Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag Engeland tusschen twee vuren. Huidige Bevolkings wijzigingen. Bekendmakingen Officieel O^Gemengd Nieuws^p HORS D'OEUVRE. No. 39 (Gegarandeerde oplaag S000 exemplaren) Twéé en Twintigste Jaarg&ng Woensdag 16 Mei 1934 BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK ADVERTENTIÊN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU UITGAVE: N.V. EERSTESOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP ADVERTENTIÊN: VAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING ABONNEMENTSPRIJS f 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST REDACTIE- EN ADM.-AORES: WEEDESTR. 7 - TEL. 962 - GIRO 161165 HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 380 HET UITBREIDINGSPLAN. In de Raadsvergaderingen van 30 April 1.1. is door den Raad het besluit genomen, om nogmaals een jaar toe te voegen aan de twee jaren, die men reeds aan het werk is, om dit plan voor te bereiden. Het voorstel van Burgem. en Wethou ders volgt hieronder. Ie Afd. No. 2990. Uitbreidingsplan. Zooals bekend, is door L'we vergadering op 3 Mei 1933 overeenkomstig art. 36 lid 1 der Woningwet bepaald, dat de vaststel ling van een uitbreidingsplan werd voorbe reid en is dat besluit dienzelfden dag nog door het hoofd van het gemeentebestuur ter openbare kennis gebracht. Het ontwerp besluit zou derhalve vóór 3 Mei a.s. gereed moeten zijn. Dit zal evenwel niet geheel het geval kunnen zijn. Wiel is t eigenlijke tcekenwerk, behoudens de nog aan te bren gen bouwlijnen, thans gereedgekomen, doch zeer gewenscht is het, mede in verband met de nog niet vaststaande jurisprudentie, de bebouwingsvoorschriften, welke deel van het uitbreidingsplan uitmaken, eerst n hoogere autoriteiten ter voorloopige Voordeeling te doen toekomen. Daardoor •uilen ongetwijfeld vele moeilijkheden van administratieven aard kunnen worden voorkomen. Op grond van het vorenstaan de zal van tervisielegging van het plan thans moeten worden afgezien en is uitstel vrhalv noodzakelijk. Het gevolg hiervan i-.. dat I w bovengenoemd besluit van 3 Mei 1933 dient te worden ingetrokken en 1ent te worden bepaald, dat wederom een l'Ian van uitbreiding wordt voorbereid. Ne- nsgevoegd ontwerp-besluit bieden wij U ter vaststelling aan. door FLORIS C. (Nadruk verboden). Alle rechten voorbehouden. I. De internationale politieke situatie ziet er nogal verward uit en het lijkt moeilijk de hoofdlijnen te ontdekken, die het ware beeld van de situatie vormen. Wat de groo- te mogendheden betreft, is het echter spe ciaal Engeland, dat de blikken van velen op zich gericht ziet. We hebben pogingen van I'ransche zijde zien ondernemen, om een Engelsche garantie los te krijgen, waardoor dus het Fransch-Engelsche een heidsfront jegens den rumoerigen Duitschen buurman zou worden hersteld, doch Albion aarzelt. Er is sprake van eenige uitbreiding van de Locarno-garanties van de zijde van Engeland, doch ook dit gaat niet van harte. Inmiddels lanceerde ook Musolini een be roep op Engeland, om aan de onzekerheid een einde te maken en het gewicht van zijn „prestige" in het veld te brengen. Dit alles nu heeft kennelijk tot grondslag de mee ning, die bij velen heeft postgevat, dat een Fngelsch-Kransche combinatie voldoende i-, om den Europeeschen vrede te waarbor gen, omdat om het nu maar heel popu lair te zeggen Duitschland, indien het agressief zou willen optreden, tegen dit bondgenootschap niet op kan. II. Dat is dus het eene vuur. Het andere vuur aan Albion's zijde is de drang, oin zich juist van het continentale Europa afzijdig te houden, en met Amerika een overeen komst aan te gaan, om financieel, mate