R U K W E R Het rotspad. Te Kooti landt in de Poverty Baai. FEUILLETON Voor de Vrouw Q Goed, Billijk, Vlug Vraagt prijs! K VERVOLG. Op Zondag 12 Juli 1868 wandelden een zekere Percy Porter en nog twee andere personen langs het strand te Whareongaoiv ga, een paar mijl bezuiden Turanganui in de Poverty Baai, toen zij in volle zee een schoeiler zagen, die op het land aanstuurde. Op korten afstand van den wal liet het schip het anker vallen; talrijlke menschen werden door de wandelaars aan dek op gemerkt, Eernige booten werden te water gelaten, die spoedig met inboorlingen op gepropt waren en toen zoo spoedig moge lijk naar den wal roeiden. Porter en zijne metgezellen bemerkten al gauw> dat het schip de „Riffleman" was, met Te Kooti en de ontsnapte gevangenen van Ghattam Eiland a/b, Nadat alle Maories geland wa ren en alle voorraden wapens, munitie enz. aan den wal waren gebracht, lichtte de schoener het anker weer en ging onmid dellijk onder zeil. Het bericht, dat de gede porteerden van de Chattam Eil. terug wa ren gekomen, onder de leiding van een zekeren Kopti (zooals hij gewoonlijk ge noemd werd), verspreidde zich ais een loopend vuurtje door het district van de Poverty Baai. De grootste opgewonden heid heerschte langs de kust en verschil lende vermoedens werden geuit, hoe en op welke wijze ze ontvlucht konden zijn. Daar waren er, die beweerden, dat eén Fransche walvischvaarder ze gebracht hadanderen, dat de vrienden van de ballingen een schip hadden gecharterd, dat hen terug had gehaald. Hoe een en ander ook mocht zijn, dit was zeker, dat ze te rug waren gekomen en dat ze, op eenige mijlen van Turanga verwijderd, gekam peerd lagen. Ter dezer tijd was Kapt. Briggs belast met het bestuur van hey di strict der Poverty Baai. Nadat hij bericht, had ontvangen van de landing der gede porteerden, nam hij terstond maatregelen (indien het tenminste mogelijk was) hen weer gevangen te nemen, alvorens zij zich terug konden trekken in de bergen van Urewaraland. De Europeesche s.rijdkrach- ten, die Kapt. Briggs ten dienste sponden, bestonden grootendeels uit cavallerie, slechts ongeveer 50 man sterk en onvol doende bewapend, terwijl er noch wapens noch munitie in voorraad waren. Niette genstaande dat, riep Kapt. Briggs zijn troep op, om actieven dienst te doen, en had hij voorts een onderhoud met de be vriende Inlandsche hooiden, teneinde van hen assistentie te verkrijgen. De Hoofden, die het gebrek aan wapens en munitie in aanmerking namen, adviseerden echter, om eene andere wijze van actie te voeren, dan zooals deze .door Kapt. Briggs ;wa& gedacht. Zij wezen op het groote .risico, dat geloopen zoude worden als men Te Kooti aanviel, die, zooals bekend was, goed van wapens en munitie was voorzien. Zij stelden aan Kapt. Briggs voor, jJat zij zich naar de vluchtelingen zouden be geven, om dezen te vragen, om als hunne gasten met hen terug te keuren. Wanneer zij zich maar eerst onder hun .eigen volk verstrooid hadden, zoude het mogelijk en gemakkelijk zijn, hen plotseling te ontwapenen. U kan dan, zoo zeiden de Hoofden, de grootste schuldigen er uit pikken en de anderen in vrede naar hunne haardsteden terug laten keeren. Of d- raad, door de Hoofden gegeven, goeii was, is zeer twijfelachtig, want Te Kooti was een veel te slimme vogel, om'zich zoo gemakkelijk te laten vangen. Het is vrij nutteloos, om daar thans nog over te re deneeren, want Kapt. Briggs verwierp het voorstel van de bevriende HooALn. Nadat hij zijn troepje gemonsterd had, ver trok hij, teneinde Te Kooti aan te raden, om oogenblikkelijk de wapens neer te leggen en zich zelve en zijne volgelingen over te geven aan Hr. Maj. de Koningin van Gr. Brittannië en Ierland, hitr ver tegenwoordigd door het Gouvernement van Nieuw-Zeeland. Om met „Te Kooti'" te kur.nen onderhandelen koos Kapt. Briggs een Maorie-chef van hoogen rang uit, van wien verondersteld werd, dat hij groo- Naar het Engelsch. Nadruk verboden. 