Damestasschen Portefeuilles Portemonnaies Actetasschen N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij Ni Moderne Chineesche Piraten. Verlovings-, Ondertrouw- en Geboortekaarten o 4 Om een brief. Wij verkoopen: Wij zijn agent vanf 1 s I I 1 1 SI N.V, Eerste Soester |j Electr. Drukkerij Van Weedestraat 7, Tel. 962, Soestdijk N.V. Eerste Soester Eectrische Drukkerij No FEUILLETON Rechtzaken Van Weedestraat 7 - Soestdijk bure VERVOLG EEN GEVECHT MET CHINEESCHE MANDARIJNEN Uit een oud Amerikaansch reisverslag putte Bagil Lubbeek omtrent het gej- vecht met Chineesche Mandarijnen de vul- gende bizonderheden, door een der deel nemers verhaal dl. I n <le Hughly-rivier voer Calcutta lag een van de mooiste klei ne schepen, die ooit in de opium-vaart werden gebezigd. Zyn naam was „Antelo- pe", en het was ongeveer 6 maand gele den van Boston gekomen. Met zyn lage, zwart geschilderde romp, zijn Lange, ach terover Lellende masten en vierkant ge braste raas, was het voor eiken zee man een lust, om dat schip te zien. In de haven liggende was men op een dergeliijk schip steeds bezig met schrobben, schu ren en poetsen, om er zoo tip_top mogelijk uit te zien, terwijl op zee steeds zooveel mogelijk zeil werd gevoerd, om telken ma le weer te trachten een record-passage te maken, zoodat de bemanning daarbij half verdronk door het vele overkomende water. We gingen aan boord om eens een kykje te nemen, en toen we het schip weer verlieten, hadden we ons voor de reis aan Jaten nemen. De kapitein was een lange, schrale West-Indischman, een ze nuwachtig iemand, die den indruk maak te, dat hij geen enkel oogenblik bepaald geheel rustig was, zelfs niet in zijn slaap en we kwamen tot de ontdekking, dat zijn uiterlijk dien indruk niet logenstraf te. Na nog een paar dagen door Calcutta gedwaald te hebben, gingen we a.b. met hangmat en plunjezak, want zeemanskis ten werden in het volksverblijf niet toe gelaten. Onze gage was 80 roepies per maand en we ontvingen een halve maand voorschot. Het schip was goed bewapend. Het voerde aan elke zijde een kanon en had in de midscheeps een groot kanon, een zgn. Long Tom aan dek sta§n. In een rek, rond ide groote mast stonden een groot aantal enterpieken en de groote wapenkist op het achterdek was goed voorzien van pistolen en sabels. We waren in alles voorbereid op eene even- tueele ontmoeting met Chineesche schur ken en voor een of twee madarijnenboo- ten zouden we geen koers veranderen. We zeilden eenige mijlen de rivier op, om aldaar onze kisten met opium in te laden en toen we die veiilliig en wel in 't ruim hadden gestuwd!, gingen we naar zee, en met een frissche, gestadige bries waren we spoedig buiten de Sandheads. De loods nam afscheid van ons en, met een gun- stigen wind naar de straat van Malakka, zetten we zooveel mogelijk zeil bij. Als er ooit een schip de zeeën had bevaren, dat er zooveel mogelijk doek opstapelde, dan was het wel de kleine „Antelope". Onze marszeilen waren groot genoeg voor een schip van de dubbele tonnage. We voeden ongeveer (aJl!le kleine zeilen,,, waar eien schip van hare tuigage slechts ruim te had, zooals zgn. slaapmutsen, boven lijzeilen, onder- en bovenstagzeilen en zelfs waterzeilen, (onder den kluiverboom) -en zgn. ,isave al Is'', die beneden dien voet van de marszeilen werden aangebracht. De A Antilope" stuurde als een jacht; onze ner veuze schipper*, die 'dag noch nacht eeni.ge werkelijke rust nam, doch 'het schip steeds maar voort joeg. had een kompas, waarvan ide bodem in het nachthuis was verwijderd, zoodat hij in zijn kajuit steedis kon zien, welke streek