Nieuws- en Advertentieblad Verschijnt Woensdag en Zaterdag HORS D'OEUVRE. Bekendmakingen Officieel Hitier, Quo Vadis? Gemengd Nieuws^O Nieuwe Verordeningen en Wijzigingen daarvan. No. 63 (Gegarandeerde oplaag 3000 exemplaren) Twéé eri Twintigste Jaargèng Woensdag 8 Aug. 1934 Bureau voor Administratie: VAN WEEDESTRAAT 7 SOESTDIJK Advertentiën worden ingewacht tot uiterlijk Dinsdags- en Vrijdagsmiddags 2 uur aan het Bureau v. Weedestraat 7 en aan het filiaal Soesterb.straat 8 Uitgave: N.V. EERSTE SOESTER ELECTR. DRUKKERIJ, v.h. G. v. d. Bovenkamp Advertentiën: VAN 1-5 REGELS 75 CTS., ELKE REGEL MEER 15 CTS. Groote letters naar plaatsruimte BIJ ABONNEMENT KORTING ABONNEMENTSPRIJS: 1.— PER DRIE MAANDEN. Franco p. post REDACTIE- EN ADM.-ADRESv. WEEDESTR. 7 - TEL. 962 - GIRO 161165 HET AUTEURSRECHT VAN DIT BLAD WORDT UITDRUKKELIJK VOORBEHOUDEN OVEREENKOMSTIG ART. 15 VAN DE AUTEURSWET 1912 - STAATSBLAD No. 380 BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouders van Soest brengen ter openbare kennis dat de Com missie ter beoordeeling van bouwplannen zitting houdt in het gebouw van Openbare \\1erken, Lange Brinkweg 49b alhier op den eersten en derden Dinsdag van iedere maand. Belanghebbenden kunnen op deze dagen des namiddags van 23 uur inlichtingen omtrent de door hen ingezonden bouwplan nen bekomen van een der leden dier Com missie. Soest, 31 Juli 1934. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Soest maken bekend, dat het verzoek van de N.V. Bataafsche Import Miij. te 's Gravenhage om op/in perceel, kadastraal bekend in sectie A. No. 1783-1784 gelegen aan de Kerk straat een ondergrondsche benzinebewaar plaats met bovengrondsche aftapinrichting te mogen oprichten door hen is ingewilligd op 31 Juli 1934. Soest, 1 Augustus 1934. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, G. Deketh. De Secretaris, J. Batenburg. I. Het is van belang om, zonder zich te laten meesleepen of beïnvloeden, door po litieke sym- of antipathieën, op zuiver ob jectieve wijze den toestand te ontleden, die ontstaan is door het verscheiden van den alom geachten, eerbiedwaardigen grijsaard von Hindenburg. Een juist en zuiver inzicht in den toestand wordt niet verkregen door speculatieve redenaties, waarbij de wensch de vader van de gedachte is. Zoo gevoelen wij er weinig voor, een min of meer pijn lijk figuur te slaan, zooals sommige Ber- lijnsche correspondenten van de groote bla den, die in één editie van hun blad (dit was het geval bij het Algemeen Handelsblad) vermeldden dat Hitier zich tot rijkspresi dent had geproclameerd, en natuurlijk wel geen referendum daarover zou laten houden, en even later moesten erkennen, dat hij wel een referendum had uitgeschreven, doch daaraan onmiddellijk de insinuatie vastknoopten, dat hij den datum natuurlijk wel op de lange baan zou schuiven. In het zelfde nummer van het blad werd ech- ter de mededeeling opgenomen, dat de da tum ook was vastgesteld en wel op 19 Augustus. Een dergelijke berichtgeving van een correspondent van een groot blad, kan men moeilijk objectief noemen. Achter haald door de feiten levert zij echter een niet bepaald fraai figuur op. II. Wanneer men thans de vraag stelt, waar Hitier heengaat en of er in de naaste toe komst groote veranderingen in Duitschland zullen plaats grijpen, dan meenen wij aan de hand van een zorgvuldige analyse en van bijzondere inlichtingen, die niet voor ieder toegankelijk zijn, te kunnen verwach ten, dat er, behalve dan de eerder door ons geuite mogelijkheid van 'n spoedige terug keer van Duitschland in den Volkenbond, niet zoo heel veel ingrijpends zal gebeu ren. De in zekere kringen gekoesterde ver wachting, dat de Rijksweer zich tegen Hit- Ier zou wenden, en er een militaire dicta tuur zou komen, is sterk in waarschijnlijk