D R U K W E R K De noodlijdende Middenstand. Verschijnt Woensdag en Zaterdag Nieuws- en Advertentieblad SINT-NICOLAAS. WIE VOLGT Mag „Onrecht" Voortduren Een en Twintigste Jaargang Woensdag 6 December 1933 REDACTIE- EN ADM.-ADRESv.WEEDESTR. 7 - TEL. 962 - GIRO 161165 UITGAVE: N.V. EERSTE S0ESTER ELECTR. DRUKKERIJ v.h. 8. d. B0VENKAMP Bekendmakingen Officieel Goed, Billijk, Vlug Vraagt prijs! „De Soester" geeft het voorbeeld. Binnenland De Ambtenaren en de Poliiiek. No 97 (Gegarandeerde oplaag 3000 exemplaren) ADVERTENTIÊNVAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS' GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING ABONNEMENTSPRIJS I l.— PER DRIE MAANDEN. FRANCO PER POST HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 380) BUREAU VOOR ADMINISTRATIE. VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK ADVERTENTIÊN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU INSCHRIJVING VOOR EN VRIJSTEL LING VAN DEN DIENSTPLICHT. De Burgemeester der gemeente Soest herinnert alle mannelijke personen, geboren in het jaar 1915, aan de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving voor den dienstplicht. Voor de inschrijving zal in het bijzonder zitting worden gehouden ter Gemeente- huize op: 9 Januari a.s. voor hen wier namen be ginnen met de letters A t/m L; 10 Januari a.s. voor hen wier namen be ginnen met de letters M. t/m Z. De op deze inschrijving betrekking heb bende bepalingen van de Dienstplichtwet en van het Dienstplichtbesluit, zijn aan de aan plakborden bekend gemaakt. Soest. 2 December 1933. De Burgemeester voornoemd, G. Deketh. HINDERWET. Burgcme er en Wethouders der ge meente Soest. Gelet op het bepaalde bij de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Brengen ter algemeene kennis: dat op de secretarie der gemeente ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van de N V. Utrechtsch Advertentieblad, Mid delwijkstraat 21 te Soest, om vergunning tot uitbreiding en wijziging der inrichting voor het vervaardigen van reclameplaten en drukwerk, door bijplaatsing van 1 snelpers, gedreven door een electromotor van 2 P.K. en 1 zetmachine, gedreven door een elect'romotor van ll/> P.K. en het ver wijderen der tweeledige plakmachine in het perceel Middelwijkstraat No. 21, kad. ge meente Soest, sectic A. No. 1833; dat op den 12den Dec. 1933, des vóór middags te 11 uren gelegenheid is om ten gemeentehuize bezwaren tegen het uitbrei den en wijzigen dier inrichting in te bren gen en dat gedurende DRIE DAGEN vóór dien dag op de secretarie der gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan wor den kennisgenomen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat niet tot eventueel be roep van de later op het verzoek te nemen beslissing gerechtigd zijn zij, die niet op de aangewezen plaats en het aangegeven uur in" de vorengenoemde ingevolge art. 7 der Hinderwet te houden zitting zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mon deling toe te lichten. Soest, 23 November 1933. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Soest maken bekend, dat het verzoek van M. v. d. Broek,Beckeringhstraat 34, om op/in per ceel, kadastraal bekend in sectie H., No. 4717, gelegen aan de Koninginnelaan, een ondergrondsche benzinebewaarplaats met bovengrondschc aftapinrichting te mogen oprichten door hen is ingewilligd op 28 November 1933. Soest, 30 November 1933. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. Er zweeft om het geheele St. Nicolaas- feest en de geheele figuur van Sinterklaas een geheimzinnige, mystieke sfeer, een at mosfeer van verrassing, van blij geven, uit sluitend om de vreugde van het geven, van hoopvolle verwachting. En van deze zelfde atmosfeer zijn als het ware alle legenden, die om de figuur van St. Nicolaas zijn ge weven, doortrokken. Aan elk attribuut van den. goeden Sint is bij wijze van spreken een aparte geschiedenis verbonden. En zooals het met vele legenden gaat, meestal ligt er wel een zeer kleine historische kern aan ten grondslag, waarna de overlevering, vooral