Nieuws- en Advertentieblad
Verschijnt Woensdag en Zaterdag
Engeland tusschen
twee vuren.
Huidige Bevolkings
wijzigingen.
Bekendmakingen
Officieel
O^Gemengd Nieuws^p
HORS D'OEUVRE.
No. 39
(Gegarandeerde oplaag S000 exemplaren)
Twéé en Twintigste Jaarg&ng
Woensdag 16 Mei 1934
BUREAU VOOR ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT7 - SOESTDIJK
ADVERTENTIÊN EN INGEZONDEN STUKKEN WORDEN INGEWACHT
TOT UITERLIJK DINSDAGS- EN VRIJDAGSMORGENS 10 u.a. h. BUREAU
UITGAVE: N.V. EERSTESOESTERELECTR. DRUKKERIJ v.h. G. v. d. BOVENKAMP
ADVERTENTIÊN: VAN 1-5 REGELS 75 CTS.. ELKE REGEL MEER 15 CTS
GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE, BIJ ABONNEM. KORTING
ABONNEMENTSPRIJS f 1— PER DRIE MAANDEN, FRANCO PER POST
REDACTIE- EN ADM.-AORES: WEEDESTR. 7 - TEL. 962 - GIRO 161165
HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - (STAATSBLAD No. 380
HET UITBREIDINGSPLAN.
In de Raadsvergaderingen van 30 April
1.1. is door den Raad het besluit genomen,
om nogmaals een jaar toe te voegen aan
de twee jaren, die men reeds aan het werk
is, om dit plan voor te bereiden.
Het voorstel van Burgem. en Wethou
ders volgt hieronder.
Ie Afd. No. 2990.
Uitbreidingsplan.
Zooals bekend, is door L'we vergadering
op 3 Mei 1933 overeenkomstig art. 36 lid
1 der Woningwet bepaald, dat de vaststel
ling van een uitbreidingsplan werd voorbe
reid en is dat besluit dienzelfden dag nog
door het hoofd van het gemeentebestuur
ter openbare kennis gebracht. Het ontwerp
besluit zou derhalve vóór 3 Mei a.s. gereed
moeten zijn. Dit zal evenwel niet geheel
het geval kunnen zijn. Wiel is t eigenlijke
tcekenwerk, behoudens de nog aan te bren
gen bouwlijnen, thans gereedgekomen, doch
zeer gewenscht is het, mede in verband
met de nog niet vaststaande jurisprudentie,
de bebouwingsvoorschriften, welke deel
van het uitbreidingsplan uitmaken, eerst
n hoogere autoriteiten ter voorloopige
Voordeeling te doen toekomen. Daardoor
•uilen ongetwijfeld vele moeilijkheden van
administratieven aard kunnen worden
voorkomen. Op grond van het vorenstaan
de zal van tervisielegging van het plan
thans moeten worden afgezien en is uitstel
vrhalv noodzakelijk. Het gevolg hiervan
i-.. dat I w bovengenoemd besluit van 3
Mei 1933 dient te worden ingetrokken en
1ent te worden bepaald, dat wederom een
l'Ian van uitbreiding wordt voorbereid. Ne-
nsgevoegd ontwerp-besluit bieden wij U
ter vaststelling aan.
door FLORIS C.
(Nadruk verboden).
Alle rechten voorbehouden.
I.
De internationale politieke situatie ziet
er nogal verward uit en het lijkt moeilijk
de hoofdlijnen te ontdekken, die het ware
beeld van de situatie vormen. Wat de groo-
te mogendheden betreft, is het echter spe
ciaal Engeland, dat de blikken van velen
op zich gericht ziet. We hebben pogingen
van I'ransche zijde zien ondernemen, om
een Engelsche garantie los te krijgen,
waardoor dus het Fransch-Engelsche een
heidsfront jegens den rumoerigen Duitschen
buurman zou worden hersteld, doch Albion
aarzelt. Er is sprake van eenige uitbreiding
van de Locarno-garanties van de zijde van
Engeland, doch ook dit gaat niet van harte.