12) Dien heelen volgenden dag was zij' rusteloos en opgewoniden. Zoo wat om een uur of twee stond zij aan de keu kendeur, toert zij een telegrambestel ler zag aankomen. Ijlings trad ze hem tegemoet en eerst toen ze weer veilig en wel op haar kamer was, begon ze den inhoud te lezen. Haar handen trilden, maar waar schijnlijk was zij tevreden met hetgeen haar gemeld werd, en het papier ver nietigde zij onmiddellijk na lezing. Andermaal ging zij de gravure bekij ken in den ouden koffer, nam ook het matrozenpak er uit en ging de kamer van haar meesteresje binnen. Ik ga vanavond naar de stad, miss Greig, met den trein van 7.15, Wilt u zorgen, dat er om zes uur ge dineerd wordt? Miss Greig beloofde dit en vroeg: Heb je alles dus in orde ge maakt? Ja. Mij dunkt het is niet noodig, om in nadere bijzonderheden te tre den. Hoe maakt zij het? ten invloed op Te Kooti zou kunnen uit oefenen. Deze Chef, „Paori Kati" ge naamd. was een medegevangene van „Te Kooti' geweest op de Chattam Eil, doch was eenige maanden tevoren uit zijne •bal lingschap ontslagen. Zooals wel gedacht kan worden, had Kapt. Briggs met zijne sommatie absoluut geen succes, want hem werd heel koel door Te Kooti te verstaan gegeven, dat de wapens en de munitie hem door een nieuwen God waren gegeven, die hem in staat zoude stellen, hem en zijne landgenooten van de gehate Paheka's (Europeanen) te verlossen, die allen ver nietigd zouden worden. Het beste wat de kapitein in zijne omstandigheden dus kon doen, was: zich zoo spoedig mogelijk ver wijderen, alvorens die nieuwe Gcd hem en zijne manschappen zoude aanvallen. Aangezien Kapt. Briggs geene voldoende strijdkrachten bezat, om aan zijne eischen de noodige kracht bij te kunnen zetten, terwijl hij aan de houding van Te Kooti maar al te duidelijk bemerkte, dit onder de gegeven omstandigheden van zijn kant voorzichtigheid beter was dan dipper- heid. Hij ging daarom heen, en gallop- peerde met zijn troep naar Turanganui. Hij plaatste patrouilles bij de verschiLlende kruiswegen, die naar het binnenland lei den, en wachtte de komende gebeurte nissen af. Te Kooti trok bij nacht door Kapt. Briggs liniën heen en bewoog zich langzaam in de richting der Urewera-ber- gen. Op dezen tocht voegden zich dage lijks meerdere inboorlingen bij hem, en binnen zeer korten tijd had hij een groot aantal volgelingen. Ongeveer een week na zijne landing arriveerde Kolonel Whit- more te Turanganui; hij kwam van Napier met een klein detachement verstér- kingstroepen, bestaande uit 32 man schappen en 2 officieren. Hij vond den vo gel natuurlijk gevlogen, die nu reeds in in de bergen zat. In denzelfden tijd trok Kapt. Westrup met een detachement! vrij willigers, via „Te Arai" voorwaarls, om „Te Kooti" naar het Urewara-gebied den pas af te snijden. Na twee dagen door 'n woest en bergachtig land te zijn getrok ken, sloeg Kapt. Westrup zijn kamp op en wachtte op versterkingen van be»- vriende inboorlingen, die hem op deze plaats zouden ontmoeten. Het was bekend, lat „Te Kooti" in de nabijheid was. want Ie rook van zijne kampvuren was duidelijk ie zien. Op 19 Juli voegden zich!eenige In boorlingen bij Kapt. Westrup's strijd krachten en brachten het bericht, dat» Te Kooti het voornemen had, om hen den volgenden dag aan te vallen. Het detache ment lag den geheelen nacht onder de wapens, terwijl de schildwachten verdib- beld waren. Bij het aanbreken van den lag kon de rook van talrijke