I I Pluimveeteelt. Kle houdt stééds z'n waarde Fotograaf Drost - Steenhofstraat 56 - Tel. 486 Eenige belangrijke Belasting- en Handelscijfers onder invloed van den crisistijd. J. L. H0KSBERGEN Het Wegenfonds zij onaantastbaar. V.V. „SOEST" ]E?i©©HTiIiS VAN VLIET Leest dit: H. J. M.v. d. WEERO Een zeldzaam Jubileum Predikbeurten PERRY ARTIKELEN I EEN (6 „Briefkaarten"-Foto's vanaf f 2.—.) f zetbelastingwet waakt voor de belangen van belastingplichtigen door de regeling van een procedure voor het geval men van meening is, dat de aanslag te hoog is. Men kan in beroep komen binnen een maand na de gedagteekende kennisgeving, vermeldende den aanslag. Het beroep wordt ingesteld bij den Directeur der in voerrechten en accijnzen. De wet bepaalt dit niet, maar het zal zonder meer wel dui delijk zijn, dat dit beroep met redenen dient te zijn omkleed. Met een beroepschrift, waarin men het feit constateert te hoog te zijn aangeslagen, zal men weinig berei ken. De Directeur doet zoo spoedig mogelijk uitspraak bij een met redenen omkleede beschikking. Deze beschikking wordt den belanghebbende in afschrift toegezonden of uitgereikt. Het geval kan zich voordoen, dat toten tegen de uitspraak van den Directeur be zwaar heeft. Men kan in zulk een geval binnen een maand in beroep komen bij de Tariefcommissie. Wij zouden over beroep tegen te hooge aanslagen meer kunnen mededeelen. Dit zou echter te veel plaatsruimte vergen. Wij geven daarom de wenk zit men met te hooge aanslagen zich tot ons te wen den. Kosteloos zullen wij de abonné's gaar ne van advies dienen. Evenals bij reclame en beroep tegen aanslagen in de Inkom stenbelasting plaatst degene, die niet vol ledig heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot het doen van aangifte en tot het ve strekken van nadere toelichting, zich een ongunstige posjtie. De aanslag wordt namelijk gehandhaafd „zoo niet aan de Tariefcommissie is ge bleken, dat en in hoever de aanslag onjuist is." Ook al is de termijn voor beroep ver streken, dan nog kan door of vanwege den Minister van Financiën de aanslag worde verlaagd of vernietigd. Bovendien kan de Minister van Finan ciën teruggaaf verleenen van belasting, die door dwaling of onwillekeurig verzuim te veel of ten onrechte is betaald. In andere belastingwetten wordt gespro ken van „dwaling of verschoonbaar zuim", hier heet het „dwaling of onwille keurig verzuim." Het wil ons voorkomen, dat de uitdrukking onwillekeurig verzuim ruimere strekking heeft dan de uitdrukking verschoonbaar verzuim. In beide gevallem hangt het van het qor deel van den Minister af of van dwaling en onwillekeurig, resp. verschoonbaar ver zuim kan worden gesproken. Vragen omtrent Omzetbelasting beant woordt kosteloos voor onze abonné's mits postzegel voor antwoord bijgevoegd is N.V. Accoutantskantoor „Nationaal Bureau voor Adviezen". Gevestigd te Leeuwarden, Groote Kerkstraat 16. P .SIEBESMA, Directeur. Het Alg. Handelsbl. geeft halfjaarlijks een z.g. „Banknummer" uit, waaraan ik hierondervolgemd eenige cijfers van be lang ontleen, cijfers, die teekenend zijn voor de tijden, die wij nu doormaken. Alleen vernietiging tijdens het vervoer (scheepsrampen) zou hier een spaak in het wiel kunnen steken, maar als gevolg daar van zou het totaa'1 der invoeren kleiner moeten zijn dan dat van de uitvoeren. Opbrengst der Beursbelasting 1927 5.877.196 1929 8.530.575 1931 4.1:38.228 1932 3.178.989 1933 3.420.000 Dividend- en Tantième-bel. 19.443.690 22.377.885 18.738.285 14.276.757 10.552.000 Vermogensbel. 