R
U
K
W
E
R
Het rotspad.
Te Kooti landt in de
Poverty Baai.
FEUILLETON
Voor de Vrouw
Q Goed, Billijk, Vlug
Vraagt prijs! K
VERVOLG.
Op Zondag 12 Juli 1868 wandelden een
zekere Percy Porter en nog twee andere
personen langs het strand te Whareongaoiv
ga, een paar mijl bezuiden Turanganui in
de Poverty Baai, toen zij in volle zee een
schoeiler zagen, die op het land aanstuurde.
Op korten afstand van den wal liet het
schip het anker vallen; talrijlke menschen
werden door de wandelaars aan dek op
gemerkt, Eernige booten werden te water
gelaten, die spoedig met inboorlingen op
gepropt waren en toen zoo spoedig moge
lijk naar den wal roeiden. Porter en zijne
metgezellen bemerkten al gauw> dat het
schip de „Riffleman" was, met Te Kooti
en de ontsnapte gevangenen van Ghattam
Eiland a/b, Nadat alle Maories geland wa
ren en alle voorraden wapens, munitie enz.
aan den wal waren gebracht, lichtte de
schoener het anker weer en ging onmid
dellijk onder zeil. Het bericht, dat de gede
porteerden van de Chattam Eil. terug wa
ren gekomen, onder de leiding van een
zekeren Kopti (zooals hij gewoonlijk ge
noemd werd), verspreidde zich ais een
loopend vuurtje door het district van de
Poverty Baai. De grootste opgewonden
heid heerschte langs de kust en verschil
lende vermoedens werden geuit, hoe en
op welke wijze ze ontvlucht konden zijn.
Daar waren er, die beweerden, dat eén
Fransche walvischvaarder ze gebracht
hadanderen, dat de vrienden van de
ballingen een schip hadden gecharterd, dat
hen terug had gehaald. Hoe een en ander
ook mocht zijn, dit was zeker, dat ze te
rug waren gekomen en dat ze, op eenige
mijlen van Turanga verwijderd, gekam
peerd lagen. Ter dezer tijd was Kapt.
Briggs belast met het bestuur van hey di
strict der Poverty Baai. Nadat hij bericht,
had ontvangen van de landing der gede
porteerden, nam hij terstond maatregelen
(indien het tenminste mogelijk was) hen
weer gevangen te nemen, alvorens zij zich
terug konden trekken in de bergen van
Urewaraland. De Europeesche s.rijdkrach-
ten, die Kapt. Briggs ten dienste sponden,
bestonden grootendeels uit cavallerie,
slechts ongeveer 50 man sterk en onvol
doende bewapend, terwijl er noch wapens
noch munitie in voorraad waren. Niette
genstaande dat, riep Kapt. Briggs zijn
troep op, om actieven dienst te doen, en
had hij voorts een onderhoud met de be
vriende Inlandsche hooiden, teneinde van
hen assistentie te verkrijgen. De Hoofden,
die het gebrek aan wapens en munitie in
aanmerking namen, adviseerden echter,
om eene andere wijze van actie te voeren,
dan zooals deze .door Kapt. Briggs ;wa&
gedacht. Zij wezen op het groote .risico,
dat geloopen zoude worden als men Te
Kooti aanviel, die, zooals bekend was,
goed van wapens en munitie was voorzien.
Zij stelden aan Kapt. Briggs voor, jJat zij
zich naar de vluchtelingen zouden be
geven, om dezen te vragen, om als hunne
gasten met hen terug te keuren. Wanneer
zij zich maar eerst onder hun .eigen volk
verstrooid hadden, zoude het mogelijk
en gemakkelijk zijn, hen plotseling te
ontwapenen. U kan dan, zoo zeiden de
Hoofden, de grootste schuldigen er uit
pikken en de anderen in vrede naar hunne
haardsteden terug laten keeren. Of d-
raad, door de Hoofden gegeven, goeii
was, is zeer twijfelachtig, want Te Kooti
was een veel te slimme vogel, om'zich zoo
gemakkelijk te laten vangen. Het is vrij
nutteloos, om daar thans nog over te re
deneeren, want Kapt. Briggs verwierp
het voorstel van de bevriende HooALn.