het schip voorlag. Het was de gewoonte van den ^.ouwe" om op den hek balk onder dit kompas te gaan Liggen^ als hij zich hield, alsof hij wolllde slapen, (want vwij walden nimmer geloovenj dat hij wer kelijk een oog dicht deed). Het schip kon geen kwart streek uit de koers liggen of de bramzeilen kondien hij den wirnd sturende niet eventjes killen, of hij stond oogen- blikkel'ijik bij den roerganger een herrie te maken van belang, alsof het schip over bei de zijden minstens een streek heen en weer had gegierdL Het was in den tijd) van de ZW. moeson, zoodat we in Straat Malakka het bijna recht in den wtind haddien. Doch ■ons scheepje kon het met een Lange en dan weer met een korte slag flink -opkruisen en kwam bijna even snel vooruit, als een oude katoenvaandier, die voor idlert wind zeilde. Er w.aren geen jongens a/b, om de lichte 2entten te behandelen, en het was somtijds een halsbrekend werk om bij de lange bram stengen op te klauteren), alis de slaapmutsen •vastgemaakt moesten worden of wel de bram-ly zeilspier naar de andere zijde ver- schift moest worden, We hadden overigens slechts weinig aan boord te doen; ons voor naamste werk was, om de zeilen te reparee- ren en het schip te sturen. Aan boord van deze schepen1 waren de manschappen hoofd- 17) In het vertrek hing een aangename spar- relucht en bloemengeur, wat de gezelligheid aanmerkelijk verhoogde. Zeg Henk, jij bent gisteren met Bou- man bij den Notaris geweest, sprak Janne tje, toen het algemeen© gesprek even vast liep; heb je ook gehoord of Grietemeu hem nu met rust gelaten heeft sinds jij het huis kocht? Neen,, •dinar heb ik niets van gehoord; maar zooals ik reeds gezegd1 heb, Grietemeu heeft afgedaan. Grietemeu. Weet jij wat van Griete meu, Henk? vroeg vrouw Koster, terwijl ze ihcm verwonderd' aanzag. Zeker, ik ken haar heel goedl Vtouw Koster maakte een omgeioovige beweging met hoofd en schouders. U kent haar ook? beweerde Henk. Och kom Henk, je maakt er eien grap van. Neen, het <is waar. Ik meen het. zakelijk noodig, om 't schip vlug te kunnen behandelen en om het tegen aanvallen van Chineesche officieren te verdedigen. Hun plicht was (ofschoon deze op eene eigen aardige wijze werd uitgevoerd) het bin nensmokkelen van opium in hun land te verhinderen. Toen we Singapore eenmaal gepasseerd waren, hadden we een gunsti- gen wind en met alle lijzeilen bij, stuur den we in een rechte koers naar de pion- ding der Canton-rivier. Toen de Chinee sche kust genaderd werd, werden all# voorzorgen getroffen, om eventueele aan vallen af te kunnen slaan. Sabels werden op het achterdek voor onmiddellijk ge bruik klaar gelegd; pistolen werden ge laden en enternetten tusschen de wanten gespannen, die 10 voet boven de reeling opgeheschen konden worden, om elke poging om het schip aan boord te klam pen, zooveel mogelijk te bemoeilijken., Onze kleine klipper stak in eenige (lagen de Chineesche Zee over. We waren dé „Ass Ears" gepasseerd, het eerste land merk voor schepen uit Straat Singapore naar China bestemd, en waren juist tus schen de Ladronen Éil, (die de oornaam- ste verzamelplaatsen zijn van Chineesche piraten,) toen we twee van die lange ma_ darynenbooten bemerkten, die van achter het land weg kwamen, en naar buiten stuurden. Zij schenen ons vaartuig te ken nen of in elk geval te wantrouwen, want ze stuurden recht op ons aan. Door de groote kracht, die ze op de riemen kon den ontwikkelen, duurde het niet zoo neel lang, dat ze binnen het bereik van ons kanon waren. Zoodra dit het geval was, richtte onze schipper zoo nauwkeurig mogelijk en joeg een schot uit de „Long Tom" tusschen hen in. Dit bewijs van onze paraatheid deed hen terugtrekken en na eene korte beraadslaging acntten ze het voorzichtiger om weder in hunne schuilplaatsen achter het land terug te trekken. We wisten, dat we, zoolang we de ruimte hadden met een gunstige bries, weinig van hen te duchten hadden. Het eenigste gevaar, dat we te vreezen had den was wel dit, dat we onder lij van het land door windstilte weiden overvallen, want we waren ons er wel van bewust, dat ze ons voortdurend in de gaten zouden houden. Onder dergelijke omstandigheden zouden ze er zeer wellicht toe overgaan, om een wanhopige aanval op ons te wagen, en ons door hunne groote meerderheid trachten te overmeesteren. Zooals men wel den/lqen kan, waren we alLen bereidt om ons tot het uiter ste te verdedigen. Onze negerkok hield constant zijn grootste ketel met kokend water op zijn fornuis gereed, om de schur ken een iheete ontvangst te bereiden;, zoodi a ze het zouden wagen, o mons a/b te klam pen* Wat we vreesden gebeurde kort daar na. Er waren nog geen twee uur verloop en sedert we ide booten gezien hadden, of we lagen met windstilte onder het land' te drij ven. Onze kLeine brik was volkommen onbe stuurbaar en was aan de genade van den stroom overgeleverd. Als we ver genoeg naar binneni waren geweest, zouden we ge- ankend hebben, doch thans waren we niet in staat om te ankeren, noch om onze breede zijde naar den vijand keeren. Het duurde niet lang, of de Chiineezen kwamen weer te voorschijn. Ze hadden onderwijl versterkin gen, gekregen en met vier groote booten^ die elk een 60 tot 100 man bevatten, kwamen ze onder het (land weg en roeiden zoo snel mogelijk naar ons toe. Toen ze dicht ge noeg genaderd waren, zonden wij ze eenige schoten uit onze Long Tom te genioet, die hen echter niet 'deerden. De windstilste had hen blijkbaar moed gegeven^ en na eerst hunne donderbussen op ons afgeschoten te hebben, waarschijnlijk met de bedoeling het schip vleugellam te slaan, gingen ze daar na snel tot den aanval, over. Direct haalden we onze enternetten in de hoogte, en onder beschutting van de llaagste reeling liggende, wachtten we zoo den aanval' af. Die enter netten hadden ze klaarblijkelijk niet ver wacht, want toen ze die zagen, hielden ze ze een oogenblik halt. Van deze korte pau ze maakte onze schipper gebruik?, om een goed gericht schot tusschen hen te lossen: dit keer met ©en bizonder goed effect. In een der booten, werd een groot gat geslagen, terwijl van de bemanning bepaald ook meerderen gewond werden. De andere drie booten 'lieten de getroffen boot met hare be manning in den steek en haastten zich nu naar ons terug. Voordeel trekkende van de onbestuurbaarheiid van ons vaartuig kwa men ze onmiddellijk bij den voorsteven, om over de boeg a.b. te komen. Ze wisten heel goed, dat ze op die wijze van onze lichte kanonnen, die alleen van de breade afgeschoten konden worden, niets te duch ten hadden. We haalden de hanen van on ze pistolen over, legden de enterbijlen naast ons neer en wachtten zoo de ko mende gebeurtenissen af. Direct spron gen een 20 of 30 Chineezen op onze la ge boegspriet en eenigen hunner vlogen met messen vooruit, om een gat in het enternet te snijden. We mikten nauwkeu- K)en ilk haar ook, Henk? vroeg Jan netje. Beter dan ik. Och toe, Henk, je maakt oms nieuws gierig. Vertel ons nu wat je er van weet. Henk tastte iin zijn vestzak. Hier heb ilk het horloge van Grietemeu. Zie wiens naam er iin staat. Vrouw Koster en Jannetje lazen tegelijk. Ze konden hun oogen niet gettooven. Ze lazen het wel tienmaal, en ze geloof den het