r
WANDELINGEN
Damestasschen
Parker-, Swan- en Moor-
Het huis van den Graaf
in groote sorteering voorhanden
DOOR DE LEVENDE NATUUR
ZIE DE ETALAGE
FEUILLETOIN
ii Ingezonden
Gemengd Nieuws
Van Weedestraat 7
N.V. Eerste Soester Electr.
Drukkerij
Soestdijk
Nadruk verboden.
NAUWELIJKS heeft men goed waar- de schurftziekte,
genomen dat het voorjaar werkelijk
is gekomen, of het is tjjd te zorgen
voor den onbelemmerden groei van ver
schillende planten. Hiermee kan vaak niet
worden gewacht totdat men ziet, dat die
wasdom te wenschen overlaat, omdat er
slechts voorbehoedend kan Worden ge
werkt.
Als het voorjaar koud en schraal is, zien
we aan de jonge scheuten der perziken de
bladeren niet normaal zich ontplooien,
maar blaasvormig opgezwollen, bultig, ge
kroesd en verdikt. Soms is het geheele blad
aangetast, in andere gevallen slechts een
gedeelte. De verdikte deelen missen de
groene kleur en zijn lichtgeel of rood. Men
noemt deze kwaal, die algemeen is krul-
ziekte of klok, hier en daar ook koubla
ren, omdat men haar ziet optreden in een
koude periode. Toch is het niet de lage
temperatuur, die het euvel veroorzaakt,
maar een schimmel, die in het perzikhout
leeft en bij een langzame ontwikkeling van
de bladeren hierin is doorgedrongen, voor
dat zij zijn uitgegroeid en slechts dan on
der den invloed van de zwam tot krulbla-
deren worden misvormd. Volgroeide bla
deren kunnen niet meer tot gallen worden.
Er bestaat dus wel verband tusschen het
optreden der ziekte en een lage tempera
tuur die den groei der perziken remt maar-
dien van de schimmel niet beinvloedt Wa
re het alleen de koude, die het euvel ver
oorzaakt, dan zouden we het niet kunnen
voorkomen. In werkelijkheid is dit wel het
geval. Men kan n.1. minstens twee weken
voor het uitloopen der knoppen sproeien
met Californische pap, die in den handel
is en slechts met water verdund behoeft
te worden in de verhouding van 1 deel pap
op 12 deelen water of een weinig slapper
als de ontwikkeling te ver is gevorderd.
Vertrouwt men het niet meer, dan notee-
re men de perziken direct vóór het afval
len der bladeren in het najaar te bespuiten
met 1 Bordeauxsche pap.
Galmijten, diertjes, die nog juist met het.
ongewapende, normale oog te zien zijn,
veroorzaken bij peren de z.g. pokziekte,
die men het meest waarneemt bij leiboo-
men, struiken en pyramiden.
Men herkent deze ziekte aan de
bladeren der uitloopende scheutjes aan de
lichtgroene, iets later vaak rood gekleur
de opzwellingen aan beide kanten van den
hoofdnerf soms in eenige, min of meer
aan elkaar evenwijdige rijen. Deze gallen
of pokken zijn bewoond door de galmijten,
die haar verlaten als de pokken zwart ver
kleuren. De mijten gaan dan op zoek naar
nieuw gevormde knoppen, waarin zjj over
winteren en waaruit het volgende jaar We
derom pokzieke bladeren ontstaan. De aan-
getaste bladeren vallen voortijdig af, maar
ook voor dien tijd hebben zij voor den
boom weinig of geen waarde, zoodat deze
onder een herhaalde ernstige aantasting
degelijk moet lijden.
Het is daarom zaak de bestrijding ter
hand te nemen, hetgeen mogelijk is door
tegen het uitloopen der knoppen te sproei
en met Californische pap ter sterkte van
1 deel pap op 9 deelen water. In dit geval
is deze bespuiting tevens werkzaam tegen
waaraan vele peren jaar
op jaar lijden. Ook hier kan men, als men
bevreesd is voor beschadiging, de oplos
sing iets slapper maken, waartoe over het
algemeen neiging bestaat.
Bij zwarte bessen veroorzaakt een ver
wante galmijt sterk verdikte knoppen, z.g.
rondknoppen, die nimmer tot uitloopen ko
men, terwijl men er juist zooveel van zou
verwachten Bij hazelaars kan men hetzelf
de verschijnsel waarnemen. Op den duur
blijft er bijna geen normale knop over. Men
bestrijdt deze mijt door te sproeien met
10 Californische pap als de eerste blaad
jes zoo groot zijn als een cent. Een lichte
beschadiging treedt dan op, maar behoeft
niet te worden gevreesd. Alleen de zeer
gevoelige Goliath bespuite men met niet
sterker oplossing dan 8
Nadruk verboden. P. J. Schenk.
