Plakkaatverf
Het rotspad.
S
Te Kooti landt in de
Poverty Baai.
Rechtzaken _>o
FEUILLETON
Diverse kleuren voorradig
D
N.
BI
v/
J-
KANTONGERECHT TE A'FOORT.
Das Geld giebt keine Frage.
Dat leek wel het geval te zijn bij deze
verzetzaak. De rechtskundige bijstand mr.
J. R. Voute van. Amsterdam sprak over zijn
cliënt als een der rijkste personen in
Baarn, die onmogelijk in zijn mond kon
,hebben genomen de uitdrukking „van den
weg maaien." Hot was dan ook niet het
peulschilletje van f 8U0 boete, die aanlei
ding tot het verzet had gegeven, maar de
bijkomende straf van een jaar ontzegging
van rijbevoegdheid.
Zonder dat nog een naam genoemd is,
zijn we al georiënteerd in deze verzetzaak
Zondag 23 Juli, dus midzomer en lang
daglicht, passeerde het volgende moois on
geveer op het midden van de Nieuwe Steeg
te Soest.
Agent van Wijngaarden komt per fiet
met echtgenoote van Baarn af, houden het
wielerpad tot aan de Naald maar nemen
toen den rijweg, omdat het fietspad langs
de Nieuwe Steeg kuilen heeft, als gevolg
van de huizenbouw aan dien kant.
Beiden rijden volkomen rechts; eerst
naast elkaar en op het moment van het
moois dat komt, achter elkaar.
|Een auto nadert met 6U K.M. vaart. On
behoorlijke vaart, zegt getuige A. v. d.
Snoek, maar hier lijkt men het als een nor
maal gangetje aan te zien; ieder doet het
Deze getuige, loopenlde op het wandel
pad ongeveer 150 M. vanaf de strafpredi
caitie-metterdaad van onze verd. J. L. P.
heeft alles volkomen kunnen opnemen, al
wou mr. Voute dat in twijfel trekken, ge
zien die 150 M. Nu daar wordt een advocaat
voor betaald om zooveel mogelijk op ge
tuigenverklaringen te beknibbelen.
Daar schiet achter genoemden auto de
wagen uit van verd., die passeert en dus
meer snelheid moet hebben gehad dan bo
vengenoemde 60 K.M. Volgens den verba
lisant-gedupeerde moet het minstens 80 zijn
geweest.
Mijnheer gooit meteen vol licht op en
rijdt op de wielrijders aan, nemende zijn
passeerbochit zoo groot, dat hij ook vol
gens den heer v. d. Snoek rakelings den
betonrand sneed aan den kant van den
weg.
„Van den weg af!" zou hij geroepen heb
ben. Dit was al niet meer noodig want de
heer van Wijngaarden had zijn echtgenoote
al noodsignalen gegeven met: Er af! En
mevr. v. W. uitte de woorden: Ik dacht dat
de verat gek was. Hiermede bedoelde ze
natuurlijk den verdachte.
Men had het leven gered over dera be
tonrand heen en had den fietsen eveneens
veilige plek verschaft.
Mlen zal zich herinneren, dat verd. in
een brief zelf heeft erkend, dat het zijn be
doeling was geweest de fietsers (te verja
gen, die op het wielerpad hadden te rijden
Den volgenden morgen kreeg verd. be
zoek van den verbalisant, die in alle con
sternatie nog vlug nummer had kunnen op
nemen.
Dit kunnen noteeren achtte de advocaat
een (teekera, dat de schrik niet zoo erg was
geweest. Het O.M. achtte het daarentegen
een deugd, een politieman die ondanks per
soonlijken schrik en gevaar zijn politiewerk
als van nature blijft uitoefenen.
Bij die morgenvisite zou verd. bij herha
ling hebben gezegd, dat zijn handeling was
geweest om de fietsers van den weg af te
maaien.