Inmiddels lanceerde ook Musolini een be
roep op Engeland, om aan de onzekerheid
een einde te maken en het gewicht van zijn
„prestige" in het veld te brengen. Dit alles
nu heeft kennelijk tot grondslag de mee
ning, die bij velen heeft postgevat, dat een
Fngelsch-Kransche combinatie voldoende
i-, om den Europeeschen vrede te waarbor
gen, omdat om het nu maar heel popu
lair te zeggen Duitschland, indien het
agressief zou willen optreden, tegen dit
bondgenootschap niet op kan.
II.
Dat is dus het eene vuur. Het andere vuur
aan Albion's zijde is de drang, oin zich
juist van het continentale Europa afzijdig
te houden, en met Amerika een overeen
komst aan te gaan, om financieel, mate
rieel, militair, noch politiek, iets met even-
tueele vechtjassen onder de Europeesche
naties te doen te willen hebben, en daar
door de oorlogsvlam, zoo die al ergens
mocht uitslaan, wegens gebrek aan voedsel
(leeningen, munitie, militaire hulp, grond
stoffen) als een nachtkaars te doen uitgaan.
Engeland's aarzeling om Frankrijk een ga
rantie te verschaffen in een of anderen
vorm en daardoor de ontwapeningskwestie
in kalmer wateren te leiden, moet aan den
druk van deze tweede overweging worden
geweten. Nu zijn er, die acht en wee roepen
bij de gedachte, dat Engeland zich zoo
koelbloedig van Europa af wendt, en het
arme bedieigde Frankrijk moerziel alleen
aan de dreiging van gindsche zijde van den
Rijn overlaat, en bovendien nog een herbe
wapening van Duitschland goedkeurt. Doch
ons wil het voorkomen, dat een duidelijke
en krachtige en vooral spoedige Engelsch-
Amerikaansche verklaring van absolute af
zijdigheid en boycot van iederen stokebrand
in Europa-wie-dan-ook, van wege de vol
komen doeltreffendheid verre te verkiezen
»s boven die door sommige staten zoo vu
rig begeerde Engelsche garantie. Een mis
lukking van de pogingen om Engeland in
het nogal valsch en onrythmisch klinkende
Europeesche concert de eerste viool te doen
spelen, zal dus naar onze bescheiden mee
ning geen ramp behoeven te zijn, integen
deel.
III.
En laat men nu niet aan komen dragen
met geheimzinnige argumenten van verbor
gen gehouden enorme middelen van den een
of anderen staat, die dezen staat in de ge
legenheid zouden kunnen stellen, op zijn
eentje een oorlog te voeren. Want of men
nu Duitschland of Frankrijk neemt, over
het geheel genomen zijn de Europeesche
staten arm als de mieren, vechten ze tegen
enorme begrootingsdeficitten en werkloos
heid. Duitschland heeft zich door middel
van inflatie nu wel van drukkende lasten
van leeningen enz. ontdaan, niet vergeten
mag worden dat hierdoor het volksvermo
gen een ontzettende knak heeft gekregen.
