v
De finantieele en
politieke toestand.
Een gevaarlijk spelletje
Land- en Tuinbouw
Dierendag
FEUILLETON
Ingezonden
Voor de Vrouw ^0
Tevreden? Neen! Het Kabinet zelf is
het ook niet. Minister Oud zelf consta
teert, dat hem bij het opstellen van de mil-
lioenennota zeer gemengde gevoelens heb
ben bekropen. Het begrootings tekort moge
met kunst- en vliegwerk weggewerkt kun
nen worden, slechts voor een betrekkelijk
gering deel zal dit aan werkelijke bezuini
ging te danken zijn. Verschuiving van
lasten, verplaatsing van belastingdruk,
speculatie op de toekomst, prijsgeving van
aloude, oersolide financieringsmethoden,
optimistische veronderstellingen bij een
achtergrond van zwart pessimisme: zonder
dit alles zou de kans op een sluitende be
grooting gelijk nihil geweest zijn.
De minister deelt mede, dat het groote
werk eigenlijk nog verricht moet worden.
Zijn huidige dekkingsplan is slechts een
„noodverband". Het groote saneeringsplan
zal pas over ettelijke maanden gepubliceerd
worden: de begrooting van 1936 zal daar
van den heilzamen invloed moeten onder
gaan.
Tot tevredenheid is geen rede. De in de
Troonrede afgelegde belofte van het na
laten van verdere belastingverhooging
strookt ook niet geheel met de werkelijk
heid, vooral niet als men ook met de posi
tie der gemeenten rekening houdt. Het
„Haagsche-zwaard-zonder-genade", om de
uitdrukking van de Liberale Wegwijzer
over te nemen, vermag ook niet alles, kan
wel zuinigheid opleggen, maar geen geld
te voorschijn tooveren.
Het moge teleurstelling wekken, dat de
effectieve bezuinigingsarb.eid tot dusver
niet meer opgeleverd heeft, erkend
moet worden, dat de regeering voor een
moeilijke taak staac. Moge zij alhans op
den goeden wil der overgroote meerderheid
van de Staten-Generaal kunnen rekenen.
Mogen ook buiten het parlement de lieden,
wier medewerking onontbeerlijk is, niet in
gebreke blijven!
Wij denken hier b.v. aan het onderwijs.
Tot dusver heeft de hand van minister
Marchant vooral het openbaar onderwijs
getroffen. Er kan schier geen hoofd dei-
school heengaan, zonder dat met nerveuzen
aandrang door de autoriteiten geïnfor
meerd wordt, of de heele inrichting van
onderwijs niet kan opgedoekt worden,
als het een openbare school betreft. Nu
lezen wij in de millioenennota, dat men bij
Onderwijs (afgezien van de reeds bewerk
stelligde bezuinigingen) nog 10.2 millioen
hoopt te kunnen besparen. Dit hoopt mi
nister Marchant- o.a. te bereiken door ver
mindering van uitgaven ter zake van
wachtgeld voor het O. L. O. en B. L. O.,
bezuiniging op de onderwijsopleiding, ver
hooging van den toelatingsleeftijd en con
centratie van scholen voor bijzonder en
openbaar lager onderwijs. Men zou rnee-
nen, dat de voorstanders van het bijzonder
onderwijs beseffen, dat zij ook hunnerzijds
de regeering behooren tegemoet te komen,
laatstgenoemde voornemens met welwil
lendheid zouden ontvangen. Maar, behou
dens een enkele loffelijke uitzondering is
afwachtend scepticisme het summum van
tegemoetkomendheid, waarvan de rechtsche
pers heeft blijk gegeven. Zie b.v. „De
Standaard", het blad, dat den premier en
minister De Wjlde (bezuinigingsdictator in
de gemeenten) zoo na staat: „Eerst als de
ze concentratiegedachte is belichaamd in
een regeling, zal kunnen worden nagegaan
of zij te verwezenlijken is met behoud van
de essentieele vrijheid op het gebied van
het onderwijs."
,Erger is wat in roomsch-katholieken
kring te aanschouwen viel. Het Centraal
Bureau voor Katholiek Onderwijs, dat
overeenkomstig het verzoek van minister
Marchant aan >de Katholieke schoolbestu
ren een brief heeft doorgezonden, waarin
gevraagd werd, welke kleine scholen voor
opheffing of combinatie in aanmerking
zouden kunnen komen, werd door Het Ka
tholieke SchoolhJad als volgt afgestraft:
„Dat kan naar onze bescheiden meening
niet anders heeten, dan zich in dienst stel
len van het departement van onderwijs.