Nadat hij zijn troepje gemonsterd had, ver
trok hij, teneinde Te Kooti aan te raden,
om oogenblikkelijk de wapens neer te
leggen en zich zelve en zijne volgelingen
over te geven aan Hr. Maj. de Koningin
van Gr. Brittannië en Ierland, hitr ver
tegenwoordigd door het Gouvernement van
Nieuw-Zeeland. Om met „Te Kooti'" te
kur.nen onderhandelen koos Kapt. Briggs
een Maorie-chef van hoogen rang uit, van
wien verondersteld werd, dat hij groo-
Naar het Engelsch.
Nadruk verboden.
12)
Dien heelen volgenden dag was zij'
rusteloos en opgewoniden. Zoo wat om
een uur of twee stond zij aan de keu
kendeur, toert zij een telegrambestel
ler zag aankomen. Ijlings trad ze hem
tegemoet en eerst toen ze weer veilig
en wel op haar kamer was, begon ze
den inhoud te lezen.
Haar handen trilden, maar waar
schijnlijk was zij tevreden met hetgeen
haar gemeld werd, en het papier ver
nietigde zij onmiddellijk na lezing.
Andermaal ging zij de gravure bekij
ken in den ouden koffer, nam ook het
matrozenpak er uit en ging de kamer
van haar meesteresje binnen.
Ik ga vanavond naar de stad,
miss Greig, met den trein van 7.15,
Wilt u zorgen, dat er om zes uur ge
dineerd wordt?
Miss Greig beloofde dit en vroeg:
Heb je alles dus in orde ge
maakt?
Ja. Mij dunkt het is niet noodig,
om in nadere bijzonderheden te tre
den. Hoe maakt zij het?
ten invloed op Te Kooti zou kunnen uit
oefenen. Deze Chef, „Paori Kati" ge
naamd. was een medegevangene van „Te
Kooti' geweest op de Chattam Eil, doch
was eenige maanden tevoren uit zijne •bal
lingschap ontslagen. Zooals wel gedacht
kan worden, had Kapt. Briggs met zijne
sommatie absoluut geen succes, want hem
werd heel koel door Te Kooti te verstaan
gegeven, dat de wapens en de munitie hem
door een nieuwen God waren gegeven, die
hem in staat zoude stellen, hem en zijne
landgenooten van de gehate Paheka's
(Europeanen) te verlossen, die allen ver
nietigd zouden worden. Het beste wat de
kapitein in zijne omstandigheden dus kon
doen, was: zich zoo spoedig mogelijk ver
wijderen, alvorens die nieuwe Gcd hem
en zijne manschappen zoude aanvallen.
Aangezien Kapt. Briggs geene voldoende
strijdkrachten bezat, om aan zijne eischen
de noodige kracht bij te kunnen zetten,
terwijl hij aan de houding van Te Kooti
maar al te duidelijk bemerkte, dit onder
de gegeven omstandigheden van zijn kant
voorzichtigheid beter was dan dipper-
heid. Hij ging daarom heen, en gallop-
peerde met zijn troep naar Turanganui. Hij
plaatste patrouilles bij de verschiLlende
kruiswegen, die naar het binnenland lei
den, en wachtte de komende gebeurte
nissen af. Te Kooti trok bij nacht door
Kapt. Briggs liniën heen en bewoog zich
langzaam in de richting der Urewera-ber-
gen. Op dezen tocht voegden zich dage
lijks meerdere inboorlingen bij hem, en
binnen zeer korten tijd had hij een groot
aantal volgelingen. Ongeveer een week
na zijne landing arriveerde Kolonel Whit-
more te Turanganui; hij kwam van Napier
met een klein detachement verstér-
kingstroepen, bestaande uit 32 man
schappen en 2 officieren. Hij vond den vo
gel natuurlijk gevlogen, die nu reeds in
in de bergen zat. In denzelfden tijd trok
Kapt. Westrup met een detachement! vrij
willigers, via „Te Arai" voorwaarls, om
„Te Kooti" naar het Urewara-gebied den
pas af te snijden. Na twee dagen door 'n
woest en bergachtig land te zijn getrok
ken, sloeg Kapt. Westrup zijn kamp op
en wachtte op versterkingen van be»-
vriende inboorlingen, die hem op deze
plaats zouden ontmoeten. Het was bekend,
lat „Te Kooti" in de nabijheid was. want
Ie rook van zijne kampvuren was duidelijk
ie zien. Op 19 Juli voegden zich!eenige In
boorlingen bij Kapt. Westrup's strijd