nog niet. Jan Koster, stond' er: met fijne letter tjes. Neen. dan kan miert, riepen ze eiitndelijk, terwijl hün blikken op Jan gericht waren. Deze zat gemakkelijk in zijn stoe/1 geleund en, 'gïLmllachte met een eindje sigaar tus schen zijn, lippen. Misschien wil Jam de zaak nader toe lichten, zei Hlenk. O ja, zei Jan losweg, alsof het een an der betrof; ik was er op voorbereid. Het overvallt rnlij dus niet. Luister dan. Toen ik in het voorjaar uit dienst kwam, gaf moeder tnjj een brief die ad ruim een week op mij lag te wachten. Ik was natuurlijk erg nieuwsgierig. Maar o wee, toen ik hem openscheurde, voelde ik geen' grond' meet". Het was een brief vam Henjk; aam Janne- Het Handelsblad De Gooi- en Eemlander 't Maandagochtendblad De Telegraaf De Lach Het Amusante Weekblad Stuiversblad Ideaal De Haagsche Post De Radiobode De Gracieuse Het Nieuwe Modeblad Weldon Record 3)1 Het Handelsblad De Gooi- en Eemlander Aanbevelend, IJ Jfc si si si 81 v. Weedestr. 7, Soestdijk 2)f Telefoon 962 rig en vuurden; ongeveer een dozijn van onze aanvallers vielen in de booten terug; het resultaat van ons eerste en e?nigste salvo. We lieten thans onze pistolen val len, namen de enterpieken op, en vlogen op den boeg af. Het 'gevecht was hier voor eenige oogenblikken zeer hevig en toen de Chineezen er in geslaagd waren om een scheur in het enternet te maken, vlogen ze daar als tijgers op aan, om er door te komen. Ze werden echter door ons met de pieken aangevallen en steeds weer terug gedreven. Een der booten was intusschen langs zijde gekomen en voor en al-eer we het zagen, trachtte men meer naar achteren a.b. te komen. Doch hier stond de doctor (de kok) gereed, om hen een warme ontvangst te bereiden. De eersten, die hun hoofd boven de verschan sing staken, kregen een halve puts ko kend water in hun gezicht, zoodat ze zich, huilende van pijn, zoo spoedig mo gelijk weer in de boot terug lieten zak ken. Zoo gaat het goed, doctor, riep de „Ouwe", die zich voor een oogenblik naar het achterdek had begeven, om daar het gevecht gade te slaan, geef hen de volle laag. De schipper scheen geheel in zijn element te zijn; hij rende met een puts kokend water naar voren en wierp het tusschen de zich daar bevindende Chinee zen, die nog steeds hardnekkig om het bezit van de boeg vochten. Met een schreeuw van pijn en verrassing trokken ze terug en wij slaagden er in, om ze in Je booten terug te drijven. Een gedeelte der bemanning was nu den kok ter hulpe gesneld, en ze waren er in geslaagd, om den vijand achteruit op een afstand te houden. Om de waarheid te zeggen: voor het heete water hadden de Chineezen de meeste angst, en de bemanning der langszijde liggende boot moest steeds door den mandarijn-officier aangevuurd worden, om het schip te bestormen. Ge lukkig brak er op dat oogenblik eene bui los, die reeds eenigen tijd bezig was om op te komen zetten, en onze brik be gon weer vaart te loopen. Met een kreet van victorie deden wij een laatste aan val op de Chineezen en dreven hen in de booten terug. We gaven aan de langs zijde liggende boot tot afscheid nog een half dozijn saluutschoten, en zeilden met de inmiddels doorgekomen bries zoo spoe dig mogelijk van het tooneel van den strijd weg en stuurden naar de Littinbaai. We waren zoo gelukkig, om daar eene kleine vloot van Chineesche opiumbooten te ont moeten, die ons spoedig van onze lading ontlastten. We werden verder niet meer door de mandarijnen gemolesteerd, die waarschijnlijk van een gevecht met ons meer dan hun bekomst hadden gekregen. Op zijne volgende reis werd Kapt. Wit- kins wederom