kampvuren, lie met de mist uit de ravijnen omhoog steeg, duidelijk worden gezien. Kapitein Westrup en zijne manschappen waren op hunne hoede en wachtten op den aanval, die, zooals ze wel wisten, spoedig zoude komen. De hoop, om versterkingen te ont vangen, was nu door hen opgegeven, de oevriende inboorlingen waren zeer waar schijnlijk nooit onder weg gegaan of waren misschien wel weer teruggekeerd, terwijl net ook niet onmogelijk was, dat ze met pak en zak, met wapens en munitie naar ien vijand waren overgeloopen. Het land schap was buitengewoon woest en schii- lerachtig. Luitenant Wilson kreeg bevel om met 20 vrijwilligers en 12 bevriende inboorlingen eene positie in te nemen ach- :er een heuvelrug. Nauwelijks had hij dit gedaan of een groep inboorlingen ver scheen aan den rand van het bosch. Voor- op liep Te Kooti,, gekleed in een lang, svit gewaad. Hij hield de hand boven het ïoofd, alsof hij liep te bidden. Nadat hij uiermede gereed was, liet hij zijne han- len zakken. Dit was voor zijne volgelingen een teeken om een salvo in de troep van Kapt. Westrup te zenden, die onder de noodige bedekking, op den grond lag. Het gevecht begon nu; Westrup's man schappen verspreidden zich in tirailleurs- linie. Ze hielden zich goed gedekt en vuurden alleen als de vijar.d zich bloot gaf. Te Kootie's mannen gingen roekeloos met hunne munitie om en schoten salvo na salvo af. Een regen van kogels vloog over de hoofden van Westrup's man schappen heen of slingerde door de vlas planten en de varens, die hen dekten. Het Och, zoo hetzelfde; nog stiller geloof ik haast! Rokeby zocht naar een papier in zijn zak en zei: Donderdag kom ik terug met mijn vriend. Die Fenwick komt toch pas de volgende week! Ik begrijp anders niet, hoe je te genover hèm zult doen. Hij zal er op aandringen Laat dat maar aan mij over! Maak u over hem niet ongerust! En de oude kamenier? Voor haar moet ik de een of an dere bezigheid bedenken, als ik in Lon den ben. Martini heeft natuurlijk zijn eigen verpleegsters. Er is zeker de laatste dagen geen boodschap van Coombe geweest? Neen. Na 't diner reed Rokeby naar het station. Effie, die 't rijtuig had hooren wggaan, ging haastig naar beneden enl vond den butler in den hall, bezig de schotels weg te dragen. Waar gaat mr. Wenyss heen? Naar Coombe? vroeg zij. Neen, naar Londen en hij blijft een paar dagen weg. Hoe maakt miss Dorothy het vandaag? Och, zoo hetzelfde. DcTvolgende minuut stond Effie bo ven op haar slaapkamr. Dit kon nu niet gunstiger treffen, dacht zij. Mis Greig begaf zich dien avond vuren van „Te Kooti" was in het wilde weg en dus buitengewoon onregelmatig, en op die wijze ging het gevecht uur na uur voort. Om 4 uur nam. weri het vu ren van Te Kooti hevigerongetwijfeld had hij versterkingen gekregen. Het begon er op te lijken, dat hij krachtiger begon aan te vallen, en het was duidelijk te zien, dit hij terrein won. Westrup en zijne mannen trokken onder zeer moeilijke omstandig heden langzaam terug, door „Te Kooti" op den voet gevolgd. Eene krachtige bestor ming zijnerzijds zoude voor Westrup en zijne manschappen noodlottig zijn ge worden, doch de geest daarvoor ontbr.ik, terwijl ook de duisternis over het bergach tige terrein snel begon in te vallen. 