krachten en brachten het bericht, dat»
Te Kooti het voornemen had, om hen den
volgenden dag aan te vallen. Het detache
ment lag den geheelen nacht onder de
wapens, terwijl de schildwachten verdib-
beld waren. Bij het aanbreken van den
lag kon de rook van talrijke kampvuren,
lie met de mist uit de ravijnen omhoog
steeg, duidelijk worden gezien. Kapitein
Westrup en zijne manschappen waren op
hunne hoede en wachtten op den aanval,
die, zooals ze wel wisten, spoedig zoude
komen. De hoop, om versterkingen te ont
vangen, was nu door hen opgegeven, de
oevriende inboorlingen waren zeer waar
schijnlijk nooit onder weg gegaan of waren
misschien wel weer teruggekeerd, terwijl
net ook niet onmogelijk was, dat ze met
pak en zak, met wapens en munitie naar
ien vijand waren overgeloopen. Het land
schap was buitengewoon woest en schii-
lerachtig. Luitenant Wilson kreeg bevel
om met 20 vrijwilligers en 12 bevriende
inboorlingen eene positie in te nemen ach-
:er een heuvelrug. Nauwelijks had hij dit
gedaan of een groep inboorlingen ver
scheen aan den rand van het bosch. Voor-
op liep Te Kooti,, gekleed in een lang,
svit gewaad. Hij hield de hand boven het
ïoofd, alsof hij liep te bidden. Nadat hij
uiermede gereed was, liet hij zijne han-
len zakken. Dit was voor zijne volgelingen
een teeken om een salvo in de troep van
Kapt. Westrup te zenden, die onder de
noodige bedekking, op den grond lag.
Het gevecht begon nu; Westrup's man
schappen verspreidden zich in tirailleurs-
linie. Ze hielden zich goed gedekt en
vuurden alleen als de vijar.d zich bloot
gaf. Te Kootie's mannen gingen roekeloos
met hunne munitie om en schoten salvo
na salvo af. Een regen van kogels vloog
over de hoofden van Westrup's man
schappen heen of slingerde door de vlas
planten en de varens, die hen dekten. Het
Och, zoo hetzelfde; nog stiller
geloof ik haast!
Rokeby zocht naar een papier in
zijn zak en zei:
Donderdag kom ik terug met
mijn vriend. Die Fenwick komt toch
pas de volgende week!
Ik begrijp anders niet, hoe je te
genover hèm zult doen. Hij zal er op
aandringen
Laat dat maar aan mij over!
Maak u over hem niet ongerust!
En de oude kamenier?
Voor haar moet ik de een of an
dere bezigheid bedenken, als ik in Lon
den ben. Martini heeft natuurlijk zijn
eigen verpleegsters. Er is zeker de
laatste dagen geen boodschap van
Coombe geweest?
Neen.
Na 't diner reed Rokeby naar het
station. Effie, die 't rijtuig had hooren
wggaan, ging haastig naar beneden
enl vond den butler in den hall, bezig
de schotels weg te dragen.
Waar gaat mr. Wenyss heen?
Naar Coombe? vroeg zij.
Neen, naar Londen en hij blijft
een paar dagen weg. Hoe maakt miss
Dorothy het vandaag?
Och, zoo hetzelfde.
DcTvolgende minuut stond Effie bo
ven op haar slaapkamr. Dit kon nu
niet gunstiger treffen, dacht zij.
Mis Greig begaf zich dien avond
vuren van „Te Kooti" was in het wilde
weg en dus buitengewoon onregelmatig,
en op die wijze ging het gevecht uur na
uur voort. Om 4 uur nam. weri het vu
ren van Te Kooti hevigerongetwijfeld had
hij versterkingen gekregen. Het begon er
op te lijken, dat hij krachtiger begon aan
te vallen, en het was duidelijk te zien, dit
hij terrein won. Westrup en zijne mannen
trokken onder zeer moeilijke omstandig
heden langzaam terug, door „Te Kooti" op
den voet gevolgd. Eene krachtige bestor
ming zijnerzijds zoude voor Westrup
en zijne manschappen noodlottig zijn ge
worden, doch de geest daarvoor ontbr.ik,
terwijl ook de duisternis over het bergach
tige terrein snel begon in te vallen. 'West
rup vond te midden van een kogelregen
beschutting in eene oude Maorie^verster-
king. De Inboorlingen hielden nu langza
merhand met vuren op, en trokken terug.
