagen.
Waar woont je familie?
In Cumberland. Ik heb niets dan mijn
moeder en een broer: mijn broer is zieke
lijk en Moeder gaat zelden bij hem weg.
Zoodra ik hier in het land kwam. ben ik
naar huis gegaan, maar ze hokken daar den
heelen dag in één kamer en, nadat de eer
ste vreugde van het weerzien wat bekoeld
was. scheen mijn tegenwoordigheid in hui>
hun lastig te worden; dus maakte ik gretig
gebruik van de uitnoodiging van Mrs. Al-
lingham. Nu schrijft mijn broer mij juist,
dat hij beter is dan gewoonlijk en dus ga
ik een paar weken bij hem doorbrengen.
Ik hoopy dat je prettige dagen zult
hebben.
Na de thee liet Miiss Morrison hem een
album met oude foto's zien van menschen.
die hij in het geheel niet kende, dus die hem
dan ook niet bijzonder interesseerden, tot
hij eindelijk een portretje ontdekte vam Ben
venuto Fpench. als vijftienjarig meisje,
met een lange vlecht op den rug, een mager
gezichtje en groote oogen.
Ja, toen leek ze net een jonge spreeuw,
maakte Miss Morrison dc min-vleiende op
merking. Maar hier is ze nog eens, een
jaar of drie later, in avondtoilet. Daar ziet
ze er goed uit. hè? 't Is wel wat geflatteerd.
Het spijt mij, dat ik u moet tegen
spreken. maar dat vind ik niet.
Och. mannen zijn nu eenmaal lomp!
Maar als u zich eens goed rekenschap
geeftGeen enkele fotograaf kan
immers recht doen wedervaren aan die
zachte uitdrukking in de oogen en dien
yriendelijken glimlach van het origineel.
Pfff! Hoe kan je nu zoo praten? Je
hebt haar toch maar ééns gezien. Ze
klapte het -album dicht. En zal ik je nu eens
omdat je zoo op hem lijkt. Ze
haalde een leeren éui te voorschijn en liet
Alan een geschilderd portretje zien van een
jongen man met blauwe oogen, lokkig haar.
zoowat van dezelfde tint als het zijne, maar
wiens gelaat op karakterzwakheid duidde,
terwijl Alan flinke, mannelijke trekken had.
Lijk ik daarop, Miss Morrison? vroeg
hij na een tijdje. Ik hoop dan toch enkel in
uiterlijk
(Wordt vervolgd).