Wij ontvingen een groote keuze
84T- tegen ongelooflijk lage prijzen
N.V. Eerste Soester Electrische Drukkerij,
van Weedestraat 7, Soestdjjk, Tel. 2962.
Naar het Engelsch.
11)
Grusha mompelde iets, maar maakte
geen aanstalten om te gaan. Ze hield den
blik gericht op Eva, die met den rug naar
het venster zat en smeekte zegen af op
haar hoofd, terwijl Hugh ook zijn deel
kreeg in haar vrome wenschen.
„Vraag, of zij nog wat heeft gehoord",
zei Hugh mat tot Evelyn. „Ze is zoozeer op
je gesteld, dat zij jou misschien nog wat
meer vertelt."
Evelyn trad door de glazen deur naar
buiten, tot waar Grusha stond. Zij begreep
uitstekend Russisch en uit wat de anderen
zagen, volgde zij in groote spanning, het
geen de oude haar vertelde. Eindelijk liet
zij haar op een bank in den tuin zitten en
ging zelve het huis weer binnen, zóó op
gewonden, dat zij haast geen adem had, om
te spreken en steeds wisselde van kleur:
„Grusha zegt, dat ze het niet wisten in
Stolzowa! De zieke was geen gewone Fin-
sche, want ze vonden geld in haar zak.
Grusha durfde het jezelve niet te zeggen;
dóArom is zij hier gekomen."
„Goede hemel?" riep Hugh, „Mary droeg
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie fc
M.
De Lente is in aantocht en beleefd ver
zoek ik U, de volgende twee Sonnetten aan
mijn oude Vriendin Hélène Swarth ter ken
nis Uwer lezers te mogen brengen. Lange
jaren geleden werd zij door de Natuurver
schijnselen geïnspireerd tot deze gedichten.
BLOEMENWEIDE.
O lentedroom van boterbloemenweide,
Een bosch van blond, satana zonder paden,
Een gouden zee, waar 'k vroolijk in wil
baden,
Een zon-apotheose, o Mei gewijde'.
O blinkend gele golden, waar 'k wil baden,
Dit kranke lijf, tot Lente mij bevrijde!
O vlammenweide, Mei gebenedijde!
'k Werp in Uw schoot mijn zwaar hart
rouwbeladen.
Neem 't in uw kleed en koel zijn levenston-
den,
Berg 't aan uw borst en wieg zijn hemel-
nooden,
En streel het heelend met uw gouden
monden.
Zoo laat mij drinken tot het Westenrooden
D'adren etherisch, aarde- in zongezonden,
Zuiv'rend mijn ziel, die weende in 't rijk
der dooden.
WEIDZBLOEMEN.
O lenteveld, bestemd met myriaden
Bloemen van licht, miniaturen zonnen,
In eenvoud milde kleine stralenbronnen
Die Meiedelen doen in goudglans baden!
Werd voor vertréen door voet en hoef
verzonnen
Die gele bloemenweelde, als kleine daden
Van goedheid, bloeiend langs de dagepaden
Van. menschen, die alleen miskenning
wonnen
O bloemenzonnen! onbezongen kleine
Schepselen Gods, geduldig vriend'lijk
tooiend
De proza-weide, dat ze een hemel schijne!
Mijn ziel, doe als de lente en vroolijk
strooiend
Over het leven uit een veldvol reine
Bloemen van zang, ga, eiken dag ver
moeiend.
Dankend voor de opname,
J. J.
Uw dw.:
DE KOEIJER.
Bussum, Maart 1938.
de Finsche drachtLaten we weer
teruggaan, Jack, en die menschen onder
vragen."
„Neen, neen, dat hoef niet. Grusha weet
wel, waar zij is. Ze zegt, dat, als je haar
een telega wilt geven, ze je den weg zal
wijzen."
„Denkt zij dan waarlijk, dat het Mary
is?" vroeg Amy. „Dus dan zou zij toch
niet dood zijn?
Ze spraken ineens allen tegelijk. Hugh
was er voor, oan maar dadelijk weer te
gaan en Jack eveneens; maar Amy wist
hen met haar verstandigen raad wat kal
mer te stemmen.