12.458.748 14.399.992 15.227.680 12.795.963 10.511.000 Inkomstenbel. 102.860.624 87.414.145 91.682.029 77.572.275 58.820.000 Rijksmiddelen 503.209.579 511.223.274 452.799.712 400.525.439 383.900.000 Ten aanzien/ van de cijfers over '33 zij vermeld, dat het Handelsblad slechts de cijfers gaf over Januari tot en met 'Novem ber, dus 11 maanden. Wij hebben de som dezer cijfers met één elfde deel verhoogd en aldus afgerond om de vermoedelijke opbrengst over het nu juist afgesloten jaar te benaderen. Dat in bovenstaand overzicht de beurs- belasting en de Dividend- en tantième belasting den' sterksten achteruitgang too nen, behoeft niet te verwonderen, daar juist de handel, de industrie en het verkeerswe zen het meest rechtstreeks bij dert crisis .betrokken zijn. (Landbouw en veeteelt mo gen wij in dit opzicht gerust meerekenen onder „industrie"). Wjrj hebben indertijd reeds eens een op gave verstrekt Van het aantal nog-divi- den/d-betalende ondernemingen op ver schillend gebied. Dat aantal was percents gewijze zeer klein en in zóó verre valt het nog mee, wanneer wij nu zien, dat de Di vidend-belasting van 1929 op 1933 is te- ruggeloopen van bijna» 22% millioen gul den op 10% millioen.; een teruggang even wel nog van 54 Het heet tegenwoordig' veelal, dat er oen kleine opleving zich afteekewt. Het zal on3 benieuwen of deze zich reeds zal af teeke nen in een hoogere opbrengst van deze be lasting over 1934. Ook de t Inkomstenbelasting teekent scherp de verminderde inkomsten, zij het dan ook iets minder sterk dan de Divid.- belasting. Ten opzichte van het jaar '27 het top jaar voor de inkomens bedraagt de ach teruitgang ongeveer 42% Aanmerkelijk meer weerstand heeft t»t nu toe geboden de Vermogensbelasting, die slecbts(?) met 30 terug liep, terwijl het totaal der Rijksmiddelen met 25 ver minderde. Belangwekkend is verder een overzicht omtrent „Invoer en Uitvoer" in den We reldhandel. - Het bewerken van deze cijfers eischt na tuurlijk veel tijd en in zoover is het niet te verwonderen, dat '33 nog niet is afge sloten, hoewel toch reeds voor verschei dene landen de cijfers over Oct. '33 worden aangegeven. Wij laten nu 1933 buiten beschouwing en zien dan de volgende gemiddelde maand cijfers, uitgedrukt in millioenen goud-dol lars: v Wereldh.: 1928 1929 1930 1931 1932 Invoer 2659 2716 2210 1587 1062 Uitvoer 2477 2446 1956 1389 944 Nederland: Invoer 89.9 92.17 81.05 63.44 43.64 Uitvoer 66.50 Ü6.58 57.62 43.97 28.41 Het feit, dat deze cijfers zijn uitgedrukt in dollars, doet vermoeden, dat ze in Ame rika zijn verzameld en dit maakt het dan eenigszins aannemelijk, dat waar de ge gevens van een dozijn landen ontbreken ook Ned.-Jndië* in deze opgave gemist wordt. Dat invoer en uitvoer van een bepaald land niet aan elkaar gelijk zijn, is van-zejf- sprekend, maar dat de totaalcijfers daar voor wanneer men de geheele wereld te zamen neemt niet overeenstemmen, lijkt vreemd. Men zoi> toch zeggen, dat alles, wat ergens ter wereld" wordt uitgevoerd, op een andere plaats weer moet worden ingevoerd. En toch geeft bovenstaand staatje meer invoer dan uitvoer! Ik zie geen kans dit raadsel op te los sen., tenjzij de oplossing zit in de ontbre kende cijfers van het bovenbedoelde 12- tal landen. Tot die landen behooren toch behalve Ned.