heid gedaald. Hoogstens zou men kunnen spreken van een zekere persoonlijke in vloed van von Blomberg op Hitier, doch dit mag niet zoodanig worden uitgelegd, dat Hiitler thans de gevangene en ledepop van de-Rijksweer, en de door deze versym- boliseerde conservatieven zou zijn gewor den. De Rijksweer schijnt inderdaad loyaal te zijn. III. Of het Duitsche volk bij het referendum „ja" zal zeggen op de vraag of het Hitier als president wenscht, valt niet met zeker, heid te zeggen. Ongetwijfeld houdt men rekening met de uiting van een belangrijke mate van misnoegen en ontevredenheid, hetgeen in de stemmingscijfers ook wel tot uiting zal komen. Doch niettemin verwacht men een meerderheid voor Hitier. De tot uiting komende oppositie zal, naar men verwacht, een soort van controle en rem voor Hitier zijn, en hem ertoe bewegen, verder paal en perk te stellen aan de ra- dicaal-nationaal-socialistische dwingelandij Een verder inperken dus van de macht der bruinhemden. ÏV. De nieuwe politiek van Hilter sedert den 30en Juni en opnieuw sedert het Oosten rijksch échec, zal er voorts toe leiden, dat er in de bezetting van het Ministerie van Buitenlandsche zaken zeker geen verande ring zal worden gebracht, in den geest der 'Nationaal-Socialistische Duitsche Arbei derspartij, onder de signatuur van Alfred Rosenberg. Zooals men weet was Rosen- berg indertijd hoofd van de buitenlandsche politieke afdeeling van de partij, en het streven van hem en de zijnen is steeds geweest, het Ministerie van Buitenlandsche zaken, dat nog bestuurd wordt door de ge routineerde krachten van het oude régime iets waarvoor Hiitler zijn woord aan von Hindenburg had moeten geven, in ruil voor diens sanctie op de Hitler-politiek geheel 'te „vernieuwen" in radicaal nationaal-socia_ listischen geest. Doch Rosenberg heeft, vooral na zijn trieste figuur in Londen bij den aanvang van het Nazi-bewind, afge daan. Zoo komt de Duitsch-vijandige stem ming in het buitenland Hitier feitelijk zeer van pas. Tegen de oppositie kan hij zeggen, om haar satisfactie te geven, dat hij geen wijziging in Buitenlandsche zaken brengt, omdat de Nazi-beweging geen gerouti neerde krachten heeft om Buitenlandsche zaken 'te bezetten, terwijl hij bovendien door zijn belofte aan Hindenburg zedelijk ge bonden is. Aan zijn aanhangers kan hij ver klaren, dat wijziging één van de oogmerken van de ontrouwe Röhm-sche oppositie was, en daarom onaanvaardbaar. Tenslotte kan Hitier zijn ommezwaai naar den Vol kenbond wat men ons van officieuse Duitsche zijne als zeker geen onlogische gevolgtrekking aanduidde voor het bin nenland aannemelijk maken, door te wijzen op te verwerven concessies, zooals eerder door ons uiteengezet. FLORIS C. Nadruk verboden. BAARN. BAARNSCHE TENTOONSTELLING EN WINKELBEURS 13 tot 18 Augustus 1934. De Baarnsche Tentoonstelling en Win- kelbeurs, waartie de V.V.V. „Baarn's Bloei" den stoot gaf, staat van 1318 Aug. te worden gehouden in de Prinses Juliana- school. lEen groot aantal deelnemers, welke een buitengewone animo blijken te bezitten, zijn thans bezig de lokalen in te richten. Het belooft inderdaad iets goeds. Een groote consumptietent wordt ge bouwd, bufiet ingericht, muziektent ge plaatst, verlichting in den tuin aangebracht ten langs den geheelen gevel van dit fraaie gebouw. Eiken middag zal een strijkje zich doen hooren in den tuin en 's avonds in het ge bouw. Voor 's avonds is een rijk gevarieerd pro gramma samengesteld, waaraan verschil lende muziek- en zangvereenigingen deelne men. Tientallen prijzen zijn door de stand houders den bezoekers aangeboden, welke vallen op bepaalde nummers der entrée- bewijzen, voorts ontvangt elke tienden be zoeker een surprise. Alle entréebewijzen hebben buiten het reeds genoemde voor eiken bezoeker waar de, daar deze