Strikt genomen is de economische toestand
van Duitschland zoo slecht, dat de werke
lijke waarde van de mark, misschien nog
niet eens overeenkomt met de Jaagste
koers van de laagstgenoteerde soort ge
blokkeerde marken. En men kan nu wel
door middel van de biljettenpers tijdelijk
een geforceerde waarde aan papiergeld in
het binnenland geven, als men goederen of
leeningen van het buitenland noodig heeft,
loopt de zaak in een minimum van tijd
spaak. Frankrijk heeft nog op geen stuk
ken na zijn in den vorigen wereldoorlog
opgenomen leeningen terugbetaald en aan
financieele steun van Uncle Sam, noch van
John Buil valt niet te denken. Geld, zoomin
als goederen, zouden ooit terug worden
betaald. En toch zijn er natuurlijk altijd wel
kapitaalkrachtige bankconcerns en handels
combinaties te vinden, die de verleiding
van ihet oogenblik niet jzouden kunnen
weerstaan, tegen woekerprijzen en dito ren
te in de behoeften van oorlogvoerende na
ties te voorzien, ook al is het crediet nog
zoo slecht. Dat zien we in het zinlooze
Chaco-conflict tusschen Bolivia en Para
guay dat beide partijen al tien maal meer
heeft gekost, dan men ooit door een suc
cesvolle militaire beslechting van het ge
schil had kunnen hopen te winnen. Doch
ook dit is te vermijden, door een embar
go op geld en export naar oorlogvoerende
landen te leggen. Indien men alle steun,
moreel zoowel als financieel aan oorlog
voerende landen onthoudt, zakt de oorlog
in elkaar als een stuk-geprikte kinderbal
lon. Engeland en Amerika hebben den
vorigen oorlog gefinancierd, en als zij be
sluiten zich volkomen buiten een eventueel
conflict te houden, dan is de zaak daar, al
thans wat een wereldoorlog betreft, mee
afgedaan. Voor een permanent herstel van
de rust in Europa is echter meer noodig:
herziening der vredesverdragen.
VERVOLG.
DREIGENDE OVERBEVOLKING EN
WERKELOOSHEID.
„De geschiedenis bewijst met tal van
duidelijke voorbeelden, dat geen be
schaving stand heeft kunnen houden,
die de voortplanting als grondpro
bleem der gemeenschap van den al-
lerfundamenteelsten aard heeft ver
waarloosd." Mr. L. A. Ries.
1. Natuurlijk heeft de gruwelijke en
langdurige wereldoorlog, die de mensch-
heid in de jaren 191418 teisterde, tijdelijk
een sterke vermindering teweeggebracht in
het aantal destijds plaatsvindende geboor
ten. Zoo berekent Mallet, dat die oorlog
aan Engeland 650, aan Frankrijk 1040 en
aan Italië 1290 duizend nieuwe geboorten
gekost heeft. Maar reeds vóór den aan"mg
van den oorlog viel eene daling van het ge
boortecijfer te constateeren, toen de bevol
kingsdichtheid in vele landen nagenoeg
haar maximum van mogelijkheid bereikt
had en de emigratie naar andere landstre
ken niet meer zoo gemakkelijk viel als
voorheen, daar die vreemde gewesten niet
meer zoo gewillig immigranten opnamen en
bemoeilijkende bepalingen daaromtrent gin
gen instellen. Wel was dus de bevolkings
toeneming nog steeds zeer aanzienlijk,
vooral door de daling van het sterftecijfer
ten gevolge van den vooruitgang der medi
sche wetenschap en van allerlei sanitaire
maatregelen, maar toch begon desondanks
die geweldige toeneming althans eenigerma-
te te verminderen door vermindering van
geboorten.
Geven wij ter aantooning daarvan de ge
boortecijfers van eenige landen in hun wij
ziging gedurende omstreeks een halve eeuw
tijds:
1871—80
Frankrijk 25.6 in 1913: 19.
Groot-Brittanië 32.3 in 1921: 22.5
Duitschland 39.1 in 1913: 27.5
Italië 36.9 in 1919: 21.2
Zweden 30.5 in 1921: 21.4
Reeds in de jaren 191115 bleek in al
die landen het geboortecijfer, vergeleken
bij dat van 40 jaren vroeger, aanmerkelijk
gedaald. Wat meer speciaal Nederland aan
gaat, wij vinden hier:
Aantal levend Aantal wettige
geb. p. 1000 inw. geboorten op
1000 vrouwen
beneden 50 j.