-Indie, o.a. Indo-China, Phi- lippijnen en Belg. Congo, tropenlanden, die vermoedelijk alle aanmerkelijk meer uit- dan invoeren. Beschouwen wij nog even de cijfers zelf, dan zien! wij een1 teruggang van "den we reldhandel met ruim 60 sedert het top jaar 1929. Voor Nederland is de uitvoer iets min der dan 60 achteruit gegaan, de invoer echter erminderde volgens deze cijfers met iets meer dan 50 dus betrekkelijk minder sterk, waar-door het invoer-over schot des te sterker tot uiting komt. Dat de wereldhandel vooral door hooge invoerrechten en contingen,teering wordt beperkt, behoeven wij wel nauwelijks in herinnering te brengen, ware het niet, dat wij meenen steeds te moeten terugkomen op het vrijhandelstelsel als het meest noo dige. Hoewel in het vorenstaande geen cijfers voorkomen over den uitvoer van Ned.-Indië zoo willen wij toch wijzen op eenige licht punten, 'die de Indische inkomsten wellicht eenigszins gunstig kunnen beïnvloeden. Tot de voornaamste Indische uitvoerarti kelen mogen gerekend worden tabak, tin suiker, rubber en thee. De suiker verkeert nog in zeer ongunstige omstandigheden en hierbij is van eenig lichtpunt nog niet te spreken. De tabaksmarkt is wel eeniger- mate verbeterd, doch dit product is ten zeerste afhankelijk van de weersgesteld heid, zoodat voorspellingen omtrent qua- liteit en daarmee verband houdende hoo gere prijzen moeilijk zijn. Maar voor de drie andere genoemde producten is ongetwijfeld de markt veel verbeterd, zoodat de prijzen stijgenïïe zijn en vooral voor tin zeker weer een winst waarborgen. Restrictie moge vooral voor tin en thee hierbij van invloed zijn, zeker is, dat het tinverbod in 1933 weer aanzienlijk is gestegen en dit is de eenige natuurlijke factor, die op verbetering wijst. Wanneer ook de thee-prijzen de stijging der laatste maanden blijven volgen (de laatste veilingen te Amsterdam en Batavia gaven weer een verhooging van 2 a 3 cent per pond em ook Londen de grootste markt voor dit product toont een soort gelijke verhooging, dan kan men weer met winst werken, wat trouwens reeds tot uiting kwam door aankondiging van een interim-dividend van enkele thee-onderne mingen. Zoo eindigen wij dus, ondanks de on gunstige cijfers der bovengegeven tabel len, niet zonder hoop op een iets beter handelsjaar 1934. W. H. C. DOORMAN. (voorheen R. FRESE Hofleveranciers BAARN Vleeschhouwerij Varkensslachterij BESLIST EERSTE KWALITEIT Nijverheidstraat 13 Telefoon 31 Dagelijks hooren en bezorgen De A.N.W.B., B.B.N. en K.X.A.C. zoeken plaatsing van onderstaand artikel „We schrijven 1920. Nauwelijks het krijgsrumoer in Europa verstomd, nog slechts enkele maanden is het geleden, dat verdragen een. einde maakten aan een pe riode van ellende en tevens het toen nog niet vermoedde begin beteekenden van een nieuwen tijd van ramspoed en achteruii gang in Europa. Wel stond er een kort< spanne tijd van schijnwelvaart voor de deur, maar daardoor werd de eerste terug slag de crisis van omstreeks 1923, de scherper gevoeld. Het was in dezen tijd dat de stille wegen met hun vorige-eeuwsche karakter in on: land langzamerhand weer beteekenis gin gen