Daar kwamen verd.,. diens echtgenoote en
de advocaaat tegenop. Verd. was een uit
stekend chauffeur, die in verschillende we-
relddeelen had gereden en nooit een onge
luk had veroorzaakt. Hij zou nu ook wel
,de fietsers hebben gespaard, als ze kalm
waren doorgereden.
Maar dan dat scheren langs den weg-
band?
Ontzegging van rijbevoegdheid, betoogde
de advocaat, geschiedde om nieuwe onge
lukken te voorkomen. Daarvoor behoefde
hier geen vrees te bestaan.
De Kantonrechter achtte hier echter wel
degelijk een lesje op zijn plaats. De f 800
boette bleven gehandhaafd; het jaar ontzeg
ging werd echter tot een half jaar terug
gebracht.
Cause célèbre.
Het résumé door den makelaar P. Man
te Soest gegeven over wat hem overkomen
was met zijn reclameborden voor de assu
rantie „De Nederlanden" was een wonder
lijke historie.
N.aar het Enge Is ch.
'Nadiruk verboden.
20)
Colin bleef alleen op de binnen
plaats zijn sigaar rooken. Hij stond
tegen een van de bijgebouwtjes ge
leund en keek op naar het sombere,
grijs-steenen huis, terwijl weer die
droefgeestige uitdrukking verscheen
op zijn anders zoo joviaal gelaat.
Hoe komt het toch, dat ik altijd
op dit uur aan haar denken moet? Als
de dag bijna ten einde is, en de m'en-
schen zoo langzamerhand tot rust ko
men, dan is het mij net altijd, of ik het
hoofdje van Dorothy tegen mijn arm
voel, zooals zij dit zoo lief kon doen
en danJa, nu weet ik niet
eens, waar zij is!Zou ze dood
zijn, of waar en waarom heeft ze zich
verborgen voor den man, die haar lief
heeft? O, het is verschrikkelijk; die
onwetendheid vooral is zoo onuit
staanbaar!
Ineens schrikte hij geweldig
hij meende, dat de Hemel hem dien
vurigen wensch verhoord had; want...
had hij daar niet aan dat venster, vlak
boven zich, het bleeke gezichtje van
Dorothy gezien, met de groote, ern
stige oogen?
Als een pijl uit den boog vloog hij
het kasteel binnen en liep de trap op,
Ieder Soes^er weet van de geschieden
mee te praten en zal ons mogelijk op kleine
foutjes kunnen dippen.
We geven het relaas, zooals we het verna
men van verdachte en zoover we het zuiver
hebben aangevoeld.
In korte zinnen het verhaal weergegeven
Sedert 25 Juli is in de kom der gemeen
te Soest van kracht een of meer bepalin
gen op Ontsierende Reclame, te beoordee
len uitsluitend door Burg. en Weth.
Op eigen erf maar buiten de rooilijn,
heeft verd. een bord op palen, haaks op de
Steenhofstraat staan met vermelding van
woningbureau enz., een dubbel bord zicht
gevend naar beide richtingen van den weg
Dit bord staat er reeds 16 jaar, valt dus
buiten het Ontsieringsreglement.
Daaronder werd na 25 Juli, ook een dub
bel bord aangebracht met reclame voor „D<
Nederlanden."
Aanzegging was gekomen om het te ver
wijderen.
Door het O.M. naar den ondergrond ge
.vraagd van dit en wat volgt, zei verd. dat
zijn concurrent of concurrenten een aan
klacht wegens ontsiering hadden ingediend,
terwijl een der. concurrenten op een uit
gang naar het Kerkpad vier reclame-bor
den mocht plaatsen, zonder dat hem last
gewerd.
Na de aanzegging was verd. en ook de
nspecteur van de Nederlanden inlichtingen
gaan vragen bij mr. de Raedt, een gemeente
ambtenaar. Diens oordeel was, dat het bord
er mocht neergehangen worden. De politie
had geen bezwaar gevonden, als de buren
er niets tegen hadden. Nu, deze hadden
toegestemd.
