Damestasschen
Portefeuilles
Portemonnaies
Actetasschen
N.V. Eerste Soester Electr.
Drukkerij
Ni
Moderne Chineesche
Piraten.
Verlovings-, Ondertrouw- en Geboortekaarten
o 4
Om een brief.
Wij verkoopen:
Wij zijn agent vanf
1
s
I
I
1
1
SI
N.V, Eerste Soester |j
Electr. Drukkerij
Van Weedestraat 7, Tel. 962, Soestdijk
N.V. Eerste Soester
Eectrische Drukkerij
No
FEUILLETON
Rechtzaken
Van Weedestraat 7 - Soestdijk
bure
VERVOLG
EEN GEVECHT MET CHINEESCHE
MANDARIJNEN
Uit een oud Amerikaansch reisverslag
putte Bagil Lubbeek omtrent het gej-
vecht met Chineesche Mandarijnen de vul-
gende bizonderheden, door een der deel
nemers verhaal dl. I n <le Hughly-rivier
voer Calcutta lag een van de mooiste klei
ne schepen, die ooit in de opium-vaart
werden gebezigd. Zyn naam was „Antelo-
pe", en het was ongeveer 6 maand gele
den van Boston gekomen. Met zyn lage,
zwart geschilderde romp, zijn Lange, ach
terover Lellende masten en vierkant ge
braste raas, was het voor eiken zee
man een lust, om dat schip te zien. In de
haven liggende was men op een dergeliijk
schip steeds bezig met schrobben, schu
ren en poetsen, om er zoo tip_top mogelijk
uit te zien, terwijl op zee steeds zooveel
mogelijk zeil werd gevoerd, om telken ma
le weer te trachten een record-passage
te maken, zoodat de bemanning daarbij
half verdronk door het vele overkomende
water. We gingen aan boord om eens een
kykje te nemen, en toen we het schip weer
verlieten, hadden we ons voor de reis
aan Jaten nemen. De kapitein was een
lange, schrale West-Indischman, een ze
nuwachtig iemand, die den indruk maak
te, dat hij geen enkel oogenblik bepaald
geheel rustig was, zelfs niet in zijn slaap
en we kwamen tot de ontdekking, dat
zijn uiterlijk dien indruk niet logenstraf
te. Na nog een paar dagen door Calcutta
gedwaald te hebben, gingen we a.b. met
hangmat en plunjezak, want zeemanskis
ten werden in het volksverblijf niet toe
gelaten. Onze gage was 80 roepies per
maand en we ontvingen een halve maand
voorschot. Het schip was goed bewapend.
Het voerde aan elke zijde een kanon en
had in de midscheeps een groot kanon,
een zgn. Long Tom aan dek sta§n. In
een rek, rond ide groote mast stonden
een groot aantal enterpieken en de
groote wapenkist op het achterdek was
goed voorzien van pistolen en sabels. We
waren in alles voorbereid op eene even-
tueele ontmoeting met Chineesche schur
ken en voor een of twee madarijnenboo-
ten zouden we geen koers veranderen.
We zeilden eenige mijlen de rivier op,
om aldaar onze kisten met opium in te
laden en toen we die veiilliig en wel in 't ruim
hadden gestuwd!, gingen we naar zee, en
met een frissche, gestadige bries waren
we spoedig buiten de Sandheads. De loods
nam afscheid van ons en, met een gun-
stigen wind naar de straat van Malakka,
zetten we zooveel mogelijk zeil bij. Als
er ooit een schip de zeeën had bevaren,
dat er zooveel mogelijk doek opstapelde,
dan was het wel de kleine „Antelope".