„Laat Grusha en Evelyn in onze taran-
tass gaan en neem jij en Hugh dan onze
droschky. Het komt er niet op aan, of de
veeren al springen. Mary moet zéér ziek
zijn geweest, anders zou ze wel kans heb
ben gezien, ons het een of ander bericht te
sturen. Dus kan ze niet in de tarantass
vervoerd worden. Misschien is ze w!el in
het geheel niet geschikt voor vervoer;
maar, in ieder geval, moet je het met de
droschky maar eens p robeeren. Evelyn zal
van Grusha wel alles te weten komen, als
ze maar samen zijn. Haast je niet al te
zeer. Je moet mij tien minuten laten, om
alle dingen in orde te brengen.
Amy verliet het vertrek, schijnbaar vol
strekt niet gehaast, maa rnog binnen de
gestelde tien minuten was zij terug met
cognac, bouillon, wlndkussens, een dekbed
VOETBAL.
BELGIENEDERLAND.
RUIMERE OPENSTELLING DER
GRENSKANTOREN.
De K.N.A.C. bericht, dat op een desbe
treffend door haar gedaan verzoek ant
woord is ontvangen, dat de Belgische
douaneadministratie aan de kantoren te
Wuest-Wezel en Putte-Stabroeck instruc
ties heeft doen toekomen ten aanzien van
de maatregelen noodig voor den voetbalwed
strijd BelgiëNederland, welke op 3 April
a.s. te Antwerpen wordt gehouden. Het
personeel zal op 2 en 3 April worden uit
gebreid opdat de formaliteiten vlot kun
nen worden afgehandeld. Het kantoor te
Wuestwezel is dag en nacht geopend en dat
te Putte-Stabroeck van 6 tot 24 uur Bel
gische tijd.
De Nederlandsche toeschouwers, die niet
in het bezit zijn van een paspoort of iden
titeitsbewijs, zullen kunnen volstaan met
een voebbalpas, voorzien van een pasfoto,
die tegen den prijs van 0.25 wordt afge
geven door den Kon. Nederlandschen Voet
bal Bond en die de naam en voornaam met
adres van den houder moet bevatten.
Voor autobussen en autocars zijn de be
stuurders gedurende 48 uur vrijgesteld van
het voorschrift lijsten van him passagiers
in te leveren.
Het belooft druk te worden op 3 April
a.s. te Antwerpen!
STEUNREGELING POOTAARDAPPE-
PELEN OOGST 1937.
De Nederlandsche Akkerboutwcentrale
maakt het volgende bekend:
Dezer dagen werden aan de telers van
geodgekeurde pootaardappelen circulaires
met ;fortmulieren voor het opgeven van
voorraden en het aanvragen van denatura-
ties verzonden.
De circulaires werden niet toegezonden
aan handelaren, daar niet bekend is, wie
goedgekeurd pootgoed in voorraad hebben.
Handelaren, die voor vergoeding op on
verkochte voorraden pootgoed in aanmer
king wenschen te komen, wordt aangera
den deze circulaire met formulieren spoe
dig aan te vragen bij den Nederlandschen
Algemeenen Keuringsdienst te Wagenin-
gen of de Nederlandsche Akkerbouw-Cen-
trale, Bezuidenhout 15, 's-Gravenhage.
Alle voorraadsopgaven moeten vóór 1
April a.s. zijn ingezonden aan het Secre
tariaat van den Keuringsdienst van het
gebied, waarin de pootaardappelen liggen
opgeslagen.
DE LICHTING 1938 WORDT 80517 MAN.
Ook de buitengewoon dienstplichtigen
daarvan moeten opkomen!
EXTRA CONTINGENT 4600 MAN
HOOGER.
De Minister van Defensie deelt mede
in een Legerorder, dat by Koninklijk Besluit
van 7 Maart 1938 het getal tot gewoon
dienstplichtige te bestemmen personen voor
de lichting 1938 gebracht is op 30.517 man,
dus 4.600 man hooger dan aanvankelijk
was bepaald. Dit extra contingent wordt
gevormd uit ingeschrevenen voor den
dienstplicht 1938, die reeds op 1 Januari
1938 als buitengewoon dienstplichtige bij
de land- of de zeemacht zijn ingelijfd (en
die dus normaal alleen in tijd van mobili
satie of oorlog zouden worden opgeroepen).
Zij worden naar door den Minister van
en andere geriefelijkheden, voor het geval
ze Mary soms konden meebrengen.
„Ik zou graag zelf meegaan, maar ik
denk, dat Evelyn meer uit de oude krijgt,
dan het mij zou lukken. Grusha schijnt een
groote vereering voor Hugh en haar te
voelen, sinds zij voor haar wisten te be
werken, dat zij op het Huis van den Graaf
mocht blijven wonen."
Beide rijtuigen waren niet veel later dan
een kwartier op weg, nadat Grusha zich
vertoond had, en vanuit de tarantass riep
de oude, zoo luid als haar bevende stem
dit maar toeliet, Wladimir toe, hoe hij
gaan moest.