Toen heeft verd. zich gewend tot den
Gemeenteraad en deze verwees het adres
naar B. en W-
Vervolgens zou de Burgemeester bij een
vernieuwd bezoek verwezen hebben naai
den heer van Noessel, gemeente-opzichter.
En deze zou weer gezegd hebben: Ik be
grijp niet wat B. en W. bezielt; er zijn er
zooveel.
Dat was voor den Kantonrechter even
wel slechts intiem Soes-ter quaestie.
Z.E.A. had echter houvast aan wat ni
kwamVerdachte verklaarde, dat
het verbaal kwamtoen het bord
drie uren tevoren was verwijderd.
Je reinste fantasie, besloot verd. Het
O.M. vroeg veertien dagen uitstel; dan
moet de agent Jansen als verbalisant ver
schijnen. Ondertusschen zal de Ambtenaar
eens verder onderzoeken en zal met den
burgemeester gaan praten.
Tijdens de „kermis" te Soesterberg
De getuigende wielrijdster had daarvan
niets geweten, toen ze van Utrecht naar
Amersfoort terugkeerde. Zoo kan het wel
ijn, dat ze wat links heeft gekeken naar de
menigte volks.
In allen gevalle op het wielerpad komt ze
plotseling voor het openstaande portier van
den Leeuwarder auto van verd. A. L.,
thans niet aanwezig.
Die auto nam benzine in of zou benzine
innemen en stond met een wiel op het fiets
pad. Zijn openstaand portier stak er natuur
lijk verder overheen. Onze zus had echter
nog wel ruimte om te passeeren, als ze dus
opera portier vroegtijdig in de gaten had ge
kregen.
Nu kwam ze er plotseling voor en ze
wierp het portier dicht.
Maarde ruit brak en A. L. had
doorgedreven dat de politie proces-verbaal
daarover opmaakte, al werd hem opmerk
zaam gemaakt, dat hij zelf in overtreding
was.
Toen dat ruitverbaal per sé moest door
gaan, kwam hij zelf tevens op de bon en
kreeg heden f 5.boete.
UITSPRAKEN KANTONGERECHT
Melkbesluit: B. J. B., Soest f 30.— of 10
dagen.
Te Amersfoort rijwiel onbeheerd laten:
P. de B.. Soest f 2.— of 1 dag; P. v. A.,
Soestdijk, idem.
Met rijwiel de veiligheid van verkeer in
gevaar brengen: J. !E. M., Soesterberg,
f 25.of 10 dagen.
DE EERSTE SOESTER
ELECTR. DRUKKER IT
4 is het meest betrouwbare adres
voor Uw drukwerk. Met onze mo-
derne machines zijn wij in staat U V
if het baste van het beste te leveren
tegen zeer concurreerende prijzen
naar het vertrek, vanwaar hij dat „vi
sioen" had gezien.
Maar, er was geen spoor van eenig
menschelijk wezen daarhet
moest dus een droomgezicht zijn ge
weest
Colin keerde terug, haast snikken-
le, en van de plek, waar hij nu stond,
kon hij lady Elinor zien, die den heu-
el weer afdaalde; ja, hij luisterde
zelfs naar haar woorden, die hem ten
zeerste belang inboezemden.
Een schitterenjd idee van Mary!
a, waarlijk!
Nog eens ging Colin het kasteel
binnen, doorzocht alle vertrekken aan
Jen achterkant van het gebouw,
maar tevergeefs, tot hij tenslotte bij
Je keuken kwam, waar Mary, bij den
gloed van het vuur, een oud porselei
nen kopje stond te bekijken^
- Die hoorde nog aan mijn over-
groot-moeder, zei luis. Mc. Dougall.
Zij was een Campbell, een Argyll-
amp'bell. Er warer^ er vier, vier on-
gesclu nden, en één, waar het oortje
aan ontbrak, en bij het doopmaal van
mijn eersten jongen werden er drie ge
broken. Ik heb er om gehuild, wilt u
wel gelooven! Er om gehuild, tranen'
met luiten'! 't Was of er een stuk van
mijn leven mee heenging!
