0 De Oceaanvlucht Het Rolandsbeeld te Bremen ln de wei Bij de legpuzzlex DE SCH ANDRIT Een kleine dichter T sn r a door Iet Hoogers. In 1873 woonde er in Philadelphia een zekere meneer John Wise, die zelf een luchtballon had gebouwd, waarmee hij al 180 mijlen ver was gevlogen. Hij was daar zo trots op, dat hij er over ging denken, een tocht te maken, van Amerika naar Europa. Hij dacht vast en zeker dat, als hij eenmaal op een hoogte van 2000 m. was, daar een sterke wind zou zijn, die hem naar het Oosten zou drijven, zodat hij er van zelf kwam. Hij wilde nu graag tocht genoten hebben en het duurde niet lang of hij vond iemand, die wel mee wou. Mr. Do- naldson uit Pennsylvanië, die wel hield van waaghalzerijen, was vast besloten om ook in de ballon naar Europa te reizen. Maar voor die tocht moest een heel nieuwe bal lon worden gebouwd en daar was veel geld voor nodig, John Wise ging toen naar New York om te zien, dat hij het geld bij el kaar kreeg en daar leerde hij Mr. Goodfell kennen, de uitgever van een krant, de Daily Graphic geheten. Die wilde wel eens reclame maken voorz ijn blad en dit leek hem wel een goede gelegenheid, dus hij betaalde het bouwen van een nieuwe bal lon en alles wat daar bij kwam. Op 27 Juni 1873 stond er in de Daily Gra phic met grote letters te lezen: „Mr. Good fell, de uitgever van de Daily Graphic, bouwt op aanwijzingen van de heren Wise en Donaldson een luchtballon, waarmee de ze een reis naar Europa zullen maken. De ballon, de grootste, die er ooit is geweest, zal ezn gondel hebben, waarin 8 tot 10'per sonen kunnen plaats vinden. Tegen beta ling van 1 dollar zal hij ook post meevoe ren. Later wil de Daily Graphic een geie- gelde dienst op Europa invoeren!" Dat was kolossaal! Heel New York sprak er over. Dagelijks kwamen er meer abon- né's bij de Daily Graphic. De ballon was 40 M. hoog en 30 M. in doorsnee en had een overdekte gondel. Er zouden postdui ven meegaan, die telkens berichten zouden overbrengen van de ballon naar Amerika. Dwars over een der grootste straten van New York, <$e Broadway, was een reclame doek gespannen en vanaf het gebouw van de Daily Graphic bliezen herauten op ho rens, waarna een neger toespraken hield. Nu wilden ze nog een of meer passagiers hebben, maar ondanks alle prachtige re clame kwam er zich niemand melden. Zelfs geen brief werd meegegeven, de mensen hadden toch nog niet zo erg veel vertrou wen in de onderneming. In Brooklyn zou het opstijgen plaats heb ben. Mr. Goodfell gaf tenslotte vrije over tocht aan ieder, die meeging, maar er kwam nog niemand. Toen kwam de grote dag van het vertrek; de ballon zou opstijgen uit een omheinde ruimte, waar men tegen een en treeprijs binnen kon komen. Alle nieuws gierige mensen, en dat waren er heel wat, gingen daar naar toe. Maar op het laatste moment kwam John Wise plotseling ver tellen, dat hij toch niet meeging. Mr. Good fell had geen goed materiaal laten gebrui ken voor de ballon, zei hij, en daarom ging hij niet. Nog voor iemand iets had kunnen zeg gen, was John Wise verdwenen. Dus ging Donaldson alleen in de gondel. Hij werd stormachtig toegejuicht en toen de ballon werd gevuld en langzaam opzwol, ging er een hoera op. Mr. Donaldson wuifde ten afscheid, toen de ballon begon te stijgen en de mensen waren een en al geestdrift. Maar lang duurde het niet. Toen de ballon drie meter van de grond af was, hoorde men een geweldige knal, het hele gevaarte zakte in elkaar en kwam naar beneden. Donaldson werd bewusteloos opgegraven, maar hij was niet gewond. De mensen eisten hun entreegeld terug, want om dat te zien, waren ze niet gekomen. Maar Mr. Goodfell gaf het niet op. Hij liet een nieuwe ballon bouwen, die ook naar Europa zou reizen. Op 6 October was alles weer klaar voor het opstijgen. Dit maal zou alleen Donaldson als leider gaan, maar de uitgever stuurde drie journalisten mee als passagier, die moesten of ze wilden