ingeleverd aan het buffet, recht geven op een kop Niemeijer's Koffie of Thee. De officieele opening zal Maandagmid dag half twee door den Burgemeester plaats hebben. AMERSFOORT. HET NIEUW1E GYMNASIUM. Prof. J. G. Wattjes, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, schreef •\in het Fransche tijdschrift voor bouwkunde „La Technique des Travaux", een zeer waardeerend artikel over het nieuwe gym nasium, dat gebouwd is door den stads architect ir. C. B. v. d. Tak Jr. Hieronder laten wij volgen wat prof. Wattjes over dit nieuw bouwwerk schrijft: „De aardige stad Amersfoort ligt als een rustige oase te midden van de zandgronden in een versiering, waar het verleden zijn charme liet en voegde daarbij, zonder die charme van het verleden te storen, een mo derne noot, als wilde t' een bewijs leveren van de bouwwerken welke er tegenwoordig gebouwd worden en met de oude wallen en den fameuzen toren van de groote kerk fgoed harmonieeren. 't Is alleszins gemoti veerd om van deze bouwwerken van den allerlaatsten tijd te vermelden het stedelijk gymnasium, dat de stedelijke overheid heeft laten bouwen, ter vervanging van het oude, dat sedert eenigen tijd niet meer voldeed aan de tegenwoordige eischen des levens, dat zooveel eischt van gebouwen van dit genre, n.I. groote ruimte in een mooie na tuurlijke omgeving. Daarom stichtte men een nieuw gebouw in de wijk, welke bezig is te ontstaan in een lieflijken landelijkcn villagordel, waar de villa's zich in open be bouwing groepeeren temidden van een zich ontwikkelende tuinwijk. Het is ook om die reden dat men de gebouwen zóó geplaatst ;heeft, dat ieder een vrij uitzicht over het landschap heeft. Een radicale verandering die door de afschaffing van de binnenhoven van de oude klassieke scholen aan die van tegenwoordig een geheel andere gedaante geven, welke het ietwat strenge aanzien -van de kloostergangen vervangt door lanen, die begrensd worden door parken, door het ruime sportterrein, dat ze zoo smaakvol verlengt. Door deze inrichting vormen de gebou wen een waar geheel met het landschap, met hun steenmassa's, die een dominant vormen te midden van de verzameling aar dige huizen in de buurt, waar de traditio- neele Hollandsche steen ook den boven toon voert. Het gymnasium is opgedragen aan de na gedachtenis van den raadspensionaris Jo- han van Oldenbarneveldt. Het draagt den naam van den beroemden burger, die in de 17e eeuw de trouw aan zijn overtuiging met zijn leven betaalde. Zijn bronzen buste, werk van den beeldhouwer Falise, is ter eere van deze roemrijke persoon naast den ingang geplaatst, een plaats, welke men verkoos boven die op het Stationsplein, waar zij zich vroeger bevond. Deze ingang, welke zeer logisch op de snijding van de beide vleu gels in den plattengrond voortvloeit, ge tuigt met het domineerende van den hoek toren door drie monumentale pylonen, die aan het geheel van de gevels een gelukkig relief geven. Deze voorkeur voor het relief, die alle eentonigheid opheft, is overigens overal aangevuld door luifels, uitstekende lijsten, die zonder de harmonie te verstoren en toch de gewilde eenvoud bewarende, het geheel met hun kleurenspel verlevendigen. Om deze verlevendiging te versterken zijn de gebouwdeelen niet even hoog gehouden, en geven een silhouet tegen den hemel van eerlijke massa-werking, waarin de groote toren en het trappenhuis, als goede verbinding dienen tusschen de verschillende vertrekken en een rustpunt vormen. Het geheel is een zeer warme kleur gehouden, geel, grijsachtig-groen, die van het metselwerk, waarin het aluminium- kleurige van de deuren, vensters en ramen aan alles zoo'n schitterenden indruk geeft, en waarop de ondersteuningen van de lui fels, de randen, welke de terrassen be grenzen, voegen er 'n luiste raan toe, welke heel goed het verhevene en de groote lijnen van de compositie onderstrepen. 