Onze marszeilen waren groot genoeg voor
een schip van de dubbele tonnage. We
voeden ongeveer (aJl!le kleine zeilen,,, waar
eien schip van hare tuigage slechts ruim
te had, zooals zgn. slaapmutsen, boven
lijzeilen, onder- en bovenstagzeilen en
zelfs waterzeilen, (onder den kluiverboom)
-en zgn. ,isave al Is'', die beneden dien voet
van de marszeilen werden aangebracht. De
A Antilope" stuurde als een jacht; onze ner
veuze schipper*, die 'dag noch nacht eeni.ge
werkelijke rust nam, doch 'het schip steeds
maar voort joeg. had een kompas, waarvan
ide bodem in het nachthuis was verwijderd,
zoodat hij in zijn kajuit steedis kon zien,
welke streek het schip voorlag. Het was de
gewoonte van den ^.ouwe" om op den hek
balk onder dit kompas te gaan Liggen^ als
hij zich hield, alsof hij wolllde slapen, (want
vwij walden nimmer geloovenj dat hij wer
kelijk een oog dicht deed). Het schip kon
geen kwart streek uit de koers liggen of de
bramzeilen kondien hij den wirnd sturende
niet eventjes killen, of hij stond oogen-
blikkel'ijik bij den roerganger een herrie te
maken van belang, alsof het schip over bei
de zijden minstens een streek heen en weer
had gegierdL Het was in den tijd) van de
ZW. moeson, zoodat we in Straat Malakka
het bijna recht in den wtind haddien. Doch
■ons scheepje kon het met een Lange en dan
weer met een korte slag flink -opkruisen en
kwam bijna even snel vooruit, als een oude
katoenvaandier, die voor idlert wind zeilde.
Er w.aren geen jongens a/b, om de lichte
2entten te behandelen, en het was somtijds
een halsbrekend werk om bij de lange bram
stengen op te klauteren), alis de slaapmutsen
•vastgemaakt moesten worden of wel de
bram-ly zeilspier naar de andere zijde ver-
schift moest worden, We hadden overigens
slechts weinig aan boord te doen; ons voor
naamste werk was, om de zeilen te reparee-
ren en het schip te sturen. Aan boord van
deze schepen1 waren de manschappen hoofd-
17)
In het vertrek hing een aangename spar-
relucht en bloemengeur, wat de gezelligheid
aanmerkelijk verhoogde.
Zeg Henk, jij bent gisteren met Bou-
man bij den Notaris geweest, sprak Janne
tje, toen het algemeen© gesprek even vast
liep; heb je ook gehoord of Grietemeu hem
nu met rust gelaten heeft sinds jij het huis
kocht?
Neen,, •dinar heb ik niets van gehoord;
maar zooals ik reeds gezegd1 heb, Grietemeu
heeft afgedaan.
Grietemeu. Weet jij wat van Griete
meu, Henk? vroeg vrouw Koster, terwijl
ze ihcm verwonderd' aanzag.
Zeker, ik ken haar heel goedl
Vtouw Koster maakte een omgeioovige
beweging met hoofd en schouders.
U kent haar ook? beweerde Henk.
Och kom Henk, je maakt er eien grap
van.
Neen, het <is waar. Ik meen het.
zakelijk noodig, om 't schip vlug te kunnen
behandelen en om het tegen aanvallen van
Chineesche officieren te verdedigen. Hun
plicht was (ofschoon deze op eene eigen
aardige wijze werd uitgevoerd) het bin
nensmokkelen van opium in hun land te
verhinderen. Toen we Singapore eenmaal
gepasseerd waren, hadden we een gunsti-
gen wind en met alle lijzeilen bij, stuur
den we in een rechte koers naar de pion-
ding der Canton-rivier. Toen de Chinee
sche kust genaderd werd, werden all#
voorzorgen getroffen, om eventueele aan
vallen af te kunnen slaan. Sabels werden
op het achterdek voor onmiddellijk ge
bruik klaar gelegd; pistolen werden ge
laden en enternetten tusschen de wanten
gespannen, die 10 voet boven de reeling
opgeheschen konden worden, om elke
poging om het schip aan boord te klam
pen, zooveel mogelijk te bemoeilijken.,
Onze kleine klipper stak in eenige (lagen
de Chineesche Zee over. We waren dé
„Ass Ears" gepasseerd, het eerste land
merk voor schepen uit Straat Singapore
naar China bestemd, en waren juist tus
schen de Ladronen Éil, (die de oornaam-
ste verzamelplaatsen zijn van Chineesche
piraten,) toen we twee van die lange ma_
darynenbooten bemerkten, die van achter
het land weg kwamen, en naar buiten
stuurden. Zij schenen ons vaartuig te ken
nen of in elk geval te wantrouwen, want
ze stuurden recht op ons aan. Door de
groote kracht, die ze op de riemen kon
den ontwikkelen, duurde het niet zoo
neel lang, dat ze binnen het bereik van
ons kanon waren. Zoodra dit het geval
was, richtte onze schipper zoo nauwkeurig
mogelijk en joeg een schot uit de „Long
Tom" tusschen hen in. Dit bewijs van
onze paraatheid deed hen terugtrekken
en na eene korte beraadslaging acntten ze
het voorzichtiger om weder in hunne
schuilplaatsen achter het land terug te
trekken. We wisten, dat we, zoolang we
de ruimte hadden met een gunstige bries,
weinig van hen te duchten hadden. Het
eenigste gevaar, dat we te vreezen had
den was wel dit, dat we onder lij van het
land door windstilte weiden overvallen,
want we waren ons er wel van bewust, dat
ze ons voortdurend in de gaten zouden
houden.