Hoe zou men het naar waarheid anders
kunnen noemen? Of deze bemoeienis zal
strekken ter bevordering van de opheffing
zal nader blijken. "Wij hopen en vertrouwen
van niet, maar voorshands zijn wij van
oordeel, dat het meer gewenscht ware ge-
Naar hèt Engelsch.
(Nadruk verboden)
Ja, doet u dat. Zend u allereerst de
schoolkinderen weg, dan volgt de rest mis
schien vanzelf. Me dunkt, ze zullen het
wachten wel moe zijn geworden. Laat den
koster u helpen; als er maar een paar
gaan, dan volgen de anderen vanzelf. Want
wat er ook gebeure, het is nooit prettig,
als het halve dorp je staat aan te gapen.
Met deze instructies gewapend, lukte het
kapitein Madder, om in vijf minuten de
heele kerk leeg te krijgen, en, daar hij
voelde dat hij toen toch geen goed meer
kon doen, maar waarschijnlijk slechts in
den weg zou loopen, keerde hij naar de
pottenbakkerij terug, om zijn ouders de
ontknooping mee te deelen.
Zoodra hij de consistoriekamer verlaten
had, ging Ethel naar Nancy, die nog altijd
hartstochtelijk aan het snikken was, en
sl'oot haar vol teederheid in de armen.
Maar, kindje. Op je trouwdag mag je
niet zoo huilen. Je bent nu mijn zuster en
ik zal je helpen. Als 'Ned zoo slecht is, om
je terug te sturen naar Chicago, tot je één-
en-twintig bent, zal ik met je meegaan;
maar ik geloof niet, dat hij tot zulk een
uiterste zal komen, als hij wat gekalmeerd
is.
Het zou mijn dood zijn, als hij mij
wegzond, snikte Nancy.
Ik geloof niet, dat hij dit doen kan,
ook al zou hij het willen. Je bent zijn wet
tige vrouw. Maar of je al schreit, dat geeft
niets; het zal je enkel maar ziek maken.
weest, als 't bureau er zich maar buiten had
gehouden. En wij meenen te weten, dat de
betrokken onderwijzers, zoowel als de be
trokken schoolbesturen er evenzoo over
denken."
Is het niet aldus terecht „De Avond
post" een typisch bewijs van de geringe
geneigdheid, die in deze kringen bestaat,
om ook zélf een offer te brengen in 's lands
belang? Het Bureau had dus blijkbaar
's Ministers verzoek moeten weigeren. Hoe
fijngevoeld, hoe hoffelijk, hoe kiesch! En
waarom? Blijkbaar omdat aan het Room
se he onderwijs niet geraakt mag worden.
Hoe nationaal, hoe altruïstisch, hoe offer-
bereid!"
„De Avondpost" maakt in dit verband
ook gewag van de felle wijze, waarop „De
Tijd" reageerde op de definitieve verhoo
ging van den toelatingstijd voor de lagere
scholen tot zes jaar. Ook hierbij werd de
aloude antithese te pas gebracht: „dat klei
ne Koninklijke Besluitje knabbelt weer een
half jaar onder de gelijkstelling weg." Nu
immers worden nog meer Katholieke kin
deren, al matjes vlechtende op openbare
bewaarscholen, door satanische broeken
mannetjes uit onroomsche gezinnen ge-
paganiseerd.
Doeltreffende bezuiniging zou kunnen
worden verkregen wij zeggen het de
„Liberale Wegwijzer" na als eindelijk
eens wijziging~gebracht werd in het „zoo
veel aanstoot gevende artikel 205 met zijn
eeuwigdurende en onredelijk-hooge uitkee-
ringen voor de op 1 Januari 1921 bestaan
de (bijzondere) scholen." Zelfs een Lim
burger Gemeenteraad heeft indertijd met
klem op wetswijziging aangedrongen.
Welk een klein offer, vergeleken bij de
groote, die van zoovelen gevergd worden,
zou het van rechtschen kant zijn, als men
zich spontaan bereid verklaarde tot wij
ziging van deze bepaling mede te werken!
Wij wachten, niet zonder vreeze helaas!