of niet. Het waren de ongetrouwde journa listen, die hij had uitgekozen, maar een van hen was verloofd en die trouwde toen maar gauw, om niet mee te hoeven. De twee anderen, Lund en Fort, moesten in de gondel. En nu verscheen er werkelijk ook een vrijwillige passagier; hij wilde weten of ze wel ,echt" in Europa zouden komen en toen hem werd gezegd, dat dat zeker het plan was, betaalde hij zijn kaartje en wilde instappen. Maar op dat ogenblik kwam de politie en nam hem gevangen, want het was een ontvluchte misdadiger. Zo begon de tweede grote luchtreis. Het opstijgen ging nu goea, maar in plaats van over zee te vliegen, bleef het gevaarte steeds boven land, eerst boven Brooklijn, daarna naar het Noorden. Fort beschreef later wat er gebeurde als volgt: „We hadden bepaald pech. Eerst vlogen we over een berg. In het dal begon het te stormen en te regenen. Wij wierpen de ballast over boord en kwamen toen weer een eindje hoger. Maar het bleef re genen en de ballon draaide als een tol in het rond. Toen we weer daalden zei Do naldson: „Laten we er maar uitspringen, dat is het beste.'De bomen kwamen steeds dichterbij en op een gunstig moment spron gen we. Het was een sprong van zes meter, maar de grond was gelukkig week." Na dit artikel te hebben geschreven, nam Fort zijn ontslag bij de Daily Graphic, dat baantje was hem op den duur toch te ge vaarlijk. Toen Fort en Donaldson naar be neden waren gesprongen, schoot de ballon weer omhoog, daalde na 'n poosje weer en kwam terecht in de top van een boom. Dat was de redding van Lund. Hij kwam ook gauw zijn ontslag indienen bij Mr. Good fell. De ballon, die het eigenlijk goed had ge meend met zijn passagiers, verbeeld je dat hij naar zee was gevlogen werd la ter geheel vernield gevonden. Voor een derde maal hebben ze het niet weer gepro beerd. Twee kleine hummels in de wei, Een kipje en een kindje. De rokjes van klein Hanneke Die waaien in het windje. Het kipje kakelt zacht en pikt Een wormpje en wat zaadjes. En Hanneke plukt bloemetjes Met mooie kleur'ge blaadjes. „Pas op, hoor kip", zegt Hanneke, „Niet aan mijn bloemen raken! Daar wil ik als 'k naar Oma ga, Een mooi boeket van maken." WETENSWAARDIGHEDEN. Spinnen uit de tijd vóór het ijstijdperk. Bij het onderzoek van enige holen in de buurt van Villach, een plaats in de Oosten rijkse provincie Karinthië, heeft een Weens professor een' eigenaardig soort spin gevon den, die moet hebben geleefd in de tijd voor het ijstijdperk. Het hele diertje is maar 2.5 millimeter groot. Het wordt een geselschorpioen genoemd en de professor heeft het gevonden in een hol, dat 180 me ter onder de oppervlakte lag. De grote Duitse haven en handelsstad Bremen, aan de rivier de Wezer, die uitmondt in de Noordzee, is een heel oude stad. In 1100 al werd er van daaruit handel gedreven met de kooplieden uit ons land. Daar de stad niet vlak aan zee ligt, maar een eindje het land in, zijn de eigenlijke ha vens tegenwoordig ge legen in Brèmerhaven, zoals de naam het ook al zegt, maar de han delskantoren, de pak huizen en alles wat ver der met de handel heeft uit te staan, moet men in de stad Bremen zelf zoeken. In de Middeleeuwen was Bremen al een bloeiende handelsstad en dat is het gebleven, met tussenperioden, waarin er met allerlei moelij kheden viel te kampen, tot in deze tijd Uit de grote bloeitijd van de Middeleeuwen zijn nog de prachtige oude gebouwen overge bleven, die men in het oude gedeelte van de stad vindt. De waag, de Dom en het stadhuis van Bremen zijn be kend en worden door veel vreemdelingen be zichtigd. In de waag is nu de Hadio-omroep van Bremen geves tigd, dus het oude gebouw wordt wel voor een modern doel gebruikt. Voor het stad huis staat een groot stenen beeld, het Ro landsbeeld. In het jaar 1404, toen Bremen zich vrij maakte en een „Vrije Handels stad" werd, is het er geplaatst als symbool van die vrijheid. Kennen jullie de