rieel, militair, noch politiek, iets met even- tueele vechtjassen onder de Europeesche naties te doen te willen hebben, en daar door de oorlogsvlam, zoo die al ergens mocht uitslaan, wegens gebrek aan voedsel (leeningen, munitie, militaire hulp, grond stoffen) als een nachtkaars te doen uitgaan. Engeland's aarzeling om Frankrijk een ga rantie te verschaffen in een of anderen vorm en daardoor de ontwapeningskwestie in kalmer wateren te leiden, moet aan den druk van deze tweede overweging worden geweten. Nu zijn er, die acht en wee roepen bij de gedachte, dat Engeland zich zoo koelbloedig van Europa af wendt, en het arme bedieigde Frankrijk moerziel alleen aan de dreiging van gindsche zijde van den Rijn overlaat, en bovendien nog een herbe wapening van Duitschland goedkeurt. Doch ons wil het voorkomen, dat een duidelijke en krachtige en vooral spoedige Engelsch- Amerikaansche verklaring van absolute af zijdigheid en boycot van iederen stokebrand in Europa-wie-dan-ook, van wege de vol komen doeltreffendheid verre te verkiezen »s boven die door sommige staten zoo vu rig begeerde Engelsche garantie. Een mis lukking van de pogingen om Engeland in het nogal valsch en onrythmisch klinkende Europeesche concert de eerste viool te doen spelen, zal dus naar onze bescheiden mee ning geen ramp behoeven te zijn, integen deel. III. En laat men nu niet aan komen dragen met geheimzinnige argumenten van verbor gen gehouden enorme middelen van den een of anderen staat, die dezen staat in de ge legenheid zouden kunnen stellen, op zijn eentje een oorlog te voeren. Want of men nu Duitschland of Frankrijk neemt, over het geheel genomen zijn de Europeesche staten arm als de mieren, vechten ze tegen enorme begrootingsdeficitten en werkloos heid. Duitschland heeft zich door middel van inflatie nu wel van drukkende lasten van leeningen enz. ontdaan, niet vergeten mag worden dat hierdoor het volksvermo gen een ontzettende knak heeft gekregen. Strikt genomen is de economische toestand van Duitschland zoo slecht, dat de werke lijke waarde van de mark, misschien nog niet eens overeenkomt met de Jaagste koers van de laagstgenoteerde soort ge blokkeerde marken. En men kan nu wel door middel van de biljettenpers tijdelijk een geforceerde waarde aan papiergeld in het binnenland geven, als men goederen of leeningen van het buitenland noodig heeft, loopt de zaak in een minimum van tijd spaak. Frankrijk heeft nog op geen stuk ken na zijn in den vorigen wereldoorlog opgenomen leeningen terugbetaald en aan financieele steun van Uncle Sam, noch van John Buil valt niet te denken. Geld, zoomin als goederen, zouden ooit terug worden betaald. En toch zijn er natuurlijk altijd wel kapitaalkrachtige bankconcerns en handels combinaties te vinden, die de verleiding van ihet oogenblik niet jzouden kunnen weerstaan, tegen woekerprijzen en dito ren te in de behoeften van oorlogvoerende na ties te voorzien, ook al is het crediet nog zoo slecht. Dat zien we in het zinlooze Chaco-conflict tusschen Bolivia en Para guay dat beide partijen al tien maal meer heeft gekost, dan men ooit door een suc cesvolle militaire beslechting van het ge schil had kunnen hopen te winnen. Doch ook dit is te vermijden, door een embar go op geld en export naar oorlogvoerende landen te leggen. Indien men alle steun, moreel zoowel als financieel aan oorlog voerende landen onthoudt, zakt de oorlog in elkaar als een stuk-geprikte kinderbal lon. Engeland en Amerika hebben den vorigen oorlog gefinancierd, en als zij be sluiten zich volkomen buiten een eventueel conflict te houden, dan is de zaak daar, al thans wat een wereldoorlog betreft, mee afgedaan. Voor een