Ook aan die zijde weet men, dat feitelijk
nog steeds reserves opgeteerd worden,
wat de een te veel krijgt, moet nu eenmaal
op andere wijze gevonden worden. Zal men
dit beseffen en de voor de hand liggende
conclusie trekken?
Ondanks den nood der tijden heeft de
regiering een uitgave van ettelijke millioe-
nen voor de Indische marine voor rekening
van het moederland gebracht. Inderdaad
staat Ned.-Indiö er zoo mogelijk nog slech
ter voor dan Nederland, al heeft men daar
ginds reeds wel effectiever bezuinigd, al is
daar het stabilisatieniveau reeds bijkans be
reikt: Wordt door deze verplaatsing van
lasten het eindcijfer van het hoofdstuk Ko
loniën aanzienlijk verhoogd, dat van De
fensie zal met enkele millioenen kunnen da
len, als overeenkomstig de voornemens der
regeering het capitulantenstelsel wordt in
gevoerd, het vooroefeningsinstituut (enfant
chéri van vele Katholieken) wordt afge
schaft en van het gebruik van burgercor-
veeërs wordt afgezien. De weermacht zal
daardoor niet worden verzwakt.
Dit laatste ware ook ontoelaatbaar en
aandrang tot verdere bezuiniging op het
(vergeleken bij vroeger met tientallen per
centen verlaagde) eindcijfer der defensie-
begrooting, tot bezuiniging, die de weer
kracht zelf zou aantasten, ware in deze be
denkelijke tijden allergevaarlijkst. Toch is
die aandrang niet slechts van sociaal-de
mocraten, doch ook van vrijzinnig-demo
craten uitgegaan. Prof, Josephus Jitta.ech
ter, een kopstuk in Marchant's partij,
schreef in de Groene Amsterdammer het
volgende:
„Het is te wenschen, dat de Vrijzinnig-
Democratische leden van de beide Kamers
der Staten-Generaal hun stem niet aan de
begrooting van het departement van de
fensie zullen onthouden, nu hun verwach
ting betreffende de bezuiniging niet geheel
in vervulling zijn gegaan. Zij moeten zich
schikken in het onvermijdelijke, zooals hun
beide ministers het blijkbaar hebben ge
daan."
Verstandig advies, naar het ons voor
komt. Al zullen ook wij den tijd zegenen,
waarin de volkeren als., lammeren met el
kander zullen verkeeren. Maar zal een on
zer dien tijd beleven? Of ook zelfs den tijd,
waarin een waarlijk ontzag afdwingende
Volkenbond den staat-misdadiger aan
stonds tot de orde zal roepen? Hoevele il
lusies van 1918 en 1919 (illusies, reeds veel
eerder door mannen als wijlen Dresselhuys
en wijlen Van Vollenhoven gekoesterd)
schijnen vervlogen! Toch moge de hoop
op een betere toekomst ons nimmer ver
laten!
(de Vrijheid).
Geen wonder, dat hij boos is, dat hij zoo
duchtig beetgenomen werd door jou, on
deugend ding. Hoe je het ooit hebt durven
doen, begrijp ik nog niet. Menig man zou
intusschen heel blij zijn geweest, als hij zoo
ineens tot de' ontdekking kwam, dat hij
een rijke erfgename, in plaats van een arme
weduwe had getrouwd. Maar hij zou het
je eerder vergeven, als je arm was.
En u, ante Ri, is wel haast net zoo
slecht als Nancy, terwijl u zich al dien tijd
maar gehouden heeft, of u ongetrouwd
was.
ja, maar ik heb ook geen echtgenoot
meer; ik ben al tien jaar weduwe. Vind je
het werkelijk slecht, Ethel?
Neen, dat geloof ik niet en het was in
ieder geval heel knap bedacht. Maar dat
Edmund er de dupe van is geweest, dat
heeft hem zoo boos gemaakt.
Ineens hoorden de dames wielgevatel,
een bewijs, dat enkele van de rijtuigen weg
gezonden waren; maar nog verliepen er
tien minuten, eer mr. Kent, vergezeld door
nir. Milman, de consistoriekamer weer bin
nentrad.
HOOFDSTUK XIX.
Lang voordat Nancy geboren was, waren
de Kents en'de familie van haar vader, die
toen nog enkel Smitli heette, intieme vrien
den. Generaal Kent, toen nog tweede luite
nant was verloofd geweest met Maria
Smyth en de oude heer Kent en Charles
Smyth, de vader van Nancy en <Ie oudste
broer van Maria, waren zeer op elkaar ge
steld, ofschoon mr. Kent veel ouder was
dan Charles Smyth.