geschiedenis van Roland, die door alle landen bekend is? Roland was een van de dappere strijders van Karei cte Grote, die in vele oorlogen hem diende. In het Rolandslied wordt verteld, hoe hij streed in het Zuiden van Frankrijk en toen door een verrader aan de vijand werd over geleverd. Hij blies toen op een geweldige horen, zo hard, dat Karei de Grote het hoorde en hem te hulp kwam. Maar het was al te laat, de mannen van Roland wa ren al verslagen en Roland sneuvelde daar. Voor. hij stierf, sloeg hij zijn zwaard, dat Durendal heette, tegen de rotsen aan stuk ken, omdat hij niet wilde, dat een vijand het in handen zou krijgen en er mee vech ten. Dat is het verhaal van Roland, die met zijn schild en zijn zwaard voor het stadhuis te Bremen staat en waarvan je hier een foto ziet. Tegenwoordig is Bremen nog een der voornaamste handelssteden van Europa en de Duitsers noemen hun stad Bremen ook wel de „Sleutel der wereld". Dit jaar wordt er ook een tentoonstelling gehouden, die dezelfde naam draagt: „Bremen, Schlüs- sel der Welt". Het is een tentoonstelling van Handel en Scheepvaart. Veel Hollan ders, die in de gelegenheid zijn om daar te gaan kijken, zullen dat wel doen, want nog steeds wordt er van uit ons land druk han del gedreven met Bremen en de tentoon-, stelling zal zeker de moeite waard zijn voor ieder die belang stelt in zeevaart en sche pen. Een keizer zonder kroon. De keizer van Japan heeft geen kroon, zoals jeotoch zou verwachten. De tekenen van zijn keizerlijke waardigheid bestaan uit een zwaard, een spiegel en een edel steen. Een eigenaardig gebruik heerste in de Middeleeuwen in sommige landen. Jullie hebt misschien wel eens gehoord van een schandpaal, waar een misdadiger een hele dag aan vast werd geketend, midden op de markt, zodat iedereen hem kon zien. Net zo iets is de schandrit. Die straf kre gen vooral zij, die oneerlijk waren ge weest, die vals geld hadden gebruikt en ook woekeraars. De bedrieger werd dan op een lelijk oud paard gezet, ook wel een ezel, liefst ach terstevoren er op gebonden, hij werd toe getakeld met een mantel en een soort mij- tei en zijn misdrijf werd op een plank ge schreven, die hij voor zich droeg, zodat ieder het kon lezen. Zo werd hij door de hele stad gevoerd met een joelende en scheldende menigte achter zich, die hem met vuil en modder gooide en hem soms mishandelde. Dat 'moet wel een heel erge straf zijn geweest, denken jullie niet? 't Is maar goed, dat nu de mensen, die iets ver keerds hebben gedaan, hun straf krijgen, zonder dat de hele stad er aan te pas komt. Als je deze legplaat uitknipt en de stuk jes netjes op karton plakt en dan bij el kaar zoekt en past, dan krijg je een plaatje, woor je zo'n ongelukkige, die een „schand rit" moet maken, op kunt zien. Op een van de lagere scholen in Scheve- ningen zei kort geleden de juffrouw van de vijfde klas: „Deze sommen moeten jullie gaan maken en wie ze af heeft, voor het uur om is mag wat voor zich zelf gaan te kenen in zijn kladschrift." De vlugsten waren natuurlijk het eerst klaar en haalden hun kladschriften te voor schijn. Toen de juffrouw aan het eind van het uur de sommen ophaalde, keek ze meteen wat de kinderen hadden getekend. Een van de jongens wees op zijn schrift en zei: „Juffrouw, ik kan niet zo erg goed te kenen, ik heb maar een versje gemaakt, dat is ook wel goed, hè?" En weet je wat hij had gemaakt? Een versje over het kindje van de prinses. Hief is het: De ooievaar is er En brengt een kindje, pralend als een ster, Het is een kindje expres Voor de Prinses. Het kindje zegt tatra, En steekt de handjes uit naar Trijntje Boonstra. Vinden jullie het niet aardig? Het jonge tje dat het gemaakt heeft, is 10 jaar. Jullie weten zeker wel wie Trijntje Boonstra is? Dat is de zuster, die voor het kindje komt zorgen. Kunnen jullie ook zo aardig dich ten?

Historische kranten - Archief Eemland

De Soester | 1938 | | pagina 6