- Zeker, dat begrijp ik best, zei
Mary. Hé Colin!
- Zijn jullie klaar om te gaan?
roeg hij. En zich toen ineens tot de
huisbewaarster wendend: Wie heeft
VERVOLG.
Wij zijn nu genaderd tot een der donker
ste bladzijden uit -de geschiedenis var
Nieuw-Zeeland. Luitenant Sanders, die uit
gezonden was, op eene verkenningstocht
teneinde zich op de hoogte te stellen waar
Te Kooti zich mocht bevinden, kwam 2
September terug met het bericht, dat deze
eene sterke stelling had ingenomen te Pu
ketapu, niet ver van de plaats, waar een
paar weken tevoren het treffen met Kol
Whitmore had plaats gevonden. Te Koot
had eene versterking, eene zgn. „pa" ge
bouwd; Luit. Sanders kwam, op binnen een
paar mijl afstand, van deze pa, zoodat hij
duidelijk de palisades kon zien. Eenige da
gera daarna kwam de tijding, dat een jong
bevriend Irrl. hoofd, Karaitiana genaamd,
benevens nog drie andere inboorlingen van
zijn stam, gedood waren, terwijl zij de be
wegingen van Te Kooti gade sloegen. Di
reet na deze gebeurtenis deed Te Kooti een
aanval op de Wairoa-nederzetting, die toen
door gewapende settlers bezet was; deze
trokken daarna terug naar de versterkin
gen aan^de Clyde. Een strijdmacht van on
geveer 700 man, meest uit Inboorlingen be
staande, onder bevel van Kapt. Tuke, werd
in allerijl uit Napier gezonden, om het
Wairoa-distriot te verdedigen. Toen deze
daar was aaragekomen, bleek het echter,
dat Te Kooti weg was getrokken, en men
Iaagde er niet in, om te ontdekken, waar
hij zich bevond. De expeditie keerde daar
na naar Napier terug. De settlers op de
Oostkust verkeerden thans allen in een
uiterst opgewonden toestand, aangezien het
niet onmogelijk was, dat Te Kooti zich ter
een of anderen tijd op hen zoude werpen,
om hen uit te moorden. Te Matawhero in
de Povertybaai werd eene vergadering be
legd, die door een zeer groot aantal per
sonen werd bezocht en waar de volgende
besluiten met algemeene stemmen werden
aangenomen:
1. Er moesten oogenblikkelijk verken
ners naar de drie voornaamste toegangs
wegen, die raaar het binnenland voerden,
worden gezonden, om zoo spoedig mogelijk
eenig inzicht te verkrijgen omtrent de be
weging van den vijand.
2. Er zou op een of ander centraal
punt een redoute worden opgericht, om als
toevluchtsoord te dienen, zoowel voor In
boorlingen als Europeanen.
3. Er zou een memorie aan het Gou
vernemenit worden gericht, met het verzoek
om aldaar eene voldoende strijdmacht te
statioineeren.
4. Terwijl voorts deze vergadering in de
krachtigste termen hare afkeuring wenschte
te kennen te geven, omtrent het bestuur
van Kol.
Whitmore, toen hij hier het bevel voerde,
daar het algemeen bekend was, dat hij elke
gelegenheid te baat nam, om de bewoners
van deze plaats, zoowel Inboorlingen als
Europeanen, te beleedigen, zoodat daar
door een uiterst gespannen toeestand tus-
chen de Inboorlingen en het Gouverne
ment is ontstaan.
Het feit, dat deze resolutien werden aan
genomen, toont wel aan, in welken ellen-
digen staat de zaken zich ira het district
bevonden, en ook, dat de settlers geen ver
trouwen meer hadden in de officieren, die
met het bestuur belast waren, zoodat zij (de
ettlers) het voornemen hadden, om de teu
gels van het bewind in eigen handen te ne--
men, en voor hun eigen veiligheid te zor
gen. Een' veiligheids-comité werd gevormd;
verkenners werden uitgezonden en met den
aanleg van twee redoutes werd begonnen,
n.1. een 'te Turanganui en een te Matawhe
ro, naast het huis van Majoor Biggs, die
thans tot senior officier was bevorderd.