krijgen voor het verkeer. De benzine tekorten welke het automobilisme tijdens de oorlogsjaren in ongekende mate hadden gebreideld, waren vergeten1, de tijden, waar in rubberbanden van de slechts denkbar kwaliteit om de wielen van auto's en li sen werden gelegd, bleven slechts in de herinnering bestaan* De scheepvaart, die jaren nagenoeg stiTlfacT gelegen en slechts met groot levensgevaar door enkele dap pere mannen voortgezet was, kreeg een overvloed van vrachtaanvrageni De auto mobiel begon haar zegetocht. Dat het een zegetocht was, die in groote lijnen voor namelijk voordeelen heeft gebracht, zal wel door niemand ontkend worden. Het platte land werd uit een isolement verlost, dat ondanks meer dan ten halve eeuw spoor tramwegontwikkeling niet noemen waardig aangetast was; in handel en be drijfsleven nam het motorische vervoer middel weldra een belangrijke plaats in toerisme en internationaal verkeer leefden op, dank zij de automobiel. Het wegennet omstreeks 1920. Het spreekt vanzelf, dat onze wegen de verste verte niet in staat waren, om de auto-invasie zelfs maar in het eerste begin te verwerken. Ons wegennet, ont worpen en onderhouden volgens negentien, de-eeuwsche grondslagen, "w-as absoluut on oldoende zelfs om het verkeer uit dje da gen eenigermate soepel en, veilig te verwer ken. Al spoedig klonken dan ook- stemmen uit de kringen der belanghebbenden, aie voor een nieuwe wegenpolitiek pleitten Het toenmalige beheer geschiedde dóo veelal te kleine bestuursinstanties met naar verhouding hooge administratie-kosten, on. voldoende personeel, maar al te vaak be chikkend over te geringe deskundige ge gevens. Wij haddem een hinderlijke ver scheidenheid van wegtypen, wanverhou dingen tusschen de belangen bij den wég de lasten, traagheid en omslachtigheid bij pogingen tot verbetering van misstan den. Aldus getuigden velen op het Eerste Nederlandsche Wegen-Congres in 1920. Hier moeten radicale veranderingen aan gebracht worden. Verschillende wegen had Zondaga.s n-rm. 2 uur SOEST 1 - LAREN 1 Terrein a. d. Bosstraat den een dermate druk doorgaand verkeer gekregen, dat de belangen van de wegbe heerders in geen verhouding meer stonden tot de belangen, van de weggebruikers. Om deze reden begon men het billijk te vinden dat deze laatsten mede zouden betalen) aan de verbetering en het onderhoud van de wegen, van belang voor het doorgaand ver keer. Bovendien was; de categorie der on dernemers van motortransport in opkomst eeds in 1921 werd de stelling verdedigd, dat een motortransportbedrijf in economi schen zin uiteraard alleen bestaanbaar kaq zijn, wanneer dit, rekening houdende met de door dat bedrijf veroorzaakte hoogere ko^Jen, van wegonderhoud, nog rendabel zou zijn. En ten slotte voelde men het al billijk aan, dat de weggebruikers, die be hoefte (nijpeqde behoefte zelfs) hadden aan betere wegen, waarover een weinig snelverkeer mogelijk zou zijn, daaraan zeli zouden meebetalen. Een loyaal standpunt. Dat de toenmalige weggebruikers verte gemwoordigers en voorloopers als het ware an het nieuwe, van-het verkeer der toe komst, hunnerzijds breëde opvattingen hul digden, blijkt wel het beste uit het feit, dat ijzelve toen voorgesteld nebben om een egenbelasting in te voeren, teneinde spoe dig betere wegen te krijgen. Deze bereid- illigheid was