Onder dergelijke omstandigheden zouden
ze er zeer wellicht toe overgaan, om een
wanhopige aanval op ons te wagen, en ons
door hunne groote meerderheid trachten te
overmeesteren. Zooals men wel den/lqen kan,
waren we alLen bereidt om ons tot het uiter
ste te verdedigen. Onze negerkok hield
constant zijn grootste ketel met kokend
water op zijn fornuis gereed, om de schur
ken een iheete ontvangst te bereiden;, zoodi a
ze het zouden wagen, o mons a/b te klam
pen* Wat we vreesden gebeurde kort daar
na. Er waren nog geen twee uur verloop en
sedert we ide booten gezien hadden, of we
lagen met windstilte onder het land' te drij
ven. Onze kLeine brik was volkommen onbe
stuurbaar en was aan de genade van den
stroom overgeleverd. Als we ver genoeg
naar binneni waren geweest, zouden we ge-
ankend hebben, doch thans waren we niet in
staat om te ankeren, noch om onze breede
zijde naar den vijand keeren. Het duurde
niet lang, of de Chiineezen kwamen weer te
voorschijn. Ze hadden onderwijl versterkin
gen, gekregen en met vier groote booten^
die elk een 60 tot 100 man bevatten, kwamen
ze onder het (land weg en roeiden zoo snel
mogelijk naar ons toe. Toen ze dicht ge
noeg genaderd waren, zonden wij ze eenige
schoten uit onze Long Tom te genioet, die
hen echter niet 'deerden. De windstilste had
hen blijkbaar moed gegeven^ en na eerst
hunne donderbussen op ons afgeschoten te
hebben, waarschijnlijk met de bedoeling het
schip vleugellam te slaan, gingen ze daar
na snel tot den aanval, over. Direct haalden
we onze enternetten in de hoogte, en onder
beschutting van de llaagste reeling liggende,
wachtten we zoo den aanval' af. Die enter
netten hadden ze klaarblijkelijk niet ver
wacht, want toen ze die zagen, hielden ze
ze een oogenblik halt. Van deze korte pau
ze maakte onze schipper gebruik?, om een
goed gericht schot tusschen hen te lossen:
dit keer met ©en bizonder goed effect. In
een der booten, werd een groot gat geslagen,
terwijl van de bemanning bepaald ook
meerderen gewond werden. De andere drie
booten 'lieten de getroffen boot met hare be
manning in den steek en haastten zich nu
naar ons terug. Voordeel trekkende van de
onbestuurbaarheiid van ons vaartuig kwa
men ze onmiddellijk bij den voorsteven,
om over de boeg a.b. te komen. Ze wisten
heel goed, dat ze op die wijze van onze
lichte kanonnen, die alleen van de breade
afgeschoten konden worden, niets te duch
ten hadden. We haalden de hanen van on
ze pistolen over, legden de enterbijlen
naast ons neer en wachtten zoo de ko
mende gebeurtenissen af. Direct spron
gen een 20 of 30 Chineezen op onze la
ge boegspriet en eenigen hunner vlogen
met messen vooruit, om een gat in het
enternet te snijden. We mikten nauwkeu-
K)en ilk haar ook, Henk? vroeg Jan
netje.
Beter dan ik.
Och toe, Henk, je maakt oms nieuws
gierig. Vertel ons nu wat je er van weet.
Henk tastte iin zijn vestzak.
Hier heb ilk het horloge van Grietemeu.
Zie wiens naam er iin staat.
Vrouw Koster en Jannetje lazen tegelijk.
Ze konden hun oogen niet gettooven.
Ze lazen het wel tienmaal, en ze geloof
den het nog niet.
Jan Koster, stond' er: met fijne letter
tjes.
Neen. dan kan miert, riepen ze eiitndelijk,
terwijl hün blikken op Jan gericht waren.