187579 36.5 310
188084 35.0 300
1885—89 34.0 297
1890—94 33.0 287
1895.99 32.4 280
1900—04 31.7 271
190509 29.0 250
ln 1876 werd hier een maximum-cijfer be
reikt, dat sedert dien regelmatig daalde tot
28.2 in 1914 en zijn minimum van 24.2 be
reikte in 1919 onder invloed van den oorlog,
om daarna in 1920 weer te stijgen tot 28.4,
maar dan in 1921 weer te dalen tot 27.5.
De oorzaken dier geboortevermindering
worden verschillend opgegeven. Sommigen
zoeken haar in den invloed van den toene-
menden welstand en beschaving op de ge
boorte beperking, of ook wel in psysiolo-
gische richting in eene daarmede gepaard
gaande vermeerderde hersenwerking en
overvoeding. Anderen weer zoeken de ver
klaring in de meer democratische gedaante
welke de maatschappij heeft aangenomen,
of ook wel in den toenemenden trek van
het platteland naar de steden, dan wel in
eene vermeerderde kennis bereffende aan
te wenden voorbehoedmiddelen.
Verschillend en uiteenloopend is ook de
beoordeeling van het verschijnsel. Terwijl
sommigen van meening zijn, dat het dalend
geboortecijfer erop wijst dat de natiën, bij
welke het zich voordoet, verliezen aan vi
taliteit, zijn anderen weer van oordeel, dat
daarin te zien is een bewijs van hoogeren
beschavingsgraad en eene aanduiding dat
meer aandacht geschonken wordt aan het
grootbrengen en aan de toekomst der kin
deren.
2. Hoe het zij, onrustbarend zeker is
het verschijnsel niet en een achteruitgang
der bevolking behoeft daarom nog geens
zins geducht te worden. Want in nog veel
hooger mate nam de kindersterfte af, waar
door veel meer geborenen in 't leven blij
ven. Die sterfte bedroeg in den laatsten tijd
bij kinderen beneden het jaar per duizend
geboorten in:
mannel. vrouwel.
Duitschland (1914) 177.1 149.2
Italië (1916) 174.5 157.7
Spanje (1917) 163.5 146.1
Frankrijk (1913) 122.7 101.7
Groot Brittannië (1919) 101.3 79.0
Zwitserland (1918) 96.9 79.1
Vereen. Staten (1920) 95.1 761
Australië (1920- 76.7 61.1
.Zweden (1916) 76.6 62.5
Nederland (1919) 55.2 43.0
Uit deze lijst, welke ontleend werd aan
R. Pearl's „Introduction to medical biome-
try and statisticts" (Philadelphia 1927, pag.
161), kan men duidelijk bespeuren: le. hoe
aanzienlijk veel hooger overal de sterfte is
onder jongens dan onder meisjes; 2e. hoe
uiteenloopend de sterfte is in verschillende
landen, en hoe ons land in de lijst lager
staat aangegeven dan eenig ander.
3. De tweede oorzaak, waarom ondanks
de vermindering van het geboortecijfer toch
de bevolkingsvermeerdering in de beschaaf
de landen sterk bleef toenemen, is gelegen
in de algemeene sterftevermindering, d.i.
de verhooging van den gemiddelden leef
tijd van overlijden. Zoo bedroeg omstreeks
1920 volgens Glover het sterftecijfer per
1000 inwoners in: Duitschland 21.50, Italië
22.46, Frankrijk 21.10, Vereen. Staten 19,66,
Australië 17.56, Zweden 17.95, Holland
19.16.