De kampeerplaats, die Westrup 's mor
gens had verlaten, werd nu door Te Kooti
geplunderd, terwijl de pakpaarden dood
werden geschoten. Het was gelukkig, dat
Kapt. Westrup een loyale Inlandsche gids
bij zich had, die er 's nachts in slaagde,
het detachement met de geworden in
staat te stellen om 't.e vluchten. In deze
actie verloor Kapt. Westrup slechts twee
man aan gesneuvelden, benevens nog ee
nige gewonden; zeer geringe verliezen
onder zulke omstandig heden. De verlie
zen van Te Kooti moeten zwaar zijn ge
weest, want men zag gedurende het ge
vecht velen zijner mannen vallen.
Wordt vervolgd.
OVER ENSEMBLES EN NOG WAT.
Onder de najaarsmodellen treffen wij een
grooit aantal ensembles aan, japonnen met
bijiböhoorenide mantels. Deze mantels vari-
eeren van de wijde driekwart mantel tot het
kleine cape-je,, zooals het plaatje van deze
week daar een voorbeeld van geeft. Dit
cape-je met de ingezette, geplooide stukken
aan den schouder, geeft op een aardige ma
nier het vereisohte vierkante model. Bij
en/kele japonnen ziet men ditzelfde idee
van plissé's aan den schouder ook toege
past. Men heeft dan een gewoon kort of
lang mouwtje en daaroverheen een geplis-
seerde kap gezet, een soort dubbele mouw
dus. De bedoeling hiervan is vooral het
figuur beneden de taille zoo slank mogelijk
te laten voorkomen. Het ensemble op onze
teekening was oorspronkelijk ontworpen
van blauwe stof, met een garneering van
rood-met-zwart-en-blauwe ScJhotsohe ruit
eerst laat naar haar kamer en bleef
langen tijd bij het vuur zitten. Toen
de klok half twaalf sloeg, was zij nog
niet in bed.
Wat kan ik doen?. Hij zou
er zeker achter komen; en hij is zoo
sterk!
Opeens hoorde zij eenig gedruisch
op de trap, zachtjes deed zij haar deur
open, leunde over de balustrade en zag
beneden in den hall twee gedaanten,
de een steunende op de ander. Vlak
daarop hoorde ze zacht het geluid
van een sleutel en van een grendel,
die teruggeschoven werdDaar
op voelde zij een kouden luchtstroom
in het gelaat, de deur werd voorzich
tig toegetrokken en toen hoorde zij
niets meer.
Maar hetgeen zij vernomen had,
maakte haar veel duidelijk. Een oogen-
blik stond ze stil, met onstuimig klop
pend hart en heel snel en voorzichtig
ging ze toen naar Dorothy's kamer,
trad die binnen; maar de duisternis en
stilte heerschte alom.
Effie! fluisterde zij. Effie! Maar
toen er geen antwoord volgde, trad ze
aan het bed, betastte dit met trillende
handen, maar voelde, dat er niemand
in lag.
Verlichting, ontsteltenis en verras
sing, streden om den voorrang in miss
Greig's gemoed.
Plotseling keerde zij terug, liep naar
beneden, of zij zelve ook ontvluchten
op een witten ondergrond. De ceintuur
was donkerblauw met een roode gesp, ter
wijl ook het hoedje en de tasch rood wa
ren.
En nu de kwestie van de kleuren, die wij
't beste kunnen dragen bij de kleur van ons
haar. De ervaring heeft nu eenmaal geleerd,
dat lichtblonde typen het beste kunnen
dragen lichtblauw,, zwart, grijsachtig violet,
de heldere zacht bruine tinten en alle zach
te pastelkleuren. Middelsoort blonden kun
nen blauw, helderblauw, violetzwart. hei-
derbruin en alle heldere pastelkleuren ne
men», De blondine, die zich in het afgeloo-
pen seizoen door de zon een donkerbruin
velletje heeft laten branden, kan van geluk
spreken, want haar eerste kleur is dat nieu
we donkerblauw en ze zal er ook uitste
kend uitzien in het zwart, donkerwijnrood
en grijsachtige pastelkleuren. De blondine
met een weinig uitgesproken teint moet
zich hoofdzakelijk bepalen tot blauw, on
opvallend rood en zwart. De gemakkelijk
ste typen zijn zij, die zacht-bruin haar heb
ben en wier oogen blauwgrijs zijn of bruin,
want die kunnen bijna alle kleuren goed
dragen. Haar beste kleuien zijn evenwel
groen met een blauwachtige weerschijn,
helder rood en bruin, grijsachtig violet,
heldere pastelkleuren en zwart. Naar mate
men intenser donkere haren heeft, moet
men intensere kleuren dragen. En heeft
men een rossige glans in zijn haar, dan, kan
men uitstekend de nieuwe grijsachtige en
bronsgroene tinten van het nieuwe seizoen
dragen.. Uitgesproken rossig haar is schit
terend, waig^daarbij draagt men die nieuwe
blauwe grijsgroene kleuren, vooral als men
lichtrossig is. Het donkerrossige type
draagt bronsachtig groen, zachtbruin, zwart
met wit. enz. Heeft men daarbij een bleeke
gelaatskleur, dan draagt men ook uitste
kend blauw en roseachtig-beigeis men
donker van tint, dan kan men uitstekend
donkerbruin, donkergroen en. zelfs oranje
dragen! Een volgende keer voltooien wij
onze aanwijzingen over dé kleuren.