Deze zat gemakkelijk in zijn stoe/1 geleund
en, 'gïLmllachte met een eindje sigaar tus
schen zijn, lippen.
Misschien wil Jam de zaak nader toe
lichten, zei Hlenk.
O ja, zei Jan losweg, alsof het een an
der betrof; ik was er op voorbereid. Het
overvallt rnlij dus niet. Luister dan.
Toen ik in het voorjaar uit dienst kwam,
gaf moeder tnjj een brief die ad ruim een
week op mij lag te wachten.
Ik was natuurlijk erg nieuwsgierig. Maar
o wee, toen ik hem openscheurde, voelde ik
geen' grond' meet".
Het was een brief vam Henjk; aam Janne-
Het Handelsblad
De Gooi- en Eemlander
't Maandagochtendblad
De Telegraaf
De Lach
Het Amusante Weekblad
Stuiversblad
Ideaal
De Haagsche Post
De Radiobode
De Gracieuse
Het Nieuwe Modeblad
Weldon
Record
3)1
Het Handelsblad
De Gooi- en Eemlander
Aanbevelend,
IJ
Jfc
si
si
si
81
v. Weedestr. 7, Soestdijk 2)f
Telefoon 962
rig en vuurden; ongeveer een dozijn van
onze aanvallers vielen in de booten terug;
het resultaat van ons eerste en e?nigste
salvo. We lieten thans onze pistolen val
len, namen de enterpieken op, en vlogen
op den boeg af. Het 'gevecht was hier
voor eenige oogenblikken zeer hevig en
toen de Chineezen er in geslaagd waren
om een scheur in het enternet te maken,
vlogen ze daar als tijgers op aan, om er
door te komen. Ze werden echter door
ons met de pieken aangevallen en steeds
weer terug gedreven. Een der booten was
intusschen langs zijde gekomen en voor en
al-eer we het zagen, trachtte men meer
naar achteren a.b. te komen. Doch hier
stond de doctor (de kok) gereed, om hen
een warme ontvangst te bereiden. De
eersten, die hun hoofd boven de verschan
sing staken, kregen een halve puts ko
kend water in hun gezicht, zoodat ze
zich, huilende van pijn, zoo spoedig mo
gelijk weer in de boot terug lieten zak
ken. Zoo gaat het goed, doctor, riep de
„Ouwe", die zich voor een oogenblik naar
het achterdek had begeven, om daar het
gevecht gade te slaan, geef hen de volle
laag. De schipper scheen geheel in zijn
element te zijn; hij rende met een puts
kokend water naar voren en wierp het
tusschen de zich daar bevindende Chinee
zen, die nog steeds hardnekkig om het
bezit van de boeg vochten. Met een
schreeuw van pijn en verrassing trokken
ze terug en wij slaagden er in, om ze in
Je booten terug te drijven. Een gedeelte
der bemanning was nu den kok ter hulpe
gesneld, en ze waren er in geslaagd, om
den vijand achteruit op een afstand te
houden. Om de waarheid te zeggen: voor
het heete water hadden de Chineezen
de meeste angst, en de bemanning der
langszijde liggende boot moest steeds
door den mandarijn-officier aangevuurd
worden, om het schip te bestormen. Ge
lukkig brak er op dat oogenblik eene
bui los, die reeds eenigen tijd bezig was
om op te komen zetten, en onze brik be
gon weer vaart te loopen. Met een kreet
van victorie deden wij een laatste aan
val op de Chineezen en dreven hen in
de booten terug. We gaven aan de langs
zijde liggende boot tot afscheid nog een
half dozijn saluutschoten, en zeilden met
de inmiddels doorgekomen bries zoo spoe
dig mogelijk van het tooneel van den strijd
weg en stuurden naar de Littinbaai. We
waren zoo gelukkig, om daar eene kleine
vloot van Chineesche opiumbooten te ont
moeten, die ons spoedig van onze lading
ontlastten. We werden verder niet meer
door de mandarijnen gemolesteerd, die
waarschijnlijk van een gevecht met ons
meer dan hun bekomst hadden gekregen.
Op zijne volgende reis werd Kapt. Wit-
kins wederom aangevallen. Hij maakte
thans korte metten met de aanvallers.