aangevallen. Hij maakte thans korte metten met de aanvallers. Hij boorde twee mandarijnen-booten in den grond, zoodat de inzittenden verdronken. tje geadresseerd. Wat moest ik doen? Ik wend radeloos. Hoe is het mogelijk dacht ik, dat die brief bier terecht komt? Doch toen ik het adres wat nauwkeonager bezag, werd me dat spoedig doiidéliijk. M|ej. J. Koster, p/a Wied. Koster, stond er. De straatnaam had Henk er niet opgezet, en daar het post stempel op Mej. stond, was het evengoed mijn als Jannetjes adres. Dit was dus in orde. Maar wat nou? Het beste as dat ik er maar rond voor uit •kom en de brief bij Henk breng, dacht uk. Later ben ik echter van die gedachte terug gekomen. Ik vond bet een beetje eng. Ik kan wel zeggen dat ik hem niet gelezen heb, miaar dat gelooft Henk toch niet dacht ik. Daarbij kwam nog dat Moeder meende dat het tusschen jul/lie niet was zooals het we zen moest. Ik bracht dat im verband met den brief. Ik kiende Henks' manieren zoo'n, •beetje, en dacht: als ik hem mu terug geef, stopt hij hem stellig in dien kachel* en praat er nooit meer over. Eindelijk meende ik een oplossing gevon den te hebben in Grietemeu. Ze moeten nu maar goedl- of kwaadschiks op elkaar aan gejaagd worden*, dacht iik, en het gelukte, zooals julliie gezien hebt. Als ik je even in de redle mag vallen. Hoe heb je het klaar gespeeld om hier on- Toen hij de reede van Macao op kwam zeilen, hing er aan elke nok van de baas, als waarschuwing en afschrikwekkend voorbeeld, een gevangen Chinees. Zulke gevechten vonden plaats, alvorens er op slagschepen by Lintin Eiland gestatio neerd waren, zoodat de opium-klipper ha re lading in Chineesche smokkelbooten over moest schepen. Het was zeer zeld zaam, dat eene dergelijke lading, zonder een gevecht met de Chineesche autoritei ten, in de gedaante van de mandarijnen, naar China kon worden vervoerd. (Bewerkt naar Basil Lubbock's China Clippers.) KANTONGERECHT TE A'FOORT. Hoe moet men dat noemen? VoortzetJtiing der zaak van den Wouden berger varkenshouder met Mr. Cremer (Urecht) als raadsman. En er stornd om te getuigen de heer A. P. van Lutterveld, secretaris -dier Utrechtsche Centrale. Hlij gaf echter weinig ten beste en dat was niet zeer gemetefliijk. Zeker, de circulaire van mr. Stenelker (Amstep lam) aan zijn cliënten na die uit spraak van den Hoogen Raad, bevatte niets dan waarheid* dus ook de afspraak, dat de menschen met gevoelerisbezwaar om liid' te worden, dit direct haddien mee te deelen, plus opgave van thet aantal dieren enz. Dan zou overwogen worden, wat voor deze men schen kon worden gedaan om hen van hun varkens af te helpen. Mien weet', dat op de brief van verd. direct als antwoord was ge komen: Lad worden! 14 dagen later waren de varkens in beslag genomen. De Regeerïngscomnuissaris had mdet wil len weten van helpen. Maar waarom dit in Uw antwoord niet meegedeeld? Ook thans weer geen antwoord. Ambtenaar O.M. heden mr. Abbing uit Uitrecht!, 'begreep,, dat, deze verdachte van de wijs was gebracht. Daarom schuldig maar zonder sitrafopleggen. De in beslag genomen varkens dienden verbeurd ver klaard te worden. Dus de groote straf is gebleven voor deze man, die volkorrien correct heeft gehandeld. De wet eischt niet dit verbeurd verklaren. Mjr. Roëll zal volgende week schriftelijk vonnis vellen, daar het hooger op gaat, zoo noodig tot den Hoogen Raad. Men herin nert zich toch, dat mr. Cremer een juridi sche vondst heeft gedaan om de Statuten der Centrale als onwettig aan te wijzen. Beloven en houden. De vervolging dn een tweetal aanrijdingen onder Soest, bij hotel Trier, en een op de