permanent herstel van de rust in Europa is echter meer noodig: herziening der vredesverdragen. VERVOLG. DREIGENDE OVERBEVOLKING EN WERKELOOSHEID. „De geschiedenis bewijst met tal van duidelijke voorbeelden, dat geen be schaving stand heeft kunnen houden, die de voortplanting als grondpro bleem der gemeenschap van den al- lerfundamenteelsten aard heeft ver waarloosd." Mr. L. A. Ries. 1. Natuurlijk heeft de gruwelijke en langdurige wereldoorlog, die de mensch- heid in de jaren 191418 teisterde, tijdelijk een sterke vermindering teweeggebracht in het aantal destijds plaatsvindende geboor ten. Zoo berekent Mallet, dat die oorlog aan Engeland 650, aan Frankrijk 1040 en aan Italië 1290 duizend nieuwe geboorten gekost heeft. Maar reeds vóór den aan"mg van den oorlog viel eene daling van het ge boortecijfer te constateeren, toen de bevol kingsdichtheid in vele landen nagenoeg haar maximum van mogelijkheid bereikt had en de emigratie naar andere landstre ken niet meer zoo gemakkelijk viel als voorheen, daar die vreemde gewesten niet meer zoo gewillig immigranten opnamen en bemoeilijkende bepalingen daaromtrent gin gen instellen. Wel was dus de bevolkings toeneming nog steeds zeer aanzienlijk, vooral door de daling van het sterftecijfer ten gevolge van den vooruitgang der medi sche wetenschap en van allerlei sanitaire maatregelen, maar toch begon desondanks die geweldige toeneming althans eenigerma- te te verminderen door vermindering van geboorten. Geven wij ter aantooning daarvan de ge boortecijfers van eenige landen in hun wij ziging gedurende omstreeks een halve eeuw tijds: 1871—80 Frankrijk 25.6 in 1913: 19. Groot-Brittanië 32.3 in 1921: 22.5 Duitschland 39.1 in 1913: 27.5 Italië 36.9 in 1919: 21.2 Zweden 30.5 in 1921: 21.4 Reeds in de jaren 191115 bleek in al die landen het geboortecijfer, vergeleken bij dat van 40 jaren vroeger, aanmerkelijk gedaald. Wat meer speciaal Nederland aan gaat, wij vinden hier: Aantal levend Aantal wettige geb. p. 1000 inw. geboorten op 1000 vrouwen beneden 50 j. 187579 36.5 310 188084 35.0 300 1885—89 34.0 297 1890—94 33.0 287 1895.99 32.4 280 1900—04 31.7 271 190509 29.0 250 ln 1876 werd hier een maximum-cijfer be reikt, dat sedert dien regelmatig daalde tot 28.2 in 1914 en zijn minimum van 24.2 be reikte in 1919 onder invloed van den oorlog, om daarna in 1920 weer te stijgen tot 28.4, maar dan in 1921 weer te dalen tot 27.5. De oorzaken dier geboortevermindering worden verschillend opgegeven. Sommigen zoeken haar in den invloed van den toene- menden welstand en beschaving op de ge boorte beperking, of ook wel in psysiolo- gische richting in eene daarmede gepaard gaande vermeerderde hersenwerking en overvoeding. Anderen weer zoeken de ver klaring in de meer democratische gedaante welke de maatschappij heeft aangenomen, of ook wel in den toenemenden trek van het platteland naar de steden, dan wel in eene vermeerderde kennis bereffende aan te wenden voorbehoedmiddelen. Verschillend en uiteenloopend is ook de beoordeeling van het verschijnsel. Terwijl sommigen van meening zijn, dat het dalend geboortecijfer erop wijst dat de natiën, bij welke het zich voordoet, verliezen aan vi taliteit, zijn anderen weer van oordeel, dat daarin te zien is een bewijs van hoogeren beschavingsgraad en eene aanduiding dat meer aandacht geschonken wordt aan het grootbrengen en aan de toekomst der kin deren. 