Amy en Helena begaven zich intusschen
naar mrs. Tweedie, om haar den staat van
zaken mee te deelen.
„Zal nicht Harriet boos op ons zijn, dat
wij het Roode Huis Verlaten hebben?",
vroeg Helena verlegen, toen ze den tuin
doorliepen. „Ze heeft er ons zoo dikwijls
op gewezen, dat wij toch zouden denken
om het vijfde gebod, als wij klaagden over
de verhouding thuis."
Amy sloeg den arm om het jonge meisje
heen en sprak sussend:
„Nicht Harriet heeft je natuurlijk zoo
lang mogelijk aan het vijfde gebod willen
herinneren, maar we weten nu aben, wat
jullie, arme kinderen, deze week zult uit
gestaan hebben, en nicht Harriet heeft juist
nog gisteren gezegd, dat ze 't je ook niet
kwalijk zou nemen, als je het niet langer
Defensie aan de Indeelingedistrictscom-
mandanten verstrekte regelen nader door
deze Commandanten als gewone dienst
plichtigen ingedeeld by de Zeemacht of bij
een corps van de Landmacht. Van een nieu
we inlijving is alzoo ten aanzien van deze
personen geen sprake. Wel worden omtrent
hen inlijvingsstaten en inlijvingsliJsten op
gemaakt zooals gebruikelijk is ten aanzien
van nog in te lijven personen.
Ook is het de bedoeling, dat de opkomst
geschiedt alsof het een opkomst ter inlij-
ying geldt zoodat de indeelingsdistricts-
commandant hierbij de taak vervult, welke
in het algemeen op hem rust met betrek
king tot de opkomst der inlijving.
Wat de indeeling van het extra-contin
gent dienstplichtigen betreft, wordt onder
meer meegedeeld, dat er van dit contingent
3849 man bestemd zijn voor de infanterie,
402 voor het korps luchtdoelartillerie en
106 voor het korps motordienst.
Bij de uitbreiding van de vredesorganisa
tie van het corps motordienst zullen de op
te richten onderdeelen niet in Haarlem in
garnizoen komen. Behalve deze uitbreiding
buiten de gemeente wordt ook te Haarlem
de beschikbare ruimte vergroot door de op
richting van een nieuw dienstgebouw op
het terrein van den motordienst. Deze uit
breiding is noodzakelijk geworden omdat
sedert eenigen tyd de bezetting met man
schappen en materiaal ruim 150 groo-
ter werd.
Voor dit extra contingent worden op
verschillende plaatsen kazemeruimten in
gereedheid gebracht.
GROOTE LEGERDAG TE AMSTERDAM.
Op Woensdag 20 Juli.
staat te stellen deze grooten Legerdag bö
te wonen, zal de Koninklijke Nederlandsche
Vereeniging „ons Leger" dien Dinsdag in
het „Amstelhotel" te Amsterdam haar
Jaarvergadering houden.
BELANGRIJKE LEGERMUTATEES.
Naar verluidt, zal op Woensdag 20 Juli
a.s. met volledige instemming van Z.E. den
Minister van Defensie en van den Com
mandant van het Veldleger te Amster
dam een groote Legerdag worden gehou
den, aan welken vele onderdeelen van de
Landmacht en wellicht ook de Mariniers
zullen medewerken, ten einde te laten zien
aan het publiek, hoever de hedendaagsche
techniek reeds is voortgeschreden, ook in
ons Leger. Plaats en verdere bijzonderhe
den zullen zoo spoedig mogelijk worden be
kend gemaakt.
Op Dinsdagavond zal een groote taptoe
worden gegeven.
Teneinde zooveel mogelyk inwoners uit
andere plaatsen en ook deskundigen, in
20 nieuwe majoors en 71 nieuwe
kapiteins benoemd.
By Koninklyk Besluit van 12 Maart j.1.
hadden reeds diverse bevorderingen plaats
gehad, waarbij onder meer 12 eerste lui
tenants tot kapitein werden bevorderd en
20 kapiteins tot majoor. Deze bevordering
hield uit den aard der zaak verband met
de nieuwe legerindeeling, de verhooging
van het contingent en de vorming der z.g.
grensbataljons.
Inmiddels is de eerste oefentyd ook al
voor de lichting 1938 verhoogd en zijn de
verdere reorganisatieplannen uitgewerkt,
waarmede de formatie op voldoende sterk
te moest worden gebracht.