De daling van het sterftecijfer, te dan
ken aan het voortschrijden der medische
wetenschap, de verminderde kindersterfte,
de meerdere veiligheidsmaatregelen en de
betere oeconomische levensvoorwaarden,
is duidelijk waarneembaar aan de navol
gende lijst, ontleend aan Hertzler's „Social
progress" (New-York 1928, pag. 348):
187180 191922 Vermin
dering
in
Frankrijk 24.3 17.2 29.2
Groot-Brittanië 21.0 12.5 40.4
Duitschland 27.1 14.9 45.0
Italië 29.7 19.0 36.0
Zweden 18.4 12.4 3215
Holland 24.3 11.1 54.1
Spanje 30.9 21.4 30.7
\\fat meer speciaal ons land aangaat,
blijkt de geleidelijk voortgeschreden verla
ging van 't cijfer, door hetwelk het aantal
sterfgevallen per elke duizend der bevolking
wordt aangegeven, uit de volgende tabel:
Mannen Vrouwen Tot.m. envr.
1870—79 25.28 23.57 24.19
1880-89 22.19 20.39 21.27
1890—99 19.36 17.87 18.67
1900-09 16.24. 15.02 15.69
Hiet sterftecijfer, dat hier in 184049 nog
stond op 24.49, was zoodoende in 1911, dus
ruim zestig jaren later, gedaald tot 14.50 en
nog tien jaren later, in 1921, zelfs tot 11.16.
Maar steeds bleef het bij de mannen hoo
ger dan bij de vrouwen, m.a.w. hun gemid
delde levensduur was steeds korter dan die
der andere sekse. En de daling viel bovenal
te constateeren onder de stedelijke bevol
king, evenals onder deze de zuigelingen
sterfte sterker is afgenomen dan onder die
van het platteland bij een ove-'gens lager
geboortecijfer. De vermindering dier sterf
te, waarop wij reeds boven wezen, heeft
zich tot in den jongsten tijd bij ons voort
gezet; want op 100 levendgeborenen be
droeg zij in 1905: 12.93, in 1910: 10,62, in
1915: 8.58 en in 1920: 7.17.
Wordt vervolgd.
GEWESTELIJKE VARKENSCENTRA-
LE UTRECHT.
Aan de Leden Fokkers:
Nogmaals wijzen wij de fokkers er op,
dat indien zij minder dan 4 merken over
hebben, dit restant van minder dan 4 mer
ken vervalt.
Het blijkt nu voor te komen dat fokkers,
die minder dan 4 merken zouden overhou
den indien zij alle biggen van een toom lie
ten merken, niet al deze biggen laten mer
ken, zulks met de bedoeling te voorkomen,
dat de overgehouden merken komen te
vervallen.
Wij wijzen de fokkers er met nadruk op,
dat zulks niet geoorloofd is en dat zij ver
plicht zijn hun biggen te laten merken. In
dien dan ook bij hen biggen van 16 K.G.
of zwaarder, ongemerkt aanwezig zijn, zul
len zij tuchtrechterlijk worden gestraft, met
alle gevolgen daaraan verbonden.
De Secretaris der Gewestelijke
Varkenscentrale voor Utrecht.
A. P. van Lutterveld.
HILVERSUM.
DE POLITIE.
De commissaris van politie heeft de aan
dacht gevestigd op de tegenwoordige for
matie van het lnspecteurspersoneel. Er kan
niet op zoo doeltreffende wijze in den dienst
worden voorzien, als voor een goeden
gang van zaken noodig is. Thans zijn de
inspecteurs veelal overbelast, waardoox
herhaaldelijk langdurige absenties wegens
ziekte plaats hebben. B. en W. stellen den
raad een goede oplossing voor, die kan
worden verkregen, zonder dat zulks voor
de gemeente belangrijke geldelijke offers
mede brengt. Het aantal inspecteurs, dat
nu 6 bedraagt, zal geleidelijk door het niet
vervullen van vacatures worden terugge
bracht tot 4 en wordt overgegaan tot aan
stelling van ten hoogste 4 adjunct-inspec
teurs (een nieuwe rang). Thans is er één
vacature voor inspecteur, en deze vacature
zal niet vervuld worden, ln de plaats daar
van zullen thans 2 adjunct-inspecteurs wor
den aangesteld.