2. Hoe het zij, onrustbarend zeker is het verschijnsel niet en een achteruitgang der bevolking behoeft daarom nog geens zins geducht te worden. Want in nog veel hooger mate nam de kindersterfte af, waar door veel meer geborenen in 't leven blij ven. Die sterfte bedroeg in den laatsten tijd bij kinderen beneden het jaar per duizend geboorten in: mannel. vrouwel. Duitschland (1914) 177.1 149.2 Italië (1916) 174.5 157.7 Spanje (1917) 163.5 146.1 Frankrijk (1913) 122.7 101.7 Groot Brittannië (1919) 101.3 79.0 Zwitserland (1918) 96.9 79.1 Vereen. Staten (1920) 95.1 761 Australië (1920- 76.7 61.1 .Zweden (1916) 76.6 62.5 Nederland (1919) 55.2 43.0 Uit deze lijst, welke ontleend werd aan R. Pearl's „Introduction to medical biome- try and statisticts" (Philadelphia 1927, pag. 161), kan men duidelijk bespeuren: le. hoe aanzienlijk veel hooger overal de sterfte is onder jongens dan onder meisjes; 2e. hoe uiteenloopend de sterfte is in verschillende landen, en hoe ons land in de lijst lager staat aangegeven dan eenig ander. 3. De tweede oorzaak, waarom ondanks de vermindering van het geboortecijfer toch de bevolkingsvermeerdering in de beschaaf de landen sterk bleef toenemen, is gelegen in de algemeene sterftevermindering, d.i. de verhooging van den gemiddelden leef tijd van overlijden. Zoo bedroeg omstreeks 1920 volgens Glover het sterftecijfer per 1000 inwoners in: Duitschland 21.50, Italië 22.46, Frankrijk 21.10, Vereen. Staten 19,66, Australië 17.56, Zweden 17.95, Holland 19.16. De daling van het sterftecijfer, te dan ken aan het voortschrijden der medische wetenschap, de verminderde kindersterfte, de meerdere veiligheidsmaatregelen en de betere oeconomische levensvoorwaarden, is duidelijk waarneembaar aan de navol gende lijst, ontleend aan Hertzler's „Social progress" (New-York 1928, pag. 348): 187180 191922 Vermin dering in Frankrijk 24.3 17.2 29.2 Groot-Brittanië 21.0 12.5 40.4 Duitschland 27.1 14.9 45.0 Italië 29.7 19.0 36.0 Zweden 18.4 12.4 3215 Holland 24.3 11.1 54.1 Spanje 30.9 21.4 30.7 \\fat meer speciaal ons land aangaat, blijkt de geleidelijk voortgeschreden verla ging van 't cijfer, door hetwelk het aantal sterfgevallen per elke duizend der bevolking wordt aangegeven, uit de volgende tabel: Mannen Vrouwen Tot.m. envr. 1870—79 25.28 23.57 24.19 1880-89 22.19 20.39 21.27 1890—99 19.36 17.87 18.67 1900-09 16.24. 15.02 15.69 Hiet sterftecijfer, dat hier in 184049 nog stond op 24.49, was zoodoende in 1911, dus ruim zestig jaren later, gedaald tot 14.50 en nog tien jaren later, in 1921, zelfs tot 11.16. Maar steeds bleef het bij de mannen hoo ger dan bij de vrouwen, m.a.w. hun gemid delde levensduur was steeds korter dan die der andere sekse. En de daling viel bovenal te constateeren onder de stedelijke bevol king, evenals onder deze de zuigelingen sterfte sterker is afgenomen dan onder die van het platteland bij een ove-'gens lager geboortecijfer. De vermindering dier sterf te, waarop wij reeds boven wezen, heeft zich tot in den jongsten tijd bij ons voort gezet; want op 100 levendgeborenen be droeg zij in 1905: 12.93, in 1910: 10,62, in 1915: 8.58 en in 1920: 7.17. Wordt vervolgd. GEWESTELIJKE VARKENSCENTRA- LE UTRECHT. Aan de Leden Fokkers: Nogmaals wijzen wij de fokkers er op, dat indien zij minder dan 4 merken over hebben, dit restant van minder dan 4 mer ken vervalt. Het blijkt nu voor te komen dat fokkers, die minder dan 4 merken zouden overhou den indien zij alle biggen van een toom lie ten merken, niet al deze biggen laten mer ken, zulks met de bedoeling te voorkomen, dat de overgehouden merken komen te vervallen. Wij wijzen de fokkers er met nadruk op, dat zulks niet geoorloofd is en dat zij ver plicht zijn hun biggen te laten merken. In dien dan ook bij hen biggen van 16 K.G. of zwaarder, ongemerkt aanwezig zijn, zul len zij tuchtrechterlijk worden gestraft, met alle gevolgen daaraan verbonden. De Secretaris der Gewestelijke