't Geeft 'n indruk van kalmte, rust, van kunnen, indruk van 't doorvoeren van het systeem der opeenvolgende horiz. lijnen, welke 't systeem van 'n vlakke afdekking ,nog versterkt. Deze afd. is, evenals de vloeren van gewapend beton met een iso- leerende laag van gewapend heraklietpla- ten. Op deze wijze heeft de architect, die -zich toch trouw aan z'n programma gehou den heeft, met eenvoudige en rationeele modellen een imposant geheel verkregen. Na toelichting met eenige goede illu straties van de inrichting, besluit hij dit artikel met een oordeel over het werk van den stadsarchitect: „Evenals het uitwendige is ook het inte rieur tot in de kleinste details bestudeerd, beschaafd en aangenaam aandoend van kleur door het blauw van de meubelen, het roodbruin van de vloeren, de verchroomde trapleuningen, deurknoppen, electriciteits- ornamenten, enz. In dit werk vindt men terug de opvattingen van de Hollandsche architecten van dezen tijd Berlage, Dudok, Jan Wils, maar in een persoonlijke en ori- gineele opvatting, geheel in overeenstem ming met de constructie en volledig beant woordend aan de bestemming. DE NIEUWE SPELLING. Op 10 Juli besloot de ministerraad al- gemeene maatregelen van bestuur te be vorderen, om zoo mogelijk, met ingang van 1 September a.s., de nieuwe schrijf wijze voor te schrijven voor het openbaar onderwijs, het lager onderwijs daaronder ook begrepen, in de verwachting, dat het bijzonder onderwijs, waarover in deze de regeering geen zeggenschap heeft, het nieuwe spellingsysteem zal volgen. De wijzigingen zouden opgenomen en nader omschreven worden, met de uitvoe ringsbepalingen, in een Kon. Besluit. De ontwerp-besluiten zijn toegezonden om advies aan den Onderwijsraad en den Raad van State, maar de adviezen zijn nog niet op het departement van Onder wijs ontvangen. Er is dan ook nog niet mede te deelen, of de nieuwe spelling voor het openbaar onderwijs reeds op 1 September ingevoerd zal worden. DE CORRESPONDENT VAN HET VOLK UIT DUITSCHLAND GEWEZEN. De Berlijnsche correspondent van Het Volk berichtte aan zijn blad. het volgende: „Van de geheime staatspolitie in Berlijn ontvang ik zoo juist het officieele bevel (tot uitwijzing, waarbij mij veertien dagen tijd wordt gegeven het gebied van het Duitsche Rijk te verlaten. Het stuk luidt in Hollandsche vertaling als volgt: „Op grond van paragraaf 2, artikel 3 en 4 van de wet over uitwijzigingen uit het Duitsche Rijk, wordt u hierdoor buiten het 'Rijksgebied gewezen, omdat gij aan de door u vertegenwoordigde krant, „Het Volk", regelmatig berichten hebt gezon den, die de Duitsche toestanden hebben gecritiseerd op een moedwillig vervalsch- te, hatelijke of beleedigende wijze. Uit overwegingen van nationaal zelf respect zie ik mij derhalve genoodzaakt aan deze berichtgeving een einde te maken door uw verwijdering uit het Rijksgebied. •U wordt dientengevolge uitgenoodigd het 'Rijksgebied binnen twee weken na ont vangst van deze beschikking te verlaten. Mocht u dit bevel niet nakomen, dan zal ik overeenkomstig paragraaf 5556 van i'de politieverordening van 1 Juni 1931 ge- weldmaatregelen moeten gebruiken. In dat geval zult u krachtens paragraaf 55 en overeenkomstig paragraaf 53 over de rijksgrens worden gezet. Uit overwegende gronden van openbaar belang verbied ik een bezwaarschrift, waarvan het gevolg uitstel zou kunnen zijn. Wie na plaats gehad hebbende uitwij zing zonder toestemming van de uitwij zende autoriteiten terugkeert, wordt vol gens paragraaf 5, artikel 1 van de wet op de Rijksuitwijzingen van 23 Maart 1934 gestraft met gevangenisstraf tot een jaar, met geldstraf, of met een dezer straffen". TOELICHTING op de door de Com missie voor de Strafverordeningen ontwor den