Kolonel Whi/trnore was na zijne nederlaag
aar Napier terug gekeerd. Op 5 Nov. deel-
e het veiligiheids-comité aan Maj. Biggs
mede, dat Te Kooti zich in beweging had
gesteld en in de Patutahi Vallei afdaalde.
De majoor antwoordde, dat men niet ver
ontrust behoefde te zijn, daar hij verken
ners onder luit. Gascoingrae had uitgezop
en, om hem met de beweging van den vij-
nd op de hoogte te houden. Het comité
was hierdoor gerust gesteld en ieder keer
de daarna naar zijne woning terug, zood'at
de waakzaamheid der settlers begon te ver
lappen. Voor het aanbreken van den dag,
op Dinsdag 10 Nov. 1868 (een nimmer te
vergeten dag in de geschiedenis van N. Zee
land), lag alles in de nederzetting Ma-
hier bij zich?
Een dame, die Smjith heet, maar
ij is uit.
- Ik geloof, dat wij nu ook moeten
gaan, meende mrs. Fenwick. Klaar,
Lucy? Wat zie je bleek, Colin! Heb je
t koud?
Fenwick trok haar mee naar de don-
ere binnenplaats, want hij voelde, dat
hij toch iemand in zijn vertrouwen
moest nemen, en zei:
O, ik ben zoo geschrikt, Mary!
Ik dacht aan haar, aan Dorothy
En ineens zag ik haar gezichtje aan
het venster, vlak boven mij, verschij
nen. Ik zag het zoo duidelijk als ik jou
u zie! En ik weet heel goed, wat ik
eg hoor! Ik droom niet.
Maar ga dan kijken; Colin.
Dat heb ik ook gedaan. En er was
niets te zien, ofschoon ik alle kamers
heb doorzocht.
Dan heb je het je maar verbeeld!
Maar het leek toch zoo duidelijk,
Mary! En toch was er ietsiets
bovenaardsch in de verschijning.
Spreek er vooral niet van tegen de
anderen
Hij hield dan ook ineens op, toen
eerst Lucy en vervolgens lady Elinor
en de heeren verschenen; even later
keerden allen terug langs het rotspad,
terwijl Mary en haar man vooraan
liepen.
Het was nu al donker en Mary was
til. Ze dacht aan Colm en aan dien
blik op zijn gezicht, en vroeg zich af,
tawhera nog in diepe rust en alleen het
blaffen van een enkelen waakhond of he;
verwijderd geschreeuw van een boschhoen,
verbrak zoo nu en dan de stilte van den
morgen. Gedurendcn den nacht was een
groote troep van Te Kooti's volgelingen
de Pal\uati-ford overgetrokken en bewoog
deze zich in de richting van Matawhero.
Majoor Biggs, die op de waakzaamheid van
zijne verkenners vertrouwde, was 's nacht
tevoren met de andere settlers terug getrok
ken. Hij had geene nadere berichten van der.