Varkenscentrale voor Utrecht. A. P. van Lutterveld. HILVERSUM. DE POLITIE. De commissaris van politie heeft de aan dacht gevestigd op de tegenwoordige for matie van het lnspecteurspersoneel. Er kan niet op zoo doeltreffende wijze in den dienst worden voorzien, als voor een goeden gang van zaken noodig is. Thans zijn de inspecteurs veelal overbelast, waardoox herhaaldelijk langdurige absenties wegens ziekte plaats hebben. B. en W. stellen den raad een goede oplossing voor, die kan worden verkregen, zonder dat zulks voor de gemeente belangrijke geldelijke offers mede brengt. Het aantal inspecteurs, dat nu 6 bedraagt, zal geleidelijk door het niet vervullen van vacatures worden terugge bracht tot 4 en wordt overgegaan tot aan stelling van ten hoogste 4 adjunct-inspec teurs (een nieuwe rang). Thans is er één vacature voor inspecteur, en deze vacature zal niet vervuld worden, ln de plaats daar van zullen thans 2 adjunct-inspecteurs wor den aangesteld. H,et voordeel dezer nieuwe formatie is, dat er ook in den nachtdienst regelmatig een inspecteur aanwezig is. Het salaris voor de adjunct-inspecteurs ware, o.a. over wegende dat voor deze functie als regel jeugdige krachten zullen worden gekozen, te bepalen op minimum f 2200 en maximum f 260U. In tegenstelling met het hierboven ver melde standpunt is de commissie van over leg van meening, dat de dienst der inspec teurs ikam worden verlicht door enkele hunner werkzaamheden op te dragen aan de hoofdagenten. Als de desbetreffende voorstellen worden aangenomen, dan geeft art. 3 van het re glement bnderstaaaide personeelsformatie aan; waarbij is bepaald, dat het aantal ambtenaren, dat in verschillende rangen werkzaam zal zijn, jaarlijks bij de begroo ting vastgesteld wordt. De personeelsformatie is: Hoofdinspecteur 1; inspecteur 3; ad junct-inspecteur 3; hoofdagent 16; agent 88; administratiepersoneel 5. EEMNES. ERNSTIGE AANRIJDING. Vrijdagmiddag om kwart over twaalf wilde G. de Jong, kippenkoopman te Mui- derberg, op den Wakkerendijk ter hoogte van de Kerkstraat, van achter een luxe auto, die aldaar geparkeerd stond, den weg oversteken zonder op het verkeer te letten. Hij werd door een tankwagen der A. P. C. welke uit de richting Baarn kwam, aange reden en tegen den grond geworpen, waar bij hij een ernstige hoofdwonde en ge kneusd rechterbeen en arm bekwam. De ontboden geneesheer, Dr. Labadie uit Laren, verleende de eerste hulp. De chauffeur van den tankwagen gaf vol doende signalen; hem treft, naar wij ver nemen, dan ook geen schuld. De poliie onderzoekt deze aanrijding AMERSFOORT. VERZWEGEN BELASTING. Van de inspectie der directe belastingen wordt medegedeeld dat in de afgeloopen drie jaar aan inkomen is verzwegen 114.696 en aan vermogen 2.287.009. BETERE MARKTVERLICHTING De vorige week is tijdens de automarkt een proef genomen met een zeer sterke lamp voor verlichting van het marktterrein. De lamp was daartoe opgesteld op een magirusladder van de gasfabriek. Het col lege van B. en W., de directeuren van openbare werken, en gasfabriek, en de commissaris van politie woonden deze de monstratie bij. De proef is goed geslaagd; vermoedelijk zal binnenkort de Hof ver licht worden door een vier- of vijftal sterke schijnwerpers, waardoor de markten op Woensdag en Zaterdag beter tot hun recht komen. Of 't nou kwam van de warme voorjaars zon of van het pas verorberde copieus di ner, aardappels en knollen met stip, (de Soesters weten wel, wat stip is), in elk ge val, ik zat nog geen vijf minuten in dolce farniente, of ik lag rustig in Morpheus ar men. En toen begon het, ik droomde. Ik zat op 'n bank in het rosarium en daar zag ik 'n aantal zangers de