concept strafverordeningen: a. Zooals uit een desbetreffend schrijven van den Inspecteur van de Volksgezond heid dd. 29 M,ei 1934, No. 1009—IX zal blijken, wordt door dezen gewezen op het nut van een verordening, als bedoeld in art. 25 van de Besmettelijke Ziektewet (wet van 21 Juli 1928, Stbl. No. 265), terwijl een modelverordening daarbij wordt toegezon den. Aangezien het wenschelijk is eenige bepalingen uit die modelverordening over te nemen en het aanbeveling verdient niet de bestaande verordening te wijzigen, doch een nieuwe vast te stellen, wordt nevens gaande verordening ter vaststelling aange boden. b. Aangezien het een ongewenschte toe stand zou zijn, indien in de gemeente zwem en/of badinrichtingen, waaronder begrepen inrichtingen voor het nemen van zonneba den, zonder vergunning van den Raad zou den kunnen worden opgericht of geëxploi teerd, wordt nevensgaande verordening ter goedkeuring aangeboden. c. Hét bestaande art. 68 der Politiever ordening heeft wel aanleiding gegeven tot 'klachten en moeilijkheden. De wenschelijk- heid is dan ook gebleken, om een nieuw ar tikel vast te stellen, waarbij aan Burge meester en Wethouders een grootere be voegdheid wordt gegeven tot het al dan niet toelaten van zwemmen enz. in de ge meente. d. Ingevolge artikel 6 der heffingsver- ordening op 'de hondenbelasting vastgesteld bij raadsbesluit dd. 9 Juli 1928, 3e afd. No. 15224, goedgekeurd bij Koninklijk Be sluit van 4 Augustus 1928, No. 35 is deze belasting slechts voor de helft verschuldigd, indien de hond na 30 Juni van het belas tingjaar is aangeschaft of de houder zich na dien datum in deze gemeente heeft ge vestigd. Indien iemand echter vóór 1 Juli ophoudt houder van een hond te zijn of vóór 1 Juli de gemeente verlaat is de belasting voor het geheele jaar verschuldigd. Bovendien moet de belastingplichtige meermalen in zijn nieuwe woonplaats op nieuw belasting voor zijn hond betalen. Ten einde in deze gelijkwaardige gevallen een uniforme regeling te verkrijgen, stellen wij U voor genoemd artikel 6 te wijzigen, zooals in de hierbijgaande ontwerp-veror- dening is aangegeven. De belastingcommissie kan zich met bo vengenoemde wijziging vereenigen. VERORDENING BESMETTELIJKE ZIEKTEWET. Artikel 1. Hoofden van scholen zijn verplicht den gemeente-geneesheer te waarschuwen, in dien hunne school woridt bezocht door kinderen, die vermoedelijk lijden aan kink hoest, mazelen, besmettelijke oogziekte, hoofdzeer of eenige andere besmettelijke huidziekte. Artikel 2. Het is aan hoofden van scholen, alsmede aan het aan die inrichtingen verbonden per soneel, verboden daarin aanwezig te zijn, wanneer zij lijdende zijn aan besmettelijke oogziekte, besmettelijke huidziekte of open tuberculose. Artikel 3. Het is aan hoofden van scholen verboden daarin personen toe te laten: a. wanneer die vermoedelijk lijdende zijn aan een der in art. 1 genoemde besmette lijke ziekten of Aan open tuberculose; b. wanneer in het gezin van die perso- nlen zich een geval van kwaadaardige ma zelen of kinkhoest heeft geopenbaard. Artikel 4. Het hoofd van het gezin, in wiens wo ning een geval van een in art. 1 genoemde besmettelijke ziekte of open tuberculose is vastgesteld, is verplicht te zorgen, dat m het geval van kinkhoest of kwaadaardige mazelen alle bij hem inwonende kinderen en in de overige gevallen de aan een dier ziekten, lijdende kinderen niet een school bezoeken. Artikel 5. De bepalingen van de artikelen 2, 3, en 4 zijn, behalve voor zooveel hoofdzeer be treft, niet of niet meer van toepassing, in dien de behandelende geneeskundige aan het hoofd van de school een schriftelijke Durf jij nog rijmpjes maken Op allerhande zaken? Sprak Kees, vol medelij; Wil lezen eerst de Ode In Onze Soester Bode, Leg dan je lier ter zij. Ik was wel 'n