vijand ontvangen, en verkeerde in de mee
ning, dat alles veilig was. Plotseling wen
hij in zijn slaap gestoord, omdat hij perso
nen in de Maorietaal hoorde spreken. Hij
dacht niet anders, of er waren eenigen van
zijne Inlandsche verkenners met belang
rijke berichten omtrent de beweging van
den vijand terug gekeerd. Hij sprong daar
om haastig uit zijn bed en begon de zoo
juist aaragekomenen te ondervragen, die
echter oogenblikkelijk op hem vuurden en
hem vreeselijk verwondden. Hij rende i;
zijn huis terug en waarschuwde zijne vrouw
om ter wille van haar leven en dat van hun
kind, zoo snel mogelijk te vluchten; zij wei
gerde echter om haar echtgenoot te veria
ten. De majoor, hoewel zwaar gewond zijn
de, had intusschen aan een jongen, die bij
hem in dienst was, order gegeven, om hem
zijn geweer aan te reiken. Deze jongen
C. James genaamd, voldeed aan dat bevel
doch maakte den majoor er opmerkzaam
op, dat het niet geladen was. Terwijl de ma
joor bezig was, om het geweer te laden,
werd weder door de Maories op hem ge
schoten en viel hij. De Maoriës drongen nu
het huis binnen en, allen, die zich daar be
vonden, werden op eene vreeselijke wijze
vermoord, met uitzondering van genoemden
C. James, die er in slaagde, om te vluchten
Vermoord werden: Maj. Biggs, zijne echt
genoote en kind, benevens de vrouwelijk
bediende van Mevr. Biggs, terwijl hunne li
chamen vreeselijk verminkt werden. Op
hetzelf de oogen blik, dat de fam. Biggs er-
moord werd, viel een andere troep Maories
het huis van Kapt. Wfilson aan, dat op kor
ten afstands van het huis van. Maj. Biggs
was verwijderd. Nadat zij eerst verschil
lerade salvo's op de bewoners hadden a/fge
vuurd, werd het huis in brand gestoken
Kapt. Wilson sneuvelde, terwijl zijne
vrouw en drie zijner kinderen door de ba
jonetten werden gedood. Het oudste kind,
een knaapje van 9 jaar, slaagde er in, om
in de verwarring te ontvluchten en werd
pas raa verscheidene dagen terug gevonden
Mevr. Wilson leefde nog, toen men haar
later vond, doch stierf te Napier aan hare
wonden. Voor haar dood kon zij de bizon-
derheden van den overval echter nog mede-
deelen. Het lichaam van den bediende van
den majoor werd later, vreeselijk verminkt,
terug gevonden. Nadat de jongen C. James
uit het huis van den Maj. Biggs was ge
vlucht, snelde hij raaar de in de buurt gele
gen wonirag van Mevr. Bloomfield en maak
te alarm. H'ij klopte zoo hard mogelijk aan
de deur en riep haar toe, dat ze moest
vluchten, aangezien de M'aories bezig wa
ren om iedereen te vermoorden. Mevr
Bloomfield nam zoo spoedig mogelijk hare
kinderen op en vluchtte met hare zuster,
die bij haar inwoonde, naar Turanganui, op
ongeveer 6 mijl afstand gelegen. Ze werden
op hare vlucht begeleid door een bij haar
in dienst zijnde jongen, Tom Finukin. ge
naamd. Op zijn aanraden trokken zij, om
niet gezien te worden, door het struikge
was langs het strand. Toen zij voort gingen
zagen, ze het huis van luit. Wilson in vlam
men en hoorden ze duidelijk het luide
•chreeuwen en het schieten der Maories.
In uitgeputten toestand bereikten zij ten
laatste Turanganui. Mr. Walsh, zijne vrouw
en twee kinderen, w.o, een: zuigeling, wer
dén verrast en vermoord, en nog meerdere
ersonen ondergingen hetzelfde lot. Een
zekere Mevr. James, die door een zekeren
jongen, Tarr genaamd, gealarmeerd werd,
gelukte het, om met hare zes kinderen te
vluchten. Een zekere James Gar.land bleef
op eene wonderlijke wijze voor de moord
zucht der Maories gespaard. Hij woonde in
een hut, dicht bij het huis van Mevr. Bloom
field, doch het klinkt bijna als een
sprookje hij was niet wakker geworden
van al het rumoer in den omtrek. Om 5 uur
morgens stond hij volgens gewoonte op
en ging uit, om de koeien te melken; tot
ijn schrik en ontzetting zag hij toen pas,
wat er 's nachts was geschied. Geen enkele
Inboorling was er op dat oogenblik te zien.
ofschoon ze nog altijd in de buurt waren
en, oók gedurende het grootste gedeelte van
den dag in den omtrek bleven, om de hui
zen der settlers te plunderen en te verbran
den. Een aantal bevriende Inboorlingen, die
te Matawhero woonden, vielen eveneens als
lachtoffers van de rebellen. In het geheel
erden, zooals later bleek, 38 Europeanen
of het toch niet een spel van zijn ver-
eelding was geweest, dat hij dat ge
laat had gezien aan een van de bo-
envensters. Toen hoorde Mary de
tem van haar echtgenoot.