treden van de muziektent bestijgen en spoedig was het podium gevuld met allemaal bekende ge zichten. De Burgemeester, de secretaris, de beide Wethouders, alle leden van den Raad, de conciërge en de controleur, allen schaar den zich in slagorde, om op 'n gegeven teeken hun muzikale prestaties te laten hooren. Op 'n wenk van den dirigent deel de Beuzel de partijen uit en 'n oogenblik later rolden en golfden de eerste welluiden de accoorden over het rosarium en klon ken tot ver in den omtrek. No. 1 van het programma was: Het Natuurbad. Koor. Tusschen bosschen, op de heide, Ligt 'n plekje wonderschoon, YMaar Neptunus met z'n nimfen Zetelt op z'n watertroon. Solo van Duren. 'k Heb m'n krachten willen wijden Aan dit oord, vol majesteit; 't Is wel duur, maar 't zal rendeeren, Komt de zomer maar op tijd. Koor. Baden, zwemmen, 't nieuwe leven Vraagt, ja eischt de watersport; Hadden wij daarvoor geen ooren, Onze taak schoot hier te kort. Na 'n daverend applaus werd aanstonds No. 2 ingezet, 'n cantate voor soli en koor, getiteld: De Bult. Solo Peter. Dagen en jaren verhief ik m'n stem, Nu eens ironisch en dan weer met klem: 'k Wou De Bult, in groote lijnen, Voor goed van d'aarde doen verdwijnen. Duo Peter en de Generaal. Hoofd en hersens bij elkaar Gaan wij strijden jaar op jaar; Eens toch zullen wij verwinnen, Als de Raad zich mag bezinnen. Koor. Neen, geen kwestie, 't is te duur; Onze Bult staat als 'n muur. Zet aan kant dit hooploos streven, Want gij zult het nooit beleven. Wij willen hem niet missen De mooie Soester Bult; Wee hem, die in de toekomst Aan onze Bult nog muit. Aan het slot van deze Cantate brak 'n orkaan los van toejuichingen, zoo gewel dig, dat ik met 'n schok wakker schrok. Jammer, dat het maar 'n droom was! DIXI. WEESP. TELEURSTELLING BIJ EEN SCHUT SLUIS. Een groot gezelschap dames en heeren, op twee motorbooten op weg naar het Pol derhuis aan de 's Gravelandschevaart, met de bedoeling aldaar aan te leggen en via Ankeveen, langs de schilderachtige plassen naar Nederhorst den Berg te wandelen, wachtte aan de genie-sluis bij Uitermeer een groote teleurstelling. Voor het schutten op Zon- en feestdagen moet n.1. tevoren vergunning worden aangevraagd bij den eerstaanwezend ingenieur te Amersfoort, onder wien deze geniesluis ressorteert. Te gen betaling van 4 voor het heen- en terugvaren wordt toestemming gegeven voor het openen dezer sluis op Zondagen. Dit voorschrift is allerminst algemeen be kend en hadden de vorenvermelde pleizier- vaarders ook niets aangevraagd, zoodat zij voor een gesloten sluis kwamen. Het voor genomen uistapje kon slechts gedeeltelijk worden uitgevoerd. REÜNIE OP HET FORT HONSWIJK. Donderdag j.1. heeft onder groote be langstelling op het Fort Honswijk bij Schalkwijk een vriendschappelijke samen komst plaats gehad van de vroegere be zetting 19141915 van het Fort Honswijk. Aanwezig waren ook de minister van de fensie mr. Deckers en de commandant van het Veldleger, luitenant—generaal Röell. Van de vroegere bezetting was 96 pCt. aanwezig. De oud-commandant van de bezetting, de Luitt.-kolonel A. Captijn, werd door al len gehuldigd. Aan de deelnemers werd ter herinnering het Honswijksche kruis uitge reikt. Aan den oud-commandant werd door de bezetting hetzelfde kruis in goud over handigd. De heer H. A. Wolters. die een belangrijk deel van de voorbereiding voor deze samenkomst heeft verricht, ontving uit de manden van den minister 't eere-kruis, in zilver, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. Een telegram van trouw en aanhankelijk heid werd aan de Koningin gezonden.

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1934 | | pagina 1