wanneer die zich over zeventien eeuwen uitstrekt, (zooals in het geval van St. Nicolaas) er van alles aan toevoegde. Daar heeft men bijvoorbeeld dc groote purperen mantel, welke onafscheidelijk met de figuur van St. Nicolaas verbonden is. Toch is deze mantel pas in de laatste eeu wen er aan toegevoegd. En men verklaart dit natuurlijk weer door een legende Men heeft vermoedelijk den goeden Sint ver ward met een anderen heilige, n.1. den ede len ridder St. Martijn. Deze ridder ont moette op een van zijn tochten een bede laar, die verkleumd van koude langs den weg lag. De edele St. Martijn werd dieo bewogen door barmhartigheid. Hij trok zijn pelsmantel uit, sneed die met zijn zwaard in twee stukken en gaf de eene helft daar van aan den bedelaar om hem tegen de koude te beschermen. Dit is een verklaring voor den mantel van St. Nicolaas, afgezien natuurlijk van de opvatting, dat het de bisschopsmantel voorstelt. Men grijpt natuurlijk ook terug in de oude Germaansche, heidensche go dendienst, waarin de oppergod Wodan of Udin de eerste plaats innam. Bij de kerste ning der oud-Germaansche opvattingen, ge bruiken ea symbolen, heeft men zich blijk baar ook meester gemaakt van den groo- ten mantel van Wodan. Wodan namelijk bezat een mantel, die hem onzichtbaar kon maken. De mantel van St. Nicolaas, die im mers op geheimzinnige wijze en zonder dat de kinderen hem feitelijk kunnen zien, op zijn schimmel over de daken rijdt, moet hiervan dan zijn afgeleid. Tegelijkertijd moet de stralende, nimmer falende speer van Wodan de verklaring vormen voor de roede, die St. Nicolaas voor de booze knaapjes met zich meevoert. Er is nog meer in de wonderbaarlijke kwaliteiten van den braven kindervriend, dat aan Wodan herinnert. Immers, Wodan bewoonde de hemelen en hulde zich in de wolken als in een kleed, terwijl hij op zijn snellen, achtvoetigen schimmel, Sleipnir ge naamd, door het luchtruim reed. Hij zond dan zijn raven Hugin (de Gedachte) en Mu- nin (de Herinnering) uit naar de aarde, teneinde zich later door hen als ze waren teruggekeerd, op zijn schouder gezeten al les te laten vertellen omtrent hetgeen er op aarde voorviel. Dit duidt al heel duide lijk op de veronderstelde alwetendheid van den Sint, die over de daken galoppeert en aan de schoorsteenen luistert, of de kinder tjes w«*l braaf zijn. De herkomst van Pietermanknecht, de zwarte gedienstige van den Sint, ligt nog dieper in het duister der eeuwen verborgen, dan de figuur van St. Nicolaas zelf. In ver schillende streken van Duitschland bij voorbeeld noemt men den zwarten knecht met verschillende namen, zooals Rupprecht, Bartel, Krampas, Popelman, enz. In de oude geschiedenis vindt men oorspronke lijk over een knecht van St. Nicolaas niets verteld. Sommigen nemen aan, dat er hier een verwisseling heeft plaats gehad met de figuur van het Christuskind, of nog beter met den wegbereider voor den Christus. Ze meenen, dat men in den, knecht van St. Ni colaas feitelijk den dienaar van Christus moet zien, die door het brengen van ge schenken en weldaden de komst van den Christus had voor te bereiden. Mjen herin nert er dan aan dat in Duitschland het Kerstkindje", het „Christuskindje" aan de kinderen, wordt voorgesteld als elk jaar geschenken brengend. Door den loop der tijdem heeft men dus als het ware een ver wisseling en samenvoeging gekregen: van de figuur van St. Nicolaas en van het Kerst kindje, welke in de Decembermaand spe ciaal voor de kinderen, goede gaven bracht. En toen men eenmaal het Kerstkind of Rupprecht of Bartel, of hoe men deze fi guur dan ook noemt, bij den Sint had ge voegd, toen werd deze naar de tweede plaats verdrongen en' was toen niet meer de brenger van alle goeds, doch de drager ervan, de knecht van Sinterklaas! (Nadruk verboden). FLORIS C. N V. 1ste S0ESTER ELECTR. DRUKKERIJ Van Waedestraat 7 Telsfoon 962 Tot hen, die het meest van de crisis en hare gevolgen te lijden hebben, behoort stellig het groote leger van winkeliers, werkbazen en kleinhandelaren, dat in ons kleine Soest