Toen deze ongeveer een dertig jaar oud
was, opende dc firma, waarvan hij deelge
noot was, een filiaal in Chicago en hij werd
daar als directeur heen gestuurd. Hij liet
i zijn zuster, Maria bij zich komen, om het
huishouden te doen.
Buiten verantwoordelijkheid
der Redactie
Geachte Redactie.
Met verwondering heb ik het artikel, ge
schreven door den Heer Wunsch in Uw
blad van Woensdag 26 Sept. j.l. gelezen.
Dat heerschap waagt zich te uiten over
oplossing van het werkloozenvraagstuk,
wat voorwaar een groote ramp over de ge-
heele wereld is. Voor ongeveer weken
geleden verkocht ondergeteekende een stuk
Bouwterrein aan de Hartmanlaan alhier,
eigendom van den Heer Draayer te Heem
stede, Wunsch zijn huisbaas.
Daar het verkochte 13 Ai. breed is, en
volgens de Bouwverord. van Soest moet
het 14.5U Al. breed zijn, heb ik den heer
Wunsch gevraagd, of hij een stukje, voor
aan den weg 1.5U AL breed, op 12 M.
diepte is het verkochte breed genoeg, dus
zal het geheel 6, zegge 6 A12. zijn, wil
afstaan. Ik zeide, dan kan die man die het
gekocht heeft een huis bouwen, en met
hem hebben weer eenige menschen werk,
en wat was 't antwoord. Wenn Herr D.
mich 19 monat 35 gld. in platz von 42.59
gld. Aliete bezalen laat, dus dat is 19xf 7.5U
is f 142.50 voor 6 A£2 grond minder bij zijn
tuin. 19 maanden beteekent tot 1 Mei 1936,
zoolang heeft hij nog huur. Ik zeide hem,
hij mocht het nog in gebruik houden, zoo
lang hij nog huur had. Doch het was: Nein,
ich wol es nicht! Met den kooper, de heer
Vasthal te Amersfoort nog eens gevraagd,
doch het was: Nein.
En nu vraag ik U Herr W.usch, waar
haalt gij de brutaliteit vandaan, een ander
(en nog wel Pres. Roosevelt) den weg te
willen wijzen de werkeloosheid op te rui
men, want lager en minder als gij U in dit
geval heeft aangesteld, kan toch zeker nie
mand zich indenken,
dank.
U, geachte Redactie, bij voorbaat mijn
dank. Verblijf ik hoogachtend,
Uw dw. A. LEGEMAAT.
Eikenlaan 19.
RECTIFICATIE.
In het ingezonden stuk van Mevr. Berg
in ons blad van Zaterdag 29 Sept. j.l. ko
men een paar drukfouten voor. In regel 18
van boven staat: „niet-menschelijke", dit
moet zijn: „niet-wenschelijke"; in regel 24
van boven staat „zeer zeker moeilijk is",
wat moet zijn: „zeer zeker mogelijk is."
Ook is het woord: „kuddedieren" enkele
malen niet aan elkaar gedrukt.
OVER BONTGARNEERING EN NOG
IETS.
r
Na de min of meer mislukte zomer ho
pen we natuurlijk allemaal op een mooi,
warm en mild najaar, doch niettemin
dwingt de onverbiddelijk voortschrijdende
tijd (en de gelijken tred houdende mode)
ons ertoe, ons bezig te houden met winter-
sche zaken als bontgarneeringen en zoo
meer. Want het is speciaal de bescheiden,
niettemin elegante bontgarneering die de
zen winter op den voorgrond gaat treden.
Terwijl vos (zwarte, geelroode en zilver
vos) nog wel gedragen wordt op een stof
fen mantel of bij een avondcape, is de
bontg'arneering over het algemeen heel
p 1 ati, van de z.g. geschoren bontsoorten, en
dat in vele geverfde kleuren. Zoo ziet men
bijv. groene „Persianer" (Agneau of wel
„lam")',, en blauw hermelijn en weer een
andere bontsoort in het rose of lila en zoo
voort. Verder hebben we natuurlijk ook de
meer normale zwarte en grijze astrakan,
bever enz. Het zijn speciaal de platte en
geschoren bontsoorten die toegepast wor
den, omdat men in stijl moet blijven met
de slank makende, jeugdige lijn die onze
mode karakteriseert. Zoo zagen we bij
voorbeeld een japon, met van onderen een
rand kastanjebruin geschoren bont, waar
over een lange tuniek van steenkleurig
velours viel. (Dit tusschen haakjes: er
worden weer heel lange tunieks gedra
gen!) Verder ziet men korte bontcapetjes
dragen, in den vorm van een berthe-kraag;
japonnen gegarneerd met een bont bo-
Maar eer zij er een half jaar geweest
was, trouwde zij met nir. Evelyn en ves
tigde zich in Chicago, zoodat Charles naar
een andere huishoudster moest omkijken.