Hij boorde twee mandarijnen-booten in den
grond, zoodat de inzittenden verdronken.
tje geadresseerd. Wat moest ik doen? Ik
wend radeloos. Hoe is het mogelijk dacht ik,
dat die brief bier terecht komt? Doch toen
ik het adres wat nauwkeonager bezag, werd
me dat spoedig doiidéliijk. M|ej. J. Koster,
p/a Wied. Koster, stond er. De straatnaam
had Henk er niet opgezet, en daar het post
stempel op Mej. stond, was het evengoed
mijn als Jannetjes adres. Dit was dus in
orde.
Maar wat nou?
Het beste as dat ik er maar rond voor uit
•kom en de brief bij Henk breng, dacht uk.
Later ben ik echter van die gedachte terug
gekomen. Ik vond bet een beetje eng. Ik
kan wel zeggen dat ik hem niet gelezen heb,
miaar dat gelooft Henk toch niet dacht ik.
Daarbij kwam nog dat Moeder meende dat
het tusschen jul/lie niet was zooals het we
zen moest. Ik bracht dat im verband met den
brief. Ik kiende Henks' manieren zoo'n,
•beetje, en dacht: als ik hem mu terug geef,
stopt hij hem stellig in dien kachel* en praat
er nooit meer over.
Eindelijk meende ik een oplossing gevon
den te hebben in Grietemeu. Ze moeten nu
maar goedl- of kwaadschiks op elkaar aan
gejaagd worden*, dacht iik, en het gelukte,
zooals julliie gezien hebt.
Als ik je even in de redle mag vallen.
Hoe heb je het klaar gespeeld om hier on-
Toen hij de reede van Macao op kwam
zeilen, hing er aan elke nok van de baas,
als waarschuwing en afschrikwekkend
voorbeeld, een gevangen Chinees. Zulke
gevechten vonden plaats, alvorens er op
slagschepen by Lintin Eiland gestatio
neerd waren, zoodat de opium-klipper ha
re lading in Chineesche smokkelbooten
over moest schepen. Het was zeer zeld
zaam, dat eene dergelijke lading, zonder
een gevecht met de Chineesche autoritei
ten, in de gedaante van de mandarijnen,
naar China kon worden vervoerd.
(Bewerkt naar Basil Lubbock's
China Clippers.)
KANTONGERECHT TE A'FOORT.
Hoe moet men dat noemen?
VoortzetJtiing der zaak van den Wouden
berger varkenshouder met Mr. Cremer
(Urecht) als raadsman.
En er stornd om te getuigen de heer A. P.
van Lutterveld, secretaris -dier Utrechtsche
Centrale. Hlij gaf echter weinig ten beste en
dat was niet zeer gemetefliijk.
Zeker, de circulaire van mr. Stenelker
(Amstep lam) aan zijn cliënten na die uit
spraak van den Hoogen Raad, bevatte niets
dan waarheid* dus ook de afspraak, dat de
menschen met gevoelerisbezwaar om liid' te
worden, dit direct haddien mee te deelen,
plus opgave van thet aantal dieren enz. Dan
zou overwogen worden, wat voor deze men
schen kon worden gedaan om hen van hun
varkens af te helpen. Mien weet', dat op de
brief van verd. direct als antwoord was ge
komen: Lad worden! 14 dagen later waren
de varkens in beslag genomen.
De Regeerïngscomnuissaris had mdet wil
len weten van helpen.
Maar waarom dit in Uw antwoord niet
meegedeeld?
Ook thans weer geen antwoord.
Ambtenaar O.M. heden mr. Abbing uit
Uitrecht!, 'begreep,, dat, deze verdachte van
de wijs was gebracht. Daarom schuldig
maar zonder sitrafopleggen. De in beslag
genomen varkens dienden verbeurd ver
klaard te worden.
Dus de groote straf is gebleven voor deze
man, die volkorrien correct heeft gehandeld.
De wet eischt niet dit verbeurd verklaren.
Mjr. Roëll zal volgende week schriftelijk
vonnis vellen, daar het hooger op gaat, zoo
noodig tot den Hoogen Raad. Men herin
nert zich toch, dat mr. Cremer een juridi
sche vondst heeft gedaan om de Statuten
der Centrale als onwettig aan te wijzen.
Beloven en houden.
De vervolging dn een tweetal aanrijdingen
onder Soest, bij hotel Trier, en een op de
Vredehof straat» zou achterwege zijn geble
ven als de schuldige zijn woord maar ge
stand had gedaan. Direct na de aanrijding
allerlei mooie woorden van aililes te vergoe
den en aawijzing dn welke garage moest ge
repareerd worden. Maar daarna, geen taal
of teeken.