natuurlijk gebaseerd op dit principe: de weg-belasting zou zijn een be stemmingsbelasting, niet de sluitsteen van de Rijksbegrooting en zeker niet een „kurk, aarop de spoorwegen konden drijven." (Voor de curiositeit zij eraan herinnerd, dat de Nederlandsche spoorwegen reeds in het jaar 1923 een tekort van f 22.000.000 had den,!). Zoo werd:, dan eerst achter de schermen, later in opertbave vergaderingen door de jonge Vereeniging „Het NederlandscheWe- gen-congres" en anderen, het nieuwe denk beeld gepropageerd. 'Zoo is ook het We genfonds ontstaan, een en ander natuurlijk in overleg met de Regeering, die terzake een commissie instelde. Op deze wijze oorkwam men ook versnippering van be lasting, want het lag voor de hand, dat voor het onderhoud en de verbetering der wegen anders allengs het Noord Brabantsche voor beeld van een weggeldverordening zou zijn nagevolgd. Het Rijk zou de nieuwe, unifor me belasting innen en administrateeren, aan de Provincies zou een zeker, redelijk percentage worden uitgekeerd, „niet als een gunst, maar als een haar uit de belasting toekomenld aandeel, dat haar even goed ls het Rijk in staat moest stellen zich ten deze van haar overheidstaak te kwijten. (Memorie van Toelichting 1926). Een afzonderlijk wegenfonds. Van meet af heeft men een zekere zelf- tandigheid van het Wegenfonds, als af zonderlijk overzichtelijke „wegen-admini- artatie duidelijk voor oogen gehouden. Y\ anneer de opbrengst van üe nieuwe we genbelasting in den „grooten pot" gekomen /.ou zijn, ware de vree» gerechtvaardigd ge weest, dat dit geld ook voor andere doel einden gebruikt zou zijn geworden. De 1e- gecrjng ïieelt zich inet een atzonderlijk we genfonds accoord verklaard en, zich zelf geproclameerd tot een coulante „bankier", liovendven zou telken jare een bedrag uit de Algemeene middelen in het Wegemonds gestort worden, gerechtvaardigd door het icit, dat anders toch ook een bedrag jaar lijks aajj de wegen ten koste zou zijn ge legd. Zoo waren in het kort vermeld de grondslagen van de Wegenbelasting, welke dus op deze wijze na langdurig overleg volle harmonie met de wenecüen van de belanghebbenden, die tevens de autores in tellectuales waren, ingevoerd. Een kleine restrictie van den Minister van Financiën ten aanzien van de grootte der jaarlijksche uijdragen leidde reeds tot vele tegenwer pingen en lange debatten. Ten aanzien van de hoofdzaak, veiligstelling van het „w gem-geld" meende men, dat gevaar ten eenenmale uitgesloten was. De Regeering had de plannen overgenomenhet Wegenfonds was veilig! Zeven jaar later In 1933 echter komt de Regeering me en voorstel on*. aan het Wegenfonds den doodsteek te geven. Gok de belanghebben, den, de weggebruikers, begrijpen dat dit een abnormale tijd is, dat thans van ons Nederlanders zware offers gevraagd wor den, Zij zijn bereid ook hun offers aan de algemeene kas te leveren, gelijk zij voor hun auto op velerlei wijze reeds doen. Maar thans stelt inen, voor, het Wiegen fonds hun Wegenfonds op te offere om de mogelijkheid te scheppen een defi- citaire spoorwegpolitiek verder bestaan baar te maken. En het merkwaardige van dit alles is, dat zelfs de Nederlandsche Spoorwegen nooit hebben aangedrongen op de „oplossing" van het verkeervraag tuk die thans door de Regeering is voor gesteld! Maar zelfs al zou een