MADELEI NE.
DE EERSTE LEVENSDAGEN VAN
EEN NIEUWE WERELDBURGER
Voor de verzorging van een nieuwe baby
worden natuurlijk van bevoegde zijde ide
noodige aanwijzingen gegevenl, wanneer
zoo'n nieuwe wereldburger in een jong ge
zin zijn intrede doet. De tusschenruimte
tusschen de voedingen is altijd een teer
punt. De geleerden zijn het daarover niet
eents. De eerste twee dagen wordt er om
de vier uur gevoed', doch wanneer men met
de melkvoediing begint, op den derden dag
moet de voeding om de drie uur geschieden
gedurende tien minuten. De moeder maakt
gewoonlijk zelf uit, wélke tijden het beste
passen in haar huïshoudsysteem. Het is
echter van groot belang en tevens groot
gemak om zich stipt aan een vast rooster
te houden), van 's morgens vijf uur tot elf
uur 's avonds. Het moet bij alle normale
babies mogelijk zijn om het kind van elf
uur 's avonds tot vijf uur den volgenden
morgen zonder voeding te laten. Wordt
het wakker, leg het dan op de andere zijde
en laait het een weinig water drinken (op
de juiste temperatuur) zonder het op te
nemen. Het kan dan misschien een paar
minuten schreeuwen, doch het zal heel
gauw weer indommelen. Wanneer men er
voor zorg^, dat de temperatuur van de
kamer dag en nacht het zelfde blijft, heeft
men groote kans. dat het kind den heelen
nacht door zal slapen zonder wakker te
worden. Het heen en weer sleepen van een
baby, van de slaapkamer naar de huis
kamer overdag, enz. moet ten sterkste wor
den ontraden. Het kind wordt dan aan ge
zelschap gewend, hetgeen een bron van de
grootste narigheid kan worden, zoodat men
^lastige kinderen" krijgt.
Zooals opgemerkt bestaat ,er verschil
van meening omtrent den tijd1, die tusschen
twee voedingen moet verloopen. Sommige
moeders begonnen met een tusschentijd
van vier uur. doch zagen zich na drie
weken genoodzaakt tot voeding om de drie
uur over te gaan. Het lijkt dan ook ver
standiger maar meteen na den tweeden dag
om de drie uur te voeden om geleidelijk
al naar het de moeder verstandig voor
komt de tusschenruimten te verlengen en
naar de vier uur toe te werken, Hierdoor
kweekt men de gewoonte aan van een ge
zonde, ononderbroken slaap des nachts.
Men kan er niet genoeg van doordrongen
worden,, dat de meest nauwgezette orde en
regelmaat van het grootste belang is voor
de voorspoedige ontwikkeling van de baby,
wilde, luisterde toen aandachtig en
keerde vervolgens den sleutel om in
het slot en schoof de grendels voor de
voordeur.
Het was Effie, fluisterde zij in
zichzelve en sloop naar boven. Ze zijn
ontvlucht! O, wat zal hij woedend
zijn, dat zij dit gedaan hebben! Ik ga
morgen naar het dorp en zorg, dat ik
uit ben, als ze tot die ontdekking ko
men!
Dien heelen nacht hoorde zij den
wind om het huis gieren en vroeg zij
zich af, waar de vluchtelingen toch
wel konden zijn. Maar Rokeby zou ze
natuurlijk vinden/ en ze terughalen.,
terugja, en wat dan?
In wanhoop sloeg miss Greig de
handen ineen en dacht, dat ze vast niet
tweemaal ontsnappen zouden.