Daarom niet stilgehouden.
Een oud geval. Door Soesterbeg heen
vliegen met 80 KM en nde^ ophouden op
stopteeken van den brigadier van Raadl die
vlug had opzij te springen walde hij niet in
moes worden omgezet.
Qpname vam nummer was dus het eenige
geweest. Zoo stond vorige week de aange
wezen chauffeur dezer NViUing's vleesch-
wagen uit Borcullo terecht, 't Was de ver-
k eer die. Deze had iin Soestenberg in diepe
rust gëlegen. De zoon van den garagehou
der Frits van die H. had' van Apeldoorn tot
Utrecht aan het stuur gezeten. Deze was
heden gekomen. En werkelijk, brigadier van
Raad herkende het kopwerk,, wamt meer
had hij niet kunnen opnemen. En waarom
had'het 17-jarige Friitsje maar doorgereden?
Frits mocht slechts onder toezicht rijden,
bezat nog geen rijdiploma.
Ergo. vrijspraak var den vorigen verd.
Mir. Abbing beloofde Frits een verbaal op
zijn rekening.
Afwachten maar Frits; 't is nu eenimaal
gepasseerd. Herinner jè 't Duitsche rijmpje:
G.lückldich iist.
Wier vergiszt
Was nicht zu andern ist.
UITSPRAKEN KANTONGERECHT
Dronkenschap: K. B., Soest f 8 of 4 d.
Wielrijdend zich aan auto vasthouden: J.
K„ Soest f 5 of 2 dagen,.
Waelrijdlen zonder goeden rem: L'. A. de
B„ Soest f 3 of 1 dlag, plus f 2 of 1 dag
voor zonder bel.
Lederwaren
gemerkt het huis im en uiit te komen? vroeg
Hlenk.
Ja, dat was wat, hè? Maar met een
spar vanuit den appelboom maar het raam
was hot best om te doen.
Kijk, daar had ik niet aam gedacht.
Kort daarop, vervolgdie Janl, vertelde
Boum"n mij, dat hij weer van Grietemeu ge
droomd had en over den verkoop van het
huis dacht. Aangemoedigd door mijn aan
vankelijk succes in de kwaliteit van Grie
temeu, toog ik dadelijk weer aam het werk.
Ik kreeg er vermaak in.
Ik heb de twee vogels bij elkaar gebracht,
ik 7jal ze ook een kooi bezorgen, dacht ik.
Mijn plan was om als alles goed ging en
juillld getrouwd! waren* de brief te verbran
den* en. er nooit over te praten.
Henk met zijn dètectievenaard was me
echter te vlug af, en ©tak mij een stok in de
wjieken.
Jan zweeg even 'en haalde een; brief uit
zijn zak.
Tot nu toe heb ik hem netjes bewaard,
en zal hem aan den reebtmartigen eigenaar
afgeven.
Hier dëern, lees hem.
Ik heb hem werkelijk niet heelemaal ge
lezen, maar het as een droog briefje, dat
kan ik je alvast w-dl vertel/len.
Noti, het is ditmaal goed afgeloopen,
maar ik hoop, dat je toch eens eenmaal je
verstand zult krijgen, Jan; kon vrouw Kos
ter miert nalaten op rte merken.
Jan boog erkentelijk.
Jannetje kreeg eeri\kLeur toen ze Henks
verloren gewaanden brief aannam.
Allen zwegen toen ze las.
Niemand zal ooit weten wat er in den brief
stond* maar Henk werd' erg onrustig, en
Jannetje ontroerde zichtbaar.
Ze boog steeefs meer voorover.
De brief begon bedenkelijk te trillen en
als het waar geweest is wat Jan gezegd had
dat het een diroge brief was kom dat
later niet meer 'gezegd worden.
Een. paar tranen van Jannetje hadden hem
nat gemaakt.
Toen ze hem uit had, pakte ze Henk
zoo maar in hert bijzijn van haar moeder
om den hals en kuste hem.
De heide vrouwen zagen verlegen voor
zach.
Jan kneep vrouw Hamer in de arnTen.
Zie me itodh zulke halzen eens, fluister
de hij.
En dat om zoo'n simpeJen brief.
EINDE.
ADV!
TOT
UITB
HET
Dit
Bui
bren^
met i
Algci
de H
wone
De
die me
algen
So<
Bur;