- Heb je den steun van mijn arm
iet noodig, vrouwtje, want het pad
is hier en daar glibberig.
Tom, wat denk jij van Dorothv
Wenyss?
Hoe kom je daar zoo bij?
Ze hadden nu de Lange Brug be
reikt en hun stemmen klonken heel
uidelijk in de stilte. Een donkere ge-
aante beklom het pad in de richting
aar het kasteel, langs de rivier „De
Zorg", en hield ineerns verschrikt op,
bij het hooren van den naam.
Ik weet niet, maar Colin sprak
an haar.
- Dat is een geheimzinnig geval,
meende Fenwick.
Wat dat meisje toch bezielde om
eg te loopen van een verloofde als
'olin ens een inkomen van tienduizend
pond per jaar, vat ik niet! Ze moet
toch waarlijk wel „krank van zinnen"
ijn geweest; anders kan ik het mij
niet verklaren! Tom!
- Maar, liefste! Ik heb al eens meer
zoo'n vermoeden hooren uitspreken.
"iemand heeft haar ooit na het onge-
uk gezien en de oude Wenyss was ook
altijd wat vreemd. Maar zij zal vroe
ger of later nog wel eens opdagen;
aar ben ik van overtuigd.
Kijk, daar zijn de anderen}!
en 32 bevriende Inboorlingen vermoord.
Een zekere Mr. Gold-smith, die te paard in
de buurt was en het schreeuwen en schieten
hoorde, reed ijlings naar de plaats des
onheils en was vreeselijk ontdaan, toen hij
het vreeselijk verminkte lijk van Mevr.
Mann zag liggen. De Inboorlingen hadden
haar vermoord, en daarna hare kleeren in
brand gestoken. De Maories waren in de
nabijheid, toen Mx. Goldsmith daar aan
kwam. Ze trachtte om de teugels van het
paard te grijpen, doch Goldsmith gaf het
dier de sporen en galJoppeerde weg. Het
was gelukkig, dat de geweren der Maories
op dat oogenblik niet geladen waren, zoo
dat men hem geen kogel na kon zenden.
Bij het vluchten zag hij de lijken van ver
schillende vermoorde personen op den
grond liggen. In ten vreeselijk opgewonden
toestand bereikte hij Turanganui, om al
daar het bericht der slachting te brengen.
Wordt vervolgd.
DE VOET EN ZIJN VERZORGING.
VERVOLG.
Deze bogen nu rusten op 3 steunpunten,
n.1. het eerste steunpunt; dit bevindt zich
in den hiel, het 2de steunpunt: bal, kleine
teen, het 3de steunpunt, bal, groote teen.
Functioneereh deze bogen goed op de
teunpunten, dan loopt men lekker, gemak
kelijk veerend, al weegt men 300100
pond, toch loopt men dan licht. Zijn echter
de bogen van hun steunpunten af, dan
heeft men een voeteuvel en loopt zelfs
iemand van 80 pond zwaar.
Wij zetten dus bij het loopen eerst de
hiel, dan de bal-kleine teen en daarna de
bal-groote teer» neer, drukken en op de
bal van de groote teen en op de groote teen
zelf en gaan een stap vooruit.
De groote teen is derhalve voornaam
(evenals de duim); iemand een handdruk
geven zonder duim gaat nu eentinaal niet.
Daar zit namelijk de groote teenstrekker,
die zoo goed als het geheele loopen in zich
heèft.
Ontstaat er een voeteuvel, dan gaan de
bogen van hun plaats, een beentje uit zijn
erband geeft, dat ze na korten duur alle
ten getale van 28 meegaan. De 3
steunpunten zijn dus vervallen.