Vredehof straat» zou achterwege zijn geble ven als de schuldige zijn woord maar ge stand had gedaan. Direct na de aanrijding allerlei mooie woorden van aililes te vergoe den en aawijzing dn welke garage moest ge repareerd worden. Maar daarna, geen taal of teeken. Daarom niet stilgehouden. Een oud geval. Door Soesterbeg heen vliegen met 80 KM en nde^ ophouden op stopteeken van den brigadier van Raadl die vlug had opzij te springen walde hij niet in moes worden omgezet. Qpname vam nummer was dus het eenige geweest. Zoo stond vorige week de aange wezen chauffeur dezer NViUing's vleesch- wagen uit Borcullo terecht, 't Was de ver- k eer die. Deze had iin Soestenberg in diepe rust gëlegen. De zoon van den garagehou der Frits van die H. had' van Apeldoorn tot Utrecht aan het stuur gezeten. Deze was heden gekomen. En werkelijk, brigadier van Raad herkende het kopwerk,, wamt meer had hij niet kunnen opnemen. En waarom had'het 17-jarige Friitsje maar doorgereden? Frits mocht slechts onder toezicht rijden, bezat nog geen rijdiploma. Ergo. vrijspraak var den vorigen verd. Mir. Abbing beloofde Frits een verbaal op zijn rekening. Afwachten maar Frits; 't is nu eenimaal gepasseerd. Herinner jè 't Duitsche rijmpje: G.lückldich iist. Wier vergiszt Was nicht zu andern ist. UITSPRAKEN KANTONGERECHT Dronkenschap: K. B., Soest f 8 of 4 d. Wielrijdend zich aan auto vasthouden: J. K„ Soest f 5 of 2 dagen,. Waelrijdlen zonder goeden rem: L'. A. de B„ Soest f 3 of 1 dlag, plus f 2 of 1 dag voor zonder bel. Lederwaren gemerkt het huis im en uiit te komen? vroeg Hlenk. Ja, dat was wat, hè? Maar met een spar vanuit den appelboom maar het raam was hot best om te doen. Kijk, daar had ik niet aam gedacht. Kort daarop, vervolgdie Janl, vertelde Boum"n mij, dat hij weer van Grietemeu ge droomd had en over den verkoop van het huis dacht. Aangemoedigd door mijn aan vankelijk succes in de kwaliteit van Grie temeu, toog ik dadelijk weer aam het werk. Ik kreeg er vermaak in. Ik heb de twee vogels bij elkaar gebracht, ik 7jal ze ook een kooi bezorgen, dacht ik. Mijn plan was om als alles goed ging en juillld getrouwd! waren* de brief te verbran den* en. er nooit over te praten. Henk met zijn dètectievenaard was me echter te vlug af, en ©tak mij een stok in de wjieken. Jan zweeg even 'en haalde een; brief uit zijn zak. Tot nu toe heb ik hem netjes bewaard, en zal hem aan den reebtmartigen eigenaar afgeven. Hier dëern, lees hem. Ik heb hem werkelijk niet heelemaal ge lezen, maar het as een droog briefje, dat kan ik je alvast w-dl vertel/len. Noti, het is ditmaal goed afgeloopen, maar ik hoop, dat je toch eens eenmaal je verstand zult krijgen, Jan; kon vrouw Kos ter miert nalaten op rte merken. Jan boog erkentelijk. Jannetje kreeg eeri\kLeur toen ze Henks verloren gewaanden brief aannam. Allen zwegen toen ze las. Niemand zal ooit weten wat er in den brief stond* maar Henk werd' erg onrustig, en Jannetje ontroerde zichtbaar. Ze boog steeefs meer voorover. De brief begon bedenkelijk te trillen en als het waar geweest is wat Jan gezegd had dat het een diroge brief was kom dat later niet meer 'gezegd worden. Een. paar tranen van Jannetje hadden hem nat gemaakt. Toen ze hem uit had, pakte ze Henk zoo maar in hert bijzijn van haar moeder om den hals en kuste hem. De heide vrouwen zagen verlegen voor zach. Jan kneep vrouw Hamer in de arnTen. Zie me itodh zulke halzen eens, fluister de hij. En dat om zoo'n simpeJen brief. EINDE. ADV! TOT UITB HET Dit Bui bren^ met i Algci de H wone De die me algen So< Bur;

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 4