HOOFDSTUK IX.
Miss Greig was dan ook dien vol
genden dag in het dorp, toen de be
dienden tot de ontdekking kwamen,
dat Effie en haar meesteresse niet op
haar kamers waren. En eerst na den
lunch keerde zij terug. Met de groot
ste verbazing hoorde zij toen het
nieuws, ging naar boven en onder
wierp de slaapkamers aan een nauw
keurig onderzoek.
De kleerkasten waren vol; ze kon
den dus maar heel weinig kleeren mee
genomen hebben; en er werd nergens
zoowel als voor een zoo harmonisch moge-
lijken gang van zaken*, waardoor vader en
moeder niet onnoodig van hun nachtrust
worden beroofd.
Wist U dat?
Lauw water, waarin een paar druppels
terpentijn zijn gedaan, is uitstekend om
porseflein en glaswerk af te wasschen. Ge
bruik 'n diepe kom water, zoodat elk voor
werp geheel ondergedompeld wordt Neem
het af met een leeren lap; als men het daar
na afdroogt en opwrijft met een linnen
doek, zal alles glanzen en schitteren als
een spiegel.
Een andere methode om glazen tumblers
en andere glazen voorwerpen na het af-
wasschen in s-op, mooi helder te krijgen is,
ze na te spoelen in warm water. Vervolgens
doet men ze in koud water, waarin men
een handvol stijfsel heeft opgelost. Laat
de glazen uitdruipen op een doekt tot ze
bijna droog zijn; dan met een zachte lap
nawrijven.
Geslepen glaswerk moet men afwasschen
in lauw water met een beetje zeep, ammo
nia of waschsoda.
RECEPT.
Als baby begint mee te eten.
Als na vijf of zes maanden de borst
voeding langzaam-aan vervangen mag wor_
den door ander voedsell dan valt de keus
gewoonlijk het eerst op een zacht soepje^
bereid van gelijke deelen groente-afkook
sel en melk, welke vloeistof dan door wat
griesmeel gebonden wordt tot een dun pap
je, terwijl een lepeltje suiker erdoor er den
door baby gewenschten smaak aan geeft.
Daarop volgen geleidelijk de brood-i,
rijst- en andere „papjes", die één of meer
borstmaaltijden per dag gaan vervangen,
tot in de zevende en achtste maand be
gonnen wordt met het vermeerderen van
de hoeveelheid groente (purée van blad
groenten, wortelen, later ook van erwten
en boonen) en ook wordt overgegaan tot
het geven van aardappelen als een dunne
purée. Voor wortelpurée kookt men 100
gram jonge worteltjes gaar in 2 d.L. ko
kend water met een half bouillonblokje
(ongeveer lA uur). De wortehjes schept
men in een zeef en wrijft ze fijn. De purée
verdunt men dan met den overgebleven
bouillon en roert er een theelepeltje
suiker en 1 theelepeltje boter door.
HUISVROUW.
N V. 1ste SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ
Van Weedestraat 7 Telefoon 962
een briefje of een korte mededeeling
gevonden. Hier overtuigde miss Greig
zich wel goed van, want ze had iedere
lade geopend, en ook had zij den in
houd van den ouden koffer zorgvuldig
op zij gezet, maar de gravures interes
seerden haar meer en die had ze nauw
keurig bekeken. De een stelde een wa
terval voor en de ander een kasteel of
een vesting en aan den achterkant was
daarop geschreven: Tante Effie van
Tom. Haar oud tehuis.
Mis Greig zat een oogertblik met de
gravure op den schoot; toen sloot ze
den koffer en nam de plaat mee naar
haar eigen kamer. Ze wist niet het
adres Van Rokeby; dus kon ze hem
ook niet telegrafeeren; maar ze zei
tegen de bedienden dat hij dien vol
genden dag thuis zou komen en dat
ze in het dorp navraag zou doen naar
Effie.
Rokeby kwam ook dien volgenden
dag thuis en reed onmiddellijk naar
Wenyss. De groom durfde hem niet
vertellen van de vreemde vlucht. Die
taak bleef dus aan miss Greig. Zij al
leen was dan ook getuige van zijn
toorn en drift. Zij liet den storm over
gaan. Ineens greep hij haar bij den
arm.
Sta mij niet zoo aan te staren,
maar vertel mij liever, waar zij heen
gegaan zijn. Wat moeten wij nu doen?
Ze kunnen nog niet ver af zijn,
Wordt vervolgd.