'West rup vond te midden van een kogelregen beschutting in eene oude Maorie^verster- king. De Inboorlingen hielden nu langza merhand met vuren op, en trokken terug. De kampeerplaats, die Westrup 's mor gens had verlaten, werd nu door Te Kooti geplunderd, terwijl de pakpaarden dood werden geschoten. Het was gelukkig, dat Kapt. Westrup een loyale Inlandsche gids bij zich had, die er 's nachts in slaagde, het detachement met de geworden in staat te stellen om 't.e vluchten. In deze actie verloor Kapt. Westrup slechts twee man aan gesneuvelden, benevens nog ee nige gewonden; zeer geringe verliezen onder zulke omstandig heden. De verlie zen van Te Kooti moeten zwaar zijn ge weest, want men zag gedurende het ge vecht velen zijner mannen vallen. Wordt vervolgd. OVER ENSEMBLES EN NOG WAT. Onder de najaarsmodellen treffen wij een grooit aantal ensembles aan, japonnen met bijiböhoorenide mantels. Deze mantels vari- eeren van de wijde driekwart mantel tot het kleine cape-je,, zooals het plaatje van deze week daar een voorbeeld van geeft. Dit cape-je met de ingezette, geplooide stukken aan den schouder, geeft op een aardige ma nier het vereisohte vierkante model. Bij en/kele japonnen ziet men ditzelfde idee van plissé's aan den schouder ook toege past. Men heeft dan een gewoon kort of lang mouwtje en daaroverheen een geplis- seerde kap gezet, een soort dubbele mouw dus. De bedoeling hiervan is vooral het figuur beneden de taille zoo slank mogelijk te laten voorkomen. Het ensemble op onze teekening was oorspronkelijk ontworpen van blauwe stof, met een garneering van rood-met-zwart-en-blauwe ScJhotsohe ruit eerst laat naar haar kamer en bleef langen tijd bij het vuur zitten. Toen de klok half twaalf sloeg, was zij nog niet in bed. Wat kan ik doen?. Hij zou er zeker achter komen; en hij is zoo sterk! Opeens hoorde zij eenig gedruisch op de trap, zachtjes deed zij haar deur open, leunde over de balustrade en zag beneden in den hall twee gedaanten, de een steunende op de ander. Vlak daarop hoorde ze zacht het geluid van een sleutel en van een grendel, die teruggeschoven werdDaar op voelde zij een kouden luchtstroom in het gelaat, de deur werd voorzich tig toegetrokken en toen hoorde zij niets meer. Maar hetgeen zij vernomen had, maakte haar veel duidelijk. Een oogen- blik stond ze stil, met onstuimig klop pend hart en heel snel en voorzichtig ging ze toen naar Dorothy's kamer, trad die binnen; maar de duisternis en stilte heerschte alom. Effie! fluisterde zij. Effie! Maar toen er geen antwoord volgde, trad ze aan het bed, betastte dit met trillende handen, maar voelde, dat er niemand in lag. Verlichting, ontsteltenis en verras sing, streden om den voorrang in miss Greig's gemoed. Plotseling keerde zij terug, liep naar beneden, of zij zelve ook ontvluchten op een witten ondergrond. De ceintuur was donkerblauw met een roode gesp, ter wijl ook het hoedje en de tasch rood wa ren. En nu de kwestie van de kleuren, die wij 't beste kunnen dragen bij de kleur van ons haar. De ervaring heeft nu eenmaal geleerd, dat lichtblonde typen het beste kunnen dragen lichtblauw,, zwart, grijsachtig violet, de heldere zacht bruine tinten en alle zach te pastelkleuren. Middelsoort blonden kun nen blauw, helderblauw, violetzwart. hei- derbruin en alle heldere pastelkleuren ne men», De blondine, die zich in het afgeloo- pen seizoen door de zon een donkerbruin velletje heeft laten branden, kan van geluk spreken, want haar eerste kleur is dat nieu we donkerblauw en ze zal er ook uitste kend uitzien in het zwart, donkerwijnrood en grijsachtige pastelkleuren. De blondine met een weinig uitgesproken teint moet zich hoofdzakelijk bepalen tot blauw, on opvallend rood en zwart. De gemakkelijk ste typen zijn zij, die zacht-bruin haar heb ben en wier oogen blauwgrijs zijn of bruin, want die kunnen bijna alle kleuren goed dragen. Haar beste kleuien zijn evenwel groen met een blauwachtige weerschijn, helder rood en bruin, grijsachtig violet, heldere pastelkleuren en zwart. Naar mate men intenser donkere haren heeft, moet men intensere kleuren dragen. En heeft men een rossige glans in zijn