Even later trouwde hij een erfgename,
een miss Cornwall, wier naam hij vóór den
zijne voegde, zoodat hij voortaan heette:
CornwallSmyth. Ze hadden maar één
kind, Nancy. Toen zij ongeveer acht jaar
oud was, stierf haar moeder en werd zij
naar een kloosterschool te Parijs gestuurd.
Haar vader trok zich uit de zaak terug en
woonde gedurende de rest van zijn leven
ook in Parijs, terwijl hij zoo nu en dan
naar Amerika overstak, om naar liet goed
van zijn vrouw te kijken. Hij zelve bezat
maar een lijftrente, haar fortuin had zijn
vrouw geheel vastgezet op 'Nancy.
Toen het kind ongeveer vijftien jaar oud
was, werd mr. CornwallSmyth zich be
wust, dat hij leed aan een ongeneeslijke
kwaal, en, daar zijn vriend, mr. Kent,
overleden was, verzocht hij Edmund, of
die, in geval hij zelve soms te overlijden
kwam, eer Nancy meerderjarig zou zijn,
dan haar voogd wilde zijn en voor haar
geldzaken wilde zorgen.
Edmund Kent aanvaardde deze opdracht
om der wille van de vriendschap, die altijd
tusschen de families had bestaan, maar op
zichzelve was hij er niet bijzonder mee in
genomen.
Mr. Cornwall Smyth bleef in leven, tot
Nancy tusschen de zeventien en achttien
was, en na zijn dood ging zij naar Amerika
bij tante'Maria wonen, die nu weduwe was
met zes volwassen zoons.
Van die zes jongens had Evelyn, de oud
ste, van zijn broers den bijnaam gekregen
van den „baas", omdat hij graag zijn gezag
liet gelden over hen. Claude, dc tweede,
was in den handel in St. Petersburg; Ro-
bert, de derde, was Amerikaansch zee-of
ficier, en dc jongste drie waren op college.
venstuk op het lijfje; een japon met halve
ballonmouwen, met een manchet van bont
vlak boven den elleboog verder kraag en
manchetten en revers van een stoffen man
tel gegarneerd met bont, alsook de zak
ken; een vilten hoed met bonten bol; bonten
ceintuurs, strikken aan de hals, bont-ves
ten, bontmanchetten aan handschoenen enz.
enz. Op het plaatje een nieuwe mantelja
pon, met breede rij stiksels langs hals en
revers, met groote knoopen gesloten en
van onderen met een split in de rok, wat
ook een nieuwigheid is. De knoopen zijn
hier van hout, de japon zelf van steengrij-
ze stof. Op zoo'n mantel-japon wordt ook
wel een vos gedragen.
AFADELEINE,
VRIJSTELLING VAN OMZETBELAS
TING VAN GOEDEREN BENOODIGD
ALS HULPMIDDEL BIJ LANDBOUW,
TUINBOUW EN VEETEELT.
Volgens de omzetbelasting kunnen goe
deren op 2 wijzen vrijgesteld zijn van be
lasting en wel:
a. Wanneer de goederen zijn opgeno
men in de lijst van vrijgestelde goederen,
welke bij de Wet is gevoegd;
b. Door een vergunning te vragen aan
den Inspecteur om grond- en hulpstoffen,
die men bij de verwerking of bewerking
van goederen in het bedrijf noodig heeft,
te mogen inslaan, zonder dat daarvan om
zetbelasting moet worden betaald. De lijst
van vrije goederen hebben wij reeds gepu
bliceerd in Juni van dit jaar. Ten gerieve
van onze l'ezers zullen wij de lijst zooals
deze tot op heden is aangevuld volgende
keer nogmaals publiceeren. Thans willen
wij even punt b hierboven genoemd, toe
lichten. Dus het inslaan voor grond- en
hulpstoffen benoodigd v-oor het bedrijf,
zonder dat daarvan omzetbelasting moet
worden betaald. Bedoelde vergunning dan
kan men alleen krijgen, wanneer men daar
toe een verzoek richt tot den Inspecteur en
wanneer het betreft een min of meer be
langrijk bedrag.