H,et voordeel dezer nieuwe formatie is,
dat er ook in den nachtdienst regelmatig
een inspecteur aanwezig is. Het salaris
voor de adjunct-inspecteurs ware, o.a. over
wegende dat voor deze functie als regel
jeugdige krachten zullen worden gekozen,
te bepalen op minimum f 2200 en maximum
f 260U.
In tegenstelling met het hierboven ver
melde standpunt is de commissie van over
leg van meening, dat de dienst der inspec
teurs ikam worden verlicht door enkele
hunner werkzaamheden op te dragen aan
de hoofdagenten.
Als de desbetreffende voorstellen worden
aangenomen, dan geeft art. 3 van het re
glement bnderstaaaide personeelsformatie
aan; waarbij is bepaald, dat het aantal
ambtenaren, dat in verschillende rangen
werkzaam zal zijn, jaarlijks bij de begroo
ting vastgesteld wordt.
De personeelsformatie is:
Hoofdinspecteur 1; inspecteur 3; ad
junct-inspecteur 3; hoofdagent 16; agent
88; administratiepersoneel 5.
EEMNES.
ERNSTIGE AANRIJDING.
Vrijdagmiddag om kwart over twaalf
wilde G. de Jong, kippenkoopman te Mui-
derberg, op den Wakkerendijk ter hoogte
van de Kerkstraat, van achter een luxe
auto, die aldaar geparkeerd stond, den weg
oversteken zonder op het verkeer te letten.
Hij werd door een tankwagen der A. P. C.
welke uit de richting Baarn kwam, aange
reden en tegen den grond geworpen, waar
bij hij een ernstige hoofdwonde en ge
kneusd rechterbeen en arm bekwam.
De ontboden geneesheer, Dr. Labadie
uit Laren, verleende de eerste hulp.
De chauffeur van den tankwagen gaf vol
doende signalen; hem treft, naar wij ver
nemen, dan ook geen schuld.
De poliie onderzoekt deze aanrijding
AMERSFOORT.
VERZWEGEN BELASTING.
Van de inspectie der directe belastingen
wordt medegedeeld dat in de afgeloopen
drie jaar aan inkomen is verzwegen
114.696 en aan vermogen 2.287.009.
BETERE MARKTVERLICHTING
De vorige week is tijdens de automarkt
een proef genomen met een zeer sterke
lamp voor verlichting van het marktterrein.
De lamp was daartoe opgesteld op een
magirusladder van de gasfabriek. Het col
lege van B. en W., de directeuren van
openbare werken, en gasfabriek, en de
commissaris van politie woonden deze de
monstratie bij. De proef is goed geslaagd;
vermoedelijk zal binnenkort de Hof ver
licht worden door een vier- of vijftal sterke
schijnwerpers, waardoor de markten op
Woensdag en Zaterdag beter tot hun recht
komen.
Of 't nou kwam van de warme voorjaars
zon of van het pas verorberde copieus di
ner, aardappels en knollen met stip, (de
Soesters weten wel, wat stip is), in elk ge
val, ik zat nog geen vijf minuten in dolce
farniente, of ik lag rustig in Morpheus ar
men. En toen begon het, ik droomde.
Ik zat op 'n bank in het rosarium en daar
zag ik 'n aantal zangers de treden van de
muziektent bestijgen en spoedig was het
podium gevuld met allemaal bekende ge
zichten. De Burgemeester, de secretaris, de
beide Wethouders, alle leden van den Raad,
de conciërge en de controleur, allen schaar
den zich in slagorde, om op 'n gegeven
teeken hun muzikale prestaties te laten
hooren. Op 'n wenk van den dirigent deel
de Beuzel de partijen uit en 'n oogenblik
later rolden en golfden de eerste welluiden
de accoorden over het rosarium en klon
ken tot ver in den omtrek.
No. 1 van het programma was:
Het Natuurbad.