haar, dan, kan men uitstekend de nieuwe grijsachtige en bronsgroene tinten van het nieuwe seizoen dragen.. Uitgesproken rossig haar is schit terend, waig^daarbij draagt men die nieuwe blauwe grijsgroene kleuren, vooral als men lichtrossig is. Het donkerrossige type draagt bronsachtig groen, zachtbruin, zwart met wit. enz. Heeft men daarbij een bleeke gelaatskleur, dan draagt men ook uitste kend blauw en roseachtig-beigeis men donker van tint, dan kan men uitstekend donkerbruin, donkergroen en. zelfs oranje dragen! Een volgende keer voltooien wij onze aanwijzingen over dé kleuren. MADELEI NE. DE EERSTE LEVENSDAGEN VAN EEN NIEUWE WERELDBURGER Voor de verzorging van een nieuwe baby worden natuurlijk van bevoegde zijde ide noodige aanwijzingen gegevenl, wanneer zoo'n nieuwe wereldburger in een jong ge zin zijn intrede doet. De tusschenruimte tusschen de voedingen is altijd een teer punt. De geleerden zijn het daarover niet eents. De eerste twee dagen wordt er om de vier uur gevoed', doch wanneer men met de melkvoediing begint, op den derden dag moet de voeding om de drie uur geschieden gedurende tien minuten. De moeder maakt gewoonlijk zelf uit, wélke tijden het beste passen in haar huïshoudsysteem. Het is echter van groot belang en tevens groot gemak om zich stipt aan een vast rooster te houden), van 's morgens vijf uur tot elf uur 's avonds. Het moet bij alle normale babies mogelijk zijn om het kind van elf uur 's avonds tot vijf uur den volgenden morgen zonder voeding te laten. Wordt het wakker, leg het dan op de andere zijde en laait het een weinig water drinken (op de juiste temperatuur) zonder het op te nemen. Het kan dan misschien een paar minuten schreeuwen, doch het zal heel gauw weer indommelen. Wanneer men er voor zorg^, dat de temperatuur van de kamer dag en nacht het zelfde blijft, heeft men groote kans. dat het kind den heelen nacht door zal slapen zonder wakker te worden. Het heen en weer sleepen van een baby, van de slaapkamer naar de huis kamer overdag, enz. moet ten sterkste wor den ontraden. Het kind wordt dan aan ge zelschap gewend, hetgeen een bron van de grootste narigheid kan worden, zoodat men ^lastige kinderen" krijgt. Zooals opgemerkt bestaat ,er verschil van meening omtrent den tijd1, die tusschen twee voedingen moet verloopen. Sommige moeders begonnen met een tusschentijd van vier uur. doch zagen zich na drie weken genoodzaakt tot voeding om de drie uur over te gaan. Het lijkt dan ook ver standiger maar meteen na den tweeden dag om de drie uur te voeden om geleidelijk al naar het de moeder verstandig voor komt de tusschenruimten te verlengen en naar de vier uur toe te werken, Hierdoor kweekt men de gewoonte aan van een ge zonde, ononderbroken slaap des nachts. Men kan er niet genoeg van doordrongen worden,, dat de meest nauwgezette orde en regelmaat van het grootste belang is voor de voorspoedige ontwikkeling van de baby, wilde, luisterde toen aandachtig en keerde vervolgens den sleutel om in het slot en schoof de grendels voor de voordeur. Het was Effie, fluisterde zij in zichzelve en sloop naar boven. Ze zijn ontvlucht! O, wat zal hij woedend zijn, dat zij dit gedaan hebben! Ik ga morgen naar het dorp en zorg, dat ik uit ben, als ze tot die ontdekking ko men! Dien heelen nacht hoorde zij den wind om het huis gieren en vroeg zij zich af, waar de vluchtelingen toch wel konden zijn. Maar Rokeby zou ze natuurlijk vinden/ en ze terughalen., terugja, en wat dan? In wanhoop sloeg miss Greig de handen ineen en dacht, dat ze vast niet tweemaal ontsnappen zouden. HOOFDSTUK IX. Miss Greig was dan ook dien vol genden dag in het dorp, toen de be dienden tot de ontdekking kwamen, dat Effie