een, harden strijd om het be staan te voeren heeft. Door de algemeene daling der inkomens en de onbeperkte toename der concurrentie zien zij hun omzet en winstmarge geregeld dalen. Hier komt als ongewenschte factor nog bij, dat als gevolg van den nood der tijden, tal van lieden, die in hun eigen vak geen werk of geen bestaan meer vinden, zich op den handel f het winkelbedrijf werpen om te trachten op'die wijze in hun onder houd te voorzien. Meestal toegerust met on voldoende middelen en onvoldoende kennis van zaken, wagen zij het er maar op, om dan later met verlies van hun laatste dub beltjes en met achterlating van de noodige onbetaalde rekeningen te verdwijnen en plaats te maken voor lotgenooten, die mee nen het beter te kennen dan hun voorgan gers en het ook wel eens willen probeeren. Daar, zooals een oud. spreekwoord zegt: „Alle schuttingen wind vangen", heeft na tuurlijk ook dit crisisverschijnsel een nadee- ligen invloed op den omzet van de beter ge situeerde zaken. Zien de middenstanders alzoo aan de eene zijde hun omzet en winst steeds dalen, aan de andere zijde zijn zij het, die hun lasten en gedwongen uitgaven geregeld zien toenemen. Zoo geeft b.v. geen vereeniging meer een uitvoering of gezelligen avond of men tracht door het opnemen van advertenties in het feest- of tentoonstellingsprogramma de kosten van hgt drukken dier program ma's geheel of gedeeltelijk te dekken en ten laste van anderen te brengen. Wie zijn die anderen? Het zijn alweer de middenstanders, die vrijwel dagelijks door een leger van menschen. die, de één voor dit ea de ander voor dat, een aanval wa gen op de toch reeds berooide kas van den middenstander. Het schikt hen eigenlijk niet, doch de ge dachte, dat concurrenten het wel zullen doen en de vrees mogelijk één of meer klanten te zullen verliezen, doet hen beslui ten toch maar weer een advertentie op te geven, zelfs al zien zij in het plaatsen van die advertentie voor hun zaak niet het min ste heil. Is er een fancy-fair voor een of ander doel, een St. Nicolaas of Kerstfeest, het is alweer den winkelier, die men in de aller eerste plaats om een offer vraagt, een offer, dat dikwijls gezien het goede doel en de persoon, die er om komt, slecht te weigeren is, doch intusschen de zorgen van den win kelier helpt vergrooten. Het grootste euvel evenwel komt nog: het zijn de advertentiecolporteurs van den overvloed van grootere en kleinere plaat selijke blaadjes, waarmede wij hier in Soest gezegend zijn. Goed geteld zijn er in ons 16000 zielen tellend dorpje maar liefst acht van die organen, die stuk voor stuk trachten hun bestaan ten koste der midden stand te rekken. Men mist den moed dien toestand te stelpen, en ofschoon men weet, dat adverteeren in al die blaadjes met hun kleine oplagen toch niets uithaalt, plaatst men er ter wille van den lieven vrede van tijd tot tijd toch maar weer eeni advertentie in. De hierdoor buitensporig opgedreven kosten van reclame vormen voor den mid denstand eea ondragelijken last. Aan wien de schuld? Het moet dan maar eens gezegd worden, dat de schuld alleen en uitsluitend te zoe ken is bij de middenstanders zelve, die de moed missen aan den stortvloed paal en perk te stellen en door hun slapte, hun concur- rentievrees en toegevendheid het in de hand werken, dat tal van op eigen voordeel be dachten, telkens weer een kans krijgen met :>ucces een aanval op hun beurs te doen. Een krachtige, haar doel bewuste winke- liersvereeniging, zou wonderen kunnen doen en de middenstand voor veel onnoodi- ge kosten van reclame kunnen behoeden. Als de winkeliersvereenigingen zich in deze richting willen bewegen en een rege ling tot stand weten te brengen, dan zullen zij stellig de dank van alle middenstanders oogsten en zullen deze zich uit welbegrepen eigenbelang als één man achter hun bestu ren schaven. V^n onze volle medewerking, kunnen zij bij voorbaat verzekerd zijn. Intusschen zien tal van winkeliers en an dere middenstanders de wintermaanden met zorg tegemoet. Onzerzijds willen wij hen met het oog op de