Meerdere reserve-officieren zullen bin
nenkort definitief worden aangesteld en
deze worden gekozen uit diegenen, die het
j verzoek daartoe hebben gedaan en het
meest geschikt voor de desbetreffende
functie worden geoordeeld. Thans hebben
bij Koninklijk Besluit van 18 Maart weder
een groot aantal bevorderingen plaats ge
had, waarvan wij releveeren de bevorde
ring van niet minder dan 71 eerste luite
nants tot kapitein, van wederom 20 kapi
teins tot majoor.
Bevorderingen te Soesterberg.
Onder deze bevorderingen komen de na
volgende aan de Luchtvaart Afdeeling te
Soesterberg voor:
Bevorderd tot kapitein de eerste luite
nants-vlieger bij de Luchtvaart Afdeeling
te Soesterberg E. Visch, J. L. Zegers, T. J.
A. Lamers van de Infanterie en W. H.
Wijnkamp van de artillerie. Tevens de lui
tenant-adjudant van den staf der Militaire
Luchtvaart S. Mante.
Bevorderingen te Amersfoort.
Te Amersfoort werden bevorderd tot ka
pitein de eerste luitenants P. J. van Driel,
adjudant bij den plaatselijken staf aldaar,
A. van der Wal, en M. Carol van het 5e
Reg. Infanterie; C. Gottschal van het 16e
Regiment Infanterie; S. van Royen en J.
|T. Kuiper van het 21ste Reg. Infanterie.
Alle bevorderingen gaan in op 26 Mrt. a.s.
VULPENNEN
thuis kon uithouden. Toch hoopt zij nog,
dat je ouders zich bedenken zullen en mis
schien vriendelijker voor jullie zullen zijn,
als ze vatten, dat je thuis waarlijk onge
lukkig bent geweest, en daarom wilde ze
maar, dat je in Alatyr bleef, zoolang je
kon."
„Ik denk niet, dat we ooit kunnen te
ruggaan", zei Helena. Hoe schuchter zij
ook placht te zijn in haar uitspraken,
scheen zij hierin dan toch wel zeer vast/be
raden.
Mrs. Tweedie was uiterst dankbaar bij
het bericht over Mary.
„Ik heb altijd het gevoel gehad dat we
haar zouden weervinden, zei ze, ofschoon
het soms een vrij hopeloos geval leek!"
„Iets, wat ik mij nog steeds niet verkla
ren kan, is, dat Grusha zoo bang voor ons
schijnt te zyn. Het heeft altijd wel moeite
gekost, haar aan het praten te krijgen,
maar ze was toch nooit bang, om aan de
deur te komen. Had ze Evelyn niet gezien,
dan was ze zeker zóó weer teruggegaan."
„Er is ieta vreemds over haar gekomen,
sinds Mary hier is", meende ook mrs. Twee
die. „Hugh of Mary hebben je zeker wel
verteld, hoe verschrikt ze was, op het zien
van die vreemde. Het leek wel, of ze een
kwaad geweten had. En, wat ter wereld
kan Mary Williams nu hebben uit te staan
met Grusha's tekortkomingen?"
Helena ging aan de schrijftafel zitten,
oan de aanteekenlngen van nicht Harriet
betreffende den stamboom te copiëeren, de
taak, die zij immers op zich had genomen
als vrijwillige plaatsvervangster van Mary.
Het zou geen droge opsomming worden van
namen en data, maar het zou een vol
ledige familiegeschiedenis zijn van dege
nen, die in den stamboom vermeld waren.
Hoe meer Helena er zich in verdiepte, hoe
interessanter ook héér dit soort werk leek,
zoodat ze er voor het oogenblik Mary en
het Roode Huis voor vergat.
Amy zat intusschen kalm naast de rust
bank van mrs. Tweedie, bezig met een
handwerk, dat zij altijd maar voor 't opne
men had, en haar bijzijn alleen scheen nicht
Harriet al goed te doen, zoodat de oude
dame bij het afscheid dan ook, vol over
tuiging, sprak:
„Dank je, lieve. Je tegenwoordigheid al
leen werkt zoo vertroostend. Ik zou niet
geweten hebben, hoe ik anders dezen lan
gen ochtend had omgekregen!"
Amy boog zich over haar heen en kuste
haar, met tranen in de oogen.
En ik dank u wel voor die woorden,
nicht Harriet. Ik besef, wat een beproe
ving het voor u moet z|jn, om daar zoo
(machteloos te moeten liggen, terwijl u zoo
graag vrij was geweest om te gaan en te
staan,'waar u wilde. U zoudt zeker graag
Helena b|j u houden, is 't niet? Mag ze
dan bij u blijven, tot w|j een van allen weer
komen kunnen?"
(Wordt vervolgd).