nieuwe geldelijke bijdrage van het auoverkeer noodzakelijk zijn om de Rijksfinanciën te helpen veili stellen dan nog behoeft dit niet mee te brengen, dat het Wegenfonds aangetast wordt; vandaar het algemeene verzet tegen dit wetsontwerp, vandaar dan ook, dat de groote verkeersborden hier te lande (A.N. W.B., B.B.N. en K.N.A.C.) zich tot taak gesteld hebben, de belangen van de wegge bruikers en het voortbestaan van het We genionds te verdedigen, en de gevolgen van verwezenlijking dezer planneni te belichten, In een nabije toekomst zijn veilige wegen onmisbaar, een levensbelang voor ons land. En wegenverbetering kan slechts goed ge schieden, wanneer volgens een goed gefun deerd plan, zooals in de Wegenbelasting wet nadrukkelijk is voorgeschreven, ge werkt wordt, wanneer de financiering ze ker is. Zonder „Wegenfonds" geen goede wegen. Eneen land zonder goede wegen verliest evenzeker in den strijd om het beslaan als een land zonder-, sluitende begro'oting! XXI. „Hoe zullen we gaan"? Het is de vraag, die ons in dezen Carna- valstijd heel wat hoofdbrekens kost, ook al doordat wij het iets zuiniger moeten aan leggen dan andere jaren. Wiant met de ons ten dienste staande middelen willen wij toch een costuumpje in elkaar flansen, dat ons,*de anderen of misschien de jury be valt. Het is schier bovenmenschelijk iets nieuws te bedenken en- daarom wil ik U eenige ideetjes aan de hand doen. Natuurbadnimf: eigen gebreid wollen adpak, bij voorkeur zwart, met mouwen tot de ellebogen era pijpen tot de knieën. Badmuts van dik rubberVanzelf- prekerad mag nergens een steekje aan los zijn. Men denke bij het eën en ander aan het uniform-verbod. Radio-omroepvereeniging. Gewoon, ge kleurd, costuum, naar gelang den omroep, dien men voorstaat. In alle gevallen heeft Modelslagerij OPGERICHT 1899 BOSCHSTRAAT 9 - BAARN ALLEEN EERSTE KWALITEITEN TELEF. 330— POSTOIRO 146847 men echter absoluut den geheelen avond ijn mond te houden. Zijn mond ant voor vrouwen is deze rol ondoen lijk. Fransch ministerie. Voor groote groep heeren, gekleed in rok, liefst met een hee- eboel lintjes. Het eenige wat men te doen heeft is: komen en gaan. Ontwapenings-conterentie. Voor zeer groote groep. Men houde er rekening mee, dat een groot gedeelte van den avond door gebracht dient te worden met soupeeren. Terloops laat men uitlekken, dat men aan- deelen in de wapenindustrie in zijn zak heeft. Op het eind van het bal-m^qué ver late men onverrichterzake de zaal. Gegarandeerd den Nobelprijs voor den rede. De „Oostersche Kwestie" is bizonder ge- chikt voor een paar. De als Japanner ver- kleede persoon slaat zijn Chineeschen met gezel herhaaldelijk op het „dankbaar" glim lachend gelaat. Wordt het laatstgenoemde bar, dan kan hij zich alsnog in een Pin damannetje metamorphoseeren. De Japan ner kan zich dan bezighouden met het be tuigen van zijn vredelievendheid aan de jury. Ten sfotte moet ik U afraden als „crisis- lachtoffer" te verschijnen, want dan kon de toeg/ng wel eens geweiggrd worden, mdat men U niet als gecostumeerd be- chouwd. Verder worden ambtenaren in een rood pakje niet toegelaten. Wij brengen onder Uw aandacht dat de volgende artikelen door ons ve rkocht en gerepareerd wordenI Radiotoestellen, Stofzuigers, Strijkbouten, Electrische Ver- warmingsartikelen. RADIO: Waldorp, Reico, Stern