nood der tijden een of fer brengen, hierin bestaande, dat wij van af 7 December tot 1 Maart a.s. onze vaste adverteerders in Soest een korting zullen toestaan van 50 zegge vijftig procent op de overeengekomen regelprijs. Wij hopen, dat de andere bladen onc voorbeeld zullen volgen. IX. „Peinneberg1" „Walsie „Fan Kempe Ze draaien in het rond op hun groote bakfietsen, voortdurend in het rond drie grootheden uit het loopjongensleven drie grootheden uit het wielrennersleven imiteerend Een hoofdschuddend oud heertje was het publiekheel wat minder en thousiast publiek dan in het R.A.I.! Hij smeet ook geen bankbiljetten over het plan kier en schreeuwde niet als een bezetene.... schudde enkel duidelijk afkeurend het hoofd, dacht „Niet alleen slachtoffers van de derde- daagsche, maar ook van de zesdaagsche koorts." En de jongens tolden in het rond, bij ge brek aan sympathieke aanmoedigingen, el kaar aanvurend. Het tempo werd straffer... het heertje stond pif Peinneberg nam een rondje en' slipte.... net als in de echte Zesdaagsche Heeft U er wel eens op gelet, dat altijd alleen het bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt. Het zelfstandig naamwoord kunt U naar believen invullenpoppen kast, waanzin Walsie démareerdefan Kempe nam zijn slagerswiel, Peinneberg deed een uitlooppogingalles op den openba ren weg. Het heertje stond vastgenageld. Zij draaiden rondje na rondje, onbesuis der steedsik hoorde de bazen al foeteren. Peinneberg rolde bijna weer. Het heertje maakte aanstalten, o mzich te verwijderen, hoorde nog één brullen: „Da's afspraak!" Net als in de Zesdaagscheer ont ketende zich een jachthet ging onverantwoordelijk wild in de bocht. Toen werd het het heertje te bar zóó levensgevaarlijk. Hij draaide zich om Struikelde over een steen. Peinneberg, Walsie en fan Kempen ston den toe te kijken toen hij begraven werd Geen 60 K.M. maar 5 K.M. per uur. BEZUINIGING OP DEFENSIE. Gelijk men weet, koestert de regecring de hoop, dat de commissie-Idenburg nog 25 30 millioen op gezamenlijke uitgaven voor de weermacht in Nederland en dc overzeesche gewesten zal weten te bespa ren. Den druk op de Indische begrooting hoopt zij met ten minste 15 millioen, dm druk der Nederlandsche defensie-uitgaven met ten minste 12 millioen te kunnen verla gen. Zal dit mogelijk blijken? De centrale commissie voor bezuin.ginj der Nederlandsche Maatschappij van Nij verheid en Handel heeft een belangwekkend geschriftje van haar deskundige medewer ker uitgegeven, die de gestelde taak niet onmogelijk schijnt te achten. Ons komt het voor, dat men de verwachtingen niet te hoog moet spannen. Wij leven thans in een onrustigen tijd. Zelfs als men op het stuk van vredelievendheid den tegenwoordigen Hitier en niet den Hitier uit Mein Kampf moet gelooven, en niet de minste waarde zou moeten toekennen aan de in Duitsch land bevolen verheimelijking van mi!i*a:r vertoon, waarvan de Engelsche journalist Panter het slachtoffer is geworden, blijft toch in elk geval het reëele gevaar van een oorlog tusschen Japan en Rusland, waarin misschien ook de Vereenigde Staten en an dere mogendheden zouden kunnen worden betrokken. Met het oog daarop willen w j onzen lezers een tweetal korte citaten uit Onze Vloot van November 1933 niet ont houden. „De maatregelen, alom in het buitenland genomen om de weermacht te versterken, moeten toch ten slotte ieder onbevooroor deeld mensch tot nadenken stemmen. Sinds ons vorig artikel verschenen o.m. dc be richten van een extra credit voor wecr- machtsdoeleinden in Zwitserland van 10" millioen frs., in België van 750 millioen frs. Dit gebeurt toch niet zonder reden, en deze landen staan er in den wereldcrisis niet gunstiger voor dan wij. BiHict ontstaan van ernstige conflicten, waa^Por zooveel lei dende staatslieden bevreesd zijn, staan wij er ook heel ongunstig voor, niet het minst wat betreft onze weermacht ter zee." „Er is ons geen Staat bekend met eenigs- In de zaak van het Natuurbad, Is hélaas geen Recht geschied; Menig eerlijk mensch bevredigt Zulk een