en haar meesteresse niet op haar kamers waren. En eerst na den lunch keerde zij terug. Met de groot ste verbazing hoorde zij toen het nieuws, ging naar boven en onder wierp de slaapkamers aan een nauw keurig onderzoek. De kleerkasten waren vol; ze kon den dus maar heel weinig kleeren mee genomen hebben; en er werd nergens zoowel als voor een zoo harmonisch moge- lijken gang van zaken*, waardoor vader en moeder niet onnoodig van hun nachtrust worden beroofd. Wist U dat? Lauw water, waarin een paar druppels terpentijn zijn gedaan, is uitstekend om porseflein en glaswerk af te wasschen. Ge bruik 'n diepe kom water, zoodat elk voor werp geheel ondergedompeld wordt Neem het af met een leeren lap; als men het daar na afdroogt en opwrijft met een linnen doek, zal alles glanzen en schitteren als een spiegel. Een andere methode om glazen tumblers en andere glazen voorwerpen na het af- wasschen in s-op, mooi helder te krijgen is, ze na te spoelen in warm water. Vervolgens doet men ze in koud water, waarin men een handvol stijfsel heeft opgelost. Laat de glazen uitdruipen op een doekt tot ze bijna droog zijn; dan met een zachte lap nawrijven. Geslepen glaswerk moet men afwasschen in lauw water met een beetje zeep, ammo nia of waschsoda. RECEPT. Als baby begint mee te eten. Als na vijf of zes maanden de borst voeding langzaam-aan vervangen mag wor_ den door ander voedsell dan valt de keus gewoonlijk het eerst op een zacht soepje^ bereid van gelijke deelen groente-afkook sel en melk, welke vloeistof dan door wat griesmeel gebonden wordt tot een dun pap je, terwijl een lepeltje suiker erdoor er den door baby gewenschten smaak aan geeft. Daarop volgen geleidelijk de brood-i, rijst- en andere „papjes", die één of meer borstmaaltijden per dag gaan vervangen, tot in de zevende en achtste maand be gonnen wordt met het vermeerderen van de hoeveelheid groente (purée van blad groenten, wortelen, later ook van erwten en boonen) en ook wordt overgegaan tot het geven van aardappelen als een dunne purée. Voor wortelpurée kookt men 100 gram jonge worteltjes gaar in 2 d.L. ko kend water met een half bouillonblokje (ongeveer lA uur). De wortehjes schept men in een zeef en wrijft ze fijn. De purée verdunt men dan met den overgebleven bouillon en roert er een theelepeltje suiker en 1 theelepeltje boter door. HUISVROUW. N V. 1ste SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ Van Weedestraat 7 Telefoon 962 een briefje of een korte mededeeling gevonden. Hier overtuigde miss Greig zich wel goed van, want ze had iedere lade geopend, en ook had zij den in houd van den ouden koffer zorgvuldig op zij gezet, maar de gravures interes seerden haar meer en die had ze nauw keurig bekeken. De een stelde een wa terval voor en de ander een kasteel of een vesting en aan den achterkant was daarop geschreven: Tante Effie van Tom. Haar oud tehuis. Mis Greig zat een oogertblik met de gravure op den schoot; toen sloot ze den koffer en nam de plaat mee naar haar eigen kamer. Ze wist niet het adres Van Rokeby; dus kon ze hem ook niet telegrafeeren; maar ze zei tegen de bedienden dat hij dien vol genden dag thuis zou komen en dat ze in het dorp navraag zou doen naar Effie. Rokeby kwam ook dien volgenden dag thuis en reed onmiddellijk naar Wenyss. De groom durfde hem niet vertellen van de vreemde vlucht. Die taak bleef dus aan miss Greig. Zij al leen was dan ook getuige van zijn toorn en drift. Zij liet den storm over gaan. Ineens greep hij haar bij den arm. Sta mij niet zoo aan te staren, maar vertel mij liever, waar zij heen gegaan zijn. Wat moeten wij nu doen? Ze kunnen nog niet ver af zijn, Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 4