Nu zijn er verschillende artikelen, die de
landbouwer geregeld noodig heeft maar
waarvoor het te betalen bedrag naet zoo
groot is, dat men daarvoor vrijstelling van
omzetbelasting zal vragen. Bovendien moet
men bij verkregen vergunning toch nog
voor elk artikel dat men koopt een bestel-
order in duplo opmaken. Eén daarvan moet
aan den Inspecteur en de andere aan den
leverancier verzonden worden. Het is dui
delijk, dat men bij aankoop van allerlei
Voor dit zestal was Airs. Evelyn steeds
aan het sokken breien en van hen waren
ook de buitenlandsche brieven, die Airs.
Madder altijd had gebracht, denkende dat
ze voor Nancy waren bestemd.
Het eerste, wat gebeurde, nadat Nancy
bij haar tante was komen wonen, was dat
Evelyn en Bob beiden haar lief kregen. Ze
bedankte ze allebei, maar Bob herhaalde
zijn aanzoek telkens en de „baas" vroeg
haar nog ééns, een maand ongeveer vóór
Nancy en haar tante naar Engeland gingen.
Het was in waarheid meer om der wille
van Evelyn dan om ieder ander, dat zijn
pioeder er in toegestemd had in tegen
spraak met de voorschriften van Air. Kent
aan zijn pupille om toch mee te gaan
naar Engeland, daar zij wel had ingezien,
dat, zoolang Nancy in hetzelfde huis met
Evelyn woonde, hij nooit zou ophouden,
voon haar te voelen; en zij zag eveneens
in, dat de zaak toch hopeloos stond voor
hem, want dat Nancy al haar neven als
broer beschouwde en dat zij bovendien van
opvatting was, dat men niet met een vollen
neef moest trouwen. Had zij een keuze
moeten doen tusschen hen beiden, dan zou
zij zeker Bob de voorkeur hebben gege
ven.
Toen Nancy het eerst met haar voorstel
voor den.dag kwam naar Engeland te gaan,
had Airs. Evelyn er op gestaan, dat zij de
toestemming van Mr. Kent zou vragen
voor de reis en ook liet benoodigde geld
daarvoor, want nóch zij nóch Nancy ken
den hem het recht toe, om haar zoodanig
te controleer en in haar ondernemen. Toen
Kent weigerde haar naar Engeland te la
ten komen, vóór zij meerderjarig zou zijn,
was Mrs. Evelyn evenzeer teleurgesteld als
het jonge meisje zelve.
Dat Nancy verlangen zou, Engeland te
zien, was toch zeer natuurlijk, meende
tante, en dat zij eens een tijd bevrijd wilde
4 October.
Zal het morgen feestdag wezen.
Voor ons aller Vriendenschaar?
Hond en kat, paard, rund en vogels,
Alles wat draagt veer en haar?
't Is te hopen burgeressen,
Boeren, burgers, jong en oud,
Heer en werkman, vrouw en kind'ren,
Dat gij véél van dieren houdt!
Dat gij immer ze wilt goed doen!
Ze verdienen het zoo zéér!
Steeds weer zult ge ondervinden:
Ze vertrouwen U te méér!
Laat uw hond, die trouwe dienaar,
Die maar steeds wordt vastgelegd,
Voor dien dag -die wreede mart'ling,
Liefst voor altijd, opgezegd!
Tien tot twintig meter draad slechts,
Aan twee paaltjes in den grond,
En uw hond rent heen en weder;
't Dier blijft vroolijk en gezond!
Schiet toch nimmer.op de vogels!
't Is zoo laf en 't is zóó wreed!
Ziet ze bloedend, langzaam sterven
Schouwspel, dat men nooit vergeet.
Als zij al wat vruchtjes kapen,
Maakt dat werk'lijk zóóveel uit?
Is hun nut niet véél, véél grooter?
Afoet U dat soms nog beduid?
Handel niet, als eens geschiedde
Bij een vroom, erg chnist'lijk heer:
Die naar vogels stond te paffen,
En toon schoot.... zijn dienstmaagd neer!
Omdat zij, ('k bedoel de vogels)
Besjes kaapten, dacht hij: ,,'k schiet"!