en Edison Bell. STOFZUIGERS De Ricco Stofzuiger. TECHN. BUREAU civ. ing. HEUVELWEG 42 - SOEST DIJK ln het oud en mooi Enkhuizen: 'n zeldzaam jubilé, voorwaar; Daar -citeert juffrouw Lueske 't mansvolk, Reeds sedert vijftig jaar! Feitelijk reeds zestig jaren! Toen toch 't was te Purmerend Stond reeds 't 13-jarig meisje, Als barbierstertje bekend. In het huis thans, aan de Breedstraat, Hoog gewelfd, drie eeuwen oud, Is barbierster juffrouw Lueske, Met haar klanten goed vertrouwd. Want zij -cheert slechte „vaste klanten", Op oud-Hollandsche manier; Om moderne, nieuwste „poespas" Geeft zij, èn de klant, geen zier! Met de hand zeept zij ze in dan; 't Mes glijdt over hun gezicht; Geen „vinaigre", poeder, steentje; Déóraan hecht men geen gewicht. En er komen daar óók klanten, Zelf reeds sedert vijftig jaar! Steeds weer gaan zij heen, tevreden; Vlug schoon kin en wangen; klaar! „En, hoe was nou het „tarief" wel, Juffrouw Lueske, vroeger tijd"? „Drie cent", „vijf, voor 't haar te knip- Zegt zij, vol tevredenheid. pen", Drie en zeventig jaar oud reeds, Doet haar plicht zij; dag aan dag! Is dat niet een jubileum Zeldzaam? Wat er wezen mag? D&arom: zeven Februari, Zal haar 'n dag vol vreugde geweest zijn, Daar gehéél Enkhuizen meeleeft, In dat groot en mooi festijn! En de oude klok tikt, poes spint; t Is er stil en ruim en frisch; Zestig jaren lang barbierster! 't Is een jubilé: niet mis! AD REM. Nadruk verboden. NED. HERV. GEM. TE SOEST. Zondag 11 Februari 1934 kerk 10 uur: Ds. J. I. van Schaick. Kerk 6 uur: Ds. E. Groeneveld. Emmakerk 10 uur: Ds. E. Groeneveld. Emmakerk 6 uur: Ds. J. I. van Schaick. Donderdag 15 Febr. 1934 7.30 uur: Bijbel lezing Hees. VEREENIGING VAN VRIJZINNIG- GODSDIE NSTIGEN. Zondag 11 Februari 1934. geen dienst. CHR. GER. KERK. Zondag 11 Februari 1934 v-oorm. 10 uur en nam. 6 uur: Ds. C. van der Zaal, uit Deventer. Donderdag 15 Februari 1934 nam. 7 uur: Ds. Joh. Jansen, van Leiden. HERV. (GER.) EVANG. Spoorstraat. Zondag 11 Februari 1934 's morgens 10 uur en 's avonds 6 uur: Ds. J. H. v.' d. Wal, van Wageningen. DOOPSGEZINDE GEM. TE BAARN. (Kerkgebouw Eemnesserweg 63b) Zondag 11 Februari 1934 v.m. 10.30 uur: Dr. A. K. Kuiper, van Amsterdam. HET BROEDEN MET KLOEKEN. Nu van overheidswege de teelt bij de pluimveehouderij is geregeld, komt de raag naar voren, of er nog met broedsche ippen mag gebroed worden. Daarvoo)* .is niets vastgesteld, zoodat het broeden met kloeken geheel vrij is, zoowel voor boeren als particulieren. Men moet in 't oog houden, dat na Mei geen kloeken meer"gezéT dienen Te worden'. De kuikens van zware en middelzware rassen (Reds, Wyandottes, Barneveldets) behooren in Maart en April geboren te orden, de lichte rassen (Leghorns, Ml- norca's) in April en Mei. De zware rassen hebben 6 tot 8 maanden en de lichte ras sen 5 tot 6 maanden noodig om tot legrijpe hennen op te groeien, die den winterleg beginnen einde Octobcr of begin Novem ber, als de eieren 't duurst zijn. Alleen roegbroed jonge hennen leggen dure eieren. Hoenders, die vaak broedsch worden zijn de Witte Wyandottes. Verkrijgbaar bij: N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij van Weedestraat 7 Soestdijk w De gc f 111 zegt d M- va harteli, 1 tot des Eel Mo

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1934 | | pagina 2