beetje geraakt door de toon, waarop dit gezegd werd. Als je ja renlang in de verbeelding hebt geleefd 'n eerste klas dorpsdichter te zijn; als men je honderde malen kwam lastig vallen om voor die of die gelegenheid 'n aardig versje te maken, met de bemerking: ,,'t Is voor jou niets", of „Je schudt ze zoo maar uit je mouw", of wat nog erger is: „We zul len na afloop wel met je afrekenen", waar nooit iets van terecht komt; als zelfs ge letterde en hoogstaande personen, je meer dan eens 'n compliment hebben gemaakt over je dichtkunst; dan valt je zoo'n ge zegde van je besten vriend als 'n koud waterstraal op 't lijf. Om Kees z'n raad op te volgen, heb ik de Ode in de Bode van „De Denker" ge lezen en herkauwd en ben ik tot de ont stellende conclusie gekomen, dat ik niet alleen ben overtroffen, maar, wat rijmen betreft, voor goed heb afgedaan. De Den ker heeft me afgemaakt, overd. .nderd, ver nietigd, platgetrapt, vermoord! Zooveel diepzinnigheden in zoo'n klein bestek; zoo veel litteraire humor in 'n ernstige repliek; zooveel tragiek in 'n komische entourage: Hier staat de lezer paf. Lieve Soester Bode! Wil je 'n humoris tisch blad worden, verrijk het dan nog met grappige plaatjes en zet er boven: Lof der Dwaasheid; maar anders Neen, geachte lezers, dan wil ik je 'n andere dichtschotel voorzetten, maar van te voren waarschuw ik je, dat de eerste vers regel gestolen is: Barst los, bezielt u, heil'ge snaren, 'k Wil met „De Denker" spelevaren In 't bootje op de wijde zee. Ik hoor de wilde golven klotsen, Hij ziet de hooge, steile rotsen, Eén stoot! De boot slaat om, o wee! Nu kan ons dorstig hert zich laven, Hier zien we 't zeepaard lustig draven, Steeds nieuwe haring bij de vleet. Wlat dunkt je, Denker, van de vrouwen: We moesten maar zoo'n nimfje trouwen, Daarmee verdwijnt ons kunstnaarsleed. DIXI. ^verklaring geeft, dat het gevaar voor over brenging van de ziekte niet bestaat of dat het heeft opgehouden te bestaan. De bepalingen van de artt. 3 en 4 zijn niet van toepassing ten aanzien van perso nen, lijdende aan hoofdzeer, die voorzien zijn van een volkomen afsluitend hoofdver- band en tevens overleggen een verklaring van een geneeskundige, dat zij onder be handeling zijn. Artikel 6. Aan hen, die met het opsporen van over tredingen dezer verordening belast zijn, wordt de last verstrekt tot verzekering van de nakoming harer bepalingen te allen tij de de woningen, lokalen en al dan niet af gesloten ruimten, ondanks de bewoners, eigenaars of gebruikers, binnen t.e treden, of te betreden voor zooveel woningen be treft met inachtneming van de bepalingen van de wet van 31 Augustus 1853 (Staats blad No. 83). Artikel 7. Overtreding van een der bepalingen dezer verordening wordt gestraft met hechtenis v,an ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Artikel 8. Deze verordening treedt in werking op den derden dag na dien, waarop zij is afge kondigd. VERORDENING BETREFFENDE HET OPRICHTEN VAN BAD- EN ZWEM INRICHTINGEN IN DE GEMEENTE SOEST. Artikel L Het is verboden in de gemeente Soest eene voor het publiek toegankelijke zwem en/of badinrichting op te richten, uit te breiden, te ondernemen of te exploiteeren, tenzij met vergunning van den Raad en met inachtneming van de voorwaarden, door dezen daarbij bepaald. Artikel 2. Onder badinrichting is mede begrepen eene inrichting voor het nemen van zonne baden. Artikel 3. Onverminderd de bepaling van art. 210 der gemeentewet, wordt overtreding van deze verordening gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geld boete van ten hoogste DRIEHONDERD GULDEN. Artikel 4. Mét de zorg voor de naleving dezer ver ordening zijn behalve de bij art. 141 van het wetboek van strafvordering aangewezen>

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1934 | | pagina 1