valschen toestand niet. Waarom een Gemeenteraads-lid, Tegen Recht ert Wet nog in, Voor een uitgesproken leugen Toch beschermen? Heeft dat zin? En nog wel de Burgemeester Die zei: „Laat de zaak blauw-blauw" Dat is al een héél mooi voorbeeld Van een Burgemeester; Nou! Gaat deez' zaak nu in den „doofpot"? Weet ge wat het eind dan is? Niemand der verongelijkten Krijgt die functie weer gewis! Mag dat „Onrecht" blijven duren, Als de fout niet is begaan? ,En het uitgereikt getuigschrift Hiervoor mede in kan staan? Moeten de verongelijkten, Schikken zich in dit geval? Waar de schijn van „plichtsverzaking", Hen nu, blijvend, treffen zal? Niettemin gaat onzen dank uit, Naar die Leden van den Raad, Die zich tegen 't Onrecht keerden; Zonder gunstig resultaat! AD REM. Nadruk verboden. zins uitgebreiden overzeeschen handel en be zittingen, welke durft volstaan met nog 'geen 4 pCt. van zijn totaal budget voor zij ne Marine, en met een bedrag voor nieuwen aanbouw van 31 cent per hoofd der bevol king, en dit laatste nog wel bij een zóó grooten achterstand als hier de laatste ja ren het geval is. Niemand, die de Rijksbe- grooting bestudeert, zal kunnen ontkennen, dSt daarin ettelijke posten van millioenen voorkomen, die geenszins zóó urgent zijn, dat uitstel het bestaan en het welzijn van den Staat zoude bedreigen. De voortgezette verwaarloozing en verzwakking onzer Ma rine kan zulks echter wel. De wereldtoe stand dwingt o.i. al het mogelijke te doen om onze weermacht te versterken. De Re geering, die met deze minimale begrooting komt en nog zelfs hoop heeft (Commissie Idenburg) om verdere millioenen te bezui nigen, geeft blijk van een optimisme voor den wereldtoestand, dat wij helaas niet kun nen deelen." Voorshands kunnen ook wij helaas niet optimistisch zijn, al valt in organisatorisch opzicht zeker nog wel iets te bezuinigen en al wordt er hier en daar bij aankoop enz. nog wel eens met geld gesmeten. Hoe dit zij, leger en vloot behooren in dezen tijd paraat te blijven", zelfs in sociaal-democi t- tische kringen gaat men dat meer en mee" inzien. (de Vrijheid). BAARN. IJSBAAN. .Eenige grondeigenaren hebben een tweede ijsbaan in deze gemeene aange legd. Het terrein is gelegen aan den overkant van de Eem, tegenover café Kuy- er, begrensd door den dijk langs den weg naar Hoogland, het z.g.n. „Groote gat" en de Eem. Door Gedep. Staten van de provincie Utrecht werden aan de Provinciale Staten het navo'gende geschreven: „Bij Koninklijk besluit van 22 Mëi 1933, Staatsblad No. 294, is het algemeen rijks ambtenarenreglement aangevuld met eeni ge bepalingen, o.m. betrekking hebbende op de politieke gezindheid van de ambte naren en de wijze, waarop van die gezind heid wordt blijk gegeven. Het zijn de ar tikelen 50, 3de lid (verbod van het dragen van niet van overheidswege voorgeschre ven of toegestane onderscheidingsteekenen en uniformkleedingstukken), 56, 3de lid (verbod van het blijk geven van politieke gezindheid door het uiterlijk der ambtswo ning) en 97 b (mogelijkheid van eervol ont slag op grond van revolutionaire gezind heid eni voorts van het lidmaatschap van of het steun verleenen aan eene vereeni ging, welke naar het oordeel der overheid eene behoorlijke plichtsvervulling kan in gevaar brertgeri of schaden). De overwegingen, welke tot het opnemen van bedoelde bepalingen ten aanzien van de rijksambtenaren hebben geleid, gelden naar onze meening ook ten aanzien van de ambtenaren in dienst van de lagere pu bliekrechtelijke lichamen. Om die reden zou het naar ons oordeel dan ook beter zijn geweest, indien op de voormelde pilntert eene wettelijke regeling tot stand was ge komen. Hoewel wij eene zoodanige regeling alsnog aan den Minister van Binnenland- sche Zaken ter overweging hebben aanbe volen, verdient het, mede met het oog op de noodige eenheid in de publiekrechterlijke verhoudingen, o.i. intusschen toch aanbe veling, thans tot het treffen van dezelfde voorzieningen voor de provinciale ambte*

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1933 | | pagina 1