Koor.
Tusschen bosschen, op de heide,
Ligt 'n plekje wonderschoon,
YMaar Neptunus met z'n nimfen
Zetelt op z'n watertroon.
Solo van Duren.
'k Heb m'n krachten willen wijden
Aan dit oord, vol majesteit;
't Is wel duur, maar 't zal rendeeren,
Komt de zomer maar op tijd.
Koor.
Baden, zwemmen, 't nieuwe leven
Vraagt, ja eischt de watersport;
Hadden wij daarvoor geen ooren,
Onze taak schoot hier te kort.
Na 'n daverend applaus werd aanstonds
No. 2 ingezet, 'n cantate voor soli en koor,
getiteld:
De Bult.
Solo Peter.
Dagen en jaren verhief ik m'n stem,
Nu eens ironisch en dan weer met klem:
'k Wou De Bult, in groote lijnen,
Voor goed van d'aarde doen verdwijnen.
Duo Peter en
de Generaal.
Hoofd en hersens bij elkaar
Gaan wij strijden jaar op jaar;
Eens toch zullen wij verwinnen,
Als de Raad zich mag bezinnen.
Koor.
Neen, geen kwestie, 't is te duur;
Onze Bult staat als 'n muur.
Zet aan kant dit hooploos streven,
Want gij zult het nooit beleven.
Wij willen hem niet missen
De mooie Soester Bult;
Wee hem, die in de toekomst
Aan onze Bult nog muit.
Aan het slot van deze Cantate brak 'n
orkaan los van toejuichingen, zoo gewel
dig, dat ik met 'n schok wakker schrok.
Jammer, dat het maar 'n droom was!
DIXI.
WEESP.
TELEURSTELLING BIJ EEN SCHUT
SLUIS.
Een groot gezelschap dames en heeren,
op twee motorbooten op weg naar het Pol
derhuis aan de 's Gravelandschevaart, met
de bedoeling aldaar aan te leggen en via
Ankeveen, langs de schilderachtige plassen
naar Nederhorst den Berg te wandelen,
wachtte aan de genie-sluis bij Uitermeer
een groote teleurstelling. Voor het schutten
op Zon- en feestdagen moet n.1. tevoren
vergunning worden aangevraagd bij den
eerstaanwezend ingenieur te Amersfoort,
onder wien deze geniesluis ressorteert. Te
gen betaling van 4 voor het heen- en
terugvaren wordt toestemming gegeven
voor het openen dezer sluis op Zondagen.
Dit voorschrift is allerminst algemeen be
kend en hadden de vorenvermelde pleizier-
vaarders ook niets aangevraagd, zoodat zij
voor een gesloten sluis kwamen. Het voor
genomen uistapje kon slechts gedeeltelijk
worden uitgevoerd.
REÜNIE OP HET FORT HONSWIJK.
Donderdag j.1. heeft onder groote be
langstelling op het Fort Honswijk bij
Schalkwijk een vriendschappelijke samen
komst plaats gehad van de vroegere be
zetting 19141915 van het Fort Honswijk.
Aanwezig waren ook de minister van de
fensie mr. Deckers en de commandant van
het Veldleger, luitenant—generaal Röell.
Van de vroegere bezetting was 96 pCt.
aanwezig.
De oud-commandant van de bezetting,
de Luitt.-kolonel A. Captijn, werd door al
len gehuldigd. Aan de deelnemers werd ter
herinnering het Honswijksche kruis uitge
reikt. Aan den oud-commandant werd door
de bezetting hetzelfde kruis in goud over
handigd. De heer H. A. Wolters. die een
belangrijk deel van de voorbereiding voor
deze samenkomst heeft verricht, ontving uit
de manden van den minister 't eere-kruis, in
zilver, verbonden aan de Orde van Oranje
Nassau.
Een telegram van trouw en aanhankelijk
heid werd aan de Koningin gezonden.