De meeste voeteuvels zijn voorvoetver-
<z wak kingen d.w.z. de voorvoetboog, die
eer veel te doorstaan heeft, zakt door en
menschen die zoo'n euvel hebben, voelen
bij het loopen alles, zelfs vermeenen ze
overal de straatsteenen te voelen.
Hoe komt dit? De voorvoetbeenderen
hebben hoofdjes, welke drukken in een vet
laag, die zich vormt onder de voetzool. On
ze geheele huid is een beweeglijke huid, dus
uit te rekken, behalve echter de huid van
handen era voeten; dat is een vaste huid.
.Op een vaste huid kan men staan, dus ook
op de handen. Gaat nu de voorvoetboog
doorzakken, dan gaan de teenbeenderen
loopend over de wreef eenigszins plat lig
gen, willen het hielbeen achteruit drukken,
wat niet kan door de vaste huid-onder de
voet en (moet het hielbeen naar buiten uit
en gaan de voeten aan den binnenkant, iets
oor de enkel naar binnen staan, of te wel
het z.g. springbeen.
De banden, waar de 28 beentjes, welke
e voet vormen in opgesloten liggen, gaan
aardoor scheef rekken en gaan na een
moeizamen dag opzetten, dik worden. Door
e scheeve rekking der banden, gaat dus de
voet opzetten, wat men gewoon is te noe
men: zucht. Zetten LTwe voeten in den na
middag of avond op, dan is dit echter geen
ucht, 't is zelfs zeer goed te genezen.
Voor H.H. Winkeliers, te
gebruiken voor Etalage
reclame, voor prijzen enz.
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij
Van Weedestraat 7 - Soestdijk
Nog eer 't donker was, bereikten ze
allen het portiershuisje en reden terug,
terwijl ze nog juist bijtijds kwamen
oor het diner.
Rokeby Wenyss stelde geen bijzon-
Ier belang in de beschrijving van het
kasteel em Colin sprak niet van zijn
avontuur, ofschoon het hem heel den
avond niet uit de gedachten wilde en
hij 's nachts in den slaap het bleeke
gezichtje van Dorothy voor zich zag
met dien strakken, vreemden, starren
blik.
Jntuusschen had Effie langzaam het
pad bestegen, met trillende lippen en
onzekeren tred. Het mandje, dat ze bij
zich had, leek haar nu een zware
racht, ofschoon zij eerst haast niet
gemerkt had, dat zij wat droeg.
Haar vrees voor ontdekking had zij
bijna vergeten, gedurende het jaar, dat
ij Dorothy veilig had geweten;, aan
alle kanten omringd door vreemden,
als zij waren. Nu, nu ineens had die
angst zich weer van haar meester ge
maakt! Hier, in de kloof naar het
kasteel, had zij den naam van haar
lieveling gehoord. Er waren menschen
Dolour, menschen aan den voet van
het kasteel „Schaduw", die haar kenL
Jen, die haar misschien hadden gezien
en haar zeker zouden'herkennen, als zij
haar weerzagen! Natuurlijk zou Ro-
eby Wenyss er van hooren en dan
zou Dorothy andermaal in zijn macht
zijn. O, verschrikking!
Wordt vervolgd.
Ni
BU
AC
TC
Uil
HE
D
B
con
is li
star
Wa
prei
hou
der
schi
kon
ninj
behi
volt
Am
tal
leid
ninj.
ovei
puni
den,
het
litai
de j
Hitl
lioei
teV
larei
gim<
vaar
in n:
stor;
Er
staai
eenk
te b(
nen
onde
Het
bijvc
een
zou
in rv
van
teria
ontw
slagc
de 01
der
orga
van
van
riaal.
Me
de ei
ming
rig b
over
me,
lange
tot
Een
groot
immt
ning.
die fc
ontw
't ouc
en dc
denhc
heel
hoort
loof
om d
leger;
zijn 1
ontmi
haald'
Hel
lijke 1
elk v
heerli
vader
de voi
tie on
tuigen
propaj
ander,
dan ir
teeker,
*0
De
Sp:
Btli