Dat zij rups en wesp verdelgen,
Ddaraan dacht de kwelgeest niet!
Boeren! Mag ik U verzoeken,
„Is de grond hard, 't water ijs,
Zet Uw vee op warmen stal dan;
't Siert als mensch U en't is wijs!"
Dus tot slot: „Op 4 October
Extra goed eens voor uw dier!"
Hiervan hebt ge, let eens op maar
Zelve nog het meest pleizier!
AD REM.
Nadruk verboden.
kleine artikelen b.v, ontsmettingsmiddelen
niet deze rompslomp- wil maken, omdat
het bedrag der belasting dat men daarmede
verdient, te kloin iS: Om daarin tegemoet te
komen, heeft de Minister bij resuJutie van
19 Februari 1934 No. 147 bepaald, -dat de
leverancier vrijstelling van omzetbelasting
kan krijgen voor de levering aan landbou
wers, tuinbouwers, zij die zich bezighou
den met het besproeien van boomen enz.,
van de volgende artikelen.
Ontsmettingsmiddelen voor granen en
zaden, aardappelen en bloembollen.
Bestrijdingsmiddelen van plantenziek
ten, wormen, insecten e.d..
Onkruid-bestrijdingsmiddelen.
Grondontsmettingsmiddelen.
Conserveeringsmiddelën van groenvoer.
Ent- en wondebehandelingsmiddelen voor
vruchtboomen.
Als voorbeelden van bovenstaande noe
men wij:
Bourgondische pap, Bordeausche pap,
Californische pap, Ceresan-ontsmetter,
Creoline, Entwas, Form&line, i&ermisan,
Naphtaline, Nlicotine, Parijs groen, Rup-
senlijm, Stofkalk, Sublimaat, Kopersul
faat, (kopervitriool), Lood arsenaat, Uspu-
lin, Vruchtboom carbolineum.
Bovenstaande lijst is voor uitbreiding
vatbaar. Voor een paar belangrijke artike
len hopen wij daarop spoedig terug te
komen.
Bij aankoop van bovenstaande met name
genoemde artikelen, behoeft men daarvoor
geen omzetbelasting meer te betalen, aan
gezien de leverancier eventueele door hem
betaalde omzetbelasting op zijn verzoek
van de belasting-administratie kan terug
krijgen.
Er kan dus voor den leverancier van
bovengenoemde artikelen, geen aanleiding
bestaan om den kooper daarvan omzetbe
lasting in rekening te brengen.
zijn van de vleierij, waaraan zij bloot stond
door het bezit van haar groot vermogen,
pleitte voor haar karakter.
Ik wil getrouwd worden uit liefde en
niet voor mijn geld, Tante Ri, had zij ge
zegd. Iedereen hier weet, hoe rijk ik ben;
in Engeland zou niemand het weten, als
wij in allen eenvoud daarheen gaan. Als ik
wacht, tot ik meerderjarig ben, zal ik moe
ten reizen als een erfgename. Wat kan mij
mijn voogd schelen.
Ten slotte had Airs. Evelyn toegegeven;
maar nu kostte het nog eenig overleg, om
het plan goed in elkaar te zetten. Nancy
toch was gewoon, Air. Kent eens in de veer
tien dagen te schrijven, en, als haar brieven
nu ineens ophielden, zou zijn achterdocht
worden gewekt. Zij begon daarom met
hem te kibbelen en verwees hem naar een
zaakwaarnemer. Zij dateerde den brief, dien
Air. Kent op een Alaandagochtend ontving,
een week voordat hij kennis maakte met
de „weduwe" en liet dien achter, met de
orders, dat het epistel pas verzonden zou
worden, als zij uitgevaren waren.
Om zoo zuinig te reizen, zonder kame
nier, was op zichzelve al een nieuwe erva
ring voor Nancy, die aan alle mogelijke
weelde gewend was.
De gedachte, om naar Barrington, of
zelfs naar Barford te gaan en het nog ge
vaarlijker plan, om van namen te verwis
selen, was in 't eerst bij geen van beide
dames opgekomen. Nancy had voor meer
deren eenvoud alleen gereisd onder den
naam: „Miss Smyth". Kapitein Aladder
had haar onder dien naam dan ook gekend,
toen ze in Harrogate verbleven, waar Mrs.
Evelyn ook onder haar waren naam was
doorgegaan.
\V«ordt vervolgd.